VACANTIE II Nog een Boek over Holland. Steek Piet yas LANGS DE STRAAT. Oude kunst in het Frans Hals Museum. EEN GEZONDE GEEST IN EEN GEZOND LICHAAM TOBIAS AGENDA SATERDAG '19 J U EI 1941' HAARLEM'S DAGBLAD 3 Er is weer een boek over Holland verschenen, jijna gelijktijdig met „Nederland's Wil en Werk", vaarover wij eergisteren berichtten. Het is even- nin een wetenschappelijk werk als dat .andere, jat in een vijftigtal korte artikelen een zakelijk iverzicht-in-vogelvlucht geeft van Nederlandsche irestaties in de laatste twintig jaar. Maar het is och weer heel anders, al stemt het er ook in om- ang vrijwel mee overeen. De journalist Piet Bak- ;er. die „Holland, ze zeggen, je bent maar zoo Jein" geschreven heeft vertelt in een voorwoord ;n in 27 kleine hoofdstukken vooral van zijn liefde oor zijn land. Hij is niet alleen een knap auteur, iij schrijft ui,t de warmte van zijn hart. Af en toe, ooals wanneer hij den volkswoningbouw looft en iet buitengewoon vele dat op dit gebied bereikt begeeft hij zich wel in den trant van het hoofd- rtikel om te betoogen dat de 70:000 krotwonin- en, die nog over zijn grootendeels ten platte- ande ook verdwijnen moeten en zullen, om oor beter behuizing plaats te maken. Maar meest- il is hij niet betoogend, Veel schildert hij in for- che streken en in krachtige beelden. Zijn ont- oerde toewijding aan volk en land is dan zoo uiver en echt dat het niet noodig ware geweest e dichters te hulp te roepen om door hun schoon- te strofen over Holland zijn woord te steunen. Vant hij spreekt zijn eigen taal en die mag er zijn. daar toch heeft hij Jan Campert en Marsman, [erman Gorter en Jan Prins en meer begaafde loeëten te hulp geroepen. Zelf zegt hij in zijn voorwoord: „De bedoeling wel om een getuigenis te leveren. Om te getüi- en van dc liefde voor Nederland: liefde voor het lerkwaardige stukje drassigheid. waar wij ons even moeten slijten: waar we iederen dag maar feer het water moeten uitpompen om het te be- louden: waar een taai menschengeslacht is op- egroeid in voortdurenden strijd met de zee „Als u aan het eind tot de conclusie mocht ko- len: „We zijn waarachtig nog zoo mis niet", dan de bedoeling bereikt en dan kijken we mekaar net een knipoogje aan". De verleiding doet zich voor om hier eenige troeven van des schrijvers trant te doen volgen, iijvoorbeeld deze: ..Hier heb je een haf", zei de natuur. „En zorg iou zelf maar voor de rest". Dat was eigenlijk niet aardig van de natuur. Iveral elders leverde zij den grond netjes af. )roog zand, hechte bergen, stevige klei, be- (oonbare bodem. Maar ons blies zij een rijtje ii in en bij elkaar, zoodat de zee een langzaam icht-venende inham .vormde en dit broddellapje chtte zij goed genoeg voor de Nederlanders om polders van te maken. En het vreemde is; dat die er toe bereid gevon- en werden. Dat is een mirakel! Er was toen waar- chtig levensruimte genoeg in Europa. Al waren e maar op de Veluwe gebleven, daar was het ten- iinste hoog en droog. Of ze hadden een beetje iger aan den Rijn kunnen gaan zitten of in Twente in de Ardennen. Wat heeft de Friezen. Batavieren, Kaninefaten, iarezaten en Merovingers in 's hemelsnaam be- ield om zich juist in deze' drassige landouwen eer te zetten? Als zij dan met alle geweld wilden lotjevaren, waarom zïin ze dan niet gezellig de höne of een andere Zuidelijke richting afgezakt! lier moesten ze eerst terpen opwerpen wilden ze roge voeten hebben; zaten ze in ongeriefelijke aalwoningen om niet onmiddellijk te verdrinken". Dit en veel dat er op volgt herinnert aan het ekende woord, waarvan de uitvinder ons onbe- end is: „God schiep de Aarde behalve Holland, at zichzelf schiep". Zoo schildert Bakker* de drooglegging van de aarlemmermeer en hij doet het onder den titel Wild West in Nederland" en laat er Werumeus uning's vermaarde Ballade van den Boer. meteen volgen: „Zoo menigeen had een schoonen droom Maar de boer hij ploegde voort, Thermopylae, Tro'ja, Salamis Maar de boer hij ploegde voort. 'Het jonge graan werd altijd groen, De sterren altijd licht, Gods woord streed in de wereld voort En de boer heeft het gehoord". Onze bagger-genieën uit Sliedrecht treden in dit aek op. Rotterdam heet er de Koningin van de [aas in. Het onbekende Haagje wordt ons hier ïthuld. De geestdriftige sfeer van een internatio- alen voetbalwedstrijd in het Stadion wordt voor en lezer uit het verleden opgeroepen, de verbijs- rende schoonheid van onze rivieren -bezongen. De sdders, de jutters, de stroopers, de vïsschers, zij rijgen allen hun beurt. Met vele anderen. Fries- ind, Twente, Drente worden ons geschilderd. En e luchtvaart, de spoorwegen, de bruggen worden «volgd door de litteratuur, het onderwijs (met veel ritiek). de Kunst met een groote K. Gij moogt hei let met al wat de schrijver zegt eens zijn.... hij erwarmt uw vaderlandsche, Hollandsche hart. Uitgever van „Holland, ze zeggen je bent maar jo kleinis de Uitgeverij De Librije te Haar- m. Neem het mee als u met vacantie gaat. EXAMENS. Academische opleiding:. iGeslaagd voor doctoraal examen Indonesische taal letterkunde de heer F. S. Eringa, te Heemstede um laude). M.U.L.O.-examens te Haarlem. Voor het M.U.L.O.-examen te Haarlem slaagden rijdag voor het A-diploma: J. E. Schaapman, M$Adriaanse, W. C. Bakker, J.. L, iimans, C. G. v. d. Giezen, J. M. Gaartman, R. C. v. d. lint, F. J. Bruins. H. Toepoel. J. J. H. Reemer, P. C. ooi, D. G. Muntinga, W v, Eijken, F. Hartsuiker, A. Snijder, J. A. Tielens, P. Bakker. W. L. A. M. ercht, P. v. Groningen uit Haarlem: W. v. Doorn, H. Wezenaar, A. Kok uit Velsen; J. C. van Harn, E. Hommes uit Beverwijk; A. Theonville uit Bloe- «ndaal. Voor diploma B slaagden: J. J. Hagen, M. G. Schot- tan uit Haarlem; H. J. v, d. Giessen uit Velsen; J. A. Sarsman uit Beverwijk. Diverse. Voor het practijkdiploma Boekhouden van de Ver- fniging van Leeraren in de Handelswetenschappen aagden: Jan Boon, M. Bijnagte, J. Lucas, F. Roose, Ini Stuurman, P. Ruighaver, L. C. Bode en D. v. d. een, allen leerlingen der Gemeentelijke Avondschool Oor Handelsonderwijs te Haarlem. Geslaagd voor het voorexamen van het Ned. Ge- ootschap voor Heilgymnastiek en Massage de dames C. de Jong, L. S. Kroon, P. M. C. van de Pol. allen Haarlem en L. Kruijer te IJmuiden Geslaagd voor het theoretisch gedeelte van het examen or 2e-stuurman groote handelsvaart: C. van Vliet, J. Croese. J. H. Granenkamp, J. W. Zachariasse, J. P. van tassen en J. P. Schaap. De jaarlijksclie Speeltuindag. De Nederlandsche Unie van Speeltuinorganisaties ou'dt heden in het geheele land den jaarlijksehen «eltuindag ter eere van den ruim 80-jarigen heer J. Klare, die te Amsterdam de speeltuïnvereeniging eeft opgericht en die nu te Zaandam woont. Ook te laarlem worden op de vijf beschikbare tuinen heden- liddag de kinderen bezig gehouden met verschillende Rdstrijdjes en spelen. en knip het electrisch licht alleen bij uiterste noodzaak aan door P. v. d. HEM. r>r F vats G- UIT U LIET ELK JAAR OP 1700 M HOOGTE Z'JM BLIK DWALEN OVER HET OBERENGAPin Mu TUURT HU OP 1.70 M HOOGTE over DE IlR£MTScj-i£ HQ'En WIST ÏIJETj dunt ons land zoo mo.qj '\vas, t A msterdam—Bad. Het is gloeiend warm. In een nauw straatje in de oude stad van Amster dam staan zeker twaalf bewoners op een rijtje in een smal streepje schaduw dat de fel, bijna in de richting van de straat invallende zonnestralen hun laten. Ofschoon het straatje nauw en voor het groote verkeer van niet het minste belang is, heeft het gemeentebestuur het toch in'een royale bui laten asphalteeren. Al die menschen kijken met vreugde en welbe hagen naar een gebeurtenis die voor een slagers winkel, boven de deur waarvan een houterig ge schilderde en even dom als zelfgenoegzaam uit ziende varkenskop voldoende aanduiding is van het beroep van den bewoner, plaats grijpt. Terwijl de spekslager zelf in zijn winkel aan het werk is kwijt een knecht zich van de bij deze temperatuur niet onaangename taak van het riat- spuiten van de straat en van den gevel van het huis. Een groote tuinslang is aan de kraan, die voor in de gang van het bovenhuis is aangebracht, be vestigd en de slagersknecht doet met liefde het hem opgedragen werk, want wat is er op zoo'n sehroeiend-heeten dag heerlijker dan dat er water bij je werk te pas komt. Je zou den heelen dag niets anders willen doen! De knecht doet intusschen meer, dan alleen de straat en gevel nat houden en het is vooral dit on derdeel van zijn werkzaamheden, dat zoozeer' de belangstelling van de zorgvuldig in de schaduw blijvende Amsterdammers wekt. Voor den winkel van den spekslager is n.l. een jongen van een jaar of twaalf bezig, met een bezem straat en trottoir schoon te vegen met het water, dat de tuinslang maar zonder ophouden gul levert. Het bijzondere aan dezen jongen is, dat hij slechts gekleed is in een zwembroekje. Zijn toilet wórdt verder voltooid door een paar groote klompen. Telkens houdt hij op niet- zijn schoonmaakwerkzaamheden en dan richt de knecht met onfeilbare zekerheid den straal op hem en spuit hem nat, eerst aan den eenen en als hij zich omgedraaid heeft ook aan den anderen kant. De jongen geniet van deze bewer king: de frissche druppels rollen hem langs het lijf en zijn haren hangen in natte slierten bij zijn hoofd. Ieder oogenblik moet hij zijn groote klompen leeg maken omdat zij vol water staan, maar die moeite heeft hij er graag voor over. Hij proeft ook van het water, maar dat bevalt hem niet erg. „Bah, Vechtwater!" zegt hij smalend. Een meisje met een boodschappentasch aan den arm nadert. Angstig blijft zij even staan. „Ook 'n beetje?" vraagt de slagersknecht. Maar zij schudt heftig van neen en de knecht is zoo ga lant, de straal even op de straat te richten. Dan neemt ze een snel besluit, holt de gevaarlijke plaats voorbij en kijkt dan, van een eerbiedigen afstand, lachend om. Daar komt een kleine Najade, op kleppende klompjes, een huis uitloopen. Zij heeft blijkbaar aan moeder gevraagd, het voorbeeld van den jongen te mogen volgen. Want zij is gekleed in een badpak en kan er dus tegen. „Mij ook, mij ook!" roept ze den waterspuiter toe en die laat 'zich niet lang bidden, maar over giet haar met een verfrisschende stortbui. Kraaiend van de pret loopt ze hard weg en dit spelletje be valt haar zoo goed, dat ze telkens terugkeert om zich te laten besproeien. „Lekker, hè?" zeggen de amechtige menschen,. die daar in de schaduw tegen de huizen gedrukt, staan te puffen. Wat zouden ze graag doen als die jongen, maar er zijn nu eenmaal grenzen. Toch zijn ze niet jaloersch op de jeugd, die ze graag haar ver- frisschend bad gunnen. Dit is Amsterdam-Bad. Het is anders dan Zandvoort-Bad. Zeker. Maar als je dat niet bij de hand hebt, moet je je maar tevreden stellen met wat Amsterdam-Bad je, hetzij als actief deelnemer, hetzij als passief toeschouwer, in een smal en gloeiend, geasphaltëerd straatje te bieden heeft. J. C. E. Hedenmiddag wordt in het Frans Hals-museum een tentoonstelling van oude kunst schilderijen, meube len enz. geopend, die werd samengesteld in de eer ste plaats uit het onlangs verworven legaat van den heer H. J. D. D. Enschedé, die zijn geheele kunstbezit aan het gemeentelijk Museum vermaakte, waaraan is toegevoegd een aantal werken uit een vroeger ver kregen legaat van wijlen Notaris Burkens. Een en ander wordt dus thans voor de eerste maal in het pu bliek tentoongesteld. Een aantal schilderijen uit het bezit van andere Haarlemsche particulieren, voor het overgroote deel ook nog niet geëxposeerd geweest vullen deze met smaak ingerichte expositie, die vier zalen omvat, aan. Door de tijdelijke ontruiming van verschillende loka len was er thans een ongezochte gelegenheid de ver schillende nieuwe aanwinsten van Haarlem's bezit op uiterst gunstige wijze ten toon te stellen, waarvan naar verwacht mag worden door een druk bezoek de waardeering tot uiting zal gebracht worden. De Bs. MARKT. Alkmaar, 19 Juli. Botermarkt, kleinhandel 1.201.30. Handel matig, Zin voor de werkelijkheid. Ieder levend wezen is aangewezen op een leven-1 aige wisselwerking tusschen zijn binnenwereld en de buitenwereld Wij moeten van de buitenwereld alles opnemen, dat voor ons levensonderhoud noodig is, maar om onze doeleinden te kunnen bereiken moeten wij ook handelend ingrijpen in de buitenwereld. Al onze indrukken, al onze waarnemingen moeten via de zintuigen van buitenaf tot ons komen, daardoor eerst leeren wij wat er buiten ons bestaat en wat daar omgaat. Maar toch kunnen -wij ziende blind en hoorende doof zijn, Lang niet alle indrukken, die mijn netvlies of mijn oor bereiken, dringen tot mijn bewustzijn door. Op straat merkt men iedere lan tarenpaal niet op; het tikken van*de klok hoort men eenvoudig niet meer; men let er niet op zoolang alles „gewoon"' gaat. Men gaat eerst dan opletten, als er iets ongewoons aan de hand is. Maar als het iets aan genaams lijkt, is men heel wat opmerkzame! dan wanneer het iets onaangenaams lijkt; dan wil men "t vaak maar liever niet zien of niet hooren, dan denkt men <y liever maar niet over en sluit zijn oogen. Bij de Oost-Indische doofheid hebben we iets der gelijks. Waarom noemt men de werkelijkheid vaak hard, koud, meedoogenloos? Omdat de realiteit zoo vaak onze illusies verstoort, onze wenschdroomen en idea len. Dat valt ons zwaar, we kunnen daar vaak zoo slecht afstand van doen en dan vinden we de wer kelijkheid vijandig. In ons spel en in onze fantasie hebben we geen last van die booze buitenwereld, daar zijn we heer en meester in onze eigen binnen wereld, in de sfeer van onze eigen voorstellingen en gevoelens. Is het wonder dat wij van die buitenwe reld weinig moeten hebben als die onze liefste wen- schen vernietigt en dat wij ons daar veel liever van afwenden en struisvogelpolitiek bedrijven, den kop in het zand steken, de oogen sluiten om ons dan wijs te maken: dat wat ik niet zie, is er niet, wat niet in mijn bewustzijn aanwezig is, is er niet. Het is de „harde" realiteit die ons dwingt te erken nen dat er nog een andere wereld is buiten onszelf, die niet opzij gaat noch meegeeft, als wij er tegenop botsen. Die buitenwereld is ook koud en meedoogen loos, omdat hij ons als met een stortbad van koud wa ter tot de nuchtere zakelijkheid terugroept en zich niet stoort aan onze o zoo kwetsbare gevoeligheden en geestelijke eksteroogen. Liefde is blind, dat zegt tenminste het spreek woord. Is dit zoo en hoe komt men daaraan? Wel, het is een feit dat men iets, beziende met de oogen der liefde, niet doodnuchter bekijkt, ontleedt, re gistreert en catalogiseert naar het uiterlijk beeld, dat men te zien krijgt. De liefde ziet er veel meer in: men ziet als het ware bij voorbaat allerlei, wat er maar „uit" hoeft te komen, maar wat een onwel willende heelemaal niet ziet en niet gelooft. Een moeder is „gek" op haar. jonge spruit; een buiten staander vindt het- een vies, dreinerig kind. •De een ziet het kind zooals het er op 't oogenblik uitziet, maar zooals het zijn kan: zooals z ij haar kind ziet met al zijn liefs, met al zijn verborgen mogelijk heden. Dat vieze ziet zij als bewijs dat het toch zoo'n echte lekkere robbedoes is, heelemaaL niet ver waand; het dreinerige ziet ze als bewijs dat hij zoo gevoelig is, zoo teer van gemoed, dat hij eigenlijk haar volle medelijden verdient omdat de booze wereld hem niet begrijpt, zijn blanke zieltje niet ziet onder zijn vieze toet. Deze liefde, die blind is, is blijkbaar eenerzijds „helderziend", dat wil zeggen in staat om erin te zien, wat een ander niet ziet maar is ook vaak blind omdat ze bang is voor de werkelijkheid, voor de nuch tere kritiek, die geschuwd wordt omdat deze de illu sie verstoort. Maar nu kan men vragen: is het „werkelijk" liefde, om zich aan illusies vast te klampen, om de werke lijkheid niet te willen zien? Natuurlijk niet, want men kan wel tijdelijk de oogen sluiten en voor een poosje de feiten negeeren, maar dat dit zich wreken moét kan men op zijn vingers natellen. Het is zelfs de vraag of het niet veel gevaarlijker is, wanneer dit laat gebeurt en of het niet heilzamer zou zijn als het, vroeg gebeurde, want dan zal de kans om zich nog te herstellen allicht grooter zijn dan wanneer een fout lang heeft kunnen inwerken. Een voorbeeld: Een klein kind speelt met verschil lend groote blokken en wil daar een toren mee bou wen. Dit lukt natuurlijk niet direct, het bouwsel valt om en het kind wordt verdrietig. Is het nu liefde om dat kind te helpen, hem de moeilijkheden uit han den te nemen en hem de illusie te schenken dat hij het zelf nu klaargespeeld heeft? Natuurlijk niet, want een volgende keer kan hij het niet, de ontgooche ling is des te pijnlijker en nog ontmoedigender. Bo vendien wordt de neiging versterkt om te gaan zitten afwachten tot de een of andere goede geest alle moeilijkheden oplost en iedereen weet toch dat men daar, in de harde werkelijkheid in de kille maat schappij vaak lang op kan wachten! Laat men het kind rustig en ongestoord scharrelen, dan doet het spelenderwijs ervaring op: hoe het niet gaat en hoe het wel gaat. Het is de groote verdienste van Montessori geweest te beseffen, hoe'n groote winst het beteekent wanneer ec-n kind zelf, door eigen pro- beeren en fouten corrigeeren, een moeilijkheid spe lenderwijs heeft leeren oplossen. Hierdoor wordt hét niet alleen wijzer, maar het zelfvertrouwen-wordt ei op een natuurlijke ongedwongen wijze door ver sterkt: Geen malelooze zelfoverschatting en even min een matelooze zelfonderschatting maar een ste vig gefundeerd besef van verhoudingen tussehen het geen wel en hetgeen niet mogelijk is, tusschen eigen capaciteiten en in de buitenwereld gegeven moeilijk heden. Ware liefde is niet blind, maar heeft een open oog voor de werkelijkheid, negeert men deze, dan stoot men zijn hoofd; ziet men deze onder het oog, dan kan men zich daartegen wapenen en zich oefenen om telkens gemakkelijker moeilijkheden te overwinnen. Daar hoort ook bij: het zich neerleggen bij het on mogelijke en onvermijdelijke om desalniettemin, maar dan op andere wijze, te streven naar de best moge lijke pplossing. Er zijn menschen die meenen dat het getuigt van moed, wanneer iemand persé zijn zin wil doordrij ven, blijft vechten voor iets, ook al blijkt het dat hij ongelijk had. Dit niet willen opgeven uit koppigheid en uit een weigering om ooit toe te geven, deze hals starrigheid is natuurlijk heel wat anders dan een taaie en onverzettelijke volharding zoolang iemand de overtuiging heeft dat het einde het werk zal kronen. Een gewaarschuwd mensch telt voor twee; iemand die niet bang is. die rekent met tegenslagen en met de mogelijkheid van langdurigen tegenwirtd. wordt op den duur hoe langer hoe taaier pn onverzcttelijker. Hij spiegelt zich geen gemakkelijk succes voor, maar hij weet dat hij heeft aan te pakken, zijn oogen den kost moet geven, rekening heeft te houden met alle mo- Kop van jut. gelijke risico's, wil hij tenslotte deze alle de baas wor den'. Liefde, die moeilijkheden ontwijkt of voor een ander regelmatig uit den weg ruimt, is kortzichtig en deze werkt verslappend en dus op den duur funest, want dis is niet vol te houden en de ontgoocheling zal groot zijn. De werkelijkheid verdoezelen, een valsche schijn ophouden werkt ondermijnend. Maar het getuigt van een verstandiger liefde, wan neer men zijn kind, of ieder ander, met wien men het goed meent er aan went om de werkelijkheid nuchter en moedig aan te durven zonder iets te verbloemen, maar ook zonder angst te suggereeren. Want be zorgdheid".. die voortdurend waarschuwt: „pas toch op. wees toch voorzichtig, denk toch aan dit. ik hoop dat je gespaard zult blijven voor dat", neeft niets te maken met helpende liefde, want hier hielpt men iemand van den wal in de sloot, ondermijnt men zijn zelfvertrouwen, zijn' zakelijk afwegen van wat hij wel en wat hij niet moet doen om succes te hebben. Even onverstandig is het om door medelijden of veront waardiging Iemand van streek te maken als hij eens voor onaangename moeilijkheden komt te staan: niet huilen, niet kankeren maar .aanpakken! Zin voor de werkelijkheid houdt ook in een besef voor de veranderlijkheid der dingen. Iets dat eerst ver schrikkelijk leek, lost zich vaak vanzelf op Na iederen winter komt een zomer, na iederen nacht een dag. Zin v.oor werkelijkheid sluit dus ook in: geduld, vol harding, vertrouwen dat iets. dat vandaag niet lukt of uitgesloten is, morgen kan lukken, dat het de moeite waard is, steeds uit te kijken naar mogelijkheden om er het beste" van te maken. Zin voor de werkelijkheid is onbestaanbaar zon der moed; omgekeerd echter is er niets wat het zelf vertrouwen zoo staalt als de ervaring dat moeilijk heden er zijn om overwonnen te wordden en dat het heelemaal geen schande is. maar een noodzakelijke voorwaarde voor groei en ontwikkeling om te erken nen dat er dingen zijn, waarbij men zich heeft neer te leggen of waarvoor men heeft te buigen. Als men ziek is moet men zich wel neerleggen als men onder een bruggetje door moet. n\pet men het hoofd wel buigen. Wie voldoende gevoel van eigenwaar de heeft, kan gemakkelijk soepel zijn en zich aanpas sen; wie taai is kan veel meer verdragen dan wie star, hard en onbuigzaam is; innerlijke fierheid heeft heelemaal geen behoefte aan koppig verzet of jamme rend geweeklaag, maar blijft zichzelf onder alle om standigheden terwijl de werkelijkheid open onder de oogen wordt gezien. DR. J. M. ROMBOUTS. DE KAAGWEEK IS BEGONNEN. L .,aag- vlag wordt geheschen, ten teeken, dat het jaar- lijksche zeilfestijn weder geopend is. (Foto Pax Holland m) J. VAN SCHOONHOVEN ACCOUNTANT en BELASTINGADVISEUR. RECHTHUISSTRAAT 17. TELEF. 22792 HAARLEM (Adv. Ingez. Med.) Heden: ZATERDAG 19 JULI. Rembrandt Theater: Snip en Snap-revue, 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Palace: „De familie van mijn vrouw", 2, 6.30 en 8.45 uur. Luxor Theater: „School der Liefde", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Frans Hals Theater: „Boefje", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. ZONDAG 20 JULI Remonstrantenhuis, Wilhelminastvaat 22: Kerk dienst Ned. Stichting voor Buitenkerkelijke Religie, voorin. 10.15 uur. Rembrandt Theater: Snip en Snaprevue, 1.30. 3.45, 6.30 en 8.45 uur. Palace: „De familie van mijn wouw", 1.30, 3.45. 6.30 en 8.45 uur. Luxor Theater: „School der liefde", 1.30. 3.45. 6.30 en 8.45 uur. Frans Hals Theater: „Boefje", 2, 4.15, 6.30 en 8.45 uur. Heemstede: Concert „St. MichaëT' in Groe- nendaal, 35 uur. MAANDAG 21 JULI. Groote Kerk: Buitengewoon kerkconcert Kon. Liedertafel „Zang en Vriendschap", 8 uur. Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags en des avonds. Nachtdienst Apotheken. De volgende apotheken te Haarlem zijn van des avonds acht tot des morgens acht uur (ook op Zondag) geopend: Bosch en Vaart-apotheek, Bosch en Vaartstraat 26, Tel. 13290. H. Remmers en Zoon, Kruisstraat 6, Tel. 10354. Noorder Apotheek, Jan Gljzenkade 181, Tel. 23821. Te Heemstede is geopend: Apotheék Schotsman, Binnenweg 206. Tel. 28320,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5