3 Jbioaiand enen UIT tiCEN TUIL Ook voor Onder valsche vlag ZATE EDA C. 24 JIE I 1941 HSSHEEM'S DA G B L'AD - GLECHOMA HEDERACEA. Hondsdraf. Wanneer we in de lente door de begroeide duinen loopen, dan wordt soms ineens ons oog getroffen door een klein vlekje helder paars. We denken het eerst aan een viooltje, want die bloeien er volop. Maar dikwijls is het ook het mooie paars van de hondsdraf en hoewel ik dadelijk toegeef, dat het viooltje mooier is. onze hondsdraf is toch ook niet te velijn aden met de mooie heldergekleurde lip- bloempjes en de ronde gekartelde blaadjes. De stengel is over het algemeen kruipend, zooals in den volksnaam Kruip door den tuin is aange duid. maar de bloeitakken staan rechtop. We vinden deze mooie lipbloempjes bijna overal. Ir. vochtige duinpannen, langs de wegen, onder het hakhout en tusschen het gras. 't Is geen wonder, dat dit aardige plantje ook vaak voor den rotstuin I wordt gekozen, waar het een voorlooper is van zijn familieleden de thijm. de lavendel, het kattenkruid en de munt, die alle later bloeien. Zeker is het niet zoo rijk aan kleur als al deze latere lipbloemen, maar de vroege Moei vergoedt weer veel. Van April tot Juli mogen we op bloeiende honds draf rekenen. Hondsdraf. (foto Hastings) De gewone Glechoma hederacea is een sterk plantje, dat het zelfs op het Noorden zeer goed doet. Speciaal voor der, rotstuin of voor de beplan ting van muurtjes is Glechoma aan te bevelen. Er zijn ook eenïge bontbladerige variëteiten, die echter meer zon verlangen. Deze zijn door hun wit- of geelbonte bladeren ook buiten den bloeitijd een aardige aanwinst voor den rotstuin. De plant stelt zeer weinig eischen. We kunnen wel zeggen, dat ze het in elke grondsoort doet. En de mcy>ie paarse bloempjes, die meestal met zes tegelijk in schijnkransen staan, zijn, hoewel be scheiden van afmetingen, toch vroolijke helderge kleurde bewoners van onzen rotstuin. Een sterke plant, die niet veel verzorging noodig "heeft, zal bij de meeste liefhebbers wel in goede aarde vallen. A. J. D. Eenhè'ïd in de kampecrwcreld. A. N. K. V. en N. T. K. C. opgenomen. Naar het A.N.P. verneemt hebben besprekin- geu welke in de laatste twee maanden zijn ge voerd door den A.N.W.B. en de twee belangrijke kampeervereenigingen in ons land: de Ned. Toe risten Kampeerclub (N.T.K.C.) en de Alg. Ned. Kampeervereenigïng (A.N.K.V.) om tot een nadere taakverdeeling te geraken dezer dagen tot een alleszins bevredigend resultaat geleid. Op kampeergebied is thans een eenheid ver kregen. welke in elk opzicht valt toe te juichen. De getroffen regeling komt op het volgende neer: De A.N.K.V.. welke zich ten doel stelde de be langen van den kampeerder in het algemeen te behartigen is opgenomen in de N.T.K.C. De N.T.K.C. heeft zich nauw verbonden met den A.N.W.B. Zij blijft bestaan als onafhankelijk lichaam, zich in het bijzonder toeleggend op het gezamenlijk kampeeren in clubverband, haar leden zullen allen lid of kampeerlid worden van den A.N.W.B. De A.N.W.B. za'l de algemeene belangen van den kampeerder behartigen. Door deze samen werking van de drie belangrijke organisaties op kampeergebied is een volkomen eenheid verkregen. In de toekomst zal er op nog meer doeltreffende wijze dan tot dusverre gewerkt kunnen worden in het belang van het kampeeren en van de kampeer ders, terwijl de kosten door deze efficiente samen werking worden verlaagd. GRAFZERKEN TE HEERENVEEN GEVONDEN.. Bij herstelwerkzaamheden in de Ned. Herv. Kerk te Heerenveen, kerkelijke gemeente Schoter- land zijn onder de vloer verschillende grafzerken ontdekt, welke van belang zijn voor de kennis van eenige Friesche geslachten, alsmede voor de plaat selijke geschiedenis. Belangrijke Röntgenbestralings» proeven met tulpen. Merkwaardige resultaten van Dr. W. E. de Mol. AMSTERDAM, 23 Mei. In den hortus bulbo- rum der „Neversie" te Limmen en in de tuinen aan de Hyaeintenlaan te Lsse zijn thans wel zeer laat in vergelijking met andere jaren de eerste „Röntgentulpen" van dr. W. E. de Mol tot bloei gekomen, resultaat van jarenlange proefnemingen in het Röntgenlaboratorium van prof. J. van Éb- benhorst Tenbergen, dat de N.V. „Philips" te Eind hoven en in de werkgelegenheid van dr. De Mol zelve. Te Limmen prijken de bekende tulpen van Van der Neer. Ibis en Prosperity, in haar nieuwe ge daante of kleur. De eerste heeft de grillige vorm van een parkiet verkregen, bij de tweede heeft het donker rose plaats gemaakt voor rose-wit in verschillende nuances. De derde heeft al een zeer merkwaardige verandering ondergaan. In het voor jaar van 1937 was het diep rose met wit dezer va riëteit als het ware „ontmengd". De bloem was voor de eene helft zuiver wit geworden en voor de andere helft donker rood. De bekende Amerikaan- sche erfelijkheidsonderzoeker dr. L. F. Randolph van het agrarisch proefstation der Cornell universi teit, die toen in Nederland vertoefde en de proeven van dr. De Mol kwam zien. toonde zeer veel be langstelling voor deze bijzondere bloem. Zoowel de „witte" als de „roode helft" der plant heeft jonge bollen gevormd en deze op hun beurt fraai rood gekleurde en zuiver wit gekleurde bloemen. In dit geval o.a. ziet dr. De Mol zooals hij ons mededeelde een goeden grond voor zijn „dee- lingshypothese". Te Lisse zijn de in bloei gekomen Röntgcnmuta- ties eveneens belangrijk. Parkiet gemma heeft haar wit met rose verwisseld voor rood met geel en voor rood. De oranje gekleurde Generaal de Wet zien we in parkietvorm. Dikwijls is bontbladigheid opgetreden in velerlei schakeeringen, gebleken is. dat de bestraling ook een bijzonder licht gaat wer pen op het verschijnsel van het niet tot bloei ko men. Zoo kon o.a. bij de mendeltulp Krelage's Triumph herhaaldelijk dooi- bestraling veroorzaakt worden, dat drievierde deel der bollen geen bloem tot ontwikkeling brengt. Het tweede jaar hand haaft zich dit verschijnsel, het derde jaar echter niet meer. Er is is trouwens nog veel meer dat tot een be zoek aan den hortus bulborum uitnoodigt (aan melding bij den secretaris der Neversie, P. Bosch man, te Uitgeest). Speciaal de tulpen der 17e eeuw. (A.N.P.) VOORDRACHT VAN DR. PLUTZGAR. 's GRAVENHAGE, 23 Mei. In het kader van de in opdracht van den commissaris-generaal voor bestuur en justitie dr. F. Wimmer georgani seerde voordrachtenreeks, sprak hedenmiddag in het gebouw Kneuterdijk in Den Haag dr. F. Plutzgar over het onderwerp: „Die geschichte der bildenden Kunst in den Niederianden". De Duitsche genoodïgden volgden de interes sante uiteenzetting, welke met lichtbeelden werd verduidelijkt, met de grootste aandacht en gaven aan het einde van de voordracht met een hartelijk applaus uitdrukking van hun waardeering voor het gebodene. (A.N.P.) Ecu Duitsch plakkaat afgerukt. Op een dag in Februari had de ongeveer 45- jarige K. te Amsterdam een plakkaat, dat een be kendmaking van den Höheren Polizeiführer ver meldde, opzettelijk afgerukt. Een agent van politie 2ag dit en maakte proces-verbaal op. Het Landsge- recht heeft dien man Vrijdag tot zes maanden ge- angenisstraf veroordeeld. (A.N.P.) Het trekkers-seizoen staat weer voor de deur en de collecte der Ncd. Jeugd Herberg Centrale herinnert aan het vele werk, dat in dit opzicht voor de jeugd gedaan wordt. Een vroolijke groep op „De Karekiet" te Kortenhoef, een der meest karakteristieke Nederlandsche jeugdherbergen, die op palen is gebouwd. (Pax-Holland) Sleutel weg? Tel. 11493 DeSleutelspecialist.L.Veerstr.lO (Adv. Ingez. Med Maximumprijzen gezaagd buiten- landscli naaldhout. In de Ned. Staatscourant van Vrijdag is afgekondigd de prijzenbeschikking buitenlandsch gezaagd naaldhout no. 3. In deze beschikking worden nieuwe maximumprijzen afgekondigd, voor buitenlandsch gezaagd naaldhout, a. Bij verkoop over boord; b. Bij verkoop uit de loods; c. Bij verkoop franco werk of opslagplaats van den ver bruiker. In verband met het feit, dat de nieuwe maximum prijzen een verhooging van de tot dusverre gel dende betéek'enen, is in genoemde Staatscourant tevens een afleveringsvèrbod afgekondigd voor buitenlandsch gezaagd naaldhout, dat vóór 23 Mei 1941 is verkocht, doch nog niet op dien datum is afgeleverd. Tevens is daarbij bepaald, dat vergunning tot aflevering van het reeds verkochte doch nog niet afgeleverde hout slechts zal worden verstrekt voor zoover de verkooper kan aantoonen, dat hij met den kooper is overeengekomen, dat de basisver koopsprijs van het desbetreffende hout met f 13 per standaard is verhoogd. OPWEKKINGSSAMENKOMSTEN. Op Donderdag 29 Mei a.s. zal Ds. C. J. Hoekendijk. Vrij Evangelisch predikant te Bussum. des middags om 3 uur cn des avonds om 8 uur spreken in de Zui- der kapel aan de Zuiderstraat No. 15 te Haarlem Voor de Kinderen (Teekeningen H. Kannegieter). GEVECHT MET EEN SLANG. Voordat hij er op verdacht is. heeft zij weer de slang gepakt en hij krijgt de volle laag nu op zijn arme lijf gesmakt. Druppels vliegen in de ronde, "t water plenst wreed op hem neer. Zooiets kan geen hond ver dragen, jankend gaat hij nu te keer. Is het eindlljk afgeloopen, dan schud Trix zich duchtig uit. Nat Is hij tot op 't gebeente en met een verdwaasden snuit peinst hij weer over zijn zonden: 't is toch wel een beetje bar; altijd wil hij wel het goede, maar 't loopt steeds weer in de war. De inlevering van Reichsbanknotcn Bepalingen in de Staatscourant. De Staatscourant van Vrijdagavond bevat een besluit van de secretarissen-gentraal van de departementen van financiën cn van justitie betrefende de ingevolge het be sluit van den opperbevelhebber van land- cn zeemacht van 24 Mei 1940 ingeleveide „Reichskanknoten'. ART. 1. (1) De ingevolge het besluit van den opper bevelhebber van land- en zeemacht van 25 Mei 1940 (Ned. Staatscourant van 27 Mei 1941, no. 100) ingeleverde „Reichsbanknoten", zoomede „Rentenbankscheine" In cou pures van 10 Rentemark of meer, zullen door de Neder landsche Bank N.V. aan de rechthebbenden worden afge rekend tegen den koers van rijksmark, resp. rentemark 100 f 75.31 (2). Voor zoover de inlevering' ingevolge het in het vorige lid genoemde besluit niet rechtstreeks bij de Ned. Bank N.V. heeft plaats gehad, geschiedt de afrekening door tusschenkomst van de in dat besluit vermelde banken of bankiers. (3). De In het vorige lid bedoelde banken cn bankiers kunnen aan degenen, die bij hen „Reichsbanknolen", zoo mede „Rentenbankscheine" In coupons van 10 rentemark of meer ingeleverd hebben, een -provisie ln rekening brengen van een per mille, met een minimum van f0,25 per post. De Nederlandsche Bank N.V. kan voor „Reichs banknoten" en „Rentenbankscheine" als voormeld die bij haar zijn ingeleverd door anderen dan banken en bankiers, dezelfde provisie in rekening brengen. ART. 2. (1). Een afrekening, als in het vorige lid be doeld. zal slechts plaats vinden, indien de rechthebbende binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit be sluit den wensch daartoe aan de bank of bankier, waar bij de ..Reichsbanknoten" of .Rentenbankscheine" zijn ingeleverd, te kennen geeft. (2). Ingeval de „Reichsbanknoten" of „Rentenbankscheine" zonder vermelding van naam en adres zijn ingeleverd, zal degene, die de afrekening verzoekt, ten genoegen van de Ned Bank N.V. van zijn recht moeten doen blijken. ART. 3. Van „Reichsbanknoten" en „Rentenbank scheine", waarvan niet binnen den in artikel 2 genoemdén termijn de afrekening Is verzocht, dan wel ten aanzien waarvan degene, die tijdig het verzoek heeft gedaan, niet ten genoege van de Nederlandsche Bank N.V. van zijn repht- heeft doen blijken, gaat de eigendom van rechts wege over aan den staat. ART. 4. Dit besluit treedt op'den derden dag na dien Zijner afkondigen in/de Ned. Staatscourant in werking. WIJN TE DUUR LATEN BETALEN. Een bezoeker van een vischrestaurant te 's Gravenhage bestelde bij het eten een flescli Volnay 1929. een wijn waarvoor hij vroeger f 5 moest betalen, doch die nu voor den prijs van f 6 op zijn nota kwam te staan; een flesch cham pagne, waarvoor men eenige maanden geleden nog f 9 vroeg, kostte hem nu f 11. De directeur van dat restaurant werd voor deze ongeoorloofde prijs verhooging vervolgd; de inspecteur voor de Prijsbeheersching te 's Gravenhage veroordeelde hem tot een boete van f 300. OP EEN RIJDENDEN TREIN GESPRONGEN. Donderdagavond 10 uur kwam de 37-jarige schipper B. T. uit Rietveld gehaast het tweede perron van het Centraal Station te Utrecht op- loopen om den laatsten trein naar Woerden nog te halen. De electrische trein, warmede de schipper wilde reizen, had zich echter reeds in beweging gezet. Toch trachtte T. in den. rijdenden trein te springen. Het gelukte hem op de treeplank te springen en een der stangen van het balcon te grijpen, doch daar zijn voet niet vast genoeg op de treeplank stond, gleed hij uit en kwam tus schen het perron en den rijdenden trein terecht. Een reiziger in den trein trok direct aan de noodrem, zoodat de trein vrij spoedig tot stilstand kwam. Het bleek, dat de onvoorzichtige schipper niet overreden, doch wel ernstig gewond was. Per ziekenauto is hij overgebracht naar het Zieken huis, waar werd geconstateerd, dat hij behalve lichte ontvellingen zijn rechterbeen op verschil lende plaatsen had gebroken. De bij uitstek zoo wintersche groente: fc Brusselsch witlof, wordt al in Mei gezaaid. Vo de witlofcultuur worden in den zomer planti gekweekt met een zoo groot en gezond mogelijj penwortel. In het najaar worden de bladeren v; deze planten vlak boven den wortel afgesnedt De wortels worden dan opgekuild en in het don£ van den kuil, waarin door de gezamenlijke worfi en door het materiaal waarmee de kuil wordt a gedekt een zekere warmte heerscht, vormt zich het in den wortel aanwezige reservevoedsel blanke, eonigszins bitter smakende krop. Het komt er dus op aan planten met een goe<ii wortel te kweeken. Daarom is het een eerste ve eischte dat de grond diep losgemaakt wordt, dat de wortel gemakkelijk naar beneden kan dh gen. De grondsoort is voor witlofcultuur van niet ve belang. Hoewel zandgrond het beste is, gaat t teelt op de meeste andere gronden ook goed. Ong schikt is eohter een met versche stalmest sterk b meste bodem. Het zaad van witlof wordt niet eerst op een zaa bed, maar dadelijk op regels uitgezaaid, omd we de planten bij voorkeur niet verpoten, daar moeilijk aanslaan. We zaaien dun en ondiep rijen, die 30 cM. uit elkaar liggen. Later worden planten in de rij uitgedund tot de onderlinge a| stand 15 cM. bedraagt. Na het zaaien wordt aarde boven het zaad wat aangedrukt om te vo« komen dat zij uitdroogt. Daar witlof, indien er na het zaaien eenij droogte heerscht, dikwijls slecht opkomt, kan hi op een drogen grond geen kwaad om den groa voor het zaaien flink nat te maken en ook het zaad opkomt regelmatig te gieten. Over het oogsten van den wortel en het trekh van den krop spreken we te zijner tijd nog. Boerenkool en spruitkool worden nu op het zaj bed uitgezaaid op rijen die 20 cM. uit een ligge De plantjes worden omstreeks Juli-Augustus, wa neer veel land van de vroege groenten vrij kon uitgeplant. We hebben daarom voor deze gewa sen steeds wel plaats en zij willen op vrijwel ieden grond groeien. De teelt van deze groenten, d tijdens wintermaanden versch gegeten kunnen wo: den, is dan ook zeer aan te raden. De soorten i{ Middelhooge, fijn gekrulde boerenkool en Wei landsche spruitkool of spiraal van Nunhem, Ook 'koolrapen worden dezer dagen gezaai Zij verlangen een voedzamen grond, op een drogi schralen grond leveren zij stokkerige knollen, zaaien ook deze groente op het zaaibad, op regt die pl.m. 15 cM. uit, elkaar liggen. We planten later na vroege aardappelen of ander vroeg oogfi bare groenten op ongeveer 50 cM. afstand uit. We nemen de soort: Friesche koolraap. De oj brengst van 2 gr. zaad kan 30 K.G. bedragen. In Mei kunnen we tomatenplanten buiten ui planten. Mits zij over een goed omgewerkten voedzami grond en vooral over voldoende vocht beschikk* en de zomer een beetje meewerkt kan de opbreng aanzienlijk zijn en dikwijls zijn de met roa vruchttrossen beladen planten een lust voor h oog. We steken op een onderlingen afstand van rui 50 cM. tonkinstokken van ongeveer 1.50 M. leng in den grond en planten dicht naast iederen su een plant,aan den zuidkant van den stok. Dit las ste om te voorkomen dat de planten gedurem hun eerste groeiperiode in de schaduw staan. D planten worden iets dieper gezet dan ze gesta; hebben en de grond om de planten wordt wat aai gedrukt. Vooral in den eersten tijd na 't verplant?! gieten we de planten indien dit noodig is d( avonds. De tomaat ,voor de buitencultuur is Cooper first. Met het in opvolging zaaien van sla, zomerwei telen,, radijs en erwten kunnen we nog steeds dooi gaan. Radijs zaaen we echter van nu af aan een wat beschaduwde plaats anders wordt voos. J. J. L. STAMSLA STAMSNIJ STOKSLA STOKSNIJ SPEK PRONK DOP CITROEN KIEVITS FLAGEOLET BRUINE WITTE TUIN ZafocHot's- fóece <zade*r GROTERE OPBRENGST FIJNERE KWALITEIT A. TABERNAL ZOON HAGELINGERWEG 28, SANTPOORT, Tel. 8232 (Adv. Ingez. Med.) MARINUS BERTRAM. (Nadruk verboden). 9) Ze bloosde en sloeg haar oogen neer, maar haar hart. Ze dacht, dat hij het ln de stilte als een groote trom moest hooren kloppen. En haar intuïtie zeide haar te antwoorden: Natuurlijk vind ik dat Zelden werd een meisje zoo weinig in den vorm ten huwelijk gevraagd. Ze reden op den gladden weg rus tig naast elkaar voort. Ze omhelsden elkaar niet, ze deden er zelfs geen poging toe. Maar de houding en de blik van den man naast haar vergoedden dit vol komen. en toch was het haar niet mogelijk te antwoor den. Ik weet het niet, zei zij eindelijk. Wij hebben el kaar vaak gezien, maar zooals je zelf zegt: we kennen elkaar pas sedert zoo'n korten tijd. Ben je wel zeker van je zelf en weet je wel zeker, dat je meent, wat je zegt"' Wij zijn zoo onverwacht samen gekomen en mis schien had ik mij ook wel wat meer aan de algemeen geldende regels voor den omgang moeten houden, maar dat kan ik nu eenmaal niet. Ik weet niet, hoe.... Dat is nu juist één van de dingen, die mij in jouw aantrekken, viel hij haar in de rede Het is aardig van je, om dergelijke aardige din gen op zoo'n aardige manier te zeggen, hernam ze met haar liefste glimlachje. Maar je moet niet vergeten, dat dit iets van het allergrootste gewicht is. Ik kan hier niet zoo overhaast op antwoorden. En ik ben dat ook niet van plan. Haar oogen, haar heele gezicht waren nu heel zacht en heel bekoorlijk. Toen hij dat zag, steeg Albert het bloed met stroomen naar de wangen, want hij merkte dat hij terrein won. Ik zal je niet overhaasten, zei hij. Ik zal je ruim schoots dc gelegenheid geven, om mijn slechte kanten te leeren kennen. Die zal ik niet zien, want die zijn er niet,ant woordde zij. Zullen we het daar voor het oogenblik bij laten? Ik geloof dat Ik nu zooiets zou moeten zeggen van „in geen geval", "maar ik ben oud en wijs genoeg, om dat niet te doen. Wijs genoeg ook? vroeg zij met een schelmschen lach. Waarom niet? Ik heb voldoende ondervinding, doordat ik heel wat vrouwen ontmoet heb. Maar ik heb nooit eerder den minsten lust gevoeld met een van allen mijn verdere leven te slijten. Ze kon zich dat wel indenken. Deze primitieve, eenigszins exotische wijze van ten huwelijk gevraagd te worden, mocht Agnes Reijnders wel. Misschien wel voornamelijk omdat hij zich zoo in 't geheel niet aan conventies stoorde, en ook omdat er zoo'n kracht was in zijn doen en spreken. Ze kon in de ziel van den man naast haar lezen als in een opengeslagen boek. En ze zag daar, dat hij zich niet anders wcnschte voor te doen, dan hij was. Ze vervielen allebei weer in hun vroeger zwijgen. Toen ze bij den driesprong kwamen waar hun wegen naar huis zich scheidden, zei Albert: Ik zou zoo graag met je meegaan, Agnes. Ik zal niet meer beginnen over dat waar we het daarnet over hadden tenzij jij liever hebt van wèl. Maar als we nu uit elkaar gaan, zal ik mij den heelen avond zoo beroerd alleen en ongelukkig voelen. Arme jongen! Natuurlijk mag je vanavond bij ons blijven, als je niet tegen den rit zoo laat op den avond opziet. Toen ze bij de boerderij kwamen, stond Paul over een hekje geleund een sigaret te rooken. Hallo, Albert!" Jij blijft toch zeker een stukje mee eten? en, zichzelf in de rede vallend, riep hij uit: Zeg Agnes, je hebt wat verloren! Wat? O, ja, natuurlijk! Het gesprek op den weg naar huis had haar gedach ten hcelcmaal van haar vernielde vouwstoeltje en ezel afgeleid, maar Paul had dadelijk gezien, dat zij ze niet bij zich had. Nu het te laat was bedacht Albert, dat hij van plan was geweest, Agnes te vragen met geen woord over de gebeurtenissen van dien middag te rep pen in elk geva! dienzelfden avond nog niet, want hoe aangenaam hij het ook vond. dat hij haar uit haar benarde positie had weten te redden, hij zag er tegen op, er over te hooren praten Nu legde hij zelf onver schillig uit, wat er gebeurd was. We hadden een meenigsverschil met een stier, die door de warmte bevangen scheen, zei hij, en we moes ten den ezel en het stoeltje prijs geven, om ons een vei- ligen aftocht te verzekeren. Hoe kwam het? Vertel toch verder! drong Paul aan, een en al belangstelling. We dachten een korteren weg over een wei te, kunnen nemen, maar onverwachts kwam er een stier te voorschijn. Met als gevolg een vlucht en achterlating van de bagage in handen van den vijand. Toen wij he> laatst omkeken, was meergenoemde vijand bezig er brandhout van te maken. En hoogstwaarschijnlijk is hij op het oogenblik bezig dat brandhout weer tot splin ters te verwerken. Het was alles voor Paul een groot raadsel. Hij zag hoe Albert zijn zuster met een gemaakt-ernstig ge zicht aankeek, en hoe deze, begrijpend, glimlachte. Hij besloot te trachten later van haar méér te weten te komen. Het was misschien wel weer iets, dat hij voor een van zijn verhalen kon gebruiken. En bij de ge dachte aan zijn verhalen, kwam hij meteen op iets anders. Ik heb vanmiddag geluk gehad, Agnes, zei hij, één verhaal is aangenomen en ik kreeg nog een opdracht o,ok. Maar komen jullie toch binnen, want ik heb een honger als een paard. Niettegenstaande dezen grooten honger bleek Paul nog zeer spraakzaam. Hiervoor was Albert, die juist in een tegenovergestelde stemming verkeerde, erg dank baar. Paul's succes was het voornaamste onderwerp van het gesprek. Agnes luisterde zwijgend. Albert maakte van de ge legenheid die de welsprekendheid van Paul hem bood, een dankbaar gebruik om naar haar te kijken. Wat zag ze er lief uit bij 't licht van de lamp, dacht hij, en meer dan eens meende zij een teederen en aandachti- gen blik in zijn oogen te zien als ze zijn kant uitkeek. Hij was volkomen onder de bekoring van haar tegen woordigheid en hij bedacht, wat zij op weg naar huis besproken hadden. Hoe vaak had hij hier al in deze ge zellige ouderwetsche kamer bij haar gezeten en hoe vaak zou hij daar nog zitten! En geen enkele gedachte aan fantastische mogelijkheden, aan buitenissige en on heilspellende gebeurtenissen, verontrustte hem. Alles zou goed worden: héélemaal goed: hij wilde de na tuurlijke ontwikkeling der dingen niet verhaasten. Hij zou den tijd die voor hem lag, zoo goed mogelijk ge bruiken hij zou geen minuut ervan verloren laten gaan. En toen hij eindetijk naar huis ging... geen seconde eerder dan absoluut noodzakelijk waswas er in zijn hart blijdschap en vrede. Van angst of twijfel wist hij niet. Het was al tevredenheid! HOOFDSTUK IX Een onderhoud in de studeerkamer. Ja? Binnen! O, Albert, ben jij het? vervolgde Jhr. van Duyven, nadat de deur geopend was en zijn zoon binnen was gekomen. Wat is er van je dienst? Niemand kwam zonder bepaald doel ooit het heilige der heiligen van den heer des huizes binnen en daar om stelde hij deze vraag, toen zijn zoon de studeer kamer betrad. Ik wou eens met u pratenover verschillende dingen. Uit Alberts manier van doen en spreken bleek dui delijk dat hij met zijn figuur verlegen was en dat overkwam hem anders nooit Zijn vader nam een van de vele pijpen, die op zijn tafel lagen, stopte deze. stak ze aan en schoof den tabakspot naar zijn zoon toe. Dit was zóó'n gewoonte van hem geworden, dat hij het zelfs wel deed als er een dame kwam om hem te spre ken. Heb je soms gespeculeerd? Neen. En met het beetje, waarméé ik gespeculeerd heb, ben ik nog gelukkig geweest. Dat is meer dan ik ooit heb kunnen zeggen. Mijn eenige geluknu, je weet er alles van. En het kwam.te laat! voegde hij er meer tegen zichzelf, dan tegen zijn zoon aan toe. Dat moet u niet zeggen, vader. U ziet er nog zoo flink en jong uit. Des te beter, antwoordde de oude heer, maar een scherp oor zou een bitterheid in zijn stem opgemerkt hebben, die bewees, dat hij het niet oprecht meende. Enfin, vertel maar eens wat er aan de hand is! Heb je het met de politie aan den stok? Neen. ook dat heb ik niet. verklaarde Albert op een toon, die zeggen wou dat hij het een kinderach tige opmerking vond. Maar hoe staat het eigenlijk met mijn positie ten opzichte van het landgoed? Dat weet je zelf ook wel Krijg je niet genoeg uitgekeerd om te leven? Alleen wel; maar als ik nu eens trouwplannen had? Zoo, heb je die? Misschien, was het korte antwoord. Ernstig? Natuurlijk, anders zou ik er niet over spreken. Naam? Agnes Reijnders. O, zei de vader met een vergoelijkenden glimlach. Zomer-idyllefluisterende hoornensamen in den schemer naar huissamen fietstochtjes gemaakt en- zoovoort. En noem jij dat ernstig? Albert werd kwaad en kleurde hevig. Doch zijn vader ging voort. Je weet hoe ik de dingen opvat en beoordeel, je moest het tenminste eindelijk wel weten. En mag il vragen, heb je al met haar gesproken? Ja, maar ik heb nog geen bepaald antwoord gekr? gen. En ik wilde eerst precies weten hoe het met mij! vooruitzichten hier stond. Zijn vader knikte en zei: Dat zie je goed in. Maar je weet het toch? Wach evenen met een bevelend gebaar van zijn hant belette hij Albert hem in de rede te vallen. We kun nen er nog wel eens over praten. Maar je moet weten dat 't landgoed na den jarenlangen achteruitgang groot deel noodig heeft van wat het oplevert. Je wee ook, dat de succesicrechten hoog zijn en we zijn eigenlijk nog maar pas begonnen ze te betalen. En dan is er nog het geld, dat op Emma en Lenie vastgezel is. Maar wat weet je eigenlijk van die jongedame ai! U hebt haar gezien, zei hij kort Ja, een paar keer, en dan nog niet eens lange: dan een kwartier. Maar hoewel ik eiken dag heel veel menschen zie, weet, ik niets van ze. Je hebt mijn vraaj wel heel onvoldoende beantwoord! Iedereen kan zien, dat er op haar niets valt aan tl merken. Zeker, dien indruk kreeg ik ook. Ze maakte eet aardigen, verstandigen, vroolijken indruk. En ook w knapja. ja. tamelijk knap. Maar schildert zij om aan den kost te komen, of heb ik dat verkeerd be grepen? Gedeeltelijk; ze heeft ook wat vermogen. Maai haar werk is werkelijk heel goed en binnen niet al tl langen tijd zal ze een beroemdheid zijn. Let maar eeni op! Laten we dat voor een oogenblik als zeker aan nemen. Maar wat ga jij dan doen? Ben je van plat jarenlang in Utrecht rond te hangen, terwijl je leeft van wat jullie samen bij elkaar kunt brengen en on- dertusschen moet wachten tot zü beroemd is gewor den of totIk wil je wel zeggen, dat ik er niet.' voor voel om vóór mijn tijd dood te gaan, zelfs niet als ik er jou een dienst mee doe! Hij zweeg even. Toen: Bovendien: je zult, als je het landgoed hier verkoopen wilt, je zusters een jaarlijksche uitkeering moeten geven. Iets in den toon en het spottend knipperen met d« oogen, ontwapende Albert. Hij barstte in een lach uit .(Wordt vervolgd)» f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6