DeKerk in de branding TANTW Zestig jaar cricket. VISCHSEIZOEN 1941. De langste dag. EEN GEZONDE GEEST IN EEN GEZOND LICHAAM TOBIAS 0 ONE HOUR 0 CLEANING SERVICE „Waarom Christus in ons leven?" AGENDA ZATERDAG 21 JUNI 1941 n X X R t E M'S D A G B li A B 3 Hood en Wit bestaat morgen zestig jaar en dat beteekent dat er al dien tijd cricket gespeeld is in Haarlem, dat niet alleen bloemenstad is maar ook als sportstad een zeer bijzonderen naam in ons land heeft. Want de meeste takken van moderne sport beoefening in Nederland zijn gesproten uit kiemen, in Haarlem gelegd en nadien heeft onze stad er zich ook blijvend in onderscheiden. Dat geldt zeker voor cricket. Rood en Wit wordt, men kan het zonder eenige overdrijving vaststellen, erkend als een der beide voornaamste cricketclubs in den lande. De andere is natuurlijk H.C.C. En ettelijke kampioen schappen heeft het in die lange jaren veroverd. Het heeft Nederlands grootsten cricketer, C. J. Posthuma, opgeleverd en tientallen jaren onder zijn bezielende aanvoering gestaan; het heeft nog ette lijke andere spelers van groote qualiteiten voortge bracht zooals Tromp de Haas, Adé van Gogh, W. van Waveren, Jhr. A. van de Poll, W. H. R. van Manen, Eddy Holdert, Jhr. W. van Spengler, Mr. A. A. Diemer Kool, P. Lammerts van Bueren (nog steeds actief in het eerste elftal), André van Baas- bank. A. van der Togt, P. C. Hagenaar en nog meer ik pretendeer geen volledige opsomming te geven. Een wonderlijk spel. dat cricket. Het bezit een eigen sfeer en een eigen tempo, die beide nogal gterk verschillen van hetgeen men bij andere bal spelen gewend is. Het eigen tempo vooral is een merkwaardigheid, die den onwetenden leek, vooral als hij verknocht is aan sneller en heviger sport beoefening, met voortdurende verbazing, ongeloo- igheid en soms zelfs spot vervult De laatste deert den cricketer evenmin als dien minst-bewegelijke aller sportsmen-in-de-open-lucht, den hengelaar, als men zijn urenlange roerloosheid bespot. Beiden xveten wat zij hebben. JDe cricketer is overigens geenszins roerloos. Bij tijden rent hij zelfs tusschen de wickets. Iedere ren levert hem dan één punt op. En als hij er op deze wijze drie achtereen moet ma ken is dat zeer vermoeiend, vanwege de keerpun ten. Evenals Jopie Waalberg en Rie Mastenbroek en de andere zwemsterren heeft hij veel te maken met keerpunten. Maar hjj hoeft er geen records mee te behalen. Snelheid wordt overigens ook van hem vereischt, als hij plotseling in vollen ren moet losbarsten om een bal te vangen of te stoppen. En ondanks de ietwat droomerige sfeer, die bij tijden in cricket wedstrijden kan heerschen, wordt nogal wat physïeke moed van hem gevergd als een snelle bowler, „die hoog opkomt" op hem wordt losgelaten of als hij, wicketkeeper of fielder-vlak-bij-het wicket zijnde, suizende kogels moet stoppen. Zijn spel is eigen lijk een mengeling van langzaam en bedachtzaam beleid en plotseling snel handelen. Hetgeen zijn Voortdurende concentratie vergt en hem des te doover maakt voor den spot van onwetenden. Vermoeiend is cricket voorts omdat het zoo lang duurt. De speeltijd is ongelijk maar vaak wordt het maximum, dat natuurlijk wel is vastgesteld, be reikt. En dat is zes uur, al moet ik weer toegeven dat geen der spelers dien vollen tijd in touw is ge weest. Het zou te ver voeren dit alles nog eens uit te leggen, maar tot de merkwaardigheiden van cricket behoort dat er maar dertien van de twee entwintig spelers in actie zijn en de overige negen in luie stoelen op hun beurt liggen te wachten. De beurten aan bat zijn zeer ongelijk van duur, maar een paar uur batten is een inspannende zaak en langen tijd bowlen, vooral fastbowlen, eveneens. De huiselijkheid wordt door cricket niet bevor derd. Vaste etensuren worden er zeer mee bena deeld en daarom mist het spel in het gezinsleven populariteit. Moeders en echtgenooten hebben er zeer veel bezwaren tegen. Groote publieke belang stelling heeft het in Nederland nimmer kunnen trekken, vanwege zijn vele trage perioden, zijn ingewikkelde regels en zijn finesses, die studie ver- eischen. Maar vooral niet omdat het de soort sen satie van voetbal mist. Het heeft opvoedende waarde in velerlei opzicht. Niet alleen dwingt het tot concentratie maar ook noopt het den speler, de regels niet slechts naar de letter maar ook naar den geest toe te pas sen. Anders is het niet uitvoerbaar. Voorts legt het hem vaak ondankbare taken op terwille van zijn ploeg, zooals het geduldig ophouden van zijn wicket als hij veel liever erop zou slaan en zelf een mooie score pogen te maken, of het eindeloos fielden als hij meent dat zijn bowlen succes zou hebben, maar zijn aanvoerder die meening helaas niet deelt. En als hij voor nul gebowld wordt moet hij met een stalen gezicht naar de kleedkamer terugkeeren, zonder van eenige humeurigheid blijk te geven. Zelfs als de scheidsrechter, bij dit spel aangeduid als „umpire", hem „verkeerd heeft uitgegeven". Zelfs ook als de scheidsrechter hem terecht heeft uitgegeven, maai- hij er een ander inzicht over heeft. Hetgeen zich, zooals dat nu eenmaal in men- schelijke aangelegenheden gaat, ook nogal eens voordoet. Tenslotte is het spel in het algemeen zeer bevorderlijk voor het aankweeken van een zeer nuttige eigenschap: geduld en voor het aanvaarden van onverwachte tegenslagen. Want daar is het rijk aan, doordat het zich kenmerkt door zijn bijzondere grilligheid. De kansen op de overwinning kunnen in een wedstrijd vele malen wisselen en dan is het resultaat soms nota bene nog een gelijk spel! De loom- en traagheid van het handgeklap bij cricket is meermalen beschreven. Ik zal daar niet over uitweiden. Zij schijnt er onafscheidelijk bij te hooren, evenals een zekere ironische gemoede lijkheid en critiek, die zoomin batsman als bowler en fielder plegen te ontzien. In het veld is men ernstig en toegewijd als gevolg van de vereischte concentratie. Aan den kant lacht men nog al eens, maar is nooit rumoerig. De zomerzon leidt ook tot traagheid in de gedachtenwisseling. Het is dus, zooals gezegd, een wonderlijk spel. Het telt nog meer keerpunten dan snelzwemmen, eischt evenveel geduld als dammen en scha ken. vergt vaak de snelheid van een voetballer, bezorgt, bij tijden de kwetsuren waaraan deze en de hockeyer (die met precies denzelfden bal speelt) bloot staan, is onberekenbaarder dan alle andere sporten en lijkt tenslotte op geen enkele ervan. Rood en Wit heeft dit bijzondere balspel gedu rende zestig jaar met overtuiging en succes gediend. Het heeft door zijn voorbeeld de oprichting en ont wikkeling van vele andere cricket-clubs in Haar lem en daarbuiten bevorderd. Het staat hoog in aanzien in de sportwereld evenals zijn voetballende, nog iets oudere alter ego, de H.F.C., en is even onafscheidelijk van de Spanjaardslaan al moet het dezen zomer wel heel lang op zijn beurt wachten. Hopelijk zal dat in de toekomst beter geregeld wor den, maar dat hangt van den voetbalbond af. Rood en Wit zij hierbij geluk gewenscht met zijn diamanten feest. R. P. door P. v. d. HEM. -pyA*- y £vaa s-a. De truc van den hengelaar. Ik maak er treurend van gewag, Al ken ik dit al vele jaren, Wij kwamen aan den langsten dag, Een zucht, hij is voorbijgevaren. Al blijft het dan hetzelfde licht, 't Zal eiken dag wat korter duren, Minuten, zelf van geen gewicht, Groeien weer gaandeweg tot uren. Het glorieuze licht der zon Boet dagelijks wat in aan luister. De keer die weer als steeds begon, Brengt winst op winst aan 't nachtlijk duister. De zon kan ons in glans en gloed Besparen dat wij erom kniezen, Zoolang z' in kwaliteit vergoedt, Wat wij in kwantiteit verliezen Wij hebben weer den top bereikt, Zonder een kans om daar t.e dralen, Hoe spijtig het ons dan ook lijkt, We moeten nu weer af gaan dalen. Maar ook dit is goed ingericht, Want als het nimmer eens zou keeren, Wie zou de glorie van het licht, Het lange licht, dan nog waardeeren? ■P. GASUS. Tc Orthen bij Den Bosch werden elf konijntjes geboren, waarvan de moeder twee dagen later stierf. Nu worden de kleine dieren met de flesch groot gebracht. (Foto Het Zuiden) Hélène Swarth. (Men zie ook pag. 1) Stephanie Hélène Swarth werd op 25 October 1859 te Amsterdam geboren. Toen zij zes jaar oud was ver huisde zij met haar familie naar België en woonde eerst in Brussel en naderhand in Mechelen. Haar eerste on derwijs ontving Hélène van een gouvernante en be halve een paar schooljaren, die zij in Amsterdam door bracht (1870'71) en waaraan zij geen prettige herin nering bewaart, kreeg zij dus een Fransche opvoeding. Ook haar eerste dichtbundels verschenen in het Fransch. Tot 1894 bleef zij in Mechelen, daarna trad zij in het huwelijk met den journalist, en letterkundige Frits Lapidoth. Hoe zij tot verzen schrijven kwam? Haar oudere zusje schreef gedichtjes die Hélène wilde declameeren. Maar haar zusje wilde dat volstrekt niet hebben en zeide ♦cgen haar, dat ze dan maar zelf gedichten moest maken. En zoo kwam Hélène ertoe zichzelf op de dichtkunst toe te leggen, eerst nog uitsluitend als liefhebberij, maar allengs werd het haar steeds meer een levens behoefte. Haar eerste dichtbundel verscheen bij A. Ghio te Parijs in 1879 onder den titel: „Fleurs du rêve" en een tweede te Arnhem bij Minkman in 1882, „Les Printa- nières". Haar broer, de eonige die toentertijd belang stelde in haar werk, stierf jong. Pas later kwam in haar het verlangen op ook poëzie in het Ncderlandsch te schrijven en het is aan den invloed van den Vlaamschen dichter Pol de Mont te danken, dat zij dit voornemen ook ten uitvoer bracht. Hoewel deze dichteres in leeftijd tot de leidende figu ren der Nieuwe Gidsbeweging gerekend zou kunnen worden, behoorde zij daar toch niet toe. Zij is meer als een overgangsfiguur te beschouwen. Toch hebben de mannen van .."80" haar werk zeer gewaardeerd. Al haar werk is volkomen eerlijk gemeend en als zoodanig heeft zij een belangrijk en ook zeer uitge breid oeuvre op haar naam staan, waarvan hier een overzicht volgt: Behalve de romans ..Villa Vrede" (1909) en „Herfst draden" (1910) en vertalingen van „Les Nuits" van A. de Musset, de Fransche bewerking van de romancen en balladen der Roemeensche dichteres Hélène Ava- resco en van de ..Portueeesehe Sonnetten" van haar Engelsche kunstzuster Elisabeth Barrett—Browning, verschenen van haar hand de volgende werken: Eenzame Bloemen (1883): Blauwe Bloemen (1884): Beelden en Stemmen (18871' Sneeuwvlokken (1888): Rouwviolen (1889): Passiebloemen (1891): Poezië (bloemlezing 1892): Verzen (bloemlezing 1893): Sprook jes (1893): Blanke Duiven (1895); Van Vrouwenleven (18981: Van Vrouwenlot (1897): Van Vrouwenleed (1897); Diepe Wateren (1897). Stille Dalen (1898): Pro fieltjes (1899)- Najaarsstemmen (1900): Gedichten (bloemlezing 1902); Premières poésies (bloemlezing 1902); Ernst (1902): Octoberloover (1903)- Nieuwe Ver zen (bloemlezing 1906): T.ouise (1907); Verzwegen Leed (1908); Bleeke Luchten (1909): Avondwolken (1911): Dolorosa Mara (1911): Schimmetjes (1912): Thea Lelie (1913); Eenzame Paden (1915): Late Liefde (1919); Nieuwe Verzen (1920): Dagen (1925',: Eenzamen (1925); Episoden (19251: Al onder de Boomen (1927)- Morgen rood (1929)' Late Rozen (1929): Avonddauw (1930); Na tuurpoëzie (1930): Kinderen (1932): Vrouwen (1935) en Wijding (1936). De bloemlezingen werden door de schrijfster zelf uit haar dichtbundels samengesteld. GEVOEL EN VERSTAND. „Gevoel" en „verstand" zijn begrippen waar ieder mensch mee werkt; al heeft men zich nog nooit begeven op „zielkundig" gebied al begeeft men zich liever niet op glad ijs, dan nog praat ieder gewoon mensch over gevoel en verstand en bezigt men deze begrippen in het alledaagsche leven; meestal gebruikt men deze woorden om er tegenstellingen mee aan te geven, maar het noemen van beide in één adem bewijst toch dat ze iets of misschien zelfs veel met elkaar te maken moeten hebben. Maar wat dat is. valt nu niet zoo gemakkelijk te omschrijven: probeert u het zelf maar! Ik neem iets waar, een kruisje v. Nu ja wat zou dat? Een vertikaal streepje, gekruist door een horizontaal streepje. Dat zegt me niets. Wat volgt? Maar dat kruisje staat achter een naam, van een geliefd persoon, van wie ik in vele maanden niets gehoord heb omdat hij of zij in Indië zat. Ik word als door den bliksem getroffen: dood!!! Ontzettend! Een gevoel van smart overmant mij; de aandoening overmeestert mij; tranen wellen op in mijn oogen, die ik niet kan afwenden van dat kleine kruisje; de heele wereld is voor wij ver anderd: met beklemmende angst staar ik op dat ééne kleine teekentje ik zie niets anders ik hoor niets ik vergeet alles om mij heen: hoe lang ik zoo zit te staren, ik weet het niet: gevoelens van verslagenheid, van opstandigheid, van wan hoop, van verdriet, van spijt, van berouw over stelpen mij; heele scènes trekken aan mijn oogen voorbij: ik zie hem of haar weer staan ik hoor nóg hoe hij zeiik voel nóg hoe zij haar hand op mijn schouder legde.... Lang zit ik te turen tot ik mij tenslotte verman: toch eens even verder kijken wat ervan staat, hoe lang zou het al geleden zijn?; zou ze lang ziek geweest zijn? Haar naam hebben ze verkeerd ge drukt, ze hebben een n weggelaten: die drukfouten toch! En haar voorletter: daar staat een R ze noemden haar altijd Rie. maar in een officieel be richt zetten ze anders toch de voorletters van de doopnamen vreemd! Waar is ze gestorven? Wat' In Holland.en al weer een poosje geleden: was ze dan al weer terug? Vreemd, dat ik daar niets van gehoord heb't Is toch ontzettend voor zoo'n jong vrouwtje en dan voor haar kinderen, twee kleine peuters.Maar hoe is dat ook weer: daar stond haar meisjesnaam en ze was toch ge trouwd ja natuurlijk! Dat is toch te gek. Ik moet toch nog eens goed lezen wat er staat: groot vader.... 83 jaar....? Maar dat klopt niet: dat zij niet! Ze is niet doodhoe heb ik het nou: ik haal in mijn verbouwereerdheid alles door el kaar. Laat ik nou mijn oogen eens flink uitwrijven en goed lezen, letter voor letter. Welnee dat is ze heelemaal niet: ze leeft! Dat is een pak van mijn hart ik voel me wel tien kilo lichter, wel twintig jaar jonger ik kan wel dansen en sprin gen daar drinken we eens op. Ze leeft! Ze leeft!! Daar komt een ouwe vrind van me binnen, die me hoorde juichen. Man, wat scheelt jou? Waar heb jij zoo'n pret over? Ze leeft: wie? Die maar die is toch nooit dood geweest. Dat is het hem nou juist: daar ben ik zoo gelukkig overMee warig schudt hij het hoofd: die heeft ze ook niet alle vijf bij elkaar Nu gaan we deze heele episode eens bekijken aan de hand van de anatomie: we hebben twee soorten zenuwstelsel: een zelfregeerend, sympa thisch zenuwstelsel met niet geïsoleerde zenuw vlechten en een centraal zenuwstelsel met streng geïsoleerde zenuwvlechten en een centraal zenuw- stesel met streng geïsoleerde zenuwdraden: het eerste onbewust inwerkend op onze inwendige organen, het tweede bewust indrukken verwerkend in de hersenen. In het eerste geval heeft dat kruisje f bij mij een geweldige gevoelsreactie opgewekt: ik heb alles gevoelsmatig opgevat; ik werd aangegrepen door een overweldigenden indruk die mij innerlijk ten diepste ontroerde. Deze indruk straalde uit via mijn sympathische (meevoelende) zenuwstelsel en bracht mijn binnenste totaal van den kook. Uitgaande van de primaire overtuiging (naar achteraf bleek niet gebaseerd op voldoende feiten, maar op een voorbarig oordeel) heb ik een hel doorleefd: met alle vezelen van mijn ziel heb ik het verschrikkelijke doorlééfd ik heb het ge voeld in hart en nieren, het ging mij door merg er, been. Ik was ten prooi aan hevige gevoelens, ik werd heen en weer geslingerd tusschen verdriet, opstandigheid, berouw ik werd bestormd door zooveel dat alles in mijn hoofd dooreenwarrelde, dat ik geen gedachte kon vormen geen beeld kon vasthouden niet meer scherp kon waarnemen waarin de heele buitenwereld voor mij eenvoudig niet meer bestond: alleen dat eene schrijnende wanhopige allesoverheerschende gevoel. Naderhand, toen de ban was gebroken, toen ik weer begon waar te nemen, toen ik weer tot mezelf kwam en mijzelf kon dwingen om rustig te lezen, af te wegen, te beredeneeren toen ik weer „af stand kon nemen" ten opzichte van mijzelf toen ik mijn eigen opvattingen, gevoelens, reacties cri- tisch kon beoordeelen toen kon ik mijn ver stand gebruiken, nuchter denken, zakelijk afwegen. Nu is er een groot bezwaar dat het woord „ge voel" voor zeer uiteenloopende zaken gebezigd wordt: ik kan aanraking voelen, koude, warmte, pijn. ik kar) met gesloten oogen voelen hoe mijn arm staat, of ik rechtop sta of voorovergebogen: hier hebben we dus te maken met indrukken van mijn gevoels- zintuig; ik kan bij indrukken aangename of onaange name gevoelens waarnemen; ik vind koude onaan genaam, warmte aangenaam, hitte weer onaange naam: hier spreekt men wel van den begeleidenden gevoelstoon van een waarneming; ik kan het gevoel krijgen dat iets heerlijk, ver schrikkelijk is, mij koud laat; ik kan voelen dat het mis gaat, dat er gevaar dreigt, dat men mij in de luren wil leggen en zoo voorts. In al deze gevallen is er iets dat mij persoon lijk raakt, dat ik niet onverschillig naast mij neer kan leggen is er iets dat mij min of meer, of volledig, in beslag neemt, dat zeer beslist voor mij persoonlijk van groote beteekenis is. Een gevoel sleurt mij mee: ik onderga het ik word eronder bedolven, als het sterk ik; ik ga erin onder, ik sta er niet boven, ik sta er niet buiten. Een ge voel is het meest subjectieve wat een mensch door leven kan, waarbij zijn heele lichaam, ziel en geest betrokken is. Bij het verstand is dit alles net omgekeerd: iels dat ik uitsluitend verstandelijk onderzoek, raakt mijn koude kleeren niet: nuchter en onbewogen kan ik mijn aandacht richten waar het mij belieft; het doet mij niets. Ik sta erboven, erbuiten ik kan doodrustig als op afstand de zaak eens be- Steen des aanstoots.... kijken, onderzoeken, overwegen laten rusten, negceren. Ik maak uit wat ik zal doen; alleen mijn koele, nuchtere verstand laat ik werken, ontleden, redeneeren en deduceeren maar het resultaat daarvan laat mij koud. Scherp geïsoleerd kan ik alles uiteenhouden, behcerschen, ermee doen of laten wat ik wil. In het spraakgebruik ziet men dan ook vaak dat er een zeker verband gelegd wordt tusschen het gevoel, subjectief oordeelen, onbewust verwerken, persoonlijk als werkelijk heid doorleven, en hei verstand, objectief oor deelen. bewust verwerken, zakelijk en op af stand theoretisch beschouwen. Het gevoel denkt men zich als een uiting van het warm kloppende hart, het verstand als uiting van een koel hoofd en van de hersenen. De beeldspraak gaat echter mank: het gevoel ontstaat natuurlijk niet in het hart maar wel is het hart een orgaan dat gevoels- reacties sterk tot uitdrukking brengt; in werkelijk heid voelt men echter emoties door het geheele lichaam. Gevoel en verstand zijn geen tegenstellingen, die elkaar uitsluiten: gelukkig niet! Hoe grauw, kil en saai zou het leven zyn zonder gevoel, hoe wispel turig, uitsluitend subjectief en heftig zou het leven zijn zonder verstand. Gelukkig bestaan er geen uitsluitende gevoelsmenschen, noch uitsluitende verstandsmcnschen al kan het mengsel van beide wel minder of meer geslaagd uitvallen. Maar ook hier kan men zeer veel aan doen: veel meer dan menigeen denkt. Dr. J. M. ROMBOUTS 'n Gemantelpakt meisje sou eten De aapjes in Artis icat geven De srheur in haar mouw Verhielpen icij gauw Er is niets meer tan sirhthnnr grhlerei Chemisch reinigen en persen Mantelcostuumf 2.56 Japon vanaf f. 2.05 Regenmantel 2.56 Colbert costuum f. 2.97 Haarlem - Ple.n 22 Telefoon 16761 -20220 Amit.-d.n l.id.n D«n H»»g Hilvarium B.verwijl» (Adv. Ingez. Med.) 2de Bijzondere Kerkdienst in de Groote Kerk Zondagav.: 7 uur Ds, 1. P. van de Waal en Prof. Dr. G. van der Leeuw over: Alle zitplaatsen vrij (Adv. Ingez. Med.) CREMATIE FERF. De crematie van den heer Ferf, directeur der N.V. Kon. Pellerij „Mercurius" v/h Gebrs. Laan*te Wormerveer, die Vrijdag plotseling te Heemstede overleed, zal Maandagmiddag in het crematorium te Velscn plaats vinden, na aankomst van trein 2.15 uur, halte Driehuis-Westerveld. €€N FRISSCH6 AD6M is de beste introductie in gezel- schap ol zakelijk onder? Neem na een borrel of na hel rooken klem tabletie Elke onaangename >v^dem verdwijnt als Ong'neele zakjes 10 rf b,j Metalen doostes 25 ct (Adv. Ingez. Med.) Lux or Theater „De vrouw met den blauwvos". 2.30. 6.30 en 8.45 uur. Frans Hals Theater: „Eva, uit het paradijs der vrouwen", 2 30, 6.30 en 8.45 uur. Palace: „De moord in Parkstraat 13", 2, 6.30 en 8.45 uur. Rembrandt Theater: „Droommuziek", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Alg. Ned. Verbond: Tentoonstelling folklore en heemkunde van Nederland in „De Hoofdwarht". Groote Markt 17. van 2.30—5 en van 7—9 uur. ZONDAG 22 JUNI Lux of Theater: „De vrouw met den blauwvos". 1.30, 3.45, 6.30 en 8.45 uur. Frans Hals Theater: „Eva. uit het paradijs der vrouwen", 2. 4.15, 6.30 en 8.45 uur. Palace: De moord in Parkstraat 13", 1.30, 3.45, 6.30 en 8.45 uur. Rembrandt Theater: „Droommuziek", 1.30, 3.45, 6.30 en 8.45 uur. MAANDAG 23 JUNI. Groote Kerk: H.O.V. Kerkconcert. 8 uur. Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags en des avonds. Nachtdienst Apotheken. De volgende apotheken te Haarlem zijn van des avonds acht tot des morgens acht uur (ook op Zondag) geopend: Firma Duym en Keur, Keizerstraat 6, Tel. 10378. Firma Begemann en Sneltjes, Kruisweg 30. Tel. 10043. Marnix Apotheek, Marnixstraat 65, Tel. 23525. Te Heemstede is geopend: Apotheek Scholsman, Binnenweg 206, Tel. 36320,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5