ABDIJSIROOP
Litteraire Kantteekeningen
LANGS DE STRAAT.
Emil von Behring
TOBIAS
HAARL. DAGBLAD, Zaterdag 14 Febr. 1942
Ontvangst door den Beauftragter van
den Rijkscommissaris in N.-Holland
Vrijdagmiddag had.in de tuinzaal van de Gem. Con
certzaal te Haarlem een ontvangst plaats door den on
langs in functie getreden Beauftragter van den Rijks
commissaris voor de provincie Noord-Holland Gau-
lnspekteur W. Unger, van verschillende vooraanstaan
de figuren uit de provincie met hun dames.
De tuinzaal' was door een schat van bloemen en
planten opgefleurd. Palmen cyclames en tulpen vorm
den een fraai geheel. Op het podium was in een smaak
volle bloemenversiering een borstbeeld van Hitier
aangebracht. Onder de gasten werden opgemerkt di
verse officieren, behoorende tot de Duitsche weer
macht in Noord-Holland, de Kreisleiter der N.S.D.A.P.,
Pg. Vogeler, te Amsterdam, met zijn staf, de Orts-
gruppenleiters der N.S.D.A.P. uit diverse plaatsen in
Noord-Holland, de Duitsche president der NecL, Duit
sche Kuituurgemeenschap Prof. Dr. Wehofsich,'leiders
van den Duitschen Arbeidsdienst. Duitsche Scholen,
Duitsche Spoorwegen, Politie en Posterijen. Onder de
Nederlandsche gasten bevonden zich de Commissaris
der Provincie Mr. A. J. Backer, Bestuursraden en
Hoofden van Provinciale Bedrijven, de burgemeester
van Haarlem, S. Plekker en de wethouders Dr. Götte
en M. van Driel, de Boerenleider Saai, de Nederland
sche president van de Ned.-Duitsche Kultuurgemeen-
schajj, de heer H. C. van Maasdijk, talrijke N.S.B.-
functionarissen en leiders van W.A., S.S., en Jeugd
storm, burgemeesters van Noord-Hollandsche ge
meenten, leidende figuren van Arbeidsbureaux, Ned.
Arbeidsdienst, Nederlandsche politie en groote in-
dustrieele bedrijven.
De heer Unger hield bij het begin van den middag
een korte rede, waarin hij zeide, tot dit kameraad
schappelijk samenzijn Duitsche en Nederlandsche
gasten te hebben uitgenoodigd tot eenige oogenblik-
ken van-verpoozing en om zoowel een terugblik te
werpen in het gemeenschappelijk verleden als een blik
vooruit in de toekomst van de Germaansche volken.
Hij legde er den nadruk op, dat wij, willens of on
willens, rekening te houden hebben met den tijd
waarin wij leven en dat thans van ieder mag worden
gevraagd, of hij voor of tegen den nieuwen tijd is. Op
den duur zal niemand zich daaraan kunnen onttrek
ken, want het gaat niet om den enkeling, ook niet om
het zijn of niet zijn van een of ander volk, maar om
de waarden van een duizenden jaren oude kuituur.
Strijd zal er worden gevoerd om het behoud van eigen
aard en eigen ras en daardoor om het bestaan van al
wat Noord-Germaanseh is. De kleine dingen verzinken
bij deze machtige doelstelling in het niet en de ge
stelde opgave eischt den strijdvaardigen inzet van
allen.
Heeft het Duitsche volk het voorrecht gehad, dat
de Voorzienigheid het een begenadigd Leider schonk,
die de ziel van het Duitsche volk gegrepen heeft, het
Nederlandsche volk is tot dusver, althans uiterlijk,
nog niet aangeraakt door de idee eener gemeenschap
pelijke beleving. Spr. verklaarde zich evenwel over
tuigd, dat eenmaal ook voor Nederland deze dag zal
aanbreken.
Na deze rede werd het woord gevoerd door den
heer H. C. van Maasdijk, president der Nederlandsch-
Duitsche Kuituurgemeenschap, over de kultureele
verhoudingen tusschen Nederland en Duitschland In
het verleden en in het heden. Spreker schetste de
taak van de Nederlandsch-Duitsche Kultuurgemeen-
schap, die zich ten doel stelt, op het gebied der kui
tuur in ons land begrip te wekken voor het gebeuren
in Duitschland en in Duitschland te toonen wat er
op het gebied der kuituur in Nederland leeft Spreker
gaf eerst een beschouwing over het begrip „Kuituur
gemeenschap", waarvan de zin veelal nog niet wordt
begrepen. Hij belichtte, hoe een gemeenschap tusschen
de Nederlandsche en Duitsche kuituur altoos heeft
bestaan, omdat het Nederlandsche en het Duitsche
volk loten zijn op een gemeenschappelijke wortel
vroeger tijden was de gemeenschap tusschen den Ne-
derlandschen en Duitschen mensch geen probleem,
maar iets vanzelfsprekends. Men Kende toen niet den
angstigen strijd om het behoud van eigen waarden.
Spreker schilderde, hoe door de eeuwen heen Neder
landsche en Duitsche kunstenaars en geleerden elkaar
wederkeering geïnspireerd hebben en op alle gebie
den van het kultureele leven aanvulden. Spreker sprak
van de vroege middeleeuwen, den tijd van den Ro-
maanschen stijl en van den invloed van de kerkelijke
architectuur in Duitschland op Nederlandsche kerk
gebouwen uit dien tijd, over bouwmeesters en beeld
houwers uit de 15e eeuw in Duitschland, die veelal
van Nederlandscher. oorsprong waren. over. den in
vloed van de Nederlandse?^ architectuur van de 17e
eeuw op den stedenbouw-'1 tn heel het Germaansche
Noorden en gaf tallooze-10 hrbeelden uit de schilder
kunst, uit de wereld de^ Süilosophie en wetenschap
pen, om, de vruchtbare tVTssel werking tusschen Ne
derlanders en Duitschers te belichten. Daarna sprak
spreker over de scheuring tusschen de twee volkeren,
waarvan het politieke testament van Karei V het eer
ste document was, over de vervreemding van ons volk
van het Duitsche na 1648 en tenslotte over de ont
wikkeling in de achter ons liggendet^cennia. De heer
van Maasdijk toonde aan, hoe in'dei jaren na den
wereldoorlog vooral het NederlaMelehe zakenleven
zich steeds meer naar het Westen wertte en hoe, toen
de machtige staten van het WestélP fingeland en de
Vereenigde Staten, den 'weg van verzoening met
Duitschland niet vonden, het lot van Nederland ook
werd beslist. Thans komt het er op aan de wonden,
die in het bewustzijn van ons volk na den lOden Mei
1940 zijn geslagen, te heelen. De Nederlandsch-Duit
sche Kultuurgpmeenschap heeft op dit gebied een
grootsche taak.
Na de pauze, waarin van de gelegenheid tot voort
gezette kennismaking druk gebruik werd gemaakt.
,had een uitvoering plaats door-het. bekende Zepparoni-
quartet, dat op voortreffelijke wijze het Streichquar-
tett op. 20 Nr. 4 (D-dur) van Haydn. het Strljkconcert
van Mozart K.V. 499 (D-dur) van Mozart en op. 125 Nr.
2 (E-dur) van Schubert uitvoerde De sublieme vertol
king werd met de grootste aandacht aangehoord, doch
aan het einde nanThet applaus het karakter van een
ovatie aan.
Nadat de voorzitter van de plaatselijke afdeeling
der Ned.-Duitsche Kuituurgemeenschap, de heer Mr.
F. W. A. de Koek van Leeuwen, belangstelling had
gevraagd voor het-streven dezer vereeniging en na
mens de aanwezigen een woord van dank tot den
Beauftragter had gesproken werd na een slotwoord
van den heer Ung^r de zeer geslaagde bijeenkomst
gesloten.
KWALITEIT
munt uit door
SMAKELIJKHEID,
BONERA-GOUDA
HAARLEM
LORENTZPLEIN 19
TELEF. 12514-
VERZEKERING OP ELK GEBIED
~Qi/GPIEPen
INFLUENZA
zal Abdijsiroop dadelijk
die nare hoest temperen
en snel doen verdwjjneïf.
De slym komt los. Borst
en keel worden verzacht.
Vanouds beproefd b\j hoest,
griep, bronchitis, asthma.
AKKER'S
De dag der Duitsche politie
Naar wij vernemen, zullen de handbal- en de voetbal
wedstrijd. welke~Zondag a.s. ter gelegenheid van den dag
der Duilsche Politie op het sportterrein Houtrust In Den
Haag zouden worden gespeeld, niet doorgaan.
KEURING VOOR DEN N. A. D.
De Burgemeester van Haarlem deelt mede. dat in
deze gemeentö in het gebouw „De Doelen". Gasthuis
straat no. 32, op 24, 25 Februari. 10. 11, 24, 25 Maart.
9, 10, 23, 24 April, 7 en 8 Mei 1942 telkens van 9 tot
16 uur en op 10 Maart, 9 April en 7' Mei 1942 boven
dien van 18 tot 21 uur een keuring zal plaats hebben
van gegadigden voor vrijwilliger bij den Nederland-
schen Arbeidsdienst.
Degenen, die zich vrijwillig bij den N.A.D hebben
aangemeld, ontvangen een oproeping ter verschijning
voor den Keuringsraad. Ook de gegadigden, die zich
nog niet hebben aangemeld en zich alsnog voor vrij
williger wenschen op te geven, kunnen zich tot den
Keuringsraad wenden, waarbij tegelijkereijd een ge
neeskundig onderzoek kan geschieden Zij. die buiten
de gemeente woonachtig zijn kunnen hun reiskosten
berekend naar de laagste tariefklasse, vergoed krij
gen. Het is gewenscht een broodmaaltijd mee te ne
men. De opkomst van degenen, die gedurende voren-
vermeld tijdvak worden gekeurd en geèchikt zijn be
vonden. geschiedt tegen 1 Juni 1942.
Voor opneming als vrijwilliger komt in aanmerking,
hij die:
a. Nederlander is:
b niet jonger dan 17 en niet ouder dan 23 jaar Is:
c. ongehuwd is;
d voor zooyer minderjarig zijnde, in het bezit is
van een bewijs van toestemming van een zijner ouders,
iijn voogd of verzorger.
Frans Hals: Onder het asfalt van een
wereldstad
Deze film, die eenige jaren geleden hier een groot
-jeees was, zal ook in den smaak van het tegenwoordige
publiek nog wel bevredigen. Gustav Fröhlich, de held
van vele meisjesdroomen, heeft als conducteur van
de' Ondergrondsche twee maal het geluk het leven van
een jong meisje, (beide keeren hetzelfde) te mogen
redden van den dood door overrijden. Men zal zich de
inhoud van de film herinneren als ik vertel, dat het
bewuste meisje (Heli Finkenzeller) de zuster is van
een inbreker (Paul Hoffmann), Deze liefhebbende
broeder maakt het zijn zuster, na hét ontslag uit de
gevangenis weer lastig, rooft geld uit de portefeuille
van haar verloofde Hans (Frölieh) en pleegt chantage.
Aan alle kanten dreigt ellende en verdriet voor het
jong verloofde paar en de ouders van Hans. Het eind
van het drama speelt zich in de ondergrondsche af,
maar dan komt het gelukkige slot. dat zich makkelijk
raden laat.
De film geeft genoeg spanning om. al heeft
haar al eens gezien, toch weer te gaan zien, vooral
ook omdat er zoo uitstekend gespeeld wordt door de
geheele cast.
M. MEYERINK—LEEMAN.
MoviacVliegende treinen
De film „Vliegende treinen" geeft een interessant
beeld op den arbeid in een Duitsche fabriek waar
gestroomlijnde Dieseltreinen vervaardigd worden.
Een zuiver technische film dus. Deze treinen onder
houden een zeer vlotte verbinding tusschen de groote
Duitsche steden en Berlijn.
Zeer spannend en vol actie is de film „Parforce-
jacht achter de meute" uitgeschreven door de militai
re rijschool te Hannover, en waarbij van ros en rui
ter, vooral ook door de terreinmoeilijkheden zeer veel
wordt gevergd.
„Ditjes en Datjes van overal" bevat tal van wetens
waardigheden uit binnen- en buitenland: o.m. bijzon
derheden van de Kaagweek, draverijen op Duindigt.
fraaie opnemingen van het vogeleiland Texel. Neder
land oogst, ski-sport in Zwitserland. De cameraman,
is er zeer goed In geslaagd dit alles op het witte doek
vast te leggen.
Hei Ufa-journaal omvat o.m. de benoeming in
Noorwegen van Vidkun Quisling tot minister-presi
dent, de aanleg van een spoorweg dwars door d<?* Sa
hara, fragmenten uit de soldatenloopbaan van gene
raal von Reichenau. het opereeeren van Duitsche
duikbooten aan de Amerikaansche kust en nieuws van
het Afrikaansche front.
Het binnenlandsche nieuws geeft een beeld van de
tentoonstelling van Jan Sluyters in het Gemeente
museum in Den Haag en van de schaatswedstrijden
te Zutfen om het kampioenschap van Nederland.
J. E. ANDREAS.
Luxor: Jaren gingen voorhij
De regisseur Wolfgang Liebeneiner is er zeer goed
in geslaagd van een eenvoudig gegeven een boeiend
filmwerk te maken met voortreffelijk spel van de
hoofdpersonen, het echtpaar Uhlig, vertolkt door
Joachim Gottschalk en Brigitte Horney.
De jeugdige Johan Uhlig bezit aanvankelijk maar
één weefstoel maar langzamerhand Weet hij zich op
te werken en mede door de financieele hulp van
eenige groot-industrieelen slaagt hij erin een groote
fabriek te bouwen met stoommachines, waar kousen
worden gemaakt.
Zijn vrouw. Anna« Uhlig strijdt haar heele leven
ertegen dat haar man te hard werkt en zoo in zijn
werk opgaat, dat vrouw en zoon pas in de tweede
plaats komen. Prachtig wordt die strijd door Brigitte
Horney weergegeven en Joachim Gottschalk geeft als
haar partner uitmuntend tegenspel te zien. Zelfs als
het het echtpaar financieel beter gaat is hun geluk
nog niet volmaakt. De oorlog van 1914 breekt uit en
hun zoon moet naar het front, maar keert behouden
weer terug. De vader heeft de fabriek voor zijn zoon
in stand gehouden en sterft.
Een film die een boeiend levensbeeld geeft met sterk
spel der hoofdpersonen en knappe regie.
J. E. ANDREAS.
Rembrandt; Polonaise
Twee welbekende humoristen van het witte doek,
Paul Hörbiger en Hans Moser, vinden wij tegenover
elkaar gesteld in deze film die ons verplaatst naar
het Weenen van een dertig, veertig jaar geleden.
Beiden onderwijzen de kunst van Terpsichore, de een
volgens het strikt klassieke recept, de ander (Hörbi
ger) met de noodige concessies aan den nieuwen tijd,
welke o.a. den „cake-walk" introduceert. De concur
rentie is fel en de verstandhouding tusschen de col
lega's laat zoowat alles te wenschen over, vooral daar
er tusschen hen nog een oude liefdeskwestie hangende
is. Toch zien we het wonder geschieden dat beiden
plotseling besluiten den strijdbijl te begraven. Dit ge
beurt onder de heilzame uitwerking van eenige glazen
„Heurigen", maar helaas ls de strijd even later weer
opgelaaid als Roublé (Hörbiger) zijn concurrent er voor
aansprakelijk stelt dat de naam van zijn dochter
lichtelijk in opspraak raakt. Zoo kibbelen de drukke
Moser en de zwierige Hörbiger door tot groot vermaak
van den toeschouwer die tal Van grappige situaties
voorgezet krijgt. Hoe het komt dat de beide rivalen
elkander tenslotte toch nog en nu voor goed de
hand ter verzoening reiken, dat is iets waarover wij,
terwille van de diverse verrassingen in den loop der
gebeurtenissen, het stilzwijgen willen bewaren. Men
ga daarom deze „Polonaise" met eigen oogen aan
schouwen en genieten!
H. VOSKUIL.
HET LEVEN IS NIET ZOO KWAAD.
In het Palace draait deze week de bekende film van
Lou Bandy „Het leven is niet zoo kwaad" Deze rol
prent is genoeg bekend, zoodat een bespreking over
bodig is. Ieder, die van vlot amusement houdt weet
dus waar hij terecht kan.
DIVERSE.
Geslaagd voor boekhouden mej. P. C. M. Ent
hoven, Haarlemmermeer; voor het ex, Ned. Stichting
v. Bedrijfsleiding de heer J. J. W. v. Delft, Haar
lem.
Net Houwink. Herfst in Juni.
Leiden.' Sythoff U. M.
Wat er in dit zeer goed geschreven en mooi door
dachte b«ek verteld wordt, speelt zich af binnen
twee dagen, doch bevat van verschillende interessan
te persoonlijkheden den levensroman als we het
zoo noemen willen in retrospectieven, in teruL
blikkenden zin. Dat mag dan misschien als procédé
niet geheel nieuw 2ijn en aan een filmisch inter
mezzo doen denken, de tyijze waarop de schrijf
ster haar stof geconstrueerd en uitgewerkt heeft, is
buitengewoon boeiend en tevens scherp van kavak-
tertypcering. Net Houwink's hier geschapen we
reldje is klaarblijkelijk uit een indringende overwe
ging van mogelijkheden, die zich daarin kunnen
voordoen, ontstaan.
In een onzer universiteitssteden doet, in de maand
Juni, een jong verloofd paar, op eenzelfden middag
het doctoraal examen in de rechten. De jonge man
heeft eenige weken te voren, het eerste gedeelte
schitterend afgelegd en zoowel de professoren als
zijn vrienden verwachten een promotie met lof. Maar
hoewel hij geen directe blunders maakt, is thans
zijn houding en zijn zijn antwoorden ver beneden
die verwachting en komen den hooggeleerden exami
natoren te eenenmale onbegrijpelijk voor. Hij schijnt
afwezig met zijn gedachten en de spirit die men van
hem kent, schijnt gebannen.
Zijn meisje wacht op de gang; na hem zal het
haar beurt zijn, maar ook is zij de eenige die weet
welke foltering haar jongen daarbinnen doorstaat:
zijn moeder ligt, ver van de academiestad, op ster
ven en heeft zelf hem er toe aangezet ziin examen
te doen en geen uitstel te vragen.
Een der professoren die een oogenblik het exa
menlokaal verlaat, komt het van haar te weten en
dan is de sfeer geschapen waarin het examen wordt
voortgezet en beëindigd. Jaap Verkouteren slaagt,
maar het cum laude blijft uit en als ook Thea
haar doctoralen bul naar behooren verworven
heeft zij had geen buitengewone verwachtingen
opgewekt en gold als goede middenstof gaan zij
beiden, na haastig afscheid van de vrienden, naar
den trein en naar Jaaps dorp. Geen vroolijkheid,
geen promotiefuif, doch een stil meeleven hunner
studiemakkers, sluit dezen Junidag af.
Onder de professoren heeft dit examen onder
zeer bijzondere omstandigheden diepen indruk ge
maakt; hoewel ieder van hen er- weer anders op
reageert, komt ieder van hen er toe het eigen af
gelegde levenspad in stilte te overzien herfst in
Juni en tot de meest uiteenloopende conclusies
te komen, al naar hun aard en eerzucht dat
logisch aanvaardbaar maakt.
Tragisch wordt een figuur als Amershoff triest
een professor Treekers, amusant de eerzuchtige
Klinknagelmaar ook de andere hooggeleerden
zijn als volkomen mogelijke gevallen, en zonder
neiging voor eenigerlei charge, geteekend. De zin
van dit boek is ernstig: midden in den levens-
zomer kan ergens de dood er aan komen herin
neren dat aan ieder leven een grens gesteld is
Dan komen plotseling velen er toe al staan zij
met dat sterven niet eens in onmiddellijk ver
band, de eigen balans op te maken. Daar hoor:
vaak moed toe en zelfs een hooggeleerde ontkomt
er niet aan. In die omgeving de balansquaestie
gesteld te hebben en dat gegeven op zuiver lit
teraire wijze, te hebben behandeld, is zeer ver
dienstelijk en' „Herfst in Juni" kan men veilig tot
de beste Hollandsche boeken der laatste» maanden
rekenen
Anna Blaman. Kouw en vriend.
Amsterdam J. M. Meulenhoff.
Men zal zich van Anna Blaman wellicht op
merkelijk proza uit Criterium herinneren. Als
eerste roman is „Vrouw en Vriend" zeker niet
minder de aandacht waard. Door het verhaal loopt
een draad van nuchtere gevoeligheid, waardoor
zeer alledaagsche situaties een Zondagsch tintje
verkrijgen.
Wat er met den jongen provinciaal George Blan-
ka, die nog niet zoo lang in het groote stadsleven
is opgenomen, passeert, zijn verliefdheid op de
nonchalante Sara Obreen, ziin vriendschap voor
Jonas Klinke, die op ziin beurt een korte poos van
fijngestemde gezindheid voor de verpleegster Marie
doorleeft, het. ziin allemaal per slot alledaagsche
belevenissen van menschen zooals er twaalf in een
dozijn gaan. Maar het is een gevolg van Anna
Blaman's schrijf- en vertelkunst dat al wat zij
laat gebeuren heel kalm uit de nuchterheid naar een
hooger planwordt gebracht en dan niet nalaat
den lezer te interesseeren. Daardoor word:, bij
voorbeeld, de zieligheid van dien Jonas Klinke
sympathiek en zijn verlatenheid ontroert, terwijl
Sara's afscheid van George, met haar „Bel nog
maar eens op" ons even doet grijnzen om.clie met
een paar woorden ge teekend e situatie, die voor
George evenmin perspectief heeft, en hem toch
aan de lijn houdt.
„Vrouw en Vriehd" zit vol mooie fragmenten
wat duiding en, beschrijving betreft. Ook dit is een
roman die buiten de gewone producten staat en
opvalt en waarvan men kennis moet nemen. In de
visie en uitdrukkingswijs is iets, nog niet direct
te definieeren, wat ik voor mij zelf Rotterdamse!)
zou willen noemen, nuchter gevoelig en scheri
toch, ook niet afwijzend soms tegen grofheid
Stroman, Toonder en nog wel anderen maken
soms eenzelfden indruk. Pnotig werk in ieder ge
val waarnaast „Vrouw en Vriend" niet afvalt.
Anke Servaes. Ihternaat
Anke Servaes Kindertoevlucht.
Beide Hollandia Drukkerij, Baarn
Anke Servaes is in de Hollandsche litteratuur
een specialiste. Zij kent door en door het leven in
inrichtingen, voor verwaarloosde jeugd in alle
graden en- leeftijden en vertelt ervan in een kalm
HOOGMOED KOMT VOOT
DEN VAL.
Een meneer liep heel oorzichtig langs de straat
t Was in een buitenwijk en dus was het er glad
zéér glad. Glad is eigenlijk het woord niet, want
de weg was wel met eerst half ontdooide en daarna
weer bevroren sneeuw bedekt, maar die laag was
vol keiharden bulten, zoodat het wegdek eigenlijk
r.iet „glad", althans niet effen te noemen was. Die
harde bulten waren gemeene, verraderlijke dingen.
Menigeen was er al op uitgegleden of had er zelfs
al een buiteling door gemaakt.
Gezegde meneer liep dus héél voorzichtig. Ernstig
hield hij voortdurend den blik op den weg gevestigd
en voetje voor voetje kwam hij, leunend op een
stevigen stok, vooruit.
Van den tegenovergestelden kant naderde iemand,
die er een heel andere manier van loopen over
gladde wegen op nahield. Hij liep vlug en los, een
stok had hij niet noodig. Sierlijk en gemakkelijk
hipte hij over de harde bulten heen. Het was of hij
over een gewonen weg liep.' waarop geen gladde
bulten en verraderlijke en niet minder gladde kui
len te ontdekken waren.
Hij kende blijkbaar den voorzichtige, want uit
verte zwaaide hij hem een groet toe. Maar dr
ander zag hem niet, nad alleen oog voor dien ellen
dige», gevaarlijken weg. Hoe kwam hij er nog'
De vlugge stak nu den rijweg over naar zijn
vriend en riep: „Bonjour!"
De ander bleef stilstaan, plantte zijn stok stevig
op den grond, hief het hoofd op en zei: „O, ben jij
het? Ook goeienmorgen! Beroerde wegen, hè?"
„Nou", zei de vlugge, „jij loopt er tenminste be
roerd op! Maar ik zal je zeggen, hoe dat komt. Dat
komt, omdat je bang bent om te vallen. En dan val
je juist! Geloof me. je moet voor wegen als deze
een soort „gevoel" hebben. Je moet doen, of er geen
bulten of kuilen zijn. Ik doe gewoon, of ik 2e niet
zie! Je moet er als 't ware overhéén wippen. Je moet
ze negeeren! Maar als je ieder oogenblik denkt:
„Daar ga ik!", noü, dan ga je ook op een zeker
oogenblik. Zelfvertrouwen, dat is alles op zoo'n weg.
Als je jou zoo ziet loopen, dan.... neem me met
kwalijk, maar ik moet er om lachen! Ha, ha, ha'
Zooals iij daar angstig voorthobbelt, met een gezicht,
alsof zoo dadelijk je laatste uurtje geslagen zal zijn
Ha. ha, ha! Ha, ha. ha! Nou. ik ga weer verder.
Bonjour, en succes op je weg,, hoor! Moet je nog
vér? Ik hoop het niet voor ie! Ha, ha! Nou, tot
En daar mat in eens de vlugge den weg met zijn
'olie lengte!
Zoo'n harde bult had Tvraak genomen en hem
doen uitglijden. Zijn hoed lag naast hem.
lachte hij niet meer. J c E
Toen 1
vloeiend proza zonder artistieke pretentie en
slechts doelbewust streven^ belangstelling te wek
ken voor de pupillen dier inrichtingen. Wie zich
voor socialen arbeid interesseert zal Arike's boeken
niet ongelezen laten. Dat ze in ruimen kring ge
waardeerd worden bewijzen de herdrukken die van
vroegere werken verschenen. Als litteratuur staan
ze misschien boven dc propagandageschriften die
van wege ethische genootschappen verspreid plegen
te worden, doch verschillen er in wezen niet veel
van Letterkundige kunst stelt andere eischen en
het doet aan de innerlijke waarde van boeken als
Internaat niets af dat ze daaraan niet beantwoor
den. Dat ze zelfs als beelding zwak en eenzijdig
zijn verhindert niet dat ze van maatschappelijk be
lang kunnen wezen. Maar dat is iets anders dan
ontroering, bewogenheid produceeren wat het wezen,
van een kunstwerk, ook in de litteratuur ,is. En
die zijn, by de beste bedoelingen, niet te voor
schijn te tooveren, wanneer de auteur slechts wel
ter penne, doch geen artist is.
J. H. DE BOIS.
488e STAATSLOTERIJ
VIJFDE KLASSE ZEVENTIENDE LIJ8T
Trekking van 13 Februari.
ƒ1000 met premie van ƒ30.000 No. 10597
Premie van 3000 No. 19218.
400 No. 6251.
prijzen van ƒ70.
2520 3073 3312 3513 6036 6346 7966
8214 8353 8543 10036 12312 12457 12461
13229 14208 14534 14696 15195 15317 17574
18686 19132 20247 20837 21917
NIETEN
1032 1166 1707 1877 2187 2613 2614
2715 3138 3592 3814 4034 4364 4425
4842 4864 5413 5878 6450 6586 7097
7111 7728 8016 8205 8407 8429 8472
8560 8691 8697 9316 9441 9796 10186
10832 10915 10954 10987 11011 12168 12391
12683 13349 13405 13791 13820 13870 14124
14172 14615 14642 15035 15130 15441 15669
15783 16429 16443 16761 17053 17081 17S09
18132 18387.19143 19429 19791 20120 20135
20255 2070Jr 21132 21492 21568
De zorg voor de cultuur
Goethe heeft eens gemeend tot hen. die zich met de
kunst bezig hielden, de vermaning te moeten richten
niet tc praten, maar te scheppen. Met deze woorden
gaf hij aan. dat niet het praten, niet de discussie be
slist wie kunstenaar is, doch alleen de scheppende
daad. Deze waarheid, door hem onder woorden ge
bracht, heeft zoolang de wereld bestaat reeds haar
geldigheid gehad. Soms mag zich eene met veelheid
van woorden den kunstenaarsmantel om de schouders
hebber, geplooid, in den tijd is hij hem immer weer
ontgleden, want woorden kunnen den druk van den
tijd niet weerstaan, waar kunstwerken door de eeuwen
heen worden gedragen, omdat, ja omdat zij afgestemd
zijn op wat in den mensch, edel en mooi is.
Goethe's aansporende vermaning heeft natuurlijk
alleen hen gegolden, die arbeid en plicht vergaten
door onvruchtbaar gesnap, want ongetwijfeld zal hem
ook we! Lessing's opvatting bekend zijn geweest. dat
de denkende kunstenaar eens zooveel waard is. En nu
zou geconcludeerd kunnen worden, dat het denken
niet door veel spreken gestimuleerd wordt, een ge
sprek te rechter tijd kan gansch nieuwe denkwerel
den doen opengaan. N\et het vele spreken is derhalve
beslissend, maar het spreken wanneer de tijd voor
spreken daar is.
In dézen tijd van overstelpende gebeurtenissen stelt
een enkele zich wel eens dc vraag of het zin heeft d®
cultuur te rangschikken onder de onderwerpen, waar
over in de tegenwoordige periode van schokkende
veranderingen kan worden gesproken. Woensdag is
door den Rijkscommissaris voor het bezette Neder
landsche gebied op deze vraag bij de installatie van
den Nederlandschen Kultuurraad geantwoord. Hij
zeide, dat door den oorlog de cultuur niet zwak is ge
worden, maar juist sterk, daarbij als verklaring ge
vende, dat jyist door de gebeurtenissen van dc laat
ste tien jaar in Duitschland „de kuituur in al hare
uitingen en vormen, in plaats van zich los te maken
uit het gemeenschappelijk lot, weer daarin betrokken
werd en dat de kultuurscheppende en kultuurdragendo
mensch van zijn eenzaamheid werd bevrijd cn weer
aan de gemeenschap van zij" volk werd gebonden."
In directe aansluiting hierop liet de Rijkscommissaris
volgen: „Het belangrijkste principe van onze kuituur
opvatting is, dat elke echte kuituurprestatie slechts
uit den grond en uit het leven van het volk kan voort
komen en dat zij daarom ook ann dit volk weer ver
plichtingen heeft, dat dus de kuituur haar oorsprong
evenals haar taak altijd vindt in den dienst aan het
leven van het volk. Evenmin als de kuituur als ge
heel uit dezen samenhang kan worden losgemaakt zon
der ziek te worden, evenmin kan zich de scheppende
enkeling, die kultureele prestaties volbrengt, aan de
banden van zijn gemeenschap onttrekken. Kuituur is
niet anders dan de gezamenlijke uitdrukking der
scheppende krachten, die in een volk leven en door
den scheppenden enkeling naar voren worden ge
bracht en gebruikt om het bestaan zijn vorm te
geven."
Slechts één mogelijkheid wordt hier dus den kunste
naar gelaten: de onmiddellijke gebondenheid aan het
volk. Alleen door de gemeenschap van en, met het
volk kan een kunstwerk tot stand worden gebracht,
omdat als eenig criterium wordt gestold: het naar
voren brengen van en vorm geven aan de scheppende
krachten van het volk. Geen aller-individueclste op
vattingen derhalve meer. geen theorie zus en geen
theorie zoo. neen. maar één algemeene band: die met
volk Bij de beoordeeling of men met kunst te maken
heeft of niet. heeft men dus hierin een richtlijn. 'In
eerste instantie een alles beslissende, want elk werk
dat niet volksverbonden is, is niet onder kunst to
rangschikken.
De Rijkscommissaris heeft er bij de installatie van
den Nederlandschen Kultuurraad verder ook op ge
wezen, dat de omschrijving „kuituur vindt haar oor
sprong en taak in den dienst aan het leven van het
volk", en „kuituur is niet anders dan de gezamenlijke
uitdrukking der scheppende krachten, die in een volk
leven en door den scheppenden enkeling naar voren
worden gebracht cn gebruikt om het bestaan zijn vorm
te geven", eensdeels zeer ruim is en anderzijds niet
diep genoeg gaat. Hij vestigde daarbij de aandacht op
de aan een bepaald ras gebonden vormen. Met die
vormen moet een volk verbonden blijven omdat over-
heersching „door invloeden van vreemdsoortige, der
halve rassisch vreemde levenswetten de echte, n.l. nop
met haar oorsprong verbonden, kuituur ziek maakt
en het geheele volksche leven aantast."
Dit zijn enkele gedachten uit de Woensdag door dr
Seyss-Inquart uitgesproken rede. Zij zullen voor de
kunstenaars en zeer vele anderen aanleiding zijn tot
nadenken, tot dat nadenken, dat hen, naar het hier
boven gereleveerde woord van Lessing, moét maken
tot menschen die eens zooveel waard zijn.
KlNDE-CLSPELE-N Z.IJN OP
DE CyjBAAN VEqBODEN!
ARJ. -37.
weoenver^EER;
REGELING
Poly®oon-Seym
Grondlegger der bloedserumtherapie
Toen de ontdekker van het anti-diphtheritis-
serum en tevens de eigenlijke grondlegger der
serum therapie, Emil von Behring, in 1917 *e
Marburg 'aan de Lahn stierf, had hij" aan de
Philipps universiteit aldaar 22 jaar lang als hoog
leeraar in de hygiène zegenbrengend werk ver
richt en in de omgeving der stad de laboratoria
en fabrieken gesticht, die nu nog zijn naam dra
gen. Thans, na 25 jaar, heeft de Marburgsche uni
versiteit ter eere van de nagedachtenis van dezen
beroemden Duitsche arts. daartoe in staat gesteld
door de Behringfabrieken. een „Emil von Behring-
prijs" gesticht, bestaande uit een medaille, dra
gende de beeltenis van den onderzoeker, benevens
een geldbedrag van 5000 mark. Dezer dagen deed
de rector-magnificus, prof. dr. Th. Mayer, in een
plechtige academische zitting mededeeling van deze
stichting. De prijs moet om de twee jaar worden
uitgereikt voor bijzondere wetenschappelijke ver
diensten op medisch, veterinair en natuurweten
schappelijk gebied, waarbij de voorkeur zal wor
den gegeven aan verdiensten op het gebied, waar
bij de voorkeur zal worden gegeven aan verdien
sten op het gebied der immuniseering en bestrij
ding van besmettelijke ziekten. Binnenkort zal de
eerste uitreiking van den prijs plaats vinden.
Dr. Emil Adolf von Behring. die in 1854 te Hans-
dorf in West-Pruisen geboren werd, begon zijn we
tenschappelijke loopbaan na het behaleq van den doe-
tortitel als regimentsarts. In 1883 kreeg hij een aan
stelling bij het regiment West-Pruisische Kurassiers
te Winzig. waar hij tegelijkertijd de gewone practijk
uitoefende. Hier was het dat Von Behring met de
verschrikkingen der diphterie in vollen omvang ken
nis maakte. De ziekte teisterde het plattelandsplaatsji
in hevige mate en de arts bezat geen middelen om dé
talrijke kleine patiënten te helpen, behalve dan de
operatie door een snede in de luchtpijp, waardoor hij
een aantal kinderen van den verstikkingsdood wist te
redden Het ligt voor de hand dat de ervaringen, hier
opgedaan, van beslissenden invloed waren op Von
Behring's verdere loopbaan. De bestrijding der diph
terie werd immers het voornaamste levensdoel van
dezen man, die terecht door zijn biograaf dr. Heil-
Botsing..
DE „KLIEK" REVUE 1942.
Evenals vorige jaren brengt de
revue-vereeniging „De Kliek", ook
dit jaar weer een nieuwe revue ten
tooneele. getiteld „Loop naar
maan" op Maandag 16 en Dinsdag
17 Februari In. den Stadsschouw
burg. Het programma biedt
groote variatie aan iang, muziek,
balletten, schetsen en show.
..PENSION RUSTIG"
Mevrouw Charlotte KÖhler zal op
Woensdag 18 Februari, aanvang
half acht. in den Stadsschouwburg
te Haarlem nog één enkele voor
stelling geven van „Pension Rustig"
TWENTS CHE BANK.
Het voorgesteld dividend voor de
Twentsche Bank is 5V& procent.
Centrale Verivarjming
AUTOM. OLIE- KOLENSTOOKINR.
N.V. Mij. „HOLSTER" overveen
Adr. Stooplaan 35. Telefoon Haarlem 15597
SANITAIRE INSTALLATIES
muth Unger den „redder der kinderen" wordt ge
noemd. Von Behring was na deze periode op andere
plaatsen in Duitschland werkzaam, o.a. to Bonn,
waar hij als „Stabarzt" verbonden werd aan het Phar-
macologische Instituut van prof. Blnz. Te Bonn zag
zijn eerste publicatie het licht, nl. een geschrift waar
in hij aantoonde dat ratten immuun tegen miltvuur
zijn.
In 1889 trok Von Behring naar Berlijn om als as
sistent van den beroemden bacterioloog dr. Robert
Koch zijn intrede te doen in het Instituut voor Hy
giëne. De groote onderzoeker stelde Von Behring volop
in de gelegenheid zijn gaven te ontplooien en deze
wierp zich met enorme energie op de bestrijding van
de diphterie. Talloos waren de experimenten die Von
Behring beproefde, hij gunde zich geen rust voor hij,
zooals Hellmuth Unger uit Behrlngs boek over de
bloedserumtherapie aanhaalt, met gerechtvaardigde
trots kon verklaren (1892):
„Voor een reeks ziekten van den mensch. waarbij de
totnutoe aangewende medicamenten faalden, heb ik
een nieuwe geneeswijze gevonden, waarvan de we
tenschappelijke grondslag door niemand meer wordt
bestreden. De nieuwe geneeswijze bestaat hierin dat
men het te behandelen individu anti-lichamen toe
dient. welke in staat zijn de verwekkers der ziekte te
vernietigen en niet alleen op die plaatsen van het
lichaam, die aan de oppervlakte gelegen zijn en op
deze wijze voor een directe behandeling toegankelijk
zijn, maar overal in het inwendige van het levende
lichaam, in het bloed en in de organen.
Het winnen van anti-lichamen geschiedt door eerst
het individu te beschermen tegen de ziekte die men
behandelen wil en hem daarna bloed te ontnemen.
In dit bloed cn uit het daarvan verkregen serum be
vinden zich stoffen, die een dusdanige geneeskrach
tige werking bezitten als in de geschiedenis der me
dicijnen tot nu toe niet bekend was; ja, tot voor kor
ten tijd werd de mogelijkheid, dat eenmaal zulke ge
neesmiddelen ontdekt zouden worden, door clinici
van dezen tijd ontkend.
Speciaal het celvrije bloed, de heldere sereuse vloei
stof. die zich na de bloedstolling afscheidt. Is het uit
gangspunt voor de proeven met het nieuwe genees
middel geworden en daarom noem ik mijn methode: de
bloedserum therapie". -
Von Behring was er aldus in geslaagd tegen een der
vreeselijkste ziekten der menschheid een succesvol
bestrijdingsmiddel te vinden. De nieuwe geneeswijze
gold trouwens ook voor andere ziekten.
De tweede groote daad van den Duitschen onder
zoeker werd volbracht toen het hem gelukt was die
ren een dusdanige behandeling te doen ondergaan
dat zij immuun werden tegen tetanus, die ziekte dlo
tot verstarring der lichaamsspieren leidt en die vooral
in den vorigen oorlog gewoed heeft. Von Behring
ontdekte dat men in het bloed der dieren een tegengif
kon vormen dat het tetanustoxine onschadelijk maak
te. Het resultaat van deze geniale proeven was do
bereiding van het tetanusserum. Von Behring's latere
onderzoekingen betreffen o.a. een prophylactische in
enting tegen tuberculose bij het rund. die hij ter
eere van Jenner „jenneriseering" noemde.
Von Behring. die in 1893 den professorstitel kreeg
en in 1894 hoogleeraar In de hygiëne werd, kon zijn
levenswerk te Marburg voltooien, waar hij in 1895
tot directeur van het bekende Instituut aldaar werd
benoemd. De later in deze stad gevestigde Behring-
werke. de wereldvermaarde inrichtingen voor serum-
bereiding, hebben de menschheid onschatbare diensten
bewezen.
SANTPOORT
Een aanhouding
Zooals reeds werd gemeld, is Vrijdagavond jL op
den Kruidbergerwerg een dame aangerand. De politie
is er in geslaagd, den dader op te sporen. Het was de
38-jarige U. wonende alhier. Hij heeft bekend het feit
te hebben gepleegd.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM 14 Februari HH2.
12 Febr.. K. J. Heeremans—van Opzeeland,
d.: 13 Febr.. A. H van Merkensleln—Grol. d.
OVERLEDEN: 12 Febr A. van der Mooren—Links, ei 1_
Rollandstraat; J. Boks, S3 J„ Schermerstraat: P. E. Dor-
Ian d ColiJn, 51 J„ Slllemstraat; J. Biel, 87 J., Westerhout-.
park; 13 Febr., w. s. Koning, 64 J„ Dennenstraat: H. w*
J., Schouwt! eslaan: A. Menalda, 80 Ja