Heilige Plicht.
De Naam.
AGENDA.
Sint Nicolaas en de H.T.C.
op Kareoi.
De „potverteerders" van Soest.
Flitsen.
Eigenaardigheden
HAARL. DAGBLAD, Vrijdag 5 Dec. 1941
Dicky van Dam schoof op zijn stoel heen en weer
en voelde zich onbehagelijk. Hij ging zijn zondenlijst
sinds September na. herinnerde zich den wekker dien
hij in de fclas had laten, afloopen, herinnerde zich
de lucifer die hij tusschen twee andere lucifers uit
door het lokaal had -laten vliegen, herinnerde zich de
flesch levertraan die hij had meegenomen om er het
afgekloven eind van Beppie Bruinsma's pen in te
dompelen.... en voelde vaag dat het nóg lang niet
alles was, En nu was het 5 December en over een-
paar oogenblikken zou Sinterklaas voor alle jongens
en meisjes van de school hier in de hal verschijnen
met een groot boek, waarin stond hoe stout of zoet
zij allemaal waren geweest sinds het vorige jaar. Als
ze zoet waren geweest kregen ze iets lekkers en
mochten met een pluimpje naar hun plaats teruggaan
en als ze stout, waren geweesthet was niet om
aan te denken! Zou Beppie Bruinsma nou lekkers en
een pluimpje krijgen? Beppie zou vast nooit een
flesch levertraan mee naar school nemen om er
iemand anders' pen in te dompelen. Ze zou het zonde
van de heerlijke levertraan vinden; waarschijnlijk
vroeg ze thuis wanneer ze een lepel gehad had om
een tweede. Zoo was ze wel.
Maar Sinterklaas zou het wel veel beter vinden, als
iemand braaf zijn levertraan nam, dan wanneer hij
er iederen dag aan probeerde te ontkomen en hij
het tenslotte niet dan onder luid protest nam. En al
die dingen stonden precies in dat groote boek; dat
had de juffrouw al gezegd toen ze vertelde dat Sin*
terklaas zou komen en ze had met een schuin oogje
naar hem gekeken, omdat ze nog steeds boos was over
dien wekker. Als hij maar niet mee moest!
Daar had je Sinterklaas al. liij liep langzaam, maar
daar was hij dan ook oud voor. Wel honderd jaar,
had de juffrouw .gezegd en Pietje Oostwijk, die altijd
het beste van alles had, zei meteen dat hij een oma
van honderddrie had. Waarop hij zelf maar gezegd
haddat zijn oma honderdvijf was, al wist hij dat
heelemaal niet; alleen maar omdat Pietje zoo'n eigen
wijze nare jongen was.
Nou was die anders ook bang; wat zat hij gek met
zijn beenen tegen elkaar aan te slaan, met zijn dui
men tusschen zijn kousen gestoken! Hij was vast ook
wel eens stout geweest; gejokt had hij zeker al, over
die oma van honderddrie jaar. Misschien had hij'wel
heelemaal geen oma.
„Ben jij bang?" vroeg hij Pietje.
„Nee", zei Pietje klappertandend en zijn beenen nog
eens extra hard tegen elkaar slaand
„Wel", zei hij.
„Niks hoor", zet Pietje, terwijl hij zijn
icht. stak. „Je bent
„Haha!" zei Dicky.
„Laat Piet Oostwijk eens even hierkomen", zei
Sinterklaas.
gietje slikte en stak zijn duimen verder in zijn
kousen en bloosde.
„Hüüü! Je bent bang!" hoonde Dicky kwaadwillig.
Dat was te veel voor Pietje. Met een ruk' haalde hij
zijn duimen te voorschijn en snel liep hij onder
doodsche stilte naar voren.
Dicky genoot. Wat deed hij raar! Hij zou bijna hard
op zijn gaan lachen maar dan zou Sinterklaas na
tuurlijk nog veel slechter van hem zijn gaan denken.
Dan maar in stilte'plezier hebben o^n Pietje, die met
moeite antwoordde op wat hem gevraagd werd en
aldoor bloosde. Dicky merkte dat hij in verrukking
zelf zijn duimen tusschen zijn kousen gestoken had en
trok 'ze er beschaamd uit.
Daar kwam Pietje terug, met lekkers in zijn hand
en een eigenwijs gezicht.
„Haha! Wat deed jijbegon Dicky.
„Dicky van Dam", zei Sinterklaas.
Ai! Daar had je het nou. Dicky sloeg met zijn voe
ten tegen elkaar en keek naar Pietje, die op iets zat
te knabbelen en zelfvoldaan tegen hem glimlachte.
Dicky verzamelde al zijn moed, stond op en liep naar
Sinterklaas-tpe. Die zat in het groote zware boek te
kijken. Daar stond zeker alles wat hij gedaan had in:
het gezicht onder de rood-met-gouden tabberd be
gon tenminste hoe langer hoe boozer te kijken. Dat
liep vast op mee-in-den-zak uit; misschien deed
Zwarte Piet alleen op het laatste oogenblik nog een
goed woordje. Die stond nu zoo vriendelijk te glim
lachen.
Daar keek Sinterklaas op. O! wat keek hij boos!
Dicky voelde zich erg klein. Daar begon hij geweldig
hard te praten. Maar wacht! Dat was niet tegen hem!'
Tegen wien dan wel? Tegen den1 hoofdonderwijzer,
blijkbaar. Wat had die dan gedaan?
„Dat u mij vraagt om hier voor Sinterklaas te spe
len, dat vind ik best. Dat vind ik een matig genoe
gen, maar dat doe ik. Maar dat ik als belooning daar
voor hier een zondenlijst van mijn zoon van zeven
jaar vind, die ik voor een zeventienjarige nog onbe
grijpelijk lang zou vinden, dat gaat te ver!"
Dicky begreep het gelukkig niet.
J. J. P.
GEVONDEN DIEBEN EN VOORWERPEN.
Inlichtingen te bekomen aan het Politiebureau, Smede
straat te Haarlem, tusschen 11 en 13 uur.
Terug te bekomen bij: v. Gelder, Rozenstraat 27, abon
nement; Janssen, Garenkokerskade 26, boekje; Out, Jan
Huigenstraat 2, plant: Pastor, BakenessSrgracht 38, doos
met inhoud; Piers, Spaarnhovenstraat- 88, dop; Bureau van
Politie, Smedestraat 9, étui met inhoud; Klootwijk, Nieuw
Heiligland 67 rood, hond; Voet Zn.. Anegang 15. .hand
schoenen; Bureau van Politie. Smedestraat 9, handschoe
nen: Kersten, Goltziusstraat 4, kat; v. Spijker, Raadhuis
plein 7, mes; de Wijman, Zomervaart 150 rd., portemonnaie
met inhoud; Rodenburg, v. Edenstiaat 9, portemonnaie met
inhoud; Bureau van Politie, Smedestraat 9, portemonnaie
met inhoud; Stegeman, Scheldestraat 14, portemonnaie
met inhoud; Bureau van Politie, Smedestraat 9, portemon
naie; Bank, Schalkwijkerstraat 11 E rood, riem; v. d. Aar,
Klaverstraat 9, servetring; Harpink, Klarenbeekstraat 50,
sierspeld; Brasser, De Clercqstraat 89, spel; v. Schie, Per-
seusstraat 10 zwart, shawl; Galjaard, Hertzogstraat 23, na
6 uur, taschje; Blom, Bennehroekerlaan 81, Bennebroek,
tasch met. inhoud; Spa, Kleverparkweg 99, vulpotlood;
Pijlslaan 18, wanten.
MOZART HERDENKING TE HAARLEM.
De Nederlandsch Duitsche Cultuurgemeen
schap gemeenschap Haarlem en omstreken, or
ganiseert Zaterdag 6 December een Mozart-
herdenking in den Stadsschouwburg. De heer D.
Balfoort spreekt een herdenkingsrede uit en het Ne
derlandsch kameropera-orkest zal de volgende wer
ken van Mozart ten gehoore brengen: „Eine kleine
Nachtmusik", „Der Schauspieldirektor" en „Bastien
en Bastienne".
ERVEN G. VAN SILLEVOLDT, ROTTERDAM. Al. 1833
(Adv. Ingez. Med.)
Het echte Natuurlijke
(Egg) EMSER-ZOUT
is alleen verkrijgbaar in
vierkante glazen flacons.
htmerkS* Prijs thans fH.» per flacon
(Adv. Ingez. Med.)
I-leden:
VRIJDAG 5 DECEMBER.
Frans Hals Theater: „Qas Lied vom Gluck"
één avondvoorstelling van 6.30-8.30 uur.
Luxor Theater: „Lajla", één avondvoorstelling
Van 79 uur.
Rembrandt Theater: „Frau Sixla", één avond
voorstelling van 79 uur.
Palace: „Meisjes in 't Wit", één avondvoorstelling
Van 79 uur,
Spaarne-Theatcr: „Hoera, ik ben papa!", 8 uur.
Moviac: „Knal-effect", een zangfilm en- journaal
van 12 uur af.
Kunsthandel Lef Ce-laar: Tentoonstelling werken
Cees Bolding. l'O3 uur.
ZATERDAG (5 DECEMBER.
Stadsschouwburg. Wilsonsplein: Mozart-herdön-
Ring door de Ned.-Duitsche Kuituurgemeenschap, 3
Palace: Herman Smit's vermaarde Poppenkast,
2,30 uur.
Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags' Qx
des avonds.
Nachtdienst Apotheken
De. volgende apotheken te Haarlem zijn van des
avonds acht tot des morgens acht uur (ook op
Zondag) geopend:
ApotheekVan Rijn N.V., Kleine Houtweg 15,
Tel. 10539.
Firma C. G. Loomeyer en Zoon, Zijlweg 34, Tel.
12495.
Schoterbosch Apotheek. Rijksstraatweg 19, Tel.
12711.
Te Heemstede ls geopend;
Heemsteedsche Apotheek, Binnenweg 98, Tel.
S8197.
Als iemand tegenwoordig zijn naam veranderen
wilde zou dat alle ihogelijké vergissingen ten ge
volge kunnen hebben. Denk er maar eens aan, hoe
veel last het kon opleveren, als je niet precies weet,
of het Jansen met een of twee s is, ot dan wel
of Meijer zijn naam met een ypsilon dan v$el met
een i of een ij schrijft.
Dat ging vroeger gemoedelijker. Zooals blijkt uit
„Hoe komen wij aan onze namen?" door G. J.
Uitman, aan welk werkje wij het hier volgende I
ontleenen. Toen kon het wel gebeuren, dat men zijn
naam heel anders spelde dan men te boek stond in
het geboorteregister van de kerk en daar toch niet
hard om gevallen werd. De groote Joost, om maar
een voorbeeld te noemen, noemde zich beurtelings:
Van den Vondel, Van Vonde},' Van Vondelen en
Van Vondelens. Men had dus maar voor het uit
zoeken. Alleen.... welk een overdaad van proces-
sueele perikelen konden er uit dergelijke vrijzinnige
opvattingen van het schrijven van iemands naam
voortkomen!
Toch schijnt het, dat zelfs autoriteiten, die anders
met het schrijven van namen niet over ijs van één
nacht plegen te gaan, er geen bezwaar in hebben
gezien, de dubbele methode te volgen. Een register
van de vierschaar van Assendelft van 1556 spreekt
bijvoorbeeld van Claes Jacobsz van Haerlem, alias
Galgelap, Gerrit Gerritsz, alias 't Verken en Reyer
Jansz van Haerlem, alias Reyntgen de Vos. Er
blijkt hieruit dat er te dien tijde meer personen
hebben rondgeloopen, die Claes Jacobsz, Gerrit Ger
ritsz en Reyer Jansz heetten, anders was de ver
melding en hun alias, dat overigens \yel niet hun
voortreffelijkste eigenschappen in het licht gesteld
zal hebben, immers overbodig geweest! Uit dit
laatste voorbeeld zien we, dat dat Assendelftsche
register'Van ouderen datum was dan Joost van
den Vondel, die er tenminste een „van" op nahield,
een achternaam, waaraan het genoemden zoons van
Jacob, Gerrit en Jan ontbrak. Ter onderscheiding
kregen ze dan hun bijnaam, hun alias.
En als er nu geen aanleiding was, iemand een bij
naam te geven? Ja, dan werd er toch maar iets der
gelijks uitgevonden. Dan kwam er een bepaling bij,
zooals wij uit ontelbare voorbeelden zien: „Simon
Dirksz uyt die Poort", „Pieter Laurens in den
Haen", enz. Thomas, die in Kampen woonde,
heette met verlatiniseering van zijn naam en aan
duiding: Thomas a Kempis. En hoeveel namen zijn
er niet als: Bovendam, Üitdenbosch, Van 'der Stad,
en zoovele andere, die ons verraden, waar de eer
ste drager van dien naam destijds moet zijn ge
huisvest!
Hoe het zij, .eeuwenlang heeft men het met één
naam gedaan, al dan niet vergezeld van een bij
naam als aanduiding. Voornaam en familienaam,
zooals iedereen die draagt, is pas iets van de laatste
eeuwen.
De verklaring daarvan is als volgt: Er is een tijd
geweest, dat het aantal namen tot in het oneindige
"evarieerd was. Dat was, toen iedere naam rtog een
lepaalde beteekenis had en pas werd gegeven als
de drager bewijs had gdgeven, hem te verdienen.
Dan werd de vrede-drager „Frederik", de als-een-
beer zoo sterke „Beïenhard" of Barend of Bernard,
de rijke „Defick" of Dirk, enfin, er was op die
wijze nogal wat/te bedenken.
Maar in den loop der tijden kwamen er zooveel
vrededragers en als-beren zoo-sterken, anders ge
zegd, zooveel gelijknamigen, dat een toevoeging ter
onderscheiding noodzakelijk bleek. Deze toevoeging
was niet moeilyk te vinden. Zoo werden dikwijls van
twee namen eén gemaakt: Sigerik (zegevorst)
Adalbert (stralend door hooge geboorte) Hilde-
munde (steun in den strijd). Maai- in later jaren, als
er alweer te weinig verschot in den voorraad namen
blijkt te zijn, krijgen we die namenvorming, die zich
tot in onzen tijd gelden laat; Het land, de streek, de
stad o£ het dorp van afkomst levert de aanduiding
De Vries, de Zeeuw, de Hollander, de Waal, d<
Kempenaar, van der Stad, van Rhenen, Opzoo-
mer, enz. Ófwel men bleef wat dichter bij -huis en
noemde iemand naar zijn allernaaste' omge.ving: Van
der Molen, van den Aardweg, Van Boonevelt, Rooy-
akker, Huis in 't Veld. e.d.
Maar er was nog een andere manier, om iemand
ter onderscheiding van naamgenooten te kenmerken
en dat was zijn beroep: Smid, Drost, Dokter, Bak
ker, Brouwer, Kok. Bleeker, Visser, Jager, Snij
der, Klerk, enz. Iedereen dient deze namen en hun
beteekenis. Dat er ook wel ouden van dagen onder
dóór loopen bewijzen namen als Schrijnemaeker,
D'Huyvettere (leerlooier), Swertvagher (wapen
smid). De Valckenïer, allemaal namen, -die thans
in Vlaanderen voorkomen, doch ongetwijfeld des
tijds ook hier gansch niet onbekend waren.
Vrijwel iedere tak van vaderlandsch bedrijf lever
de op deze wijze bij tot den schat der Nederland-
sche namen. Om maar bij het landbouwbedrijf te
blijven: Boonzaayer, Havermans, Roggeveen,
Bou(w)man, De Zaaier, Gardenier, Huisman, Mol-
kenboer, Groote(n)boer, Ledeboer en Wildeboer en
nog een paar dozijn. Inderdaad hebben ambten en
bedrijven ontzaglijk veel namen doen ontstaan.
Voor ditmaal genoeg over den naam. Hoe daar
voor 't overige mee gevrijbuiterd is een volgende
maal!
KERKCONCERT BROEDERGEMEENTE.
Ten bale van de Evang. Broedergemeente te Haax-lerh
zal op Zondagmiddag 7 December een concert worden ge
geven, in haar kerkgebouw Parklaan 34. Welwillende me
dewerking wordt verleend door Cor Igesz, sopraan, Ernst
Anaka, bas, Onne v. d. Klashorst, cello. Bets Nederkoorn,
orgel.
St. Nicolaas bij „Volkszwemfeest"
Voor het vijfde jaar in successie heeft St. Nicolaas, die,
zooaJs men weet, de zwemsport een warm hart toe
draagt, de commissie „Volkszwemfeest" tijdens het oefen
uur in het Sportfondsenbad aan den vooravond van zijn
verjaardag met een bezoek vereerd. De ijverige bestuurs
leden mitsgaders enkele groote kindervrienden uit het'
leger van ongeveer duizend donateurs hadden er. alle
moeilijkheden ten spijt, alles op gezet, om den Sint en
zijn zwarten knecht by zijn reeds eenige dagen geleden
aangekondigd lustrum-bezoek feestelijk te ontvangen.
Prachtig op tijd traden de hooge gasten door de glazen
deuren het zwembad binnen, spontaan verwelkomd met
gejuich en gezang. Nadat de heer D. T. de Jong den Sint
zijn knecht een hartelijk welkom had toegeroepen en
zijn leedwezen over had uitgesproken, dat niet alle
donateurs en donatrices opgekomen waren om dit schoone
feest van de „Volkszwemfeest"-familie mee te maken,
overhandigde spr. St. Nicolaas als herinnering een vul
potlood. dat de groote kindervriend natuurlijk in dank
aanvaardde. St. Nicolaas sprak vervolgens een ernstig
woord tot de kinderen en hun ouders, maakte een ronde
langs het bassin en stelde zich op de hoogte van de vorde-
deringen, die de leden in de zwemsport hadden gemaakt,
Daarna rukte zwakte Piet met een grooten zak aan, waar
uit geschenken en tractaties kwamen voor jong en oud.
Ruim een uurverbleven de hooge gasten in het Sport
fondsen tjad, waar keurige pakjes met lekkernijen, stra
lende kinderoogen en toepasselijk gezang getuigden van dc
vreugde, die de komst van St. Nicolaas had gebracht. De
commissie „Volkszwemfeest" heeft wederom eer van haar
werk gehad.
ACADEMISCHE OPLEIDING.
Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Amsterdam
voor het doet. ex. Fransche taal en letterkunde (cum
laude) de heer B. H. A. M. Bot en voor het candi-
daatsex. idem mej. E. M. van Deth en de heer J. van
.Kleef. Gesl. voor het cand.-ex. wis- en natuurkunde
mej. J, van der Sman en de heer A. R. Guljé
EXAMENS GESCHIEDENIS M.O.
Geslaagd de heer J. Kemperink, Beverwijk.
CPoly«oon-Leerakcr)
EXAMENS
Sint Nicolaas en zijn factotum Zwarte Piet zijn
gisteravond weer evenals verleden jaar op Ka
reoi geweest te midden van de „jongens", die daar
verpleegd worden. En opnieuw trof ons de sfeer van
innige kameraadschap, welke daar gegroeid is tus
schen al die mannen, die door hetzelfde leed getrof
fen zijn, maar er ook dezelfde vertroosting vinden
van het begrijpend medegevoel van allen, die hen
omringen.
De grijze Sint trad, onder het spelen van „Zie
ginds komt de stoomboot" met waardigheid de zaal
binnen en onmiddellijk was er op Kareoi de ware
Sint Nicolaasstemming. En voor de rest zorgde de
heer Buisonjé, die als Zwarte Piet alle „jongens"
kende en hen beurt-voor beurt op het podium riep
om hun met een toepasselijk, grappig rijm de cadeaux
te overhandigen. Dat gaf aan dit feest iets intiems.
Het was als een groot gezin, waarin allen aan elkaar
verwant zijn en wij waren dankbaar daarbij tot de
genoodigden te behooren.
De dames en heeren, die dit feest mogelijk maak
ten jiebben hiermee een mooi werk gedaan. Dat zijn
natuurlijk allereerst ritmeester Pahud de Mortanges
en Dr. Kroon, maar ik wil hier ook den naam van
Wim Paauw noemen, niet alleen als artistiek leider
van de Haarlemsche Tooneelclub, welke het cabaret
programma op dezen avond heeft verzorgd, doch ook
als de man, die zooveel voor de verdere voorberei
dingen heeft gedaan.
Het was een kort maar aardig gevarieerd program
ma, dat de H.T.C. voor Sint Nicolaas en de „Kareo-
lers" gaf. In de sketches „Goeden Nacht en wel
te rusten!" en „Pension Lentekroon" traden voor
namelijk de jonge leden op. Mej. Collins en de heer
Bos speelden geestig het jonge paar, dat de nachtrust
maar niet kon vinden en in het Pension Lentekroon,
waar 's nachts zulke griezelige dingen gebeuren, wist
mej. Flemming als het jonge vrouwtje het juiste dra
matische accent te treffen. Van de „getuigen" onder
scheidde zich mej. Collins als €e aan honderd kwa
len souffreerende pensionhoudster en mej. Goeting
als de Amerikaansche gast.
Loek van den Broek toonde weer zich op het too-
neel volkomen thuis te gevoelen in zijn vlotte, le
vendige voordracht van het grappige „Oweeërs krij
gen les" van Charivarius en het zeer actueele „Sint
Nicolaas in 1941" van Brammet je. Mejuffrouw Etty
bracht de Indische sfeer op het tooneel met haar ver
telling van „De booze Orang Oetang" het ver
indischte Roodkapje en,de heer Moulijn zong zijn
dankbare zeemansliedjes. Zoo werd dit een prettige
inleiding van het eigenlijke feest, waarop Sint. Nico
laas de hoofdpersoon was en waaraan de „Kareolers"
later zeker met dankbaarheid zullen terugdenken.
J. B, SCHUIL
GROOTE LUISTERWEDSTRIJD OP
TWEEDEN KERSTDAG.
's-GRAVENHAGE, 4 December. De centrale pro-
paganda-commissie voor den verkoop der weldadig
heidspostzegels schrijft:
Dank zij den gewaardeerden steun van den Ned.
Omroep zal ap den Tweeden Kerstdag een groote
luisterwedstrija gehouden worden, ten bate van
actie voor de Kinderpostzegels.
Voor de samenstelling van dit hoorspel heeft de
commissie bereid gévonden den heer Toon Rammelts,
te Amsterdam, die dergelijke uitzendingen meermalen
verzorgde voor den K.R.O.
Nadere mededeelingen over dezen luisterwedstrijd
zullen tijdig nader bekend gemaakt worden.
(Adv. Ingez. Med.)
Dit valt weer niet mee. En evenals vorige jaren:
om dezelfde reden. Het is helaas eigen schuld Ik
ben er weer te laat mee begonnen en nu nijpt het.
Als dr familie nu maar niet zekere eischen aan mijn
Sinterklaas-verzen stelde Maar dat doet zij helaas
el en ik dieh eraan te beantwoorden. Ook dit ls
lijn eigen schuld, benevens die van mijn beroe*p.
Ten eerste ben ik Ln het verleden eens e^n keer op
;ljd begonnen en heb er toen groote zorg aan besteed,
ten tweede verwacht men van een journalist dat hij,
schoon prozaïst van beroep, toch zekere verwant
schap mqt de Doëzle bezit. Daaruit volgt dan dat hij,*
zich ln den versvorm begevende, het metrum eerbie
digt. een zekeren rijkdom ln woordenkeus aan den
dag legt en zulke laffe reddingsplanken als de rijm-
oorden „ras" en „dra" versmaadt. Er is derhalve
geen kans op afraffelen. Ik moet moeizaam wor
telen om aan de elschen van mijn kinderen te vol
doen en het eenige dat mij troosten kan ls dat er
tenminste lang niet zulke verwachtingen van mij
gekflteterd worden als hét gezin van onzen mede
erker P. Gasus ten opzichte van den man-cn-va-
der handhaaft. Hij verkeert in de noodzaak, ln den
Sinterklaastijd zijn reeds zoo rij!» en regelmatig
vloeiende dichtader tot wilde stroomversnelling op
te zweepen en daarbij volkomen op zijn kranten-
peil te blijven. Er zijn menschen die veronderstellen
dat hij ln een handomdraaien Sinterklaasverzen
maakt. Neen. Mij moet er even serieus aan werken
als aan al zijn andere. En dat met losweg opgegeven,
vaak zeer weinig inspireerende onderwerpen! Dit
mag geen verschil maken. Overwerk en nog eens
rwerk is zijn deel, terwijl van hem gevergd wordt
te dichten over ,,een boek. Ik weet nu niet precies
hoe het heet." een paar wanten, de eeuwige doos
postpapier en een paar handschoenen voor het
dienstmeisje, dat heelemaal wonderen van meneer
Hpnvacht en al van plan is, met haar .poème Inédit"
van den Meester opgang ln haar kennissenkring te
maken. Ik heb hem gezegd dat „men" meende dat
hij deze verzen uit zijn mouw schudde. Hij lachte
hol en bitter tevens. Zijn verbleekte kaken duidden
een slapeloos doorgebrachtcn nacht. Arme Pe
gasus! En dan te denken aan de mevrouw, die mij
indertijd opbelde «met de vraag of zij geen Sinter
klaasverzen bij hem bestellen kon! Zij had hem ln
het telefoonboekje opgezocht maar kon nergens on
der de G den naam Gasus, P. vinden. „Hij levert niet
aan particulieren, mevrouw," zei ik. ..Een eigen
aardigheid van' hem. En zijn telefoonnummer is ge-
helm. Ook een eigenaardigheid. Dichters zijn nu
eenmaal een beetje bijzondere menschen, wee. u
vel? Niets aan te doen."
Intusschen zit ik zelf voor het feit en ben nog lang
niet. aan het einde van mijn taak. terwijl het uur des
Heiligen reeds naakt. Slechts zeer kort kan ik in dit
mijn geliefde -proza vluchten; het lijstje mot le be
rijmen handelsartikelen wacht onverbiddelijk en
eïscht zijn tol in zweetdroppels, Hoe versta.ndig lijkt
mij nu die man. die de methodiek in zijn leven zoo
ver gedreven had dat hij oude Sinterklaasverzen
zorgvuldig bewaarde en ze na enkele jaren, in het
vast vertrouwen, dat iedereen ze vergeten was. op
nieuw voor het doel gebruikte. Ik. heb hem nooit
ontmoet, maar van hem vernomen. Helaas ben ik
zoo methodisch niet en koester lk buitendien een
kinderlijke vrees, dat St. Nicolaas zooiets wel niet
goed zal vinden. Daarom zal lk er toch nooit toe ko
men. Jamirper. En daar gaat de telefoon! ..Of ik er
nog een stuk of drie op mij kan nemen! „Neen," zeg
ik wanhopig, „ik heb wel wat anders te doenlk
eet al niet hoe ik die andere voor elkaar zal krij
gendit hoorde alleen aan jongeren gevraagd te
wordenals je ouder wordt droogt je dichtader
toch langzamerhand op?"
Het baat niet. Er wordt slechts om gelachen. Ik
zal nu toc\i maar erg kort worden, desnoods dan
maar vierregelig, en zeggen dat het kwatrijnen zijn.
Maar wie verschaft mij een rijmwoord op „Limbur
ger" en een op I-Iaarlein?
Ik werp er mij maar weer op. Moge Sinterklaas
het mij loonen
Want dat blijf je toch maar leder Jaar hopen.
Het gemeentelijk theaterbedrijf te Amsterdam heeft Donderdagavond het opera
seizoen geopend met een opvoering van Johan Wagenaars „De Doge, van Venetië".
De drie hoofdfiguren: Diana. Ruth Horna; de Doge, Johan Lammen en Araalllno,
Frans Vroons. (Pax-Holland-De Haan-m)
Over de merkwaardige geschiedenis van
het Groot Gaasbeker Gilde.
EDE moge zijn buurtspraak hebben Soest
heeft met zijn „potv er teerder s" stellig niet
onder te doen. Er ligt over dit „droomende"
plaatsje met zijn roode villadaken, stuif-
duinen, wijde heidevelden en akkers nog altijd een
slip van eên zeer oud boetekleednimmer zal
bet berouw van Baron van Gaasbeek in 1500 verge
ten worden, die met zijn zoon „uit rijden" ging en
dezen doodde.
„Zoon", moet hij gezegd hebben, „pak die teugels
zoo beet". Maar de zoon luisterde niet en de baron
was een driftig man: met. z'n zweep sloeg hij den.
naast hem zittende tegen z'n slaap, zoodat deze
dood van den bok tuimelde.
De tijd zou de kleine episode uitgewisckt. heb
ben ook al was de naam van Gaasbeek eens in
het nietige Soest van weleer zeer* gezien ware
het niet, dat de baron diep zijn zonde beleed. Hij
steldé vast dat de opbrengst van zijn landerijen on
der de bevolking zou worden verdeelden dat is
door alle eeuwen heen tot op heden toe in Soest zoo
gebleven. De oude Soesten'aren inbakten van dit
„extraatje" een feest dat er wezen mocht en waarbij
de wijn rijkelijk vloeide en minstens 3 koeien ge
slacht werden: dit heette het „potverteren". Onlangs
nu heeft het'Groot Gaasbeeker Gilde of tewel het
Gilde van Sint Aechten in deze het organiseeren-
de „lichaam" waarvan ettelijke der voormannen
stokoude Soester boeren zijn, weer de hoofden bij
elkaar gestoken en besloten volgens de traditie
gelden uit te keeren.
Dit boetegeld wordt overigens, zooals in den loop
der eeuwen tróuw is nagekomen, volgens de bepa
lingen alleen aan de geboren katholieke Soestena-
ren uitbetaald. Denkt u maar niet dat tijdens de
bewogen potverteerdersfeesten iemand anders over
den vloer kwam!
Deze dagen van „bloemetjes-buiten-zetten" wa
ren overigens uniek. Na het proefmaal !s Zondags
in het voormalige logement „De Koophandel", waar
bij de geslachte koeien gekeurd werden, begon
*s Maandags het feest en dat duurde tot.Donder
dagmorgen. Men zag toen menigen Soesterboer dien
ochtend wankel langs de vertrouwde akkers gaan.
De laatste twintig jaar is men aan het uitdeelen
gegaan en werd het geld op verschillende manieren
besteed, al werden er nog wel eens „feestjes" gehou
den. Doch thans heeft men het verstandiger gevon
den een en ander voor het huishouden opzij te leg-
'gen. Het ging overigens ook maar om een som van.
ongeveer 4 gulden gerekend over 2 jaar, wat gezien
met feit, dat bijv. in '3-5 over 5 jaar nog f 25 'werd
uitgekeerd, wel een sterk dalende lijn te zien geeft.
Maar jade lering der potverteerders breidt zich
door nieuwe geboorten steeds uit.
Het gilde beschikt ook nog over een vaandel en
een trom, maar noch de Ouderman, noch de Eerste
Raad kon ons zoo gauw vertellen waar deze attribu
ten eigenlijk waren.ze staan ergens in een ver
geten hoekje onder het stof. De dagen dat zij ge
bruikt werden om het feest aan te kondigen, waarop
de heele Soester bevolking reeds bij voorbaat het
gildeliedje „Eh Èabbeloontje. vol van verstande, eer
dat de zon voor de maan ondergingbegon te
neuriën zijn lang geleden. Maar de „ouden" we
ten nog wel dat toen vroolijke boerendansen om den
gildeboom uitgevoerd werden.... deze boom stond
eertijds aan den Grooten Melleweg dicht bij het land
van den' ongelukkigen baron dat 4 H.A. groot is en
in de Middelwijk- en Lange Endpolder ligt. Deze
historierijke boom viel den ..modernen" tijd ten offer
toen namelijk in '98 het" locaalspoortje Utrecht-
Baarn aangelegd \verd, De trein kon er moeilijk om
heen rijden en dus werd de bijl'in den stam gezet.
Maar Soest haastte zich een nieuwen gildeboom te
planten die nog heden ten dage op den hoek van de
F. C. Kuyperstraat en Lange Brinkweg staat.
Ach ja, de oude Soestenaren zuchten nog wel eens,
wanneer zij aan het grootsche vierjaarlijksche feest
denken. Zé waren daar fel op. Eertijds ging men
vooraf ook trouw ter kerke, omdat de katholieke
Baron wilde dat voor zijn zoon regelmatig gebeden
zou worden, maar zooals een oude Soester boer van
het gilde orts zei, was dat in de laatste jaren „wat
in de slof gferaakt."
Maar men mompelt nog wel eens over de muziek
uit Utrecht, „Jantje de Speelman" en de bewogen
feesten, waaraan een paar honderd boeren met hun
vrouwen deelnamen.
Elke 6 jaar werden de landerijen van Baron van
Gaasbeek, eertijds bewoner van het trotsche
„Bleyendaal" waar thans ook geen steen meer van
te vinden is, publiek verhuurd door een notaris.
Ieder jaar wordt de opbrengst van de oogst door het
Gildebestuur op de Boerenleenbank gedeponeerd.
Voorloopig gelat het parool van „zumig potbehee-
maar men hoopt dat de dagen van „Eh Bab
beloontje" weerom zullen komen.
(Nadruk verboden.)
Verzen maken
in Haarlem en omgeving.
De heilige woning van Themis.
Het gedeelte van het Haarlemsche Raadhuis, waar
voor we vandaag Uw aandacht vragen is niet het
oudste van dit merkwaardige gebouw, dat immers
diverse bouwstijlen vertoont. Het itj het hoofd- of
middenpand, dal zooals ieder kan zien, veel later
gebouwd werd dan het Noordglijk aangrenzend cen
trale gedeelte, dat van het midden der dertiende
eeuw dateert. De vleugel aan de Zijlstraat is nog
daarna gebouwd.
Tol: dit middenpand geeft het tamelijk zwaar aan
gelegde bordes toegang; het wordt tegenwoordig
hoofdzakelijk gebruikt, voor bruidsstoeten. Imposant is
deze toegang wel, al is het te betreuren, dat de vroe
gere ornamentatie, bestaande uil een viertal zittende
leeuwen "als wapendragers van de Grafelijkheid-Hol
land. Brederode en Haarlem verwijderd is.
Het bordes leidt van de groote deur van het
Raadhuis, die weinig vermeldenswaardigs vertoont dan
dat het een deur van ouderwetsche makelij is. zeker
een paar eeuwen oud en tegen nog wel enkele eeuwen
bestand. Maar daarboven staat een opschrift, dat ge
hier afgebeeld^ ziet en dat als volgt luidt:
S.P.Q.H.
Hanc sacram themidis
Donum senatus sedem
Ne temerato civis unquam.
hetgeen beteekent:
„Dus moge geen enkele burger ooit geweld plegen
aan deze heilige woning van Themis, aan dezen zetel
van dén raad".
De bedoeling is duidelijk: Het opschrift stelt de
waardigheid in het licht van dit gebouw, waar een
maal recht werd gesproken en waar de vroedschap
zijn wijze beraadslagingen hield. Het S.P.Q.H., dat
men, met wijziging van de laatste letter ook elders
meermalen aantreft wil eenvoudig zeggen, dat hier
ter plaatse de senaat, het burgerlijk gezag van Haar
lem, gevestigd was.
Het jaartal 1630 herinnert aan den bouw van het
bordes, die in genoemd jaar plaats had.
Gelukkig is de waarschuwing, vervat in het op
schrift, niet vergeefs gegeven, want dat een lid der
J. ST.
(Foto de Haas),
burgerij ooit deze „heilige woning van Themis", de
godin der Rechtvaardigheid, heeft geschonden anders
dan dat hij zonder permissie van den hoofdbode de
vele bezienswaardigheden van de oude grafelijke hal
kwam bekijken, is ons niet bekend Al gebiedt een
eerlijke voorlichting de vermelding, dat een jaar of
twintig geleden, toen de deur eens onder handen
werd genomen, zij sporen van schroot vertoonde, doch
of'dit een droeve herinnering was aan gewelddadig
heden kón toen niet worden uitgemaakt. Laa.t ons er
dus het beste van hopen en voorloopig zonder meer
aannemen, dat dc Haarlemsche geslachten nimmer t«
kort. zijn geschoten in deferentie jegens den senaata-
zetel van deze goede stad!