Heilige Plicht. De Naam. AGENDA. Sint Nicolaas en de H.T.C. op Kareoi. De „potverteerders" van Soest. Flitsen. Eigenaardigheden HAARL. DAGBLAD, Vrijdag 5 Dec. 1941 Dicky van Dam schoof op zijn stoel heen en weer en voelde zich onbehagelijk. Hij ging zijn zondenlijst sinds September na. herinnerde zich den wekker dien hij in de fclas had laten, afloopen, herinnerde zich de lucifer die hij tusschen twee andere lucifers uit door het lokaal had -laten vliegen, herinnerde zich de flesch levertraan die hij had meegenomen om er het afgekloven eind van Beppie Bruinsma's pen in te dompelen.... en voelde vaag dat het nóg lang niet alles was, En nu was het 5 December en over een- paar oogenblikken zou Sinterklaas voor alle jongens en meisjes van de school hier in de hal verschijnen met een groot boek, waarin stond hoe stout of zoet zij allemaal waren geweest sinds het vorige jaar. Als ze zoet waren geweest kregen ze iets lekkers en mochten met een pluimpje naar hun plaats teruggaan en als ze stout, waren geweesthet was niet om aan te denken! Zou Beppie Bruinsma nou lekkers en een pluimpje krijgen? Beppie zou vast nooit een flesch levertraan mee naar school nemen om er iemand anders' pen in te dompelen. Ze zou het zonde van de heerlijke levertraan vinden; waarschijnlijk vroeg ze thuis wanneer ze een lepel gehad had om een tweede. Zoo was ze wel. Maar Sinterklaas zou het wel veel beter vinden, als iemand braaf zijn levertraan nam, dan wanneer hij er iederen dag aan probeerde te ontkomen en hij het tenslotte niet dan onder luid protest nam. En al die dingen stonden precies in dat groote boek; dat had de juffrouw al gezegd toen ze vertelde dat Sin* terklaas zou komen en ze had met een schuin oogje naar hem gekeken, omdat ze nog steeds boos was over dien wekker. Als hij maar niet mee moest! Daar had je Sinterklaas al. liij liep langzaam, maar daar was hij dan ook oud voor. Wel honderd jaar, had de juffrouw .gezegd en Pietje Oostwijk, die altijd het beste van alles had, zei meteen dat hij een oma van honderddrie had. Waarop hij zelf maar gezegd haddat zijn oma honderdvijf was, al wist hij dat heelemaal niet; alleen maar omdat Pietje zoo'n eigen wijze nare jongen was. Nou was die anders ook bang; wat zat hij gek met zijn beenen tegen elkaar aan te slaan, met zijn dui men tusschen zijn kousen gestoken! Hij was vast ook wel eens stout geweest; gejokt had hij zeker al, over die oma van honderddrie jaar. Misschien had hij'wel heelemaal geen oma. „Ben jij bang?" vroeg hij Pietje. „Nee", zei Pietje klappertandend en zijn beenen nog eens extra hard tegen elkaar slaand „Wel", zei hij. „Niks hoor", zet Pietje, terwijl hij zijn icht. stak. „Je bent „Haha!" zei Dicky. „Laat Piet Oostwijk eens even hierkomen", zei Sinterklaas. gietje slikte en stak zijn duimen verder in zijn kousen en bloosde. „Hüüü! Je bent bang!" hoonde Dicky kwaadwillig. Dat was te veel voor Pietje. Met een ruk' haalde hij zijn duimen te voorschijn en snel liep hij onder doodsche stilte naar voren. Dicky genoot. Wat deed hij raar! Hij zou bijna hard op zijn gaan lachen maar dan zou Sinterklaas na tuurlijk nog veel slechter van hem zijn gaan denken. Dan maar in stilte'plezier hebben o^n Pietje, die met moeite antwoordde op wat hem gevraagd werd en aldoor bloosde. Dicky merkte dat hij in verrukking zelf zijn duimen tusschen zijn kousen gestoken had en trok 'ze er beschaamd uit. Daar kwam Pietje terug, met lekkers in zijn hand en een eigenwijs gezicht. „Haha! Wat deed jijbegon Dicky. „Dicky van Dam", zei Sinterklaas. Ai! Daar had je het nou. Dicky sloeg met zijn voe ten tegen elkaar en keek naar Pietje, die op iets zat te knabbelen en zelfvoldaan tegen hem glimlachte. Dicky verzamelde al zijn moed, stond op en liep naar Sinterklaas-tpe. Die zat in het groote zware boek te kijken. Daar stond zeker alles wat hij gedaan had in: het gezicht onder de rood-met-gouden tabberd be gon tenminste hoe langer hoe boozer te kijken. Dat liep vast op mee-in-den-zak uit; misschien deed Zwarte Piet alleen op het laatste oogenblik nog een goed woordje. Die stond nu zoo vriendelijk te glim lachen. Daar keek Sinterklaas op. O! wat keek hij boos! Dicky voelde zich erg klein. Daar begon hij geweldig hard te praten. Maar wacht! Dat was niet tegen hem!' Tegen wien dan wel? Tegen den1 hoofdonderwijzer, blijkbaar. Wat had die dan gedaan? „Dat u mij vraagt om hier voor Sinterklaas te spe len, dat vind ik best. Dat vind ik een matig genoe gen, maar dat doe ik. Maar dat ik als belooning daar voor hier een zondenlijst van mijn zoon van zeven jaar vind, die ik voor een zeventienjarige nog onbe grijpelijk lang zou vinden, dat gaat te ver!" Dicky begreep het gelukkig niet. J. J. P. GEVONDEN DIEBEN EN VOORWERPEN. Inlichtingen te bekomen aan het Politiebureau, Smede straat te Haarlem, tusschen 11 en 13 uur. Terug te bekomen bij: v. Gelder, Rozenstraat 27, abon nement; Janssen, Garenkokerskade 26, boekje; Out, Jan Huigenstraat 2, plant: Pastor, BakenessSrgracht 38, doos met inhoud; Piers, Spaarnhovenstraat- 88, dop; Bureau van Politie, Smedestraat 9, étui met inhoud; Klootwijk, Nieuw Heiligland 67 rood, hond; Voet Zn.. Anegang 15. .hand schoenen; Bureau van Politie. Smedestraat 9, handschoe nen: Kersten, Goltziusstraat 4, kat; v. Spijker, Raadhuis plein 7, mes; de Wijman, Zomervaart 150 rd., portemonnaie met inhoud; Rodenburg, v. Edenstiaat 9, portemonnaie met inhoud; Bureau van Politie, Smedestraat 9, portemonnaie met inhoud; Stegeman, Scheldestraat 14, portemonnaie met inhoud; Bureau van Politie, Smedestraat 9, portemon naie; Bank, Schalkwijkerstraat 11 E rood, riem; v. d. Aar, Klaverstraat 9, servetring; Harpink, Klarenbeekstraat 50, sierspeld; Brasser, De Clercqstraat 89, spel; v. Schie, Per- seusstraat 10 zwart, shawl; Galjaard, Hertzogstraat 23, na 6 uur, taschje; Blom, Bennehroekerlaan 81, Bennebroek, tasch met. inhoud; Spa, Kleverparkweg 99, vulpotlood; Pijlslaan 18, wanten. MOZART HERDENKING TE HAARLEM. De Nederlandsch Duitsche Cultuurgemeen schap gemeenschap Haarlem en omstreken, or ganiseert Zaterdag 6 December een Mozart- herdenking in den Stadsschouwburg. De heer D. Balfoort spreekt een herdenkingsrede uit en het Ne derlandsch kameropera-orkest zal de volgende wer ken van Mozart ten gehoore brengen: „Eine kleine Nachtmusik", „Der Schauspieldirektor" en „Bastien en Bastienne". ERVEN G. VAN SILLEVOLDT, ROTTERDAM. Al. 1833 (Adv. Ingez. Med.) Het echte Natuurlijke (Egg) EMSER-ZOUT is alleen verkrijgbaar in vierkante glazen flacons. htmerkS* Prijs thans fH.» per flacon (Adv. Ingez. Med.) I-leden: VRIJDAG 5 DECEMBER. Frans Hals Theater: „Qas Lied vom Gluck" één avondvoorstelling van 6.30-8.30 uur. Luxor Theater: „Lajla", één avondvoorstelling Van 79 uur. Rembrandt Theater: „Frau Sixla", één avond voorstelling van 79 uur. Palace: „Meisjes in 't Wit", één avondvoorstelling Van 79 uur, Spaarne-Theatcr: „Hoera, ik ben papa!", 8 uur. Moviac: „Knal-effect", een zangfilm en- journaal van 12 uur af. Kunsthandel Lef Ce-laar: Tentoonstelling werken Cees Bolding. l'O3 uur. ZATERDAG (5 DECEMBER. Stadsschouwburg. Wilsonsplein: Mozart-herdön- Ring door de Ned.-Duitsche Kuituurgemeenschap, 3 Palace: Herman Smit's vermaarde Poppenkast, 2,30 uur. Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags' Qx des avonds. Nachtdienst Apotheken De. volgende apotheken te Haarlem zijn van des avonds acht tot des morgens acht uur (ook op Zondag) geopend: ApotheekVan Rijn N.V., Kleine Houtweg 15, Tel. 10539. Firma C. G. Loomeyer en Zoon, Zijlweg 34, Tel. 12495. Schoterbosch Apotheek. Rijksstraatweg 19, Tel. 12711. Te Heemstede ls geopend; Heemsteedsche Apotheek, Binnenweg 98, Tel. S8197. Als iemand tegenwoordig zijn naam veranderen wilde zou dat alle ihogelijké vergissingen ten ge volge kunnen hebben. Denk er maar eens aan, hoe veel last het kon opleveren, als je niet precies weet, of het Jansen met een of twee s is, ot dan wel of Meijer zijn naam met een ypsilon dan v$el met een i of een ij schrijft. Dat ging vroeger gemoedelijker. Zooals blijkt uit „Hoe komen wij aan onze namen?" door G. J. Uitman, aan welk werkje wij het hier volgende I ontleenen. Toen kon het wel gebeuren, dat men zijn naam heel anders spelde dan men te boek stond in het geboorteregister van de kerk en daar toch niet hard om gevallen werd. De groote Joost, om maar een voorbeeld te noemen, noemde zich beurtelings: Van den Vondel, Van Vonde},' Van Vondelen en Van Vondelens. Men had dus maar voor het uit zoeken. Alleen.... welk een overdaad van proces- sueele perikelen konden er uit dergelijke vrijzinnige opvattingen van het schrijven van iemands naam voortkomen! Toch schijnt het, dat zelfs autoriteiten, die anders met het schrijven van namen niet over ijs van één nacht plegen te gaan, er geen bezwaar in hebben gezien, de dubbele methode te volgen. Een register van de vierschaar van Assendelft van 1556 spreekt bijvoorbeeld van Claes Jacobsz van Haerlem, alias Galgelap, Gerrit Gerritsz, alias 't Verken en Reyer Jansz van Haerlem, alias Reyntgen de Vos. Er blijkt hieruit dat er te dien tijde meer personen hebben rondgeloopen, die Claes Jacobsz, Gerrit Ger ritsz en Reyer Jansz heetten, anders was de ver melding en hun alias, dat overigens \yel niet hun voortreffelijkste eigenschappen in het licht gesteld zal hebben, immers overbodig geweest! Uit dit laatste voorbeeld zien we, dat dat Assendelftsche register'Van ouderen datum was dan Joost van den Vondel, die er tenminste een „van" op nahield, een achternaam, waaraan het genoemden zoons van Jacob, Gerrit en Jan ontbrak. Ter onderscheiding kregen ze dan hun bijnaam, hun alias. En als er nu geen aanleiding was, iemand een bij naam te geven? Ja, dan werd er toch maar iets der gelijks uitgevonden. Dan kwam er een bepaling bij, zooals wij uit ontelbare voorbeelden zien: „Simon Dirksz uyt die Poort", „Pieter Laurens in den Haen", enz. Thomas, die in Kampen woonde, heette met verlatiniseering van zijn naam en aan duiding: Thomas a Kempis. En hoeveel namen zijn er niet als: Bovendam, Üitdenbosch, Van 'der Stad, en zoovele andere, die ons verraden, waar de eer ste drager van dien naam destijds moet zijn ge huisvest! Hoe het zij, .eeuwenlang heeft men het met één naam gedaan, al dan niet vergezeld van een bij naam als aanduiding. Voornaam en familienaam, zooals iedereen die draagt, is pas iets van de laatste eeuwen. De verklaring daarvan is als volgt: Er is een tijd geweest, dat het aantal namen tot in het oneindige "evarieerd was. Dat was, toen iedere naam rtog een lepaalde beteekenis had en pas werd gegeven als de drager bewijs had gdgeven, hem te verdienen. Dan werd de vrede-drager „Frederik", de als-een- beer zoo sterke „Beïenhard" of Barend of Bernard, de rijke „Defick" of Dirk, enfin, er was op die wijze nogal wat/te bedenken. Maar in den loop der tijden kwamen er zooveel vrededragers en als-beren zoo-sterken, anders ge zegd, zooveel gelijknamigen, dat een toevoeging ter onderscheiding noodzakelijk bleek. Deze toevoeging was niet moeilyk te vinden. Zoo werden dikwijls van twee namen eén gemaakt: Sigerik (zegevorst) Adalbert (stralend door hooge geboorte) Hilde- munde (steun in den strijd). Maai- in later jaren, als er alweer te weinig verschot in den voorraad namen blijkt te zijn, krijgen we die namenvorming, die zich tot in onzen tijd gelden laat; Het land, de streek, de stad o£ het dorp van afkomst levert de aanduiding De Vries, de Zeeuw, de Hollander, de Waal, d< Kempenaar, van der Stad, van Rhenen, Opzoo- mer, enz. Ófwel men bleef wat dichter bij -huis en noemde iemand naar zijn allernaaste' omge.ving: Van der Molen, van den Aardweg, Van Boonevelt, Rooy- akker, Huis in 't Veld. e.d. Maar er was nog een andere manier, om iemand ter onderscheiding van naamgenooten te kenmerken en dat was zijn beroep: Smid, Drost, Dokter, Bak ker, Brouwer, Kok. Bleeker, Visser, Jager, Snij der, Klerk, enz. Iedereen dient deze namen en hun beteekenis. Dat er ook wel ouden van dagen onder dóór loopen bewijzen namen als Schrijnemaeker, D'Huyvettere (leerlooier), Swertvagher (wapen smid). De Valckenïer, allemaal namen, -die thans in Vlaanderen voorkomen, doch ongetwijfeld des tijds ook hier gansch niet onbekend waren. Vrijwel iedere tak van vaderlandsch bedrijf lever de op deze wijze bij tot den schat der Nederland- sche namen. Om maar bij het landbouwbedrijf te blijven: Boonzaayer, Havermans, Roggeveen, Bou(w)man, De Zaaier, Gardenier, Huisman, Mol- kenboer, Groote(n)boer, Ledeboer en Wildeboer en nog een paar dozijn. Inderdaad hebben ambten en bedrijven ontzaglijk veel namen doen ontstaan. Voor ditmaal genoeg over den naam. Hoe daar voor 't overige mee gevrijbuiterd is een volgende maal! KERKCONCERT BROEDERGEMEENTE. Ten bale van de Evang. Broedergemeente te Haax-lerh zal op Zondagmiddag 7 December een concert worden ge geven, in haar kerkgebouw Parklaan 34. Welwillende me dewerking wordt verleend door Cor Igesz, sopraan, Ernst Anaka, bas, Onne v. d. Klashorst, cello. Bets Nederkoorn, orgel. St. Nicolaas bij „Volkszwemfeest" Voor het vijfde jaar in successie heeft St. Nicolaas, die, zooaJs men weet, de zwemsport een warm hart toe draagt, de commissie „Volkszwemfeest" tijdens het oefen uur in het Sportfondsenbad aan den vooravond van zijn verjaardag met een bezoek vereerd. De ijverige bestuurs leden mitsgaders enkele groote kindervrienden uit het' leger van ongeveer duizend donateurs hadden er. alle moeilijkheden ten spijt, alles op gezet, om den Sint en zijn zwarten knecht by zijn reeds eenige dagen geleden aangekondigd lustrum-bezoek feestelijk te ontvangen. Prachtig op tijd traden de hooge gasten door de glazen deuren het zwembad binnen, spontaan verwelkomd met gejuich en gezang. Nadat de heer D. T. de Jong den Sint zijn knecht een hartelijk welkom had toegeroepen en zijn leedwezen over had uitgesproken, dat niet alle donateurs en donatrices opgekomen waren om dit schoone feest van de „Volkszwemfeest"-familie mee te maken, overhandigde spr. St. Nicolaas als herinnering een vul potlood. dat de groote kindervriend natuurlijk in dank aanvaardde. St. Nicolaas sprak vervolgens een ernstig woord tot de kinderen en hun ouders, maakte een ronde langs het bassin en stelde zich op de hoogte van de vorde- deringen, die de leden in de zwemsport hadden gemaakt, Daarna rukte zwakte Piet met een grooten zak aan, waar uit geschenken en tractaties kwamen voor jong en oud. Ruim een uurverbleven de hooge gasten in het Sport fondsen tjad, waar keurige pakjes met lekkernijen, stra lende kinderoogen en toepasselijk gezang getuigden van dc vreugde, die de komst van St. Nicolaas had gebracht. De commissie „Volkszwemfeest" heeft wederom eer van haar werk gehad. ACADEMISCHE OPLEIDING. Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Amsterdam voor het doet. ex. Fransche taal en letterkunde (cum laude) de heer B. H. A. M. Bot en voor het candi- daatsex. idem mej. E. M. van Deth en de heer J. van .Kleef. Gesl. voor het cand.-ex. wis- en natuurkunde mej. J, van der Sman en de heer A. R. Guljé EXAMENS GESCHIEDENIS M.O. Geslaagd de heer J. Kemperink, Beverwijk. CPoly«oon-Leerakcr) EXAMENS Sint Nicolaas en zijn factotum Zwarte Piet zijn gisteravond weer evenals verleden jaar op Ka reoi geweest te midden van de „jongens", die daar verpleegd worden. En opnieuw trof ons de sfeer van innige kameraadschap, welke daar gegroeid is tus schen al die mannen, die door hetzelfde leed getrof fen zijn, maar er ook dezelfde vertroosting vinden van het begrijpend medegevoel van allen, die hen omringen. De grijze Sint trad, onder het spelen van „Zie ginds komt de stoomboot" met waardigheid de zaal binnen en onmiddellijk was er op Kareoi de ware Sint Nicolaasstemming. En voor de rest zorgde de heer Buisonjé, die als Zwarte Piet alle „jongens" kende en hen beurt-voor beurt op het podium riep om hun met een toepasselijk, grappig rijm de cadeaux te overhandigen. Dat gaf aan dit feest iets intiems. Het was als een groot gezin, waarin allen aan elkaar verwant zijn en wij waren dankbaar daarbij tot de genoodigden te behooren. De dames en heeren, die dit feest mogelijk maak ten jiebben hiermee een mooi werk gedaan. Dat zijn natuurlijk allereerst ritmeester Pahud de Mortanges en Dr. Kroon, maar ik wil hier ook den naam van Wim Paauw noemen, niet alleen als artistiek leider van de Haarlemsche Tooneelclub, welke het cabaret programma op dezen avond heeft verzorgd, doch ook als de man, die zooveel voor de verdere voorberei dingen heeft gedaan. Het was een kort maar aardig gevarieerd program ma, dat de H.T.C. voor Sint Nicolaas en de „Kareo- lers" gaf. In de sketches „Goeden Nacht en wel te rusten!" en „Pension Lentekroon" traden voor namelijk de jonge leden op. Mej. Collins en de heer Bos speelden geestig het jonge paar, dat de nachtrust maar niet kon vinden en in het Pension Lentekroon, waar 's nachts zulke griezelige dingen gebeuren, wist mej. Flemming als het jonge vrouwtje het juiste dra matische accent te treffen. Van de „getuigen" onder scheidde zich mej. Collins als €e aan honderd kwa len souffreerende pensionhoudster en mej. Goeting als de Amerikaansche gast. Loek van den Broek toonde weer zich op het too- neel volkomen thuis te gevoelen in zijn vlotte, le vendige voordracht van het grappige „Oweeërs krij gen les" van Charivarius en het zeer actueele „Sint Nicolaas in 1941" van Brammet je. Mejuffrouw Etty bracht de Indische sfeer op het tooneel met haar ver telling van „De booze Orang Oetang" het ver indischte Roodkapje en,de heer Moulijn zong zijn dankbare zeemansliedjes. Zoo werd dit een prettige inleiding van het eigenlijke feest, waarop Sint. Nico laas de hoofdpersoon was en waaraan de „Kareolers" later zeker met dankbaarheid zullen terugdenken. J. B, SCHUIL GROOTE LUISTERWEDSTRIJD OP TWEEDEN KERSTDAG. 's-GRAVENHAGE, 4 December. De centrale pro- paganda-commissie voor den verkoop der weldadig heidspostzegels schrijft: Dank zij den gewaardeerden steun van den Ned. Omroep zal ap den Tweeden Kerstdag een groote luisterwedstrija gehouden worden, ten bate van actie voor de Kinderpostzegels. Voor de samenstelling van dit hoorspel heeft de commissie bereid gévonden den heer Toon Rammelts, te Amsterdam, die dergelijke uitzendingen meermalen verzorgde voor den K.R.O. Nadere mededeelingen over dezen luisterwedstrijd zullen tijdig nader bekend gemaakt worden. (Adv. Ingez. Med.) Dit valt weer niet mee. En evenals vorige jaren: om dezelfde reden. Het is helaas eigen schuld Ik ben er weer te laat mee begonnen en nu nijpt het. Als dr familie nu maar niet zekere eischen aan mijn Sinterklaas-verzen stelde Maar dat doet zij helaas el en ik dieh eraan te beantwoorden. Ook dit ls lijn eigen schuld, benevens die van mijn beroe*p. Ten eerste ben ik Ln het verleden eens e^n keer op ;ljd begonnen en heb er toen groote zorg aan besteed, ten tweede verwacht men van een journalist dat hij, schoon prozaïst van beroep, toch zekere verwant schap mqt de Doëzle bezit. Daaruit volgt dan dat hij,* zich ln den versvorm begevende, het metrum eerbie digt. een zekeren rijkdom ln woordenkeus aan den dag legt en zulke laffe reddingsplanken als de rijm- oorden „ras" en „dra" versmaadt. Er is derhalve geen kans op afraffelen. Ik moet moeizaam wor telen om aan de elschen van mijn kinderen te vol doen en het eenige dat mij troosten kan ls dat er tenminste lang niet zulke verwachtingen van mij gekflteterd worden als hét gezin van onzen mede erker P. Gasus ten opzichte van den man-cn-va- der handhaaft. Hij verkeert in de noodzaak, ln den Sinterklaastijd zijn reeds zoo rij!» en regelmatig vloeiende dichtader tot wilde stroomversnelling op te zweepen en daarbij volkomen op zijn kranten- peil te blijven. Er zijn menschen die veronderstellen dat hij ln een handomdraaien Sinterklaasverzen maakt. Neen. Mij moet er even serieus aan werken als aan al zijn andere. En dat met losweg opgegeven, vaak zeer weinig inspireerende onderwerpen! Dit mag geen verschil maken. Overwerk en nog eens rwerk is zijn deel, terwijl van hem gevergd wordt te dichten over ,,een boek. Ik weet nu niet precies hoe het heet." een paar wanten, de eeuwige doos postpapier en een paar handschoenen voor het dienstmeisje, dat heelemaal wonderen van meneer Hpnvacht en al van plan is, met haar .poème Inédit" van den Meester opgang ln haar kennissenkring te maken. Ik heb hem gezegd dat „men" meende dat hij deze verzen uit zijn mouw schudde. Hij lachte hol en bitter tevens. Zijn verbleekte kaken duidden een slapeloos doorgebrachtcn nacht. Arme Pe gasus! En dan te denken aan de mevrouw, die mij indertijd opbelde «met de vraag of zij geen Sinter klaasverzen bij hem bestellen kon! Zij had hem ln het telefoonboekje opgezocht maar kon nergens on der de G den naam Gasus, P. vinden. „Hij levert niet aan particulieren, mevrouw," zei ik. ..Een eigen aardigheid van' hem. En zijn telefoonnummer is ge- helm. Ook een eigenaardigheid. Dichters zijn nu eenmaal een beetje bijzondere menschen, wee. u vel? Niets aan te doen." Intusschen zit ik zelf voor het feit en ben nog lang niet. aan het einde van mijn taak. terwijl het uur des Heiligen reeds naakt. Slechts zeer kort kan ik in dit mijn geliefde -proza vluchten; het lijstje mot le be rijmen handelsartikelen wacht onverbiddelijk en eïscht zijn tol in zweetdroppels, Hoe versta.ndig lijkt mij nu die man. die de methodiek in zijn leven zoo ver gedreven had dat hij oude Sinterklaasverzen zorgvuldig bewaarde en ze na enkele jaren, in het vast vertrouwen, dat iedereen ze vergeten was. op nieuw voor het doel gebruikte. Ik. heb hem nooit ontmoet, maar van hem vernomen. Helaas ben ik zoo methodisch niet en koester lk buitendien een kinderlijke vrees, dat St. Nicolaas zooiets wel niet goed zal vinden. Daarom zal lk er toch nooit toe ko men. Jamirper. En daar gaat de telefoon! ..Of ik er nog een stuk of drie op mij kan nemen! „Neen," zeg ik wanhopig, „ik heb wel wat anders te doenlk eet al niet hoe ik die andere voor elkaar zal krij gendit hoorde alleen aan jongeren gevraagd te wordenals je ouder wordt droogt je dichtader toch langzamerhand op?" Het baat niet. Er wordt slechts om gelachen. Ik zal nu toc\i maar erg kort worden, desnoods dan maar vierregelig, en zeggen dat het kwatrijnen zijn. Maar wie verschaft mij een rijmwoord op „Limbur ger" en een op I-Iaarlein? Ik werp er mij maar weer op. Moge Sinterklaas het mij loonen Want dat blijf je toch maar leder Jaar hopen. Het gemeentelijk theaterbedrijf te Amsterdam heeft Donderdagavond het opera seizoen geopend met een opvoering van Johan Wagenaars „De Doge, van Venetië". De drie hoofdfiguren: Diana. Ruth Horna; de Doge, Johan Lammen en Araalllno, Frans Vroons. (Pax-Holland-De Haan-m) Over de merkwaardige geschiedenis van het Groot Gaasbeker Gilde. EDE moge zijn buurtspraak hebben Soest heeft met zijn „potv er teerder s" stellig niet onder te doen. Er ligt over dit „droomende" plaatsje met zijn roode villadaken, stuif- duinen, wijde heidevelden en akkers nog altijd een slip van eên zeer oud boetekleednimmer zal bet berouw van Baron van Gaasbeek in 1500 verge ten worden, die met zijn zoon „uit rijden" ging en dezen doodde. „Zoon", moet hij gezegd hebben, „pak die teugels zoo beet". Maar de zoon luisterde niet en de baron was een driftig man: met. z'n zweep sloeg hij den. naast hem zittende tegen z'n slaap, zoodat deze dood van den bok tuimelde. De tijd zou de kleine episode uitgewisckt. heb ben ook al was de naam van Gaasbeek eens in het nietige Soest van weleer zeer* gezien ware het niet, dat de baron diep zijn zonde beleed. Hij steldé vast dat de opbrengst van zijn landerijen on der de bevolking zou worden verdeelden dat is door alle eeuwen heen tot op heden toe in Soest zoo gebleven. De oude Soesten'aren inbakten van dit „extraatje" een feest dat er wezen mocht en waarbij de wijn rijkelijk vloeide en minstens 3 koeien ge slacht werden: dit heette het „potverteren". Onlangs nu heeft het'Groot Gaasbeeker Gilde of tewel het Gilde van Sint Aechten in deze het organiseeren- de „lichaam" waarvan ettelijke der voormannen stokoude Soester boeren zijn, weer de hoofden bij elkaar gestoken en besloten volgens de traditie gelden uit te keeren. Dit boetegeld wordt overigens, zooals in den loop der eeuwen tróuw is nagekomen, volgens de bepa lingen alleen aan de geboren katholieke Soestena- ren uitbetaald. Denkt u maar niet dat tijdens de bewogen potverteerdersfeesten iemand anders over den vloer kwam! Deze dagen van „bloemetjes-buiten-zetten" wa ren overigens uniek. Na het proefmaal !s Zondags in het voormalige logement „De Koophandel", waar bij de geslachte koeien gekeurd werden, begon *s Maandags het feest en dat duurde tot.Donder dagmorgen. Men zag toen menigen Soesterboer dien ochtend wankel langs de vertrouwde akkers gaan. De laatste twintig jaar is men aan het uitdeelen gegaan en werd het geld op verschillende manieren besteed, al werden er nog wel eens „feestjes" gehou den. Doch thans heeft men het verstandiger gevon den een en ander voor het huishouden opzij te leg- 'gen. Het ging overigens ook maar om een som van. ongeveer 4 gulden gerekend over 2 jaar, wat gezien met feit, dat bijv. in '3-5 over 5 jaar nog f 25 'werd uitgekeerd, wel een sterk dalende lijn te zien geeft. Maar jade lering der potverteerders breidt zich door nieuwe geboorten steeds uit. Het gilde beschikt ook nog over een vaandel en een trom, maar noch de Ouderman, noch de Eerste Raad kon ons zoo gauw vertellen waar deze attribu ten eigenlijk waren.ze staan ergens in een ver geten hoekje onder het stof. De dagen dat zij ge bruikt werden om het feest aan te kondigen, waarop de heele Soester bevolking reeds bij voorbaat het gildeliedje „Eh Èabbeloontje. vol van verstande, eer dat de zon voor de maan ondergingbegon te neuriën zijn lang geleden. Maar de „ouden" we ten nog wel dat toen vroolijke boerendansen om den gildeboom uitgevoerd werden.... deze boom stond eertijds aan den Grooten Melleweg dicht bij het land van den' ongelukkigen baron dat 4 H.A. groot is en in de Middelwijk- en Lange Endpolder ligt. Deze historierijke boom viel den ..modernen" tijd ten offer toen namelijk in '98 het" locaalspoortje Utrecht- Baarn aangelegd \verd, De trein kon er moeilijk om heen rijden en dus werd de bijl'in den stam gezet. Maar Soest haastte zich een nieuwen gildeboom te planten die nog heden ten dage op den hoek van de F. C. Kuyperstraat en Lange Brinkweg staat. Ach ja, de oude Soestenaren zuchten nog wel eens, wanneer zij aan het grootsche vierjaarlijksche feest denken. Zé waren daar fel op. Eertijds ging men vooraf ook trouw ter kerke, omdat de katholieke Baron wilde dat voor zijn zoon regelmatig gebeden zou worden, maar zooals een oude Soester boer van het gilde orts zei, was dat in de laatste jaren „wat in de slof gferaakt." Maar men mompelt nog wel eens over de muziek uit Utrecht, „Jantje de Speelman" en de bewogen feesten, waaraan een paar honderd boeren met hun vrouwen deelnamen. Elke 6 jaar werden de landerijen van Baron van Gaasbeek, eertijds bewoner van het trotsche „Bleyendaal" waar thans ook geen steen meer van te vinden is, publiek verhuurd door een notaris. Ieder jaar wordt de opbrengst van de oogst door het Gildebestuur op de Boerenleenbank gedeponeerd. Voorloopig gelat het parool van „zumig potbehee- maar men hoopt dat de dagen van „Eh Bab beloontje" weerom zullen komen. (Nadruk verboden.) Verzen maken in Haarlem en omgeving. De heilige woning van Themis. Het gedeelte van het Haarlemsche Raadhuis, waar voor we vandaag Uw aandacht vragen is niet het oudste van dit merkwaardige gebouw, dat immers diverse bouwstijlen vertoont. Het itj het hoofd- of middenpand, dal zooals ieder kan zien, veel later gebouwd werd dan het Noordglijk aangrenzend cen trale gedeelte, dat van het midden der dertiende eeuw dateert. De vleugel aan de Zijlstraat is nog daarna gebouwd. Tol: dit middenpand geeft het tamelijk zwaar aan gelegde bordes toegang; het wordt tegenwoordig hoofdzakelijk gebruikt, voor bruidsstoeten. Imposant is deze toegang wel, al is het te betreuren, dat de vroe gere ornamentatie, bestaande uil een viertal zittende leeuwen "als wapendragers van de Grafelijkheid-Hol land. Brederode en Haarlem verwijderd is. Het bordes leidt van de groote deur van het Raadhuis, die weinig vermeldenswaardigs vertoont dan dat het een deur van ouderwetsche makelij is. zeker een paar eeuwen oud en tegen nog wel enkele eeuwen bestand. Maar daarboven staat een opschrift, dat ge hier afgebeeld^ ziet en dat als volgt luidt: S.P.Q.H. Hanc sacram themidis Donum senatus sedem Ne temerato civis unquam. hetgeen beteekent: „Dus moge geen enkele burger ooit geweld plegen aan deze heilige woning van Themis, aan dezen zetel van dén raad". De bedoeling is duidelijk: Het opschrift stelt de waardigheid in het licht van dit gebouw, waar een maal recht werd gesproken en waar de vroedschap zijn wijze beraadslagingen hield. Het S.P.Q.H., dat men, met wijziging van de laatste letter ook elders meermalen aantreft wil eenvoudig zeggen, dat hier ter plaatse de senaat, het burgerlijk gezag van Haar lem, gevestigd was. Het jaartal 1630 herinnert aan den bouw van het bordes, die in genoemd jaar plaats had. Gelukkig is de waarschuwing, vervat in het op schrift, niet vergeefs gegeven, want dat een lid der J. ST. (Foto de Haas), burgerij ooit deze „heilige woning van Themis", de godin der Rechtvaardigheid, heeft geschonden anders dan dat hij zonder permissie van den hoofdbode de vele bezienswaardigheden van de oude grafelijke hal kwam bekijken, is ons niet bekend Al gebiedt een eerlijke voorlichting de vermelding, dat een jaar of twintig geleden, toen de deur eens onder handen werd genomen, zij sporen van schroot vertoonde, doch of'dit een droeve herinnering was aan gewelddadig heden kón toen niet worden uitgemaakt. Laa.t ons er dus het beste van hopen en voorloopig zonder meer aannemen, dat dc Haarlemsche geslachten nimmer t« kort. zijn geschoten in deferentie jegens den senaata- zetel van deze goede stad!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5