BOLS Eenige moeilijkheden bij de aangifte voor de Inkomstenbelasting. Nazomer in Waterland AGENDA De Vaderen als Wandelaars. TOBIAS Rijmcorrespondentie. Eigenaardigheden m es Vj Reeds op 10 Juni 1341 hebben wij voor de lezers van dit blad de gevolgen van de omstreeks dien datum gepubliceerde nieuwe Inkomstenbelasting aan enkele gevallen uit de practljk getoetst. De fiscus beeft klaarblijkelijk de zomervacantie niet willen bedorven met het invullen vaq aangifte biljetten en heeft daarom met het uitreiken daar van gewacht tot op dit oógenblik, nu hinge regen achtige avonden een betere omlijsting voor deze on vermijdelijke taak vormen. Inmiddels heeft de fiscus zelf In de afgeloopen drie maanden niet stil gezeten. Uit de practljk zijn de noodige puzzles ter tafel gebracht die een nadere' oplossing behoefden en het gevolg daarvan is geweest dat onlangs een vrij uitvoerige Eerste Uitvoerings beschikking op deze belasting is verschenen. Ver der is dezer dagen de offlcieele toelichting en leidraad op de nieuwe Inkomstenbelasting bij de Algemeène Landsdrukkerij verschenen, welke toe lichting niet minder dan 96 pagina's druks be slaat. Het zal den lezer dus wel zonder meer duidelijk zijn. dat er met deze nieuwe belasting meer samen hangt dan ih een paar dagbladartikelen onder het oog kan worden gezien. Wel is het echter mogelijk op enkele van de oude regeling afwijkende punten, die van algemeen be lang kunnen worden geacht, de aandacht te vestigen zonder daarbij in finesses te treden. Als eerste punt valt dan te vermelden, dat aan huiseigenaren die tot dusverre voor de inkomsten belasting niet op hun buiten beroep of bedrijf ge bezigde panden mochten afschrijven, thans afschrij ving is toegestaan. Voor woonhuizen is deze af schrijving vastgesteld op 10 pet. van de huurwaarde dezer panden. Bewoners van eigen huizen kunnen hiet-voor nemen 10 pet. van de huurwaarde, zoo als deze door hun aanslagbiljet in de Personeele belasting wordt aangegeven. Voor verhuurde per- ceelen moet de huurprijs worden genomen, verhoogd piet de door den huurder betaalde kosten, die feite lijk voor rekening van den verhuurder bchooren te komen, zooals bijv. straatlasten en verlaagd niet door den eigenaar betaalde kosten, die In het al gemeen voor rekening van den huurder komen, zooals kosten van watergebruik. Op deze wijze ver krijgt men de werkelijke huurwaarde. Voor abnor male gevallen gelden speciale regelen. Voor een particulier, die andere huizen dan woonhuizen be zit, gelden voor die panden dezelfde afschrijvings- regelen als die, welke voor liuizenbezit in beroep of bedrijf bij artikel 11 zijn voorgeschreven. Een tweede punt dat aandacht verdient ls. dat ook particulieren thans verplicht zijn tot het be waren gedurende vijf jaren van alle bescheiden die verband houden met winsten en verliezen uit spe culatie. Voor de thans te verrichten voorloopige aangifte blijven speculatiewinsten buiten beschouwing. In 1940 behaalde spcculatiewinsten behoeven dus niet te worden aangegeven. Met ingang van 1941 moe ten speculatiewinsten in aanmerking worden genomen voor zoover zij na verrekening met de speculatie- verliezen van hetzelfde jaar een bedrag van f 500 overtreffen. Met het oog hierop is dus het be waren der desbetreffende bescheiden reeds thans van belang. Dit geldt ook ten aanzien van couponnota's, waaruit van ingehouden dividendbelasting blijkt, ,daar deze dividendbelasting t.z.t. m<t den definitie ven aanslag in de .inkomstenbelasting over 1941 zal worden verrekend. Men houde goed in het goed, dat deze dividendbelasting niet behoort tot de zoo genaamde „verwervingskosten", welke van de op brengst van coupons en dividenden mogen worden afgetrokken. Tot deze verwervingskosten zijn rekenen: de couponprovisie, de couponbelasting, de feafehuur. de rente van leeningen, die ten behoeve van den aankoop der fondsen zijn gesloten en de kosten van fondsenbeheer (administratiekosten). Een derde, zeer belangrijke aangelegenheid betreft de regeling der aangifte van de in bedrijf "of zelf standig beroep behaalde resultaten over een van het kalenderjaar afwijkend boekjaar. De thans getroffen 'regeling komt in het alge meen hierop neer, dat aangifte moet worden ge daan van de winst over het boekjaar, dat in het kalenderjaar, waarop de aangifte betrekking heeft, ls geëindigd. Voor de thans te verrichten voor loopige aangifte is dit dus het bedrijfsresultaat over het boekjaar dat in 1940 is geëindigd. Dit lijkt op het eerste gezicht zeer eenvoudig. Do hierin schul- lende moeilijkheid blijkt eerst na kennisneming van art. Ivan het Invoeringsbesluit Inkomstenbe lasting 1941 (niet te verwarren met de Eerste Uitvoe ringsbeschikking Inkomstenbelasting 1941), waar- In wordt bepaald, dat het bedrag, waarmede de opbrengst van eigen onderneming en arbeid in het kalenderjaar 1940 die in het kalenderjaar 1941 over treffen. het verschil, voor zoover dit f 1000 te bov4n gaat. als inkomen van het kalenderjaar 1941 worden beschouwd. Deze bepaling is kennelijk gemaakt ter voorko ming van de mogelijkheid, dat zij die in 1940 be langrijke winsten hebben gemaakt, hiervan nimmer inkomstenbelasting zullen betalen. Verzuimd werd rekening te houden met boekjaren die tusschen 1 Januari en 1 Mei eindigen. De winst waarmede deze boekjaren in 1940 afsloten is namelijk door de be treffende belastingplichtigen reeds per 1 Mei 1940 aangegeven en zij zijn daarvoor met het aanslag biljet over. het belastingjaar 1940/41 reeds belast. Ingevolge de thans getroffen regeling zullen zij deze winst bij de voorloopige aangifte voor 1941 opnieuw moeten aangeven, hetgeen ingeval deze winst hooger was dan iTïe over het boekjaar 1940/41, er dus toe kan leiden, dat het meerdere hijgde defini tieve aangifte over 1941 zal worden opgeteld. De verzachtende bepaling van artikel 3S van de Eerste Uitvoeringsbeschikking vweike het mogelijk maakt dat de verhooging achterwege blijft indien het bij de voorloopige aangifte aangegeven inkomêij niet hooger bijkt te zijn dan bet gemiddelde zuivere Inkomen, dat voor de belastingjaren 19 38/39 en 1939/40 werd vastgesteld, kan deze onbillijkheid niet ln alle gevallen voorkomen. Dit blijkt wel het beste uit het volgende voorbeeld: A. heeft per 1 M.ei 1940 aangegeven een winst ad f 15000 blijkende uit de verlies- en winstrekening van zijn bedrijf over het boekjaar van 1 Mei 1939 30 April 1940. De winsten over de boekjaren 1937/38 en 1938/39 (aangegeven voor de belastingjaren 1938/39 en 1939/40) bedroegen respectievelijk f 4000 en f 6000. Per 30 April 1941, is het boekjaar 1940/41 ,met een verlies van f 5000 afgesloten. Op de nu te verrichten voorloöpige aangifte voor 1941 geeft A f 15000 winst aan. Óp de in begin 1942 te verrich ten. definitieve aangifte over 1941 zal hij f 5000 verlies aangeven. Ingevolge de hierboven genoemde bepalingen, moet hij het bedrag waarmede zijn in komen over 1940 het inkomen over 1941 met f 1000 dvertrof, echter tevens in aanmerking nemen. Het verschil tusschen f 15000 winst en f 5000 veilles is f 20.000. Hij zou (lus f 20.000 verminderd met 1000 welke vrijgesteld is, aan zijn aangifte over 1941 moeten toevoegen en dus f 14000 winst moeten geven. Nu treedt echter de bepaling in werking, dat dit slechts behoeft te geschieden in zooverre het zuivere inkomen over het kalenderjaar 1940 het ge middelde der zuivere inkomens over de belastingjaren 1938/39 en 1939/40 met meer dan f lOOO'overtreft. Het emiddelde der laatstgenoemde zuivere inkomens ad respectievelijk f 4000 en f 6000 ls f 5000. Aan het negatieve inkomen over 1941 moet dus worden toegevoegd f 15.000 verminderd met f 5000- en met f 1000 is f 9000. Het resultaat van deze ingewikkelde berekening ls dus, dat de betrokken belastingplich tige. die zijn groote winst over't boekjaar 1930/40 reeds geheel had aangegeven en over 't boekjaar 1940/41 verlies heeft geleden, niettemin over het Jaar 1941 wordt belast naar een winst ad f 4000 zijnde het bedrag, waarmede de hierboven becijferde toe voeging van f 9 000, na aftrek van het verlies over 1940/41 ad f 5000, in de aangifte is op te nemen. Ik hoop, dat het den lezer niet duizelt, want de kwestie is van belang en kan ieder raken. Er zullen namelijk meer belastingplichtigen in deze positie verkeeren dan men op het eerste gezicht zou aan nemen. Er zijn velen, die in het boekjaar 1939/40 eelal met de oorlogsomstandigheden verband houdende hooge winsten hebben gemaakt. Na 10 Mei 1940 veranderde voor velen hunner de situatie. Voor zoover nu het boekjaar 1939/194.0 vóór 1 Mei eindig de en dit is bij vele groepen van belastingplich tigen in verband met seizoensomstandigheden het geval boerenbedrijf, brandstoffenhaiulel. e.d. erkeeren allen waarvoor deze omstandigheden gel den in een nadeelige positie, die slechts door een beroep op artikel 59 van het Besluit Inkomstenbelas ting kan woorden afgewend. Dit artikel geeft name lijk aan den Secretaris-generaal van het Departement van Financiën de bevoegdheid in bepaalde ge vallen tegemoet te komenaan onbillijkheden van overwegenden aard, welke zich bij de toepassing van het Besluit ,mochten voordoen. Er worden nog andere mogelijkheden ter voor koming van deze ongewilde onbillijkheid overwogen. Deze hebben echter nog niet hun beslag gekregen. Zij, die in de hier bedoelde omstandigheden ver keeren, wordt overleg met den Inspecteilr aanbe volen. Het bovenstaande leidt tevens tot de beant woording van de vaak gehoorde vraag naar de be- teekenis van den vöorloopigen aanslag. Het opleggen daarvan is een gevolg van het feit, dat de nieuwe inkomstenbelasting, in afwijking van de oude, het werkelijke Inkomen over een bepaald kalenderjaar wil belasten. Dit werkelijke inkomen kan uiteraard pas worden vastgesteld na afloop van dat kalender jaar. Teneinde nu allereerst niet gedurende den over* gang van het oude op het nieuwe stelsel het toe vloeien van inkomstenbelasting a;rn de Staatskas geruimen tijd stop te zetten en om ten 2de de belas tingheffing zooveel mogelijk te doen plaats hebben ge lijktijdig met het genieten van het te belasten in komen. vinden voorheffingen plaats in den vorm van: loonbelasting, 'dividendbelasting en voorloopige aanslagen in de inkomstenbelasting. De voorloopige aanslagen in de inkomstenbelasting worden zooveel mogelijk gebaseerd op het inkomen van het voorafgaande jaar. In het vervolg zal dus de definitieve aanslag van het eene jaar tevens grondslag zijn voot- de voorloopige heffing van het volgende Jaar. BIJ den overgang van het oude op het nieuwe stelsel was dit niet mogelijk, omdat de gegevens over het kalenderjaar 1940 daartoe ont braken. Vandaar de voorloopige aangifte, welke gebaseerd is op het inkomen over het kalenderjaar 1940. Men houde bij het verrichten van deze voorloopige aangifte steeds goed in het oog. dat het gaat om het werkelijk in 1940 genoten inkomen. Of men een bron van Inkomen al of niet. gedurende dat geheele jaar ter beschikking heeft gehad, doet niets meer ter zake. Heeft men dus bijvoorbeeld in 1940 bij verschil lende werkgevers gewerkt, dan geve men het bij ieder hunner- genoten loon of salaris op en bepale niet meer. zooals voorheen, het inkomen, dat naar den toestand per 1 Mei In het komende Jaar mocht worden verwacht. Het aangiftebiljet en de daarbij gevoegde aanwijzingen zijn op dit punt volkomen duidelijk. Hoewel het onderwerp hiermede geenszins uitge put ls, dwingt de plaatsruimte tot beperking. Tot slot daarom nog de beantwoording van de reeds nleermalen gestelde vraag, waarom de gehuwde vi<ou\v met eigen inkomen en vermogen, die tot dusverre een afzonderlijke aangifte moest doen. wel een aangiftebiljet voor de vermogensbelasting, doch niet voor de inkomstenbelasting heeft ont vangen. Het antwoord hierop luidt: dat de vermogensbe lasting nog niet in het nieuwe belastingstelsel is ingeschakeld. In de nieuwe inkomstenbelasting is bij artikel 2 uitdrukkelijk bepaald, dat de gehuwde vrouw, voor zoover zij niet duurzaam gescheiden leeft, niet ze]ve belastingplichtig is. Dit is niet als hoffelijkheid jegens de gehuwd vrouw bedoeld, noch als bewijs van medeleven met hot toenemen harer zorgen ln dezen tijd. Haar in komen en haar persoonlijke verplichtingen worden namelijk zonder meer geacht „haar man» te treffen". B SCHIPPERS. HOUDT DEN BODEM GEZOND VAN f93? TOT 1340 V/ERDSW OP 197.139 8EPRUVEH NIÉUWE M STB E.WA A RPlAATSüN EN GIERKELDËRS AANGELEGD. XUNSTMESTVERBRUIK: 1932/53 2 A MIUIOEN TON 193Q/39 A 7 M1LLIOEM TON (Foto Polygoonv. Bilsen) Waterland ligt benoorden Amsterdam. Dat weten de meeste Nederlanders wel, en ook, dat men er zoo'n beetje doorheen komt wanneer men naar de toeristencentra Volendam en Marken gaat. Maar daarmee houdt de kennis die men van dit land heeft ongeveer op. en uit ervaring weten wij dat zelfs vele Amsterdammers, de hengelaars uitgezonderd, deze aardige streek zoo goed als niet kennen. In Waterland moet men komen na den zomer, want dan zal men zien, hoe juist de naam van deze streek is, hoe tweeslachtig hij ook moge klinken. Waterland is een gebied waar men jiet water en het land vaak nauwelijks kan onderscheiden. De pol ders zijn er drassig en moerassig, en de vele vaar ten en plassen hebben breede oevers, die golven bij iederen voetstap die men "erop zet. Zoo werden hiel de grenzen tusschen land en water vervaagd, zeel ten gerieve van de vogels, waarvoor dit gebied een dorado is. En nu is dat vogelleven hier wel bizon der aantrekkelijk, nu tientallen soorten ruiters en pluvieren, steltloopers en zangvogels uit het hooge Noorden zijn gekomen, en hier nog eenige weken blijven hangen eer zij hun verren tocht vervolgen. De befaamde Amsterdam sche vogeloorden liggen hier, zooals het Kinselmeer, des zomers een soort badplaats, maar nu een oase van rust en schoonheid. Botschol ligt hier in de buurt en de Twiske-polder, die eens zoo vermaarde, natte, verwaarloosde pol der, waar honderden vogels leefden, doch die thans in cultuur wordt gebracht en nog maar zeer kort in zijn oude glorie en luister te zien zal zijn. Men meene overigens niet, dat Waterland alleen voor den vogelliefhebber de moeite waard is! Het is evenzeer een streek van heel oude steden en dor pen, waarin men een prachtig huizentype aantreft, dat eeuwenlang het privilege van dit land is ge weest. Die huizen, die men onder meer kan aan treffen in de dorpen Buiksloot, Nieuwendam, Holy- sloot en Ransdorp, hebben houten gpvels en zijmu ren en vaak is de voorgevel versierd met kunstig snijwerk. Nieuwendam heeft, behalve die oude ge vels, nog wat merkwaardigs: zeer vele huizen zijn er op palen gebouwd. En dat is waarlijk niet zoo onpractisch in een land, dat op vele plaatsen slechts enkele centimeters boven den waterspiegel uitsteekt. Evenmin behoeft dat vele gebruik van. hout bij den (Adv. Ingeiz. Med.) DONDERDAG li SEPTEMBER Groote kerk. Orgelbespeling 3-4 uur. Gem. Concertzaal. Volksconcert H.O.V. 7,80 uur. Zuiderkapel. Ds. C. J. Hoekendijk. 7 uur. Rembrandt Theater: „In 't Gouden Haantje", 2.30 •n 7.30 uur. Luxor Theater: „Intriges", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Frans Hals Theater: „Stimme der Liebe", 2.30. 6.30 en 8.45 uur. Palace: Watt en '/2 Watt als „Comedianten", 2, 6.30 en 8.45 uur. Frans Hals Museum: Tentoonstelling Oude Kunst, 124 uur. VRIJDAG 19 SEPTEMBER. Bioscooptheaters: voorstellingen des middags en des avonds. Frans Hals Museum: Tentoonstelling Oude Kunst. 124 uur. Nachtdienst Apotheken. De volgende apotheken te Haarlem zijn van des avonds acht tot des morgens acht uur (ook op Zondag) geopend: Firma C. G. Loomeijer en Zn.. Barteljorisstraai 11. Tel. 10175. Park Apotheek. Kleverparkweg 13, Tel. 11793. Teyler Apotheek, Teylerplein 79, Tel. 17946. Te Heemstede is geopend: m Apotheek Schotsman. Binnenweg 206, TeL 28320. woningbouw verwondering te baren. Immers, Wa terland ligt zeer dicht bij de Zaanstreek, waar vele eeuwen lang zeer veel hout uit Noord-Europa werd aangevoerd en zoo was dat materiaal hier veel ge makkelijker te krijgen dan steen, dat óp zijn minst uit Zuid-Holland moest komen. Later deden tiental len expediteuren dat in één dag voor dpn bouwlus- tige, maar we spreken van den tijd,'waarin Water land nog een geïsoleerd gebied was, omringd door enorme wateren als de Haarlemmermeer, het toen veel grootere IJ en de tientallen plassen, die thans de vruchtbare polders van Noord-Holland vormen. Men moet achter Holysloot eens op den zwaren IJselmeerdijk klimmen en uitkijken over het al herfstige landschap. Als bij deze kennismaking grauwe regenwolken elkaar najagen, want dan is Waterland, met zijn molens en vaarten, grauwe riet landen en wijde, onafzienbare polders wel bijzonder mfloi. Fier en stevig staat de kolos van Ransdorps toren, slank verheffen zich de spitse torentjes van Zunderdorp en Broek-in-Waterland en daarnaast ligt Durgerdam, met zijn merkwaardig haventje, dat niets anders is dan een lange, buitendijksche sloot. Meer naar het Noorden tyekkend, langs het vrien delijke Uitdorp, komt men bij den verdronken Nes- polaer, een aardig, buitendijksch poldertje, eigenlijk alleen bestaande uit poelen en petten met strookjes drassigHpnd daartusschéh. Hier is men natuurlijk weer in net vogelland bij uitnemendheid. Nog Noordelijker: de éénadem-reeks uit de school jaren: Monnikendam, Edam, Volendam. Drie aparte wereldjes zijn deze heel oude stadjes, met een in alle opzichten geheel van elkaar verschillende bevolking, maar alle drie vol herinneringen aian een interessant verleden. In den zomer is het hier zoo prettig niet, want dan wordt, vooral in Volendam, het toerisme wat uitgebuit. Maar thans is het "hier zeer mooi, nu de bevolking na den zomer haar eigen aard heeft hervonden. Dit land verandert Snel. Vooral aan de kuststrook van Waterland gaan de inpolderingswerkzaamheden van het IJselmeer niet ongemerkt voorbij, en juist nu men dit land nog vrijwel in zijn ouden toestand kan bewonderen is een tocht erheen aan te bevelen. De streek leent zich minder voor het doorbrengen van een heele vacantie. behalve wanneer men een enthousiast hengelaar is, maar voor een herfst- excursie van een paar dagen is Waterland wel bui tengewoon geschikt. De recepten van BOLS zijn verankerd in een glorierijk verleden. Zij blijven, ook nu de af levering beperk^ is, zonder eenige wijziging gehandhaafd. Want zij schragen de nimmer geëvenaarde BOLS-kwaliteit. Blijf daarom BOLS vragen, juist nü. Wie BOLS drinkt, kan gerust zijn. Uw leverancier ontvangt ook thans nog ruim een derde van zijn afname over het jaar 1939U kunt dus Uw goede BOLS-gewoonte nog altijd in eere houden. (Adv. Inge:. Med.) De 'vereeniging Haerlem,. welker Jaarboek pa? weer verschenen is, houdt er een verzameling schriftelijke herinneringen op na die haar toege vloeid is na de verschijning van het bekende boekje van haar voorzitter, den heer J. L. Tadema, waarin deze zijn Haarlemsche ieugd-herinneringen vertelt. Uit een artikel van prol. dr. A. E. H. Swaen, waar van zij een bloemlezing in het Jaarboek heeft op genomen en waaraan wij ook al het een en ander ontleend hebben, moge hier pog eens een bloempje in het bijzonder getoond worden. Het geldt den vaderen als wandelaars: „In die dagen" (omtrent 1870) zag men niet tegen een eindje loopen op. Toen ik in de eerste klasse der H.B.S. zat. kwamen iederen morgen twee jongens te. voet uit Beverwijk naar school', in Velsen en Santpoort sloten anderen zich bij hen aan, zoo ging het 's middags ook weer terug. Voor zoover ik kan nagaan is het hun best bekomen en hebben zij een gezegenden leeftijd, bereikt. Op een goeden Woensdag had ik vergeten proefwerk op te teekenen; voor het gemak ging ik met een vriend de opgave halen bii onzen schoolmakker later officier van gezondheid bij de Marine in de Wijk!" Dit bloempje stemt toch wel tot eenige overpein zing. Waren de vaderen anno 1870 zooveel stoerder jongens dan de tegenwoordige jeugd, die ongetwij feld luidkeels protesteeren zou alleen al bij de ge dachte, eiken morgen een kilometer of twaalf naar school te moeten loopen en eiken middag dien zelfden afstand terug? En dat door alle weer en wind. het heele jaar door; in regen en hagel, bij sneeuw en ijs, op modder-gladde wegen en af en toe ook wel eens in de hitte, als ons liefelijk kli maat die bij uitzondering eens toepast. Wonderlijk genoeg schenen de jongens van 1870 er niets bijzonders in te zien. Zij wandelden trou wens veel en ver ook als het volstrekt niet hoefde, zooals blijkt uit een nadere mededeeling in het stuk: „Gewoonlijk liepen wij naar Zandvoort door de Zandvoortsche laan en terug langs het vis- scherspad door de duinen, dat korter en vrijer was. In het najaar liepen we graag van Kraantjelek achter Elswóut om naar den Aerdenhout, om te kijken of er soms houtsnippen in de flouwen za ten. die daar uitgespannen stonden". Waren ze nu werkelijk stoerder dan de huidige jeugd, die gewend is zich voor haast alle verplaat singen op vervoermiddelen te verlaten en in elk geval zoowat „vergroeid" is met de fiets? Ik geloof het niet. Zij stelden zich tevreden met hetgeen zij hadden en dat bepaalde zich op vervoersgebied meestentijds tot twee beenen. Zij. wislen niet be terof moet ik zeggen: niet anders? Want of het latere wel zooveel beter zou blijken is nog steeds de vraag. Sneller werd hat wel. Maar, dat is niet de eenige maatstaf van beoordeeling. Die jongens uit professor Swaen's jeugd deden zeker, zoo on gemerkt, een voorraad lichamelijke opvoeding op die latere generaties in l^oogen mate zouden, ont beren en die dan ook met de invoering van een ingewikkeld en kostbaar stelsel van onderwijs moet worden gecompenseerd. De sport, die de jongens van 1870 misten, bracht geenvoldoende vervan ging omdat een te klein deel van de jeugd er actief aan deelneemt En dan komt nog de overweging dat de vaderen veel meer contact met het buiten leven, met de natuur hadden, zooals weer blijkt .uit dien enkelen zin van prof. Swaen over de hout snippen, maar ook-uit meer zulke mededeelingen- van hem en anderen. Er was geen radio, geen bios coop, geen gramofooner was een heele reeks ontspanningen niet. die de tegenwoordige jeugd kent. Men stelde zich ook in dit opzicht tevreden met wat men had faut aimer ce que l'on a" zegt een Fransch spreekwoord en het was ook zoo kwaad niet. Lang niet. Dat die twee Beverwijk- sche jongens bij hun dagelijksche afstandsmar- sfchen gebaat waren en een gezegenden leeftijd be reikten kan dan ooK heelemaal geen verwondering wekken. Zij zullen pootige mannen geworden zijn. sterk en gehard. Maar zij zouden niet gewandeld hebben als er in hun tijd al fietsen geweest waren. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. Inlichtingen te bekomen aan het Bureau van Po litie aan de Smedestraat te Haarlem tusschen 11 en 13 uur. Boek, Leeuwis, Staringstraat 23; foto's en zegels, Schipper, Timorstvaat 141; bankpapier, v. Daalen. Graafschapstraat 26; {ïond, Hannink, Leidschevaart 306 A; handschoenen, v. Amerongen, Seringenstraat 7; hondje, Kuifer, Hofdijkplein 23; jasje, Hendriks, Parklaan 22; sluier, v. Gent, Oranjestraat 129: por- temonnaie met inhoud, Handgraaf, Ted. van Berk houtstraat 8 zw.. portemonnaie met inhoud, de Gier, Oranjestraat 16; taschje met inhoud, v. Brug gen. Fabriciusstraat 17. Ha «y GEMEENTE CONCERTZAAL Y HEDENAVOND 7.30 UUR VOLKS-CONCERT Gastdirigent: HUGO PE GROOT. Soliste JO IMMINK, alt. Met medewerking van HAARLEM S VROUWENKOOR. Dirigent: KAREL MENGELBERG. Programma-bewijs van toegang: 25 cent. (Adv. Ingez. Med.) Verstopt.. (In de 13e en 14e eeuw zond men, naar ik lees, elkander in sommi ge landen uitsluitend brieven oj> rijm). Familie, vrienden en gelieven Zonden elkander eens slechts brieyen, Gehuld in een poëtisch kleed; Dat is een heelen tijd geleden, Maar stel u voor dat men dat heden Ook onveranderlijk nog deed. Stel het u voor dat regels lijmen_ Tot meer of. minder kreupelrijmen. Aan pa en moe, aan neef en nicht; Aan schoonzus, zwager, tante, oome, Het ls genoeg voor booze droomen Van avondstond tot morgenlicht. En stel u voor dat zakenlieden Elkaar producten gingen bieden In Iju-ischen verheven trant; Wat zou het hun een tijd gaan koster Voor zij hun brieven konden posten. Hun zaken kwamen nooit tot stand Goddank dat wij in onze dagen Elkander lang al niet meer plagen In deze dichterlijke lijn; Want ik persoonlijk wil wel zeggen. Dat ik het dan gauw af zou leggen, Nooit zou ik meer prozaïsch zijn. Mevr. H. Brouwer—Robert 25 jaar arts te Haarlem. Woensdag 1 October is het 25 jaar geleden dat mevrouw H. BrouwerRobert zich als arts te Haar lem vestigde. Mevrouw Brouwer, die een Haarlemsche van ge boorte is, bezocht de H.B.S. van Dr. H Brongersma in de Jacobijnestraat. Zij studeerde aan de Gemeen telijke Universiteit te Amsterdam en slaagde in 1910 voor hel artsexamen, waarna zij o.a. vier jaar assisten te is geweest van Dr. C. J. W Westerman en later van Prof Treub aan de Universiteitsvrouwenkliniek in het Wilhelminagasthuis te Amsterdam. Hier bleef zij werk zaam tot 1916, in welk jaar zij zich te Haarlem ves tigde. Hier heeft zij o.a: de leidfng gehad van het toenmalig Zander-instituut. in Haarlem en omgeving De woning van Lourens Coster i A DE WONING VAN LOURENS COSTER. (foto de Haas). In den gevel van het bioscooptheater, dat tus schen de Smedestraat en de Jansstraat te Haarlem staat, vindt men een gedenksteen, waarboven het beeld van Lourens Coster. Vroeger stond hier de woning van Coster. Deze woning was zeer groot en werd gevormd door het bovengenoemde theater met het links daarvan liggende restaurant. Maar eind 16e eeuw was zij bouwvallig cn werd verbouwd. Het huis is toen in drieën gesplitst. Het ilnkergedeelte werd mot het naastliggende huis een herberg. Het middengedeelte heeft allerlei bestemmingen gehad; omstreeks 1810 kon men hier het „Bossche Koffyhuis" vinden. Deze herberg is in 1818 tijdens een verbouwing geheel ingestort. Na herbouwd te zijn, werd het in 1850 weer gesloopt; tegelijk met de herberg links hiervan. In- plaats daarvan verrees aldaar de manufacturen winkel van Van der Möhlen, die hier al sinds 1835 gevestigd was Deze winkel werd in 1870 uitgebreid met het rechtsrhe deel van Coster's woning. Op voorstel nu van de rederijkerskamer „de Wijn gaardranken", werd ln 1851 die steen ln den gevel geplaatst, maar nog niet het beeld. Op dezen steen slaat te lezen COSTERI AEDES TYPOORAPHIAE NAT ALES 't dat wil zeggen- Coster's woning, geboorteplaats der drukkunst. Het beeld van Coster werd er ln 1856 bovenga- plaatst door den heer Van der Möhlen. ter gelegen heid van de onthulling van het standbeeld op de Groote Markt. Tijdens de latere verbouwingen U| deze tweeledige gevelsteen gespaard gebleven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5