Bonnen die thans geldig zijn:
Jtackt&eiichten-
Onder valsche vlag
WOENSDAG '4 JUNI 1941'
HAAREE SI'S DAG.BEAD
Voor het laatst wordt dit jaar met botters gevischt naar snoekbaars en blei in
het water van den droogvallenden Noordoostpolder. Omzichtig worden de
gevangen visschen uit het net bevrijd.
(Foto Pax Holland)
Ned. Bond tot het redden van
drenkelingen.
Dezer dagen lazen we in de bladen dat in den
nacht van 30 Mei een automobilist in Amsterdam
verdronk. Een automobilist, onder den invloed van
sterken drank, reed in de Prinsengracht; de auto
zonk snel in de diepte weg. Drie mensehen begav
zich voor reddingspogingen te water. Het gelukte
hun niet, een deur te openen. Hard werkte de
brandweer ruim een uur lang voordat de wagen
op den wal was gebracht; de bestuurder bleek ver
dronken te zijn.
Het niet kunnen openen van een portier, onder
water, kan aan verschillende omstandigheden te
wijten zijn. Bij te snelle hulp om een deur te openen
is de z.g. „evenwichtstoestand" nog niet ingetreden;
hij treedt gewoonljik in na drie of vier minuten.
Dan is een portier zoowel door den bestuurder als
door redders van buitenaf gemakkelijk te openen;
dit is honderden malen in de praktijk bewezen.
Onbekendheid met de kruksluiting is ook mogelijk.
Op dit gebied heerscht wegens de vele merken
geen eenheid. De overheid alleen kan regelend op
treden. De bond heeftdaarop vele malen ge
wezen.
Een deur kan zijn afgesloten zoowel van binnen
als van buitenaf. De kans op klemmen bestaat, doch
Is zeer gering. Komt ongeveer nooit voor.
Hoogst waarschijnlijk zal de ware oorzaak van
het niet open krijgen van de deur zijn geweest,
dat de bewuste auto die snel zonk, tot een deel dei-
portieren in de modder is weggezakt, dan is ope
nen vrijwel onmogelijk.
Bij een dergelijk geval steekt een zwemmend
redder zijn arm door een openstaand raampje en
tracht dit naar beneden te draaien of hij slaat met
zijn schoen (nimmer met de vuist, dit is buiten
gewoon gevaarlijk) of met een hard voorwerp de
geheele ruit stuk.
Ongelukken zijn vaak te vorkomen als men zich
streng houdt aan het voorschrift: „Bij snelverkeer
geen alcohol!"
Het bestuur van den Bond is bereid op verzoek
van gemeentebesturen of van een organisatie, een
voorlichtingsavond met lichtbeelden te organi-
seeren; dan worden tal van problemen, die zich bij
het redden van drenkelingen uit auto's voordoen,
behandeld.
MAATSCHAPPIJ TOT NUT VAN 'T ALGEMEEN.
Dezer dagen werd de algemeene vergadering
gehouden van de Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen, Departement Haarlem. In deze bijeen
komst, waarvoor veel belangstelling bestond,
werden tot bestuursleden gekozen: mevr. Mr. E.
van EekThiel en de heer E. A. v. d. Haar, ter
wijl de heer W. H. Korenstra herbenoemd werd.
De begrooting van het departement voor 1941
1942 werd na geanimeerde bespreking goedege-
keurd.
In de commi ue tot het nazien van de rekening
en verantwording over- het boekjaar 19401941
werden benoemd de heeren E. Zuurendonk en C.
v. d. Velden.
PURMEREND. Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 17
partijen, wegende 68.000 K G. Hanadel stug. 40 -r. Hoogste
prijs £35.25.
Kaasmarkt, gewicht 964 K.G. Handel vlug. Hoogste prijs
8 kleine Boeren £35,25 per K.G.
Runderen, totaal 479 stuks. Vette koeien 163 voor de
levering. Gelde koelen 110 315400 per stuk, matig. Melk
koelen 157 325—525 per stuk, matig. Stieren 7 voor de leve
ring. Pinken 35 200—260 per stuk. Vette kalveren 345. Nuch
tere kalveren voor de levering. Nuchtere kalveren voor de
fokkerij 3555 per stuk, matig. Vette varkens voor de
Slacht 23 voor de levering, Zeugen 70—140 per stuk, matig.
Magere vargens 20 2545 per stuk, goed. Biggen 257 18—30
per stuk, matig. Schapen 195 30—45 per stuk, goed. Bokken
218 25—65 per stuk. matig. Lammeren 508 20—30 per stuk,
matig Kipeieren 105 per K.G. oude kippen en hanen 1200
13 per K.G. Konijnen 215 per stuk. Eenden 100 100170
per stuk.
Engelsche luchtaanvallen op
ons land.
Drie dooden en vier gewonden.
's GRAVENHAGE, 3 Juni (A.N.P.) Het
Britsche luchtwapen heeft gedurende de Pink
sterdagen, voornamelijk in den afgeloopen nacht,
weder eenige aanvallen op ons land gedaan. Een
tamelijk groot getal brisant- en brandbommen
werd omlaag geworpen. Dc meeste richtten in het
geheel geen of onbelangrijke schade aan. Slechts
in een plaats in het Westen des lands werd grootere
schade teweeggebracht. Door omlaaggeworpen
brisant- en brandbommen wei-den drie woonhuizen
geheel vernield, tien andere beschadigd. Voorts
kregen 175 woonhuizen glasschade. Daarbij werden
drie personen gedood en vier gewond. Van de
branden, die tengevolge van dezen aanval ontston
den, konden de meeste dadelijk gebluscht worden,
de andere in den loop van de vroege morgen
uren. Tenslotte werd ook nog een tramwissel be
schadigd.
PROF. DR. A. K. M. NOYONS OVERLEDEN
UTRECHT, 1 Juni. Op den 'eersten Pinksterdag
is t e Utrecht, op $3-jarigen leeftijd overleden prof.
A. K. M. Noyons, hoogleeraar in de physiologie aan
de rijksuniversiteit te Utrecht.
FAILLISSEMENTEN.
De Haarlemsche Rechtbank heeft deze week geen
faillissementen uitgesproken.
Wegens gebrek aan actief werd opgeheven het
faillissement van: Arte Koper, schilder, wonende te
Zandvoort. Curator mr. M. D. Proper te Haar
lem.
Door het verbindend worden der uitdeelingslijst
zijn geëindigd de faillissementen van:
1. De N.V. Bloembollenkweekerij en handel v.h. J.
Vrugt en Zonen, gevestigd te Hillegom.
Curator mr. J. G. Bettink te Haarlem.
2. B. Winkelaar, behanger en stoffeerder, wonende
te Wormerveer, Curator Mr. W. Veniet te Haarlem.
3. V/ijlen Jan Lanser, in leven landbouwer en
kweeker, wonende te Aalsmeer. Curator mr. R. C.
Bakhuizen van den Brink te Haarlem.
4 (Na verzet) C. Th. Degen, hotelhouder en restau
rateur, wonende te Zandvoort, uitgesproken in 1920
Curator mr. dr. W. P. Vis.
INDUSTRIE TE HAARLEM.
De Regeeringscommissaris voor Haarlem heeft aan
I. Rabbie te Haarlem vergunning verleend tot óp-
richting van een cartonnagefabriek in een perceel
toegankelijk aan de Kleverlaan 28-E-F-G-J-K.
Aan Th. J. Kuiper te Haarlem tot oprichting van
een banketbakkerij in het perceel Reitgzslraat no. 13
te Haarlem.
Aan J. Lottgering te Haarlem tot uitbreiding van
de chemische wasscherij en ververij in de perceelen
Amsterdamschevaart nos. 30A, 30 en 28A.
BRIDGECLUB „ROSEHAGHE".
Bovengenoemde club hield te Haarlem een onder
linge vlaggendrive ter gelegenheid van de sluiting
der wintercompetitie. Leider was de heer G. Klase-
boer. De uitslagen waren als volgt: le prijs: hr. G.
Klaseboer, 2e prijs hr. Ch. Boeree, 3e prijs mevr. E,
Breed, 4e pr. mevr. G. v. d. Ham, 5e prijs mevr.
v. Abbe en 6e prijs hr. H. Oxener.
Na afloop reikte de voorzitter: de heer F Machielse
de prijzen der wintercompetitie en der vlaggendrive
uit.
ALGEMEENE MIDDENSTANDS JONGEREN
ORGANISATIE.
Voor de Alg. Middenstands Jongeren-Organisatie
te Haarlem zal a.s. Donderdagavond een lezing ge
houden worden door den heer J. H. van Eist,
alg. secretaris van de jeugdgroep der Konk. Ned.
Middenstandsbond over het onderwerp: „Jeugd van
heden".
De bijeenkomst wordt gehouden in het Midden
standshuis, Wilhelminastraat 3 te Haarlem.
Sleutel weg? Tel. 11493
DeSleutelspecialist,L.Veerstr.lO
(Adv. Ingez. Med.)
Ontslaan van werknemers.
's-GRAVENHAGE, 3 Juni. De Directeur-gen e-
•aal van den Arbeid vestigt de aandacht op het
volgende:
Bij zijn beschikking van 21 Mei 1941, welke 1
Juni 1941 in werking treedt, woi-dt met ingang
van dezen datum zijn vergunning' van 1 Juli 1940
(z.g.n. drie weken-vergunning) ingetrokken. Hier
mede komt de aan de werkgevers opgelegde ver
plichting, om bij ontslag van tijdelijk personeel aan
het bevoegde districtshoofd der arbeidsinspectie een
kennisgeving in tweevoud te zenden, te vervallen.
Een van deze kennisgevingen werd door bedoeld
districtshoofd gezonden aan de gemeente-secretarie
van de gemeente, waarin de arbeider zijn woon
plaats heeft. Na ontvangst hiervan kon het ge
meentebestuur den werkloozen arbeider zoo noodig
in de steunregeling opnemen.
Nu deze gedragslijn niet meer kan worden ge
volgd, moet de uit tijdelijken dienst ontslagen
werknemer een ontslagbewijs overleggen, om even
tueel voor steunuitkeering in aanmerking te kun
nen komen.
In verband hiermede wordt zoowel werkgevers,
als werknemers gewezen op het bepaalde bij arti
kel 1638 aa van het Burgerlijk Wetboek, waarbij
o.a, aan den werkgever de verplichting wordt op
gelegd bij het eindigen der dienstbetrekking den
arbeider op diens verlangen een getuigschrift uit
te reiken. Dit getuigschrift moet o.a. den duur der
dienstbetrekking bevatten.
Met dit getuigschrift kan de arbeider zich mel
den bij het: betreffende arbeidsbureau, waar hij
dan als werklooze wordt ingeschreven, waarna hij
tegen overlegging van dit getuigschrift bij het ge
meentebestuur, eventueel voor steun in aanmer
king kan komen.
Ter voorkoming van misverstand wordt nog op
gemerkt, dat het overleggen van een ontslagbewijs
ten behoeve van de opneming in de steunregeling
en voor de inschrijving bij dc arbeidsbemiddeling
slechts noodzakelijk is voor ontslagen personeel
uit tijdelijken dienst in industrie- en handelsbedrij
ven, en in landbouwbedrijven.
Afgezien van bovengenoemde verplichting tot
het uitreiken van een ontslagbewijs aan ontslagen
arbeiders, behooren de werkgevers in de akker
bouw- en veehouderijbedrijven voor elk ontslag
voorloopig vergunning te hebben, van de arbeids
inspectie. Voor deze bedrijven zal echter een na
dere regeling worden getroffen.
DE STRIJD TEGEN DE ONDERMAATSCIIE
PALING.
De strijd tegen de ondermaatsdhé paling wordt
door de politie te Bunschoten en Spakenburg met
onverminderde kracht voortgezet. Dezer dagen
werden door den wachtmeester der rijksveldwacht
en den opziener der vissCherijen duizenden ponden
ondermaatsche paling in vrijheid gesteld.
Het was de politie n.l. ter oore gekomen, dat de
visschers de ondermaatsche paling in z.g. klaar-
zakken, voorzien van een kurk, op de reede in zee
gooiden. Later kwamen de opkoopers deze visch
dan ophalen. In dit geval echter was het de politie
Ruim twintig van dei-gelijke zakken werden boven
dien in beslag genomen.
AARDAPPELEN.
BON 03. T.m. 4 Juni
1.1/2 Kg
BON 04. T.m. 8 Juni:
iy2 Kg.
BOTER- OF VETKAART.
BON 17. T.m. 14 Juni"
250 gr. boter of 200 gr.
sla- of raapolie.
BON 18. T.m. 14 Juni:
250 gr. boter Vetkaart
reductie
BROOD, GEBAK.
BON 21. T.m. 11 Juni 200
gr brood of 2 rantsoe
nen gebak.
BON 24. T.m. 22 Juni 100
gr. brood of 1 rantsoen
gebak.
BON 8 (Bloemkaart) t.m
15 Juni 50 gr. brood of
*/2 rantsoen gebak.
EIEREN (Bonkaart Alg.)
BON 87. T.m. 4 Juni: 1 ei.
BON 41. Tm. 4 Juni: 1 ei
BON 97. T.m 8 Juni 1 ei
BON 51. T.m. 8 Juni 1 ei.
MEEL EN GRUTTERS
WAREN. (Bonkaart Alg.).
BON 32. T.m 15 Juni:
250 gr. rijst, rijstemeel,
rijstebloem of grutte-
meel
BON 24. T.m. 15 Juni:
250 gr havermout, ha
vervlokken. haverbloem.
aardappelmeel vlokken,
gort, gortmeel of grutten
BON 25. T.m. 15 Juni:
250 gr gort. gortmout of
grutten.
BON 26. T.m. 15 Juni:
100 gr. macaroni, vermi
celli of spaghetti.
BON 27. T.m. 15 Juni:
100 gr maizena, gries-
meel, sago, aardappel
meel of puddingsaus-
poeder.
BON 8 (Bloemkaart).
T.m 15 Juni: 35 gr meel
of bloem.
MELK.
BON 18. T.m. 4 Juni:
1 Yi L. melk.
Bon 19. T.m. 8 Juni:
1^4 L. melk.
KAAS. (Bonkaart Algem.)
BON 66 en 76. T m 15
Juni 100 gr
BON 67 en 77. T.m. 29
Juni" 100 gr
SUIKER. (Bonkaart Alg.)
BON 31. T m 8 Juni 1 kg
VLEESCH EN VLEESCH-
WARLN.
BON 16 ..vleesch" T m
4 Juni 50 gr vleesch of
ongesmol.ten vet of Vz
rants vleeschwaren
BON 16 „vleeschwaren"
T.m 4 Juni V2 rantsoen
BON 17 „vleesch" Tm
7 Juni 50 gr vleesch
BON 17 „vleeschwaren"
T.m 7 Juni '/2 rantsoen.
PEULVRUCHTEN. (Bon-
kaart Algemeen).
BON 33 T.m 4 Juni
500 gr
BON 52. T.m 22 Juni
500 gr.
KOFFÏESURROGAAT EN
THEE (Bonkaart Algem
BON 34. T.m 22 Juni 250
gr koffiesurrogaat of 40
gr. thee.
ZEEP. (Bonkaart Algem
BON 35. T.m. 29 Juni 1»
gr toiletzeep, 120
huishoudzeep, 200 gr
zeep, (oude samenstel
ling) 150 gr. z. zeep
300 gr z. zeeppasta, i
gr. zeeppoeder, 125
zeepvlokken, 250
zelfwerkende waschroï
delen. 200 gr. vloeibai
zeep of 600 gr. wasc!
poeder.
SCHEERZEEP ENZ.
BON K (Textielkaar
T.m 31 Aug.: 50 gr.
PETROLEUM.
Periode 10. T.m. 15 Juc
2 L.
HONDENBROOD.
BON 14. T.m. 30 Juii
Groep 1 gn 2: 10 Kg; G
3: 8 Kg, Gr. 4: 5 Kg; G
5: 4 Kg; Gr. 6: 3 Kg.
KATTENBROOD.
BON 14. T.m. 30 Jut
l'/2 Kg.
BEGRAFENIS JOHANNA NABER.
DEN HAAG, 3 Juni. Het A.N.P. meldt, dat
Dinsdagmiddag op Oud Eik en Duinen te 's-Gra-
venhage het stoffelijk overschot van mej. Johanna
Naber ter aarde is besteld.
Op de begraafplaats bevonden zich vele vooraan
staande figuren uit de vrouwenbeweging. In de
aula is hel woord gevoerd door Freule C. M. van
Asch van Wijck, voorzitster van den Nationalen
Vrouwenraad en mevr. F. J. van Gelder-Droste,
presidente van de Vereeniging voor Vrouwenbe-
langen.
Mej. M. Heinen, directrice van het Nationale
Bureau voor Vrouwenarbeid ging in het kort de
vele litteraire werken van mej. Naber na, waarna
mej. B. Perné als voorzitster van den Bond van
Onderwijzeressen voor Voorbereidend Onderwijs
en Majoor P. J. Pieters nog spraken.
De organist speelde een koraal van Bach en de
Psalmen 17 en 27.
Aan het graf leidde Ds. Michelin Moreau van de
Waalsche Kerk een rouwdienst.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij besluit van den secretaris-generaal van
het departement van Binnenlandsche Zaken is J.
B. V. M. J. van de Mortel, met ingang van 18 Juli
1941, opnieuw tot burgemeester van de gemeente
Noordwijk benoemd.
H. J. NOORDEWIER OVERLEDEN.
ROTTERDAM, 3 Juni. Gisteren is te Berlijn
overleden de heer H. J. Noordewier, correspondent
van de „Nieuwe Rotterdamsche Courant".
De heer Noordewier was sinds 1912 aan de N.
R. C. verbonden en vertoefde van 1920 af voor zijn
blad in Berlijn.
PRIJS VAN UITNEMENDHEID AAN IIET
AMSTERDAMSCHE CONSERVATORIUM.
Op Zaterdag 7 Juni a.s. zal de heer J. A. dc
Klerk het examen voor den prijs van uitnemend
heid in het openbaar afleggen. Dit examen zal
worden gehouden in de Bachzaal en begint des
avonds om 7.15 uur. De heer J. A. de Klerk is
leerling voor orgel en heeft gestudeerd bij den
hoofdleeraar Anth. van der Horst. De commissie
van beoordeeling bestaat uit de heeren prof. F.
Heitmann (Berlijn), F. Peeters (Meehelen) en
den directeur van hel conservatorium den heer
Willem Andriessen.
Voor de Kinderen
(Teekenlngen H. Kannegieter).
HOND VERMIST!
Binnen klinken zachte schreden en dan
opent zich de deur. En dangolft er
plots naar buiten een verrukkelijke geur
Tjoep, daar galoppeert het vijftalroetsj,
de deur door, in de gang. Kees wordt mee
gesleurd naar binnen. Ka, de meid, komt
in 't gedrang.
Zij grijpt Kees fluks bij zijn haren en zij
dwingt hem op den grond, waar ook 't
meegebrachte vijftal „mooi" gaat zitten,
hond voor hond. Want zij denken worst te
krijgen, die daar warm en dampend Staat.
Maardoor 't raam springt Teddy bin
nen, die..., niets voor hen overlaat.
Verduistering is onze plicht,
Weer daarom uitstraling van
't licht.
VAN 4 OP 5 JUNI 1941
van 21,54 tot 5.21
Maan op 5 Juni onder 5.14
Maan op 5 Juni op 16.55
C'OR VAN DEIl LUGT MELSERT WEER VASTI
BESPELER VAN DEN AMSTERDAMSCHE!
STADSSCHOUWBURG.
De regeeringscommissaris voor Amsterdi
heeft aangewezen als vasten bespeler van den A
sterdamschen Stadsschouwburg voor het
1941-1942 den heer Cor van der Lugt Melsert, din
teur der N.V. het Nederlandsch tooneel.
FAILLISSEMENTEN.
(Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Gr
en Co. N.V., Amsterdam.
UITGESPROKEN:
29 Mei: P. G. de R.uyter en G. H. van der Klis,
ragehouders (Mobil Garage), wonende te Amsterdi
resp. Amsteldijk 7272a en Dan. Willinkplein 8-
R.C. Mr. A. C. N. P. Ruys, Cur. Mr. F. W. van
Heerengr. 314 te Amsterdam.
29 Mei: Nicolaas VonckenKoonen, bakker, woni
de aan de Ganzeweide 84 te Heerlerheide-Heerl
R.C. Mr. Th. van Boorninck, Cur. Mr. J. Camps
Heerlen
29 Mei: Th. Hellinga, schilder en behanger, 't M
bij Heerenveen. R.C. Mr. Baron van Harinxma
Slooten, Cur. Mr. W. T. van der Ley te Heerenve
29 Mei: K. de Jong, expediteur te Irnsum. R.C.
voren, Cur. Mr. B. D. van Raay te Leeuwarden.
29 Mei: Jitze L. van der Zwaag, koopman, te Wa:
werd. R.C. alsvoren, Cur. deurwaarder J. van
Woude te Dokkum.
29 Mei: G. van Mil, bakker, te Niftrik gem. Wijch
R.C. Mr. F. M. Pleyte, Cur. Mr. G. W. C. Bijvoet
Nijmegen, Lange Burchtstraat 39.
29 Mei: Cornelis Willems te Ewijk, aan het Ro
R.C. alsvoren, Cur. Mr. P. H. K. Hobo te Nijmeg
van Broeckhuysenstr. 42.
29 Mei: H. de Koning te Ursem, ten huize van
Broertjes. R.C. Mr. H. Th. A. van der Loos, Cur.
F. Zeiler te Alkmaar.
OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF
J. L. de Lange te Amsterdam,
'28 Mei: M. Rodrigues Nunes te Amsterdam.
GEDEPONEERDE UITDEELINGLIJSTEN:
29 Apr.: de Inkoop-Vereen. „Mercurius" te Amsti
dam. Geëindigd door het verbindend worden der
uitd. lijst. Uitk. 7.7084"/».
10 Mei: A. Zwaan te Bussum. Geëindigd door
verbindend worden der uitd. lijst. Uitk. 26.011°/».
2 Mei: Ber'ta Ebinger, sporthandel „Olympia" te A
sterdam. Geëindigd door het verbindend worden
eenige uitd lijst. Uitk. nihil, (3 pref. f 236.69).
3 Mei: C. V. Néidecker en Co., hand. o. d. na
Travelers Bank1 te Parijs. Idem. Uitk. nihil, pi
100°/».
4 Mei: J. Vos Hzn. te Blaricum. Idem. Uitk 13'/».
11 Mei: H. Sibbel te Amsterdam. Idem. Uitk. nil
(2 pref. 63.706%).
16 Mei: P. J. Dirrigl te Amsterdam. Idem. Uit
5.1%,
17 Mei: K. Groot v.h. te Purmer, thans te Hooi
Idem. Uitk 49.638%.
18 Mei: Tj. de Boer te Amsterdam. Idem. Uitk. ±1
18 Mei: Venn. Fa. Bresser en ten Bosch te Amste
dam Idem. Uitk. nihil.
18 Mei: A. L. M. ten Bosch te Amsterdam. Ida
Uitk. nihil.
i Mei: Venn. o. fa. J. F. Kroner en Trapman te A
sterdam. Idem. Uitk. nihil (2 pref. f 79.13).
20 Mei: J. F. Kroner te Amsterdam. Idem. Uitk, nih
nihil.
20 Mei: C. P. Trapman te Amsterdam. Idem. Uit
nihil.
26 Mei: P. W. G. Rijnja te Bussum. Idem. Uitk. 1'
28 Mei: N.V. Zuid Nederlandsche Stoombootdien
te Amsterdam. Idem. Uitk. 1.09%
28 Mei: P. Gottschalk te Amsterdam. Idem.
nihil.
MARINUS BERTRAM.
(Nadruk verboden).
17)
Och, zooals je wilt. Ik ben hier gekomen om je
te waarschuwen, dat het hier gevaarlijk begint te
worden en dat het tijd is, dat in ieder geval je vrouw
hier vandaan gaat. Bij Emvati maken ze een ver
sterkt kamp. Waarom ga je daar niet naar toe? Wij
hebben bevel gekregen ons gereed te houden om ons
bij de troepen in Zoeloeland te voegen.
Zoo, we zullen tien man politietroepen heusch
niet missen, merkte van Oordt hatelijk op. Vroeger
hebben we het ook zonder ze klaargespeeld.
Misschien kom jij een dezer dagen wel zoo ver
dat je inziet, dat tien man politietroepen toch hun
nut hebben. Ik heb je gewaarschuwd en we moeten
verder. Dag mevrouw. Ik wou wel, dat'ik u had
kunnen overtuigen.
Ze praatten nog een poosje na over het bezoek en
Albert kwam tot de conclusie, dat zijn belangstelling
in deze twee menschen, die een vervallen hotelletje
in de wildernis dreven, voortdurend toenam. Hij zou
voorloopig nog geen haast maken met zijn vertrek.
Hij zou zijn paard de gelegenheid geven om weer
heelemaal op krachten te komen. Het was de groot
ste fout ter wereld om een kreupel paard te vroeg
weer te berijden!
Maar tegen den avond kwam de waarschuwing van
sergeant Woudstra weer in zijn herinnering en hij
sprak er tegen van Oordt over, die de schouders op
haalde.
Zij weten ook niet alles, zei hij. Ik wil je wel
vertellen, dat we niet lastig gevallen worden voor.,
maar dat doet er ook al weer niet toe' Ik weet pre
cies wanneer, en dat weet Woudstra niet. Als het een
maal zoover is gaan we weg.
HOOFDSTUK XVII.
De dagen reiden zich aaneen en Albert was nu al
drie weken in het „Berg-hotel".
Het beviel hem daar; de atmosfeer van Zuid-Afrika
drong langzamerhand door in zijn gemoed.
Albert had een romantische aard; hij was niet alleen
toegankelijk voor de natuur, maar ook voor de his
torie van dat door de zon verbrande land, waar vele
jaren geleden de Boeren waren binnengetrokken, om
ringd door allerlei gevaren en tot een bloedigen strijd
gedwongen door de woeste inboorlingen.
Hoeveel plekken van dezen grond waren gedrenkt
met het bloed van blanken en zwarten! Dit land was
eens 't domein geweest der groote Zoeloe- en Basoetoe-
koningén; Moselikatse en Dingaan hadden er ge-
heerscht, en de blanken met doodelijken haat bestre
den.
Albert vond in het Berg-hotel een boek waarin hij
zich verdiepte. Het was een boek dat berustte op de
levensbeschrijving van een zeer oud geworden Boe
renvrouw; een van de vrouwen die behoord hadden
tot de allereerste trekkers uit de Kaap-kolonie naar
het Noorden, naar den lateren Oranje-Vrijstaat en
Transvaal, Dit boek was buitengewoon boeiend en
zette Albert's verbeelding in vuur en vlam. Al die
oude figuren begonnen te leven voor zijn geestesoog.
Er was in dit boek een prachtige beschrijving van
het gevecht bij Vechtkop, waar een handjevol Boeren,
verschanst in hun wagenburcht, den aanval van dui
zenden kaffers afsloegen. Albert la4s het verhaal met
stijgende spanning, zooals de oude Boerenvrouw het
had verteld aan haar kleinkinderen
Het luidde aldus:
„Het zou weinig nut hebben, hier uitvoerig de ge
schiedenis van dien Grooten Trek te gaan verhalen;
er zou geen einde komen aan mijn verhaal. Het zij
voldoende, te zeggen, dat wij met een aantal andere
emigranten de Oranje-rivier overtrokken, reizende in
de richting van Thaba Nchu. dat de hoofdplaats van
Marokko was geweest, voordat Moselikatse hem uit
zijn land verdreef. Hier zouden verscheidene groepen
van trekkers samenkomen en hier kwamen zij inder
daad ook samen, doch niet voordat meer dan een jaar
was voorbijgegaan, sinds wij de oude kolonie verlieten
en het verre, wilde veld introkken.
„Ja, mijn kind, het veld was in die dagen anders dan
nu. Het land is hetzelfde gebleven, behalve dat blanke
mannen hier en daar steden hebben gebouwd, maar
voor het overige is alles geheel veranderd. In die
dagen zag het veld in lente en zomer zwart van de
ontelbare kudden wild; ja, ik heb het dikwijls zóó
dicht met wild bedekt gezien, dat het groene gras
nauwelijks in het oog viel. Alle soorten van wild
waren daar vertegenwoordigd; tienduizenden spring-
bokken, duizenden blesbokken en wilde beesten en
quagga's, reusachtige kudden van sabel-antilopen en
hartebeesten, heele troepen elanden, giraffen en an
dere dieren, terwijl de wouden dicht bevolkt waren
door kudden olifanten en stroomen én rivieren we
melden van zeekoeien. Nu zijn ze alle verdreven, al
die mooie en trotsche dieren der wildernis; de gewe
ren der blanke mannen hebben ze gedood of verjaagd
naar eenzamer streken en het is misschien goed dat
ze er niet meer zijn, want waar het wild zoo overvloe
dig is, daar wordt de arbeid door de mannen ver
waarloosd en alleen de jacht beoefend. Niettemin
moet ik erkennen, dat ik voor mij het betreur, al die
mooie dieren nooit meer te zien en in alle geval heb
ben wij Boeren, het aan die kudden te danken, dat
wij den Grooten Trek volhielden en niet van honger
en ontbering onderweg bezweken want weken en
weken lang hadden wij niets anders te eten dan het
vleesch der wilde dieren.
„Wel, wij kwamen te Nhaba Nchu en sloegen daar
ons kamp op, wachtende op de andere groepen trek
kers. Doch het duurde vier of vijf maanden en nog
steeds wachtten wij vergeefs en toen werd een aantal
onzer ongeduldig en trok zelfstandig verder, zonder
met ons nog voeling te houden. Onder hen waren ook
de groepen van de heeren Triegaart en Rensenburg,
de laatste trachtte ons over te halen, hem te verge
zellen, maar Jan wilde dat niet, ik weet niet waarom.
Het bleek later zeer gelukkig, dat Jan zich niet had
laten overhalen, want kaffers overvielen hem en
vermoordden hem met al zijn volgelingen. Triegaart,
die zich van te voren van hem had afgescheiden, trok
naar de Delagoa Baai, waar hij weliswaar veilig aan
kwam. doch waar haast al de zijnen aan koorts
stierven.
„Daarna trokken wij, de anderen, verder Noord
waarts, in afdeelingen en niet in één grooten troep
zooals wij hadden moeten doen, want nu werden
eenige van die afdeelingen door krijgslieden van
Moselikatse overvallen en vermoord. Onze marschlinie
lag tusschen de plekken, waar thans de steden Bloem
fontein en Winburg staan, in den Oranje Vrijstaat,
en het was ten Zuiden van de Vaal, niet ver van de
Rhenoster rivier, dat Moselikatse ons aanviel.
„Ik kan niet den heelen oorlog verhalen, ik kan
alleen spreken over datgene, wat ik zelf heb gezien
en meegemaakt. Wij maakten deel uit van de groep
die onder leiding stond van Karei Celliers, den late
ren ouderling van de kerk te Kroonstadt. Celliers
was naar Zoutpansberg gegaan, om het land daar in
de buurt op te nemen; gedurende de afwezigheid
slaagde Moselikatse er in een groot aantal Boeren
gezinnen te overvallen, waarvan zich het overschot
met de vrouwen en kinderen die het leven hadden be
houden, op een kamp terugtrok. Toen kwam Celliers
van Zoutpansberg terug en wij trokken terug naar een
plaats, Vechtkop genaamd, nabij de Rhenoster rivier;
wij waren in het geheel niet meer dan vijftig of zestig
personen sterk, vrouwen en kinderen inbegrepen.
„Daar vernamen wij, dat Moselikatse op ons aan
rukte, om ons te vernietigen en dus bevestigden wij
ons kamp zoo sterk mogelijk. Dit geschiedde door de
ossenwagens in een kring aan elkaar te plaatsen; de
disselboom van den eenen wagen werd vastgesnoerd
onder den wagen, welke daar vóór stond en
al de ruimte daartusschen werd gevuld met
scherpdoornige mimosaboomen, welke zoo stevig mo
gelijk vastgehecht werden aan de trektouwén en de
kettingen, zoodat het niet mogelijk was die boomen
weg te rukken. Het was vrijwel uitgesloten, dat
iemand onder de wagens door kon binnenkruipen.
Bovendien maakten wij in het midden van dien
kring van wagens nog een tweede versterking van
zeven ossenwagens, waar vrouwen en kinderen hun
toevlucht vonden, terwijl daar ook voedsel en kruit
werden geborgen; het vee echter moesten wij buiten
laten. Vroeg in den morgen, toen wij alles klaar had
den hoorden wij, dat de impi van Moselikatse vlak
bij ons was en de mannen onder ons, een dertigtal,
reden uit om den vijand te verkennen.
„Op omstreeks een uur rijden troffen zij de kaffers,
duizenden en duizenden, en een Hottentot, die hi
taal kende, kreeg opdracht, hen aan te roepen en hi
te vragen, waarom zij ons aanvielen. Als antwooi
gilden zij den naam van hun opperhoofd en bego:
nen dadelijk den aanval, waarop onze manen vu:
op hen openden zich aldoor geleidelijk op Tiet kan
terugtrekkend. Daardoor hadden de kaffers reeds
groot verlies gan dooden toen zij het kamp waren g
naderd, want gelukkig hadden de zwarten nog gei
vuurwapenen.
„Ik herinner mij, dat wij, vrouwen, bezig waren m
kogels gieten, toen de mannen terug kwamen en
waren van harte blij te zien, dat geen hunner on
brak. Terwijl zij alen, legden wij achter de plekke
waar de mannen gedurende den strijd moesten staa
om den vijand met. hun geweren te bestoken, vooi
raden van kogels en kruit neer, opdat de strijde
hun ammunitie vlak bij de hand zouden hebben. B(
vendien versterkten wij den wagenburcht, door no
meer doornstruiken onder de wagens te duwen
door ossenhuiden te binden onder de wielen der wi
gens.
„Toen, terwijl de vijand zich op zijn grooten aanv
voorbereidde, riep baas Celliers ons allen tezami
en, midden in het versterkte kamp staande, met onbi
dekten hoofde, terwijl al de anderen, mannen en
men en kinderen, om hem heen knielden, sprak l
een plechtig gebed, den Heer vragend, dat Hij ons
onze misslagen zou vergeven, op ons zou neerzien
den hceten strijd, die aanstaande was en ons in leve
en in dood zou geleiden.
„Het was een vreemd schouwspel Daar lagen w
allen op onze knieën, in den kalmen warmen zonne
schijn, terwijl hij met diepe en ernstige stem bad,
wij volgden zijn woorden met al de vurigheid va
ons hart, terwijl onze handen geweren en bijlen
kneld hielden, En nóóit hebben menschen een gebl
zoo noodig gehad, want door de reten van de waget
konden wij de Zoeloe's van Moselikatse zien nadt
ren, zes of zeven duizend man sterk verdeeld in dri
afdeelingen, die van drie verschillende zijden op
zouden aanstormen, om ons onder hun rijen te
pletteren en dat was geen opwekkend gezicht voo
dertig mannen en wat meer vrouwen en kinderen
(Wordt vervolgd).