Spait en SpeC De N.A.U. en de Boschloop Den Hout WOENSD AG 18 J U N I 194f HïiSREE M'S DAGBL'AD 6 Athletiek Enthousiast schrijven van den voorzitter De voorzitter van de Nederlandsche Athletiek Unie, heer G E. van der Werff Jr. schrijft ons: „Wij danken het aan het initiatief van de heeren Duiker. Mr. W Veniet en A. Klaase. allen officials van de Nederlandsche Athletiek-Unle. dat in 1941 de populaire Boschloop „Den Hout" wederom wordt georganiseerd. Deze drie bekende namen in de sportwereld waarborgen, een tot in de puntjes verzorgde organisatie. De Nederlandsche Athletiek Unie is uitermate Ingenomen met dit besluit, omdat Haarlem een der beste sportsteden van Nederland Is. Het is een daad van groote propagandis tische waarde. De deelneming zal zeer groot zijn en hei Haarlemsche publiek zal hieruit zien. hoe dringend nood zakelijk het is. dat Haarlem sportstad bij uitnemend heid met den aanleg van een sintelbaan een aanvang neemt. De vroegere wethouder de heer M. A. Reinalda. heeft eens in den Haarlemschen Raad gezegd: „Een sintelbaan wordt slechts een of tweemaal per jaar voor een wed strijd gebruikt, en ligt verder braak". Dit is onjuist. Want honderdmaal belangrijker dan de wedstrijd is de gele genheid om te trainen. Athletiek ls de moeder van alle sporten Zij kan niet behoorlijk beoefend worden op een grasveld. Een sintelbaan met volledige accomodatle ls daartoe onmisbaar. Op loffelijke wijze heeft In het bijzonder de Haarlem sche pers de urgentie van dit object, steeds weer opnieuw, naar voren gebracht. En mede door deze krachtige mede werking, mede ook door het voortreffelijke werk van Werner Duiker, heeft de regeering thans officieel aan diverse grootere gemeenten de wenschelijkheid naa* voren gebracht, de aanleg van een sintelbaan te bevorderen. De zéér groote deelneming n de D-klasse (niet N. A. U-- leden) zal bewijzen, dat ook In voetbal, hockey e. 3. Eportclubs meer en meer de belangrijkheid, ik mag wel zeggen de noodzakelijkheid wordt ingezien om naast de hoofdsport ook de athletiek te beoefenen. In vele districten In Duitschland is athletiek verplich tend gesteld, voor voetbal- en hockeyspelers. Na onze propaganda gaan in Nederland de voetbalclubs meer en meer over tot de vorming van zelfstandige athletiek- vereenigingen (Ajax, Blauw Wit, Volewijckers, Meteoor. P. E. C., Velocitas, N. A. C. e. a.). Wil men athletiek brengen tot de massa, dan moet men wedstrijden organiseeren, dan moet men de jeugd laten zien, wat athletiek is. Daarom juichen wij 't initiatief ook van den wedstrijd toe en hopen wij van harte dat de Boschloop „Den Hout" 1941 in elk opzicht een prachtig succes en een unieke pro paganda zal zijn voor de athletiek in Nederland en voor Haarlem en omstreken in het bijzonder. ATHLETIEK IN DEN K. T. K. Voor de athletiek-compelitie van den Kennemer Turn kring hebben zich in de le klasse 2 dames- en 4 heeren- ploegen aangemeld, in de 2e klasse 22 dames- en 4 heeren- ploegen, en in de 3e klasse 11 heerenploegen. Deze 43 polegen in totaal zijn afkomstig uit Bato, Concordia, Rapiditas en Turnlust (Haarlem). O. S. S. (Zandvoort), T. V. Santpoort, Bloemendaalsche Gymn. Ver., Olympia (IJmuiden), S. S. H. (Velsen-N.) en Turnlust (Beverwijk) De wedstrijden beginnen 8 uur 's avonds. De vaardigheidsproeven N. G. V. (athletisch gedeelte) worden Zondagmiddag 6 Juli op het terrein aan de Kle ver laan afgenomen. Zaterdagmiddag 12 Juli vinden op hetzelfde terrein de athletiekwedstrijden voor adspiranten plaats. Dinsdagavond startten in Haarlem, zooals trouwens in heel Nederland, de deel nemers aan de avond-vïerdaagschc. Een groepje op den Zeeweg. (Foto De Haas) DRIEKRINGENWEDSTRIJD. Volgens nadere opgave behaalde het Bato-lid mej. C. Swart In den drieknngenwedstrijd 81 p., waardoor zij zich no. 3 plaatste van de K. T. K. ploeg. Boksen Zware gevechten voor Dorus EIten en Jo de Groot in Berlijn. Köbiin en Vogt hun tegenstanders. BERLIJN 17 Juni (V. P. B.) Dat de Duitsche bokssport de Nederlandsche pugilisten naar juiste waarde weet te schatten, blijkt uit de engagementen welke de twee Ne derlandsche boksers D. Elten en Jo de Groot gekregen hebben voor de groote wedstrijden die Zaterdagavond in het Polizeistadion te Berlijn plaats vinden. Dien avond staat den keisverschen Dultschen kampioen, den half- zwaargewicht Seidler, een titelgevecht tegen den uit dager Nutz te wachten. Hoewel Seidler eerst sedert 4 Mei het nationale kampioenschap in zijn bezit heeft, schrikt hij toch niet terug voor een nieuw gevecht. Blijkbaar heeft de jeugdige Duitscher een buitengewoon zelfver trouwen want liet is in de bokshistorie nog maar uiterst zelden voorgekomen, dat een bokser die eerst voor zes .eken een nationaal kampioenschap veroverde, op korten termijn bereid is, een nieuw titelgevecht aan te gaan. Koeblln, de tegenstander van Doris Elten, ontmoet bin nenkort den kampioen Lazek. Elten is de opvolger van Harry Staal, een bokser, die in Duitschland een zeer goede reputatie heeft. In technisch opzicht is Ellen ongetwijfeld de mindere van Koeblin, maar de Hollander kan een respectabele kracht ontplooien en incasseert zoo voor treffelijk, dat Koeblin voor geen gemakkelijke opgave staat Jo de Groot heeft als tegenstander Vogt. Daar De Groot reeds twee maal den nationalen titel in het halfzwaar- gewicht heeft weten te veroveren en ongetwijfeld een der zeer goede Nederlandsche boksers is, voorzien Duit sche experts voor Vogt een moeilijk gevecht, maar Vogt. die op 4 Mei in het dramatische titelgevecht te Hamburg tegen Seidler een deel zijner reputatie heeft moeten in boeten. wil Zaterdagavond beslist alles op alles zetten om via een overwinning op den Nederlander den weg naar een succesvolle loopbaan terug te vinden. Waterpolo Samenstelling van Haarlemsche zeventallen. De komende weken zullen enkele Haarlemsche zeven tallen verscheidene wedstrijden te spelen krijgen. Op Zon dag 29 Juni op de wedstrijden van D. W R. zal een Haar- lemsch dames zevental den strijd aanbinden tegen de kampioensploeg van Haarlem, D W. R. De P. C van Kring Haarlem heeft hiervoor het volgende zevental samengesteld: L. Schulte (Haarlem). G. Brands (Haarlem), F. Kann (H.F.C.). A. Buding (V.Z.V.), P. van Daatselaar (Haarlem). C. Kraft (Haarlem), M. Kwak (V.Z.V.). Voor de wedstrijden, die op 7 Juli, ter herdenking van den eersten waterpolo wedstrijd in Nederland In het oude bad aan de Houtvaart gehouden zullen worden en waar door twee Haarlemsche zeventallen gespeeld zal worden tegen het Nederlandsche zevental en de oud-internationals, zijn eveneens twee zeventallen samengesteld. De voorloo- pige opstelling voor den op 27 Juni aan de Houtvaart te spelen proef wedstrijd is: A-Zevental: N. Kollerie (D.W.R.), A. J. Braam (H.P.C.), J. Seubnng (D.W.R.), P. Swier (V.Z.V.) F. de Geest (H.P.C.), J. Kollerie (D.W.R.), N. Schoone (V.Z.V.). B-Zevental: E. Vrugt (H.P.C.), C. Visman (V.Z.V.), C. van Ellinkhuizen (Haarlem), D. van Viersen (D.W.R.) A. v. d. Bogaarde (D.W.R.), M. Mauritz (H P C.), A. H. Sipkema <H P.C.). Deze proefwedsti ijd begint om 7.30 uur. De scheids rechter Is de heer C. Janus te IJmuiden. Flinke overwinning van Haarlem. Haarlem heeft tegen De Zijl uit Leiden een goeden wed strijd gespeeld. Het was vooral aan de schotvaardigheid van Smit/, cn van Hemsbergen te danken, dat de Leid- sche doelman Keijzer vijf maal den bal uit het net kon halen. Reeds direct na het begin was Smttz zijn tegen stander van Welsen te snel af. Even later, toen Verdel was opgezwommen, kwam van Hemsbergen vrij te liggen en kon de score op 2—0 brengen. Nog voor de rust kon Smitz een goed aangegeven bal" van Van Hemsbergen ineens m het vijandelijk doel slaan. In de tweede helft, toen Haarlem spoedig een numerieke minderheid kreeg, doordat Smitz wegens vetzwemmen het water werd uitgestuurd, hield de achterhoede met Zeeman, Ellinkhuizen en van Goor tegen de talrijke Leid- sche aanvallen stand, totdal tenslotte Van Hemsbergen een vierde Haarlem-doelpunt maakte. Even later doel puntte Smitz met een onverwacht schot voor de vijfde maal. De Haarlem-dames, die tegen V. Z. V. in het water kwamen, behaalden een even groote overwinning door goede doelpunten van de dames Kraft en Jansen. Dammen Donderdagavond a.s. wordt In het clublokaal van „Oosterkwartier" de zesde ronde van bovengenoemden wedstrijd gespeeld. Het programma voor deze ronde luidt als volgt: Chr. Gerritsen (Bennebroek) tegen Y. de Jong (Haarlem): W. Lensink (Haarlem) tegen J. W. van Dartelen (Heemstede); A. de Jong (Haarlem) tegen P. J. van Dartelen (Zand voort); H. G. Teunisse (Haarlem) tegen J. B. Sluiter Jr. (Heemstede). De eerstgenoemde spelers spelen met wit. Schaken Zomerwedstrijden van „De Rochade". Ook in de tweede ronde heeft het aan strijdlust bij de zomerwedstrijden niet ontbroken. Ditmaal was het aantal afgebroken partijen eveneens grooter dan in de eerste ïonde, hetgeen er op moge wijze, dat men over het alge meen genomen geen risico's wenscht te nemen. Hieronder volgen de gedetailleerde uitslagen: Tweede Ronde. Eeregioep Heeren: J. Blokker—J. van Kampen 0—1: W. v. d. Werff— H. Blokker i/.—1/2; F. A. Spinhoven—D. F. de Lange i/v—y2. Eeregroep Dames: Mw. M. E. Mazirel—Mw. G. Brink man uitgest.; Mw. N. A. Jonkers—Mw. C. K. Bakker afgebr. Hoofdklasse Groep A: J. W. Brugman—C. P. Akkerman 1—0; A. Herfst—J. P. Wever afgebr.; R. Holman—W. J. Jolink 0—1. Hoofdklasse Groep B: L. J. Harms—Joh. Blansjaar afgebr.; S. Herfst—Th. Bergman afgebr.; P. Verhoog— N. C. de Tombe afgebr. Eerste klasse Groep C: S. J. AbspoelM. Hovinga 1—0; J. v. d. Schaaf—J. Geerllngs afgebr.; J. Wolff—P. de Bruljn 1—0. Eerste klasse Groep D: H. de Vos—J. Kok 0—1; P. M. Dorleljn—P. Eijkelboom 1—0. Tweede klasse Groep E: J. P. Meulenberg—J. Eppinga 0—1; Ab. Klein—J. C. v. Vliet 1—0; W. C. P. de Vries— Mw. Y. Maljaars afgebr. Tweede klasse Groep F; J. Strijbis—C. J. H. Rademaker 1—0; P. E. Kolderie—Mw. G. v. Raalten 1—0; H. Aarts— C. S. G. Noordhoff afgebr. Derde klasse Groep Gr S. Wellinga—D. Tel 1—0; A. de Loor—J. v. Kralingen 1—0; H. Beets—G. P. Bronkhorst Derde klasse Groep H: J. Westenberg—C. Sehultz Jr. 0—1; H. Vis—C. Kwantes 0—1; Y. J. v. Bergein—Mw. J. Cinqualbré 0—1. In de Eeregroep heeren won J. Blokker m de eerste ronde van Spinhoven; in de Hooflklasse A won R. Hol man. een jonge veelbelovende speler, met zwart van A. Herfst van „Het Oosten Hel 200ste paard van Toontje. Jubileumvoorstclling te Haarlem. Donderdag 19 Juni gaat Toontje in den Stads schouwburg te Haarlem zijn 200ste paard teekenen, een record dat het ventje welhaast rijp maakt voor de speelplaats van uitverkoren kinderen, waar Bartje, Merijntje en Boefje in de zon der publieke gunst ronddartelen. De zomercombinatie der leden van het Residentie Tooneel heeft besloten hem op zijn jubileum een feestelijken avond te bereiden. EXAMENS. ACADEMISCHE OPLEIDING. Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Amster dam voor candidaat geneeskunde (tweede deel) S. Lobstein. Aan de Leidsche Universiteit slaagde voor het voorbereidend kerkelijk examen mej..E. Visser, te Santpoort. AKTE L.O. Mej. B. Th. Dijkzeul, Aerdenhout. RIJKSKWEEKSCHOOL VOOR ONDERWIJZERS ESSEN Eindexamen 1941, Haarlem, 17 Juni. Geëxamineerd 7 vr. candidaten. Geslaagd de dames L. N. Jonker, H. J. Laatsch, M. van Nes, C. M. Reeders, E. Schirrmann, A. Teer. GEMEENTEFINANCIEN. Ned. Ver. voor Gemeentebelangen. Geslaagd W. J. Akkerman, Haarlem. Ned. Ver. voor Gemeentebelangen. Geslaagd voor diploma GA I T. van de Bunt, Velsen. R.K. LYCEUM VOOR JONGENS TE HAARLEM. Eindexamen afd. Gymnasium: 13, 14, 16 en 17 Juni. Geëxamineerd werden 12 candidaten. Geslaagd voor diploma A: C. L. Bilars, H. E. Eekhout. E A M. Hüffer, G. A. M. Kubbinga, J. B. J. M. Neder- koorn. J. W. J. Pels, J. W. K. X. de Rijk, W. L. G. Schwartz, J. A. IJland. Geslaagd voor Diploma B: Th. P. J. M. Pijnen burg. Afgewezen 2. ORGELBESPELING. in de Groote- of St.-Bavokerk te Haarlem, op Don derdag 19 Juni 1941 des namiddags van 34 uur, door den heer George Robert. Programma: 1. Preludium b. kl. t., J. S. Bach. 2. Toccata, G. Muffat. 3. Triptiek, Jac. Bonset Vertwijfeling. b. Overpeinzing. c. Bemoediging. Rhapsodie II over 5. Choral I, C. Bretonsche liederen, C. Saint-Saëns. Franck. VROUW DOOR HAAR ZOON VERMOORD. f In de buurtschap De Graaf onder Lopik heeft de 18-jarige zoon van den veekoopman v. d. Z. ver moedelijk in een vlaag van waanzin zijn moeder vermoord cn daarna de hand aan zichzelf geslagen. Kwekkie, het eigenwijze eendje. Een verhaaltje voor de kleintjes. Het zonnetje schijnt lekker over de sloot, die zo mooi lichtgroen ziet. „Allemaal fijn kroos" snateren de eendjes tegen elkaar, „heerlijk; heerlijk!" En ze happen erin met. hun snavels. En dan duiken ze kopje onder van de pret en trappelen met hun gele poten in de lucht. De sloot is vol eenden. Mooie witte met gele snavels en ook bonte met blauwe halzen en wit-met-zwarte staartveren. En een drukte, dat ze maken! Als je de eendentaal kende, zou je heel wat leuke gesprekken kunnen afluisteren. „Heb je buurvrouw Kwakkel al gezien vandaag?" „Nee, niet gezien. Waar zit ze?" „Weet je dat niet? Die zit vlak bij de hooiberg, op eieren." „Wat je zegt Niks van gemerkt." „Woef, woef," roept het en het hapt naar Kwekkie. (Teekening van G. Huysser). ,,'t Is waar hoor. Ze moeten nu al haast uitko men." „Och kom! Nu al? En 't is nog zo vreeselijk koud!" „Ja, hè? Wie zou denken, dat 't al Mei is?" „O. kijk, héb ik 't niet gezegd?" „Wat is er dan?" „Kwakkel met d'r kindertjes!" „Gunst, i k zei het. Jij zei juist, dat 't nog zo kond was! Ik zei juist „Och Snatertje, hou je mond. I k zei juist, dat Kwakkel daar aankomt mèt d'r kindertjes." „Och, och, wat een jokkebrok! I k zei nog „Stil jullie allemaal!" zegt een dikke zwartkop eend en hij roeit dwars door de ruzie heen. „Wees eens wat beleefd! Maak eens plaats voor Kwakkel. Zie je niet, dat ze vreselijke honger heeft? Ze heeft ook zó lang alsmaar op 't nest gezeten! Ze is er ma ger van! Opzij jullie!" Ja, daar komt Kwakkel aan. 't Is een mooie, spier witte eend. Gulzig hapt ze in 't kroos en kijkt dan weer schichtig om naar haar kleintjes. O. wat een aardig gezicht is dat! Zeven ronde, gele balletjes met heel fijne snaveltjes, heel fijne kraal oogjes drijven achter haar aan op 't water. Kwak kel is een bijdehande moeder, en óf! Na ieder hapje kroos komt een felle kwek om de kleintjes bij elkaaV te houden. Och, wat zijn ze nog klein en pluizig! Als je eens zon heel jong eendje in je hand kon houden, zou je voelen, hoe warm en zacht het is. Ze hebben nog niet veel trek om te eten, ze zijn immers pas uit het ei! Ze scharrelen maar zo'n beetje om Moeder heen en wachten tot ze klaar is met eten. Telkens drijft er eentje een eind af. 't Lijkt heusch wel of ze onge duldig zijn en ernaar verlangen, weer wèg te zwem men. de wijde wereld in. „Zwemmen? Maar hebben die kleine eendjes dan al heusch pootjes met zwemvliezen?" zul je vragen. Och, ik vergal, dat je dat niet zien kunt door al dat kroos. Maar kijk, nu zwemt Moeder haastig weg en alle zeven achter haar aan. Ze komen in de brede sloot, waar 't kroos ophoudt. Ja en nu zie je de pootjes ook: kleine, dunne eigenwijze roeipootjes. waar ze snoezig mee zwemmen kunnen. Jan Dirk, het kleine zoontje van den boer, zit aan de kant van de sloot te kijken. Als hij de hele stoet eendjes ziet voorbij komen, roept hij: „O, kijk ya- (Teekening Doeve) der, allemaal zwemkuikens!" en hij klapt in zijn handjes van pret. Kwakkel en haar kleintjes letten niet eens op hem Ze roeien maar kalmpjes voort, allemaal op een rijtje. Naast het erf is een klein, stilstaand slootje. Daar buigt Kwakkel naar binnen. Nu komt de hele stoet vlak bij het erf terecht. De hele stoet? Nee, toch niet. Er ontbreekt één klein, pluizig balletje met zwempootjes en een snaveltje en brutale kraaloogjes. Kwekkie, het grootste, bijdehandste eendje, heeft een heel stout, eigenwijs plannetje gemaakt, zo maar op z'n eentje. Hij dacht: reuzesaai eigenlijk om zo al door maar achter Moeder aan te zwemmen!' Alle maal op 'n rijtje: links, rechts, links, rechts. Gaat Moeder rechtuit, dan wij ook. Slaat Moeder een hoek om, rrt! wij allemaal mee. Nee, hoor, dat is niets voor mij. Ik ben lekker de grootste, ik kan best helemaal alleen door 't leven roeien! Bést!" Ja, dat heeft Kwekkie allemaal gedacht. Je wist zeker niet dat er zooveel stoute gedachten in zo'n klein eendekuikenkopje kunnen opkomen, hè? En nu zwemt Kwekkie op z'n eentje door de grote sloot: een heel klein, geel pluisballetje. Hij roeit maar en roeit maaren hij denkt, dat er nooit een eind aan de sloot komt. 't Is een trots ge voel, zoo helemaal alleen te roeien, maar toch ook een klein beetje angstig zonder Moeder's zog vlak voor je, waar je altend in blijven kunt. 't Lijkt wel, of er helemaal geen eind aan de wereld komt! O! daar ziet Kwekkie een groene bocht. Net zo'n klein, stilstaandslootje als dat, waar Moeder daareven inboog. Kwekkie buigt ook rechtsom, niet om Moe der te zoeken, o nee! Maarnu ja„ Kwekkie mag toch zeker ook zelf op z'n eentje weieens een bochtje maken? Roeien, roeien maar! Oef! Kwekkie wordt moe. Hè, "t zou n u toch wel leuk zijn, als hij Moeder O, kijk, daar is iets wits, dat zal Moeder zijn. Vlug, vlug! Kwekkie roeit naar het witte toe, maar, maar 't is Moeder niet. Het witte, dat op 't groene gras ligt. rekt zich uit, vliegt overeind, en „Woef, woef, woef!" roept het en het hapt naar Kwekkie. O, dat arme kleine eendenhartje, het bonst in Kwek- kie's pluizig borstje. Met een ruk draait Kwekkie zich om en roeit weg, terwijl Fik de hond, van de oever naar hem blaft. Nog nooit is een eendje zó angstig geweest en heeft zo'n berouw gehad van zijn ongehoorzaamheid. „Kwek, kwek! Moeder, o Moeder, kom toch en vergeef me, dat ik zó stout was!" En kijk, wie komt daar de hoek om? Is dat niet Moeder met haar hele stoet gele kindertjes? Stilletjes schuift Kwekkie op zijn eigen plaatsje vlak achter haar. Ik geloof, dat Moeder niet eens gemerkt heeft, dat hij zo'n vreselijk avontuur heeft beleefd. Of wèl, denk je? Sst! zeg dan maar niets. Kwekkie zal zeker nooit, nooit meer stilletjes wegroeien! R. DE RUYTER—V. D FEER Een dreigement. De hertog de Medici stond eens op het balcon van zijn prachtig paleis met een gezant van een vreemde mogendheid Hij wilde dezen eens laten voelen, wat een machtig vorst hij was en zei dus: „Op dit balcon heeft een van mijn voorvaderen eens een gezant gedwongen naar beneden te springen." De gezant keek den hertog enige oogenblikken koeltjes aan en zei toen: „Dan hadden de gezanten in die tijd zeker nog geen degens bij zich," Met de tandem uit. (Teekening van G. Huysser). Hoera, hoezee! Een fiets voor twee! Dat is nog eens een pretje! Daar gaat-ie hoor, 'k Vlieg er vandoor Al met m'n zusje Letje „Hou vast je stuur! Wat kijk je zuurl Pas op, Let, niet zo wrikken!" „Kijk voor je. Piet! Let op dat riet! O foei zeg, is dèt schrikken?' „Dat scheelde 'n haar! We waren daar Haast in de sloot gestoven I Nou, kalmpjes maar, 't Is alweer klaar 'k Lig nog niet onderstbovenl" „Piet, niet zo vlug1" „O, Letje-mug, Schei uit met al die grappen! Ik leid je. wicht. Doe j'ogen dicht: Jij mag alleen maar trappenl" Ha, zo moet 't zijn! Nu gaat-ie fijn! We racen of 't zo niets is! Wie nooit nog op Een tandem zat Die weet niet, wat een fiets is' MARIE MICHON Een heer had zijn gouden dasspeld verloren. Hij liep er op een druk plein, waar juist kermis was, naar te zoeken, zodat weldra een heel troepje jongens achter hem aanliep. „Zoek allemaal mee!" riep de heer „ik heb m'n gou den dasspeld verloren cn wie hem vindt, krijgt op staande voet een gulden van me!" Een heel klein jongetje draafde harder dan al de anderen en riep: „Meneer, meneer!" „Ja, wat is er? Heb jij 'm soms gevonden?" „Nee, maar ik ga èrg hard zoeken' En ik wou u vragen, of ik nu vast vijf cent voor een ijsje mag, dan hoeft u straks maar 95 cent te betalen!" Een verjaarscadeau voor Lodi. Kees tobde er lang over, maar.... 't kwam fijn in orde. „Psst!" hoorde Kees achter zich fluisteren en toen nogeens „Psst, zeg!" Kees keek om, met een frons tussen de wenkbrauwen. Eigenlijk hield hij helemaal niet van gesprekken onder de les en hij deed er dan ook nooit aan mee. Niet, omdat hij zo'n vreselijke brave Hendrik was, hoor! Nee, maar hij moest nu eenmaal hard en héél hard werken, want hij had Vader beloofd, dat hij z'n uiterste best zou doen om dit jaar flink tjoyaal over te gaan, niet zo „nèt met z'n hakken over de sloot" als 't vorig jaar! Kees herinnerde zich nog elk woord van dat gesprek met Vader Hij had bij Vader's bureau gestaan en Vader had opgekeken van z'n werk en gezegd: „Luister eens. Kees. Ik geloof, dat jij het de laatste tijd wel gelooft hè, met werken? Ik heb de indruk, dat je slecht je best doet, kereltje Dat Kerstrapport was droevig en als 't zo doorgaat, danKijk jon gen, je bent nu tien jaar en ik kan weieens ernstig met je spreken. En dan moet ik je dit zeggen 't spijt me, Kees! In de eerste plaats voor jou, want ik zou je niet graag zien opgroeien tot een lanterfanter en een pretmaker, die z'n werk verzuimt en er de kantjes afloopt! En dan in de tweede plaats om ons hele gezin. We zijn met velen en de tijd is erg moeilijk en ik kan 't heus niet bekostigen, als jij zou blijven zitten op de lagere school al! Wat zou dat later op de H.B.S. moeten worden? Nee Kees, je moet slagen, dit jaar, wantje kunt het, als je wilt." Dit en nog veel meer had Vader gezegd en ten slotte had hij Kees de hand toegestoken en die krachtig gedrukt, met de woorden: „Wees een man en doe je best!" En sinds die dag was Kees gaan spurten, nou asje blieft! En 't ging hoor, 't ging prima! Zie je, daarom fronste hij, toen Lodi. de blonde, vrolijke Lodi, die net zooveel vrienden had als hij wilde, hem onder de les aanriep. Maar Lodi zag Kees' afwijzend gebaar en haalde de schouders op, of hij zeggen wou: „Nou ja, dan straks maar!" Sinds een paar maanden waren ze dikke vrienden- Lodi met z'n branie en grappige invallen, die alles had. alles mocht en de ernstige, hard ploeterende Kees. Eigenlijk kon Lodi 't zich niet begrijpen, dat iemand t slageu dit jaar, want je kunt het!" (Teekening van G. Huysser). zó hard moest vossen! 't Frans, de taal en de sommen waaiden hem zomaar aan, hoor! Maar hij bewonderde Kees om z'n ijver en al "heel vaak had hij 'm met een moeilijke thema of som geholpenl Na schooltijd stonden ze allemaal in een kringetje om Lodi heen, toen Kees erbij kwam. Lodi vertelde honderd uit over Woensdagmiddag, als hij z'n ver- jaarspartij had. Dat zou fijn worden! Hij woonde in een groot, mooi huis een eind buiten de stad. Er was een pracht van 'n tuin bij en voor 't huis liep een vaart, waar ze heerlijk konden kanoën 1 Ja, die kano van Lodi, dat was 't toppunt van jon- genspret! En nu vertelde hij, dat hij er voor deze extra gelegenheid nog eentje bij kreeg. In elke kano kon den drie jongens. Nou, dan konden er minstens zes op visite komen. Als 't mooi weer was, gingen ze een héél eind. 't Zou enig worden! En toen hij dat allemaal gezegd had, begon Lodi bedachtzaam te kiezen, terwijl de jongens popelden. „Jij mag komen, en jij, enjij ook. Frits. En wil jij ook komen, Gerrit? Ziezoo, nu heb ik er vijf, want natuurlijk komt Kees, hè Kees' En meer dan zes kan Moeder niet hebben, om de bonnetjes! Kees' hart sprong op van vreugde! Hij knikte blij en nam zich voor, n u alvast vooruit tc werken om Woensdagmiddag helemaal klaar te zijn. Zo'n hele middag met de kano uit, dat zou me eventjes een pretje zijn! Maar 's avonds, toen Kees alleen op z'n kamertje zat, dacht hij er een beetje verder over door. Ja, 't was wel fijn, dat hij ook gevraagd was! En wat enig van Lodi om te zeggen: Kees komt natuurlijk! Echt. of hij, Kees, z'n béste vriend was! Maarnu kwam 't moeilijke: wat moest hij Lodi geven? N u merkte Kees weer eens. dat hij eigenlijk op een tè dure school was. Voor de andere jongens was dit geen probleem die brachten grote dozen lekkers mee, een boek. een zaklamp of zooiets moois! Maar hij.... zuchtend rammelde Kees met z'n spaar pot, maar o. wat klonk dat geluid schraaltjes! Een tijdlang zat Kees te peinzen en toentoen schoot er een gedachte door 'm heen, die hem het bloed naar de wangen joeg. Als hij eensKees verwierp die gedachte, maar zij kwam hardnekkig terug: Hij zou z'n prachtig mondorgel, dat hij van oom Piet gekregen had. keurig oppoetsen en het meebrengen voor Lodi! Ja. dat mondorgel, daar was nog een heele geschie denis aan verbonden. Om Piet. die zeeman was. had het altijd op z'n verre reizen bij zich gedragen, het blonk of 't echt zilver was en als Kees erop speelde geen wijsjes, maar „zo maar zowat losse muziek" dan klonk het. dacht hij. als 't lied van de zee zelf, zo geheimzinnig! Of als dc oude wijsjes van aller lei vreemde volken, die oom Piet gezien had. Kees was blij. ja hij was nog nooit zó blij geweest! Aan moeder vroeg hij een zacht lapje en daarmee wreef en poetste hij 't mondorgel op. dat het nóg veel mooier blonk! Moeder schudde wel even 't hoofd toen ze van Kees' plan hoorde, maar vond het toch goed gelukkig. En 's middags waren er twee blij: Lodi juichte en jubelde over het mondorgel, zoals h ij dat alleen kon! Hij liep er de hele tijd op te spelen, liet het direct aan z'n ouders zien en zei: „Moeder. Vader, dit heb ik van Kees. m'n allerbeste vriend!" Jullie begrijpt, dat het een reuzefijne verjaarspartij werd! R. DE RUYTER—v. d. FEER. WONDERLIJKE DINGEN UIT DE SCHOOL. In het begin van de 19e eeuw zag het er in de scholen nog wel een beetje anders uit dan tegen woordig. Prachtige grote schoolgebouwen met ruime speelplaatsen bestonden toen nog niet. Meest waren de scholen bedompte, kille ruimten en de on derwijzers werden bizonder slecht betaald. Over dit laatste schreef een Duits blad in 1827: Gevraagd een bekwaam schoolmeester. Beloning 2 daalders per jaar voor de lessen en twee daalders 16 groschen voor het houden van de bijbelklas. Teven ontvangt hij vrij brandhout en de kost van de ouders der kinderen. Een schoollokaal is er niet, dus moet de meester maar een woning huren en om de beurt bij de kinderen aan huls les geven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 8