I
HENC0
ATA-iMÏ-SIL
iet geld en de volkstaal.
INCASSO BANK n.v.
ABDIJSIROOP
ALLE BANKZAKEN
FRANKEN'S
Litteraire Kantteekeningen
Dopspoeder
NASSAU-BANK N.V.
HAARL DAGBLAD. Zaterdag 21 Maart 1242
Namen en bijnamen van onze munten
Voorwerpen, welke in het dagelijksch Leven een
oote rol spelen, nemen in de meeste gevallen ook
de volkstaal een voorname plaats in.
Koe groot de rol is, welke het geld en vooral de
amunt in het dagelijksch leven vervult, hebben we
irt geleden kunnen waarnemen, toen dit onmisbare
tikel plotseling uit de circulatie was verdwenen.
!n den naam van onze tegenwoordige munten en
in hun bijnamen is dikwijls een stukje geschiede-
verbórgen en het is misschien wel eens interessant
dit gebied een kleine speurtocht, te ondernemen,
lm te beginnen het twee-en-een-halve-centstuk of
oals het in den volksmond heet: het vierduitstuk.
De duit was het sinds 1700 bestaande koperen munt
je, dat zijn leven tot 1840 heeft gerekt, toen de cen-
it, het honderdste deel van een gulden, reeds in om-
jp waren gebracht. De waarde van een duit was het
htste deel van een stuiver en het twee-en-een-halve
ritstuk is dus vier duiten.
Hij was van rood kooper, maar men had vroeger ook
;iten van zilver en zelfs van goud. Deze beide laat-
soorten werden echter gemunt als proef voor een
•uw stempelslag en dienden soms ook als geschenk;
gouden en zilveren bruiloften werden gouden of
jeren duiten in een schaal op tafel geplaatst en
der de gasten rondgediend.
De duit is verdwenen, maar zijn roemrijke naam leeft
g steeds in den volksmond voort. Men heeft het
:d aan een „duitendief", aan een gierigaard en
iraper. maar menigeen ziet zijn levensideaal in „een
suw met duiten", en een 'voordeelige transactie
irdt geteekend door de uitdrukking „hij heeft er
j aardige (ook wel slordige) duit aan verdiend,
üiet minder populair dan de duit, was het kleine
ïeren stuivertje. De huismoeders betitelden het
oeger met „beuzempie" omdat zij den pijlenbundel,
symbool der vaderlandsche eendracht, abusieve-
voor een heiboender hielden!
Ondanks den eepigszins kleineerenden bijnaam wer-
n deze bezempjes toch zeer op prijs gesteld, want
len hielden er een zilveren stuiversdoosje op na,
larvan zoowel het deksel als de bodem, ieder een
e van het stuivertje vertoonde en waarin de mooi-
exemplaren werden bewaard.
De dubbeltjes waren, zooals de naam reeds aanduidt
:bbele stuivers en omdat ze zooveel in omloop waren,
ais zoo sterk afgesleten, dat de kant zoo scherp was
een mes. Aan deze eigenschap danken we het
:ord „dubbeltjessnijder", een vechtersbaas, die de
zondere handigheid bezat om met een dubbeltje
«schen duim en vinger zijn tegenpartij zoo te bewer-
n. dat binnen een paar seconden het bloed over het
licht stroomde!
Onder de dubbeltjes kwamen ook veel valsche exem-
sren voor, want in vroeger eeuwen ontzagen nabu-
;e vorsten zich soms niet ten koste van onze goede
ïderlandsche dubbeltjes andere uit te geven van min-
ir gehalte, doch overigens in vorm en stempel bijna
dijk aan de onze. Ze werden over de grenzen bin-
ingesmokkeld en ondanks alle tegenmaatfegelen, werd
is land er mee overstroomd.
HET KWARTJE.
Eigenaardig is de oorsprong van het kwartje. In de
ren 1750/50 vervaardigde de muntmeester van Gel-
■rland. Holland, West-Friesland en Utrecht zilveren
eaningen, die moesten dienen voor Nieuwjaarsge-
henken. Ze stempelden hierop dezelfde figuur als
den gulden en ze werden verkocht voor 4'/2 a 6
ivers. Ten slotte kwamen deze penningen in zulk
a groot aantal in omloop, dat de gedachte aan Nieuw-
irsgeschenk bijzaak werd, en het publiek ze accep-
jrde als kwart-guldens. In 1759 werden ze verboden,
sar de naam is later overgegaan op onze werkelijke
rartjes.
De gulden was oorspronkelijk een gouden muntstuk
zin de 15de en 16de eeuw de algemeene benaming
:or gouden munten van verschillende waarde. In
SI verscheen de eerste Hollandsche gulden, ook be-
ind onder den populairen naam van „pop".
Hoe de gulden aan dien bijnaam kwam? In 1680 was
»r de,Staten van Holland het besluit genomen, zoo
ioedig mogelijk guldens te laten' slaan. De snijders
ngen aan het werk en men verkreeg twee Staten-
ildens om uit te kiezen.
De eene droeg aan de voorzijde het wapen van Hol-
met het randschrift „Vigilate Deo confidentes"
en vertrouw op God) en aan de keerzijde den
ollandschen Leeuw met het randschrift: „Moneta
argenta Comitatus Hollandiae" (Nieuwe zilveren
tint van het graafschap Holland).
De andere ontworpen gulden was er vrijwel aan ge-
maar vertoonde aan de keerzijde „een Pallas,
rxrende in haar regterhand een speer, rustende op
D boek, en hebbende booven aan het einde een
ixd, en houdende in haar linkerhand het Waapen
sn deese Provincie".
Er werd uitvoerig over gepraat en eindelijk beslo-
Pallas met haar speer en hoed moest blijven,
aar de speer moest rusten op den grond en niet op
•n boek. Ook het wapen van Holland kon worden
mist en daarvoor in de plaats „een colomne gesteld
Orden". Aan de zijde van de speer zou komen te
laan: „hac tuemur (deze de Vrijheid bescher-
:en wij) en aan de zijde van den kolom: „hac nitimur
lierop steunen wij).
Een groot aantal van deze munten werd al spoedig
omloop gebracht, maar het volk, dat van Grieksche
ethologie niet veel begreep, zag in den hoed een
njheidshoed en doopte Pallas tot Nederlandsche
hagd, die de volkstaal nog verder vereenvoudigde
„pop"!
DAALDERS EN RIJKSDAALDERS.
Het aantal daalders en rijksdaalders was zeer groot,
daalder is de oorspronkelijke Joachimsthaler. die
sedert 1519 te Joachimsthal in Bohemen werd gesla
gen. Ook in ons land werd ze gemaakt en in den
volksmond kan men ze hier en daar nog hooren ge
bruiken als waardebepaling. (De eerste klap is een
daalder waard).
Onze rijksdaalder of twee-en-een-halve-guldenstuk
dagteekent uit 1840, maar reeds in 1567 werden mun
ten geslagen van 40 50 stuivers, die den naam van
„rijksdaalder" droegen: Unierijksdaalders, Zeeuwsche
rijksdaalders enz. De volksnaam „achterwiel" is ont
staan door ze te vergelijken met de achterste, groot
ste wielen, van een wagen, in tegenstelling met den
gulden, die „voorwiel" of kortweg „wiel" genoemd
werd.
Zooals we dus zagen, leven de namen van oude
munten, welke reeds zeer lang zijn verdwenen nog
altijd in de volkstaal voort.
Tot slot hiervan nog één voorbeeld. Wie kent niet
het spreekwoord: „Hij kijkt alsof hij zijn laatste oordje
versnoept heeft"?
Een oordje had de waarde van een kwart stuiver,
dus een munt van heel geringe waarde. Iemand, die
zijn laatste oordje versnoept heeft, zal er dan ook vrij
beteuterd uit zien. En wilde men zich geringschattend
over de waarde van iets uitlaten, dan kon men dit niet
beter zeggen dan: „het is geen oordje waard!"
W. S.
KRUISWEG 59
HAARLEM
Die
NACHT-HOEST
zal ophouden
als het vastzittend slijm
oorzaak van de hoestprik-
keling regelmatig loskomt.
Neem daarvoor de beroemde
slijmoplossende Abdijsiroop.
Vanouds beproefd bij hoest,
griep, bronchitis, asthma.
AKKER'S
SAFE-DEPOSIT
Hoe GR00TER brood,
hoe minder nood
Ons brood is flink van stuk
en snijdt voordeelig uit.
FABRIEKEN
Haarlem - Bloemendaal - Heemstede
UITGAAN
Heden ZATERDAG 21 MAART:
Frans Hals Theater: „Peer Gynt", 2.30. 6.30 en
.45 uur.
Luxor Theater: „Jaloezie op bestelling", 2.30
130 en 8.45 uur.
Rembrandt Theater: „Alcazar", 2.30. 6.30 en
.45 uur.
Palace: „Vergeten vrouwen", 2.6.30 en 8.45
tur.
Moviac: Gevarieerd programma van 12 uur af.
ZONDAG 22 MAART:
Rembrandt Theater: Olympiade-film I. half
fcaalf.
Gemeentelijk Concertgebouw: opvoering van
■Dik Trom", 2.30 uur.
Gemeentelijk Concertgebouw: „Het biechtgeheim
loor Willem Goossen's Volkstooneel, 7.30 uur.
Stadsschouwburg, Wilsonsplein: pianoconcert
Joor het duo Han Beüker en Wouter Denys, 2.30
»Ur.
Stadsschouwburg: „Tooneelhuwelijk" door het
nederlandsch Tooneel, 7.30 uur.
Frans Hals Theater: „Peer Gynt", 2.4.15,
'30 en 8.45 uur.
Luxor Theater: „Jaloezie op bestelling", 1.30.
'30 en 8.45 uur.
Rembrandt Theater: „Alcazar". 1.30, 3.45,
I.45. 6.30 en 8.45 uur.
Palace: „Vergeten vrouwen", 1.30, 3.45. 6.30 en
145 uur.
Moviac: Gevarieerd programma van 12 uur af.
MAANDAG 23 MAART:
Stadsschouwburg: Volksvoorstelling van „Achter
Moge muren", 7.30 uur.
Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags en
&s avonds.
Apotheken
De volgende apotheken te Haarlem zijn van des
avonds acht tot des morgens acht uur (ook op Zon-
4sg) geopend:
Firma C. G. Loomeijer en Zn.. Barteljonsstraat
II, Tel. 10175.
Park Apotheek. Kleverparkweg 13. Tel. 11793.
Teyler Apotheek. Teylerplein 79. Tel. 17946.
Te Heemstede is geopend:
Apotheek Schotsman, Binnenweg 206, Tel. 28320.
LANGS DE STRAAT
HET ZILVEREN DUBBELTJE.
De meneer stond op een plein te Amsterdam in
de glazen telefooncel, haalde een bril voor den dag
en begon met aandacht de aanwijzingen voor het pu
bliek te lezen, die in die glazen huisjes ten gerieve
van de telefoongebruikers zijn aangebracht. Toen
haalde hij zijn portemonnaie te voorschijn en vond
er na eenig zoeken een van onze nieuwe munten
in, waarop aan één zijde hét getal 10 staat. Helaas:
het nieuwe „dubbeltje" bleek te groot te zijn voor
de gleuf. Met het geldstukje in de hand ging de
méneer, die inmiddels wat zenuwachtig was ge
worden, de telefooncel uit, klampte den eersten
den besten voorbijganger aan en vroeg hem eenigs-
zins gejaagd: „Heeft u bijgeval een zilveren dub
beltje bij u?" Op zijn beurt zocht deze in zijn
portemonnaie, doch ook hij was niet in het bezit
van het gewenschte en „neen" schuddend liep hij
door.
Eenige malen moest de meneer zijn verzoek om
een zilveren dubbeltje herhalen, tot eindelijk een
vierde Amsterdammer hem kon helpen, het zinken
muntstukje in ontvangst nam en er een van de
oude soort voor in de plaats gaf.
De meneer haastte zich nu weer naar het glazen
huisje terug met het nieuw-verworven geldstukje
tusschen duim en vinger. Of het nu kwam doordat
hij steeds onrustiger was geworden, weet ik niet,
maar in plaats van zijn kostbaar bezit stevig vast
te houden liet hij het vallen. Het lag daar ergens
in de dikke modderlaag, die toen nog het plein
dekte.
Maar waar?
De goede man zocht en zocht, links en rechts
van de telefoon cel, er achter en er voor maar het
dubbeltje bleef onvindbaar. Hij werd steeds schutte
riger, telkens dacht hij het muntje te hebben, maar
telkens dienden zijn vergeefsche grijpbewegingen
alleen om de waarheid aan te toonen van het beken
de gezegde, dat een dubbeltje ver rollen kan.
Eindelijk gaf hij zijn pogingen op en vervolgde
teleurgesteld zijn weg.
Maar er was een niet belangeloos toeschouwer
aanwezig op, of althans bij, het terrein, waarop de
meneer bewezen had, dat er ook op den regel „zoekt
en gij zult vinden" uitzonderingen zijn.
Want wie kwam daar, toen de meneer een eind
weg was, om den hoek van een straat schieten,
overzag in één ondeelbaar oogenblik het terrein,
deed een vastberaden greep in de modder en
had het dubbeltje?
Dat was, lezer, de Amsterdamsche straatjongen,
die nu fluitend doorliep, een dubbeltje rijker!
J. C. E.
Termijn voor aanmelding bij de
Nederlandsche Kultuurkamer
•s-GRAVENHAGE, 20 Maart. Van bevoegde zijde
wordt medegedeeld:
Op 2 Maart zijn de gilden voor muziek, beeldende
kunsten, film en letteren van de Nederlandsche Kul
tuurkamer opgericht. Op grond van de Kuituurkamer-
verordening moeten zij, die op een der bovengenoemde
gebieden werkzaam zijn, zich binnen vier weken na
de oprichting der gilden aanmelden. De termijn voor
aanmelding loopt dus 1 April 1942 af. Wie zich voor
dien tijd volgens de voorschriften heeft aangemeld,
heeft het recht zijn werkzaamheden op het terrein van
de Nederlandsche Kultuurkamer voort te zetten. Het
is dus in het belnag van de kultuurscheppenden, dat
zij zich uiterlijk 1 April aanmelden. Opgegeven moet
worden: naam, adres en beroep. De aanmeldingen
moeten worden gericht tot: De Nederlandsche Kul
tuurkamer, Tweede van der Boschstraat 44, Den Haag.
Karin Larsen, Tusschen de sterren.
Lochem. Uitg. Mij. De Tijdstroom.
Uitheemsch klinkt de naam van deze auteur,
doch de lezer heeft hier met een oorspronkelijk Ne-
derlandscch werk te maken, zoodat men geneigd is
aan een pseudonym te denken, waaronder reeds
vroeger gepubliceerd is, en waarachter sommigen
een bekende Hollandsche dichteres vermoed heb
ben. Bijkomstigheid waardoor de innerlijke waar
de van dit fijndoordachte levensverhaal natuurlijk
niet beïnvloed wordt, waarvan vorm en toonaard
op een voorname hoogte staan en dat door de hoofd
figuur van Marianne tot iets zeer bijzonders uit
roeit, terwijl personen en verwikkelingen overigens
iet algemeen menschelijke en betrekkelijk gewone,
niet te buiten gaan. Integendeel wat er al zoo in dit
boek met Marianne gebeurt, vindt overal en dage
lijks plaats: het is alleen de wijze waarop zü haar
leven aanvaardt en volbrengt, die haar tot het
buitengewone afzonderen. De schrijfster zet ons een
schets voor van een superieur mensch met zijn
reacties op alle gebeurlijkheden in een normaal
verloopend bestaan, met blijdschap en droefenis,
effenheden en schokken, vertrouwen en onzeker
heid: met dat alles afrekenend naar den geest van
de spreuk die Marianne, als Kind reeds op vaders
studeerkamer half onbegrijpend gelezen had: „Wat
men naar de algemeene wetten der wereldorde te
dragen heeft, drage men groothartig".
Zonder Móéder, is Marian bij dien vader kind ge
weest en tusschen hen beiden is een aanhankelijk
heid en een volledig begrip ontstaan waardoor heel
Marian's verder leven beïnvloed blijft; lang nog
na zijn dood heeft die eenvoudig zuivere, wijze
man net hart zijner dochter in bezit. De herinne
ring aan hem en aan een eerste ontluiken der liefde,
een kinderliefde nog, te broos om in het harde leven
door te bloeien, met André den speelkameraad uit
den tuin,het zijn de steeds weer opduikende
bronnen, waaruit, onbewust, Marianne's doen en
laten in het verdere leven stroomen zal.
Immers ook Marianne zal uit die teere jeugdsfeer
in het meer dagelijksche leven worden opgenomen,
trouwen met Frank, een zoontje Erik krijgen,
naast het kind dat Frank uit zijn eerste huwelijk
meebrengt; die kinderen zullen opgroeien met alle
lasten en lusten daaraan verbonden, er zal een hu
welijksband op het springen staan door onbe-
heerschte hartstochten, de kinderen zullen wederom
hun eigen moeilijkheden te doorworstelen krijgen
en één ervan zal zelfs tegen het .leven niet opkun
nen en het vrijwillig verlatenen zoo zal in Ma
rianne's bestaan van alles zich voordoen, wat in
het meest gewone leven zich ook voordoen kan en al
in ontelbaar veel verhalen verteld werd. Maar dan
blijft in Mariannes reacties op dat alles het. afzon
derlijke waardoor „Tusschen de Sterren" een groo-
te genegenheid bij velen zal kunnen opwekken. Het
kind Marian groeide op bij een vader wiens ge
negenheid even zuiver en belangeloos was als zijn
wijsheid verankerd in de nobelste denkers aller tij
den. Haar levenslot brengt het mee dat zij die als
kind opgedane geestelijke cultuur onbewust in prak
tijk brengt, al zijn hét nu en dan citaten uit ge
liefde dichters die met dat onbewuste in twee
spalt schijnen. Hier raken wij een punt waarbij
onze litteraire waardeering even halt houdt. Men
moet de figuur van Marianne niet als heldin in een
realistischen roman willen zien. Dan zou ze te kort
schieten: misschien zelfs buiten de waarschijnlijk
heid vallen, haar sereniteit en goedheid zal voor
menigeen toch al bijna boven menschelijke kracht
lijken. De waarde van dit verhaal ligt in de dich
terlijkheid waarmee die sereniteit door de alledaag-
sche dingen van het leven gemengd wordt en wijs
geerige waarden, als opheffing van het verschil tus
schen leven en dood, een zin krijgen ook voor dat le
ven van iederen dag. Het is bijna steeds weer de
herinnering aan haar vader die Marian dingen doet
zeggen die haar eigen wezensgoedheid verklaren. Zoo
bijvoorbeeld hier: „Hoe 15 het mogelijk, zeide hij
eens, dat de menschen in dit leven met zijn adem
beklemmende raadselachtigheid, met zijn schrik
wekkende ziekten en rampen nog den miserabelen
durf bezitten elkaar binnenskamers langzaam en
spitsvondig te vermoorden." Of in dit, als haar
Erik, haar blonde prachtige jongen, die zoo vaak
aan haar vader deed denken, uit het leven heenging:
„Maar toch zijn niet leven en dood één in den
geheimen oergrond van het Zijnde? Ziet niet,
wie zich diep over de bron van het leven buigt, in
de raadselvolle oogen van den dood? Neen, het le
ven is niet verschrikkelijk voor dengene die den in-
nerlijken glans der dingen schouwt, voor dengem
aie weet hoe al het bestaan in een overaardsche
stilte rust."
Het is een eenvoudig maar hooggestemd levens
verhaal, waarvan de duisterste fasen toch steeds door
het flonkeren der sterren doorlicht blijven en waar
van de lezing een groote waardeering voor de figuur
van de schrijfster, die Marian schiep, doet ont
staan.
J. H. DE BOIS.
Voordracht Hermann Eris Busse
De Duitsche dichter-schrijver Hermann Eris
Busse heeft Vrijdagavond op uitnoodiging van de
Werkgemeenschap Haarlem en Omstreken van de
Nederlandsch Duitsche Kuituurgemeenschap in de
tuinzaal van het Gemeentelijk Concertgebouw te
Haarlem uit eigen werk voorgelezen. Tot de aan
wezigen behoorden de Beauftragte van den Rijks-
kommissaris Gauinspecteur W. Unger. de Referent
voor Volksaufklarung E. Eggert, Wethouder M.
van Driel en de heer M. Gerisch, leider van de
N.S.D.A.P.-Ortsgruppe Haarlem
De avond werd geopend door den Nederland-
schen voorzitter M. de Koek van Leeuwen. ..die
er met een enkel woord op wees, hoe de schrijver
reeds voor 1930 het volksche element in zijn werken
heeft gelegd en daarmede blijk gaf, de gedachte
der komende tijden te verstaan.
Hierna begon de heer Busse zyn voordracht.
Reeds hebben wij over zijn werk het een en ander
in dit blad vermeld. Busse, geboren in Freiburg
in Éreisgau en nog steeds inwoner van deze stad.
heeft zijn hart verpand aan het landleven, het volk
en het landschap van zijn geliefd Baden en het
Zwarte Woud. Aan die verbondenheid dankt de
Schwarzwald-trilogie „Bauernadel", bestaande uit
„Das schlafende Land", „Markus und Sixta" en
„Der letzte Bauer" het bestaan. Ook in „Tautrager
beschrijft hij het dorpsleven van Zuidwest-Duitsch-
land. In de romans „Hans Fram", „Peter Brunn-
kat" en ..Talipan und die Frauen" is menige
episode uit het leven van den schrijver zelf ver
wekt. Een van zijn laatste werken is de machtige
roman „Der Erdgeist" en enkele jaren geleden
verscheen het boek „Zum silbernen Sterne
De voordracht van den heer Busse is zeer be-
heerscht. Zelfs zou men wel eens wat meer gloed
in zijn lezing willen hooren, maar toegegeven moet
worden, dat juist door dit ietwat monotone de
meesterlijke stijl en de uitnemende woordkeuze
tot hun recht komen. De aandacht immers blijft
ten volle op het voor te lezen werk gericht en doet
ieder trekje, dat het meesterschap tot uiting doet
komen, volle recht wedervaren.
De heer Busse heeft door de voorlezing van
een drietal fragmenten zijn gehoor een veelzijdigen
blik op zijn werk veroorloofd. Het eerste draagt den
titel „Die Erscheinung", een fijn schetsje, waar
in de gemoedstoestand wordt geanalyseerd van een
medicus, die door de vermeende verschijning van
zijn moeder zijn verleden doorleeft.
Vervolgens droeg de schrijver een hoofdstuk uit
„Der Erdgeist" voor en wel een gesprek tusschen
Professor Theophrastus Schönhut en den „Erd
geist" een dialoog vol wijsgeerige beschouwing,
die na de erkenning, dat er nog geesten zijn, die
het toekomstige kunnen doorgronden, doch dat
zij beurtelings voor wijzen en voor dwazen worden
versleten, tot de conclusie komt: „Tat und Geist
formen die Menschenwelt".
Tenslotte gaf de heer Busse een vroolijke ge
schiedenis „Die dritte Frau" ten beste, een mensch-
kundig verhaaltje, vlot verteld -met aanwendir.g
van de vereischte lokale kleur, een schetsje dat
onwillekeurig aan dien anderen volksverteller van
een vorige generatie, de Oostenrijker Peter Roseg-
ger herinnerde. Hij sloot met de voordracht van het
dicht „Der deutsche Geist",
Een dankbaar applaus loonde den heer Busse voor
zijn boeiende voordracht, een utinig van erkentelijk
heid, die door den heer Van Lanckeren Matthes in
een slotwoord onderstreep! werd.
CHOCOLADE
^SUIKERWERKEN
4 KWALIT
KWALITEIT
munt uit door
SMAKELIJKHEID
BONERA-GOUDA
Amsterdam werkt aan zijn toekomst. Voor den aanleg van tien geprojecteerde»
Mlddeuring door de hoofdstad zal worden overgegaan tot onteigening van het
groote complex huizen, dat. rich bevindt tusschen het kruispunt Muiderstraat-Ra
penburgstraat en de uitmonding van de Jodenliouttulnen. Pax-Holland-de Haan-m.
MAAGZUUR
Bil SLECHTE OOI
""I SPUSVERTEERING
van Dn O. DUBOIS.
Orig.verpak, f.1.25, bij Apoth. en Drog.
If/iiaijuUMf
steeds, moot...
Ook over ons kunt U niet meer zóó
overvloedig beschikken als vroeger.
Vergeet niet, dot wij tegenwoordig
nog veel méér moeten doen, nu
onze oudste zuster Persil tijdelijk
niet kan meehelpen. Bovendien
zijn er steeds méér menschen, die
van onze diensten gebruik willen
maken.
Wees dus zuinig met ons. Wij zijn
er nog steeds, moor... de fabriek
regelt het zóó, dat we iedereen
zooveel mogelijk in gelijke mote
bedienen.
Nederlandsche Fenil-Maatschoppij N V. Amsterdam
Fabrieken »e Jvtphoos bij Utrecht
Palace: Vergeten vrouwen
Het gegeven van deze film is zeer merkwaardig
en berust op een ware geschiedenis die zich in 1924
in een deftig damestehuis heeft afgespeeld. De na
men der personen zijn echter alle gefingeerd.
Kamma von Riissing. een jong meisje van zeven
tien jaar, dat geen ouders meer heeft en een meis
jespensionaat heeft bezocht, is voor den dood van
naar moeder door deze ingekocht in een adellijk
damestehuis.
Conflicten tusschen al die deftige, intrigeerende.
egoïstische oude dames en het jonge meisje kunnen
niet uitblijven en Kamma voelt zich daar heele-
maal niet thuis.
De eenige dame die haar steeds de hand boven
het hoofd houdt en haar het leven nog een beetje
prettig tracht te maken is Fraulein von Benzon.
Kamma ontvlucht tenslotte het tehuis met een
schilder, die het plafond in een der zalen van het
tehuis moest repareeren. Als hij haar na eenigen tijd
verlaten heeft en haar zonder geld achterlaat, keert
ze in haar wanhoop, naar 't tehuis terug en daar
wordt haar baby geboren.
Ook nu weer is het Fraulein von Benzon, die haar
begrijpt en met alles helpt.
Na eenigen tijd wil de strenge, niets ontziende
abdis van het damestehuis Kamma en haar kind
weer de deur wijzen en dan besluit Kanima zelf
moord te plegen. Gelukkig wordt dit nog juist
bijtijds door Fraulein von Benzon ontdekt.
Dan ziet de abdis in dat ze te hardvochtig is ge
weest en Kamma en haar kind mogen in het tehuis
blijven.
Ziedaar de inhoud van dit aangrijpende filmwerk,
waarin Maria Landrock en Hedwig Bleibtreu zeer
knap de hoofdrollen vertolken, terwijl ook de overi
ge rollen in goede handen zijn.
In het voorprogramma behalve de journaals een
fraaie kleurenfilm „Dieren in bruiloftstooi".
J. E. ANDREAS.
Moviac: Als het circus komt
„Het leven in het zwarte woud", een interessant
documentair filmpje met zeer fraaie fotografische
opnemingen, is wel het hoogtepunt van het Moviac-
programma van deze week. „Als het circus komt"
is de titel van een filmpje dat aardige kijkjes geeft
uit het bonte circusleven. Welke bewerkingen oude
schilderijen en oude stukken steen moeten onder
gaan voor ze weer jaren meekunnen toont het
filmpje „Badgasten achter museummuren".
In het buitenlandsch nieuws zijn er opnemingen
van het front in Afrika en in Sovjet-Rusland. Het
binnenlandsch üieuws vertoont o.m. fragmenten uit
den bokswedstrijd Jo de Groot-Gerard van Loon,
die te Haarlem werd gehouden.
B. KORSTEN
Luxor: Jaloezie op bestelling
Bij de beoordecling van een filmscenario is het
wel eens gewenscht critische geest' thuis te laten,
omdat om der wille van het vlotte en meest ge
wenschte verloop de logica veelal geen rol speelt.
Dit schijnbaar onvriendelijk begin houdt niet in
dat Jaloezie op Bestelling geen aardige film is,
het tegendeel is waar.
Het kostschoolmeisje Ursi heeft het aan den
eenen kant niet erg getroffen met haar ouders en
met haar vriendinnetje. De ouders leven elk hun
eigen leven, papa als chirurg met drukke praktijk,
mama als beeldhouwster, die een groot deel van
den dag op haar atelier doorbrengt. Door een on
gelukkig toeval heeft er een botsing plaats tus
schen de auto van den dokter en een fietsrijdster.
die de hem onbekende vriendin van zijn dochter.
Eva blijkt te zijn. De dweepzieke romantische Eva
raakt op stel en sprong verliefd op den dokter,
zonder dat ze weet dat hij Ursi's vader is. Ze fan
taseert tegen Ursi over de ontmoeting, die ze gehad
heeft, vertelt dat „hij" verteld heeft, dat hij al 20
jaar ongelukkig getrouwd is en nog heel veel meer.
Ursi, die haar vriendin wel zoo'n beetje kent,
hoort haar toch wel belangstellend aan. maar ze
wordt des duivels, als ze ontdekt dat „hij" haar
vader is. Daar juist Eva bij haar zou komen lo-
geeren wil ze dat natuurlijk niet laten doorgaan,
maar haar ouders, die niets van Ursi's plotselinge
boosheid begrijpen, zetten de logeerpartij door. Voor
Ursi, die zich van haar thuiszijn zooveel had
voorgesteld, wordt het een groote teleurstelling. Ze
is heel eenzaam daar, door het bijna altijd afwezig
zijn van een van de ouders of van beide. Er dreigt
een catastrophe, voornamelijk door het optreden
van Eva, maar met grooi-menschelijke geraffineerd
heid weet het meisje Ursi nog juist bijtijds groot
onheil te voorkomen, ze opent de beide ouders de
oogen en brengt ze weer bij elkaar, juist toen het
geheel stuk dreigde te gaan. Het slot is een ge
lukkig vereend gezin, dat eindelijk eens gelijk met
elkaar aan tafel zit.
Er wordt uitstekend gespeeld in een prettig, vlot
tempo, de voornaamste spelers zijn Hannelore
Schroth, Geraldine Katt en Fritz Odemar. Een
Frans Hals: Peer Gynt
Wie de film Peer Gynt gaat zien om het meester
werk van den grooten Ibsen visueel te genieten
komt bedrogen uit. Zoo er geen naamsovereen-
komst was, niet enkele fragmenten, die uit het
werk gelicht zijn en niet Grieg's muziek, men
zou geen spoor ontdekken van de ontzagwekkende
schepping van den grooten Noor in het nog al vreem
de filmverhaal, waarvan Hans Albers de held is.
Is in dit opzicht de film dus rechtuit een teleur
stelling, de vele fraaie natuurtafereelen uit de
Noorsche bergwereld, de interessante bruiloft, de
schipbreuk en andere gedeelten maken de film toch
nog lang niet verwerpelijk. Daarbij toont Hans
Albers zich in de volle kracht van zijn routine
en zijn bravourstukjes doen het nog altijd. Ook het
spel der overigen is te waardeeren.
Als de film nu maar niet Peer Gynt heette! Want,
met respect voor menig aardig trekje, er is toch
raar gegrasduind in de echte Peer Gynt en het is
wel moeilijk, daar heelemaal los van te komen.
F. C. DERKS.
VERBINDING SCHIERMONNIKOOG—
OOSTMAHORN HERSTELD.
SCHIERMONNIKOOG, 20 Maart. De veerboot
„Brakzand" heeft na een periode van 65 dagen heden
den dienst tusschen Schiermonnikoog en Oostmahorn
hervat.
Mr. A. J. ZONDERVAN IN NEDERLAND.
UTRECHT. 20 Maart. De commandant der W.A.
mr. A. J. Zondervan die als Untersturmführer zijn
dienst verricht in het Nederlandsch legioen is gisteren
avond laat voor een kort verblijf in Nederland aange
komen. Bij een bezoek, dat hij bracht aan Mussert,
den leider der N.S.B., reikte deze hem het eereteeken
„Strijd en offer" dier beweging uit. Aan mr. Zonder
van is het ijzeren kruis tweede klasse verleend.
ZIJLSTRAAT 61, HAARLEM
Verzekering tegen
Oorlogsmolest
van Uw onroerende goederen,
inboedel, bedrijfsinventaris, enz.
Agente van de
Onderlinge Oorlogsschade Verz.
Mij. te Den Haag en
„Renovatum" te Amsterdam.
Vraagt vrijblijvend inlichtingen
or.'.i"!
tolkt
wordt is die van het dienstmeisje Pauline.
M. MEIJERINK—LEEMAN.
Papierfabrieken v. Gelder Zonen N.V,
Tot herkapitalisatie besloten. Resultaten
over 1941 niet gunstig
AMSTERDAM 20 Maart. In do hedenmorgen te Am
sterdam gehouden buitengewonne vergadering van pre
ferentie aandeelhouders der N.V. Ver. Kon. Papierfabrie
ken Van Gelder Zonen, bijeengeroepen in verband met de
voorgestelde herkapitaiisatie. waren aanwezig dertien
houders van preferente aandeelen. Gedeponeerd waren
zeventig aandeelen rechtgevend op het uitbrengen van
zeventig stemmen.
De heer Jr. J. K. Tromp, houder van eenige preferente
aandeelen, verklaarde, getroffen te zijn door het feit. dat
de motiveering voor de herkapitalisatie zeer summier
was. Hij achtte een verkeerd gebruik te zijn gemaakt
van de herkapltallsatle, daar geen stille of open reserves
werden aangewend. Het totaal der open reserves begroot
spr. op 4,3 mllltoen gulden. Herkapltallsatle kan niet het
motief zijn. Spreker ziet slechts een wijziging In de onder
linge verhouding van gewone, preferente aandeelhouders
en tantlemisten. Volgens spreker geschiedt een en ander
ten nadeele van de preferente aandeelhouders en ten
voordeele van tanticmlstcn. Directie en commissarissen
genieten ln normale gevallen uitgesproken voordeelcn,
daar zij deelen ln de overwinst bij een uitkeerlng van
4 dividend. Spr. noemt de uitkeerlng van een bonus
van 10 aan preferente aandeelhouders niet meer dan
een ..klontje'. Spr. stelt voor, om de bestuursvoorstellen
artikelsgewijs ln stemming te brengen te beginnen met
artikel 24. Voorts stelt hij voor de daarna volgende arti
kelen niet te aanvaarden, terwijl htj bij niet aanneming
van het bestuursvoorstel benoeming wenscht van een
comité van preferente aandeelhouders teneinde met het
bestuur tot een redelijker oplossing te komen. De heer
W. Smidt van Gelder antwoordde namens de directie, dat
ln hoofdzaak beoogd werd een statutenwijziging. De
kwestie der herkapltallsatle kwam eerst daarna. Uit de
agio reserve kan statutair geen uitkeering aan preferente
aandeelhouders worden gedaan, terwijl de bijzondere re
serve een bestemmingsreserve ls waaruit niet kan wor
den geput. Door de verlaging van het primaire dividend
tot 4 toucheeren ook tantlèmlsten minder. De wet staat
thans toe in de N.V. het primaire dividend met 20 V» te
verlagen. De wetgever deed dit. om de tantlèmlsten niet
te zeer In het gedrang te doen komen. Namens het bestuur
moet spr. het voorstel om een commissie te benoemen,
afwijzen. Het geheeie voorstel tot statutenwijziging is
in het belang der vennootschap en aangezien het onzeker
is. hoe de toestand na den oorlog zal zijn. is geen ader
lating gewenscht. De heer Tromp blijft echter bij zijn
voorstel, dat niet wordt ondersteund.
Daarna werden de bestuursvoorstellen aangenomen.
Een der aandeelhouders vraagt aan de directie, of deze
in staat is. mede te deelen. hoe de resultaten over het
afgeloopen Jaar zijn geweest. De heer W. Smit van
Gelder verklaart dienaangaande niet optimistisch te kun
nen zijn. In de eerste plaats moest een drastische produc
tie-beperking worden doorgevoerd.
Ten tweede werd een prijszetting voorgeschreven,
waarbij de verkoopprijzen gebaseerd werden op de kost
prijzen en geen rekening werd gehouden met de oi.der
bezetting van het fabrieksapparaat. Tenslotte werd de
winst over 1941 belangrijk beïnvloed door de super divi
dend belasting waarmede een bedrag van ongeveer een
millloen gulden gemoeid is. De resultaten over 1341 kun
nen dus niet zeer gunstig zijn.
De hierna volgende vergadering van gewone aandeelhou
ders kon geen doorgang vinden, daar het vereischte
quorum niet aanwezig was. Op 31 Maart zal derhalve een
nieuwe vergadering worden gehouden.