Oorlogsbalans van begin 1941. VRIJDAG 13 JUNI 1941' HA'A RU EM'S DA'GBEÏB S. mee et Ie nelir ig zo vooi isch! ;ehot ublie le oj aac 'cula! sprei iaeh! Ier d H ?ehai ■erke en h! mani stigd me ft ge ng lbor; ikhei onde lelan he DINC nster me] H. K M. G J. M, Kui- moe! bent s da! sch. \gnes r Al- ehad. n dat weest de het ndel- park den Hij V. De veldtocht in Joego Slavië en Griekenland. Het D.N.B. meldt: In het tweede deel van het samenvattend rapport van het opperbevel der weer macht, waarin de oorlogssuccessen tegen Engeland in de eerste maanden van dit jaar behandeld wor den, kan men o.a. lezen: Tijdens de gevechten in de Middellandsche Zee en in Noord-Afrika, die in het eerste deel van dit rapport zyn beschreven, had de situatie op den Bal kan zich ontwikkeld in een richting, die noodzake lijk scheen te maken dat de Duitsche weermacht ook in dit gebied ingreep. Begin Maart marcheer den derhalve met toestemming van de Bulgaarsche regeering Duitsche legerformaties onder opperbevel van generaal-veldmaalschalk List Bulgarije bin nen. Tevens werden sterke formaties vliegers onder generaal-vlieger Freiherr von Richthofen daarheen getransporteerd, terwijl Duitsche luchtdoel-artil leristen tezamen met den Bulgaarschen luchtafweer de bescherming van de Duitsche strijdkrachten en van het Bulgaarsche souvereiniteitsgebied tegen aanvallen uit de lucht op zich namen. Ter bescher ming van de Roemeensche en Bulgaarsche kust langs de Zwarte Zee werd Duitsche marine artillerie in dienst gesteld. In de tweede helft van Maart trok het leger van List naar de Bulgaarsch-Grieksche grens om zoo noodig te rechter tijd te kunnen optreden tegen de Britsche operatiegroep die in Noord-Griekenland werd gevormd. De poging van Engeland om zich op den Balkan te nestelen was .o.a. gebaseerd op de hoop Joego-Slavië voor zich te kunnen winnen. Het streven van de Duitsche politiek gedurende een lange reeks van jaren om vriendschappelijke be trekkingen met Joego-Slavië tot stand te bren gen leidde inderdaad tenslotte 25 Maart tot de toe treding van de Joego-Slavische regeering tot het driemogendhedenverdrag. Maar de coup van ge- wetenlooze Servische samenzweerders in den nacht van 26 op 27 Maart deed dit succes van de Duitsche politiek te niet en dwong tot onverwijlde militaire maatregelen. Nog den 27sten Maart gaf de Führer bevel thans de voorbereidingen te treffen ter ver brijzeling van Joego-Slavië en tegelijkertijd ten aanval op het Engelsche expeditie-corps in Grieken land. Leger en luchtwapen werden hierdoor vol strekt bij verrassing voor een nieuwe, geweldige taak gesteld. Ondanks groote moeilijkheden in de Voorziening slaagde men er evenwel in deze zoo 6poedig meester te worden dat de Führer het begin van den aanval op 6 April kon bepalen. DE VAL VAN BELGRADO. Nog voor het einde der eerste week van den veld tocht zoo vervolgt het rapport kon meer dan de helft van het Joego-Slavische leger vernietigd geacht worden. De Kroatische troepen legden de wapens neer. Een 11 April opgevangen niet geco deerd radiobericht van den Joego-Slavischen opper bevelhebber bewees dat hem reeds op dit tijdstip de leiding van zijn troepen volkomen ontglipt was. Tot de ontbinding van het Servische leger heeft het luchtwapen door snelle verplettering van de Joego- Slavische vliegertroepen, onmiddellijk ingrijpen in den strijd op den grond en voortdurende aantasting van de vijandelijke verbindings- en ravitailleerings- wegen in hoogc mate bijgedragen. Overigens heeft het Servische leger na de eerste zware slagen nog slechts geringe standvastigheid getoond. Kort daarop wordt ook aan de Servische hoofdstad het noodlot voltrokken. General-Oberst von Kleist hield 13 April in de vroegte aan het hoofd van zijn pant sertroepen zijn intocht in de Servische hoofdstad. Het rapport schetst dan de afzonderlijke phasen van den Balkan-veldtocht, den aanval op het Griek- sche verdedigingsfront aan de Bulgaarsche grens den opmarsch uit het gebied ten Zuiden van Sofia in de richting van Skoplje, de verovering van de heerschappij in de lucht boven Joego-Slavië, de doorbraak door de in verdiepingen boven elkaar aangelegde en in de rotsen uitgehouwen versterkin gen van de z.g. Metaxaslinie, den aanval uit de streek ten Noord Westen van Sofia op Nisj, het concentrische oprukken naar Belgrado, den intocht in Agram na de inneming van de Karawankenpas- sen en de verovering van de overgangen over de rivieren Moer cn Rail, het contact met den Italiaan- sche troepen in Noord- en Zuid-JoegoSlavië. Tijdens deze gebeurtenissen was een Hon- gaarsch leger tusschen Drau en Theiss opgerukt naar Osijek en na de doorbraak door verscheiden vijan delijke grensstellingen tot aan den Donau aan weerskanten van Neusatz, De laatste overblijfselen van het Joego-Slavische leger, die nog tot vechten in staat waren, trokken zich als op de vlucht terug in het gebied rondom Serajewo en in het Bosnisch Montenegrijnsche bergland. Uit Karlstadt, via den benedenloop van den Sau en in het gebied tus schen Belgrado en Nisj zaten snelle Duitsche troepen den vijand op de hielen. Den 15den April werd Serajewo bereikt. Twee dagen later namen Italiaansche gemotoriseerde strijdkrachten, die van het Noorden en Zuiden langs de Dalmatische kust waren opgerukt, Mostar. Ragusa en Cattaro in. Op den avond van den 17den April werd na on derhandelingen, die gedurende twee dagen te Bel grado en Serajawo waren gevoerd, de onvoor waardelijke capitulatie van de geheele Joego- Slavsiche weermacht onderteekend. BINNENDRINGEN IN GRIEKENLAND. Met de verplettering van Joego-Slavië in een veld tocht van nog geen twaalf dagen was voor het leger van generaal-veldmaarschalk List. een veilige grond slag gelegd voor de verdere operaties tegen Grie kenland. Op zijn rechervleugel was reeds 10 April een gemotoriseerde afdeeling de Grieksche grens overgetrokken en tot bij Fiorina opgerukt. Langs de kust. bewogen zich pantserstrijdkrachten tot op de hoogte van den Olympus voorwaarts. In. Albanië bereidde de Italiaansche linkervleugel zich ten aan val en nam 15 April Kovitza. Omvangrijke vernie lingen van wegen en bruggen en door regen en sneeuw overdekte wegen bemoeilijkten op het ge heele front den opmarsch der verbonden troepen. Bij Kastorih aan het- gelijknamige meer en aan weerskanten van den Olympus poogden taai vech tende achterhoeden den haastigen terugtocht van de Britsche troepen naar hun inschepingshavens te dekken. Onder den versterkten druk van beide vleugels van het aanvalsfront begon de tegenstan der 18 April te wijken. Ook voor het Noordelijk deel van het Italiaansche front in Albanië begon de vijand onder ontbindingsverschijnselen te wij ken. Omstreeks twintigduizend Grieken, die pro beerden via het Pindosgebergte te ontkomen, ga ven zich over aan de Duitsche troepen. Een pant serdivisie nam 19 April het knooppunt van wegen Larissa in, een andere rukte bij hardnekkige ach tervolging via Trikkala tot Lama op. Terwijl berg en snelle troeDen alleszins sterke Britsche strijd krachten bij Volos versloegen, drong de Leibstan- darte Adolf Hitler door het Pindosgebergte over den bijna 1500 Meter hoogen pas van Matsovon door tot Janina. Hierdoor was den uit Albanië te- rugtrekkenden Griekschen strijdkrachten de eenige terugweg afgesneden. Den 23sten April capituleerden de door Duitsche en Italiaansche troepen ingesloten legers van Ma cedonië en Epirus onder eervolle voorwaarden. Op den historischen bergpas van Thermopilae bij Molos deden deelen van de eenige Duitsche pant serdivisies, die nog contact met den vijand hadden, met doeltreffenden steun van Stuka's een inval in de sinds maanden uitgebreide vijandelijke stellin gen en openden den weg voor de pantserstrijd krachten. Binnen weinige dagen was deze laatste verdedigingslinie van den vijand, die door ter reinsomstandigheden bijzonder sterk was, bedwon gen. In een ruslelooze achtervolging werd 25 April Thebe bereikt. Twee dagen later trokken de eerste Duitsche troepen dc Grieksche hoofdstad binnen, nadat reeds den dag tevoren Duitsche valscherm troepen de stad Corinthe en de Landengte van de lucht uit in bezit genomen en daardoor de eenige verbinding over land tusschen Noord- en Zuid- Griekenland gewaarborgd hadden benevens den bijzonder belangrijken zeeweg door het Kanaal van Korinthe. Hierbij werden meer dan 900 Britten en 1450 Grieken gevangen genomen en tevens een groote hoeveelheid oorlogstuig buit gemaakt. Ten Westen van het Pindosgebergte bereikte de Leibstandarte in een onstuimigen opmarsch de Golf van Patras en bracht den overgang over de zeeëngte in haar macht. Op den Peloponnesos ruk ten aanvankelijk valschermtroepen en vervolgens ook gemotoriseerde troepen onverwijld op tot de havens Argos en K lamai cn namen vele duizen den Britten en uiteengejaagde Serviërs gevangen die er niet meer in geslaagd waren over zee te vluchten. Onderdeden van het leger van List staken tij dens deze operaties op gereed gemaakte schepen in zee en namen de Egeïsche eilanden Thasos, Sa- mothrake, Lemnos, Mitilene en Chios benevens talrijke kleinere eilanden in bezit. Italiaansche strijdkrachten maakten zich meester van de Ioni sche eilanden en van den Dodekanesos uit tevens van de Cycladen. VOLLEDIGE OVERWINNING NA DRIE WEKEN. Door de operaties van het leger, die volgens de aanwijzingen van den Führer cn opperbevelhebber der weermacht geleid werden door den opperbevel hebber van het leger, generaal-veldmaarschalk Von Brauchitsch, en den chef van den generalen staf, general-oberst Halder, werd in samenwerking met onderdeelen van het Italiaansche en Hongaar- sche leger in een veldtocht van drie weken met een minimum aan strijdkrachten een volledige overwinning bevochten. Van de gereedgehoude for maties van het leger nam slechts tweederde aan den strijd deel, tegen de Britten streden slechts vijf formaties, waaronder drie pantserdivisies, waarvan er een nog tijdens de operaties in reserve gehouden en als niet meer noodig teruggetrokken werd. Het aantal der gevangenen, dat in deze gevechten door Duitsche troepen gemaakt is, bedraagt vol gens een nog niet voltooide telling aan Serviërs 6298 officieren en 337.864 man, aan Britten 324 officieren en omstreeks 1900 man. aan Grieken omstreeks 8000 officieren en 21.000 man, in totaal dus meer dan 14.600 officieren en 558.700 man. Voor zoover tot dusver geteld werden buit ge maakt meer dan 1500 stukken geschut, omstreeks 600.000 handvuurwapenen, honderden gepantserde en andere auto's en een ontelbare hoeveelheid oor logstuig van anderen aard benevens groote voor raden van allerlei slag. De voorbereiding en de uitvoering van den veld tocht on den Balkan stelden de hoogste eischen aan leiding en troep. Pantserformaties streden in een terrein dat tot dusver voor den strijdwagen onbegaanbaar geacht werd. Gemotoriseerde troe pen van het leger en de wapen-S.S. achtervolgden den tegenstander dag en nacht door het moeilijk ste bergterrein, dikwijls over dikbesneeuwde of bevroren wegen. Bergdivisies toonden bij herha ling op bijzondere wijze wat zij waard waren bij de doorbraak door stellingen die door de natuur lijke gesteldheid sterk en sinds maanden uitge breid waren en door den tegenstander taai verde digd werden. Voor den strijd in het hooggebergte onvoldoende uitgerust infanteriedivisies volbrachten bij dikwijls zware gevechten unieke marschpres- taties. Het luchtwapen onder opperleiding van den rijksmaarschalk maakte het den tegenstander door snelle vernietiging van zijn vlieger troepen en hand having van de superioriteit in de lucht tijdens den geheelen veldtocht onmogelijk het stelselmatige verloop van de eigen operaties uit de lucht te ver hinderen. Bijzonder groote successen boekten for maties gevechtsvliegtuigen en Stuka's door voort durende aanvallen op de vijandelijke transport schepen op zee rondom Griekenland. De stelsel matige aftocht van de Britten werd hierdoor be let en de Engelsche scheepsruimte zeer zwaar ge troffen. KRETA Na de verovering van het geheele Grieksche vasteland en van de Egeïsche eilanden door de as- mogendheden bleef den Britten als laatste over blijfsel van hun voorgenomen stelling op den Bal kan nog slechts Kreta over. Als sterke lucht- en vlootbasis in de onmiddellijke nabijheid van onze verbindingswegen in de Egeïsche Zee en als ver- vooruitgeschoven beveiliging in de flank van het Noord-Afrikaansche strijdtooneel van den Britschen zeeweg van Malta naar Alexandrië was dit eiland zoowel voor de verdere offensieve als defensieve oorlogsvoering van den vijand in het Oostelijk deel van de Middellandsche Zee van groote beteekenis. Daar had zich een deel der in Griekenland ver slagen Britsche troepen in veiligheid gebracht om tezamen met de reeds tevoren aanwezige Britsche en Grieksche bezetting dit sterke bolwerk tot den laatsten man te verdedigen. Dat verkondigde dc Eritsche premier in het parlement. Dezelfde beteekenis als voor Engeland bezat Kreta in omgekeerden zin ook voor de verdere oorlogvoering van Duitschland en Italië in het Oos telijk deel van de Middellandsche Zee. Om deze reden besloot de Führer dit eiland door de lucht in bezit te nemen. Mét de uitvoering werd rijksmaar schalk Goering belast. De tactische voorbereidingen trof luchtvloot vier onder general-oberst Löhr. Tot dit doel had hij onder zich generaal-vlieger Student met sterke valscherm-, luchtlandings- en berg troepen, generaal-vlieger Freiherr Von Richthofen met zijn versterkte vliegercorps en talrijke trans portgroepen. In de vroege morgenuren van 20 Mei werden na een voorbereiding door sterke bom- en scheer- aanvallen en met steun van talrijke formaties ja gers valscherm- en luchtlandingstroepen afgezet in de omgeving van het vliegveld Maleme. om streeks vijftien kilometer ten westen van Kanea en in de nabijheid van de stad zelf. Andere val- sohermstrijdkrachten trachtten in den loop van dien middag ook de steden Rethimnon en Hera- cleion benevens de vliegvelden in de nabijheid daarvan in bezit te nemen. Op beide genoemde plaatsen slaagde dit wegens de daar aanwezige superieure vijandelijke strijdkrachten niet. Nadat de operaties tegen Kreta waren begonnen, waren bijna alle Engelsche zeestrijdkrachten uit Alexandrië naar Kreta gekomen. Daardoor moest de Duitsche ravitailleering over zee verhinderd worden en de voorwaarde geschapen om nieuwe versterkingen aan de Britsche bezetting van Kreta toe te voeren of ook haar in geval van nood in te schepen en naar Egypte terug te brengen. Zoo kwam het, dat weliswaar op 21 Mei de eerste poging om met kleine zeilbooten met hulpmotorvermogen nieuwe Duitsche strijdkrachten naar Kreta te bren- DE STRIJD IN HET NABIJE OOSTEN. BRITSCHE INVLOEDSSFEER 1— BRIT SCH MID ZEEFRONT - ITALIAANSCH BEZft\/~-^ ACTIE STRALEN VAN 500km KAART V. PELT Deze kaart geeft een duidelijk overzicht van het oorlogstooneel in het Oostelijk deel van de Middellandsche Zee. Na het verlies van Kreta is het Britsche Middellandsche Zeefront aanmerkelijk ingekort. Dit front is met een dikke, zwarte lijn in het zeegebied aangegeven. De voornaamste militaire steunpunten, waarover de Britten nog beschikken, zijn binnen deze zwarte lijn gelegen. Men lette ook op het Balkangebied dat na de stichting van het Koninkrijk Kroatië veranderingen heeft ondergaan. De strijd, die op het oogenblik in het Nabije Oosten door de Britten gevoerd wordt, is gericht tegen het Fransche mandaat Syrië. gen, door het optreden van lichte Engelsche zee strijdkrachten slechts ten deele slaagde, waarbij evenwel niet duizenden, zooals de Engelsche pro paganda beweerde, doch ternauwernood twee honderd soldaten den dood vonden. Den volgenden dag echter eindigde de geweldige slag tusschen het achtste vliegercorps en de Engelsche vloot met een roemrijke overwinning van de Duitsche vliegers. Na uiterst zware verliezen zag de Britsche vloot zich gedwongen de zeeën rondom Kreta te ontruimen en het eiland aan zijn lot over te laten. De sterke aanvalsgroep, onder bevel van generaal Ringel, den bevelhebber van een bergdivisie. slaag de er in den vijandelijken tegenstand voorloopig in het westelijk deel van het eiland overal te breken. Den 25en Mei. den vierden dag na de landing van de eerste bergjagers op Kreta begon de stelselmatige aanval op de hoofdstrijdmacht van den vijand in 't gebied rondom Kanea. Den 27sten Mei werden Kanea en de hoogte ten Oosten daarvan ingenomen. Bergtroepen, die ter omsingeling ten Zuiden van de stad in den strijd geworpen waren, bereikten na een geforceerden marsch door onbegaanbaar berg terrein bij een temperatuur van meer dan dertig graden in de schaduw de baai van Soeda, het belangrijkste steunpunt van de Britsche vloot op Kreta. Onder de talrijke gevangenen, die bij deze gevechten werden gemaakt, bevond zich de Griek sche marinecommandant van het eiland. Deze ge vechtsprestaties moeten te hooger getaxeerd wor den. daar zij uitsluitend werden volbracht met in- fanteriewapenen, slechts gesteund door lifchte bergartillerie. De gevechtsgroepen Rethymnon en Iraklion had den zich intusschen in heroieke, wisselende ge vechten gehandhaafd tegenover de sterke vijande lijke overmacht. Den 28en Mei landden ook Itali aansche troepen op het Oostelijk deel van het eiland. De hierop volgende vlucht van de verslagen Brit sche troepen naar de Zuidkust eindigde 1 Juni na een laatsten zwaren strijd van de bergtroepen in het bergterrein ten Noorden van Sfakia met hun vernietiging of gevangenneming. Daarmee waren de gevechten ten einde. Vooral onderdeelen van de Italiaansche vloot waren tegen een vele malen sterkere vijandelijke overmacht waarlijk dapper opgetreden ter bescherming van de hun toever trouwde Duitsche transporten. VERLIEZEN Tijdens den Balkanveldtocht met inbegrip van de gevechten om Kreta leden de vijandelijke luchtstrijdkrachten uiterst zware ver liezen. In luchtgevechten werden 167, door luchtdoel artillerie acht vliegtuigen neergeschoten en voorts werden er 417 toestellen op den grond vernield. Tegenover dit totale verlies van den vijand van 592 vliegtuigen bleven de eigen verliezen binnen be scheiden grenzen. Zij bedragen omstreeks twee vijfde van dit aantal. Door de formaties van het luchtwapen, die in de Middellandsche Zee tegen doelen ter zee optraden, werden van het begin van dit jaar tot eind Mei dertig vijandelijke oorlogsschepen tot zinken ge bracht, waarvan alleen 23 tijdens de gevechten om Kreta en een groot aantal andere eenheden be schadigd, waaronder verscheiden slagschepen en vliegtuigmoedeDschepen. De tonnage der koop vaardij, die in dezelfde periode in de Middelland sche Zee door gevechtshandelingen van het Duit sche luchtwapen tot zinken werd gebracht, beloopt 103 schepen met meer dan 520.000 b.r.t. Meer dan het dubbele van deze tonnage werd door bescha diging onbruikbaar. De marine maakte tijdens den Balkanveldtocht den Donauweg vrij, zuiverde de bezette havens van mijnen, voorzag de strijdende troepen aan de Noord- en Westkust van de Egeïsche Zee van 't noo- dige en nam deel aan de bezetting van de Griek sche eilanden, benevens aan den overtocht van het leger naar Euboea en Patras. De verliezen die de Duitsche weermacht bij den Balkanveldtocht leed waren zoo gering als men maar kan denken. Leger en Waffen-SS verloren aan dooden 57 officieren en 1050 onderofficieren en manschappen, aan vermisten 13 officieren en 372 onderofficieren en manschappen en aan ge wonden 181 officieren en 3571 onderofficieren en manschappen. De verliezen van het luchtwapen bedroegen aan dooden 15 officieren en 84 onder officieren en manschappen, aan vermisten 40 of ficieren en 123 onderofficieren en manschappen en aan gewonden 25 officieren en 124 onderofficieren en manschappen. Relatief waren de verliezen hooger. die bij den strijd om het eiland Kreta tegen een groote vij andelijke overmacht optraden. Zij bedragen bij het leger aan dooden 20 officieren en 301 onderoffi cieren en manschappen, aan vermisten 18 officieren en 506 onderofficieren en manschappen en aan ge wonden 13 officieren en 274 onderofficieren en manschappen. Bij het luchtwapen (vliegers en valscherm troepen) aan dooden 105 officieren en 927 onderofficieren en manschappen aan vermisten 88 officieren en 2009 onderofficieren en manschap pen en aan gewonden 104 officieren en 1528 onder officieren en manschappen. Daar staat tegenover dat de verliezen van den vijand bij den strijd om Kreta behalve groote hoe veelheden oorlogsmateriaal van allerlei slag be dragen aan gevangenen 10700 Britsche officieren en manschappen en 5000 Grieksche officieren en man schappen. aan gesneuvelden omstreeks 5000 Brit sche en Grieksche officieren en manschappen, zon der degenen die op zee omgekomen zijn. Door de verovering van Kreta heeft de Duitsche weermacht recht doen wedervaren aan de uitspraak van den oppersten bevelhebber: „Den Duitschen soldaat is niets onmogelijk". Doordrongen van dit besef, waarin alleen reeds in hooge mate het geheim van de overwinning ligt besloten, ziet de weermacht vol vertrouwen de opgaven tegemoet, welker oplossing haar nog rest. Het Japansch-Russische handels verdrag. Afgesloten op „compensatiebasis". Uit Tokio verneemt het DNB: Het ministerie van van buitenlandsche zaken publiceert de belang rijkste punten van het tusschen Japan en Sovjet- Rusland gesloten handelsverdrag.. Deze overeen komst behelst de meest-begunstigings-clausule voor de in- en uitvoerrechten, voor scheepvaart en vrachten, voor douane-aangelegenheden, voor ton nagerechten en voor loodsen. De overeenkomst heeft naar gemeld een geldigheidsduur van 5 iaar. De overeenkomst over den buitenlandschen han del en de betalingsprocedure, die voorloopig voor een jaar is besloten, bepaalt dat de handel tus schen de beide verdragssluitende staten op compen satiebasis berust, d.w.z. dat de totale hoogte van exporten en importen moet worden gecompenseerd. In het eerste jaar exporteert Japan naar Rusland voor 30 millioen yen ruwe zijde, zijden cocons, ma chines, waaronder werkti>:gmachines, enz. De in voer van Rusland ter hoogte van hetzelfde bedrag bestaat uit o.a. petroleum, mangaanertsen, platina en meststoffen. In handelskringen te Tokio 'verwacht men dal deze nieuwe overeenkomst een sterke prikkel zal zijn voor de ontwikkeling van de handelsbetrek kingen tusschen beide landen en tevens, naar het Japansche persbureau Domei meent, de te Mos kou gevoerde onderhandelingen over een defi nitief visscherijbedrag tusschen Japan en de Sov jet Unie gunstig zal beïnvloeden. Op de grensaf- bakenïng tusschen Mandsjoerije en Buiten-Mon- golië verwacht men al evenzeer een gunstigen in vloed. Antonescu bij den Führer. MüNCHEN, 12 Juni (D.N.B.) De Führer heeft hedenochtend om 11.00 uur den Roemeenschen staats leider generaal Antonescu in den Führerbau voor een bespreking ontvangen. Ter eere van den hoogen gast stond voor den Führerbau een eere-compagnie van de Waffen S. S. met muziekcorps aangetreden, die den Roemeenschen staatschef onder de tonen van de Presenteermarsch de militaire eerbewijzen bracht. De Führerbau was naar aanleiding van de bespre king met de Duitsche en Roemeensche, als mede met de italiaansche vlaggen versierd. De Führer verwelkomde den Roemeenschen staats chef in de hal van den Führerbau en begeleidde hem vervolgens in zijn werkvertrek, waar in tegenwoor digheid van den minister van buitenlandsche zaken Von Ribbentrop onmiddellijk met de bespreking werd begonnen. Duitschland en de Japansch- Ned.-Indische kwestie. BERLIJN, 12 Juni. De Ver. Persbureaux mei den: Te Berlijn wordt de ontwikkeling in de politie ke en economische betrekkingen tusschen Japan en Ned.-Indië met aandacht gadegeslagen. Duitsche instanties nemen geen stelling tegenover den gespannen toestand, welke ontstaan is. Alleen wordt gezegd, dat Duitschland dc belangen, welke Japan in Ne,d.-Indië heeft, volledig erkent. In West-Friesland ligt de teeltaarde op sommige plaatsen te hoog j uit het water. Thans word! de zandlaag er onder verwijderd, om voor wegenbouw te worden gebruikt, terwijl daardoor tevens de teelt- aarde op de gewenschte diepte komt te liggen. IFoto Pax Holland). Het „haren" van de zeis is een werk, dat veel nauwkeurigheid vereischt, vooral in den hooitijd. (Foto Pax Holland), Italiaansch weermachtshericht. Vliegvelden op Malta aangevallen. ROME, 12 Juni (Stefani). Het Italiaansche weer- machtbericht nummer 372 luidt als volgt: „In den nacht van 11 op»I2 Juni hebben onze bom menwerpers in opeenvolgende golven de vliegvelden van Malta aangevallen. Gisteren hebben onze verge zellende Jachtvliegtuigen tijdens de luchtverkenning boven het eiland in een luchtgevecht twee Hurri canes neergeschoten. In het centrale gedeelte van dc Middellandsche Zee hebben onze jagers vijandelijke bommenwerpers den weg versperd en eer. Blenheim neergeschoten. Een ander Britsch vliegtuig werd ten zuiden van Pantel- leria door den luchtafweer van een onzer torpedo booten neergeschoten. Een van onze verkenningsvlieg tuigen is niet teruggekeerd. In de Egeïsche Zee hebben Britsche vliegtuigen een plaatsje op het eiland Rhodus met bommen bestookt. In Noord-Afrika werden aan het front van Tobroeb concentraties van vijandelijke pantserwagens en auto's door onze artillerie doeltreffend beschoten. Onze vliegerformaties hebben ravltailleeringsinstallaties als mede verdedigingswerken van Tobroek herhaalde ma len aangevallen, waardoor branden en ontploffingen werden veroorzaakt. Duitsche formaties vliegtuigen hebben dc doelen op het steunpunt Mersa Matroeh getroffen. Een benzine opslagplaats raakte in brand Britsche vliegtuigen hebben eenige plaatsjes in het gebied van Benghazi gebombardeerd. De houding van de burgerbevolking was zooals steeds kalm en gedisciplineerd. In Oost—Afrika hebben onze troepen op grond van den verhoogden vijandelijken druk nieuwe achter- waartsche stellingen betrokken." Boodschap van Pétain tot het Lcvantleger. Maarschalk Pétain heeft, naar het D.NB. uit Vichy verneemt, aan de weermacht in de Levant de volgende boodschap gericht: „Ik ben met mijn gedachten bij u in den harden strijd voor de verdediging van de souvereine ge bieden, die Frankrijk u heeft toevertrouwd. Het geheele land en ik uiten eenstemmig de beste wen- schen voar u in den strijd welken gij voert. Frank rijk is trotsch op zijn zonen die heldhaftig in dit ver verwijderde gebied op prachtige wijze hun plicht als soldaten vervullen. Weest er van over tuigd dat gij niet tevergeefs strijdt". Toespraak van Churchill. Oorlog van langen duur verwacht. HET D.N.B. meldt: Voor vertegenwoordigers van de dominions en de in Engeland verblijf houdende emigrantenregeeringen van België, Noorwegen, Polen enz., heeft de Engelsche minister-president Churchill in het oude St.' James Palace een rede uitgesproken, waarin hij o.a. zeide: Men kan niet zeggen hoe het verloop van dezen oorlog verder zal zijn. aangezien hij zich meedoogenloos over steeds breedere gebieden uitstrekt. Engeland weet dat deze oorlog hard zal zijn en verwacht dat hij land zal duren. De hoofdstukken en wederwaardigheden van den oorlog kunnen noch voorspeld noch afgemeten worden. Engeland zal er naar streven te land en ter zee met alle middelen weerstand te bieden. Het zal ook voor de hoogste beproevingen, al was het ook een inval in het eigen land. niet terugschrikken. Twee Engelsche oorlogsbodems aan de Libische kust vernietigd. De Britsche berichtendienst deelt mede dat het verlies van de oorlogsschepen „Terror" en „Lady Bird" officieel bekend gemaakt wordt. Beide schepen zijn tijdens een gevechthandeling aan de Libische kust vernietigd. De „Terror" was een in 1916 van Stapel geloopen, zwaar gepantserde monitor met een waterverplaat sing van 7.200 ton en een snelheid van 12 mijl. Hij werd indertijd gebouwd voor dc beschieting van de Vlaamsche kust. De „Lady Bird" was een rivierkanonneerboot van 625 b.r.t. met een snelheid, van 14 mijl. Ook dit schip was in 1916 van stapel geloopen, oorspronkelijk voor den Dona bestemd, maar tijdens den wereldoorlog in Mesopotamië ge bruikt. (D.N.B.) Ambassadeur Leahy bij admiraal Darlan. Situatie in Syrië besproken. United Press verneemt uit Vichy: De Ameri- kaansche ambassadeur in Frankrijk admiraal Leahy bracht Donderdagavond zes uur een bezoek aan maarschalk Pétain om met hem de situatie in Syrië te bespreken. De Amerikaansche ambassadeur werd door den eersten secretaris Matthews begeleid. Leahy verzocht Pétain om een verklaring over de gebeurtenissen in Syrië. Zoowel Pétain als de plaatsvervangend minister-president admiraal Dar lan verzekerden opnieuw dat zich geen Duitsche troepen in Syrië bevinden. Het onderhoud tusschen de Fransche staatslieden en admiraal Leahy duurde ongeveer twintig minuten. Tijdens dit onderhoud werd ook de aangelegenheid der twee Fransche pro testnota's die aan den Britschen ambassa.deur in Madrid, Sir Samuel Hoare, waren gezonden, te berde gebracht. Radio 'suMptamma ZATERDAG 14 JUNI 1941. HILVERSUM I. 413.3 M. S 45 Gramofoonmuzlek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.09 Gramofoonmuzlek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 B. N. O. Nieuwsberichten B.ia Gramofoonmuzlek. 3.15 Voor de hulsvrouw. 9.25 Symphonisch strijkcr.semble (opn). 10.00 Enstige muziek (opn.). 12.00 Pianovoordracht. 12.30 Gra mofoonmuzlek. 12.40 Almanak. 12.45 B. N. O. Nieuws- en economische berichten. 1.00 De Mclodlsten cn gramofoon muzlek. 2.00 Voor het gezin. 2.20 Na gedancn arbeid.... muziek en vroolijkheid 4 00 Bijbellezing (voorbereid door de Christ. Radio-Stichting). 4.20 Zang en plano. 5.15 B. O. Nieuws-, economische en beursberichten. 5.30 Orgelspel. 6.00 Gramofoonmuzlek. 6.15 Voor den binnenschipper. 6.30 Het orkest Eloward. 7 0O—7.15 B. x. o. Vragen van den dag. 7.45 Nederland voedt zichzelf. Productieslag 1941. 8.00 B N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Spiegel van uden dag. 8.30 Zaterdagavondprogramma. 9.30 Berichten. Engelsch 9 45 Gramofoonmuziek. 10.00—10.15 B. N. O. Engelsche uitzen ding: ..Dutch news reel". HILVERSUM II, 301,5 M. 6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00 Gramofoonmuzlek. 7.45 Ochtendgymnastiek 8 00 B N. O. Nieuwsberichten 8 15 Gramofoonmuzlek. 10.00 Morgen wijding (voorbereid door het Vrljz. Prot. Kerkcomité). 10.20 Fragmenten uit de operette „Frauen lm Metropol" (opn.) Gramofoonmuziek cn „Ons schemeruurtje" (opr.). 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek 12,45 B. N. O. Nieuws- cn economische berichten. 1 00 Zang me: piano begeleiding. 140 Voor de Jeugd. 2.00 Het Rotterdamsch Phllharmonlsch Orkest en soliste. 2.45—3 00 „Stad en land". 4.00 De Romancers en soliste. 4.45 Gramofonmu- zlek. 5.00 Bijbelvertelllng (voorbereid door het Vrljz. prot. Kerkcomité). 5.16 B. N. O. Nieuws-, economische en beurs- bericltten 5.30 Viool en piano. 6.15 Amsterdamschc a ca- pella-koor „Bel Canto" en gramofoonmuziek. g.45 Repor tage. 7.00 B. N. O. Groningsch praatje. 7.15 Gramofoon muziek. Om 7.30 Werkers ontmoeten elkaar. 8.00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Vroolijke voordracht me: muzikale omlijsting. 8 30 Torenmuziek (opn.) 9 20 Concertgebouw orkest. het Toonkunstkoor Amsterdam en solisten (opn.). 9 40 Gramofoonmuziek. 9.53 Dagsluiting (voorbereid door de Christ. Radio-Stichting). 10.00 B. N. O. Nieuwsberich ten, sluiting.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 7