Volledig eerherstel van overste Mussert
VASTZITTEND
SLIJM—
ABDIJSIROOP
IN ENKELE REGELS
Vredegerech tshof
Ontstellende militaire ver
houdingen in oorlogstijd
Aan het aricst Is het volgende ntleerid:
Naar aanleiding van de voor het hof afgelegde verkla
ringen van getuigen en de opgaven der verdachten over
weegt het hof hot volgende:
Uit de verklaringen van de ^tuigen: Den Boer, Van der
Flier, Van der Mark. De Roon, Van Ingen Sehenau, zoo
mede uit de bekentenis van den verdachte is komen vast
te staan, dat op 14 Mei 1940 omstreeks 4 uur des namiddags
de verdachte Kruithof eenige malen met zijn dienst
pistool heeft geschoten op den luitenant-kolonel Mus
sert, tengevolge waarvan deze zoodanig is verwond, dat
hij aan de bekomen verwondingen is overleden, gelijk
door de getuigen-deskundigen Bauer en Folmer wordt be
vestigd. Uit de verklaringen van eerstbedoelde getuigen,
zoomede uit de bekentenis van den verdachte Bom. is
gebleken, dat deze ter zelfder plaatse en tijd genoemden
luitenant-kolonel Mussert onder bedreiging met zijn
dienstpistool heeft gesommeerd de handen omhoog te
houden en zich als arrestant aan hem, verdachte, over te
geven. Verdachten hebben ter rechtvaatdiging van hun
daad aangevoerd, dat zij zich gerechtigd achtten den lui
tenant-kolonel Mussert, hoewel hun meerdere in rang, te
arresteeren, vermits zij overtuigd waren in het belang der
landsverdediging daartoe verplicht te zijn. Bovendien
heeft de verdachte Kruithof er zich op beroepen uit zelf
verdediging te hebben gehandeld, toen hij de doodelijke
schoten loste, omdat hij in de meening verkeerde, dat de
luitenant-kolonel Mussert bij verzet tegen zijn arrestatie
van zijn vuurwapen gebruik wilde maken.
Voorzoover het klaarblijkelijk beroep op noodweer,
door verdachte Kruithof gedaan, afhankelijk is van de
vraag naar de rechtmatigheid der arrestatie van den lui
tenant-kolonel Mussert door beide verdachten, stelt hét
hof In de eerste plaats dienaangaande het volgende vast.
Verdachten, zijnde de reserve-kapitein Bom en de re
serve-eerste luitenant Kruithof, hebben zich vergrepen
aan de- waardigheid en de vrijheid van den luitenant
kolonel Mussert. hun meerdere in rang. zonder dat zij.
persoonlijk en uit eigen ervaring volgens de uitdruk
kelijke verklaring van de belde verdachten eenige
handelwijze van dien luitenant-kolonel hadden vastge
steld, waaruit zy redelijkerwijze de overtuiging konden
t bekomen omtrent landsverraderltjke bedoelingen zijner
zijds. Onder deze omstandigheden Is het hof van oordeel,
dat de arrestatie door de verdachten van den luitenant-
kolonel Mussert op eigen gezag, zonder eenige daartoe
bekomen opdracht of aanwijzing, in den meest volstrek
ten zin als onrechtmatig moet worden aangemerkt, waar
bij nog als bijzonder verzwarende omstandigheid komt,
dat verdacthten deze daad hebben gepleed in tijd van
oorlog, wönneer de militaire verhoudingen van gezag en
tucht op. de nauwgezette wijze in acht genomen behooren
te worden. Weliswaar is door den raadsman der verdach
ten aangevoerd, dat in verband met het bepaalde in arti
kel 67, sub 3, van het wetboek van militair strafrecht de
kapitein Bom krachtens zijn hoedanigheid van vakcom
mandant binnen het betrokken vak de meerdere zou zijn
geweest van den luitenant-kolonel Mussert. die in het
bedoelde gebied zelf geen commando zou hebben gehad,
zoodat de kapitein Bom, optredend tegen den luitenant
kolonel Mussert, gelijk hij deed, in deze omstandigheden
niet geacht kon worden tegen zijn meerdere te zijn op
getreden. Naar het oordeel van het hof vindt deze op
vatting echter in zooverre geen steun in de aangehaalde
bepaling, als de luitenant-kolonel Mussert voor en ten
tijde zijner arrestatie niet alleen op geenerlel wijze bij de
verdediging van bedoeld vak betrokken was. maar zich
evenmin gemengd had in de bevelsverhoudingen binnen
bedoeld vak en daartoe ook geenszmstthet voornemen te
"kennen had gegeven, zoodat te zijnen1 opzichte er geen
sprake ^an kon zijn, dat hij onder de bevelen van ver
dachte Bom als vakcommandafit zou hebben gestaan.
Voorts is door verdachten ter rechtvaardiging van hun
handelwijze een beroep gedaan op een samenloop van
omstandigheden, welke als overmacht op hen zou hebben
gewéWct, tengevolt^ waarvan zij ertoe zouden zijn over
gegaan tegen hun meerdere op te treden, gelijk zij deden.
Bedoelde omstandigheden zouden hebben bestaan in
de geruchten, welke zich in den oorlog rondom den per
soon van den luitenant-kolonel Mussert hadden gevormd
en de strekking hadden aan de eerlijkheid zijner bedoe
lingen met betrekking tot de belangen der landsverdedi
ging tè twijfelen, zoomede in de noodzakelijkheid voor de
veiligheid en het behoud van de vesting Holland er voor
te waken, dat de luitenant-kolonel Mussert geen nadee-
ligen invloed zou kunnen uitoefenen op de krijgsverrich
tingen in béï vak. welks verdediging aan den verdachte
Bom was opgedragen.
Ook dit verweer acht het hof niet aannemelijk, vermits
de beoordeeling van de betrouwbaarheid en militaire ge
schiktheid van den luitenant-kolonel Mussert onder gee
nerlei omstandigheid aan de verdachten toekwam, wier
eerste plicht hot was een meerdere, van wien hun per-
is oorzaak'van hoestbuien,
pigpen op de luchtpijp en
benauwdheid op de borst!
Neem dan direct de zacht
slijmoplossecde Abdijsiroop
Vanouds beproefd bij hoest,
y griep, bronchitis, asthma.
AKKER'S
UITGAAN
Heden WOENSDAG 29 APRIL:
Gemeentelijk Concertgebouw: De Kiliam Hawaiians
7.30 uur.
Frans Hals Theater: „Kinderarts Dr. Engel",
2.30, 6.30 en 8.45 uur.
Luxor Theater: „Een leven vol muziek", 2.30.
6.30 en^8.45 uur.
"Rembrandt Theater: „Storm over den Afsluitdijk"
2.30, 6.30 en 8.45 uuc.'
Palace: „Onder valsche verdenking", 2.6.30
en 8.45 uur.
Moviac: Gevarieerd programma van 12 uur af.
DONDERDAG 30 APRIL:
Gemeentelijk Concertgebouw: Piano-avond (Beet
hoven-sonaten) -Karei de Jong. 7.30 uur.
Groote Kerk: Orgelbespeling van 34 uur.
Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags
en des avonds.
Apotheken
De volgende apotheken te Haarlem zijn van des
avonds acht tot des morgens acht uur (ook op Zon
dag) geopend:
Firma C. G. Loomeijer en Zn., Barteljorisstraat
11. Tel. 10175.
Park Apotheek, Kleverparkweg 13. Tel. 11793.
Teyler Apotheek, Teylerplein 79. Tel. 17946.
Te Heemstede is geopend:
Apotheek Schotsman, Binnenweg 206, Tel. 28320.
Hoofdredacteur: C. J. van Tilburg,, Heemstede
PIv. Hoofdredacteur'! G. X. I-eeuders, Heemstede
Eerste medewerker: F. C. Berks, Haarlem*"
De res. kapitein Bom en de res. 1ste
luitenant Kruithof veroordeeld resp.
tot 10 en 20 jaren gevangenisstraf
soonlijk geeneiioi landsverraderlijk gedrag was gebleken
cn die door hoogere commandanten in zijn militaire waar
digheid werd gehandhaafd, als zoodanig te eerbiedigen.
'Deze plicht .van verdachten is naar het oordeel van h
hof van dien aard, dat van hen redelijkerwijs geëischt had
kunnen wordep, dat zij welke geruchten en vermoedens
ook aan dezen plicht ondergeschikt zouden fwbben ge
maakt, te meer daar zij moesten weten, dat ook de be
langen der landsverdediging,waarvoor zij wilden opkomen,
door niets meer konden worden geschaad, dan door aan
tasting der militaire verhoudingen van gezag en lucht.
Verdachten hadden derhalve naar het oordeel van het hof
aan den drang der omstandigheden, waarop zij zich be
roepen. redelijkerwijs weerstand moeten bieden.
Het hof stelt mitsdien vast. dat de verdachten Bom en
Kruithof de hun respectievelijk telaste gelegde misdrijven
hebben gepleegd, terwijl van geen gronden is gebleken,
welke hun strafbaarheid zouden kunnen opheffen.
Met het oog op de bepaling van de mate van strafwaar
digheid der verdachten acht het hof het noodzakelijk de
overige voor het hof afgelegde getuigenverklaringen aan
een nader onderzoek te onderwerpen.
Het hof stelt daarbij op den voorgrond, dat de ver
dachten zoowel persoonlijk, als bij monde van hun ver
dediger niet in gebreke zijn gebleven zonder eenig voor
behoud hun dwaling met betrekking tot den persoon van
den luitenant-kolonel Mussert te erkennen «n hun over
tuiging uit te spreken, dat aan zijn ongerepte krijgsmans
eer op geenerlei wijze meer kan worden getwijfeld.
Overweging van de bedoelde getuigenverklaringen heeft
het hof de overtuiging geschonken, dat zij, die aan de
goede trouw van den luitenant-kolonel Mussert hebben
getwijfeld, veelal niet alleen van aan misdadigheid gren
zende lichtvaardigheid hebben blijk gegeven, maar zelf
grootendeels mede oorzaak van het te zijnen opzichte
gewekte wantrouwen zijn geweest en ln de hoogste mate
zelf schuldig staan aan het ongunstig verloop der krijgs
verrichtingen. hetwelk ten onrechte den luitenant-kolo
nel "Mussert werd aangerekend.
Daarbij is mede uit verschillende verklaringen van ge
tuigen komen vast te staan hoeveer de hoogste militaire
berichtgeving omtrent de beweerde aanwezigheid van
hlnnenlandsche vijanden en verraad er toe heeft bijge
dragen de geestkracht der Nederlandsche troepen te
ondermijnen en een algemeene stemming van wantrou
wen te wekken, waardoor alleen reeds de krijgsverrich
tingen tot mislukking gedoemd waren.
HEt hof wijst in dit verband in het bijzonder op
de desbetreffende verklaringen van den reserve-luitenant
Van Andel, commandant der vesting Holland, en den
kolonel Van der Bijl, commandant der lichte divisie.
Het hof stelt vast, dat de beruchte landverraad-legende
eenerzijds onopzettelijk de oorzaak is geweest van den
diep teleurstellenden gang der krijgsverrichtingen, terwijl
zij anderzijds opzettelijk gebezigd is om de schuld van
dezen gang van zaken te bemantelen.
Voorts is aan het hof een grenzelooze mate van licht
vaardigheid gebleken, waarmede hoofdofficieren met ver-
waarloozing van hun eerste militaire plichten aanleiding
tot wantrouwen in de gezindheid van dén luitenant
kolonel Mussen meenden te kunnen vinden en den geest
van dit wantrouwen weder op anderen, bepaaldelijk op
hun onderhebbenden, overbrachten. Het hof wil in dit
verband buiten bechouwmg laten verklaringen van de
soort als van getuige, den reserve-eerste luitenant Van
der Valk. die uit dg omstandigheid, dat te Dordrecht bij
een lid der N. S. B. een doosje looden luchtdrukkogeltjes
was gevonden, waarvan het hof weet, dat deze voor het
gebruik van een zoogenaamde windbuks gebezigd wor
den, reden tot wantrouwen ten opzichte van hen, die tot
bedoeldé beweging behoorden, meende te kunnen putten,
omdat het hof ook afgezien van de niet te qualificee-
ren dwaasheid dezer verklaring mede uit de omstan
digheid, dat de luitenant-kolonel Mussert door de Neder
landsche legerleiding in zijn militaire functie is gehand
haafd, vaststelt, dat er tusschen de N. S. B. en den lui
tenant-kolonel Mussert geenerlei verstandhouding be
stond, al zou het hof het bestaan van een zoodanige ver
standhouding uiteraard niet als eenlgen redelijken grond
tot wantrouwen hebben aanvaard, vermits hét hof uit
eigen wetenschap bekend is, dat de beginselen dier be
weging de vervulling van den uitersten plicht jegens het
vaderland eischen. Het hof wil daarentegen naar voren
brengen de verklaringen van getuigen, die als comman
danten met den luitenant-kolonel Mussert tn diens hoe
danigheid van kantonnementscommandant van Dordrecht
hebben moeten samenwerken. Uit de verklaring van ge
tuige mapoor De Bie blijkt, dat deze een groote mate van
wantrouwen tegen den luitenant-kolonel Mussert koester
de .vooral doordat deze laatste hem bevolen had met het
oog op vijandelijke' pantserwagens aangebrachte versper
ringen. „K"-roUen genaamd, uit den weg te ruimen, ten
einde het in eigen dienst staand verkeer niet te belem
meren, zulks terwijl getuige De-Bie voor zichzelf de
zekerheid bezat, dat vijandelijke pantserwagens naderden,
hetgeen ook inderdaad gebleken is het geval te zijn ge«
weest. Het hof acht het opkomen van twijfel aan de
juistheid van het vorenbedoelde bevel van den luitenant-
kolonel Mussert op zichzelf allerminst onredelijk, maar
stelt vast, dat, Indien de betrokken commandanten hun
plicht hadden gedaan gelijk in een dergelijk geval ge
boden door van hun bevinding onverwijld melding te
maken, zoodat zij ter kennis van het commando van de
vesting Holland, waartoe de hierbedoelde onderdeden
Sehoorden, was gekomen, aanstonds gebleken zou zijn,
at in het gemelde bevel van den luitenant-kolonel Mus
sert geenerlei grond tot wantrouwen aan zijn eerlijke
bedoelingen kon hebben gelegen. De commandant dei
vesting Holland, de reserve-Iuitenant-generaal Van Andel.
heeft immers voor het hof verklaard dat hy zelf aan den
luitenant-kolonel Mussert telefonisch had medegedeeld,
dat een Fransche lichte divisie van uit het zuiden in de
richting Moerdijk ter versterking onzer troepen oprukte
en dat de luitenant-kolonel Mussert inderdaad op grond
van die mededeeling aanleiding had aan te neeien, dat
ook al naderden vreemde pantserwagens, deze niet als
vijandelijke konden worden beschouwd, zoodat daarop niet
geschoten moest worden en hun geen hinder ln den weg
gelegd. De getuige, de majoor De Bie. heeft in zooverre
aan zijn militairen plicht voldaan als hij,* gelijk hij ver
klaard heeft, van zijn vorenbedoelde bevinding mededee
ling heeft gedaan aan zijn regimentscommandant, de lui
tenant-kolonel Mijsberg, die echter, naar deze als getuige
voor het hof heeft verklaard, in gebreke is gebleven, op
gevende, dat de gelegenheid daartoe hem ontbrak, van
deze mededeeling aan hoogere commandanten kennis te
geven. Getuige, de luitenant-kolonel Mijsberg, is derhalve
naar het oordeel van het hof in belangrijke mate mede
schuldig geweest aan den groeienden geest van wantrou
wen tegen den persoon van den luitenant-kolonel
Mussert.
Voorts is aan het hof gebleken uit de Verklaringen van
verschillende getuigen, dat de majoor De Bie en de lui
tenant-kolonel Mijsberg, hoewel zij aan hoogere com
mandanten geen mededeeling deden van nun wantrouwen
ln den persoon van den luitenant-kolonel Mussert en van
de feiten waar dtt op steunde, zich niet hebben ontzien
daaromtrent ln den breede overleg te plegen met hun
onderhebbende officieren, waarbij voorzoover den majoor
De Bie betreft. gelijk uit dfe verklaringen van getuigen
de reserve-eerste luitenant Oltmans er. de eerste luite
nant Davidson blijkt gesproken is over de vraag of
men de bevelen van den luitenant-kolonel Mussert nog
verder zou opvolgen en zelfs over het voornemen hem
van het leven te berooven.
De lichtvaardige wijze, waarop hoogere officieren zich
in een stemming van wantrouwen jegens den luitenant
kolonel Mussert lieten brengen, is. aan het hof gebleken
uit de verklaring van den luitenant-kolonel Van Diepen-
brugge, die voor het hof heeft opgegeven, dat de eigen-,
aardige manier, waarop de luitenant-kolonel Mussert zijn
vragen stelde, en diens Onvoldoende bekendheid met den
militairen toestand ter plaatse zijn wantrouwen in den
persoon van dien officier opwekte. Van zeer groote be-
teekenis voor den groet van den geest van wantrouwen
tegen den luitenant-kolonel Mussert acht het hof de niet
genoeg te laken houding van zijn kapitein-adjudant, den
getuige Van der Mark, die zich niet heeft ontzien, achter
den rug van zijn chef. den luitenant-kolonel Mussert, om
met een beroep op het ten aanzien van dien chef bestaand
wantrouwen waarvan deze getuige in zijn hoedanigheid
van adjudant zeker de ongergrondhéid moest kennen
reeds den I2de:s Mei zich te wenden tot den commandant
der groep Kil met het zeer dringend verzoek te bevorde
ren, dat de luitenant-kolonel Mussert van zijn commando
zou worden ontheven, aan welken aandrang de gemelde
commandant, de reserve-kolonel Van Andel, gelijk deze
als getuige voor het hof he»ft verklaard, gevolg gegeven
heeft. Toch had naar het oordeel van het hof, ook deze
maatregel niet tot gerechtvaardigd wantrouwen jegens
clen persoon van den luitenant-kolonel Mussert bij de
betrokken militairen moghn leiden, nadat de commandant
der vesting Holland, de Efiserve-luitenant-generaal Van
Andel gelijk deze voor het hof verklaard heeft
vorenbedoeiden maatregel, waarvan hem de ongegrond
heid was gebleken, onverwijld ongedaan had gemaakt,
door den luitenant-kolonel Mussert in zijn commando te
herstellen, terwijl deze getuige bovendien voor het hof
heeft verklaard, dat hij als commandant der vesting Hol
land van de betrokken hoofdofficieren samenwerking
me» den luitenant-kolonel Mussert heeft geeischt. Het
hof stelt vast, dat desondanks deze hoofdofficieren in alle
opzichten in gebreke zijn gebleven gflijk uit de verkla
ringen van de betrokken getuigen, de luitenants-kolonels
Mijsberg en Van Diepenbrugge en den majoor De Bie is
gebleken de noodzakelijke medewerking aan den lui
tenant-kolonel Mussert te verleenen, doordat zij hem niet,
onvolledig of verkeerd inlichtten op zijn desbetreffende
vragen in zake militaire aangelegenheden, terwijl zij aan
zijn bevelen niet voldeden. Het hof brengt in dit verband
naar voren de verklaringen van de getuigen, de reserve
luitenant-generaal Van Andel, commandant der vesting
Holland en van den kolonel Van der Bijl, commandant
der lichte divisie, onder wier bevelen de hierbedoelde
commandanten zich bevpnden. waaruit zonder eenig voor
behoud blijkt van hun afkeuring ten aanzien van het ge
drag dezer commandanten, die eigenmachtig zonder
voorkennis van hun chefs de in het belang der krijgs
verrichtingen geboden medewerking aan den luitenant
kolonel Mussert niet hebben verleend, zoodat de onguns
tige gang dier krijgsverrichtingen waarlijk niet aan den
luitenant-kolonel Mussert, maar veeleer aan hen. die hem
niet in staat stelden zijn taak naar behooren te vervullen,
te wijten is. In dit verband wil het hof nog woordelijk
aanhalen de verklaring van den getuige, den reserve-
luitenant-generaal Van Andel, commandant der vesting
Holland, dat „de wijze, waarop de overste Mussert in den
beginne met zeer weinig geoefende troepen Dordrecht
heeft vePdedtgd, loffelijk was", terwijl deze gezaghebben
de getuige bovendien verklaard heeft de overtuiging t«
hebben gehad, dat de luitenant-kolonel Mussert te Dord
recht tot den laatsten mpri zou stand houden. Het is aan
het hof gebleken, dat eenige getuigen hebben Verklaard,
dat de luitenant-kolonel Mussert eigenschappen bezat en
andere miste, waardoor aan zijn militaire geschiktheid
om in oorlogstijd onder de moeilijkste omstandigheden
als commandant van Dordrecht op te treden, werd ge
twijfeld Het hof is echter van meening. dat het oordeel
daaromtrent uitsluitend aan de legerleiding toekomt, die
getoond heeft den luitenant-kolonel Mussert door zijn
plaatsing in'het door hem gevoerde commando daarvoor
geschikt te achten, terwijl de door den commandant dèr
vesting Holland getroffen maatregelen als bovenbedoeld
eveneens daarop duidden.
In elk geval acht het hof het volstrekt ontoelaatbaar,
dat lagere commandanten zich een beoordeeling dier ge
schiktheid zouden aanmatigen en door den luitenant-kolo
nel Mussert gegeven bevelen op eigen gezag niet zouden
opvolgen, voorzoover deze bevelen hun onjuist zouden
voorkomen.
Het hof stelt mitsdien vast. dat voor gerechtvaardigd
wantrouwen in den persoon 'van den luitenant-kolonel
Mussert uit hoofde van diens gezindheid geenerlel grond,
hoe ook genaamd, aanwezig is geweest en dat zijn ge
schiktheid om in oorlogtijd als commandant van Dor
drecht op te treden vaststaat door zijn aanwijzing als "zoo
danig door den commandant der vesting Holland. Het
hof stelt voorts vast. dat verschillende lagere comman
danten, waarvan het hof een aantal als getuigen heeft ge
hoord, die op grond van twijfel hetzij aan de gezindheid
hetzij aan de geschiktheid als vorenbedoeld van den lui
tenant-kolonel Mussert tot eigenmachtige verbreking der
militaire gezagsverhoudingen zijn overgegaan, zich aan
een der ernstigste vergrijpen, inzonderheid in oorlogstijd,
hebben schuldig gemaakt, terwijl deze commandanten
door van hun persoonlijke opvatting met betrekking tot
den luitenant-kolonel Mussert ook aan hun onderhebben
den te doen blijken, ten zeerste tot het groeiend wan
trouwen jegens dien hoofdofficier hebben bijgedragen.
Daarmede hebben zij niet alleen een behoorlijk verloop
der krijgsverrichtingen benadeeld, maar stellig ook het
feitelijk vergrijpen aan den persoon van den luitenant
kolonel Mussert bevorderd.
Deze laatste overweging meent het hof in verband met
de bepaling van de aan verdachten op te leggen straf niet
buiten beschouwing te kunnen laten.
Waren de verdacthen, d» reserve-kapitein Bom en de
rescrve-lyitenant Kruithof, niet door het voorbeeld en de
gedragingen van hun meerderen, waarvan de luitenant-
kolonel Mijsberg en de majoor De Bie tot het beroeps
kader behoorden, mede opgezweept tot een stemming van
wantrouwen jegens den luitenant-kolonel Mussert en had
den zij onafhankelijk daarvan hun daad gepleegd, dan
zou het hof zeker niet geaarzeld hebben de zwaarste strai,
welke de wet toelaat, op hen toe te passen.
De omstandigheden, waaronder de verdachten tot hun
•ergrtjp jegens den persoon van den luitenant-kolonel
Mussert zijn gekomen, zijn echter naar het oordeel van
hel hof van dien aard, dat het in strijd met de rechtvaar
digheid zou zijn op deze beide verdachten, die toch slechts
sn schakel vormden in de keten van schuldoorzaken,
elke tenslotte tot het misdrijf, waarvoor verdachten te
recht staan, hebben geleid, de gevolgen der strafwet in
volle zwaarte hoezeer op zichzelf verdiend te doen
neerkomen.
Voorts acht het hof uit een oogpunt van strafwaardig
heid geboden tusschen beide verdachten te onderschei
den. Verdachte Bom, hoewel meerdere in rang, heeft
zich door den verdachte Kruithof laten overtuigen, dat het
belang» der landsverdediging de onschadelijkmaking van
den luitenant-kolonel Mussert zou eischen, in verband
rmede verdachte Bom tót arrestatie van den hoofd
officier besloot, en voorzoover hem betrof, aan dit voor
nemen uitvoering heeft_ gegeven. Uit de verklaringen van
getuigen is gebleken, 'dat verdachte Bom bepaaldelijk
niet beoogd heeft den luitenant-kolonel Mussert te doo-
den, daar hij hem alleen in arrest wilde stellen. De ver
dachte Kruithof daarentegen is niet alleen hetzij onmid
dellijk. hetzij middellijk, de aanleiding geweest tot het
optreden van den verdachte Bom tegen den luitenant
kolonel Mussert. maar is ook zonder daartoe eenige ojS
gracht van verdachte Bom te hebben gekregen bij diens
poging tot vrijheidsberoovtng van gemelden luitenant-
kolonel tusschenbeide gekomen en heeft daarbij op hem
de doodelijke schoten gelosj op een wijze immers in
borst en onderlijf van het slechtoffes.%-, welke blijk geeft
van misdadige achteloosheiq voor den persoon, dien hij
onschadelijk wilde maken.
Mitsdien is het hof van oordeel, dat met betrekking tot
et aan de beide verdachten telastegelegde misdrijf de
strafwaardigheid van den verdachte Kruithof aanzienlijk
hooger moet worden geacht te zijn dan die van den ver
dachte Bóm.
Overwegende, dat het voor beide verdachten bewezen
verklaarde voor ieder der verdachten oplevert het mis
drijf van: „feitelijke insubordinatie in tijd van oorlog",
strafbaar gesteld bij artikel 120 van het wetboek van mili
tair strafrecht.
Verklaart verdachten deswege strafbaar en veroordeelt
deswege verdachte Adrlaan Jacobus Cornells Bom tot ge
vangenisstraf voor den tijd van tien Jaar. en den verdache
Albertus Johan Kruithof tot een gevangenisstraf voor den
tijd van twintig jaar.
Het Duitsche boek in het lieden
Feestelijke opening der tentoonstelling
Dinsdagmiddag heeft de feestelijke opening plaats
gehad van de tentoonstelling „Het Duitsche boek in
het heden" te Haarlem. De middag was "gereserveerd
voor een ontvangst van een groot aantal genoodigden
in het Stadhuis, tijdens welke de officieele opening
plaats vond, daarna hebben de autoriteiten de ten
toonstelling bezichtigd en ten slotte had des avonds
in den Stadsschouwburg een bijeenkomst plaats, waar
op de Duitsche dichter Dr. Bruno Brehm uit eigen
werk heeft voorgedragen
DE OFFICIEELE OPENING.
Te drie uur waren een naar schatting 300 genoodig
den in de Trouwzaal van het Stadhuis bijeengekomen.
De trappen naar de burgemeesterskamer waren met
palmen en bloemen versierd, te midden waarvan een
buste van Hitler was aangebracht. Onder de aanwe
zigen werden opgemerkt de Gevolmachtigde van den
Rijkscommissaris, Gauamtsleiter Unger, Majoor Flöhl,
ortskommandant te Haarlem, M Gerisch, Ortsgrup-
penleiter der N.S.D.A.P. te Haarlem, H. Eggert, refe
rent fur Volksaufklarung und Propaganda, en de
overige Refereaten van den Beauftragte, de dichter
Dr. Bruno Brehm, de Burgmeester van Haarlem, de
Commissaris der Provincie Noord-Holland, Wethou
ders en Bestuursraden, een groot aantal burgemees
ters uit Noord-Holland, vele officieren der Duitsche
weermacht en functionarissen der N.S.B. en autori
teiten te Haarlem.
De bijeenkomst werd geopend met het optreden van
het Zepparoni-kwartet. dat Schafer's Aus dem Streich-
quartett op. 14 cis moll' Andante sostenuto u. allegro
moderato ten gehoore bracht. De voortreffelijke uit
voering kwam in de groote ruimte van de historische
zaal uitnemend tot haar recht.
Hierna werd de openingsrede gehouden door den
Gevolmachtigde, Gauamtsleiter Uhger, die in het bij
zonder den Duitschen dichter Dr. Bruno Brehm ver
welkomde en uiteenzette, dat het nationaal socialisme
het wezen der literatuur heeft gewijzigd, doordat
schrijvers en dichters zich in dienst stelden van het
nieuwe Duitschland. Het Duitsche boek van dezen tijd
geeft dan ook een beeld van het leven en strijden
van den Germaanschen mensch, dat niet uitsluitend
bestemd is voor het Duitsche volk. maar voor de ge-
heele Germaansche Volkengemeenschap, dus ook voor
het Nederlandsche volk, dat met nauwe cultureele
banden aan het Duitsche broedervolk is verbonden.
Spr. verklaarde hierna de tentoonstelling officieel
geopend.
Het Zepparoni-kwartet voerde daarna Haydn's Poco
Adagio cantabile uit, waarna een deel van het ge
zelschap zich naar de tentoonstelling begaf en de ex
positie in de Vleeschhal in oogenschouw nam.
DE TENTOONSTELLING.
Bleek eenige maanden geleden, dat .de Haarlem-
sche Vleeschhal zich uitnemend voor het geven van
een concert l?ent, ook voor tentoonstellingsruimte is
dit waardige gebouw uitstekend geschikt. De royale
afmetingen stellen in staat, de tentoon te stellen voor
werpen, toontafels e.d. aldus te plaatsen, dat het pu
bliek voldoende ruimte ter beschikking blijft. Daarbij
wordt het bezoek door de rij kolommen, die de zaal
in tweeën deelen als het ware gedwongen, één rich
ting te kiezen, hetgeen aan een rustige beschouwing
ten goede komt.
Overigens biedt dit interieur een voortreffelijke
sfeer voor een tentoonstelling als deze. De fraaie
architectuur geeft aan het geheel een stemming van
waardigheid, die onontbeerlijk is bij een cultureel ge
beuren als deze expositie. Een smaakvolle versiering
van palmen en bloemen verhindert intusschen, dat
de indruk van saaiheid, die een boekententoonstel
ling wel eens oplevert, wordt gewékt
Wat nu de tentoonstelling zelf betreft, allereerst
vraagt een aantal werken, aan Nederlandsche on
derwerpen gewijd, de aandacht, o.m. Wilhelmus van
NaSsauen, van' Kotzde; een volgende afdeeling is aan
den Nederlandschen Handel en Nijverheid gewijd.
Doch hierna komt het Duitsche Boek zelf aan de
beurt met een afdeeling kunst, waarbij wij heel wat
werken aantreffen, die ons uit de Hollandsche etalages
al vertrouwd geworden rijn.
Een belangrijke en uitgebreide verzameling uit dé
Nationaal-Socialistische lectuur vormt de volgende
afdeeling, waarin „Mein kampf" van Hitier natuur
lijk de eereplaats bekleedt. En hierna komen de di
verse afdeelingen: Wetenschap en Arbeid, Opvoeding
(met interessante lectuur als „Der Deutsche Lehrer
als Kultursehöpfer, Das Deutsche Frauenbuch. Mutter
und Kind im heutigén Staate c.a.) een uitnemende
verzameling kinder- en jeugdboeken, waarbij de
klassieke Struwwelpeter evenzeer vertegenwoordigd
is als de Hitier jungen Quex, een uitgelezen collectie
Luchtvaartlitteratuur, Handboeken, Landbouw en
Veeteelt, Tuinbouw enz.
Dat de afdeeling Techniek heel wat beziens- en le
zenswaardigs bevat spreekt vanzelf. Niet minder dan
drie afdeelingen zijn hieraan gewijd.
In het midden der tentoonstellingsruimte noteeren
we allereerst weer een afdeeling Nederland, ditmaal
in zijn verhouding tot Duitschland. een uitgebreide
verzameling Duitsche Dichtwerken, verder medische
wetenschappen. Litteratuur-geschiedenis, wereldge
schiedenis en wereldpoliliek. wijsbegeerte en ten laat
ste Rechtswetenschap Wie een behoorlijken indruk
van de tentoonstelling wil verkrijgen, zal er meer dan
één bezoek zeker aan dienen tc besteden, wil hij het
genot smaken, dat deze boeken-hoorn des overvloeds
biedt.
Het gezelschap autoriteiten, dat na de officieele ope
ning de tentoonstelling bezichtigde werd daarbij voor
gelicht door Dr. Lohse. leiter der Referats für Schrift-
turn beim Reichskommissar in Den Haag.
Pr. Bruno Brehm sprak te Haarlem
Voordracht uit eigen werk
Dr. Bruno Brehm, de bekende Duitsche roman
schrijver en winnaar van den nationalen boeken
prijs 1939, heeft Dinsdagavond in den Stads
schouwburg te Haarlem voor een groot aantal toe-
Volgens een Reuterbericht heeft het Amerikaansche
ministerie van marine van het «Congres de machtiging
gevraagd voor het koopen of bouwen van nog 24 lucht
schepen om den strijd tegen de duikbooten te ..verscher
pen". Het departement had reeds eerder machtiging ge
kregen voor den aankoop van 48 niet styve luchtschepen
De Britsche Berichtendienst deelt mede dat alle in
1904 geboren Engelsche vrouwen zich Zaterdag moeten
melden bij het arbeidsbureau van de plaats harer inwo
ning. Tevens is medegedeeld dat 19-jarlge meisjes niet
van betrekking mogen veranderen zonder verlof van het
arbeidsbureau.
Men meldt uit Washington; De secretaris der schat
kist heeft een leening aangekondigd voor de maand Mei
van 2 milliard dollar en een van 1 milliard dollar voor
Juni. Beide leeningen moeten de oorlogsuitgaven der vol
gende maanden dekken.
Op den politiepresident van Jeruzalem is gister
ochtend een bomaanslag gepleegd, naar vandaar wordt
gemeld. Voorzoover bekend, heeft hij het leven er af ge
bracht.
Volgens United Press heeft het hoofd der Fransche
regeering, Laval, aan admiraal Leahy, den ambassadeur
der Ver. Staten, in een afscheidsgesprek van een half uur
een uitvoerige toelichting gegeven op zijn politiek van
samenwerking, die Leahy moet overbrengen aan presi
dent Roosevelt Leahy vertrekt Vrijdag naar Washington.
Naar de Engelsche Nieuwsdienst uit Oklahoma
meldt, is de stad Prior geteisterd door een wervelstorm.
Een derde der woonhuizen werd verwoest. Honderden
menschen zouden zijn omgekomen en 250 gekwetst.
Aan de veiling te 's Gravenzande en Honselersdijk
zijn de eerste asperges weer aangevoerd. Er werd f 1.50
per bos voor betaald.
De 45-jarige proegbaas van de Ned. Spoorwegen H.
C. H. uit Den Haag is onder een electrischen trein geko
men en op slag gedood.
Bij de filmmaatschappij Cinetone te Amsterdam is
een arbeider in brand geraakt. Het slachtoffer liep zware
brandwonden op.
Bij een steekpartij te Oude Pekela is de jongeman J.
Imminga ernstig door messteken gewond.
Als gevolg van den harden wind hebben in den
drooggevallen N. O.-polder groote zandverstuivingen
plaats, waarvan velen last hebben.
De Hilvgrsumsche politie heeft een 14-jarigenjongen
gearresteerd, die als een volleerd inbreker eenige nachten
geleden was binnengedrongen in een lijstenfabriek.
Twee 15-jarige jongens te Hilversum zijn ingesloten
daar zij zich aan een aantal rijwieldiefstallen hebben
schuldig gemaakt.
Tot commissaris van politie te Zwolle ls benoemd mr
W. de Bouter, inspecteur van politie eerste klasse te Hil
versum.
De heer H. Sint Nicolaas, thans stationschef te Lage
Zwaluwe, is benoemd tot stationschef te Zwolle.
hoorders, onder wie verscheidene Duitsche en
Nederlandsche autoriteiten, een voordracht uit
eigen werk gegeven. Dr. Brehm, die in den vorigen
oorlog als officier zijn militairen plicht vervulde,
is de schrijver van een romantrilogie, die den oor
log van 1914 behandelt en verder o.a. van de
roman „Auf wiederseh'n Susanne" en „Die santte
Gewalt". Hij behoort tot de meest gelezen roman
ciers van het nieuwe Duitschland.
Aan het begin van den avond sprak de Referent
für Volksaufklarung und Propaganda, de heer Eg
gert, nadat vooraf een koor van den Nationalen
Jeugdstorm zich had doen hooren, een woord van
welkom tot de aanwezigen, in het bijzonder tot
dr. Brehm en de Beauftragte voor de provincie
Noord-Holland, Gauamtsleiter W. Unger.
Uit de fragmenten, die dr. Brehm vervolgens uit
eigen oeuvre voordroeg, bleek overduidelijk dat
men hier met werk van hooge literaire orde te
doen had. De^ schrijver beschikt over een sterk
beeldend vermogen en een krachtigen stijl, het
geen men reeds dadelijk ervoer in zijn „Ver-
suchung am Weihnaehten", een sobere, maar
uiterst imponeerende schets, die een episode uit
dr. Brehm s krijgsgevangenschap in Rusland tijdens
den vorigen oorlog in de herinnering terugroept.
Vooral in de dialoog, een bitter gesprek op den
heiligen Rvond in het vijandige land, komt het
talent van den kunstenaar om de zaken scherp en
direct voor te stellen treffend tot uiting. Ook in
„Die Pferde" toont dr. Brehm zijn vermogen als
dialoogsehrijver. In dit fragment ging het om een
onderwerp van wat luchtiger aard, n.l. een gesprek
met een kleinen vraagzieken wereldburger over
paarden en automobielen, waarin men de fantasie
van den auteur kon bewonderen.
Ongetwijfeld culmineerde dr. Brehm's voordracht
in zijn actueel opstel over Sovjet Rusland, dat een
felle aanklacht tegen het bolsjewisme vormt. De
toestanden, die de Duitsehers in de Sovjet Unie
aantroffen, tartten iedere beschrijving. Het volk
leefde er onder omstandigheden, die de onder
drukking van het tsaristische regime verre over
trof. De geestelijke en lichamelijke armoede van
den Sovjetburger geeft dr. Brehm weer in de be
schrijving van het gevangenenkamp te Minsk, waar
men niet meer van schaduwen van menschen, maar
van asch van menschen kon spreken.
Het bolsjewistisch systeem is volkomen harteloos
en het hecht totaal geen waarde aan mensche-
lijke rechten.
Dr. Brehm herinnerde er aan dat de groote Rus
sische schrijvers reeds vele tientallen jaren geleden
gewaraschuwd hebben voor den gevaarlijken koers
dien Rusland uitdreef. Dostojewsky voorspelde in
1870 dat er eenmaal toestanden zouden komen,
zooals de Sovjet Unie ze thans kent. Hun waar
schuwingen zijn zonder resultaat gebleven en het
beeld van de voortrazende troïka bleef bestaan.
Dr. Brehm besloot met zijn hulde uit ie spre
ken voor den Duitschen soldaat die nu aan het
bolsjewisme een halt toegeroepen heeft en wiens
strijd er een is voor de vrijheid van de geheele
menschheid.
De heer Eggert, die den schrijver voor zijn op
treden bedankte, knoopte aan dr. Brehm's laatste
woorden de uitspraak van den Führer vast: „Wij
zullen meer doen dan onzen plicht".
Italiaansch weermachtsbericht.
Aanvallen van Britsche pantser
wagens in Cyrenai'ca afgeslagen
ROME, 28 April (Stefani). Het 696e weermachts
bericht luidt:
In Cyrenaïca werden aanvallen van vijandelijke
pantserwagens afgeslagen door het welonderhouden
vuur van onze artillerie, terwijl de activiteit van ver
kenningsvliegtuigen eveneens groot was. De Engelsche
luchtmacht verloor bij een luchtgevecht een Curtiss-
jager.
Vliegtuigformaties ondernamen krachtige bombarde
mentsacties tegen het eiland Malta, waarbij militaire
werken en installaties van de luchtmacht en marine
getroffen werden. Een Spitfire werd neergehaald
In het Oostelijk deel van de Middellandsche Zee werd
bij een door onze torpedovliegtuigen ondernomen aan
val een schip van gemiddelde tonnage getroffen, dat
deel uitmaakte van een convooi. dat door vliegtuigen
en oorlogsschepen begeleid werd
Géneraal Giraud vertoefde
in Zwitserland
Zaterdag dit land weer verlaten
BERN, 28 April (D.N.B.) Naar officieel wordt ge
meld, ls de Fransche generaal Giraud, die eerst on
langs was ontsnapt uit de krijgsgevangenschap op den
„Königstein". 21 April onder een aangenomen naam
in Zwitserland gekomen. Zoodra zijn identiteit was
vastgesteld, werd hem vergund zijn reis voort te zet
ten en Zaterdag heeft hij Zwitserland verlaten.
Slachtoffers van misdadig Engelscli
bombardement
's-GRAVENHAGE, 28 April. Het aantal
slachtoffers van het meedoogenlooze Engelsche bom
bardement op de burgerbevolking van een stad in
het westen des lands, waarover wij enkele dagen
geleden berichtten, is intusschpn tot 27 dooden ge
stegen. In de ziekenhuizen bevinden zich nog 13
zwaargewonden.
De beslissing nadert
Binnen enkele weken, dagen of uren, dan zal het
sein voor den aanval gegeven worden. De komende
maanden zullen beslissen over de toekomst der Euro-
peesche volkeren. Deze toekomst is door den Führer
in handen gesteld van de strijders aan het Oostfront.
In het Oosten, daar zal de beslissing vallen, ook
over de toekomst van ons land en volk. Daarom staan
in het Oosten ook Nederlandsche mannen gereed om
het bolsjewisme te vernietigen. Nederlandsche man
nen vervullen een plicht die ook de uwe is, landge
noot.
De beslissing nadert. Zorgt er voor, dat u, ais deze
gevallen is, uw aandeel in den strijd geleverd zult
hebben.
Meldt u vandaag aan bij het Vrijwilligerslegioen
Nederland, Koninginnegracht 22 te 's-Gravenhage.
HOOFDKWARTIER VRIJWILLIGERS
LEGIOEN NEDERLAND.
FAILLISSEMENTEN.
De Haarlemsche Rechtbank sprak gisteren het volgende
faillissement uit:
Simon Johannes van der MelJ, schoenmaker, wonende
te Beverwijk. Baanstraat 111, curator Mr. K. A. F. J.
Pltester te Haarlem.
Rechter-Commissaris ln bovengenoemd flallissement Mr.
J. H. H. HUlsman te Haarlem.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Inlichtingen te bekomen aan het Politiebureau, Smede-
straat te Haarlem, tusschen 11 en 13 uur.
Terug te bekomen bij: Postkantoor, Schoterweg, bril;
van Heerden, Beeksteeg 21 A rood. jasje; Koomen, Har-
menjansweg 57 S. polood-penhouder; Voerman, Jan Ha
ringstraat 37, tasch met Inh.; Steenkist, Tetterodestraat
97, vulpen houder; Broeken, Vergierdeweg 226, vulpen.
De bekende Duitoche componist van solda
tenliederen cn marschen. prof. Herms Niels,
geeft deze week met het muziekcorps van
den Rijksarbeidsdienst een aantal volkscon
certen in ons land ten bate van het Ronde
Kruis. Foto .Widmann. Stapf-Pax Holland-O, fiintelen.
Een generaals-conferentle tc Benghasl. Links generaal Cruewell met Cavallero, die het
ridderkruis van het IJzeren Kruis verwierf. In het midden de Duitsche militaire attaché
Scherl-Fellinga-P.K, Bock-Schröter-Pax Holland-m.
Ter gelegenheid van de officieele opening van de tentoonstelling „Het Duitsche boek in
Een overzicht van de tentoonstelling „Het het Heden" in de Vleeschhal te Haarlem is een groot aantal genoodigden, o.w. vele
Duitsche bock in het Heden" in de Haarlem- autoriteiten door den Gevolmachtigde van den Rijkscommissaris. Gauamtsleiter linger,
sche .Vleeschhal, (Foto Peperkamp), in de Trouwzaal van het Haarlemsche Baad huis toegesproken. (Foto Peperkamp^