OORLOGSSCHADE Twee milliard gulden Mlmscfixuua L_: Zevende Uitvoering. m UwRadio defect? Jiott 'llieuiüs De beeldhouwers uit Kennemerland A 1 1 ZSTERDS'G 7 JUNI 1941 8 Bp J4 Heinz Riihmaun in „Bruidegom in angst". Frans Hals MUZIEK Heinz Rühmann (foto Ufa) Luxor In Luxor draait deze weekeen film van Heinz Rühmann, zoodat we al bij voorbaat weten, dat er gelachen zal worden. En dit wordt er dan ook. De heele film bestaat uit een aaneenschakeling van de dolste situaties, zooals we die alleen van Heinz kun nen verwachten. Om te beginnen wordt hij op het eerste gezicht verliefd op een meisje in een autobus, ?n vraagt haar maar par does ten huwelijk, als de gorilla-achtige Piepa hem een pak slaag dreigt te geven. Op den ochtend voor zijn huwelijk ver slindt zijn paard de hoed van een dame, die er met een officier van door is, en niet zonder hoofddeksel voor haar eigenlijken man durft verschijnen. De officier blijft dan verder den geheelen dag Heinz Rühmann achtervolgen om een nieuwen hoed, en de bruiloftspartij wordt danig in de war gestuurd. De bruidegom rent telkens weg, de bruid wordt steeds wanhopiger en de gorilla-schoonvader steeds woeden der. Na een aantal dolle situaties in een hoedenwin kel, het stadhuis en elders, verzeilt het heele gezel schap in het huis van een barones, waar de bruigom voor een beroemd zanger wordt aangezien, en een aria ten beste moet geven. Aan het eind ontstaat zoo'n warboel van zotheden, dat het een wonder schijnt, wanneer wij Heinz weer met zijn bruid vereenigd sien. Het voorprogramma geeft interessant oorlogsnieuws «n een uiterst leerzame film over de bewerking var wollen lompen tot weer goede bijna nieuwe weefsels. Lilian Harvey in „Luchtkasteelen" Landesgericht. Lilian Harvey, die we in langen tijd niet gezien hebben, blijft hetzelfde jonge, gracieuse figuurtje, met hetzelfde zachte kinderlijke gezichtje, waar ze de harten van haar publiek steeds mee hee£t gestolen. Haar loopen, haar dansen, haar geheele wezentje is muziek. In „Luchtkasteelen is ze een sprookje in een sprookje. Haar sprookjesprins is Vittorio de Sica, de goede fee, in dit geval een rijke Amerikaan, is Otto Tressier en de lakei van den sprookjes prins is Fritz Odemar. Deze drie mannen maken het driedaagsche reisje, dat Lilian in letterlijken zin toegeworpen is, tot een droom, waaruit het ont waken voor Lilian een tragedie dreigt te worden. Gelukkig blijft het bij de dreiging, want na eenige moeilijke dagen breekt het zonnetje weer door. storm is voorbijgegaan en, zooals sprookjes uit onzen kindertijd altijd eindigdenze leefden lang en ge lukkig met elkaar. De sfeer in deze film is heel gelukkig getroffen en er zijn tal van alleraardigste soms geestige vondsten. Lilian's bezoek met haar sprookjesprins aan een oud familieslot, waar een van de z.g. voorvaderen van den prins, geleefd en gefeest heeft, is daar een voor beeld van. Door Lilian's verbeelding gaan we een feestmaal bijwonen in het voorvaderlijk slot in de zestiende of zeventiende eeuw en als ze bezwaren heeft tegen de tafelmanieren van deze edelen en hun tafeldames, dan stappen we over een paar eeuwen heen en vieren een feest aan het Fransche hof ten tijde van Madame Dubarry. In dien korten tijd, dat de film duurt, zijn we van Weenen naar Italië gereisd, dan naar Frankrijk en komen ten slotte naar Weenen terug om getuige te zijn van het jonge geluk van Lilian en haar violist. Met de melodie van het zoo gemakkelijk aanspre kend liedje, dat Lilian het geluk» toezingt, gaan we afloop tevreden huiswaarts. Tevreden met Lilian, tevreden met de film en tevreden met de geheele be zetting der rollen. Als mannen op reis gaan. Ludwig Gruber moet voor zaken er met den wagen op uit en nu ja, als een man op reis gaat en toevallig een paar aardige meisjes ontmoet dan geeft dat aan leiding tot jaloezie bij de echtgenoote en vaak pijn lijke situaties voor den man. Zoo ook hier; Ludwig ontmoet een paar dames die pech hebben met hun auto Rembrandt D. III 88. Een interessante film. en aangezien de 'wagen niet dienzelfden avond ge repareerd kan worden, moeten zij in een hotelle tje overnachten en Lud wig besluit hen daar gezelschap te houden en den volgenden dag naar Berlijn door te reizen. Natuur lijk %'olgen er dan dwaze scènes en de moeder van Lotte Haas wil niet gelooven dat alles puur toeval Tot overmaat van ramp heeft Gruber zich ook •oor een zekeren Haas uitgegeven en er zijn nog meer jersonen in deze rolprent die naar den naam Haas uisteren. Het is een alleraardigste film vol dwaasheid vergissingen met goed spel van de hoofdpersonen. Het is in de eerste plaats Georg Alexander die zeer komisch is in de rol van Gruber. Daarnaast vervullen Lisolette Klinger en Else Elster de vrouwelijke hoofdrollen. Een film zonder eenige pretentie, men zich amuseert. NOTARIS WET OVERTREDEN. De Hooge Raad heeft uitspraak gedaan in cassatieberoep van een notaris te Aardenburg, door de rechtbank *e Middelburg is veroordeeld tot geldboete van f 5 wegens overtreding van de wet op het notarisambt, namelijk als notaris een door hem opgemaakte akte niet doen inhouden de voornamen an ieder der verschenen partijen. De Hooge Raad heeft het beroep verworpen. Klaar voor het vertrek. (Foto Tobis) D III 88 is de naam van een oud Duitsch gevechts vliegtuig uit den wereldoorlog, een toestel met een roemrijk verleden. Het staat in de hangars te mid den van zijn moderne broeders en niemand is er die denkt dat de bejaarde tweedekker ooit nog eens actie zal komen. Toch is er nog een groote taak voor hem weggelegd en die taak vervult de D III 88 op weergalooze wijze. Als tijdens manoeuvres een water vliegtuig zoek raakt, is het de D III 88, bestuurd door den ouden „Ober- werkmeister" Bonicke (Otto Wernicke) die het verloren toestel opspoort en daarmede twee jonge menschenlevens van den dood redt. Het is tevens de laatste daad van de D III 88, want het vliegtuig keert niet van deze vlucht terug, evenmin als zijn moedige bestuurders. De hierboven beschreven episode vormt het slot van de film, die een indruk geeft van het wezen van de Duitsche luchtmacht en de opleiding der jonge vliegers. De leidende gedachte is deze: wie dient bij de luchtmacht moet zich met zijn geheele persoon voor dit wapen geven; de vliegtuigbemanning moet één geheel vormen, eventueele persoonlijke kwesties Uit de film D III 88 (Foto Tobis) kunnen in de cabine niet geduld worden. De film, die voor den huidige» oorlog speelt, laat zien wat voor gevolgen oneenigheid kan hebben, maar zij toont tevens dat de ware vliegersgeest tenslotte toch zege viert. Het conflict tusschen twee jonge piloten die aan het begin van hun carrière staan en dus nog veel te leeren hebben van hetzelfde toestel en de wijze waarop zij zich te rechter tijd verzoenen is in drukwekkend en boeiend weergegeven, maar het al lermooiste van de film blijft toch de figuur van den ouden Bonicke. het toonbeeld van trouw en toewijding aan zijn werk. De man. die op zijn post blijft, zijn plicht doet en meer dan datl Ook door de imposante opnamen van de lucht- en ylootmanoeuvres is deze film waard gezien te worden STRAATPREDIKING. Heden (Zaterdag)avond van 8 15—9 uur zal er op het Pietoriaplem in Haarlem (Noord) een straatprediking worden gehouden door de Gerefor meerde Evangeliesatie. Spreker is de heer J. van Mourik. Medewerking wordt verleend door het Evangelisatie-Zangkoor „Haarlem-Noord". Heemsteedsch Chr. Gemengd Koor Heemsteedsch Chr. Gemengd Koor werd in Oct. 1934 opgericht en bestaat dus nu bijna 7 jaar, In die jaren is zijn getalsterkte niet veel gegroeid, zijn prestatie vermogen daarentegen zeer toegenomen. De Vrijdag avond in de Geref. Kerk aan de Koediefslaan gegeven 7de uitvoering bewees dat: met succes kon het koor zich aan de vertolking van een Cantate van Bach cn Psalm 112 van Handel wagen. Wel was het eenigszins jammer dat de dirigent Zwaan ditmaal niet de be schikking had over een orkest voor de begeleiding dezer werken, doch we moeten erkennen dat hij be zwaarlijk een betere vervanging voor dat orkest had kunnen vinden dan de pianiste Bets Nederkoorn, want deze speelde zóó intelligent, zóó vol van treffende dynamische en agogische schakeeringen, dat zulk een begeleiding voorzeker tc prcfereeren was boven die van een niet zeer uitstekend instrumentaal ensemble. De bedoelde Cantate van Bach was no. 73, „Hen- wie du willt". Ze begint met een geniale samenvlech ting van een koraalfantasie met drie min of meer recitativisch gehouden solo's, resp. voor tenor, bas en sopraan. Een zeer gevoelige, muzikaal levendig ge- illustreerde tenoraria, een recitatief en aria voor bas en een slotkoraal vormen de overige deelen. Het koor volbracht zijn taak goed; de tenor Peter Andrea en de bas George Spijkstra zongen zuiver de toonvor- ming van den eerste, de uitspraak van den tweede zijn nog voor verbetering vatbaar en de sopraan Kittv Nederkoorn, al scheen zij nog niet zoo volledig dedisponeerd als later in Handel's Psalm overtrof beiden verre, zoodat de uitvoering der Cantate over 't geheel genomen zeer verdienstelijk genoemd mocht worden. Psalm 112 van Handel is in hoofdzaak een Cantate voor solo-sopraan en wel een zeer moeilijke, die veel colorateur en echo-effecten bevat. Kitty Nederkoorn zong die schitterend, met glanzend stemgeluid en vol komen zuivere intonaties. 1-Iet was een lust naar haar zang te luisteren. Maar ook het koor deed veel goeds, vooral in no. 3 („A solis ortu") en no. 8 („Gloria Patris") waar het den solozang met staecato-accoor- den begeleidt. Een eervolle vermelding verdient voorts de mooie, zuivere en gevoelige vertolking der obligate fluitpartij in no. 2 (..Sit nomen Domini") door Lyda Lürsen. Deze Psalm 112 is een werk uit Handei's jeugd en stelt de geniale begaafdheid van den jon gen componist in een helder licht. De frissche ge dachten zijn er met meesterhand in uitgewerkt; alleen no. 6 de sopraansolo „Suscitans a terra" lijkt wat ge rekt. De uitvoering dezer koornummers was een schitte rend pleidooi voor de bekwaamheid van den dirigent Jac. Zwaan. Als organist liet Zwaan zich hooren in het Koraalvoorspel „Unser Vater" en het Praeludium in b. kl. t. van Bach dit laatste iets te wisselend en onrustig van tempo als dirigent leidde hij nog een door het koor gezongen Geestelijk Lied van Bach. En de bas George Spijkstra zong nog een Aria uit Handei's „Der Messias": zuiver, doch met weinig pressieve kracht. Met toepasselijke woorden van den predikant Ds. Dondorp, gebed en gemeenschappelijken zang werd deze wel geslaagde uitvoering geopend en besloten. K. DE JONG. maar waarmee Eervol ontslag Commissarissen van Politie. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van Justitie is aan W. F. O. van der Drift eervol ontslag verleend als commissaris van politie te Kampen; aan J. H. G. van den Berg als commissaris van politie te Sneek en als com missaris van rijkspolitie en aan P. J. E. Snippe eervol onfslag als commissaris van politie te Rot terdam met ingang van 1 Juni 1941. Bel op 14609 RADIO-MOORS N.V. KRUISSTRAAT 38 VAN OUDS BEKEND (Adv. Inge- Med.t Onderlinge Verzekering F|jl Maatschappij GEVESTIGD TE S-GRAVENHAGE A A. B BÖCKER. Mi. I. 1 MONTUN f. E. EVERS Het in onze gezamenlijke afdeelingen verzekerd kapitaal is thans gestegen tot Wij mogen dit toeschrijven aan ons systeem, waarbij een voor zichtig evenwicht is betracht tusschen het door verzekerden te brengen offer en een practische schaderegeling, welke op een te verleenen Rijksbijdrage vooruitloopt en deze aanvult. Speciale aandacht wordt thans gevraagd voor onze nieuwe afdeeling G., waarin gelden, geldswaardige papieren en kost baarheden tegen molest verzekerd kunnen worden. Vraagt inlichtingen aan Uw ASSURANTIE-BEZORGER igave L igaven suistrac enst 3a ilefoon. 500, Dr 1825 So IV ize cor Hvoor ugen. tcgcr lleter lijk bl ikte oc ;rloeIde zag n ren is I reeds 1je rs In d snel g agiers in de de rij hun i eial w meeste aanziei wacht na nog ia volf den ■ente t de m is t Pe ri 2 ster stigin rtrekc (Adv. Ingez. Med.) vesti nlanc Vrijdagmorgen is de vierjarige J. van den Akker, die sinds Donderdag te Overschie werd vermist, uit het Schïekanaal bij Overschie leven loos opgehaald. Het lijkje js naar de ouderlijke woning vervoerd. Dezer dagen vervoegde zich bij de politie te Ede een man, die mededeelde, dat hem te Eder- veen door een uit Nijkerkerveen afkomstigen man 400 KG frauduleus geslacht vleesch was aangeboden tegen den prijs van 1600 gulden. Twee agenten hebben op aanwijzing van dezen man het vleesch in beslag genomen en den eigenaar gearresteerd. Het vleesch was bedorven. Nutsspaarbank tc Haarlem. Verslag over 1940. Het verslag over 1940 van de Nutsspaarbank te Haarlem vermeldt o.m. het volgende: „Het uitbreken van den oorlog heeft onze volks gemeenschap in al haar geledingen en al haar func ties geschokt. Onbekendheid met het ergste van alle kwaden, die een volk kunnen treffen, veroorzaakte aanvankelijk een verwarring, die niemand meer kon verontrusten dan die categorie van spaarders, die met zorg en opoffering kleine sommen hebben bijeengebracht voor een bestemming, waarop hun toekomst ten deele is gebouwd. Duidelijk komt dit uit in het verloop van de resultaten. Tnleg. Het aantal posten van inleg was 39811 te gen 61405 in 1939. Het gemiddelde bedrag was f 102.87 tegen f 86.82 in het vorige jaar, zoodat het vooral de kleinere inlegposten zijn, die uitbleven. Dit wordt bevestigd door de resultaten van den ophaaldienst, die de zeer kleine inlagen betreft. Het aantal opgehaalde posten daalde tot 56703 (vo rig jaar 70115) en het gemiddelde bedrag tot f 2.07 (vorig jaar f 2.26). Ook de vermindering van het aantal ten gebruike gegeven busjes tot 3266 (vo rig jaar 3766) en van het in de busjes gespaarde bedrag tot f 43.791.— (vorig jaar f 67.404.—) wijst in deze richting. Het bedrag der inlagen was het laagste van de bedragen, die in de laatste tien jaren zijn ingelegd. Onder de gegeven omstandigheden was het met een totaal van f 4.213.021.— (vorig jaar f 5.332.206) toch niet onbevredigend. Het aantal nieuwe inleg gers was eveneens lager dan in de laatste tien ja ren is voorgekomen; het aantal 2004 (vorig jaar 2891) is in verhouding tot den omvang der Spaar bank echter evenmin onbevredigend. Terug betaling. Het aantal terugbetalingen be droeg 81815 (vorig jaar 77724). Opmerking ver dient het, dat op vele boekjes een klein saldo werd in het Frans Halsmuseum. In mijn verslag over een eersten rondgang op deze tentoonstelling is een woorddeeltje weggeval len, waardoor er iets is komen te staan dat heel vreemd aandoet en ook niet zoo door mij geschre ven is. Over den beeldhouwer Van Reyn staat daar, dat deze zich hier meer als portrettist dan als beeld houwer doet kennen. Een „schrille tegenstelling" die ik niet gemaakt heb. Ik schreef namelijk „dan als bouwbeeldhouwer" en de bedoeling zal dan duidelijk zijn. Van Reyn's mooie inzending is dit maal meer picturaal dan architectonisch van ka rakter. De bezoeker ^:al die opmerking trouwens spoedig zelf maken. Wanneer ik thans op het geëxposeerde iets nader inga, dan zou ik met het laatste zaaltje, dat van den dierenplastieker Klinkenberg willen beginnen. Niet alleen omdat diens groep numeriek het uitgebreidst is, doch ook omdat wij zelden in de gelegenheid waren zooveel bijeen te zien, waardoor een alge- meene karakteristiek van dit werk mogelijk wordt. In de eerste plaats dan zal het den beschouwer op vallen, dat dit zich door niets aan hem opdringt. Er gaat van deze dierportretten en typeeringen een rustige beschaving uit, die zich niet vóór het af te beelden of te typeeren dier plaatst, doch zich daar aan ondergeschikt maakt en haar kracht vindt in een scherpe observatie van wat er aan zoo'n dier te beleven valt aan lijn- en vormschoonheid, waar het gaat of staat, in spanning of in rust zich be vindt. Er is in Klinkenberg's dier-beelding iets van een haast gezellige intimiteit, waarin hij met zijn modellen verkeert. Zij zijn hem vertrouwd als goede kameraden en hij vermijdt daardoor misschien den pathos van een romantiker als Barye of de te per soonlijk-eigenzinnige visie hoe geestig ook vaak van modernen als Pompon. Ook styleert hij niet als Mendes of Altorf, of hij doet dat schuchter. Men gevoelt dat voor Klinkenberg het dier in zijn na tuurlijken vorm hoofdzaak blijft en inderdaad is daaraan al genoeg te beleven. Het is dan ook daar door te verklaren dat deze kleine kunstwerken een vlotte waardeering vinden, waarbij nog komt dat de artist ook in de keuze van zijn wisselend materiaal een eenvoudige fijnzinnigheid aan den dag legt. die het werk zeer ten goede komt. Zoo er al eenige vergelijking met werk van anderen noodig is, zou men Klinkenberg's kunst naast die van Tjipke Visser kunnen plaatsen, die eveneens als dierbeelder gewaardeerd is. En dan zou men mis schien den Haarlemmer nog om diens ietwat groo- tere bewegelijkheid, grootere emotionaliteit prijzen. Détailbespreking laat ik hier achterwege: men ga deze dierengalerij. waarvan onze foto slechts een fragmentje geeft, eens rustig bekijken en van deze eenvoudie-ecrlijke kunst genieten Een andere verrassing voor velen zal de groote verzan-.eline baby-teekeningen door Theo van Reyn zijn. Door zijn bekend bouw-plastisch werk, waar van de breed gehouden vormen zich uiteraard niet tot impressionistische fijnzinnigheid leenen, zou men vergeten dat deze artist ook de maker dezer zeer subtiele lijn-schriftuur is, die, scherp en zeker den gevoeligsten omtrek van een kinderkopje neerschrijft. Er gaat een groote charme van deze meest kleine teekeningen uit en het zou ons niet verwonderen als wie van kinderen houdt, ge- ruimen tijd in deze oude huiselijke zaal van ons Museum bleef vertoeven. Hpt is misschien jammer dat van een beeldhou wer als Wenckebach niet iets meer dan deze enkele Don Quichot-kop getoond kon worden. Niet omdat deze hem onvoldoende zou vertegenwoordigen, doch omdat zijn wezen zoovele facetten heeft, die in één werk niet gelijktijdig aanwezig kunnen zijn. Wenckebach's plastieken bezitten, vooral in zijn portretten, iets afzonderlijks, iets dat geheel zijn eigen is. Hij heeft hoe zeldzaam in een beeld houwer! gevoel voor humor, die hij durft te laten gaan omdat hij, zelf chargeerend, niet kren kend wordt maar beminnelijk geestig blijft en tot een glimlach dwingt. Zoo is zelfs het tragische in de figuur van den Ridder van La Mancha hier verzacht door een aarzelende ironie, waarmee Wenckebach zich diens kop gedacht heeft. Maai in andere uitbeelding van menschen liet hij zich nog wel vrijer gaan en zoo zou men hier bijvoor beeld wel eens die portretbuste hebben willen zien, door den artist indertijd van den uitgever Nijhoff gemaakt: een zoo fel-juiste, gevoelige en tegelijker tijd geestige karakteristiek, als ik mij van weinig soortgelijk werk kan herinneren. Mari Andriessen heeft zich met zijn beeld voor het stadhuis van Bergen-op-Zoom natuurlijk eenigszins moeten voegen naar de bestemming er van. Toch behield hij er de hem eigen gratie in, die hem doet behooren tot de verfijnde realistische romantici, zooals hij zich hier in de bekende por tretbuste zijner vrouw openbaart. Die kant van hem is mij persoonlijk het liefste, want ondanks veel waardeering voor détails blijft voor mij die hooge deur voor den Hoogen Raad een moeilijk te verteren brok, een gewild anachronisme, dat als modern werk door de opdracht geforceerd is tot het kruipen in den geest van eeuwen her. Thans leest men geen plastiek meer als een prentenboek. Overigens heb ik voor elk plaatje afzonderlijk niets dan waardeering, maar het geheel laat mij koud Het werk van mej. Nel. Bakema mag men zeker te dezer stede, als bekend veronderstellen. Het is hier vaak reeds waardeerend besproken. Dit geldt ook voor Tjipke Visser's kunst, die hier in zijn wandschotels een nieuwen vorm van zijn sterk talent blijkt gevonden te hebben. J. H. DE BOIS. - aangehouden, een bewijs van het voornemen om het sparen zoodra mogelijk voort te zetten. Het be drag der terugbetalingen was met f 6.597.790.— zelfs iets lager dan dat van het vorig jaar f 6.766.906. De teruggang van het totaal saldotegoed tot f 8.732.204.(vorig jaar f 10.829.985.was dan ook in hoofdzaak te wijten aan het zeer lage be drag van inbreng. Uit den aard der zaak ontstond onder de ver ontruste gemoederen onmiddellijk na het uitbreken van den oorlog een dringend verlangen om het te goed geheel of gedeeltelijk op te nemen. Tijdelijk heeft de Spaarbank in het belang van den goeden gang van zaken en in dat van de inleggers zelf, dit verlangen eenigszins aan banden gelegd. Be trekkelijk spoedig kon echter de beperking worden opgeheven. Het kostte overigens de Spaarbank, die altijd re kening houdt met de mogelijkheid van massale opzeggingen, geen moeite om aan de aanvragen te voldoen. Haar beleggingen stellen haar in staat gelden op te nemen bij de Nederlandsche Bank door beleening van effecten. Op de balans treft men dan ook ditmaal aan een bedrag, uit dien hoofde aan de Nederlandsche Bank verschuldigd. Dit bedrag kan geleidelijk afgelost worden uit rente en aflossingen van de beleggingen en door geleidelijken verkoop van fondsen. Voor een deel zou deze schuld ook kunnen wor den gedelgd uit inlagen, voor zoover zij de terug betalingen overtreffen. De omstandigheden zijn nog niet van dien aard. dat hierop nu reeds mag wor den gerekend. In de eerste 4 maanden van het nieuwe boek jaar is echter de verhouding tusschen inlagen en terugbetalingen gunstiger. Een der motieven tot opvraging toch was de nei ging van vele inleggers om het gespaarde liever zelf te bewaren, een neiging die vele spaarbanken uit ervaring kennen en die dikwijls optreedt als er een donkere wolk aan den maatschappelijken he mel verschijnt. Deze voorkeur heeft zich ook dit maal, echter langer dan gewoonlijk, geuit: als fac tor van beteekenis doet zij zich thans echter waar schijnlijk niet meer voor. Het vertrouwen in de Spaarbank is terecht ongeschokt. Dat nog niet een belangrijk gedeelte van het op genomen bedrag naar de Spaarbank is terugge vloeid. is ten deele gevolg van het feit, dat ver scheidene inleggers voor hun tegoed vaste beleg ging hebben genomen, maar vooral van een andere omstandigheid. Er ontstond nl. een geleidelijk door werkende schaarschte van eerste levensbehoeften. Dit bracht mede, dat spaargeld werd gebruikt voor aankoop van nuttige goederen van allerlei aard. Aangezien hierdoor in toekomstige behoeften werd voorzien, zou mogen worden verwacht, dat ook toe komstige inkomsten meer zouden kunnen worden bestemd voor inleg op de Spaarbank dan anders bij normale omstandigheden het geval zou zijn. Of echter deze ontvVikkeling zal volgen hangt af van de omstandigheid, of in het algemeen de kleine in komens op zich zelf of in hun verhouding tot de kosten van levensonderhoud op een peil zullen bliiven. dat de mogelijkheid van sparen waarborgt. De financieele uitkomst van het bedriif wijst na aftrek van alle bedriifsonkorien een saldo aan vaa p ion 6R2.06 (v. j. f 104.219.27). Na de noodige afschrijvingen op onroerend goed en kantoorinrichting en bijschrijving op de pen sioenrekening, kan een bedrag van f 79.503.56 worden toegevoegd aan de reserve, welke dan f 1.115.503.45 bedraagt. De per 1 Januari 1941 periodiek aftredende com missarissen de heeren L. A. Bouricius, Mr. D. A. E. Immink en Ir. C. Wnlterbeek werden herbenoemd. De leden van het Dagelijksch Bestuur, de heeren J. de Breuk Lzn.. Mr. L. V. Hoog, N. J. Hoeflake en P. W. Peereboom, die ingevolge de bepaling van artikel 5 van het Huishoudelijk Reglement in de maand Mei als zoodanig aftraden, werden her benoemd. bala kleir 1267 vert orhee lem arlerr am. lem, iplaat verg< ruit. •mstt ers, plaal nebi irlen rlen Isen dezi r.öcl- taalt Klinkenberg's werken in liet Frans Hals Museum. (Foto De Haas) 's Avonds in Artis. „Artis" te Amsterdam blijft nu eiken avond van 6 tot 10 uur geopend. Zij, die eens rustig willen genieten van den prach- tigen tijd in zijn volste zomerweelde, van een zitje voor den bloeiende rotstuin of van een wandeling langs grazige gazons en fleurige bloemperken, kunnen er hun hart ophalen. Vergeten we ook de markante boomen niet, de schilderachtige vijvers en kleine waterpartijen. Maar ook het veelsoortige dierenleven laat er zich in de vroege avonduren weer anders en soms van een verrassenden kant bekijken. Vogel-, apen- en reptielenhuis met aangrenzend insectarium blij ven voor bezoekers geopend; verreweg de meeste dieren kunnen nu naar eigen verkiezing buiten blijven. In het bijzonder de vele broedverzorgende vogels aan de vijvers, in de meeuwenduintjes", maar ook verschillende moeders met jongen onder de zoogdieren, de kolossale leeuwen op het Ker- bert-terras, de antilopen, herten en runderen geven allerlei moois en merkwaardigs te beleven. Een zitje op het terrein van het restaurant, uit zicht gevend op de landelijke omgeving van „Artis" aardige kinderboerderij, verschaft in den zonnigen vooravond een genoegen, dat men moet hebben medegemaakt, om het op juiste wijze te kunnen schatten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 10