Finland strijdt opnieuw. jBucyèrfilkeSiand £aatste ^Betichten Naar Moskou DINSDAG 29 JU EI 1941" H A A"R E E M'S D A G B' E A D "2 Toen de Finnen in het najaar van 1939 naar het Zwaard moesten grijpen om zich te verdedigen tegen het Sovjet-gevaar dat hen ernstig bedreigde, leefde Nederland in angstige spanning mee in hun strijd. De Finnen hadden onze onverdeelde sympathie. Het was voor hen helaas een hopelooze strijd, daar zij door ee-n overmacht besprongen werden. Toch hebben zij zich kranig geweerd enf aan de Sovjet-troepen eiken vierkanten meter grond be twist. Eiken vooruitgang moesten de aanvallers met zware óffers betalen. Helaas vielen ook duizenden Finnen in de worsteling om hun land van indringers vrij te houden. Maar het bloed dezer mannen vloei de niet vergeefs want de taaie tegenstand dwong de Sovjet met Finland over vrede te spreken. De voorwaarden die Stalin en de zijnen aan Finland Etelden waren weliswaar zwaar, maar de Finnen konden niet anders doen dan die accepteeren. Zij hadden voor hun land gedaan wat zij konden, zelfs méér dan dat. Voor de overmacht, het brute ge weld, moest gebogen warden, maar toch kwamen de Finnen eervol uit den strijd. Hun blazoen was immers onbevlekt. De Nederlanders vernamen met droefenis in het hart dat de Finnen hun strijd hadden moeten op geven en dezen zelf vleiden zich met de hoop, dat de Sovjets tevreden zouden zijn. Helaas die ver wachting bleek ijdcl. Uit de onlangs gepubliceerde documenten is gebleken dat de Sovjets al spoedig na het sluiten van den vrede met nieuwe eischen kwamen. In wezen werd het Finsche volksbestaan bedreigd. En i}u hebben de Finnen opnieuw naar de wa pens moeten grijpen, terwijl de wonden van den .vorigen oorlog nog lang niet geheeld zijn Maar er is een groot verschil met 1939. Nu staan He FinnejC niet alleen in hun strijd. De as-mogend- heden hebben hun sterke legers naar het Oostelijk front gezonden om met de Sovjet een strijd op leven en dood te voeren. Het is daar een titanen worsteling, die gevoerd wordt onder het devies: „Duitschland strijdt voor Europa". Deze strijd duurt reeds vijf weken, maar in dien tijd heeft het Duitsche leger reeds belangrijke wapenfeiten verricht. De Duitsche weermachtsberichten maken schier eiken dag melding Van belangrijke vorderingen, vernietiging van troepenmachten en verovering van veel oorlogsmateriaal. Kiew, Moskou en Petersburg Worden bedreigd. De Finnen strijden slechts op een klein deel van het groote Oostfront. In 1939 Werd op Finschen bo dem gestreden, nu hebben de Finnen het grensge bied al lang overschreden en drongen met hun troe pen het Sovjetgebied binnen. Ook nu volgt Nederland den strijd in het Oosten met spanning. En daarbij gaan opnieuw veler ge dachten naar het Finsche volk in zijn strijden en lijden. Van harte wordt gehoopt, dat het einde van den .strijd in het Oosten voor de Finnen een beves tiging zal brengen van hun vrij en onafhankelijk volksbestaan, waarbij tevens de door overmacht af gedwongen vredesvoorwaarden van 1939 weer on gedaan gemaakt worden.' En als de Finnen zegevierend uit dezen strijd te voorschijn komen beteekent dit.' ook dat door de vereenigde legers van Duitschland en Italië, aange vuld door de vrijkorpsen uit vele andere landen, de Bolsjewiki teruggeslagen zijn, zoodat zij hun ideaal het Bolsjewisme in Europa te laten overheer- schen, moeten opgeven. Prof. T. Coedewaagen over zijn hoogleeraarschap. fïigen taak der wijsbegeerte Gebon den aan tijdsgebeuren en socialen strijd. Een „philosofie der bloed gemeenschap". 's-GRAVENHAGE, 28 Juli. In een vraagge sprek met een redacteur van de Vereenigde Pers- bureaux heeft prof. dr. T. Goedewaagen, secre taris-generaal van het departement van Volksvoor lichting en Kunsten, naar aanleiding van zijn be noeming tot bijzonder hoogleeraar in de nieuwere Wijsbegeerte aan de rijksuniversiteit te Leiden een fiiteenzetting gegeven over .wijsbegeerte en poli tiek. Vraag: ..Welk verband bestaat er naar uw mee- liing tusschen philisofie en politiek?" Antwoord: ,.In de eerste plaats", zpo verklaarde prof Goedewaagen, „wil ik op historische gron den vaststellen, dat de grootste wijsgeeren zich diepgaand met de politiek hebben bezig gehouden en dat zij philosofisch ^gefundeerde, politieke stel sels ontwierpen. Het waren de wijsgeeren Plato en Aristoteles, die de politiek van Alexander den Groote hébben voorbereid, terwijl de school der Stoa de wijsgerige rechtvaardiging gaf voor een imperium-politiek der Romeinen. Thomas van Aquino stelde de algemeene politieke leer voor de lïoomsche kerk op, welke nog tot voor kort de ■Tangen van het politieke katholicisme heeft kunnen leiden. Ook Kant levert, als overtuigd aanhanger van de Fransche revolutie, een bewijs voor mijn stelling, evenals Schelling cn Hegel, die sterk anti- liberalistisch in den zin der restauratie hebben ge dacht. Tenslotte mag zeker ook Rousseau niet ver geten worden in verband met de leer der volks- 6ouvereiniteit. Men mag gerust zeggen, dat elke wijsgeer, dip bp volledigheid aanspraak wil maken, zijn politieke stelsel heeft, zooals hij dit moet hebben in ver band 'met zijn eigen, bepaalde sociale en religieuze opvattingen. De wijsbegeerte en de politiek zijn onscheidbaar en -hun eenheid is noodzakelijk, wil len beide niet onvruchbaar zijn". ONTWIKKELING GEBONDEN AAN DE HISTORIE. Vraag: „Wordt de vrijheid der philosofie door Hezen band met de politiek niet te zeer beperkt en is zij onder deze omstandigheden nog wel tot eigen werkzaamheid, in staat?" Antwoord: „Men moet vooral niet denken, dat er een eigen werkzaamheid der philosofie kan be staan geheel en al los van den politieleen strijd. Integendeel: de ontwikkeling van de philosofie en haar denkstelsels voltrekt zich juist dóór en in de concrete historische situatie. De vrijheid der wijs begeerte toch. beteekent geenszins dat zij los van de maatschappij staat, doch dat zij, midden in den socialen strijd geplaatst, deze op haar eigen wijze belicht. Dit is geen ontdekking van onzen tijd, doch een historisch vaststaand onveranderlijk feit. Een karakteristiek voorbeeld hiervan, dat voor ons Nederlanders voor de hand ligt, levert Thor- becke, die in Duitschland philosofie studeerde en In Leiden de ideologie van het liberalisme 'schreef en beleed. Ik zou niet gaarne ontkennen, dat Thor- becke een wijsgeerig denker was, omdat hij de 'geestelijke vader van de liberale politiek is, waar van ik als nationaal-socialist een bestrijder ben. Thorbecke kwam op grond van zijn philosofisch denken tot zijn politieke stelsel en wat voor hem geldt, geldt mutatis mutandis ook voor een wijs geer,. die een nationaal-socialistisch politiek stelsel aanhangt. De eigen werkzaamheid van de wijsbegeerte is overal en altijd gelegen in den blik op het geheel en het logisch doordenken van alle begrippen, die op een bepaald en bijzonder geval betrekking heb ben. Zoo heeft bijvoorbeeld Plato niet alleen een gemeenschapsideaal in theorie eri met de daad na- fes ireefd. doch ook de vraag naar het wezen en iet begrip van de menschelijke samenleving ge steld". EEN „VERGETEN HOOFDSTUK". Vraag: „Welke beteekenis hecht u aan het ras-' vraagstuk in de philosofie en hoe stelt u zich voor dit te behandelen?" Antwoord: „Het rasvraagstuk is met alleen m wijsgeerig en politiek opzicht, doch voor de ge- loofdrcdacteur: R. W. P. Pccreboom. Heemstede. Plaatsvervangend hoofdredacteur: C. J. van Tilburg, Heemstede. hcele wetenschap langen tijd een „vergeten hoofd- sluk" geweest. De taak van de philosofie ten aan zien van dit'begrip is, mijns inziens tweeledig. Ten eerste moet zij historisch laten zien hoe dit vraag stuk, ondanks het feit dat men het langen tijd heeft genegeerd, wel aan de orde móést komen. Ten tweede zal zij zich systematisch moeten bezinnen op dit begrip. Ik wil hierbij vooral den nadruk leggen op het feit, dat het rassenvraagstuk niet alleen biologisch gezien moet worden, doch dat het ook en zelfs in de eerste plaats van cultuur-weten schappelijke» aard is. Het inzicht zal meer en meer baan moeten breken, dat het ras in belangrijke mate mede-be palend is voor het menschelijk zieleleven en de volksziel. Het is dan ook noodzakelijk, dat de ras- psychologie" in alle richtingen wordt uitgebouwd. Wij mogen ons nu eenmaal met ontveinzen, dat bij voorbeeld de politieke geschiedenis, de kunstge schiedenis en de geschiedenis van het geestelijk Prof. T. Goedewaagen, secretaris-generaal van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. (Fotodienst der N.S.B.) leven niet begrepen kunnen worden, als men het rasbeginsel niet als uitgangspunt neemt. Men denke hierbij bijvoorbeeld aan Rembrandt, of aan de gothiek, welke zoo typisch Germaansch was tegenover de overige wereld. Ook de Leidsche uni versiteit zal zich eens wijsgeerig moeten bezinnen op begrippen als volk, stam en ras. Zoowel voor de wetenschap, alsook voor den politieken strijd is dit onmisbaar. Ik stel mij dan ook voor, bij mijn onderwijs een niet gering deel te besteden aan de „philosofie der bloedgemeenschap"." WIJSBEGEERTE GEEFT INZICHT IN HET GEHEEL DER WETENSCHAP. Vraag: „Hoe ziet u de zuiver theoretische functie van de wijsbegeerte in het geheel van het universi taire onderwijs?" Antwoord: ..De universiteit is in de laatste eeuwen geworden tot een ondoordachte chaos van speciale vakken, waar een ieder in zijn eigen hokje werkt, terwijl de blik op het geheel, althans voor een zeer groot deel, verloren ging. De philosofie heeft van oudsher tot taak het encyclopae'disch stelsel van wetenschap te ontwik kelen en het was Hegel, die dit uiteraard met de middelen van zijn tijd het meest volledig heeft gedaan. Zooals thans in de politiek de idee van het geheel op den voorgrond treedt tegenover die van de bijzondere deelen, zoo gaat het ook met de verschillende wetenschappen (Gestaltspsycho- logie, moderne sociologie) en zoo zal het ook gaan met de wijsbegeerte. Deze begrijpt steeds meer als haai' taak: rriet de wetenschappelijke middelen vari dezen tijd de encyclopaedic van alle wetenschap pen dialectisch te ontwikkelen. In de stad waar Eolland doceerde is dit geen onbekend geluid! Zelf heb ik in 1932, in mijn „Summa contra metaphysi- cüs" een bijdrage in dit streven willen geven en het verheugt mij, dat ik nu in de gelegenheid word gesteld der nieuwe philosofie in dezen geest niet alleen historisch beschrijvend maar ook systema tisch te ontwikkelen, daarbij aanknoopend aan het groote voorbeeld der Duitsche wijsgeeren, van Leib niz tot Hegel. Zooals nog onlangs prof. Noack uit Hamburg hier te lande heeft betoogd, liggen hier de grondslagen vaft' een philosofische denkwijze, die in haar dialectiek zuiver methodisch en „op de hoogte van de wetenschappen" is". (V.P.B.l DE ADRIENNELAAN IN GROENENDAAL. In de rubriek „Eigenaardigheden in Haarlem en omgeving" van Vrijdag j.l. werd gegist naar den oorsprong van den naam Adrienne, welke voort leeft in de Adriennelaan in het wandelbosch Groe- nendaal. Een behulpzaam lezer maakt ons er thans opmerkzaam op dat deze laan zeer waarschijnlijk ge noemd is naar de oudste dochter van den vroegeren bezitter van het bosch, jhr. fT. B. van Merlen. Dat ook het beeld in het Schelpenhuisje den naam1 Adrienne draagt moet betwijfeld worden. Dit kan gevoeglijk op rekening van sommiger fantasie wor den geschoven. Het Schelpenhuisje was er naar aangenomen kan worden, al lang voordat jhr. Van Merlen h^t laantje op zijn landgoed toen Bosch beek geheeten naar. zijn dochter Adrienne (of Adrïana) noemde. HAARLEM 29 Juli. Gehuwd: 29 Juli: L. Lormann en M. A. van Geloven. Bevallen: 27 Juli: G. Heierman-Butter, z. E. H. Cassee- Stöekmann, z. M. J. Zwiersen-Kaptijn, d. 28 Juli: R. E. G. Visser-Bal. d. J. J. Reket-Houtstra. d. C. P. Eelman-Dalebout, d. A. p. Francis- sen-Lindeman, d. 29 Juli: E. Jonker-Plagge, d. J. M. Hoogkamer-Roelofs, d. M. C. Remkes- Buchner. d. Overleden: 27 Juli: A. G. Wielart-van der Hoorn, 59 j„ Se- marangstraat. 28 Juli: M. H. Pompe, 85 j'., Kam perlaan. E. H. Dik, 61 j.. Santpoorterplein. L. Dekker, 60 j., Gasthuisvest. R. Blomberg. 70 j., Delftlaan. t FAMILIEBERICHTEN. UIT ANDERE BLADEN. 29 Juli. Bevallen: A. KarsDekker, z., den Haag; H. Schol- teDuiker, z., Groningen; J T. BuiskoolEisma, z., Groningen: J. Rotmans—v. Steinvoorn, z., Groningen; G. G- Mariens—Uithof, z.. Groningen; H. J. H. Hop- ma—Krijksveld. z.. Groningen; W. Steegstra—Brouwer, d., Zuidiaren; L. Veenstrav. Dclden, d., Dieverbrug; D. F Lunsing ScheurleerLeuring, z., den Haag; v. Maasdijkv. Marlc, z., Scheveningen. Overleden: A. Rcinders—Huizinga, v., 71 j., Gronin gen; A. J. Kropholler, m., 83 j.. Kaapstad; H. J. Nau- ta, m., 63 j-, Oegstgeest: G. J. Schoutenv. d. Mey, v., 64 Amsterdam: A. Raedt, v., 76 j„ Nijmegen; G. M. jMehlerMeyjcs, v., 83 j-, Amsterdam: J. E. Krieger-ïfeusan, v. 90 Utrecht: C. Kettenis— v. Dam, v.. 80 j.. Leiden: J. v. Wijk, m.. 27 j., den Haag; D. M. v. Heuvel, m.. 65 j.. Leiden; J. H. v. Ser- mondt. m.. 76 j.. Leiden: W. H. Siouten, m.. 76 j-. Lei den; W. H. Stouten, m.. 60 j.. Hilversum; W. A. Veen stra. m.. 64 j., Amsterdam-W.; E. J. Moddemeyer Mühring, v.. 89 j., den Haag; H. J. Spoormaker, m„ 82 j.. Rhoon; H. Dobbelacre. m, 42 j., Rotterdam; M. J. Messer, v., 84 j., Rotterdam: J.- v. d. Gang, m., 47 j., Dokkum; H. Th Remmers, m., 83 j„ Groningen; W. Spekman, m., 70 j., Vcendam; .T. M. Bastiaans, m„ 73 .i., Haren; J. J. Borgman, m., 82 j„ Winsum; E. Ltib- bers, v., 76 j., Baansum; J. Ribberink, m., 52 j., As sen; Jhr. G. H. de Koek, m., 69 j.. Den Haag; J. G. van LaarBosman, v., 72 j., den Haag. Een belangrijk gironummer Acht-zeven-zes-dubbel nul 87600 Dit is een zeer belangrijk gironummer. Hoe meer op dit nummer gestort wordt, hoe beter straks in het Oosten hulp geboden kan worden aan de gewonden, die. daar op het slag veld op hulp en bijstand wachten. Acht-zeven-zes-dubbel nul is het gironummer van de Ncderlandsehe Ambulance. Stort uw bijdrage voor de ambulance van het Vrijwilligerslegioen Nederland, op girorekening acht-zeven-zes-dubbel nul. (87600). Het houden van postduiven. 's-GRAVENHAGE, 29 Juli Het Verordeningenblad be vat een verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlbndsche gebied betreffende het houden van duiven. Hieraan wordt het volgende ontleend. Art. L (1) Hij die postduiven daadwerkelijk in zijn bezit heeft, moet lid zijn van het Nationaal Verbond van Ne- derlandiche Postduivenhouders, gevestigd te Amsterdam. Amsleldijk 44. Als postduiven worden beschouwd duiven welke geschikt zijn vom het overbrengen van berichten. (2) Hij die duiven, geeJEpostduiven zijnde, daadwerkelijk in zijn bezit heeft mojff-lld zijn van den Nederlandschen bond van Sierdulven-fokkersvereenigingen, gevestigd te Gouda, van Bevernlngklaan 36. Art. 2. (1) De leden van het verbond of den bond, ge noemd in artikel 1, dienen te voldoen aan de bevelen, wel- de Duitsche weermachtsbevelhebber in Nederland met betrekking tot het houden van duiven heeft gegeven of geeft. (2) Alsnog te geven bevelen dienen door middel van den radio-omroep, de pers, door aanplakking of op an dere gebruikelijke wyze te worden bekend gemaakt. Art. 3. Een leder die duiven daadwerkelijk in zijn be2it heeft, dient er onverwijld zorg voor te dragen, dat deze duiven van ringen worden en blijven voorzien. De ringen worden door het verbond, onderscheidenlijk den bond. al naar gelang de duivensoort, uitgegeven en kunnen daar worden aangevraagd. Art. 4. (1) Een ieder, die duiven daadwerkelijk in zij« bezit heeft, dient een lijst van deze duiven in drievoud aan den burgemeester der gemeente, waar de duiven wor den gehouden, ter afstempeling over te leggen. De lijst dient den naam van den duivenhouder en de nummers der ringen van de duiven te vermelden. (2) Een exem plaar van de lijst dient zichtbaar aan den slag te worden opgehangen, een tweede exemplaar dient aan het ver bond, onderscheidenlijk den bond, te worden toegezon den, terwijl het derde exemplaar ter gemeentesecretarie wordt bewaard. (2) Bij wijziging in den voorraad duiven is het bepaalde bij de twee vorige leden van overeen komstige toepassing. (4) Is een duif gestorven, dan moet de poot, waaraan de ring is bevestigd, bij het eerste ge wricht worden afgesneden en met den ring bij den burge meester worden ingeleverd. Deze laat den ring van den poot nemen en zendt de ringen in onbeschadigden toe stand, onder bijvoeging van een lijst," bevattende de na men der duivenhouders, die de ringen hebben ingeleverd, alsmede de nummers dier ringen, maandelijks aan den „Höheren Wehrmachtsnachrichtenoffizier" bij tien Duit- schen weermachtsbevelhebber in Nederland. Aan het ver bond onderscheidenlijk den bond wordt een afschrift der lijst toegezonden. Art. 5. Het is verboden duiven, hoe ook genaamd, vrij te laten vliegen. De slagen, volières en andere ruimten, waarin duiven worden gehouden, moeten zoo. goed zijn afgedekt of gesloten, dat wegvliegen van duiven is uit gesloten. Art. 6. (1) Het houden van duiven is verboden: 1) op schepen; 2) aa'n personen, die in den zin van artikel 4 der verordening no. 189/1940 betreffende het aangeven van ondernemingen Joden zijn of als Joden worden aange merkt; 3) aan. buitenlanders en staatloozen. (2) Personen, die de nationaliteit van het Duitsche rijk, van het pro tectoraat Bohemen en Moravië of van een der met het Duitsche rijk verbonden staten bezitten, worden met be trekking tot. het bepaalde in het eerste lid niet als bui tenlanders aangemerkt. Art. 7. Het houden van duiven, welke ringen dragen, welke niet door het verbond, onderscheidenlijk den bond, zijn uitgegeven, is verboden. Zoodanige duiven dienen terstond bij .den ingevolge artikel 4. lid 1 bevoegden bui-, gemeester te worden ingeleverd; deze dient de duiven, onder bijvoeging van eeh. prdce's-vèrbaal, door te zenden aan den „Höheren Wehrróaehtnachrichtènoffizier" bij den Duitschen weermachtsbevelhebber in Nederland. In art. 8 is o.m. bepaald: (1) Hij bij wien een duif bin nenvliegt of die op andere wijze een duif daadwerkelijk in zijn bezit krijgt, moet deze, met de zich mogelijk bij de duif bevindende berichtkokers en mededeelingen, aan den dichtsbijzijnden burgemeester afgeven. Pootringen en dergelijke mogen niet afgenomen worden. Art. 9. Het is verboden 1) duiven te verkooperf, te ver ruilen, weg te schenken of ook slechts tijdelijk aan an deren over te laten; 2) duiven in of uit te voeren; 3) dui- vententoonstellingen, hoe ook genaamd, te 'organiseeren of aan^podanige tentoonstellingen deel te nemen. Art. lï: De burgemeester dient er voor zorg te dragen dat duiven zonder eigenaars of verwilderde duiven ter stond wórden gedood. Art. 11. De Duitsche weermaehtsbevelhebber in Neder land kan het fokken van duiven verbieden, bepalen dat het aantal duiven wordt verminderd, duiven in beslag doen nemen en in bepaalde gebieden het houden van dui ven verbieden. Te dien einde kan hij uitvoeringsbepalingen op deze verordening uitvaardigen, op welke bepalingen artikel 2, lid 2, van overeenkomstige toepassing is. Artt. 12 en 13 bepalen dat de Duitsche weermachtsbe velhebber in Nederland uitzonderingen kan toestaan. Artikel 15. (1) Hij die opzettelijk of door zijn schuld in strijd handelt met de voorschriften, vervat in de" artike len 1 tot en met 10 of 14 of in de overeenkomstig artikel 11 uitgevaardigde uitvoeringsbepalingen, alsmede hij die opzettelijk of door zijn schuld van een hem verleende ver gunning, als bedoeld in artikel 12, gebruik maakt zonder aan de daaraan verbonden voorwaarden te voldoen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogte vijf jaren. (2) Is het feil opzettelijk gepleegd en heeft het groot nadeel voor het Duitsche rijk of voor de Duitsche weer macht ten gevolg, dan kan tuchthuisstraf van ten minste eerj jaar, doch van ten hoogste vijftien jaren worden op gelegd. (3) Hij die kennis krijgt* van het ongeoorloofde houden van duiven en zulks niet terstond aan den burge meester der gemeente,*waarin de duiven worden gehou den, aangeeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren. (4) Feiten, als bedoeld in de leden 1, 2 en 3, zijn delicten in den zin van par. 1 onder 1, van de verordening no. 12 1940 betreffende de bevoegdheid van den (Duitschen) krijgsraad. Art. 16. De verordening no. 25/1940 betreffende maatrege len op het gebied van berichtgeving en fotografeeren, wordt zoodanig gewijzigd, dat daaruit de bepalingen ten aanzien van duiven vervallen. Art. 17. Deze verordening treedt op 4 Augustus 1941 in werking. ZG. DEFENSIESCHADE. 's-GRAVENHAGE, 29 Quli. Verschenen is een verordening van den Rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied betreffende de bevoegd heid van het departement van financiën op het ge bied der zoogenaamde defensieschade. Deze luidt: Art. 1. De zorg voor aangelegenheden betrekkelijk schade, welke is ontstaan door de toe passing van 1) De wet van 14 September 1866 (Staats blad no. 138), houdende bepalingen betrekkelijk de inkwartieringen en het onderhoud van krijgsvolk en de transporten en leverantiën. voor de legers of ver dedigingswerken van het rijk gevorderd, zooals deze wet laastelijk is gewijzigd bij dc wet van 2 Juni 1932 (Staatsblad no. 229): 2) de Spoorwegwet, zooals deze laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 5 October 1934 (Staatsblad no. 526): 3) dc wet van 15 April 1896 (Staatsblad no. 71) ter uitvoering van artikel 152. 2de lid, der Grondwet .militaire inutidatiën); 4) de wet van 23 Mei 1899 (Staatsblad no. 188). houdende bepa lingen ter uitvoering van artikel 187 der Grondwet (staat van oorlog en beleg), zooals deze wet laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 30 November 1939 (Staats blad no. 206); 5) de algemeene vorderingswet 1938 (Staatsblad no. 634); 6) de algemeene vorderingswet 1939 (Staatsblad no. 631) en 7) de zeeschepenvorde- ringswet 1939 (Staatsljlad no. 635), ressorteert onder het departement van financiën. Art. 2. De adviescommissie-vorderingen ressorteert onmiddellijk onder den secretaris-generaal van het departement van financiën. Art. 3. De secretaris-generaal van het departement van financiën vaardigt de voor de uitvoering dezer vordering noodige voorschriften uit. Art. 4. Deze verordening treedt in werking *on den dag harer afkondiging met terugwerkende kracht tot op 1 Juli 1941. Behandeling van vijandelijk vermogen. 's GRAVENHAGE, 29 Juli. Aan een veror dening van den rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, houdende wijziging en aan vulling van de verordening no. 26/1940 betreffende de behandeling van vijandelijk 1 vermogen wordt het -volgende ontleend: In de eerste plaats'wordt onder de staten, welke als vijandelijke staten moeten worden beschouwd, opgenomen de Unie van Socialistische Sovjetrepu blieken. Aan art. 2 wordt een derde lid toegevoegd, lui dende: „(3) Heeft een natuurlijke persoon, die niet de na tionaliteit yan een vijandelijken staat bezit, eerst na 1 October 1940 zijn woon- of verblijfplaats met toestemming van een bevoegde Duitsche overheids instantie naar Frankrijk, waaronder begrepen de Fransche bezittingen, koloniën, protectoraten en mandaatsgebieden, overgebracht, dan wordt deze niet als vijand aangemerkt." Art. 23 wordt gelezen als volgt: „(1) De strafvervolging vindt niet plaats dan op vordering van den rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied (commissaris-generaal voor financiën en economische zaken). (2) De vordering tot strafvervolging kan, zoo lang de uitspraak van het vonnis in laatste instantie nog niet heeft plaats gevonden, worden ingetrok ken". Na art. 23 wordt een art. -3 a ingevoegd, lui dende: „Arti. 23a. (1) De verbeurdverklaring der waar den. waarop -de ingevolge artikel 21 strafbare handeling betrekking heefft, kan ook geschieden bij interne bestuursbeschikking. (2) De verbeurdver klaring wordt in dit geval bevolen bij beschikking van den Rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied (commissaris-generaal voor Fi nanciën en Economische Zaken): de verbeurdver klaring wordt van kracht op het tijdstip harer openbare bekendmaking of op het tijdstip, waarop zij aan den betrokkene wordt medegedeeld. In dien goederen of rechten worden verbeurd ver klaard. ie welker aanzien in gevolge eenige wette lijk voorschrift inschrijving in een openbaar re gister is geschied, moet de verbeurdverklaring op verlangen van -den Rijkscommissaris (commissa ris-generaal voor Financiën cn Economische Za ken) of van den door dezen benoemden beheer der terstond --.en vrij van kosten in het register worden aangeteekend. (3) De Rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied, (commissaris-generaal voor Fi nanciën en Economische Zaken) beslist oifttrent de bestemming van de verbeurdverklaarde vermo genswaarden". Tenslotte wordt bepaald, dat de aanmelding van het zjch in het bezette Nederlandsche gebied be vindende SoVjet-vermogen binnen een week na in werkingtreding dezer verordening (heden) bij de „Deutsche Revisions- und Treuhand A.G.", bijkan toor 's-Gravenhage, Alexanderriraat 22, onder nauwkeurige opgave van de afzonderlijke vermo genswaarden moet geschieden. De heer J. D. Foeljager weer hersteld. Zondagmorgen werd in het clublokaal van de biljartvereeniging D.E.S. in café-restaurant „Het Bolwerk", in inliemen kring het herstel gevierd van den bekenden populairen eere-voorzitter van D.E.S. den heer J. D. Foeljager, de bekende fi guur uit de biljart wereld, die ruim 2 jaar ziek was geweest. In enkele korte toespraken werden den heer Foeljager de gelukwenschen van zijn vele vrien den overgebracht en herinneringen opgehaald over vroegere successen en overwinningen. Het hoogtepunt van deze ontroerende bijeen komst vormde wel een korte toespraak van den heer de Foeljager zelf, waarin hij 'zijn geliefde queue waarmede hij duizenden caramboles maak te en tallooze overwinningen boekte, aan de club schonk en aan den voorzitter overhandigde, onder voorwaarde dat deze de queue onder zijn hoede zou nemen. Het oudste clublid, de heer D. Dekker was naede aanwezig. Deze 88-jarige speelde tot voor kort zijn partijtje en deed zelfs verleden jaar nog mede aan de competitie. Hij heeft in den loop der jaren steeds door zijn groote liefde voor de biljartsport en zijn club en door zijn daadwerkelijke hulp de bloei der vereenigïng bevorderd. Na eenige uren van gezellig samenzijn, werd onder hartelijke wenschen voor de toekomst af scheid genomen en de hoop uitgesproken, dat de beide veteranen nog vele malen in de clubbijeen komsten aanwezig mogen zijn. De Haarlemsche ~Ptfstfanfare behaalde Zondag j.l. bij het Federatief Concours te Bussum in de eerste afdeeling een eersten prijs met 108 punten. (Foto Stevens) 's-GRAVENHAGE, 28 Juli. Dit hadden de leden van het eerste contingent vrijwilligers, dat Zaterdagmiddag vertrok, op de wagons van hun hun trein geschreven. (Naar Moskou.) Daar heen willen zij om den vijand in zijn hol op te zoeken en te vernietigen. Dit opschrift bewijst, dat zij weten waarom het gaat. Het demonstreert den aanvalsgeest van hen, die zich met inzet van hun leven, opgeworpen hebben als verdedigers der beschaving. Naar Moskou Daarheen zullen duizenden Ne derlandsche vrijwilligers vertrekken, omdat Ne derland niet achter wil blijven, omdat het zijn aan deel wil leveren in den strijd, die aan het Oost front gestreden wordt. In de frontberichten, die ons via de radio berei ken, hooren wij de reportages van de verslagge vers. Met moeite overstemmen zij het gedonder der kanonnen en het geratel der machinegeweren. Geestdriftig verhalen zij ons van de successen, die op hetzelfde oogenblik bereikt worden. Straks zul len onze eigen verslaggevers ons vertellen van de. wapenfeiten, die onze Nederlandsche strijders be reiken tegen de bolsjewistische onderwereld. Naar Moskou. Via Kraltau is daarheen reeds het I eerste contingent vertrokken. Nieuwe en nog f grootere contingenten zujlen volgen en indien gij een man zijt, die begrijpt waar het om gaat, die j beschikt over moed en vastberadenheid, over door zettingsvermogen en eergevoel, dan wacht gij niet langer, maar dan meldt u zich bij een der bureaux van het legioen, dan bnderwerpt u zich aan de keu ring en dannaar Moskou. Nederlanders strijden reeds mee aan het front voor Europa tegen de machten der duisternis, te gen de belagers der Westersche beschaving en zij verwachten van u, dat u zich bij hen voegt, zij verwachten van u, dat u zich meldt bij het VRIJWILuSkEGIOEN NEDERLAND Koninginnegracht 22, Den Haag. NEDERLANDSCHE BANK SCHENKT f 25.000 VOOR DE AMBULANCE. •s-GRAVENHAGE, 28 Juli. Voor de Neder- landsche ambulance, die naar Oost-Europa zal vertrekken, kwam op het eerste bericht in de bla den reeds dadelijk f 6000 aan giften binnen, welk bedrag spoedig tot f 10.000 opliep. Heden stelde mr. M. M. Rost van Tonningen, president van de Nederlandsche Bank, namens deze f 25.000 ter beschikking der ambulance. Dit mooie bedrag is tevens bedoeld als voorbeeld ter navolging voor anderen. Er zijn tonnen gouds noodig en in de kringen, die druk bezig zijn met de voorbereiding der uitzending, rekent men op minstens evenveèl medewerking als in de dagen van den eer- I sten Finschen vrijheidsoorlog eind 1939. PROPAGANDA-AFDEELING VERTREKT 6 AUGUSTUS. 's-GRAVENHAGE. 28 Juli* De propaganda- afdeeling van het Nederlandsche Vrijwilligerslegioen, leider kapitein W. B. D'. Hulstijn, is naar het Aj.N.P. verneemt compleet en-hoopt 6 Augustus a.s. te ver- I trekken. De directeur-generaal van den Nederlandschen Omroep dr. ir. W. A. Herweyer heeft, naar wordt medegedeeld, een complete radioreportage- I wagen ter beschikking der propaganda-afdeeling gesteld en oefent persoonlijk de onderofficieren en manschappen in'het goede gebruik van den wagen. Dr. ir. W. A. Herweyer. (Foto Pax-Holland) De propaganda-afdeeling heeft den directeur-gene raal haar oprechten dank voor dit prachtige hulp middel betuigd. Voorts verzoekt de propaganda-afdeeling nog te publiceeren dat zij moeite heeft met het aanschaf fen van de noodige instrumenten. Sommige zijn niet of uiterst moeilijk te verkrijgen; wie helpen kan aan normaal- en smalfilmcamera's alsmede Leica-toestel- len, kan daarmee een goeden dienst doen die zeer ge waardeerd wordt. Men gelieve dan te schrijven aan het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, Princessegracht 21, ter hand van de ptopaganda- afdeeling van het Nedcrlandsch Vrijwilligerslegioen. Het is de bedoeling vóór eventueel over te nemen in strumenten of toestellen den er voor geldenden prijs te betalen. (A.N.P.) Verduister goed. Zooals het moet. VAN 29 OP 30 JULI 1941 van 21.36 tot 5.56 Maan op 30 üuli op 15.25 Maan ©p 51 Juli onder 00.20 IJMUIDEN Marktprijzen en besommingen. Tarbot f4.20—f 4 per kg. Tong f 4.40—f 2.50 per kg. Kabeljauw f 20—f 16 per stuk. KI. schol le s. f 82— f 58 KI. schol 2e s. f 58—f 50. Pufschol le s. f 45— f 39. Pufschol 2e s. f 26.50—f 8.80. Pieterman f 7£— f 77. Muilen f 36—f 31. KI. r. poon le s. f 79—f 73. KI. r. poon 2e s. f 58—f 50. Poontjes f 26—f 15.50. KI. makreel f 50—f 37.50. Horsmakreel f 13—f 9.60. Gr. griet f 140. KL griet f 90. Gr. schar f 25. KI. schar f 20f 15. Pufschar f 11f 2.60 Alles per 5(5 kg. Besommingen: Trawlers- IJM 432 „De Raad" 200 m. f 4486. IJM. 22 „Ita" éOO m. f 2820. Kotter: TX 29 f 1735. Logger: SCH 73 f 2168. SCH 274 f 1193. Tarbot 4.20—4.00 per kg. Tong 4.50—2.70 per kg. Kabel jauw 20-12 per stuk. Zetschol 104. Kleine schol le soort 80-68, 2e soort 65-40. Pufschol le soort 38-25. 2e soort 20-6.70. Groote griet 156-136. Middel griet 120. Kleine griet 84-89. Groote schar 31-21. Kleine schar 20-12. Pufschar 10-3.30. Groote bot 45-37. Kleine bot 30-16. Groote makreel 126, Kleine makreel 57-40. Horsmakreel 15.50-10.50. Pieterman 86-80. Muilen 35-31. Kleine roode poon 72-67. Kleine roode poon 2e soort 45-37. Wijting 50. Poontjes 20. Alles per 50 kg. Besommingen: Trawlers: IJm. 86 Rijnstroom 120 man den 1635. TJm. 417 Derlka 7 200 manden 3411. Um. 253 Sumatra 250 manden 5209, IJm. 121) Shamrock 175 man den 2950. Um. 165 Martha 200 manden 3328. Kotters: Helder 125 1435. IJm. 203 1470. IJm. 221 f 3851, IJm, 223 449.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 2