OORLOGSSCHADE
Twee milliard gulden
Mlmscfixuua
L_:
Zevende Uitvoering.
m
UwRadio defect?
Jiott 'llieuiüs
De beeldhouwers
uit Kennemerland
A 1 1
ZSTERDS'G 7 JUNI 1941
8 Bp J4
Heinz Riihmaun in „Bruidegom in
angst".
Frans Hals
MUZIEK
Heinz Rühmann
(foto Ufa)
Luxor
In Luxor draait deze weekeen film van Heinz
Rühmann, zoodat we al bij voorbaat weten, dat er
gelachen zal worden. En dit wordt er dan ook. De
heele film bestaat uit een aaneenschakeling van de
dolste situaties, zooals we die alleen van Heinz kun
nen verwachten. Om te beginnen wordt hij op het
eerste gezicht verliefd op een meisje in een autobus,
?n vraagt haar maar par
does ten huwelijk, als de
gorilla-achtige Piepa
hem een pak slaag dreigt
te geven. Op den ochtend
voor zijn huwelijk ver
slindt zijn paard de hoed van een dame, die er met
een officier van door is, en niet zonder hoofddeksel
voor haar eigenlijken man durft verschijnen. De
officier blijft dan verder den geheelen dag Heinz
Rühmann achtervolgen om een nieuwen hoed, en de
bruiloftspartij wordt danig in de war gestuurd. De
bruidegom rent telkens weg, de bruid wordt steeds
wanhopiger en de gorilla-schoonvader steeds woeden
der. Na een aantal dolle situaties in een hoedenwin
kel, het stadhuis en elders, verzeilt het heele gezel
schap in het huis van een barones, waar de bruigom
voor een beroemd zanger wordt aangezien, en een aria
ten beste moet geven. Aan het eind ontstaat zoo'n
warboel van zotheden, dat het een wonder schijnt,
wanneer wij Heinz weer met zijn bruid vereenigd
sien.
Het voorprogramma geeft interessant oorlogsnieuws
«n een uiterst leerzame film over de bewerking var
wollen lompen tot weer goede bijna nieuwe weefsels.
Lilian Harvey in „Luchtkasteelen"
Landesgericht.
Lilian Harvey, die we in langen tijd niet gezien
hebben, blijft hetzelfde jonge, gracieuse figuurtje,
met hetzelfde zachte kinderlijke gezichtje, waar ze
de harten van haar publiek steeds mee hee£t gestolen.
Haar loopen, haar dansen, haar geheele wezentje
is muziek. In „Luchtkasteelen is ze een sprookje in
een sprookje. Haar sprookjesprins is Vittorio de
Sica, de goede fee, in dit geval een rijke Amerikaan,
is Otto Tressier en de
lakei van den sprookjes
prins is Fritz Odemar.
Deze drie mannen maken
het driedaagsche reisje,
dat Lilian in letterlijken
zin toegeworpen is, tot een droom, waaruit het ont
waken voor Lilian een tragedie dreigt te worden.
Gelukkig blijft het bij de dreiging, want na eenige
moeilijke dagen breekt het zonnetje weer door.
storm is voorbijgegaan en, zooals sprookjes uit onzen
kindertijd altijd eindigdenze leefden lang en ge
lukkig met elkaar.
De sfeer in deze film is heel gelukkig getroffen en
er zijn tal van alleraardigste soms geestige vondsten.
Lilian's bezoek met haar sprookjesprins aan een oud
familieslot, waar een van de z.g. voorvaderen van
den prins, geleefd en gefeest heeft, is daar een voor
beeld van. Door Lilian's verbeelding gaan we een
feestmaal bijwonen in het voorvaderlijk slot in de
zestiende of zeventiende eeuw en als ze bezwaren
heeft tegen de tafelmanieren van deze edelen en hun
tafeldames, dan stappen we over een paar eeuwen
heen en vieren een feest aan het Fransche hof ten
tijde van Madame Dubarry.
In dien korten tijd, dat de film duurt, zijn we van
Weenen naar Italië gereisd, dan naar Frankrijk en
komen ten slotte naar Weenen terug om getuige te
zijn van het jonge geluk van Lilian en haar violist.
Met de melodie van het zoo gemakkelijk aanspre
kend liedje, dat Lilian het geluk» toezingt, gaan we
afloop tevreden huiswaarts. Tevreden met Lilian,
tevreden met de film en tevreden met de geheele be
zetting der rollen.
Als mannen op reis gaan.
Ludwig Gruber moet voor zaken er met den wagen
op uit en nu ja, als een man op reis gaat en toevallig
een paar aardige meisjes ontmoet dan geeft dat aan
leiding tot jaloezie bij de echtgenoote en vaak pijn
lijke situaties voor den man.
Zoo ook hier; Ludwig ontmoet een paar dames die
pech hebben met hun auto
Rembrandt
D. III 88.
Een interessante film.
en aangezien de 'wagen
niet dienzelfden avond ge
repareerd kan worden,
moeten zij in een hotelle
tje overnachten en Lud
wig besluit hen daar gezelschap te houden en den
volgenden dag naar Berlijn door te reizen. Natuur
lijk %'olgen er dan dwaze scènes en de moeder van
Lotte Haas wil niet gelooven dat alles puur toeval
Tot overmaat van ramp heeft Gruber zich ook
•oor een zekeren Haas uitgegeven en er zijn nog meer
jersonen in deze rolprent die naar den naam Haas
uisteren.
Het is een alleraardigste film vol dwaasheid
vergissingen met goed spel van de hoofdpersonen.
Het is in de eerste plaats Georg Alexander die zeer
komisch is in de rol van Gruber. Daarnaast vervullen
Lisolette Klinger en Else Elster de vrouwelijke
hoofdrollen.
Een film zonder eenige pretentie,
men zich amuseert.
NOTARIS WET OVERTREDEN.
De Hooge Raad heeft uitspraak gedaan in
cassatieberoep van een notaris te Aardenburg,
door de rechtbank *e Middelburg is veroordeeld tot
geldboete van f 5 wegens overtreding van de wet
op het notarisambt, namelijk als notaris een door hem
opgemaakte akte niet doen inhouden de voornamen
an ieder der verschenen partijen.
De Hooge Raad heeft het beroep verworpen.
Klaar voor het vertrek.
(Foto Tobis)
D III 88 is de naam van een oud Duitsch gevechts
vliegtuig uit den wereldoorlog, een toestel met een
roemrijk verleden. Het staat in de hangars te mid
den van zijn moderne broeders en niemand is er die
denkt dat de bejaarde tweedekker ooit nog eens
actie zal komen. Toch is er nog een groote taak voor
hem weggelegd en die taak vervult de D III 88 op
weergalooze wijze. Als tijdens manoeuvres een water
vliegtuig zoek raakt, is het de D III 88, bestuurd
door den ouden „Ober-
werkmeister" Bonicke
(Otto Wernicke) die het
verloren toestel opspoort
en daarmede twee jonge
menschenlevens van den
dood redt. Het is tevens de laatste daad van de D III
88, want het vliegtuig keert niet van deze vlucht terug,
evenmin als zijn moedige bestuurders.
De hierboven beschreven episode vormt het slot
van de film, die een indruk geeft van het wezen van
de Duitsche luchtmacht en de opleiding der jonge
vliegers. De leidende gedachte is deze: wie dient bij
de luchtmacht moet zich met zijn geheele persoon
voor dit wapen geven; de vliegtuigbemanning moet
één geheel vormen, eventueele persoonlijke kwesties
Uit de film D III 88
(Foto Tobis)
kunnen in de cabine niet geduld worden. De film,
die voor den huidige» oorlog speelt, laat zien wat voor
gevolgen oneenigheid kan hebben, maar zij toont
tevens dat de ware vliegersgeest tenslotte toch zege
viert. Het conflict tusschen twee jonge piloten die
aan het begin van hun carrière staan en dus nog
veel te leeren hebben van hetzelfde toestel en de
wijze waarop zij zich te rechter tijd verzoenen is in
drukwekkend en boeiend weergegeven, maar het al
lermooiste van de film blijft toch de figuur van den
ouden Bonicke. het toonbeeld van trouw en toewijding
aan zijn werk. De man. die op zijn post blijft, zijn
plicht doet en meer dan datl
Ook door de imposante opnamen van de lucht- en
ylootmanoeuvres is deze film waard gezien te worden
STRAATPREDIKING.
Heden (Zaterdag)avond van 8 15—9 uur zal er
op het Pietoriaplem in Haarlem (Noord) een
straatprediking worden gehouden door de Gerefor
meerde Evangeliesatie. Spreker is de heer J. van
Mourik. Medewerking wordt verleend door het
Evangelisatie-Zangkoor „Haarlem-Noord".
Heemsteedsch Chr. Gemengd Koor
Heemsteedsch Chr. Gemengd Koor werd in Oct. 1934
opgericht en bestaat dus nu bijna 7 jaar, In die jaren
is zijn getalsterkte niet veel gegroeid, zijn prestatie
vermogen daarentegen zeer toegenomen. De Vrijdag
avond in de Geref. Kerk aan de Koediefslaan gegeven
7de uitvoering bewees dat: met succes kon het koor
zich aan de vertolking van een Cantate van Bach cn
Psalm 112 van Handel wagen. Wel was het eenigszins
jammer dat de dirigent Zwaan ditmaal niet de be
schikking had over een orkest voor de begeleiding
dezer werken, doch we moeten erkennen dat hij be
zwaarlijk een betere vervanging voor dat orkest had
kunnen vinden dan de pianiste Bets Nederkoorn, want
deze speelde zóó intelligent, zóó vol van treffende
dynamische en agogische schakeeringen, dat zulk een
begeleiding voorzeker tc prcfereeren was boven die
van een niet zeer uitstekend instrumentaal ensemble.
De bedoelde Cantate van Bach was no. 73, „Hen-
wie du willt". Ze begint met een geniale samenvlech
ting van een koraalfantasie met drie min of meer
recitativisch gehouden solo's, resp. voor tenor, bas en
sopraan. Een zeer gevoelige, muzikaal levendig ge-
illustreerde tenoraria, een recitatief en aria voor bas
en een slotkoraal vormen de overige deelen. Het koor
volbracht zijn taak goed; de tenor Peter Andrea en
de bas George Spijkstra zongen zuiver de toonvor-
ming van den eerste, de uitspraak van den tweede
zijn nog voor verbetering vatbaar en de sopraan
Kittv Nederkoorn, al scheen zij nog niet zoo volledig
dedisponeerd als later in Handel's Psalm overtrof
beiden verre, zoodat de uitvoering der Cantate over
't geheel genomen zeer verdienstelijk genoemd mocht
worden.
Psalm 112 van Handel is in hoofdzaak een Cantate
voor solo-sopraan en wel een zeer moeilijke, die veel
colorateur en echo-effecten bevat. Kitty Nederkoorn
zong die schitterend, met glanzend stemgeluid en vol
komen zuivere intonaties. 1-Iet was een lust naar haar
zang te luisteren. Maar ook het koor deed veel goeds,
vooral in no. 3 („A solis ortu") en no. 8 („Gloria
Patris") waar het den solozang met staecato-accoor-
den begeleidt. Een eervolle vermelding verdient
voorts de mooie, zuivere en gevoelige vertolking der
obligate fluitpartij in no. 2 (..Sit nomen Domini") door
Lyda Lürsen. Deze Psalm 112 is een werk uit Handei's
jeugd en stelt de geniale begaafdheid van den jon
gen componist in een helder licht. De frissche ge
dachten zijn er met meesterhand in uitgewerkt; alleen
no. 6 de sopraansolo „Suscitans a terra" lijkt wat ge
rekt.
De uitvoering dezer koornummers was een schitte
rend pleidooi voor de bekwaamheid van den dirigent
Jac. Zwaan. Als organist liet Zwaan zich hooren in
het Koraalvoorspel „Unser Vater" en het Praeludium
in b. kl. t. van Bach dit laatste iets te wisselend
en onrustig van tempo als dirigent leidde hij nog
een door het koor gezongen Geestelijk Lied van Bach.
En de bas George Spijkstra zong nog een Aria uit
Handei's „Der Messias": zuiver, doch met weinig
pressieve kracht.
Met toepasselijke woorden van den predikant Ds.
Dondorp, gebed en gemeenschappelijken zang werd
deze wel geslaagde uitvoering geopend en besloten.
K. DE JONG.
maar waarmee
Eervol ontslag Commissarissen van
Politie.
Bij besluit van den secretaris-generaal van
het departement van Justitie is aan W. F. O. van
der Drift eervol ontslag verleend als commissaris
van politie te Kampen; aan J. H. G. van den Berg
als commissaris van politie te Sneek en als com
missaris van rijkspolitie en aan P. J. E. Snippe
eervol onfslag als commissaris van politie te Rot
terdam met ingang van 1 Juni 1941.
Bel op 14609
RADIO-MOORS N.V.
KRUISSTRAAT 38
VAN OUDS BEKEND
(Adv. Inge- Med.t
Onderlinge
Verzekering F|jl Maatschappij
GEVESTIGD TE
S-GRAVENHAGE
A A. B BÖCKER. Mi. I. 1 MONTUN
f. E. EVERS
Het in onze gezamenlijke afdeelingen verzekerd kapitaal is thans
gestegen tot
Wij mogen dit toeschrijven aan ons systeem, waarbij een voor
zichtig evenwicht is betracht tusschen het door verzekerden te
brengen offer en een practische schaderegeling, welke op een
te verleenen Rijksbijdrage vooruitloopt en deze aanvult.
Speciale aandacht wordt thans gevraagd voor onze nieuwe
afdeeling G., waarin gelden, geldswaardige papieren en kost
baarheden tegen molest verzekerd kunnen worden.
Vraagt inlichtingen aan Uw
ASSURANTIE-BEZORGER
igave L
igaven
suistrac
enst 3a
ilefoon.
500, Dr
1825 So
IV
ize cor
Hvoor
ugen.
tcgcr
lleter
lijk bl
ikte oc
;rloeIde
zag n
ren is I
reeds
1je
rs In d
snel g
agiers
in de
de rij
hun i
eial w
meeste
aanziei
wacht
na nog
ia volf
den
■ente
t de
m is t
Pe
ri 2
ster
stigin
rtrekc
(Adv. Ingez. Med.)
vesti
nlanc
Vrijdagmorgen is de vierjarige J. van den
Akker, die sinds Donderdag te Overschie werd
vermist, uit het Schïekanaal bij Overschie leven
loos opgehaald. Het lijkje js naar de ouderlijke
woning vervoerd.
Dezer dagen vervoegde zich bij de politie te
Ede een man, die mededeelde, dat hem te Eder-
veen door een uit Nijkerkerveen afkomstigen man
400 KG frauduleus geslacht vleesch was aangeboden
tegen den prijs van 1600 gulden. Twee agenten
hebben op aanwijzing van dezen man het vleesch
in beslag genomen en den eigenaar gearresteerd.
Het vleesch was bedorven.
Nutsspaarbank tc Haarlem.
Verslag over 1940.
Het verslag over 1940 van de Nutsspaarbank te
Haarlem vermeldt o.m. het volgende:
„Het uitbreken van den oorlog heeft onze volks
gemeenschap in al haar geledingen en al haar func
ties geschokt. Onbekendheid met het ergste van alle
kwaden, die een volk kunnen treffen, veroorzaakte
aanvankelijk een verwarring, die niemand meer
kon verontrusten dan die categorie van spaarders,
die met zorg en opoffering kleine sommen hebben
bijeengebracht voor een bestemming, waarop hun
toekomst ten deele is gebouwd. Duidelijk komt dit
uit in het verloop van de resultaten.
Tnleg. Het aantal posten van inleg was 39811 te
gen 61405 in 1939. Het gemiddelde bedrag was
f 102.87 tegen f 86.82 in het vorige jaar, zoodat het
vooral de kleinere inlegposten zijn, die uitbleven.
Dit wordt bevestigd door de resultaten van den
ophaaldienst, die de zeer kleine inlagen betreft.
Het aantal opgehaalde posten daalde tot 56703 (vo
rig jaar 70115) en het gemiddelde bedrag tot f 2.07
(vorig jaar f 2.26). Ook de vermindering van het
aantal ten gebruike gegeven busjes tot 3266 (vo
rig jaar 3766) en van het in de busjes gespaarde
bedrag tot f 43.791.— (vorig jaar f 67.404.—) wijst
in deze richting.
Het bedrag der inlagen was het laagste van de
bedragen, die in de laatste tien jaren zijn ingelegd.
Onder de gegeven omstandigheden was het met
een totaal van f 4.213.021.— (vorig jaar f 5.332.206)
toch niet onbevredigend. Het aantal nieuwe inleg
gers was eveneens lager dan in de laatste tien ja
ren is voorgekomen; het aantal 2004 (vorig jaar
2891) is in verhouding tot den omvang der Spaar
bank echter evenmin onbevredigend.
Terug betaling. Het aantal terugbetalingen be
droeg 81815 (vorig jaar 77724). Opmerking ver
dient het, dat op vele boekjes een klein saldo werd
in het Frans Halsmuseum.
In mijn verslag over een eersten rondgang op
deze tentoonstelling is een woorddeeltje weggeval
len, waardoor er iets is komen te staan dat heel
vreemd aandoet en ook niet zoo door mij geschre
ven is. Over den beeldhouwer Van Reyn staat daar,
dat deze zich hier meer als portrettist dan als beeld
houwer doet kennen. Een „schrille tegenstelling"
die ik niet gemaakt heb. Ik schreef namelijk „dan
als bouwbeeldhouwer" en de bedoeling zal dan
duidelijk zijn. Van Reyn's mooie inzending is dit
maal meer picturaal dan architectonisch van ka
rakter. De bezoeker ^:al die opmerking trouwens
spoedig zelf maken.
Wanneer ik thans op het geëxposeerde iets nader
inga, dan zou ik met het laatste zaaltje, dat van den
dierenplastieker Klinkenberg willen beginnen. Niet
alleen omdat diens groep numeriek het uitgebreidst
is, doch ook omdat wij zelden in de gelegenheid
waren zooveel bijeen te zien, waardoor een alge-
meene karakteristiek van dit werk mogelijk wordt.
In de eerste plaats dan zal het den beschouwer op
vallen, dat dit zich door niets aan hem opdringt.
Er gaat van deze dierportretten en typeeringen een
rustige beschaving uit, die zich niet vóór het af te
beelden of te typeeren dier plaatst, doch zich daar
aan ondergeschikt maakt en haar kracht vindt in
een scherpe observatie van wat er aan zoo'n dier
te beleven valt aan lijn- en vormschoonheid, waar
het gaat of staat, in spanning of in rust zich be
vindt. Er is in Klinkenberg's dier-beelding iets van
een haast gezellige intimiteit, waarin hij met zijn
modellen verkeert. Zij zijn hem vertrouwd als goede
kameraden en hij vermijdt daardoor misschien den
pathos van een romantiker als Barye of de te per
soonlijk-eigenzinnige visie hoe geestig ook vaak
van modernen als Pompon. Ook styleert hij niet
als Mendes of Altorf, of hij doet dat schuchter. Men
gevoelt dat voor Klinkenberg het dier in zijn na
tuurlijken vorm hoofdzaak blijft en inderdaad is
daaraan al genoeg te beleven. Het is dan ook daar
door te verklaren dat deze kleine kunstwerken
een vlotte waardeering vinden, waarbij nog komt
dat de artist ook in de keuze van zijn wisselend
materiaal een eenvoudige fijnzinnigheid aan den
dag legt. die het werk zeer ten goede komt. Zoo er
al eenige vergelijking met werk van anderen noodig
is, zou men Klinkenberg's kunst naast die van
Tjipke Visser kunnen plaatsen, die eveneens als
dierbeelder gewaardeerd is. En dan zou men mis
schien den Haarlemmer nog om diens ietwat groo-
tere bewegelijkheid, grootere emotionaliteit prijzen.
Détailbespreking laat ik hier achterwege: men ga
deze dierengalerij. waarvan onze foto slechts een
fragmentje geeft, eens rustig bekijken en van deze
eenvoudie-ecrlijke kunst genieten
Een andere verrassing voor velen zal de groote
verzan-.eline baby-teekeningen door Theo van Reyn
zijn. Door zijn bekend bouw-plastisch werk, waar
van de breed gehouden vormen zich uiteraard niet
tot impressionistische fijnzinnigheid leenen, zou
men vergeten dat deze artist ook de maker dezer
zeer subtiele lijn-schriftuur is, die, scherp en zeker
den gevoeligsten omtrek van een kinderkopje
neerschrijft. Er gaat een groote charme van
deze meest kleine teekeningen uit en het zou ons
niet verwonderen als wie van kinderen houdt, ge-
ruimen tijd in deze oude huiselijke zaal van ons
Museum bleef vertoeven.
Hpt is misschien jammer dat van een beeldhou
wer als Wenckebach niet iets meer dan deze enkele
Don Quichot-kop getoond kon worden. Niet omdat
deze hem onvoldoende zou vertegenwoordigen, doch
omdat zijn wezen zoovele facetten heeft, die in
één werk niet gelijktijdig aanwezig kunnen zijn.
Wenckebach's plastieken bezitten, vooral in zijn
portretten, iets afzonderlijks, iets dat geheel zijn
eigen is. Hij heeft hoe zeldzaam in een beeld
houwer! gevoel voor humor, die hij durft te
laten gaan omdat hij, zelf chargeerend, niet kren
kend wordt maar beminnelijk geestig blijft en tot
een glimlach dwingt. Zoo is zelfs het tragische in
de figuur van den Ridder van La Mancha hier
verzacht door een aarzelende ironie, waarmee
Wenckebach zich diens kop gedacht heeft. Maai
in andere uitbeelding van menschen liet hij zich
nog wel vrijer gaan en zoo zou men hier bijvoor
beeld wel eens die portretbuste hebben willen zien,
door den artist indertijd van den uitgever Nijhoff
gemaakt: een zoo fel-juiste, gevoelige en tegelijker
tijd geestige karakteristiek, als ik mij van weinig
soortgelijk werk kan herinneren.
Mari Andriessen heeft zich met zijn beeld voor
het stadhuis van Bergen-op-Zoom natuurlijk
eenigszins moeten voegen naar de bestemming er
van. Toch behield hij er de hem eigen gratie in, die
hem doet behooren tot de verfijnde realistische
romantici, zooals hij zich hier in de bekende por
tretbuste zijner vrouw openbaart. Die kant van
hem is mij persoonlijk het liefste, want ondanks
veel waardeering voor détails blijft voor mij die
hooge deur voor den Hoogen Raad een moeilijk te
verteren brok, een gewild anachronisme, dat als
modern werk door de opdracht geforceerd is tot
het kruipen in den geest van eeuwen her. Thans
leest men geen plastiek meer als een prentenboek.
Overigens heb ik voor elk plaatje afzonderlijk niets
dan waardeering, maar het geheel laat mij koud
Het werk van mej. Nel. Bakema mag men zeker te
dezer stede, als bekend veronderstellen. Het is
hier vaak reeds waardeerend besproken.
Dit geldt ook voor Tjipke Visser's kunst, die hier
in zijn wandschotels een nieuwen vorm van zijn
sterk talent blijkt gevonden te hebben.
J. H. DE BOIS.
-
aangehouden, een bewijs van het voornemen om
het sparen zoodra mogelijk voort te zetten. Het be
drag der terugbetalingen was met f 6.597.790.—
zelfs iets lager dan dat van het vorig jaar f 6.766.906.
De teruggang van het totaal saldotegoed tot
f 8.732.204.(vorig jaar f 10.829.985.was dan
ook in hoofdzaak te wijten aan het zeer lage be
drag van inbreng.
Uit den aard der zaak ontstond onder de ver
ontruste gemoederen onmiddellijk na het uitbreken
van den oorlog een dringend verlangen om het te
goed geheel of gedeeltelijk op te nemen. Tijdelijk
heeft de Spaarbank in het belang van den goeden
gang van zaken en in dat van de inleggers zelf,
dit verlangen eenigszins aan banden gelegd. Be
trekkelijk spoedig kon echter de beperking worden
opgeheven.
Het kostte overigens de Spaarbank, die altijd re
kening houdt met de mogelijkheid van massale
opzeggingen, geen moeite om aan de aanvragen te
voldoen. Haar beleggingen stellen haar in staat
gelden op te nemen bij de Nederlandsche Bank
door beleening van effecten. Op de balans treft
men dan ook ditmaal aan een bedrag, uit dien
hoofde aan de Nederlandsche Bank verschuldigd.
Dit bedrag kan geleidelijk afgelost worden uit
rente en aflossingen van de beleggingen en door
geleidelijken verkoop van fondsen.
Voor een deel zou deze schuld ook kunnen wor
den gedelgd uit inlagen, voor zoover zij de terug
betalingen overtreffen. De omstandigheden zijn nog
niet van dien aard. dat hierop nu reeds mag wor
den gerekend.
In de eerste 4 maanden van het nieuwe boek
jaar is echter de verhouding tusschen inlagen en
terugbetalingen gunstiger.
Een der motieven tot opvraging toch was de nei
ging van vele inleggers om het gespaarde liever
zelf te bewaren, een neiging die vele spaarbanken
uit ervaring kennen en die dikwijls optreedt als er
een donkere wolk aan den maatschappelijken he
mel verschijnt. Deze voorkeur heeft zich ook dit
maal, echter langer dan gewoonlijk, geuit: als fac
tor van beteekenis doet zij zich thans echter waar
schijnlijk niet meer voor. Het vertrouwen in de
Spaarbank is terecht ongeschokt.
Dat nog niet een belangrijk gedeelte van het op
genomen bedrag naar de Spaarbank is terugge
vloeid. is ten deele gevolg van het feit, dat ver
scheidene inleggers voor hun tegoed vaste beleg
ging hebben genomen, maar vooral van een andere
omstandigheid. Er ontstond nl. een geleidelijk door
werkende schaarschte van eerste levensbehoeften.
Dit bracht mede, dat spaargeld werd gebruikt voor
aankoop van nuttige goederen van allerlei aard.
Aangezien hierdoor in toekomstige behoeften werd
voorzien, zou mogen worden verwacht, dat ook toe
komstige inkomsten meer zouden kunnen worden
bestemd voor inleg op de Spaarbank dan anders bij
normale omstandigheden het geval zou zijn. Of
echter deze ontvVikkeling zal volgen hangt af van
de omstandigheid, of in het algemeen de kleine in
komens op zich zelf of in hun verhouding tot de
kosten van levensonderhoud op een peil zullen
bliiven. dat de mogelijkheid van sparen waarborgt.
De financieele uitkomst van het bedriif wijst na
aftrek van alle bedriifsonkorien een saldo aan vaa
p ion 6R2.06 (v. j. f 104.219.27).
Na de noodige afschrijvingen op onroerend goed
en kantoorinrichting en bijschrijving op de pen
sioenrekening, kan een bedrag van f 79.503.56
worden toegevoegd aan de reserve, welke dan
f 1.115.503.45 bedraagt.
De per 1 Januari 1941 periodiek aftredende com
missarissen de heeren L. A. Bouricius, Mr. D. A. E.
Immink en Ir. C. Wnlterbeek werden herbenoemd.
De leden van het Dagelijksch Bestuur, de heeren
J. de Breuk Lzn.. Mr. L. V. Hoog, N. J. Hoeflake
en P. W. Peereboom, die ingevolge de bepaling
van artikel 5 van het Huishoudelijk Reglement in
de maand Mei als zoodanig aftraden, werden her
benoemd.
bala
kleir
1267
vert
orhee
lem
arlerr
am.
lem,
iplaat
verg<
ruit.
•mstt
ers,
plaal
nebi
irlen
rlen
Isen
dezi
r.öcl-
taalt
Klinkenberg's werken in liet Frans Hals Museum.
(Foto De Haas)
's Avonds in Artis.
„Artis" te Amsterdam blijft nu eiken avond van
6 tot 10 uur geopend.
Zij, die eens rustig willen genieten van den prach-
tigen tijd in zijn volste zomerweelde, van een zitje
voor den bloeiende rotstuin of van een wandeling
langs grazige gazons en fleurige bloemperken,
kunnen er hun hart ophalen. Vergeten we ook de
markante boomen niet, de schilderachtige vijvers
en kleine waterpartijen.
Maar ook het veelsoortige dierenleven laat er zich
in de vroege avonduren weer anders en soms van
een verrassenden kant bekijken. Vogel-, apen- en
reptielenhuis met aangrenzend insectarium blij
ven voor bezoekers geopend; verreweg de meeste
dieren kunnen nu naar eigen verkiezing buiten
blijven. In het bijzonder de vele broedverzorgende
vogels aan de vijvers, in de meeuwenduintjes",
maar ook verschillende moeders met jongen onder
de zoogdieren, de kolossale leeuwen op het Ker-
bert-terras, de antilopen, herten en runderen geven
allerlei moois en merkwaardigs te beleven.
Een zitje op het terrein van het restaurant, uit
zicht gevend op de landelijke omgeving van „Artis"
aardige kinderboerderij, verschaft in den zonnigen
vooravond een genoegen, dat men moet hebben
medegemaakt, om het op juiste wijze te kunnen
schatten.