DeKerk in de branding
TANTW
Zestig jaar cricket.
VISCHSEIZOEN 1941.
De langste dag.
EEN GEZONDE GEEST IN EEN GEZOND LICHAAM
TOBIAS
0 ONE HOUR 0
CLEANING SERVICE
„Waarom Christus in ons leven?"
AGENDA
ZATERDAG 21 JUNI 1941
n X X R t E M'S D A G B li A B
3
Hood en Wit bestaat morgen zestig jaar en dat
beteekent dat er al dien tijd cricket gespeeld is in
Haarlem, dat niet alleen bloemenstad is maar ook
als sportstad een zeer bijzonderen naam in ons land
heeft. Want de meeste takken van moderne sport
beoefening in Nederland zijn gesproten uit kiemen,
in Haarlem gelegd en nadien heeft onze stad er zich
ook blijvend in onderscheiden. Dat geldt zeker voor
cricket. Rood en Wit wordt, men kan het zonder
eenige overdrijving vaststellen, erkend als een der
beide voornaamste cricketclubs in den lande. De
andere is natuurlijk H.C.C. En ettelijke kampioen
schappen heeft het in die lange jaren veroverd.
Het heeft Nederlands grootsten cricketer, C. J.
Posthuma, opgeleverd en tientallen jaren onder zijn
bezielende aanvoering gestaan; het heeft nog ette
lijke andere spelers van groote qualiteiten voortge
bracht zooals Tromp de Haas, Adé van Gogh, W.
van Waveren, Jhr. A. van de Poll, W. H. R. van
Manen, Eddy Holdert, Jhr. W. van Spengler, Mr.
A. A. Diemer Kool, P. Lammerts van Bueren (nog
steeds actief in het eerste elftal), André van Baas-
bank. A. van der Togt, P. C. Hagenaar en nog meer
ik pretendeer geen volledige opsomming te
geven.
Een wonderlijk spel. dat cricket. Het bezit een
eigen sfeer en een eigen tempo, die beide nogal
gterk verschillen van hetgeen men bij andere bal
spelen gewend is. Het eigen tempo vooral is een
merkwaardigheid, die den onwetenden leek, vooral
als hij verknocht is aan sneller en heviger sport
beoefening, met voortdurende verbazing, ongeloo-
igheid en soms zelfs spot vervult De laatste deert
den cricketer evenmin als dien minst-bewegelijke
aller sportsmen-in-de-open-lucht, den hengelaar,
als men zijn urenlange roerloosheid bespot. Beiden
xveten wat zij hebben. JDe cricketer is overigens
geenszins roerloos. Bij tijden rent hij zelfs tusschen
de wickets. Iedere ren levert hem dan één punt op.
En als hij er op deze wijze drie achtereen moet ma
ken is dat zeer vermoeiend, vanwege de keerpun
ten. Evenals Jopie Waalberg en Rie Mastenbroek
en de andere zwemsterren heeft hij veel te maken
met keerpunten. Maar hjj hoeft er geen records
mee te behalen.
Snelheid wordt overigens ook van hem vereischt,
als hij plotseling in vollen ren moet losbarsten om
een bal te vangen of te stoppen. En ondanks de
ietwat droomerige sfeer, die bij tijden in cricket
wedstrijden kan heerschen, wordt nogal wat physïeke
moed van hem gevergd als een snelle bowler, „die
hoog opkomt" op hem wordt losgelaten of als hij,
wicketkeeper of fielder-vlak-bij-het wicket zijnde,
suizende kogels moet stoppen. Zijn spel is eigen
lijk een mengeling van langzaam en bedachtzaam
beleid en plotseling snel handelen. Hetgeen zijn
Voortdurende concentratie vergt en hem des te
doover maakt voor den spot van onwetenden.
Vermoeiend is cricket voorts omdat het zoo lang
duurt. De speeltijd is ongelijk maar vaak wordt het
maximum, dat natuurlijk wel is vastgesteld, be
reikt. En dat is zes uur, al moet ik weer toegeven
dat geen der spelers dien vollen tijd in touw is ge
weest. Het zou te ver voeren dit alles nog eens uit
te leggen, maar tot de merkwaardigheiden van
cricket behoort dat er maar dertien van de twee
entwintig spelers in actie zijn en de overige negen
in luie stoelen op hun beurt liggen te wachten. De
beurten aan bat zijn zeer ongelijk van duur, maar
een paar uur batten is een inspannende zaak en
langen tijd bowlen, vooral fastbowlen, eveneens.
De huiselijkheid wordt door cricket niet bevor
derd. Vaste etensuren worden er zeer mee bena
deeld en daarom mist het spel in het gezinsleven
populariteit. Moeders en echtgenooten hebben er
zeer veel bezwaren tegen. Groote publieke belang
stelling heeft het in Nederland nimmer kunnen
trekken, vanwege zijn vele trage perioden, zijn
ingewikkelde regels en zijn finesses, die studie ver-
eischen. Maar vooral niet omdat het de soort sen
satie van voetbal mist.
Het heeft opvoedende waarde in velerlei opzicht.
Niet alleen dwingt het tot concentratie maar ook
noopt het den speler, de regels niet slechts
naar de letter maar ook naar den geest toe te pas
sen. Anders is het niet uitvoerbaar. Voorts legt het
hem vaak ondankbare taken op terwille van zijn
ploeg, zooals het geduldig ophouden van zijn
wicket als hij veel liever erop zou slaan en zelf een
mooie score pogen te maken, of het eindeloos fielden
als hij meent dat zijn bowlen succes zou hebben,
maar zijn aanvoerder die meening helaas niet deelt.
En als hij voor nul gebowld wordt moet hij met een
stalen gezicht naar de kleedkamer terugkeeren,
zonder van eenige humeurigheid blijk te geven.
Zelfs als de scheidsrechter, bij dit spel aangeduid
als „umpire", hem „verkeerd heeft uitgegeven".
Zelfs ook als de scheidsrechter hem terecht heeft
uitgegeven, maai- hij er een ander inzicht over
heeft. Hetgeen zich, zooals dat nu eenmaal in men-
schelijke aangelegenheden gaat, ook nogal eens
voordoet. Tenslotte is het spel in het algemeen zeer
bevorderlijk voor het aankweeken van een zeer
nuttige eigenschap: geduld en voor het aanvaarden
van onverwachte tegenslagen. Want daar is het rijk
aan, doordat het zich kenmerkt door zijn bijzondere
grilligheid. De kansen op de overwinning kunnen
in een wedstrijd vele malen wisselen en dan is het
resultaat soms nota bene nog een gelijk spel!
De loom- en traagheid van het handgeklap bij
cricket is meermalen beschreven. Ik zal daar niet
over uitweiden. Zij schijnt er onafscheidelijk bij
te hooren, evenals een zekere ironische gemoede
lijkheid en critiek, die zoomin batsman als bowler
en fielder plegen te ontzien. In het veld is men
ernstig en toegewijd als gevolg van de vereischte
concentratie. Aan den kant lacht men nog al eens,
maar is nooit rumoerig. De zomerzon leidt ook tot
traagheid in de gedachtenwisseling.
Het is dus, zooals gezegd, een wonderlijk spel.
Het telt nog meer keerpunten dan snelzwemmen,
eischt evenveel geduld als dammen en scha
ken. vergt vaak de snelheid van een voetballer,
bezorgt, bij tijden de kwetsuren waaraan deze en
de hockeyer (die met precies denzelfden bal speelt)
bloot staan, is onberekenbaarder dan alle andere
sporten en lijkt tenslotte op geen enkele ervan.
Rood en Wit heeft dit bijzondere balspel gedu
rende zestig jaar met overtuiging en succes gediend.
Het heeft door zijn voorbeeld de oprichting en ont
wikkeling van vele andere cricket-clubs in Haar
lem en daarbuiten bevorderd. Het staat hoog in
aanzien in de sportwereld evenals zijn voetballende,
nog iets oudere alter ego, de H.F.C., en is even
onafscheidelijk van de Spanjaardslaan al moet het
dezen zomer wel heel lang op zijn beurt wachten.
Hopelijk zal dat in de toekomst beter geregeld wor
den, maar dat hangt van den voetbalbond af.
Rood en Wit zij hierbij geluk gewenscht met zijn
diamanten feest.
R. P.
door P. v. d. HEM.
-pyA*- y £vaa s-a.
De truc van den hengelaar.
Ik maak er treurend van gewag,
Al ken ik dit al vele jaren,
Wij kwamen aan den langsten dag,
Een zucht, hij is voorbijgevaren.
Al blijft het dan hetzelfde licht,
't Zal eiken dag wat korter duren,
Minuten, zelf van geen gewicht,
Groeien weer gaandeweg tot uren.
Het glorieuze licht der zon
Boet dagelijks wat in aan luister.
De keer die weer als steeds begon,
Brengt winst op winst aan 't nachtlijk duister.
De zon kan ons in glans en gloed
Besparen dat wij erom kniezen,
Zoolang z' in kwaliteit vergoedt,
Wat wij in kwantiteit verliezen
Wij hebben weer den top bereikt,
Zonder een kans om daar t.e dralen,
Hoe spijtig het ons dan ook lijkt,
We moeten nu weer af gaan dalen.
Maar ook dit is goed ingericht,
Want als het nimmer eens zou keeren,
Wie zou de glorie van het licht,
Het lange licht, dan nog waardeeren?
■P. GASUS.
Tc Orthen bij Den Bosch werden elf konijntjes
geboren, waarvan de moeder twee dagen later
stierf. Nu worden de kleine dieren met de flesch
groot gebracht.
(Foto Het Zuiden)
Hélène Swarth.
(Men zie ook pag. 1)
Stephanie Hélène Swarth werd op 25 October 1859
te Amsterdam geboren. Toen zij zes jaar oud was ver
huisde zij met haar familie naar België en woonde eerst
in Brussel en naderhand in Mechelen. Haar eerste on
derwijs ontving Hélène van een gouvernante en be
halve een paar schooljaren, die zij in Amsterdam door
bracht (1870'71) en waaraan zij geen prettige herin
nering bewaart, kreeg zij dus een Fransche opvoeding.
Ook haar eerste dichtbundels verschenen in het
Fransch. Tot 1894 bleef zij in Mechelen, daarna trad
zij in het huwelijk met den journalist, en letterkundige
Frits Lapidoth.
Hoe zij tot verzen schrijven kwam? Haar oudere zusje
schreef gedichtjes die Hélène wilde declameeren. Maar
haar zusje wilde dat volstrekt niet hebben en zeide
♦cgen haar, dat ze dan maar zelf gedichten moest
maken.
En zoo kwam Hélène ertoe zichzelf op de dichtkunst
toe te leggen, eerst nog uitsluitend als liefhebberij,
maar allengs werd het haar steeds meer een levens
behoefte.
Haar eerste dichtbundel verscheen bij A. Ghio te
Parijs in 1879 onder den titel: „Fleurs du rêve" en een
tweede te Arnhem bij Minkman in 1882, „Les Printa-
nières". Haar broer, de eonige die toentertijd belang
stelde in haar werk, stierf jong.
Pas later kwam in haar het verlangen op ook poëzie
in het Ncderlandsch te schrijven en het is aan den
invloed van den Vlaamschen dichter Pol de Mont te
danken, dat zij dit voornemen ook ten uitvoer bracht.
Hoewel deze dichteres in leeftijd tot de leidende figu
ren der Nieuwe Gidsbeweging gerekend zou kunnen
worden, behoorde zij daar toch niet toe. Zij is meer
als een overgangsfiguur te beschouwen. Toch hebben
de mannen van .."80" haar werk zeer gewaardeerd.
Al haar werk is volkomen eerlijk gemeend en als
zoodanig heeft zij een belangrijk en ook zeer uitge
breid oeuvre op haar naam staan, waarvan hier een
overzicht volgt:
Behalve de romans ..Villa Vrede" (1909) en „Herfst
draden" (1910) en vertalingen van „Les Nuits" van A.
de Musset, de Fransche bewerking van de romancen
en balladen der Roemeensche dichteres Hélène Ava-
resco en van de ..Portueeesehe Sonnetten" van haar
Engelsche kunstzuster Elisabeth Barrett—Browning,
verschenen van haar hand de volgende werken:
Eenzame Bloemen (1883): Blauwe Bloemen (1884):
Beelden en Stemmen (18871' Sneeuwvlokken (1888):
Rouwviolen (1889): Passiebloemen (1891): Poezië
(bloemlezing 1892): Verzen (bloemlezing 1893): Sprook
jes (1893): Blanke Duiven (1895); Van Vrouwenleven
(18981: Van Vrouwenlot (1897): Van Vrouwenleed
(1897); Diepe Wateren (1897). Stille Dalen (1898): Pro
fieltjes (1899)- Najaarsstemmen (1900): Gedichten
(bloemlezing 1902); Premières poésies (bloemlezing
1902); Ernst (1902): Octoberloover (1903)- Nieuwe Ver
zen (bloemlezing 1906): T.ouise (1907); Verzwegen Leed
(1908); Bleeke Luchten (1909): Avondwolken (1911):
Dolorosa Mara (1911): Schimmetjes (1912): Thea Lelie
(1913); Eenzame Paden (1915): Late Liefde (1919);
Nieuwe Verzen (1920): Dagen (1925',: Eenzamen (1925);
Episoden (19251: Al onder de Boomen (1927)- Morgen
rood (1929)' Late Rozen (1929): Avonddauw (1930); Na
tuurpoëzie (1930): Kinderen (1932): Vrouwen (1935) en
Wijding (1936).
De bloemlezingen werden door de schrijfster zelf
uit haar dichtbundels samengesteld.
GEVOEL EN VERSTAND.
„Gevoel" en „verstand" zijn begrippen waar
ieder mensch mee werkt; al heeft men zich nog
nooit begeven op „zielkundig" gebied al begeeft
men zich liever niet op glad ijs, dan nog praat
ieder gewoon mensch over gevoel en verstand en
bezigt men deze begrippen in het alledaagsche
leven; meestal gebruikt men deze woorden om er
tegenstellingen mee aan te geven, maar het noemen
van beide in één adem bewijst toch dat ze iets
of misschien zelfs veel met elkaar te maken
moeten hebben. Maar wat dat is. valt nu niet zoo
gemakkelijk te omschrijven: probeert u het zelf
maar!
Ik neem iets waar, een kruisje v. Nu ja wat
zou dat? Een vertikaal streepje, gekruist door een
horizontaal streepje. Dat zegt me niets. Wat
volgt?
Maar dat kruisje staat achter een naam, van
een geliefd persoon, van wie ik in vele maanden
niets gehoord heb omdat hij of zij in Indië zat.
Ik word als door den bliksem getroffen: dood!!!
Ontzettend! Een gevoel van smart overmant mij;
de aandoening overmeestert mij; tranen wellen op
in mijn oogen, die ik niet kan afwenden van dat
kleine kruisje; de heele wereld is voor wij ver
anderd: met beklemmende angst staar ik op dat
ééne kleine teekentje ik zie niets anders ik
hoor niets ik vergeet alles om mij heen: hoe
lang ik zoo zit te staren, ik weet het niet: gevoelens
van verslagenheid, van opstandigheid, van wan
hoop, van verdriet, van spijt, van berouw over
stelpen mij; heele scènes trekken aan mijn oogen
voorbij: ik zie hem of haar weer staan ik hoor
nóg hoe hij zeiik voel nóg hoe zij haar hand
op mijn schouder legde....
Lang zit ik te turen tot ik mij tenslotte verman:
toch eens even verder kijken wat ervan staat,
hoe lang zou het al geleden zijn?; zou ze lang ziek
geweest zijn? Haar naam hebben ze verkeerd ge
drukt, ze hebben een n weggelaten: die drukfouten
toch! En haar voorletter: daar staat een R ze
noemden haar altijd Rie. maar in een officieel be
richt zetten ze anders toch de voorletters van de
doopnamen vreemd! Waar is ze gestorven? Wat'
In Holland.en al weer een poosje geleden: was
ze dan al weer terug? Vreemd, dat ik daar niets
van gehoord heb't Is toch ontzettend voor
zoo'n jong vrouwtje en dan voor haar kinderen,
twee kleine peuters.Maar hoe is dat ook weer:
daar stond haar meisjesnaam en ze was toch ge
trouwd ja natuurlijk! Dat is toch te gek. Ik moet
toch nog eens goed lezen wat er staat: groot
vader.... 83 jaar....? Maar dat klopt niet: dat
zij niet! Ze is niet doodhoe heb ik het nou:
ik haal in mijn verbouwereerdheid alles door el
kaar. Laat ik nou mijn oogen eens flink uitwrijven
en goed lezen, letter voor letter. Welnee dat is ze
heelemaal niet: ze leeft! Dat is een pak van mijn
hart ik voel me wel tien kilo lichter, wel
twintig jaar jonger ik kan wel dansen en sprin
gen daar drinken we eens op. Ze leeft! Ze leeft!!
Daar komt een ouwe vrind van me binnen, die
me hoorde juichen. Man, wat scheelt jou? Waar
heb jij zoo'n pret over? Ze leeft: wie? Die maar
die is toch nooit dood geweest. Dat is het hem
nou juist: daar ben ik zoo gelukkig overMee
warig schudt hij het hoofd: die heeft ze ook niet
alle vijf bij elkaar
Nu gaan we deze heele episode eens bekijken
aan de hand van de anatomie: we hebben twee
soorten zenuwstelsel: een zelfregeerend, sympa
thisch zenuwstelsel met niet geïsoleerde zenuw
vlechten en een centraal zenuwstelsel met streng
geïsoleerde zenuwvlechten en een centraal zenuw-
stesel met streng geïsoleerde zenuwdraden: het
eerste onbewust inwerkend op onze inwendige
organen, het tweede bewust indrukken verwerkend
in de hersenen.
In het eerste geval heeft dat kruisje f bij mij
een geweldige gevoelsreactie opgewekt: ik heb alles
gevoelsmatig opgevat; ik werd aangegrepen door
een overweldigenden indruk die mij innerlijk ten
diepste ontroerde. Deze indruk straalde uit via
mijn sympathische (meevoelende) zenuwstelsel en
bracht mijn binnenste totaal van den kook.
Uitgaande van de primaire overtuiging (naar
achteraf bleek niet gebaseerd op voldoende feiten,
maar op een voorbarig oordeel) heb ik een hel
doorleefd: met alle vezelen van mijn ziel heb ik
het verschrikkelijke doorlééfd ik heb het ge
voeld in hart en nieren, het ging mij door merg
er, been. Ik was ten prooi aan hevige gevoelens, ik
werd heen en weer geslingerd tusschen verdriet,
opstandigheid, berouw ik werd bestormd door
zooveel dat alles in mijn hoofd dooreenwarrelde,
dat ik geen gedachte kon vormen geen beeld kon
vasthouden niet meer scherp kon waarnemen
waarin de heele buitenwereld voor mij eenvoudig
niet meer bestond: alleen dat eene schrijnende
wanhopige allesoverheerschende gevoel.
Naderhand, toen de ban was gebroken, toen ik
weer begon waar te nemen, toen ik weer tot mezelf
kwam en mijzelf kon dwingen om rustig te lezen,
af te wegen, te beredeneeren toen ik weer „af
stand kon nemen" ten opzichte van mijzelf toen
ik mijn eigen opvattingen, gevoelens, reacties cri-
tisch kon beoordeelen toen kon ik mijn ver
stand gebruiken, nuchter denken, zakelijk afwegen.
Nu is er een groot bezwaar dat het woord „ge
voel" voor zeer uiteenloopende zaken gebezigd
wordt:
ik kan aanraking voelen, koude, warmte, pijn. ik
kar) met gesloten oogen voelen hoe mijn arm staat,
of ik rechtop sta of voorovergebogen: hier hebben
we dus te maken met indrukken van mijn gevoels-
zintuig;
ik kan bij indrukken aangename of onaange
name gevoelens waarnemen; ik vind koude onaan
genaam, warmte aangenaam, hitte weer onaange
naam: hier spreekt men wel van den begeleidenden
gevoelstoon van een waarneming;
ik kan het gevoel krijgen dat iets heerlijk, ver
schrikkelijk is, mij koud laat; ik kan voelen dat het
mis gaat, dat er gevaar dreigt, dat men mij in de
luren wil leggen en zoo voorts.
In al deze gevallen is er iets dat mij persoon
lijk raakt, dat ik niet onverschillig naast mij neer
kan leggen is er iets dat mij min of meer, of
volledig, in beslag neemt, dat zeer beslist voor mij
persoonlijk van groote beteekenis is. Een gevoel
sleurt mij mee: ik onderga het ik word eronder
bedolven, als het sterk ik; ik ga erin onder, ik
sta er niet boven, ik sta er niet buiten. Een ge
voel is het meest subjectieve wat een mensch door
leven kan, waarbij zijn heele lichaam, ziel en
geest betrokken is.
Bij het verstand is dit alles net omgekeerd: iels
dat ik uitsluitend verstandelijk onderzoek, raakt
mijn koude kleeren niet: nuchter en onbewogen
kan ik mijn aandacht richten waar het mij belieft;
het doet mij niets. Ik sta erboven, erbuiten ik
kan doodrustig als op afstand de zaak eens be-
Steen des aanstoots....
kijken, onderzoeken, overwegen laten rusten,
negceren. Ik maak uit wat ik zal doen; alleen mijn
koele, nuchtere verstand laat ik werken, ontleden,
redeneeren en deduceeren maar het resultaat
daarvan laat mij koud. Scherp geïsoleerd kan ik
alles uiteenhouden, behcerschen, ermee doen of
laten wat ik wil. In het spraakgebruik ziet men
dan ook vaak dat er een zeker verband gelegd
wordt tusschen het gevoel, subjectief oordeelen,
onbewust verwerken, persoonlijk als werkelijk
heid doorleven, en hei verstand, objectief oor
deelen. bewust verwerken, zakelijk en op af
stand theoretisch beschouwen. Het gevoel denkt
men zich als een uiting van het warm kloppende
hart, het verstand als uiting van een koel hoofd en
van de hersenen. De beeldspraak gaat echter mank:
het gevoel ontstaat natuurlijk niet in het hart
maar wel is het hart een orgaan dat gevoels-
reacties sterk tot uitdrukking brengt; in werkelijk
heid voelt men echter emoties door het geheele
lichaam.
Gevoel en verstand zijn geen tegenstellingen, die
elkaar uitsluiten: gelukkig niet! Hoe grauw, kil en
saai zou het leven zyn zonder gevoel, hoe wispel
turig, uitsluitend subjectief en heftig zou het leven
zijn zonder verstand. Gelukkig bestaan er geen
uitsluitende gevoelsmenschen, noch uitsluitende
verstandsmcnschen al kan het mengsel van beide
wel minder of meer geslaagd uitvallen. Maar ook
hier kan men zeer veel aan doen: veel meer dan
menigeen denkt. Dr. J. M. ROMBOUTS
'n Gemantelpakt meisje sou eten
De aapjes in Artis icat geven
De srheur in haar mouw
Verhielpen icij gauw
Er is niets meer tan sirhthnnr grhlerei
Chemisch reinigen en persen
Mantelcostuumf 2.56
Japon vanaf f. 2.05
Regenmantel 2.56
Colbert costuum f. 2.97
Haarlem - Ple.n 22 Telefoon 16761 -20220
Amit.-d.n l.id.n D«n H»»g Hilvarium B.verwijl»
(Adv. Ingez. Med.)
2de Bijzondere Kerkdienst in
de Groote Kerk Zondagav.:
7 uur Ds, 1. P. van de Waal en
Prof. Dr. G. van der Leeuw over:
Alle zitplaatsen vrij
(Adv. Ingez. Med.)
CREMATIE FERF.
De crematie van den heer Ferf, directeur
der N.V. Kon. Pellerij „Mercurius" v/h Gebrs.
Laan*te Wormerveer, die Vrijdag plotseling te
Heemstede overleed, zal Maandagmiddag in het
crematorium te Velscn plaats vinden, na aankomst
van trein 2.15 uur, halte Driehuis-Westerveld.
€€N FRISSCH6 AD6M
is de beste introductie in gezel-
schap ol zakelijk onder?
Neem na een borrel
of na hel rooken
klem tabletie
Elke onaangename
>v^dem verdwijnt als
Ong'neele zakjes 10 rf b,j
Metalen doostes 25 ct
(Adv. Ingez. Med.)
Lux or Theater „De vrouw met den blauwvos".
2.30. 6.30 en 8.45 uur.
Frans Hals Theater: „Eva, uit het paradijs der
vrouwen", 2 30, 6.30 en 8.45 uur.
Palace: „De moord in Parkstraat 13", 2, 6.30
en 8.45 uur.
Rembrandt Theater: „Droommuziek", 2.30, 6.30
en 8.45 uur.
Alg. Ned. Verbond: Tentoonstelling folklore en
heemkunde van Nederland in „De Hoofdwarht".
Groote Markt 17. van 2.30—5 en van 7—9 uur.
ZONDAG 22 JUNI
Lux of Theater: „De vrouw met den blauwvos".
1.30, 3.45, 6.30 en 8.45 uur.
Frans Hals Theater: „Eva. uit het paradijs der
vrouwen", 2. 4.15, 6.30 en 8.45 uur.
Palace: De moord in Parkstraat 13", 1.30, 3.45,
6.30 en 8.45 uur.
Rembrandt Theater: „Droommuziek", 1.30, 3.45,
6.30 en 8.45 uur.
MAANDAG 23 JUNI.
Groote Kerk: H.O.V. Kerkconcert. 8 uur.
Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags en
des avonds.
Nachtdienst Apotheken.
De volgende apotheken te Haarlem zijn van des
avonds acht tot des morgens acht uur (ook op
Zondag) geopend:
Firma Duym en Keur, Keizerstraat 6, Tel. 10378.
Firma Begemann en Sneltjes, Kruisweg 30. Tel.
10043.
Marnix Apotheek, Marnixstraat 65, Tel. 23525.
Te Heemstede is geopend:
Apotheek Scholsman, Binnenweg 206, Tel. 36320,