Jiunsir and en leven van het AGENDA De Nederlandsche Bank. Nederlandsche Volk. TOBIAS 1INSDAG 17 JUNI 1941 H A 'A RUE M'S D A 0 B C 'A' D 3 0 in Haarlem 0 en daarbuiten. Het is een vriendelijke gedachte van Zandvoort's meentebestuur geweest aan de kunstenaars onder n ingezetenen dezen zomer de gelegenheid te bie- n hun werk te laten zien in een zoo aantrekkelijke igeving, als trouw- en raadzaal dezer plaats opleve- n. En voor de bezoekers onzer badplaats kan deze iendelijkheid een attractie worden, als goede kunst een waardig milieu te bezichtigen wordt gesteld, oor zes artistcn is aan de uitnoodiging van het ge- eentebestuur gevolg gegeven. Drie schilderessen en schilders vertegenwoordigen voor het oogenblik locale kunstproductie en bieden voldoende ver- heidenheid om den bezoeker een uurtje aangenaam iig te houden. Mevrouw Co Chevallier is als teekenares van dieren onbekende. Zij had en heeft nog steeds een chtig-gemoedelijke wijze van aanschouwing harer jetten en is in haar beelding niet zonder charme, joral in door de natuur reeds bekoorlijk uitgedoste ezens: pauwen, kakatoes en andere kleurrijke of jcstig gebouwde gevleugelde vrienden vindt zij haar acht. Een krijtteekening van een Geitje hier bezit gevoeligheid van lijn, de teerheid van kleur waar- jr het den besehouwer zal boeien. Mevr. G. SchakelBraakensiek heeft veel in Ne- rlandsch-Indië gewerkt en vertoont hier een aantal irtretten, typen en landschappen waarbij veel dat rrassend is door een vlotte, kundige techniek die ms neiging heeft nonchalant te worden. In ieder val behoort deze schilderes tot de Zandvoortschc posanten, die met hun materiaal vertrouwd zijn en Cten wat schilderen is. Een beetje te vlotte tevreden lid met het bereikte zooals ook bij Willem Doove- aard voorkomt, met wiens Indisch werk het hare ij verwant lijkt zou gemakkelijk te overwinnen Want in een doek als Ponoma en Periarami is ten- otte een zeer geslaagde fijne uitvoerigheid in de ihandeling te bewonderen evenals in de pastel van n Madoereeschen matroos, welke pastel er naast ingt. Knap zijn ook de meer schetsmatige dingen Kling (11), Baboe Tarob (12) en de Javaansche •aatjongens (15) met in het laatste juist die noncha- nte partijen, die het doek. met hoeveel goeds ook, ijns inziens niet tentoonstellingsrijp doen zijn. Dat zc schilderes overigens veel in haar mars heeft kan en ook uit de teekening Rongeng (64) aflezen. Zoo mejuffr. Jo de Jong over eenzelfde routineuse hildervaardighcid mocht beschikken, zou ze licht een iel eind opschieten, dunkt me. Dat doet ze niet en ardoor heeft veel van haar werk het onbereikte van waarnaar te hoog gegrepen werd. De figuurstuk- met entourage, als Dame voor spiegel en Die nschilderes gaan voorloopig nog boven het mutsje, et stilleven met de „gedroogde bloemen" is gaaf en led en in die lijn zal de schilderes vermoedelijk vol- icning vinden. Van de heerenschilders was Eugène Brands mij tot eden een nieuwe naam. Voor zaken als Mozaïek en 'ostracte Concretie ontbreekt mij ten eenenmale de aardecringsmogelijkheid. Wat daarin aan beelding inwezig is behoort, geloof ik, op een ander terrein in dat der schilderkunst thuis, al is deze soort gees- sproductie gedurende een aantal jaren op dat ter- in te gast geweest. Maar zeer bijzonder kan ik de ;raffineerd fijne teekeningen van dezen artist genie- n, die hier zijn uitgelegd en op een paar duin- ndschappen na onder den verzamelnaam „Vloed- |ncomposities" zijn saam te vatten. Op deze deels in uitgevoerde bladen, worden schelpjes, stukjes uw, doosjes, bosjes wier, kortom, allerhand op het rand tegen de vloedlijn vindbare voorwerpjes op rgzaam-gevoelige wijze afgebeeld en over het blad odanig verdeeld, dat er binnen het kader van zulk ad steeds een rustig-evenwichtige compositie ont- aat. Niet overal is de teekening van schelpjes etc. sterk maar het geheel doet prettig aan en doet xonderstellen dat achter den maker een ietwat ver- nd zoeker naar subtieliteiten steekt. Iet werk van den Zandvoorter Daan de Lange is ik in Haarlem, door zijn exposities in het Frans alsmuseum en elders, genoegzaam bekend. De geest van is het dichterlijk overzetten van de realiteit in n beeldvorm die geheel door zijn fantasie beheerscht ordt en toch van de realiteit niet een te grooten af- and neemt. Hoewel deze schilder gevoelig voor en •rwant aan de kunst van een Odilon Redon is het list die afstand, die bij Redon veel grooter is, waar oor Daan de Lange een heel eind van den Franschen lysticus verwijderd blijft. Dat ook in het werk van aan de Lange een niet-allcdaagsche geest zich uit, an niet ontkend worden en een schilderijtje 'hier joals Berken in sneeuw of een teekening als Morgen- emming hebben een eigen karakter, het zijne. Ook de schilderijen van Theo Groeneveld kent men de Spaarneslad, al is wat hij hier in Zandvoort xposeert alles nieuw en nog niet vertoond. Hij werkte vorigen zomer in Volendam en laat daar thans een en ander van zien: Hooiland, Wagenkot, olendam. Maar belangrijk is het oeuvre van dezen schilder is on groote figurencompositie, die hij pas voltooide aar studies uit Zuid-Limburg en die naar mijn mee- iflg den schilder een flink stuk in zijn arbeid vooruit- ebracht heeft. Hij slaat er hier alvast geen kwaad guur mede. Immers, er behoort nog wel iets meer oe een groep figuren in zulk een omgeving verant- loord neer te zetten dan een vetplantje in een potje ut te beelden, hoezeer ook in zulk bescheiden on- erwerp de geboren kunstenaar tot uiting kan komen, lit Limburgsch markttafereel is als een brevet voor on schilder dat toonen kan tot wat hij in staat is en cm een plaats bezorgt onder hen die meetellen. In lie onderdeelen is het werk overdacht en bestudeerd, cokening en houding der vijf vooraanstaande figuren ijn goed gemotiveerd, het stilleven van marktwaar op on voorgrond is dat ook, de beweging in de tentjes op en verder plan is geestig aangeduid en in het Lim- urgsche landschap op den achtergrond profiteert de childer van de vele serieuse studies die hij vroeger eeds in dat land en in België maakte. Terwijl dat lies door een levendige kleurigheid gebonden is zon- er waarvoor bij zulk een opgaaf spoedig het ge- aar bestaat te rammelen. Theo Groeneveld expo- eert hiermee in Zandvoort een geslaagd, omvangrijk 'erksluk, waarvan hij plezier beleven mag en dat em tevens voor de toekomst verplichtingen oplegt. J. H. DE BOIS. Hierboven: De Amsterdam- sche Dierentuin heeft weder om een kostbare aanwinst voor zijn antilopen verzame ling ontvangen in den vorm van een prachtigen volwas sen witbaard gnoe uit het Zuiden der Kcnia-colony in Oost-Afrika. (Foto Pax Holland) Rechts: Visschen zonder tuig is een puzzle, doch een jeugdig brein weet zelfs voor dit probleem een oplossing. (Foto Pax Holland) Aan de rots voor steenbokken die in den Amsterdamschcn Dierentuin wordt gebouwd, wordt de laatste hand gelegd. Boven de maquette onder de afwerking van het geheel. THEO GROENEVELD Markt in Zuid-Limburg. (Foto De Haas) Markt den door haar ingerichten boekenvoorraad in oogenschouw en in handen nemen, die over folklore en heemkunst handelt, er uit vertelt en er van af beeldt en in staat is nog sluimerende belangstel ling voor veel schoons en wetenswaardigs te wek ken. Er is hier voldoende om zich te oriënteeren: over Nederlands vroegste beschavingsgeschiedenis (Hol- werda en de vondsten uit den bodem); over onzen glorietijd (de groote werken van Brugmans, H. E. van Gelder e.a.) maar evengoed over onzen tijd die een zee tot meer maakte (Hana, Colijn, reproductie albums) en Wording en groei onzer steden, waarbij een groote belangstelling voor Amsterdam blijkt, maar ook de prachtige werken van den Rotterdam- schen architect Verheul over de Maasstad opge merkt worden. Dan vindt men in allerlei fasen de geschiedenis van het vaderlandsch' boerenhuis, het stadswoonhuis, het pakhuis zelfs, waaraan een bui- tenlandsche, mevr. Revesz-Alexander een bijzondere studie wijdde. En over de schoonheid, de picturale schoonheid van ons land zouden, reeksen van titels af te schrijven zijn, wat wij zullen nalaten. Hierna het terrein der irrealia betredend: wist men ons kleine land zoo rijk aan sagen, oude overleverin gen, volksgebruiken en usantiën? Wat weet de nor maal beschaafde medeburger over streekgebruiken, volksspelen en kostuum? Of, om weer tot de prac- tijk van het hedendaagsche leven terug te keer en. van het prachtige werk der Heidemaatschappij of van het Staatsboschbeheer? Lette men reeds op de resultaten, die de Natuurmonumentenzorg ople verde? Ik doe slechts ruwe grepen in al die interessante verschijnselen van vroeger en thans, die alle tot de begrippen heemkunde en folklore behooren en waarover ge in De Hoofdwacht nu zoo uitvoerig in woord en beeld voorgelicht wordt. Ongetwijfeld zal bij den een of anderen bezoeker de weetgierigheid ontwaken, de lust opkomen zich op het wezen van dat alles te bezinnen en wellicht voor eenig onderdeel een dieper doordringende aandacht te re- serveeren Hier zal dan de bedoeling dezer expo sitie begrepen zijn, dunkt mij, en kan gelden dat hoe meer men van iets weet of kent te grooter het behagen er in worden kan. J. H. DF. BOIS. Heden DINSDAG 17 JUNI. Gemeentelijk Concertgebouw: Volksconcert H. O. V., 8 uur. Groote Kerk: Orgelbespeling van 89 uur. Palace: „De glazen kogel", 2, 6.30 en 8.45 uur. Rembrandt Theater: „Droommuziek", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Luxor Theater: „Contrasten", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Frans Hals Theater: „Yvette", 2.30. 6.30 en 8.45 uur. Alg. Ned. Verbond: Tentoonstelling folklore en heemkunde van Nederland in „De Hoofdwacht", Groote Markt 17, van 2.305 en van 79 uur. WOENSDAG 18 JUNI. Stadsschouwburg: Elly BeinhornRosemeyer spreekt voor de Ncd. Duitsche Kulluurgemeenschap „Werkgemeenschap Haarlem". 7.30 uur. Alg. Ned. Verbond: Tentoonstelling folklore en heemkunde van Nederland in „De Hoofdwacht", Groote Markt 17, van 2.305 en van 79 uur. Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags en des avonds. Nachtdienst Apotheken. De volgende apotheken te Haarlem zijn van des avonds acht tot des morgens acht uur (ook op Zondag) geopend: Bosch en Vaart-apotheek, Bosch en Vaartstraat 26, Tel. 13290. H. Remmers en Zoon, Kruisstraat 6, Tel. 10354. Noorder Apotheek, Jan Gijzenkade 181. Tel. 23821. Te Heemstede is geopend: Hoemsteedsche Apotheek. Binnenweg 98, Tel. 28197. Het Jaarverslag over 1940/41. 's GRAVENHAGE, 17 Juni (A.N.P.) Aan het verslag van de Ned. Bank over het boekjaar 1940- 1941 is het volgende ontleend: ..De oorlog, die thans om ons heen woedt, plaatst het Nederlandsche volk voor een taak van ernstige zelfinkeer. Het is niet wel mogelijk zich op het eenvoudige standpunt te blijven stellen dat de vroegere toestand zcfïïcler meer goed was en dat veranderingen overbodig of ongewenscht zijn. Wie zulk een houding aanneemt, plaatst zich in tegenstelling tot het leven zelf dat nu eenmaal voortdurende verandering en beweging beteekent. Bij het overgrootc deel van ons volk overheerscht het besef, dat diepgaande verande ringen met betrekking tot de toestanden welke voor den oorlog heerschten in 't algemeen belang drin gend gewenscht zijn. Over den aard en den vorm die aan deze veranderingen dienen te worden ge geven bestaat uiteraard in verschillende kringen een groote verscheidenheid van meening. Dat zulke veranderingen alleen duurzaam zijn voorzoover zij uit de norganischen groei der volken voortkomen spreekt vanzelf. Elke arbeidsgemeenschap heeft op haar gebied naar de nieuwe vormen te zoeken. De Nederlandsche Bank kan en wenscht zich niet te onthouden van een nadrukkelijke deelname aan deze algemeene taak, die ons door een van de ge weldigste revoluties, die de geschiedenis heeft ge kend is gesteld. De huidige veranderingen spelen zich immers ook af op het financicel-economisch terrein, waarop de Nederlandsche Bank meer in het bijzonder haar taak uitoefent. Voor die groep onzer bevolking, die geneigd is elke vernieuwing ook op financieel-economisch ge bied in beginsel af te wijzen, zij er hier op ge wezen, dat de doelstellingen welke bii de beoogde reorganisatie van Europa door middel van ren Volkenbond waren gesteld op nagenoeg geen enkel terrein zijn bereikt en dat thans in vollen oorlogs tijd, op veel grooter schaal deze reorganisatie daad werkelijk wordt verwezenlijkt. Op het vasteland van Europa is een groote levensruimte in wording, waarbinnen de ruil van producten en diensten zich vrij zal kunnen afwikkelen. Degenen, die aan de noodzakelijkheid eener grootere levensruimte gelooven. kunnen inderdaad niet ontkennen, dat in dat opzicht gedurende de laatste twaalf maanden groote vorderingen zijn gemaakt. De Nederlandsche Bank is in zooverre direct betrokken bij dezen nieuwen Europeeschen opbouw, als de invoerrechten op goederen naar en van Duitschland en de deviezengrens tusschen het Derde Rijk en Nederland werden opgeheven. Tus schen de tot het Derde Rijk behoorende gebieden en Nederland bestaat nagenoeg geen belemmering meer voor het vrije betalingsverkeer. Reeds is de organisatie van een vrij bankenverkeer en van het postchèque en giroverkeer over dit reusachtige ge bied in vollen gang. Terwijl het wegruimen van hindernissen op volkshuishoudelijk gebied ten bate van het vrije goederen- en handelsverkeer tusschen Duitschland en Nederland snelle vorderingen maakt, worden ook met andere landen waarmede het Duitsche rijk dooi de machtig snelle ontwikkeling van Europa in steeds nauwere betrekkingen raakt onderhandelin gen gevoerd over het opruimen der belemmeringen, die aan de welvaart der volken binnen de Europee- sche levensruimte, in den weg staan. In het jaarverslag van de Deutsche Reichsbank over het jaar 1940 wordt met zooveel woorden gezegd, dat het doel is, om in oorlogstijd de grond slagen voor een toekomstigen organischen econo- mischen en geldelijken nieuwbouw op het Euro- peesche vasteland te leggen. Ook het jaarverslag van de rijksbank wijst er op, dat in de Duitseh- Italiaansche clearingovereenkomst van Augustus 1940 reeds overeengekomen werd, dat alle vorde ringen en verplichtingen uit het buitenland tusschen Italië eenerzijds. het Derde Rijk, Nederland, Bel gië en Noorwegen anderzijds in marken zullen wor den gecleard. Daarmede openbaart zich de taak, die de mark als betaalmiddel in dc toekomstige Europeesche levensruimte zal moeten vervullen. De Nederlandsche gulden is tot elk bedrag en tegen den vasten koers van f 100 R.M. 132.70 inwisselbaar en ook het omgekeerde is het geval. Ook met vele andere staten is tusschen de mark en liet betref fende betaalmiddel een vaste koersverhoudïng ge leed, zoodat op deze wijze ook tusschen dc gulden en de betaalmiddelen dezer landen een vaste waar de verhouding is geschapen. De komende Europeesche levensruimte moet over een economisch-financieel centrum beschik ken. als hoedanig Berlijn in aanmerking komt. De snelle economische ontplooiing van het Derde Rijk zal aan ieder duidelijk zijn die zijn oordeel vormt zonder haatgevoelens of vooringenomenheid. De overzeesche organisatie der volkshuishoudingen zal daarbij niet in het minst worden verwaarloosd. De vorige wereldoorlogen brachten geweldige ver anderingen op economisch gebied. Te velen onzer landgenooten zijn blijkbaar vergeten, dat vóór de Napoleontische oorlogen Amsterdam het finan- cieele centrum van Europa was, dat na deze oor logen Londen de plaats van Amsterdam innam, en dat bij den vorigen wereldoorlog New-York Londen ging overschaduwen. De voordeelen die zich bij het herstel van den vrede voor de volken van het Europeesche vaste- Krijgslist.... Tentoonstelling in Zandvoort's Raadhuis. Expositie in de Hoofdwacht. Hoe velen zullen juist in deze komende maan- len van de schoonheid van ons land gaan genie- en, zonder dat land met de intimiteit, die de ware [enegenheid eigen is, te kennen; hoe velen leven S- te midden van ons, die van onze eigenaardighe den en eigen aard wel zoo eens het een en ander ipgestoken hebben, met den weiwillenden glimlach lie bij oppervlakkigheid past, maar van het hoe en daardoor dier eigenschappen zich hoogst zelden ekensehap gaven? Folklore en heemkunde zijn moderne woorden voor moderne afdeelingen onzer Blgemcene kennis, doch die beide overvuld zijn met boeiende bijzonderheden over land en leven :an ons volk. De tentoonstelling van boeken en tijdschriften, die de laatste jaren over die beide vriendelijke we tenschappen verschenen zijn, zal den bezoeker aan vankelijk door haar grooten omvang verbaasd doen staan. Die omvang schijnt in tegenspraak met de vraag die wij zoo juist stelden. Inderdaad, er is voor die zaken wel belangstelling, maar nog veel te wei nig. En het lag wel juist op den weg van het Al gemeen Nedeiiandsch Verbond (in dit geval van zijn Haarlemsche Afdeeling) die belangstelling te pro- pagecren. Tot a.s. Zaterdagavond kan men dagelijks van hall drie tot vijf en van zeven tot negen uur in het gebouw van De Hoofdwacht op de Groote land na de voltooiing van de Europeesche levens- ruimte snel zouden doen gevoelen blijven thans ge deeltelijk achterwege. Slechts moeizaam baant thans dc continentale handel zich te midden van de door den oorlog opgelegde noodzakelijkheden zijn baan en toch ontwikkelt zich, hoewel voor veler oogen nog onzichtbaar, het leven in de grootruimte van "net Europeesche vasteland. De handelsstroomen in het groote gebied zoeken naar hun bedding en in deze baanbreking naar den nieuwen lijd ontstaan stuwingen, die binnen cenige jaren tot een verge ten verleden zullen behooren. In dit verband zij gewezen op de gestadige toe neming van de markensaldi van de Nederlandsche volkshuishouding, die in de Nederlandsche Bank centraal worden beheerd, en die een samengebalde koopkracht vormen welke in het Derde Rijk nog naar de terreinen tast waarop zij zich kan ont plooien. Naarmaie de mark door accoorden als hierboven vermeld in een toenemend aantal landen voor aankoopen kan gobezigd worden, krijgt zij meer en meer het karakter van een eerste klasse devies, dat als dekking voor andere betaalmiddelen kan worden gebezigd. Het verschil tusschen de tegenwoordige mark en het vroegere Engelsche pond. dat onder het stelsel van de goudwisselstandaard jarenlang ten onrechte als eerste klas deviezendekking werd gebezigd, springt in het oog. Het vroegere Engelsche pond was zoogenaamd door goud gedekt, doch dit goud was in hoofdzaak van andere landen geleend. Sinds de stabilisatie van het pond in 1925 heeft de gouver neur van de Bank of England, Montagu Norman, met alle middelen gepoogd de Europeesche cn ook de overzeesche landen cn de declen van het Brit- sche imperium tot het aanhouden van aanzienlijke saldi te Londen te bewegen. Dit is hem ook in hoofd zaak gelukt. Hadden de circulatiebanken der we reld toenmaals een juist begrip gehad van den wer- kelijkcn toestand cn hun said, opgevorderd, dan ware de goudvoorraad van de Bank of England weggesmolten als sneeuw voor de zon en zou het feit aan den dag zijn getreden, dat het pond in het geheel niet door goud was gedekt, en dat de boni- teit van het pond een fictie was. Het blinde geloof in een Britsche economische kracht, dat ook toen nog heerschte. was gegrond vest op eeuwen van arbcidw en strijd van het Brit sche volk. Op dien arbeid was ook in het verleden de stabiliteit van het Engelsche pond gegrondvest, omdat arbeid alleen de grondslag van productie en welvaart is en de koopkracht van n betaalmiddel af hankelijk is van de door arbeid voortgebrachte hoe veelheid goederen en diensten. Deze grondslag ont brak en de smadelijke devaluatie van 1931 was noodig om de gegrondheid van de waarschuwingen van vele Britsche deskundigen te bewijzen. Aan de Nederlandsche Bank echter kostte het geloof in de onaantastbare waardevastheid van het Engelsche pond sterling en aan het woord van den gouver neur der Bank of England tientallen millioen guldens. De arbeid, die door dc Britsche generaties dezer eeuw was verwaarloosd, is door het Derde Rijk en zijn Fuhrer als het eenige juiste economische fun dament der volksgemeenschap aanvaard. Op den arbeid is de waarde van de mark gegrondvest. De genen die dezen oorlog noodeloos willen verlengen willen dezen grondslag aantasten, doch juist op dit gebied wordt met een ontembare volharding ge werkt aan het organiseeren van den mensehenlijken arbeid tot zijn toppunt achter het steeds vooruit schuivende front der legers der asmogendheden. De oorlog tast de reserves aan. doch de organisa tie van de groote Europeesche levensruimte vrij van economische belemmeringen schept de grond slagen voor een zoo snel herstel bij den vrede, dat zelfs deze oorlog de hechtheid der grondslagen der Groot-Duitsche volkshuishouding niet kan aantas ten. Op deze arbeidsorganisatie van het vasteland cn op het verbreede economische draagvlak dei- vrije levensruimte van Europa is de waardevast heid der mark, op deze en haar Europeesche gelding is haar karakter als dekkingsdevies gegrondvest. Derhalve zijn de markensaldi die de Nederlandsche Bank onderhoudt als volwaardige deviezen te be schouwen. Het spreekt vanzelf, dat de opeenhooping der markensaldi, die op het oogenblik plaats heeft de schijnbare circulatie van betaalmiddelen vergroot. Deze saldi zijn trouwens een verschijnsel van voorbijgaanden aard. Zij vormen een overgangs vorm in de wordende groote levensruimte van Europa en functioneercn als een crediet aan het Derde Rijk. Doch ook de weerstand van het oude tegen het nieuwe openbaart zich in deze aengroeiing der markensaldi. Het Nederlandsche volk, of al thans een deel daarvan, vermeit zich ter beurze in aankoopen van Amerikaansche effecten, waar van de tegenwaarde in Amerika is geblokkeerd, en die dus een volkomen onbepaalde waarde bezitten. Deze zelfde kapitaalkrachtige kringen, die zich aan een dergelijke blinde speculatie overgeven, zijtj slechts ten deele geneigd kapitaalbeleggingen in het Derde Rijk ter hand te nemen, welke kapitaal- beleggingen, zoo hiermede eenmaal een aanvang is gemaakt, het marken tegoed van de Nederlandsche Bank zouden doen verdwijnen als sneeuw voor de zon Een zware verantwoording rust in dit opzicht op de commissionairs en op dc pers, die het publiek voor lichtingen geven. Het is te vreezen, dat thans we derom als zoo vaak in het verleden de verliezen, die op de meest speculatieve Amerikaansche effec ten kunnen worden geleden de kleinste spaarders van het land zullen treffen. Het was dan ook een wijs besluit om de Ameri kaansche effecten tot datgene te bestempelen, wat zij werkelijk zijn, nl. buitenlandsche fondsen en de noteering voor deze effecten te verbieden. De oor log stelt nu eenmaal harde noodzakelijkheden. Deze noodzakelijkheden kunnen grooter leed op latere tijdstippen vermijden. Het kapitaal heeft de plicht zich zooveel mogelijk dienstbaar te maken aan de Nederlandsche arbeids gemeenschap en dus die doeleinden te bevorderen, waardoor de welvaart dezer arbeidsgemeenschap kan worden verhoogd. Deze noodzaak klemt te meer waar voor den duur van den oorlog helaas een be langrijk gedeelte van het nieuwe spaarkapitaal moet worden opgeëischt voor dc financiering van de buitengewone uitgaven die op ons grondgebied druk ken. Zoolang deze uitgaven die op ons grondgebied drukken 't karakter hebben van een verzekering voor de toekomstige bestaansmogelijkheid der Germaan- sche volken en dus ook van ons land, zal althans bij dat deel van het volk dat de Europeesche ver nieuwing reeds als een levende werkelijkheid heeft aanvaard een offer gaarne worden gebracht Dc fi nanciering van de overheidsuitgaven overweegt dan ook op het oogenblik in zoodanige mate, dat er oriënteering van het spaarkapitaal naar dc obliga- liemarkt voor zichzelf behoort te zijn. In Duitschland wordt het staatscrediet in snel tempo op de basis van een rentevoet van 3V? pet. geplaatst. Het kan niet uitblijven, dat van Duitsch land uit aankoopen van obligaties zullen plaats vinden. die hier een hongere rente afwerpen, dat mettertijd met onafwendbare kracht deze aan knopen de koeren van de Nederlandsche obligaties zullen opstuwen. Het moet dan ook in de toekomst mogelijk zijn in Nederland eveneens op de basis van 31,2 pet. te leenen. Deze en dergelijke verschijnselen zullen zich ook op de geldmarkten voordoen. Hier is echter voor het oogenblik het tegengestelde verschijnsel waar neembaar. De discontotarieven van schatkistpapier lagen hier reeds geruimen tijd onder de Duitsche tarieven. De afstand is voor korten tijd echter nog vergroot door een verlaging van de discontotarieven over de geheele linie, zoodat wij op het oogenblik ver onder de Duitsche tarieven liggen. Er zijn ook andere verschijnselen behalve de verlaging der dis contotarieven en sehatkistpapier. die op een ont spanning van de geldmarkt wijzen. In den aller- laatsten tijd. d.w.z. in de maanden die sinds het einde van het boekjaar zijn vcrloopen, beginnen de teekenen van het terugkeerende vertrouwen zich meer en meer te versterken. De neiging om geld te hamsteren begint te verflauwen. Het tijdstip kan tecrcmoet worden gezien, waarop de besparin gen wederom een krachtigen steun zullen vormen voor de geld- en kapitaalmarkt. Het zou onjuist zijn een dergelijke ontwikkeling door overhaaste maatregelen te storen. Het Neder landsche volk dat in deze bewogen tijden aan zoo veel tegenstrijdige beïnvloedingen onderhevig is, zal uit zichzelf den evenwichtstoestand terugvin den en langzamerhand de richting onderkennen, die dc organische krachten van het leven in dc Euro- peesche grootruimte bcheerscheu. Hoe eerder dat geschiedt, des te eerder zal ook bij een langduri^en oorlog het Nederlandsche volk de grondslagen van zijn bestaan hebben verzekerd".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5