ABDIJSIROOP Litteraire Kantteekeningen LANGS DE STRAAT. Emil von Behring TOBIAS HAARL. DAGBLAD, Zaterdag 14 Febr. 1942 Ontvangst door den Beauftragter van den Rijkscommissaris in N.-Holland Vrijdagmiddag had.in de tuinzaal van de Gem. Con certzaal te Haarlem een ontvangst plaats door den on langs in functie getreden Beauftragter van den Rijks commissaris voor de provincie Noord-Holland Gau- lnspekteur W. Unger, van verschillende vooraanstaan de figuren uit de provincie met hun dames. De tuinzaal' was door een schat van bloemen en planten opgefleurd. Palmen cyclames en tulpen vorm den een fraai geheel. Op het podium was in een smaak volle bloemenversiering een borstbeeld van Hitier aangebracht. Onder de gasten werden opgemerkt di verse officieren, behoorende tot de Duitsche weer macht in Noord-Holland, de Kreisleiter der N.S.D.A.P., Pg. Vogeler, te Amsterdam, met zijn staf, de Orts- gruppenleiters der N.S.D.A.P. uit diverse plaatsen in Noord-Holland, de Duitsche president der NecL, Duit sche Kuituurgemeenschap Prof. Dr. Wehofsich,'leiders van den Duitschen Arbeidsdienst. Duitsche Scholen, Duitsche Spoorwegen, Politie en Posterijen. Onder de Nederlandsche gasten bevonden zich de Commissaris der Provincie Mr. A. J. Backer, Bestuursraden en Hoofden van Provinciale Bedrijven, de burgemeester van Haarlem, S. Plekker en de wethouders Dr. Götte en M. van Driel, de Boerenleider Saai, de Nederland sche president van de Ned.-Duitsche Kultuurgemeen- schajj, de heer H. C. van Maasdijk, talrijke N.S.B.- functionarissen en leiders van W.A., S.S., en Jeugd storm, burgemeesters van Noord-Hollandsche ge meenten, leidende figuren van Arbeidsbureaux, Ned. Arbeidsdienst, Nederlandsche politie en groote in- dustrieele bedrijven. De heer Unger hield bij het begin van den middag een korte rede, waarin hij zeide, tot dit kameraad schappelijk samenzijn Duitsche en Nederlandsche gasten te hebben uitgenoodigd tot eenige oogenblik- ken van-verpoozing en om zoowel een terugblik te werpen in het gemeenschappelijk verleden als een blik vooruit in de toekomst van de Germaansche volken. Hij legde er den nadruk op, dat wij, willens of on willens, rekening te houden hebben met den tijd waarin wij leven en dat thans van ieder mag worden gevraagd, of hij voor of tegen den nieuwen tijd is. Op den duur zal niemand zich daaraan kunnen onttrek ken, want het gaat niet om den enkeling, ook niet om het zijn of niet zijn van een of ander volk, maar om de waarden van een duizenden jaren oude kuituur. Strijd zal er worden gevoerd om het behoud van eigen aard en eigen ras en daardoor om het bestaan van al wat Noord-Germaanseh is. De kleine dingen verzinken bij deze machtige doelstelling in het niet en de ge stelde opgave eischt den strijdvaardigen inzet van allen. Heeft het Duitsche volk het voorrecht gehad, dat de Voorzienigheid het een begenadigd Leider schonk, die de ziel van het Duitsche volk gegrepen heeft, het Nederlandsche volk is tot dusver, althans uiterlijk, nog niet aangeraakt door de idee eener gemeenschap pelijke beleving. Spr. verklaarde zich evenwel over tuigd, dat eenmaal ook voor Nederland deze dag zal aanbreken. Na deze rede werd het woord gevoerd door den heer H. C. van Maasdijk, president der Nederlandsch- Duitsche Kuituurgemeenschap, over de kultureele verhoudingen tusschen Nederland en Duitschland In het verleden en in het heden. Spreker schetste de taak van de Nederlandsch-Duitsche Kultuurgemeen- schap, die zich ten doel stelt, op het gebied der kui tuur in ons land begrip te wekken voor het gebeuren in Duitschland en in Duitschland te toonen wat er op het gebied der kuituur in Nederland leeft Spreker gaf eerst een beschouwing over het begrip „Kuituur gemeenschap", waarvan de zin veelal nog niet wordt begrepen. Hij belichtte, hoe een gemeenschap tusschen de Nederlandsche en Duitsche kuituur altoos heeft bestaan, omdat het Nederlandsche en het Duitsche volk loten zijn op een gemeenschappelijke wortel vroeger tijden was de gemeenschap tusschen den Ne- derlandschen en Duitschen mensch geen probleem, maar iets vanzelfsprekends. Men Kende toen niet den angstigen strijd om het behoud van eigen waarden. Spreker schilderde, hoe door de eeuwen heen Neder landsche en Duitsche kunstenaars en geleerden elkaar wederkeering geïnspireerd hebben en op alle gebie den van het kultureele leven aanvulden. Spreker sprak van de vroege middeleeuwen, den tijd van den Ro- maanschen stijl en van den invloed van de kerkelijke architectuur in Duitschland op Nederlandsche kerk gebouwen uit dien tijd, over bouwmeesters en beeld houwers uit de 15e eeuw in Duitschland, die veelal van Nederlandscher. oorsprong waren. over. den in vloed van de Nederlandse?^ architectuur van de 17e eeuw op den stedenbouw-'1 tn heel het Germaansche Noorden en gaf tallooze-10 hrbeelden uit de schilder kunst, uit de wereld de^ Süilosophie en wetenschap pen, om, de vruchtbare tVTssel werking tusschen Ne derlanders en Duitschers te belichten. Daarna sprak spreker over de scheuring tusschen de twee volkeren, waarvan het politieke testament van Karei V het eer ste document was, over de vervreemding van ons volk van het Duitsche na 1648 en tenslotte over de ont wikkeling in de achter ons liggendet^cennia. De heer van Maasdijk toonde aan, hoe in'dei jaren na den wereldoorlog vooral het NederlaMelehe zakenleven zich steeds meer naar het Westen wertte en hoe, toen de machtige staten van het WestélP fingeland en de Vereenigde Staten, den 'weg van verzoening met Duitschland niet vonden, het lot van Nederland ook werd beslist. Thans komt het er op aan de wonden, die in het bewustzijn van ons volk na den lOden Mei 1940 zijn geslagen, te heelen. De Nederlandsch-Duit sche Kultuurgpmeenschap heeft op dit gebied een grootsche taak. Na de pauze, waarin van de gelegenheid tot voort gezette kennismaking druk gebruik werd gemaakt. ,had een uitvoering plaats door-het. bekende Zepparoni- quartet, dat op voortreffelijke wijze het Streichquar- tett op. 20 Nr. 4 (D-dur) van Haydn. het Strljkconcert van Mozart K.V. 499 (D-dur) van Mozart en op. 125 Nr. 2 (E-dur) van Schubert uitvoerde De sublieme vertol king werd met de grootste aandacht aangehoord, doch aan het einde nanThet applaus het karakter van een ovatie aan. Nadat de voorzitter van de plaatselijke afdeeling der Ned.-Duitsche Kuituurgemeenschap, de heer Mr. F. W. A. de Koek van Leeuwen, belangstelling had gevraagd voor het-streven dezer vereeniging en na mens de aanwezigen een woord van dank tot den Beauftragter had gesproken werd na een slotwoord van den heer Ung^r de zeer geslaagde bijeenkomst gesloten. KWALITEIT munt uit door SMAKELIJKHEID, BONERA-GOUDA HAARLEM LORENTZPLEIN 19 TELEF. 12514- VERZEKERING OP ELK GEBIED ~Qi/GPIEPen INFLUENZA zal Abdijsiroop dadelijk die nare hoest temperen en snel doen verdwjjneïf. De slym komt los. Borst en keel worden verzacht. Vanouds beproefd b\j hoest, griep, bronchitis, asthma. AKKER'S De dag der Duitsche politie Naar wij vernemen, zullen de handbal- en de voetbal wedstrijd. welke~Zondag a.s. ter gelegenheid van den dag der Duilsche Politie op het sportterrein Houtrust In Den Haag zouden worden gespeeld, niet doorgaan. KEURING VOOR DEN N. A. D. De Burgemeester van Haarlem deelt mede. dat in deze gemeentö in het gebouw „De Doelen". Gasthuis straat no. 32, op 24, 25 Februari. 10. 11, 24, 25 Maart. 9, 10, 23, 24 April, 7 en 8 Mei 1942 telkens van 9 tot 16 uur en op 10 Maart, 9 April en 7' Mei 1942 boven dien van 18 tot 21 uur een keuring zal plaats hebben van gegadigden voor vrijwilliger bij den Nederland- schen Arbeidsdienst. Degenen, die zich vrijwillig bij den N.A.D hebben aangemeld, ontvangen een oproeping ter verschijning voor den Keuringsraad. Ook de gegadigden, die zich nog niet hebben aangemeld en zich alsnog voor vrij williger wenschen op te geven, kunnen zich tot den Keuringsraad wenden, waarbij tegelijkereijd een ge neeskundig onderzoek kan geschieden Zij. die buiten de gemeente woonachtig zijn kunnen hun reiskosten berekend naar de laagste tariefklasse, vergoed krij gen. Het is gewenscht een broodmaaltijd mee te ne men. De opkomst van degenen, die gedurende voren- vermeld tijdvak worden gekeurd en geèchikt zijn be vonden. geschiedt tegen 1 Juni 1942. Voor opneming als vrijwilliger komt in aanmerking, hij die: a. Nederlander is: b niet jonger dan 17 en niet ouder dan 23 jaar Is: c. ongehuwd is; d voor zooyer minderjarig zijnde, in het bezit is van een bewijs van toestemming van een zijner ouders, iijn voogd of verzorger. Frans Hals: Onder het asfalt van een wereldstad Deze film, die eenige jaren geleden hier een groot -jeees was, zal ook in den smaak van het tegenwoordige publiek nog wel bevredigen. Gustav Fröhlich, de held van vele meisjesdroomen, heeft als conducteur van de' Ondergrondsche twee maal het geluk het leven van een jong meisje, (beide keeren hetzelfde) te mogen redden van den dood door overrijden. Men zal zich de inhoud van de film herinneren als ik vertel, dat het bewuste meisje (Heli Finkenzeller) de zuster is van een inbreker (Paul Hoffmann), Deze liefhebbende broeder maakt het zijn zuster, na hét ontslag uit de gevangenis weer lastig, rooft geld uit de portefeuille van haar verloofde Hans (Frölieh) en pleegt chantage. Aan alle kanten dreigt ellende en verdriet voor het jong verloofde paar en de ouders van Hans. Het eind van het drama speelt zich in de ondergrondsche af, maar dan komt het gelukkige slot. dat zich makkelijk raden laat. De film geeft genoeg spanning om. al heeft haar al eens gezien, toch weer te gaan zien, vooral ook omdat er zoo uitstekend gespeeld wordt door de geheele cast. M. MEYERINK—LEEMAN. MoviacVliegende treinen De film „Vliegende treinen" geeft een interessant beeld op den arbeid in een Duitsche fabriek waar gestroomlijnde Dieseltreinen vervaardigd worden. Een zuiver technische film dus. Deze treinen onder houden een zeer vlotte verbinding tusschen de groote Duitsche steden en Berlijn. Zeer spannend en vol actie is de film „Parforce- jacht achter de meute" uitgeschreven door de militai re rijschool te Hannover, en waarbij van ros en rui ter, vooral ook door de terreinmoeilijkheden zeer veel wordt gevergd. „Ditjes en Datjes van overal" bevat tal van wetens waardigheden uit binnen- en buitenland: o.m. bijzon derheden van de Kaagweek, draverijen op Duindigt. fraaie opnemingen van het vogeleiland Texel. Neder land oogst, ski-sport in Zwitserland. De cameraman, is er zeer goed In geslaagd dit alles op het witte doek vast te leggen. Hei Ufa-journaal omvat o.m. de benoeming in Noorwegen van Vidkun Quisling tot minister-presi dent, de aanleg van een spoorweg dwars door d<?* Sa hara, fragmenten uit de soldatenloopbaan van gene raal von Reichenau. het opereeeren van Duitsche duikbooten aan de Amerikaansche kust en nieuws van het Afrikaansche front. Het binnenlandsche nieuws geeft een beeld van de tentoonstelling van Jan Sluyters in het Gemeente museum in Den Haag en van de schaatswedstrijden te Zutfen om het kampioenschap van Nederland. J. E. ANDREAS. Luxor: Jaren gingen voorhij De regisseur Wolfgang Liebeneiner is er zeer goed in geslaagd van een eenvoudig gegeven een boeiend filmwerk te maken met voortreffelijk spel van de hoofdpersonen, het echtpaar Uhlig, vertolkt door Joachim Gottschalk en Brigitte Horney. De jeugdige Johan Uhlig bezit aanvankelijk maar één weefstoel maar langzamerhand Weet hij zich op te werken en mede door de financieele hulp van eenige groot-industrieelen slaagt hij erin een groote fabriek te bouwen met stoommachines, waar kousen worden gemaakt. Zijn vrouw. Anna« Uhlig strijdt haar heele leven ertegen dat haar man te hard werkt en zoo in zijn werk opgaat, dat vrouw en zoon pas in de tweede plaats komen. Prachtig wordt die strijd door Brigitte Horney weergegeven en Joachim Gottschalk geeft als haar partner uitmuntend tegenspel te zien. Zelfs als het het echtpaar financieel beter gaat is hun geluk nog niet volmaakt. De oorlog van 1914 breekt uit en hun zoon moet naar het front, maar keert behouden weer terug. De vader heeft de fabriek voor zijn zoon in stand gehouden en sterft. Een film die een boeiend levensbeeld geeft met sterk spel der hoofdpersonen en knappe regie. J. E. ANDREAS. Rembrandt; Polonaise Twee welbekende humoristen van het witte doek, Paul Hörbiger en Hans Moser, vinden wij tegenover elkaar gesteld in deze film die ons verplaatst naar het Weenen van een dertig, veertig jaar geleden. Beiden onderwijzen de kunst van Terpsichore, de een volgens het strikt klassieke recept, de ander (Hörbi ger) met de noodige concessies aan den nieuwen tijd, welke o.a. den „cake-walk" introduceert. De concur rentie is fel en de verstandhouding tusschen de col lega's laat zoowat alles te wenschen over, vooral daar er tusschen hen nog een oude liefdeskwestie hangende is. Toch zien we het wonder geschieden dat beiden plotseling besluiten den strijdbijl te begraven. Dit ge beurt onder de heilzame uitwerking van eenige glazen „Heurigen", maar helaas ls de strijd even later weer opgelaaid als Roublé (Hörbiger) zijn concurrent er voor aansprakelijk stelt dat de naam van zijn dochter lichtelijk in opspraak raakt. Zoo kibbelen de drukke Moser en de zwierige Hörbiger door tot groot vermaak van den toeschouwer die tal Van grappige situaties voorgezet krijgt. Hoe het komt dat de beide rivalen elkander tenslotte toch nog en nu voor goed de hand ter verzoening reiken, dat is iets waarover wij, terwille van de diverse verrassingen in den loop der gebeurtenissen, het stilzwijgen willen bewaren. Men ga daarom deze „Polonaise" met eigen oogen aan schouwen en genieten! H. VOSKUIL. HET LEVEN IS NIET ZOO KWAAD. In het Palace draait deze week de bekende film van Lou Bandy „Het leven is niet zoo kwaad" Deze rol prent is genoeg bekend, zoodat een bespreking over bodig is. Ieder, die van vlot amusement houdt weet dus waar hij terecht kan. DIVERSE. Geslaagd voor boekhouden mej. P. C. M. Ent hoven, Haarlemmermeer; voor het ex, Ned. Stichting v. Bedrijfsleiding de heer J. J. W. v. Delft, Haar lem. Net Houwink. Herfst in Juni. Leiden.' Sythoff U. M. Wat er in dit zeer goed geschreven en mooi door dachte b«ek verteld wordt, speelt zich af binnen twee dagen, doch bevat van verschillende interessan te persoonlijkheden den levensroman als we het zoo noemen willen in retrospectieven, in teruL blikkenden zin. Dat mag dan misschien als procédé niet geheel nieuw 2ijn en aan een filmisch inter mezzo doen denken, de tyijze waarop de schrijf ster haar stof geconstrueerd en uitgewerkt heeft, is buitengewoon boeiend en tevens scherp van kavak- tertypcering. Net Houwink's hier geschapen we reldje is klaarblijkelijk uit een indringende overwe ging van mogelijkheden, die zich daarin kunnen voordoen, ontstaan. In een onzer universiteitssteden doet, in de maand Juni, een jong verloofd paar, op eenzelfden middag het doctoraal examen in de rechten. De jonge man heeft eenige weken te voren, het eerste gedeelte schitterend afgelegd en zoowel de professoren als zijn vrienden verwachten een promotie met lof. Maar hoewel hij geen directe blunders maakt, is thans zijn houding en zijn zijn antwoorden ver beneden die verwachting en komen den hooggeleerden exami natoren te eenenmale onbegrijpelijk voor. Hij schijnt afwezig met zijn gedachten en de spirit die men van hem kent, schijnt gebannen. Zijn meisje wacht op de gang; na hem zal het haar beurt zijn, maar ook is zij de eenige die weet welke foltering haar jongen daarbinnen doorstaat: zijn moeder ligt, ver van de academiestad, op ster ven en heeft zelf hem er toe aangezet ziin examen te doen en geen uitstel te vragen. Een der professoren die een oogenblik het exa menlokaal verlaat, komt het van haar te weten en dan is de sfeer geschapen waarin het examen wordt voortgezet en beëindigd. Jaap Verkouteren slaagt, maar het cum laude blijft uit en als ook Thea haar doctoralen bul naar behooren verworven heeft zij had geen buitengewone verwachtingen opgewekt en gold als goede middenstof gaan zij beiden, na haastig afscheid van de vrienden, naar den trein en naar Jaaps dorp. Geen vroolijkheid, geen promotiefuif, doch een stil meeleven hunner studiemakkers, sluit dezen Junidag af. Onder de professoren heeft dit examen onder zeer bijzondere omstandigheden diepen indruk ge maakt; hoewel ieder van hen er- weer anders op reageert, komt ieder van hen er toe het eigen af gelegde levenspad in stilte te overzien herfst in Juni en tot de meest uiteenloopende conclusies te komen, al naar hun aard en eerzucht dat logisch aanvaardbaar maakt. Tragisch wordt een figuur als Amershoff triest een professor Treekers, amusant de eerzuchtige Klinknagelmaar ook de andere hooggeleerden zijn als volkomen mogelijke gevallen, en zonder neiging voor eenigerlei charge, geteekend. De zin van dit boek is ernstig: midden in den levens- zomer kan ergens de dood er aan komen herin neren dat aan ieder leven een grens gesteld is Dan komen plotseling velen er toe al staan zij met dat sterven niet eens in onmiddellijk ver band, de eigen balans op te maken. Daar hoor: vaak moed toe en zelfs een hooggeleerde ontkomt er niet aan. In die omgeving de balansquaestie gesteld te hebben en dat gegeven op zuiver lit teraire wijze, te hebben behandeld, is zeer ver dienstelijk en' „Herfst in Juni" kan men veilig tot de beste Hollandsche boeken der laatste» maanden rekenen Anna Blaman. Kouw en vriend. Amsterdam J. M. Meulenhoff. Men zal zich van Anna Blaman wellicht op merkelijk proza uit Criterium herinneren. Als eerste roman is „Vrouw en Vriend" zeker niet minder de aandacht waard. Door het verhaal loopt een draad van nuchtere gevoeligheid, waardoor zeer alledaagsche situaties een Zondagsch tintje verkrijgen. Wat er met den jongen provinciaal George Blan- ka, die nog niet zoo lang in het groote stadsleven is opgenomen, passeert, zijn verliefdheid op de nonchalante Sara Obreen, ziin vriendschap voor Jonas Klinke, die op ziin beurt een korte poos van fijngestemde gezindheid voor de verpleegster Marie doorleeft, het. ziin allemaal per slot alledaagsche belevenissen van menschen zooals er twaalf in een dozijn gaan. Maar het is een gevolg van Anna Blaman's schrijf- en vertelkunst dat al wat zij laat gebeuren heel kalm uit de nuchterheid naar een hooger planwordt gebracht en dan niet nalaat den lezer te interesseeren. Daardoor word:, bij voorbeeld, de zieligheid van dien Jonas Klinke sympathiek en zijn verlatenheid ontroert, terwijl Sara's afscheid van George, met haar „Bel nog maar eens op" ons even doet grijnzen om.clie met een paar woorden ge teekend e situatie, die voor George evenmin perspectief heeft, en hem toch aan de lijn houdt. „Vrouw en Vriehd" zit vol mooie fragmenten wat duiding en, beschrijving betreft. Ook dit is een roman die buiten de gewone producten staat en opvalt en waarvan men kennis moet nemen. In de visie en uitdrukkingswijs is iets, nog niet direct te definieeren, wat ik voor mij zelf Rotterdamse!) zou willen noemen, nuchter gevoelig en scheri toch, ook niet afwijzend soms tegen grofheid Stroman, Toonder en nog wel anderen maken soms eenzelfden indruk. Pnotig werk in ieder ge val waarnaast „Vrouw en Vriend" niet afvalt. Anke Servaes. Ihternaat Anke Servaes Kindertoevlucht. Beide Hollandia Drukkerij, Baarn Anke Servaes is in de Hollandsche litteratuur een specialiste. Zij kent door en door het leven in inrichtingen, voor verwaarloosde jeugd in alle graden en- leeftijden en vertelt ervan in een kalm HOOGMOED KOMT VOOT DEN VAL. Een meneer liep heel oorzichtig langs de straat t Was in een buitenwijk en dus was het er glad zéér glad. Glad is eigenlijk het woord niet, want de weg was wel met eerst half ontdooide en daarna weer bevroren sneeuw bedekt, maar die laag was vol keiharden bulten, zoodat het wegdek eigenlijk r.iet „glad", althans niet effen te noemen was. Die harde bulten waren gemeene, verraderlijke dingen. Menigeen was er al op uitgegleden of had er zelfs al een buiteling door gemaakt. Gezegde meneer liep dus héél voorzichtig. Ernstig hield hij voortdurend den blik op den weg gevestigd en voetje voor voetje kwam hij, leunend op een stevigen stok, vooruit. Van den tegenovergestelden kant naderde iemand, die er een heel andere manier van loopen over gladde wegen op nahield. Hij liep vlug en los, een stok had hij niet noodig. Sierlijk en gemakkelijk hipte hij over de harde bulten heen. Het was of hij over een gewonen weg liep.' waarop geen gladde bulten en verraderlijke en niet minder gladde kui len te ontdekken waren. Hij kende blijkbaar den voorzichtige, want uit verte zwaaide hij hem een groet toe. Maar dr ander zag hem niet, nad alleen oog voor dien ellen dige», gevaarlijken weg. Hoe kwam hij er nog' De vlugge stak nu den rijweg over naar zijn vriend en riep: „Bonjour!" De ander bleef stilstaan, plantte zijn stok stevig op den grond, hief het hoofd op en zei: „O, ben jij het? Ook goeienmorgen! Beroerde wegen, hè?" „Nou", zei de vlugge, „jij loopt er tenminste be roerd op! Maar ik zal je zeggen, hoe dat komt. Dat komt, omdat je bang bent om te vallen. En dan val je juist! Geloof me. je moet voor wegen als deze een soort „gevoel" hebben. Je moet doen, of er geen bulten of kuilen zijn. Ik doe gewoon, of ik 2e niet zie! Je moet er als 't ware overhéén wippen. Je moet ze negeeren! Maar als je ieder oogenblik denkt: „Daar ga ik!", noü, dan ga je ook op een zeker oogenblik. Zelfvertrouwen, dat is alles op zoo'n weg. Als je jou zoo ziet loopen, dan.... neem me met kwalijk, maar ik moet er om lachen! Ha, ha, ha' Zooals iij daar angstig voorthobbelt, met een gezicht, alsof zoo dadelijk je laatste uurtje geslagen zal zijn Ha. ha, ha! Ha, ha. ha! Nou. ik ga weer verder. Bonjour, en succes op je weg,, hoor! Moet je nog vér? Ik hoop het niet voor ie! Ha, ha! Nou, tot En daar mat in eens de vlugge den weg met zijn 'olie lengte! Zoo'n harde bult had Tvraak genomen en hem doen uitglijden. Zijn hoed lag naast hem. lachte hij niet meer. J c E Toen 1 vloeiend proza zonder artistieke pretentie en slechts doelbewust streven^ belangstelling te wek ken voor de pupillen dier inrichtingen. Wie zich voor socialen arbeid interesseert zal Arike's boeken niet ongelezen laten. Dat ze in ruimen kring ge waardeerd worden bewijzen de herdrukken die van vroegere werken verschenen. Als litteratuur staan ze misschien boven dc propagandageschriften die van wege ethische genootschappen verspreid plegen te worden, doch verschillen er in wezen niet veel van Letterkundige kunst stelt andere eischen en het doet aan de innerlijke waarde van boeken als Internaat niets af dat ze daaraan niet beantwoor den. Dat ze zelfs als beelding zwak en eenzijdig zijn verhindert niet dat ze van maatschappelijk be lang kunnen wezen. Maar dat is iets anders dan ontroering, bewogenheid produceeren wat het wezen, van een kunstwerk, ook in de litteratuur ,is. En die zijn, by de beste bedoelingen, niet te voor schijn te tooveren, wanneer de auteur slechts wel ter penne, doch geen artist is. J. H. DE BOIS. 488e STAATSLOTERIJ VIJFDE KLASSE ZEVENTIENDE LIJ8T Trekking van 13 Februari. ƒ1000 met premie van ƒ30.000 No. 10597 Premie van 3000 No. 19218. 400 No. 6251. prijzen van ƒ70. 2520 3073 3312 3513 6036 6346 7966 8214 8353 8543 10036 12312 12457 12461 13229 14208 14534 14696 15195 15317 17574 18686 19132 20247 20837 21917 NIETEN 1032 1166 1707 1877 2187 2613 2614 2715 3138 3592 3814 4034 4364 4425 4842 4864 5413 5878 6450 6586 7097 7111 7728 8016 8205 8407 8429 8472 8560 8691 8697 9316 9441 9796 10186 10832 10915 10954 10987 11011 12168 12391 12683 13349 13405 13791 13820 13870 14124 14172 14615 14642 15035 15130 15441 15669 15783 16429 16443 16761 17053 17081 17S09 18132 18387.19143 19429 19791 20120 20135 20255 2070Jr 21132 21492 21568 De zorg voor de cultuur Goethe heeft eens gemeend tot hen. die zich met de kunst bezig hielden, de vermaning te moeten richten niet tc praten, maar te scheppen. Met deze woorden gaf hij aan. dat niet het praten, niet de discussie be slist wie kunstenaar is, doch alleen de scheppende daad. Deze waarheid, door hem onder woorden ge bracht, heeft zoolang de wereld bestaat reeds haar geldigheid gehad. Soms mag zich eene met veelheid van woorden den kunstenaarsmantel om de schouders hebber, geplooid, in den tijd is hij hem immer weer ontgleden, want woorden kunnen den druk van den tijd niet weerstaan, waar kunstwerken door de eeuwen heen worden gedragen, omdat, ja omdat zij afgestemd zijn op wat in den mensch, edel en mooi is. Goethe's aansporende vermaning heeft natuurlijk alleen hen gegolden, die arbeid en plicht vergaten door onvruchtbaar gesnap, want ongetwijfeld zal hem ook we! Lessing's opvatting bekend zijn geweest. dat de denkende kunstenaar eens zooveel waard is. En nu zou geconcludeerd kunnen worden, dat het denken niet door veel spreken gestimuleerd wordt, een ge sprek te rechter tijd kan gansch nieuwe denkwerel den doen opengaan. N\et het vele spreken is derhalve beslissend, maar het spreken wanneer de tijd voor spreken daar is. In dézen tijd van overstelpende gebeurtenissen stelt een enkele zich wel eens dc vraag of het zin heeft d® cultuur te rangschikken onder de onderwerpen, waar over in de tegenwoordige periode van schokkende veranderingen kan worden gesproken. Woensdag is door den Rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied op deze vraag bij de installatie van den Nederlandschen Kultuurraad geantwoord. Hij zeide, dat door den oorlog de cultuur niet zwak is ge worden, maar juist sterk, daarbij als verklaring ge vende, dat jyist door de gebeurtenissen van dc laat ste tien jaar in Duitschland „de kuituur in al hare uitingen en vormen, in plaats van zich los te maken uit het gemeenschappelijk lot, weer daarin betrokken werd en dat de kultuurscheppende en kultuurdragendo mensch van zijn eenzaamheid werd bevrijd cn weer aan de gemeenschap van zij" volk werd gebonden." In directe aansluiting hierop liet de Rijkscommissaris volgen: „Het belangrijkste principe van onze kuituur opvatting is, dat elke echte kuituurprestatie slechts uit den grond en uit het leven van het volk kan voort komen en dat zij daarom ook ann dit volk weer ver plichtingen heeft, dat dus de kuituur haar oorsprong evenals haar taak altijd vindt in den dienst aan het leven van het volk. Evenmin als de kuituur als ge heel uit dezen samenhang kan worden losgemaakt zon der ziek te worden, evenmin kan zich de scheppende enkeling, die kultureele prestaties volbrengt, aan de banden van zijn gemeenschap onttrekken. Kuituur is niet anders dan de gezamenlijke uitdrukking der scheppende krachten, die in een volk leven en door den scheppenden enkeling naar voren worden ge bracht en gebruikt om het bestaan zijn vorm te geven." Slechts één mogelijkheid wordt hier dus den kunste naar gelaten: de onmiddellijke gebondenheid aan het volk. Alleen door de gemeenschap van en, met het volk kan een kunstwerk tot stand worden gebracht, omdat als eenig criterium wordt gestold: het naar voren brengen van en vorm geven aan de scheppende krachten van het volk. Geen aller-individueclste op vattingen derhalve meer. geen theorie zus en geen theorie zoo. neen. maar één algemeene band: die met volk Bij de beoordeeling of men met kunst te maken heeft of niet. heeft men dus hierin een richtlijn. 'In eerste instantie een alles beslissende, want elk werk dat niet volksverbonden is, is niet onder kunst to rangschikken. De Rijkscommissaris heeft er bij de installatie van den Nederlandschen Kultuurraad verder ook op ge wezen, dat de omschrijving „kuituur vindt haar oor sprong en taak in den dienst aan het leven van het volk", en „kuituur is niet anders dan de gezamenlijke uitdrukking der scheppende krachten, die in een volk leven en door den scheppenden enkeling naar voren worden gebracht cn gebruikt om het bestaan zijn vorm te geven", eensdeels zeer ruim is en anderzijds niet diep genoeg gaat. Hij vestigde daarbij de aandacht op de aan een bepaald ras gebonden vormen. Met die vormen moet een volk verbonden blijven omdat over- heersching „door invloeden van vreemdsoortige, der halve rassisch vreemde levenswetten de echte, n.l. nop met haar oorsprong verbonden, kuituur ziek maakt en het geheele volksche leven aantast." Dit zijn enkele gedachten uit de Woensdag door dr Seyss-Inquart uitgesproken rede. Zij zullen voor de kunstenaars en zeer vele anderen aanleiding zijn tot nadenken, tot dat nadenken, dat hen, naar het hier boven gereleveerde woord van Lessing, moét maken tot menschen die eens zooveel waard zijn. KlNDE-CLSPELE-N Z.IJN OP DE CyjBAAN VEqBODEN! ARJ. -37. weoenver^EER; REGELING Poly®oon-Seym Grondlegger der bloedserumtherapie Toen de ontdekker van het anti-diphtheritis- serum en tevens de eigenlijke grondlegger der serum therapie, Emil von Behring, in 1917 *e Marburg 'aan de Lahn stierf, had hij" aan de Philipps universiteit aldaar 22 jaar lang als hoog leeraar in de hygiène zegenbrengend werk ver richt en in de omgeving der stad de laboratoria en fabrieken gesticht, die nu nog zijn naam dra gen. Thans, na 25 jaar, heeft de Marburgsche uni versiteit ter eere van de nagedachtenis van dezen beroemden Duitsche arts. daartoe in staat gesteld door de Behringfabrieken. een „Emil von Behring- prijs" gesticht, bestaande uit een medaille, dra gende de beeltenis van den onderzoeker, benevens een geldbedrag van 5000 mark. Dezer dagen deed de rector-magnificus, prof. dr. Th. Mayer, in een plechtige academische zitting mededeeling van deze stichting. De prijs moet om de twee jaar worden uitgereikt voor bijzondere wetenschappelijke ver diensten op medisch, veterinair en natuurweten schappelijk gebied, waarbij de voorkeur zal wor den gegeven aan verdiensten op het gebied, waar bij de voorkeur zal worden gegeven aan verdien sten op het gebied der immuniseering en bestrij ding van besmettelijke ziekten. Binnenkort zal de eerste uitreiking van den prijs plaats vinden. Dr. Emil Adolf von Behring. die in 1854 te Hans- dorf in West-Pruisen geboren werd, begon zijn we tenschappelijke loopbaan na het behaleq van den doe- tortitel als regimentsarts. In 1883 kreeg hij een aan stelling bij het regiment West-Pruisische Kurassiers te Winzig. waar hij tegelijkertijd de gewone practijk uitoefende. Hier was het dat Von Behring met de verschrikkingen der diphterie in vollen omvang ken nis maakte. De ziekte teisterde het plattelandsplaatsji in hevige mate en de arts bezat geen middelen om dé talrijke kleine patiënten te helpen, behalve dan de operatie door een snede in de luchtpijp, waardoor hij een aantal kinderen van den verstikkingsdood wist te redden Het ligt voor de hand dat de ervaringen, hier opgedaan, van beslissenden invloed waren op Von Behring's verdere loopbaan. De bestrijding der diph terie werd immers het voornaamste levensdoel van dezen man, die terecht door zijn biograaf dr. Heil- Botsing.. DE „KLIEK" REVUE 1942. Evenals vorige jaren brengt de revue-vereeniging „De Kliek", ook dit jaar weer een nieuwe revue ten tooneele. getiteld „Loop naar maan" op Maandag 16 en Dinsdag 17 Februari In. den Stadsschouw burg. Het programma biedt groote variatie aan iang, muziek, balletten, schetsen en show. ..PENSION RUSTIG" Mevrouw Charlotte KÖhler zal op Woensdag 18 Februari, aanvang half acht. in den Stadsschouwburg te Haarlem nog één enkele voor stelling geven van „Pension Rustig" TWENTS CHE BANK. Het voorgesteld dividend voor de Twentsche Bank is 5V& procent. Centrale Verivarjming AUTOM. OLIE- KOLENSTOOKINR. N.V. Mij. „HOLSTER" overveen Adr. Stooplaan 35. Telefoon Haarlem 15597 SANITAIRE INSTALLATIES muth Unger den „redder der kinderen" wordt ge noemd. Von Behring was na deze periode op andere plaatsen in Duitschland werkzaam, o.a. to Bonn, waar hij als „Stabarzt" verbonden werd aan het Phar- macologische Instituut van prof. Blnz. Te Bonn zag zijn eerste publicatie het licht, nl. een geschrift waar in hij aantoonde dat ratten immuun tegen miltvuur zijn. In 1889 trok Von Behring naar Berlijn om als as sistent van den beroemden bacterioloog dr. Robert Koch zijn intrede te doen in het Instituut voor Hy giëne. De groote onderzoeker stelde Von Behring volop in de gelegenheid zijn gaven te ontplooien en deze wierp zich met enorme energie op de bestrijding van de diphterie. Talloos waren de experimenten die Von Behring beproefde, hij gunde zich geen rust voor hij, zooals Hellmuth Unger uit Behrlngs boek over de bloedserumtherapie aanhaalt, met gerechtvaardigde trots kon verklaren (1892): „Voor een reeks ziekten van den mensch. waarbij de totnutoe aangewende medicamenten faalden, heb ik een nieuwe geneeswijze gevonden, waarvan de we tenschappelijke grondslag door niemand meer wordt bestreden. De nieuwe geneeswijze bestaat hierin dat men het te behandelen individu anti-lichamen toe dient. welke in staat zijn de verwekkers der ziekte te vernietigen en niet alleen op die plaatsen van het lichaam, die aan de oppervlakte gelegen zijn en op deze wijze voor een directe behandeling toegankelijk zijn, maar overal in het inwendige van het levende lichaam, in het bloed en in de organen. Het winnen van anti-lichamen geschiedt door eerst het individu te beschermen tegen de ziekte die men behandelen wil en hem daarna bloed te ontnemen. In dit bloed cn uit het daarvan verkregen serum be vinden zich stoffen, die een dusdanige geneeskrach tige werking bezitten als in de geschiedenis der me dicijnen tot nu toe niet bekend was; ja, tot voor kor ten tijd werd de mogelijkheid, dat eenmaal zulke ge neesmiddelen ontdekt zouden worden, door clinici van dezen tijd ontkend. Speciaal het celvrije bloed, de heldere sereuse vloei stof. die zich na de bloedstolling afscheidt. Is het uit gangspunt voor de proeven met het nieuwe genees middel geworden en daarom noem ik mijn methode: de bloedserum therapie". - Von Behring was er aldus in geslaagd tegen een der vreeselijkste ziekten der menschheid een succesvol bestrijdingsmiddel te vinden. De nieuwe geneeswijze gold trouwens ook voor andere ziekten. De tweede groote daad van den Duitschen onder zoeker werd volbracht toen het hem gelukt was die ren een dusdanige behandeling te doen ondergaan dat zij immuun werden tegen tetanus, die ziekte dlo tot verstarring der lichaamsspieren leidt en die vooral in den vorigen oorlog gewoed heeft. Von Behring ontdekte dat men in het bloed der dieren een tegengif kon vormen dat het tetanustoxine onschadelijk maak te. Het resultaat van deze geniale proeven was do bereiding van het tetanusserum. Von Behring's latere onderzoekingen betreffen o.a. een prophylactische in enting tegen tuberculose bij het rund. die hij ter eere van Jenner „jenneriseering" noemde. Von Behring. die in 1893 den professorstitel kreeg en in 1894 hoogleeraar In de hygiëne werd, kon zijn levenswerk te Marburg voltooien, waar hij in 1895 tot directeur van het bekende Instituut aldaar werd benoemd. De later in deze stad gevestigde Behring- werke. de wereldvermaarde inrichtingen voor serum- bereiding, hebben de menschheid onschatbare diensten bewezen. SANTPOORT Een aanhouding Zooals reeds werd gemeld, is Vrijdagavond jL op den Kruidbergerwerg een dame aangerand. De politie is er in geslaagd, den dader op te sporen. Het was de 38-jarige U. wonende alhier. Hij heeft bekend het feit te hebben gepleegd. BURGERLIJKE STAND HAARLEM 14 Februari HH2. 12 Febr.. K. J. Heeremans—van Opzeeland, d.: 13 Febr.. A. H van Merkensleln—Grol. d. OVERLEDEN: 12 Febr A. van der Mooren—Links, ei 1_ Rollandstraat; J. Boks, S3 J„ Schermerstraat: P. E. Dor- Ian d ColiJn, 51 J„ Slllemstraat; J. Biel, 87 J., Westerhout-. park; 13 Febr., w. s. Koning, 64 J„ Dennenstraat: H. w* J., Schouwt! eslaan: A. Menalda, 80 Ja

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1942 | | pagina 17