Victaria-Wafer
Bonnen die thans geldig zijn;
Jioct llieuuxs
Jiacktbeiichlen-
TEDDY TRIX
Onder valsche vlag
y R IJ DAG S JUNI 1941
HXAREE M'S DAGBEAD
Lente in den Amslerdamschcn dierentuin. Zelfs de apen houden van een verfrisschend bad.
(Pax-Holland).
ONDERNEMER EN ARBEIDER.
Rede van senator Dr- Böhmcker.
Op uitnoodiging van het Ned. Verbond van
Vakvereenigingen, district Amsterdam, waren
Donderdagochtend eenige honderden werkgevers
en bedrijfsleiders te zamen gekomen in het
American Hotel te Amsterdam. Mede waren op
deze bijeenkomst aanwezig de regeeringscommis-
saris en burgemeester van Amsterdam, mr. E. J.
Voute; de directeur van het gemeente energiebe
drijf en die van de gemeentetram, ir W. B. I.
Hofman w.i., alsmede de directeur van den A.
N. W. B., de heer Van Balen.
De heer J. P. van Kampen, organisatieleider
van het N.V.V., heette allen welkom en gaf het
woord aan den gevolmachtigde voor de stad
Amsterdam, senator Dr. Böhmcker.
Deze wees er in een kort overzicht van de
sociale toestanden in de eerste tientallen jaren
dezer eeuw op, dat het parool van dien tijd-was:
onbeperkte vrijheid van het individu. Ook de
werknemers waren vrij, hun eigen belangen te
behartigen. Men geloofde, dat de tegenstrijdige
belangen van werknemer en werkgever in het spel
der vrije krachten zoolang op elkaar zouden
botsen, tot tenslotte vanzelf het verstand tot
overeenstemming zou leiden. De ondernemer had
er groot belang bij, de loonen der arbeiders zoo
laag mogelijk te houden, in verband met de con
currentie; de arbeider echter U-achtte zijn loon-
Standaard steeds te verbeteren. De organisaties,
welke aan weerszijden ontstonden, waren strijd
organisaties, met het doel, de tegenpartij te over
winnen. Het talrijke aanbod van werkkrachten
drukte daarbij de loonen en de arbeiders werden
begrijpelijk steeds ontevredener.
Ook tusschen de producenten onderling werd
strijd gevoerd: de kapitaalkrachtige ondernemer
ontzag zich zelfs niet, te verkoopen onder den
productieprijs, om zijn kapitaalzwakkeren concur
rent te overwinnen.
Het steeds schommelende prijspeil, dat een ge
volg van al dezen strijd was, had een ongunsti-
gen invloed niet alleen op het bestaan der arbei
ders. maar ook op dat van het geheele volk.
Ook de politiek werd tot middel in dezen strijd,
doch de staat werd hoe langer hoe minder ge
schikt, een oplossing voor deze moeilijkheden te
geven. Zóó was het in 1933 in Duitschland, zóó
was het ook overal elders in Europa.
Het groote aantal werkloozen, dat Nederland in
1937 en later bezat, was het resultaat van dit
„spel der vrije krachten*'.
De middelen van de 19e eéuw brengen geen
oplossing voor de tegenwoordige politieke pro
blemen. Algemeen is men tot de erkenning ge
komen, dat de eenling niets beteekent; de ont
vouwing van de persoonlijkheid mag nimmer doel
zijn, doch slechts middel om de persoonlijkheid
van het volk op te heffen. De verandering van
het individu in het lid van de volksgemeenschap
voert tot een andere sociale ordening. De hoogste
ontwikkeling van het menschelijke kunnen is in
deze gemeenschap niet alleen volkomen geoor
loofd, doch bijzonder wenschelijk, niet ten nutte
van den eenling, maar ten dienste van het geheele
volk.
Deze nieuwe sociale en economische ordening
schenkt nieuwe waarden aan het economische
leven. De ondernemer moet zijn bedrijf zoo leiden,
dat het resultaat aan het geheele volk ten goede
komt. De arbeider is niet meer de nuchtere pro
ductie-factor, maar onderdeel van de volksge
meenschap. Ieder heeft recht op arbeid en de
staat is verplicht, een ieder werkgelegenheid te
verschaffen. Beiden werkgever en werknemer
behooren tot hetzelfde volk; beiden hebben
hun plicht tegenover de gemeenschap.
De klassen- en loonstrijd was niet in overeen
stemming met de. belangen van den staat. Thans
is de arbeider niet meer een uitbuitings-object,
maar gemeenschapsmensch, kameraad van den
werkgever, wien het geluk van zijn arbeiders ter
harte moet gaan.
Vervolgens een beknopte uiteenzetting gevei^e
Werkf gunstig
maag en nieren.
(Adv. Ingez. Med.)
van de gemeenschap „Vreugde en Arbeid" van
het N.V.V., wees dr. Böhmcker er op, dat deze
organisatie geenszins in strijd is met den Neder-
landschen aard, evenmin als „Kraft durch Freude"
strijdig zou zijn met het Duitsche wezen, hoewel
deze geïnspireerd werd door de reeds eerder be
staande overeenkomstige Italiaansche organisatie.
Het streven, de vreugde in den arbeid te be
vorderen, aldus eindigde spreker, beteekent: zijn
volk dienen.
Na senator Dr. Bühmcker voerde de commissaris
van het N.V.V. nog het woord; deze spoorde de
werkgevers en bedrijfsleiders aan, verbeteringen
in hun bedrijven aan te brengen, welke zullen
voeren tot een betere samenwerking tusschen on
dernemer en arbeider.
De klassenstrijd moet worden opgeheven; wij
moeten komen tot samenwerking tusschen alle
scheppende menschen in één arbeidsgemeenschap
ten bate van het geheele Nederlandsche volk.
In die gemeenschap moeten wij de oplossing vin
den van het sociale vraagstuk.
De arbeider vraagt erkenning van en waar
deering voor zijn arbeid en de ideëele zijde van
deze erkenning is nog belangrijker, dan de mate-
rieele. Niet, ïnaar steeds van boven af moet het
noodig zijn, door wetten dit alles te regelen, maar
in groeiend onderling overleg moet zulks tot stand
komen..
„Vreugde en Arbeid" wil niet alleen aan de
menschen afleiding bezorgen, doch méér. De
werker moet inzien, dat de arbeid niet is een vloek
en een last. maar een vreugde. Deze opvatting
komt reeds in ons Nederlandsche volk naar voren,
dat steeds een groote liefde voor den arbeid heeft
getoond. Spreker wekte de werkgevers op „Vreug
de en Arbeid" te steunen en mede te werken aan
deze schoone taak, waardoor ook het arbeidsver
mogen wordt verhoogd en het belang van de on
dernemingen, zoowel als van de geheele volks
gemeenschap wordt gediend.
(A.N.P.)
WIJZIGINGEN IN HET BEZOLDIGINGSBESLUIT
BURGERLIJKE RIJKSAMBTENAREN.
Dc Staatscourant van Woensdag bevat een be
schikking van den secretaris-generaal van binnen-
landsche zaken betreffende wijziging van het Be
zoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1934.
Voor de onderscheidene wijzigingen zij verwezen
naar die Staatscourant.
KETTINGHANDEL IN CHOCOLADEREEPEN.
De Naardensche politie had vernomen, dat een
winkelier chocoladereepen verkocht voor 20 cent
per stuk. Daar hier van prijsopdrijving gesproken
kon worden, stelde de politie een onderzoek in,
waarbij aan het licht kwam, dat de winkelier de
reepen betrok van een ander voor 12 cent per stuk;
deze laatste had de reepen tegen den normalen
prijs van 4'ó cent per stuk gekocht. Bij hem wer
den nog 600 chocoladereepen aangetroffen en in
beslag genomen. Proces-verbaal werd opgemaakt.
PERSONALIA.
De ontvanger der registratie en domeinen de heer
D. Molenaar is verplaatst van het kantoor der re
gistratie en successie te Haarlem naar de directie
van 's Rijks Belastingen te Zwolle.
NEDERLANDSCHE UNIE.
Het Plaatselijk Comité te Aerdenhout-Bentveld-
Vogclenzang van de Nederlandsche Unie deelt ons
mede, dat tot dit comité is toegetreden de heer W.
A. Ridder van Rappard, die dc functie van penning
meester op zich heeft genomen. Dc heer R. A. Ba-
rendsen tot nu toe secretaris-penningmeester, zal in
het vervolg alleen het secretariaat waarnemen.
Engelsche luchtaanvallen op
ons land.
Tien personen gewond.
In den loop van Woensdagavond vlogen enkele
Britsche toestellen boven ons land. Hier cn daar
werden brisant- cn brandbommen omlaag geworpen.
De meeste deden geen schade. Op een plaats in het
esten des lands werd het. emplacement van een
slation aangevallen en een poging gedaan om de
spoorbaan te beschadigen en het verkeer te onder
breken. Dit gelukte niet- het verkeer werd slechts
zeer kortstondig onderbroken cn de spoorbaan was
spoedig hersteld. Wel liepen veel huizen in de omge-
ng glasschade op en waren daar onder de burger
bevolking ook tien gekwetsten te betreuren, (A.N.P.)
Verdacht van doodslag
Zes jaar geëischt-
Voor de Rotterdamsche rechtbank had zich Don
derdag te verantwoorden een 20-jarige distillateurs
knecht uit Schiedam, beschuldigd van poging tot
doodslag op den meesterknecht J. A. Noordijk van
een branderij te Schiedam op 1 Februari j.i. Ver
dachte was ten laste gelegd, dat hij Noordijk met
een dolkmes in den hals een steek heeft toegebracht
waardoor deze zóó ernstig werd gewond, dat de man
op 24 Februari in het ziekenhuis overleed.
De officier eischte tegen verdachte, die als een
gevaar voor de maatschappij moet worden be
schouwd, een gevangenisstraf van zes jaar mpt af
trek der preventieve hechtenis, do.or te brengen
in een bijzondere gevangenis.
GEMENGD KOOR „OEFENING BAART KUNST".
Naar wij vernemen zal het bekende gemengde koor
„Oefening Baart Kunst"' te Amsterdam een grooten
nationalen zangwedstrijd organiseeren in de concert
zaal van „Het Tolhuis" aldaar, voor gemengde-,
vrouwen- en mannenkoren, benevens dubbelkwartet-
tcn op 19 en 26 October 1941.
In de jury zullen o.a. zitting hebben de heeren
Fred. J. Roeske, Alphons Vranken, Nico Hooger-
werf en Willem Wiesehahn
NEDERLANDSCH—ZWITSERSCHE HANDEL.
De Vereeniging voor den Nederlandsch-Zwït-
serschen handel deelt mede dat Zwitserland be
reid is goederen en artikelen uit Nederland te be
trekken, die het tot dusverre niet heeft ingevoerd.
Hierdoor ontstaan vele nieuwe mogelijkheden, die
echter vaak bij de belanghebbenden niet bekend
zijn.
Het is daarom van groot belang voor alle belang
hebbenden. zoowel im- als exporteurs, dat allen,
die beschikken over leveringsmogelijkheden zij
het dan ook desnoods van kleine hoeveelheden
zich wenden tot het secretariaat van bovengenoem
de vereeniging, Keizersgracht 755, te Amsterdam.
Bij beschikking van den secretaris-generaal van
het departement van Opvoeding, Wetenschap en
Cultuurbescherming zijn benoemd tot rijksgevol
machtigden voor het sportwezen de heeren: K. J.
J. Lotsy te Dordrecht, H. A. Stuling te 's Gra-
venhage en J. de Valk te Amsterdam.
AARDAPPELEN.
BON 04. T.m. 8 Juni.
ty2 Kg.
BOTER- OF VETKAART.
BON 17. T.m 14 Juni:
250 gr. boter of 200 gr.
sla- of raapolie
BON 18. T.m. 14 Juni:
250 gr. boter. Vetkaart
reductie
BROOD. GEBAK.
BON 21. T.m. 11 Juni 200
gr brood of 2 rantsoe
nen gebak.
BON 24. T.m. 22 Juni 100
gr. brood of 1 rantsoen
gebak.
BON 8 (Bloemkaart) t.m
15 Juni 50 gr. brood of
Vz rantsoen gebak
EIEREN (Bonkaart Alg.).
BON 97. T.m. 8 Juni 1 ei.
BON 51. T.m. 8 Juni 1 ei.
MELK.
Bon 19. T.m. 8 Juni:
1$4 L. melk.
MEEL EN GRUTTERS
WAREN. (Bonkaart Alg.).
BON 32. T.m. 15 Juni:
250 gr. rijst, rijstemeel,
rijstebloem of grutte-
meel
BON 24. T.m. 15 Juni:
250 gr. havermout, ha
vervlokken. haverbloem.
aardappelmeel vlokken,
gort, gortmeel of grutten
BON 25. T.m. 15 Juni:
250 gr gort. gortmout of
grutten.
BON 26. T.m. 15 Juni:
100 gr. macaroni, vermi
celli of spaghetti
BON 27. T.m. 15 Juni:
100 gr maizena, gries-
meel, sago, aardappel
meel of puddingsaus-
poeder.
BON 8 (Bloemkaart).
T.m. 15 Juni: 35 grmeel
of bloem.
KAAS. (Bonkaart Algem.)
BON 66 cn 76. T.m 15
Juni: 100 gr
BON 67 cn 77. T.m 29
Juni- 100 gr
SUIKER. (Bonkaart Alg.)
BON 31, T.m 8 Juni 1 kg
VLEESCH EN VLEESCH-
WAREN.
BON 17 „vleesch" T.m
7 Juni: 5(1 gr. vleesch.
BON 17 „vleescbwaren".
T.m. 7 Juni V2 rantsoen.
PEULVRUCHTEN. (Bon
kaart Algemeen).
BON 52. T.m. 22 Juni
500 gr
KOFFIESURROGAAT EN
THEE (Bonkaart Algem.).
BON 34. T.m 22 Juni 250
gr. koffiesurrogaat of 40
gr. thee.
KATTENBROOD.
BON 14. T.m 30 Juni
l'/z Kg.
ZEEP. (Bonkaart Alge
BON 35. T.m. 29 Juni
gr. toiletzeep, 120
huishoudzeep, 200 gr
zeep, (oude samensl
ling) 150 gr. z. zs
300 gr z zeeppasta,:
gr. zeeppoeder. 125
zeepvlokken, 250
zelfwerkende waschrr
delen. 200 gr. vloeib
zeep of 600 gr. was
poeder.
SCHEERZEEP ENZ.
BON K (Textielkai
T.m. 31 Aug.: 50 gr.
PETROLEUM.
Periode 10. T.m. 15 Ji
2 L.
HONDENBROOD.
BON 14. T.m. 30 Jt
Groep 1 en 2: 10 Kg;
3: 8 Kg; Gr. 4: 5 Kg;
5: 4 Kg; Gr. 6: 3 Kg.
BARNEVELD. Pluimveemarkt. Oude kippen f2.75—f4
Oude hanen f 2,25—f 3.75. Jonge hanen f 10.50—f 1,25. N.H.
Blauwen per K.G. f .350—i 4,75. Jonge hennen f2,50— f3,50.
Dtiiven, per paar f 55—f 85. Tamme eenden f 1.40—f 1.95.
Ganzen f 6—f 8. Kalkoenen per K.G. f 7,50—f 12,50. Tamme
konijnen f8—f 15. Wilde konijnen f 1.25—f 1,50. Piepkui
kens f 10—f25. Aanvoer 4800. Handel stug.
Eiermarkt. Witte eieren 105 per K.G. Eendeneieren f 7.
Aanvoer 192.000. Handel vlug.
Veemarkt. Zeugen f 125-^f 190. Biggen f 14—f 20. Nuchtere
kalveren f 10—f 22. Aanvoer 130. Handel redelijk.
Pleidooi voor zwemmen op school.
Circulaire aan de gemeentebesturen.
De secretaris-generaal van het departement
van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming
heeft aan de gemeentebesturen de volgende cir
culaire gezonden betreffende het zwemonderwijs:
„In een land als het onze moet iedereen kunnen
zwemmen. Zou deze stelling reeds voldoende zijn,
het zwemmen voor ieder-Nederlandsch schoolkind
verplicht te stellen, uit meer dan een ander motief
blijkt de wenschelijkheid van het beoefenen der
zwemkunst. Ik denk aan de groote hygiënische
waarde van de alzijdige zwembeweging, de heil
zame werking- van zon en water op het menschelijk
lichaam; verder aan het versterken van karakter
eigenschappen als zelfvertrouwen, wilskracht, rein-
heidsgevoel en'saamhoorigheid.
Het zou mij niet moeilijk vallen nog meer mo
tieven ten gunste van het zwemmen aan te voeren.
Indien het dan ook practisch uitvoerbaar zou zijn,
het zweirunen voor de leerlingen der lagere scholen
verplicht voor te schrijven, zou ik daartoe ter
stond overgaan. Echter ontbreekt deze mogelijk
heid o.m. door gebrek aan voldoende zwemgelegen-
heden. Niettemin is met de bestaande gelegenheden
meer te bereiken, dan er thans mede wordt bereikt-
In vele gevallen is het mogelijk, thans reeds met
het geven van zwemonderwijs in de hoogere leer
jaren (zesde en hoogere) van de lagere school een
begin te maken. Het zwemmen behoort als een on
derdeel van het vak lichamelijke oefening te worden
aangemerkt en kan in klassikaal verband worden
beoefend.
Ik zou het op prijs stellen, indien uw college
deze aangelegenheid met voortvarendheid ter hand
zou willen nemen. Ik verzoek u daarbij contact te
zoeken met de in uw gemeente gevestigde bijzondere
scholen en de besturen van de semi-gcmeentelijke
en particuliere zwemgelegenheden, opdat een zoo
ruim mogelijke samenwerking worde verkregen.
Eveneens is bij de uitvoering van bovenbedoelde
overleg noodzakelijk met den inspecteur voor de
lichamelijke opvoeding en den inspecteur van het
Lager Onderwijs in uw (Hoofd)-inspectie.
Indien tengevolge van het ontbreken van vol
doende zwemgelegenheden in uw gemeente het be
oefenen van de zwemkunst niet aanstonds moge
lijk is, zal ik het op prijs stellen, indien naar een
speciale spoedige oplossing van dit vraagstuk
wordt gezocht, opdat in de toekomst ook in uw
gemeente het zwemonderwijs behoorlijk kan wor
den onderwezen".
Voor de Kinderen
(Tcekenlngen H. Kannegietcr).
EEN IMITATIE TEDDY-TRIX.
Hij pakt Trix eerst bij de ooren. Sapperloot,
die hond is nat. Heeft hij in een sloot ge
legen? Vast en zeker is er wat. Brr, hoe
glibberig cn vettig voelt dat beest vprf boven
aan. „Vort hond, zul je nu verdwijnen.
Hola, uit die stoel vandaan!"
Geen beweging in te krijgen, niet met roe
pen, noch met slaan. Karei wil nu wel eens
weten: waar komt al dat vocht vandaan?
'Met zijn beide handen duwend, krijgt hu 't
beest nóg niet op zij. Tja, dan moet het
ernstig wezen, daar moet vast een dokter bij
OFFIC1EELE PUBLICATIE VAN DEN GEMACH1
VOOR DE PRIJZEN.
VASTGESTELDE MAXIMUMPRIJZEN.
Bericht No. 9.
De volgende prijzen mogen ten hoogste aan het pi
In rekening worden gebracht:
ANSJOVIS:
Flacons inhoudende 10 stuks
Flacons inhoudende 15 stuks
Flacons inhoudende 20 stuks
Flacons Inhoudende 25 stuks
Flacons Inhoudende 40 stuks
Ketilsche potten, inhoudende 100 stuks
l/l blikken, inhoudende 4 kg. netto
1/2 blikken, Inhoudende 2 kg. netto
1.4 blikken, Inhoudende l kg. netto
1/1 blikken, inhoudende 3 3/4 kg. netto
1/2 blikken, inhoudende 17/8 kg. netto
1/4 blikken. Inhoudende 15/16 kg. netto
ANSJOVISPASTEI IN TUBEN:
Ansjovispastei 1/1 tuben (ca. 65 gr.)
Ansjovispastei 1/2 tuben (ca. 32 gr.)
vermengd met andere visch,
z.g.n. ansjovispastei:
1/1 tuben (ca. 65 gr.)
1/2 tuben (ca 32 gr.)
ANSJOVISFILETS:
1/1 blikken 3 3/4 kg. netto
1/2 blikken 17/8 kg. netto
1/4 blikken l kg. netto
1/8 blikken 1/2 kg. netto
1/1 potjes 0,35 kg. netto
1/1 potjes 0,20 kg. netto
Filets in fust per 1/2 kg. (los uitgewogen)
In al deze prüzen is de omzetbelasting inhegrop
HET VRAGEN VAN HOOGERE PRIJZEN IS STRAFE
BEWAAR DEZE OPGAVE EN GEBRUIK HAAI
Nieuwe opgaven kunnen de vroegere ongeldig mal
(Adv. Ingez. Me
EXAMENS,
ACADEMISCHE OPLEIDI
Geslaagd aan de universiteit van Amsterdam
met cand. ex. rechten de heer J. W. Roodenbooj
Geslaagd aan de Technische Hoogeschool te
voor het prodaedeutisch examen voor scheepsb
kundig ingenieur H. R. Verbeek, te Velsen.
DEPARTEMENT VAN VOLKSVOORLICHTINI
EN KUNSTEN.
Bij het departement van volksvoorlichting en kunstw
benoemd:
met ingang van 1 Januari 1941 Jan Goverts
nistrateur in lijdelijken dienst; met ingang van 15 Js
1941 w. de Groot tot hoofdcommies in vasten dienj
A. Th. Neering tot commies in vasten dienst; r
van 1 Februari 1941 jhr. mr. S. M. S. de Ranitz tot
rendaris in vasten dienst; L. J. H. P. Feun tot ad;
commies 4n vasten dienst; E. Th. Vosveld tot ad;
commies In vasten dienst; met ingang van 1 Maart
H. Melsert tot adjunct-commies in vasten dienst;
ingang van 20 Maart 1941 J. de KloTh tot administr
In vasten dienst; met ingang van 24 Maart 1941 A. N.
Klugt tot hoofd-commies in vasten dienst; met ii
van 1 April 1941; Alb. J. Richel tot hoofd-commit
vasten dienst; H. P. Callcnfels tot commies in
dienst: H. F. Roessingh tot commies in vasten dien
D. J. Stroowinder tot schrijver 1ste klas in vasten d
met ingang van 14 April 1941 H. A. Goedhart tot
commies in vasten dienst; met ingang van 25 Apri
Wouter B. D. Hulstijn tot adminstrateur in vasten d
met Ingang van 1 Mei 1941 J. A. M. v. Anrooy tot re!
daris in vasten dienst; dr. M. C. Ier Weer tot hoofd
mies in vasten dienst; F. C. A. Wiesenhaan tot h
commies in vasten dienst; C. G. M. Mahler tot ad]
commies in vasten dienst;
met ingang van 1 Juni 1941 J. J. W. Hoogendooi
hoofd-commies; met ingang van 1 Augustus 1941
v. Ham tot administrateur in vasten dienst.
OVERDRACHT GRAFMONUMENT
DS. CREUTZBERG.
Donderdagavond heeft op de begraafplaats
Eik en Duinen te 's-Gvavenhage de overdracht pi
gehad van een gedenkteeken op.het graf van ds,
W. Creutzberg, in leven predikant van de Duino
kerk aldaar.
JUBILEUM BIJ DE N.V. STORK HIJSCH
De heer A. E. J. Koning, Brandtstraat
Haarlem, hoopt Zaterdag 7 Juni den dag te her
ken, dat hij veertig jaar geleden in dienst kwan
de Werf Conrad. Dit duurde tot 1 Augustus
Na de fusie tusschen de Werf Conrad en de
Storck Hijsch bleef de heer Koning, die werkmei
van de mechanische afdeeling is, hier werkzaam
MARINUS BERTRAM.
(Nadruk verboden)
lfl)
„Ralph ging staan in zijn stijgbeugels en wierp een
scherpen blik naar den horizon, die in het Oosten
begon te verbleeken.
„Er is nog tijd", mompelde hij. „het kopje is niet
ver meer en de Zoeloe's zullen niet aanvallen, voor
het meer licht is geworden."
„Nu-moest hij weer een lange helling omlaag rijden,
want aan den voet der bergen lag het land nog in
zachte golvingen van heuvel en dal. Hij bereikte den
top van den heuvel, begon de andere helling af te da
len enwas. vóórdat hij het goed had gezien en
begrepen, midden door een Zoeloe-bende gereden, die
in drievoudige linie zwijgend en behoedzaam voort-
marcheerde. Zij uitten kreten van verbazing, doch in
een oogwenk was dc schimmel reeds buiten bereik van
hun speren en Ralph's hart was vol dankbaarheid,
want nu waande hij zich buiten gevaar.
Doch Ralph keek scherp uit cn ja, daar waren de
Zoeloe's vóór hem en achter hem en links cn rechts.
Overal kwamen de Zoeloe's opzetten in snellen pas
van alle zijden naderend en roepend: „Bulala umlun-
gu" (doodt den blanken man).
„De Zoeloe's kwamen hem nu reeds in groepjes te
gemoet en zij waren reeds zoo dicht bij hem, dat de
schimmel nauwelijks tijd had, om in vaart te komen,
voordat hij de kaffers had bereikt. Toen de vijanden
binnen tien yards waren, nam Ralph het geweer in de
eene hand en vuurde; het schot doodde een der Zoe
loe's. Toen wierp hij het geweer weg, daar het nu toch
niet meer van dienst kon zijn.
„Nu waren man en paard tusschen de Zoeloe's en
ploegden door hun steeds aangroeiende rijen, terwijl
de zwarten naar links en rechts ter zijde werden ge
worpen, zooals een schip doet, dat het water door
klieft.
Ach, een steek als met een gloeiend ijzer een
assegaai zat in Ralph's linker schouder en bleef in de
wonde steken. Nog lager boog hij zich, tot zijn hoofd
haast verborgen was in de vliegende manen van het
paard, doch nu grepen zwarte handen teugel en stijg
beugels en langzaam, maar zeker, verloor het groote
dier zijn snelheid, om eindelijk stil te moeten houden.
Een groote Zoeloe stale het paard een assegaai mid
den in de borst en Ralph hijgde: „Nu is alles voorbij".
Doch alles was nog niet voorbij, want de snerpen
de pijn van de wonde in zijn borst voelend, werd de
schimmel plotseling dol. Hij uitte een doordringenden
kreet, zooals alleen een paard in doodsnood dat kan
en zijn ooren naar achteren leggend, tot zijn kop bijna
op een wolfskop geleek, richfte hij ztch op de achter-
pooten op en sloeg met dc voorpooten omlaag, sche
dels en lichamen der Zoeloe's brekend en verplette
rend. Dan kwam hij weer op vier pooten neer cn
vloog met geopenden bek en onder een tweeden gil
lenden schreeuw, op den Zoeloe los, die hem had
gestoken; de lange witte tanden van het dier grepen
den man in zijn zijde, boven de heup. en zoo, met den
gillenden man tusschen de tanden, vloog de schimmel
voort, den Zoeloe heen en weer schuddend, zooals
'n fox-terrier 'n rat schudt.
„Ja, hij schubde den man heen en weer, tot de
man stervend op den grond viel. Weer opende het
razende dier den muil cn vloog op een anderen kaf
fer aan. maar deze wachtte niet zoo lang geen
enkele kaffer wachtte meer. In die dagen was een
paard voor de Zoeloe's nog een verschrikkelijk beest,
waartegenover zij, hoe dapper overigens, niet durfden
stand houden.
„Het is een duivel en toovenaars berijden hem"
schreeuwen zij, links en rechts baanmakend en vluch
tend voor het razende dier.
„Zij waren er door heen! Achter hen klonk het dol
geschreeuw der Zoeloeberide, maar zij waren er door
heen, hoewel een breede speer in Ralph's schouder
stak cn een andere in de borst van den schimmel zat.
„Geen twee mijlen verder lag het wit-getopte kopje:
„Het paard zal sterven" dacht Ralph. En inderdaad,
de schimmel was zijn dood nabij. Maar in heel zijn
leven had de schimmel nog niet zóó snel geraasd, als
hij nu deed over het open veld, dat tusschen de zoeloe
bende en het kopje lag. Langzaam, maar zeker drong
de assegaai in de levensorganen van het reusachtige
dier door, maar met vooruitgestrekten nek rende hij
verder en verder met de vaart van een renpaard.
„De Boeren in het kamp waren thans wakker; het
geluid van 't schot en de kreten der Zoeloe's hadden
hen gewekt. Half gekleed, stonden zij nu, mannen en
vrouwen, op de wagenbokken, speurend naar het
Westen. Langzaam brak het daglicht door en nu zagen
zij een schouwspel, zooals zij nog nooit hadden ge
zien. Daar naderde een paard met duizelingwekkende
snelheid en donderende hoefslagen; bloed droop uit
zijn bek, uit zijn flanken, uit zijn borst vooral, het
schuim vloog om den mond en de oogen puilden uit.
En op den rug van dat dier zat een man. met een asse
gaai in den schouder.
„Het paard zal dadelijk neervallen en ik zal dood
gedrukt worden" dacht Ralph. En als het paard ge
storven ware onder zijn dollen rit, dan zoude de be
rijder inderdaad onder zijn gewicht verpletterd zijn
geworden. Doch het kwam anders. Op eenigen af
stand van het kamp gekomen, begon de schimmel
plotseling te zwaaien en te struikelen; toen, na drie
groote sprongen, bleef hij stokstijf staan, keek met
treurige, bloedbeloopen oogen om zich heen en hin
nikte zacht, alsof hij een stem hoorde, welke hij kende
en lief had.
„Ralph liet zich snel uit het zadel glijden en
wachtte.
„Gedurende een oogenblik stond de schimmel daar,
den kop diep op den grond gebogen, tot een bloedig
schuim op den bek kwam en het bloed uit de oogen
en ooren stroomde. Toen, voor de laatste maal, krom
de hij den fieren nek en schudde hij de manen; dan
hoog op steigerend zooals hij had gedaan, toen hij met
zijn hoeven de kaffers verpletterde, sloeg hij met de
voorpooten door de lucht en stortte achterover neer,
om zich niet meer te bewegen.
„Ja, ja, de Boeren sloegen de Zoeloe-impl terug,
maar Ralph kon geen aandeel nemen in den strijd.
De Boeren sloegen de Zoeloe's met zware verliezen
af, want zij hadden hun wagens als borstwering voor
zich het hooge kopje -achter zich en de rivier aan de
eene zijde, zoodat zij in een gunstige positie waren.
„Doch er waren velen in dien verschrikkelijken
nacht, tot wier redding geen schimmel een rit op
leven en dood deed. Ach, God, zes honderd mannen
en vrouwen, jongelingen en meisjes en kleine kinde
ren, zeshonderd vielen onder de moordende Zoeloe
speren in dien rooden dageraad. Zes honderd van
onze broeders en zusters werden vermoord dien mor
gen!
„Heet die plek niet „Wecnen" sinds dien noodlotti-
gen dag?
„Wij hebben hen gewroken in den slag bij de Paal-
rivier, zeker, maar kon die straf ons de dierbare
levens teruggeven, die het den Heer had behaagd van
ons weg te nemen?"
Albert lag het allemaal met gloeiende wangen
Zouden zulke feiten nóg mogelijk zijn als er weer
eens zooals zeer waarschijnlijk leek een strijd
met de inboorlingen zou uitbarsten?
De waarschuwing van sergeant Woudstra scheen
hem wel wat voorbarig toe. Er waren geruchten, af
en toe enkele woelingen, maar er gebeurde toch niets,
dat van Oordt er toe brengen kon het hotel te ver
laten.
En al dien tijd bleef Albert maar in het „Berg-
hotel". Hij had geen bepaalde bedoelingen met zijn
verblijf in dit verlaten oord; hij had heelemaal geen
plannen, zoodat hij hier net zoo goed kon blijven als
ergens anders. En hij was belang gaan stellen in dien
man, die zoo op hem leek. Ja, had zich zelfs op een
eigenaardige manier aan hem gehecht.
Sergeant Woudstra besloot de twee mannen in 't oog
te houden, want dat zij een of ander natuurlijk on
wettig plan voorbereidden, stond voor hem als een
paal boven water. En daar hij niet wist dat er tus
schen van Oordt en Ndabamatoba een breuk ontstaan
was, besloot hij ook dezen heer in de gaten te houden,
Woudstra twijfelde er geen oogenblik aan of de
beide mannen waren broers. De paar keer. dat hij
daartoe in de gelegenheid was, sloeg hij ze nauwkeu
rig gade en hij was er van overtuigd, dat hij als
dit noodig was ze uit elkaar zou kunnen kennen;
tenminste bij helder licht.
Celine was er In geslaagd het verschil tusschen de
twee mannen onder woorden te brengen.
Ik heb jullie goed bestudeerd. Karei ziet er
uit enen
Meer vastberaden, meer gehard, vulde Albert
toen ze even naar een juiste omschrijving zoch
dat het niet? Bij hem vergeleken ben ik nog maar
broekje.
U hebt anders niet veel van een broekje,
ze. Maar er is een verschil.
Van Oordt zei niets, maar de opmerking had pro
invloed op een plan. dat sinds eenigen tijd in
brein gerijpt was.
De twee mannen waren werkelijk vrienden ge
den op deze verlaten plaats.
Deze uitgestootene had nog eer> kant aan zijn
rakter, waarmee maar zeer weinig menschen k«
hadden gemaakt; dat hij in staat was een oprf
vrinedschap te voelen, en die voelde hij voor zijn
Toen op zekeren dag AlberJ van betalen spra)
eigenaardig genoeg had hij een zekeren schroom
ten overwinnen, voor hij hier over durfde begin
had van Oordt bruusk geantwoord:
Spreek me daar niet van, van Duyven. Tk
er niet over voor jou een rekening te schrijven
zijn vrienden en ik ben blij geweest, dat er hier
iemand kwam.
Dat vind ik heel aardig van je, dat je dat
zegt, maar die hotelhoudcrij is nu eenmaal
broodwinning en zaken zijn zaken.
Niet altijd. In elk geval niét tusschen óns
ben nog wel in staat een vriend te logeeren te het
zonder hem een rekening te presenteeren Je
hier, zoolang als je wilt. Hoe langer je blijft, hoe
ver het mij is. Ik ben alleen maar bang, dat we
geen van allen meer heel lang zullen zijn.
O, ahdat, hc? vroeg Albert, die wel bcgi
wat van Oordt met deze laatste woorden bedoi
De ander knikte bevestigend. Ik heb een span n
dieren, vertelde hij, die als de weerlicht kunnen
pen. Zooals je ook wel gemerkt zal hebben, heb
de laatste dagen 's ochtends vroeg even getraind,
het zoover is, dan zullen ze ons met een reuzenv
naar Emvati brengen. Ik wacht nog maar op ffl
bericht, maar dat kan elk oogenblik komen.
(Wordt vervolg'