Onze buitenlandsche politiek in
nieuwe banen.
Voor den oogst: alle hens aan dek.
Kort en bondig.
Radiotoespraak van minister Mansholt.
Distributienieuws
Nationale Adviescommissie
iVan onzen Haagschen correspondent)
DE oude neutraliteits- later zelfstandig
heids- politiek genoemde richting van ons
buitenlandsch beleid behoort, vooral nu wij
door schade en schande wijzer zijn geworden,
tot het verleden.
Niet langer kan of wil Nederland zich in
de eerste plaats buiten het internationaal
gewoel houden. Men ziet zonneklaar in. dat
voortzetting van een staatkundige houding,
die bijkans een eeuw lang gevolgd is en die
in hoofdzaak hierop neerkwam, dat wij het
liefst ons buitenaf hielden, een onmogelijk
heid ware en in strijd met ons eigen belang.
Ook al mogen er redenen zijn om het te San
Francisco tot stand gekomen Charter van de
Vereenigde Volken lang niet in alle opzich
ten ideaal te vinden, men kan er - naar
reeds duidelijk gebleken is - staat op ma
ken, dat de Nederlandsche Regeering vast
van plan is er voor te waken, dat Nederland
na bekrachtiging van het Charter zijn daar
uit voortvloeiende verplichtingen ten volle
zal nakomen. Dat alleen reeds wil zeggen,
dat er voor zelfstandigheidspolitiek, zooals
zelfs ook nog onder den Volkenbond zooveel
mogelijk in acht werd genomen, in het ge
heel geen- plaats meer is.
Als men mij de vraag zou voorleggen, hoe
de burgerij, zelf hierover op het oogenblik
denkt, zou ik ronduit moeten antwoorden,
dat ik den indruk heb. dat zij in het alge
meen een betrekkelijk kleine groep van
intellectueelen daargelaten haar gedach
ten hierover nog heelemaal niet heeft laten
gaan. Maar zij. die aan de herboren en
overigens in nog hechteren vorm te herschep
pen Nederlandsche democratie de leiding
zullen geven, zijn er zich ter dege van be
wust. dat er voor ons land maar één moge
lijkheid bestaat, te weten die van het voeren
van een actieve buitenlandsche politiek.
Daaraan had het. men kan bijkans wel
zeggen totdat wij zelf in den jongsten we
reldoorlog betrokken raakten, gedurende een
eeuw zoo goed als geheel ontbroken.
Terstond na de bevrijding van de Fran-
eche overheersching in 1813 bleek de Souve-
reine Vorst, later Koning Willem I, zelf een
warm voorstander te zijn van een Neder-
landsch buitenlandsch beleid, waarbij wij
wél een rol in het internationale bestel zou
den spelen. Hij droomde van een. ook ten
koste van Duitschland. in belangrijke mate
grooter Nederland en al mocht hij dat doel
niet bereiken, de, in dien tijd in het bijzon
der door Engeland met warmte voorgestane
vereeniging van Noord- met Zuid-Nederland
(het latere België) was een kolfje naar zijn
hand.
In 1830 kwam er echter aan die „vereenl-
glng". welke in de praktijk veel meer een
..samensmelting" was geworden (met het
Noorden als overheerschende macht), een
einde. De Belgen hadden succes met hun
opstand en wisten de afscheiding door te
zetten, tengevolge van het feit, dat de Groote
Mogendheden, die op het Congres van Wee-
nen hun zegen aan deze uitbreiding van den
Nederlandschen staat hadden gegeven, in
1830 en na dien hun handen terugtrokken
van wat zij zelf tot stand hadden helpen
brengen.
Van dat oogenblik af is in het aldus weer
tot kleineren omvang teruggebrachte Ko
ninkrijk der Nederlanden vrijwel algemeen
de gangbare opvatting geweest, dat wij maar
verreweg het beste deden met ons nu voor
taan zooveel als slechts eenigszins mogelijk
was buiten de groote internationalee politiek
te houden. Mede om die reden slaakte men
hier te lande een zucht van verlichting, toen
er ten langen leste in 1867 een einde kwam
aan het ietwat penibele lidmaatschap van
de provincie Limburg (tot dien Hertogdom
geheeten) van den Duitschen Bond en ook
Luxemburg, waarover de Oranjes, tot in 1890
met het heengaan van Willem III de manne
lijke linie uitstierf, als Groothertog den scep
ter hebben gevoerd, buiten elk verband met
den Duitschen nabuur kwam.
Zeker, door onze koloniën in Oost en West
konden Wij ons niet heelemaal aan de inter
nationale belangstelling onttrekken. Maar
dat nam toch niet weg, dat steeds het wacht
woord was en bleef: angstvallig waken voor
het in acht nemen van een alom voelbare
neutraliteitspolitiek. Natuurlijk was hiermee
niet in strijd, dat wij gaarne aan de in 1899
en 1907 te 's-Gravenhage gehouden vredes
conferenties gastvrijheid verleenden, alsme
de aan een zoo pacifiek orgaan als het toen
geschapen Permanente Hof van Internatio
nale Arbitrage, in feite aan de uit de om
vangrijke lijst van eventueele scheidslieden,
die tezamen dat Hof vormden, van geval tot
geval samengestelde internationale scheids
gerechten, welke in.het Vredespaleis in den
Haag een geschikt ..tehuis" kregen. Ook
verder legde Nederland, wanneer het ging om
versterking van het internationale recht, on
getwijfeld activiteit aan den dag. Maar zoo
dra er zich kwesties van internationale po
litiek met alle gevaren van dien voordeden,
hield Nederland, waar en wanneer het maar
kon. zich er liefst buiten. Het is waar, ge
durende den Boerenoorlog (1899-1902). was
duidelijk merkbaar hoezeer de openbare
meening aan den kant van de stamverwante,
door de Britten tenslotte overweldigde. Bóe
ren-republieken (Transvaal en Oranje-Vrij
staat) stond. Doch de Regeering, onver
schillig of zij den liberaal Pierson dan wel
den Calvinlstischen anti-revolutionair Dr
Kuyper tot Premier had welke laatste
zich, toen hij nog in de oppositie was, juist
tegen de neutraliteitspolitiek van Pierson
en de zijnen gericht had! wachtte er zich
wel voor iets te doen in verband met dezen
strijd tusschen Boer en Brit, wat Groot-
Britannië aanstoot zou kunnen geven. Er ons
bulten houden bleef de levize, die ook gedu
rende den oorlog van 1914-T8 onverzwakt
gehandhaafd bleef.
Weliswaar trad Nederland na het tot stand
komen van den Volkenbond tot het Hand
vest toe. (wat feitelijk een opgeven van de
volstrekte neutraliteitspolitiek beteekende),
doch het duurde niet lang, of de heeren in
den Haag zetten alle zeilen bij om het Ne
derlandsche scheepje ook nu nog zoover mo
gelijk buiten de branding van internationale
verwikkelingen te houden, door voortdurend
te varen op het kompas van wat nu de zelf
standigheidspolitiek heette. Vandaar dat Ne
derland zich tegen het denkbeeld van de
verdragen van wederzijdschen bijstand keer
de en dat ook de grootst mogelijke voorzich
tigheid in acht werd genomen met betrek
king tot het tenslotte niet doorgegane Pro
tocol van Genève.
Aan de deelneming aan de sancties tegen
Italië, toen dit land zich vergreep aan Abes-
synlë, hebben wij ons niet onttrokken, maar
er ging bij het overgroote deel van de bur
gerij een zucht van verlichting op, toen Ne
derland mede tot opheffing van de sancties
besloot en tegelijkertijd kenbaar maakte, dat
men voortaan op ons ten aanzien van Vol
kenbondsancties niet meer hoefde te reke
nen. Geheel en al in overeenstemming met
een dergelijke gedragslijn was trouwens ook
de insgelijks door de Nederlandsche Regee
ring aangenomen houding, waarvoor zij steun
vond bij het gros van de openbare meening,
met. betrekking tot het Cineesch-Japansche
conflict. Japan mocht in Genève een slechte
aanteekening hebben gekregen als de onge
oorloofde aanvaller, onder meer in Neder
land overheerschte de opvatting, dat het
liefst daarbij moest blijven. Met het oog op
Indië vond ..men" het hier veel te gevaarlijk,
ook maar iets te steunen of aan te prijzen,
dat in de richting van gezamenlijk optreden
tegen Japan gegaan zou zijn. Dat ware im
mers weer in strijd geweest met de zelfstan
digheidspolitiek, waarvan men zichzelf wijs
maakte, dat zij de beste waarborgen voor
Nederland en Nederland-over-zee injiield om
buiten mogelijke gewelddadige internatio
nale botsingen te blijven.
En toen in 1933 bij onze groote Oostelijke
buren het barbarisme aan het bewind was
gekomen mocht men dat heel erg vinden,
doch hen, die er voor pleitten, onverwijld
een einde te maken aan alle betrekkingen
met een aldus geregeerden staat, en die er
voor waren, dat alle overige beschaafde
rechtsstaten dit zouden doen, beschouwde
..men" vrijwel algemeen ais verdwaasden-
Naar mate het gevaar van een Duitschen
aanval begon te groeien, deed zich steeds
meer de noodzakelijkheid voor om, alleen
reeds vanwege de eigen veiligheid, zorg te
dragen voor behoorlijke militaire samenwer
king, althans overleg met België. Maar wie
een dergelijk beleid voorstonden kregen ter
stond te hooren, dat zoo iets uit den booze
zou zijn, dat wij op die manier den Duit-
schers een stok zouden geven om den Ne
derlandschen hond te slaan en dat het der
halve veel beter was krampachtig trouw te
blijven aan de aloude, beproefd geachte zelf
standigheidspolitiek
Eindelijk, in den nacht van 9 op 10 Mei
1940 kwam men tot de bittere ontdekking
hoezeer dit alles niet had mogen baten. Nu
werd het roer meteen omgeslagen en koerste
's lands overheid zonder verder dralen de
richting van bondgenootschappelijke samen
werking tegen den Duitschen overweldiger.
Met vele anderen had ook Nederland duur
leëkgeld betaald voor het wel heel star en
lang vasthouden aan een staatkunde, die in
geen enkel opzicht rekening had gehouden
met de gevaren, welke men juist door steeds
maar zelfstandigheidspolitiek te prediken,
elders deed groeien, te weten bij aspirant
aanvallers, die het juist van zulk een poli
tiek moesten hebben.
Zoo is men na al wat sinds dien nog
ondervonden is nu wel tot het inzicht geko
men dat, los nog van welke idealistische
overwegingen ook, het welbegrepen eigen
belang van een land als het onze met zich
meebrengt, bij voorbaat samen te werken
met die staten, welke bereid zijn zich ge
zamenlijk tegen een eventueelen aanvaller
te keeren. De zelfstandigheidspolitiek heeft
afgedaan. Daaraan valt niet langer te twij
felen, en dit alleen reeds is voldoende voor
de conclusie, dat het buitenlandsch beleid
van Nederland thans in nieuwe banen gaat.
De Regeering beseft, dat Nederland met Ne
derland-over-zee een dusdanige beteekenis
heeft, dat het dwaasheid ware te meenen,
dat wij ons buiten de groote vraagstukken
van de internationale politiek zouden kun
nen houden. Of wij willen of niet, wij spe
len nu eenmaal een rol in het internationaal
bestel en moeten dat doen.
Dit is ten deele niet het geval met betrek
king tot de vermoedelijk ook wel aanwezige
bereidheid om ingeval van vorming van een
geschikt geachte regionale groepeering, tot
zulk een regionaal verband toe te treden.
Maar dat slechts onder den uit.drukkelijken
mits, dat zulk een groep zich niet tegen een
andere groep van nen, welke deel uitmaken
van de Vereenigde Volken, zou (kunnen)
keeren. In het bijzonder geldt dit ook nog
met betrekking tot de Sovjet-Unie. Het is
namelijk zonneklaar, dat de Nederlandsche
Regeering met de vroeger hier te lande ge
volgde anti-Russische politiek volkomen
wenscht te breken en alles voelt voor een
goede, eerlijke samenwerking, o.m. juist ook
met Rusland.
Ziet daar, in groote lijnen geschetst, de
actieve buitenlandsche politiek, welke men
thans in den Haag voorstaat. Niet langer
wenscht men, gelijk vroeger, vogel Struis na
te bootsen. Neen, het streven gaat geheel en
al in de richting van zich actief op interna
tionaal gebied te laten gelden. E. v. R.
De minister van Landbouw, Visscherij
en Voedselvoorziening, ir. S. L. Mansholt,
heeft Vrijdagavond in het kader der we-
kelijksche ministerieele radio-toespraken
een rede gehouden over ..Oogstproblemen
1945".
Midden Juli beteekent oogst! In normale
tijden voor alle handen werk, volop werk.
Nu beteekent het een tekort aan handen,
hier en daar zelfs een te groot tekort. Er
zijn vele oorzaken voor dit tekort en er
bestaat geen mogelijkheid deze moeilijk
heden op korten termijn uit den weg te
ruimen. Het koren verkleurt reeds en
binnen enkele maanden moet het veld ge
ruimd worden. Dit wil voor alles zeggen:
alle hens aan dek. De minister deed dan
ook een ernstig beroep op ieder, die mee
kan werken en vooral op ieder, wiens
plaats^ in den landbouw behoort te zijn,
zich van zijn verantwoordelijkheid bewust
te zijn, de handen uit de mouwen te ste
ken, opdat het ons gelukken zal, den oogst
dien wij juist nu zoo bitter noodig heb
ben, te bergen. Laten wij beseffen, dat in
de eerste plaats ieder, die het landbouw-
werk kent, zich beschikbaar moet stellen
voor den oogst. Wij weten het, er zijn veel
gerechtvaardigde klachten van de zijde
der landarbeiders en deze bestaan ook
van den kant der boeren. Maar door een
goed begrip over en weer en het is
zeer verheugend, dat dit goede begrip
over het algemeen aanwezig is zijn deze
moeilijkheden op te lossen. Het is een
absolute noodzakelijkheid, dat er meer
eenheid komt in de loon- en arbeidsvoor
waarden op het platteland en het is even
zeer noodzakelijk, dat wij een redelijke
verhouding bereiken tusschen de loonen
op het platteland en die in de stad.
De regeering heeft in overweging geno
men door een toeslagregeling aan de
kleine zandbedrijven aan de grootste
moeilijkheden tegemoet te komen. Men
dient deze te zien als een noodmaatregel,
want wij zullen moeten voorkomen, dat
wij vervallen in steunmaatregelen zooals
wij deze hebben gekend vóór den oorlog.
Het is goed dat men weet, dat de prijzen
welke men in den winkel moet betalen op
geen stukken na de kosten dekken. Be
halve de financiering van de zooeven ge
noemde toeslagregeling voor de kleine
zandbedrijven (waarmede naar schatting
een bedrag gemoeid zal zijn van 100 mil-
lioen gulden) staan wij voor het feit, dat
bijna 600 millioen gulden per jaar noodig
zal zijn voor de overbrugging van de kloof
tusschen consumenten- en productieprij
zen. De hoofdzaak is hier niet de binnen-
landsche maar de buitenlandsche prijs der
levensmiddelen. Door de devaluatie van
den gulden tegenover den dollar en het
pond, alsmede door de prijsstijging der
diverse artikelen zelf gedurende de oor
logsperiode, zijn de buitenlandsche prijzen
voor levensmiddelen de binnenlandsche
ver voorbij gegaan. Om een eenvoudiger,
voor allen meer begrijpelijk beeld te ge
bruiken: indien wij u zouden laten betalen
voor het brood wat het werkelijk kost.
dan zou dit 0.27 zijn in plaats van 0.19
a 0.20, zooals op het oogenblik.
Het is zoo vervolgde de minister
een verheugend verschijnsel, dat op den
oproep van prof. Schermerhorn zoovelen
zich hebben gemeld om te helpen den
oogst binnen te halen. Tienduizenden in
de steden hebben blijk gegeven met de
daad te willen mede helpen. Gaarne zou
den wij ze allen willen gebruiken, maar
ge moet begrijpen, niet een ieder is ge
schikt voor het werk op de boerderij.
Velen zijn er ook, die nog niet in staat
zijn zwaar landwerk te verrichten. Dan
zijn er nog de groote moeilijkheden om al
deze vrijwilligers te vervoeren naar de
plaatsen, waar zij noodig zijn en ze onder
te brengen in kampen of bij de boeren
zelf. Slechts diegenen, die het landbouw-
werk verstaan en er lichamelijk toe in
staat zijn, kunnen worden gebruikt.
Met leedwezen moeten wij vaststellen,
dat een groot aantal paarden en koeien,
gestolen door de moffen, nog niet terug is
ondanks de herhaalde beloften, dat dit
spoedig zou gebeuren Wij begrijpen vol
komen dat dit tot ernstige ontstemming
aanleiding geeft. Wij kunnen u echter ver
zekeren, dat wij alles in het werk stellen
onze rechtmatige eigendommen zoo spoe
dig mogelijk terug te krijgen.
Met nadruk wees de minister er op, dat
een goede voedselvoorziening slechts kan
slagen indien een ieder medewerkt den
zwarten handel te bestrijden. Het controle
apparaat, dat hierop mede zal hebben toe
te zien, zal van alle onzuivere elementen
worden ontdaan.
Binnenkort hoopt de regeering een be
roep te doen op een aantal oude werkers
uit de illegaliteit te treden in de rij der
controleurs om hierin een frisch en sti-
muleerend element te vormen.
Rantsoenbonnen havermout en gort
Op rantsoenbonnen voor havermout en
gort mogen uitsluitend grutterswaren wor
den betrokken. Kindermeel is op deze bon
nen niet verkrijgbaar. Wel kan men, in
dien geen grutterswaren verkrijgbaar zijn, de
bonnen bij de plaatselijke distributiedien
sten ruilen tegen rantsoenbonnen voor brood.
Voor een bon voor een rantsoen havermout
of gort wordt een bon voor vier rantsoenen
brood verstrekt.
Inlevering melkbon D 08.
Uiterlijk 28 Juli moet de bon D 08 (rood
of blauw) bij den leverancier van wien men
melk wenscht te betrekken, worden ingele
verd. Deze maatregel is noodzakelijk, ten
einde den werkvoorraad der melkhandelaren
op zoodanige wijze te herzien, dat ln de toe
komst een geregelde en vlotte aflevering van
melk gewaarborgd zal kunnen zijn.
Scheermesjes
Het ligt in de bedoeling dat er binnenkort
weer scheermesjes gedistribueerd zullen wor
den. Verwacht wordt dat er binnen niet al
te langen tijd weer scheerzeep op den bon
zal komen. De Engelsche huishoudzeep, die
thans gedistribueerd wordt, is ook te gebrui
ken om te scheren.
Rijwielbanden.
Met ingang van 20 Juli kan men ln het
Westen aanvragen ter verkrijging van rijwiel
banden bij den Distributiedienst indienen.
Het aantal beschikbare banden ls uiterst be
perkt. Uitsluitend zij, die een rijwiel noodig
hebben voor de uitoefening van hun beroep,
dan wel zij, die dagelijks groote afstanden
moeten afleggen om op hun werk te komen,
zullen eventueel in aanmerking komen voor
rijwielbanden. Men zal begrijpen, dat vitale
diensten, die het leven in Nederland weer
zooveel mogelijk moeten trachten te norma-
llseeren, een zekeren voorrang moeten ge
nieten.
Met ingang van 23 Juli 1945 verliezen de
tot op heden uitgegeven bonnen hun geldig
heid.
EEN KORPS GEZAGSTROEPEN.
Naar het weekblad ,,de Pen-Gun" mede
deelt heeft de regeering besloten een korps
gezagstroepen in te stellen. Dit korps zal het
luchtledig" hebben op te vullen dat dreigt
te ontstaan tusschen nu en het oogenblik,
dat ons nieuwe leger en het gezuiverde po
litiekorps weer op volle toeren zullen zijn
(welke tijdsperiode op een anderhalf jaar
wordt geschat), mede ook in verband met de
versnelde liquidatie van het Militair Gezag
en met het feit, dat de B S. op 8 Augustus
als officieel verband" zullen ophouden te
bestaan.
Ais taak van de gezagstroepen wordt ge
noemd de bewaking van munitie-depots, ge
vangenkampen, vliegvelden, wegen, rivier
overgangen, opslagplaatsen, ontruimde stads
gebieden, handhaving van orde en gezag
(aanvullende politiediensten), alsmede de
bewaking van de NS.B.-ers en collaborateurs,
die (waarschijnlijk ten getale van 30.000) ln
de naaste toekomst bij den landbouw te werk
zullen worden gesteld.
P. T. T.-PERSONEEL.
Te Haarlem is opgericht een afdeeling van
de Bedrijfsorganisatie P. T. T. Deze organi
satie stelt zich ten doel de sociale en econo
mische belangen van het personeel te behar
tigen, los van politiek of godsdienstig
verband.
Het bestuur bestaat uit de heeren: B. H.
ter Maat, voorzitter. J. J, A. van Roon, pen
ningmeester en J. van Geelen, secretaris,
Rijnstraat 26, Heemstede.
Plechtige installatie.
Vrijdagmiddag werd in de Ridderzaal op
het Binnenhof in Den Haag de Nationale
Adviescommissie plechtig geïnstalleerd.
Deze Adviescommissie is samengesteld uit
het Vaderlandsch Comité en de groote ad
viescommissie der illegaliteit en vormt
het eerste voorloopige lichaam dat de re
geering in staat zal stellen de stem van
het Nederlandsche volk te vernemen.
De bijeenkomst werd geopend door
minister Drees, als voorzitter van het
Vaderlandsch Comité. Hij releveerde de
geschiedenis der totstandkoming van dit
comité en zette uiteen hoe dit heeft mede
gewerkt aan de vorming van de Nationale
Adviescommissie. Bij de samenstelling van
deze commissie liet men zich leiden door
de gedachte, dat bij het algemeen regee-
ringsbeleid niet alleen het verzet moest
adviseeren. Het werd noodig geacht, dat
ook het woord werd gegeven aan hen die
tijdens de bezetting alles op het spel ge
zet hebben. Nooit is het de bedoeling ge
weest. dat de Adviescommissie in de plaats
zou treden van een parlement, of de tot
standkoming daarvan zou vertragen. Zij
zal echter een belangrijke stem hebben
bij de aanvulling van de volksvertegen
woordiging met nieuwe leden.
Verheugend is de veelzijdigheid dezer
commissie, er zijn in samengebracht ver
tegenwoordigers der gedachten, die in het
volk leven. Allerlei tegenstellingen zijn
hier overkoepeld, zoodat alle hoop bestaat
op een vruchtbaren arbeid. De werkzaam
heid der Adviescommissie zal niet lang
duren.
De commissie werd vervolgens geïn
stalleerd door dr. J. J. Brutel de la Ri
viere, als voorzitter van de groote advies
commissie der illegaliteit. Hij gaf een
schets van de voorgeschiedenis der ille
galiteit in ons land. Hij meent, dat het
vraagstuk der illegaliteit, waarmede men
in alle voormalige bezette landen worstel
de en nog worstelt, voor ons land op be
vredigende wijze is opgelost, mits de na
tionale adviescommissie inderdaad die
inhoud en beteekenis krijgt, die men zich
bij de voorbereidende besprekingen voor
oogen stelde.
Prof. ir. W. Schermerhorn, minister
president, sprak als voorzitter van den
raad van ministers. Hij noemde het een
voorrecht, op dit historische oogenblik uit
naam der regeering te verklaren, dat zij
de werkzaamheid der nationale advies
commissie niet alleen aanvaardt, maar ook
op prijs stelt. Hij plaatste in gedachten na
elkaar op een rij: college van vertrouwens
mannen, nationale adviescommissie, nood-
parlement en volksvertegenwoordiging.
Men ontdekt hierin een lijn, welke telkens
een stap verder voert op een bepaalden
weg, dien het Nederlandsche volk als den
eenig gezonden beschouwt. Voor de na
tionale adviescommissie is een belangrijke
taak weggelegd in de medewerking tot de
vorming van de volgende etappe: de
samenstelling van een noodparlement.
Daarnaast zal zij van voorlichting dienen
over allerlei onderwerpen, welke geen af
doening op korten termijn vergen.
BINNENLAND
Als Commissaris der Koningin in
Gelderland treedt thans weer op Mr. S. ba
ron van Heemstra, die op 10 Mei 1940 in
functie was.
Volgens de Tijd zitten er thans tus
schen de 120.000 en 125.000 N.S.B.-ers,
collaborateurs en dergelijken als verdach
ten gevangen.
Tijdens de bezetting zijn 1500 jachten
gevorderd, die een waarde vertegenwoor
digen van circa 1 millioen gulden: 90 pet.
hiervan is naar Duitschland gevoerd. Het
bureau voor watertourisme van den ANWB
en de KVNWV stellen alles in het werk om
de oorspronkelijke eigenaars weer in het
bezit van hun boot te stellen.
Het dichten van de vernielde dijken van
Walcheren vordert goed. Donderdag is het
groote gat bij Remmekes geheel gedicht.
Verwacht wordt dat de nooddijk bij de Nol
len over eenige weken klaar zal zijn. zoodat
dan geen zeewater meer kan binnenstroomen.
De door den Rijkswaterstaat gelegde
schipbrug over de Maas bij Hedel is in ge
bruik gesteld voor alle verkeer.
Amsterdam, dat Arnhem helpt, stuurt
o.a. 100 fitters daarheen voor herstelwerk.
Elk huis krijgt één closet en een kraan voor
waterleiding. Als er meer in een huis is wordt
het weggenomen voor de installatie in een
ander huls. BUITENLAND
In Vancouver wordt voor de Britsche
vloot het grootste drijvende dok ter wereld
gebouwd. De kostprijs bedaagt 3 1/2 mil
lioen dollar.
Naar de Belgische radio meldt, zal de
sterkte van het Belgische leger aan het eind
van het jaar 140.000 man bedragen.
Bij het neerstorten van een vliegtuig
nabij het vliegveld van Sydney, zijn 12 Brit
sche soldaten gedood.
De beroemde Fransche dichter Paul
Valéry is na een ziekbed van eenige weken
te Parijs overleden.
Het zal nog vijf Jaar duren alvorens
de puinhoopen van Éssen kunnen zijn op
geruimd. De helft van de huizen der stad is
volkomen vernield, slechts 5 pet. is intact
gebleven.
AGENDA.
StadsschouwburgPiano-avond Henriëtte
Bosnians. 7.30 uur.
Circus Saltarino, Kinderhuissingel, 2 en
7.30 uur.
Rembrandt theater: Onze echtgenoote, 2.30
4.30, 7 en 9.15 uur.
Cinema Palace: Onze echtgenoote, 2, 4. 6.30
en 8.45 uur
Luxor: Journaal voorstelling 1-10 uur.
Frans Halstheater: In de schaduwen van
het noodlot. 2.30. 7 en 9.15 uur.
Zondag 22 Juli
Stadsschouwburg: operette ,.De Vogel
koopman", vertolkt door de Haarlemsche
Operette Spelers, 7.30 uur.
Circus Saltarino, Kinderhuissingel 2 en
7.30 uur.
Bioscoopvoorstellingen zelfde uren. alleen
Frans Halstheater 's middags 2 en 4.30 uur.
Maandag 23 Juli
Stadsschouwburg: Operette „De Vogelkoop
man", 7.30 uur.
Frans HalsmuseumOpening tentoonstel
ling Alg. Ned. Comité „Onze Marine" 14.30
uur.