Onze buitenlandsche politiek in nieuwe banen. Voor den oogst: alle hens aan dek. Kort en bondig. Radiotoespraak van minister Mansholt. Distributienieuws Nationale Adviescommissie iVan onzen Haagschen correspondent) DE oude neutraliteits- later zelfstandig heids- politiek genoemde richting van ons buitenlandsch beleid behoort, vooral nu wij door schade en schande wijzer zijn geworden, tot het verleden. Niet langer kan of wil Nederland zich in de eerste plaats buiten het internationaal gewoel houden. Men ziet zonneklaar in. dat voortzetting van een staatkundige houding, die bijkans een eeuw lang gevolgd is en die in hoofdzaak hierop neerkwam, dat wij het liefst ons buitenaf hielden, een onmogelijk heid ware en in strijd met ons eigen belang. Ook al mogen er redenen zijn om het te San Francisco tot stand gekomen Charter van de Vereenigde Volken lang niet in alle opzich ten ideaal te vinden, men kan er - naar reeds duidelijk gebleken is - staat op ma ken, dat de Nederlandsche Regeering vast van plan is er voor te waken, dat Nederland na bekrachtiging van het Charter zijn daar uit voortvloeiende verplichtingen ten volle zal nakomen. Dat alleen reeds wil zeggen, dat er voor zelfstandigheidspolitiek, zooals zelfs ook nog onder den Volkenbond zooveel mogelijk in acht werd genomen, in het ge heel geen- plaats meer is. Als men mij de vraag zou voorleggen, hoe de burgerij, zelf hierover op het oogenblik denkt, zou ik ronduit moeten antwoorden, dat ik den indruk heb. dat zij in het alge meen een betrekkelijk kleine groep van intellectueelen daargelaten haar gedach ten hierover nog heelemaal niet heeft laten gaan. Maar zij. die aan de herboren en overigens in nog hechteren vorm te herschep pen Nederlandsche democratie de leiding zullen geven, zijn er zich ter dege van be wust. dat er voor ons land maar één moge lijkheid bestaat, te weten die van het voeren van een actieve buitenlandsche politiek. Daaraan had het. men kan bijkans wel zeggen totdat wij zelf in den jongsten we reldoorlog betrokken raakten, gedurende een eeuw zoo goed als geheel ontbroken. Terstond na de bevrijding van de Fran- eche overheersching in 1813 bleek de Souve- reine Vorst, later Koning Willem I, zelf een warm voorstander te zijn van een Neder- landsch buitenlandsch beleid, waarbij wij wél een rol in het internationale bestel zou den spelen. Hij droomde van een. ook ten koste van Duitschland. in belangrijke mate grooter Nederland en al mocht hij dat doel niet bereiken, de, in dien tijd in het bijzon der door Engeland met warmte voorgestane vereeniging van Noord- met Zuid-Nederland (het latere België) was een kolfje naar zijn hand. In 1830 kwam er echter aan die „vereenl- glng". welke in de praktijk veel meer een ..samensmelting" was geworden (met het Noorden als overheerschende macht), een einde. De Belgen hadden succes met hun opstand en wisten de afscheiding door te zetten, tengevolge van het feit, dat de Groote Mogendheden, die op het Congres van Wee- nen hun zegen aan deze uitbreiding van den Nederlandschen staat hadden gegeven, in 1830 en na dien hun handen terugtrokken van wat zij zelf tot stand hadden helpen brengen. Van dat oogenblik af is in het aldus weer tot kleineren omvang teruggebrachte Ko ninkrijk der Nederlanden vrijwel algemeen de gangbare opvatting geweest, dat wij maar verreweg het beste deden met ons nu voor taan zooveel als slechts eenigszins mogelijk was buiten de groote internationalee politiek te houden. Mede om die reden slaakte men hier te lande een zucht van verlichting, toen er ten langen leste in 1867 een einde kwam aan het ietwat penibele lidmaatschap van de provincie Limburg (tot dien Hertogdom geheeten) van den Duitschen Bond en ook Luxemburg, waarover de Oranjes, tot in 1890 met het heengaan van Willem III de manne lijke linie uitstierf, als Groothertog den scep ter hebben gevoerd, buiten elk verband met den Duitschen nabuur kwam. Zeker, door onze koloniën in Oost en West konden Wij ons niet heelemaal aan de inter nationale belangstelling onttrekken. Maar dat nam toch niet weg, dat steeds het wacht woord was en bleef: angstvallig waken voor het in acht nemen van een alom voelbare neutraliteitspolitiek. Natuurlijk was hiermee niet in strijd, dat wij gaarne aan de in 1899 en 1907 te 's-Gravenhage gehouden vredes conferenties gastvrijheid verleenden, alsme de aan een zoo pacifiek orgaan als het toen geschapen Permanente Hof van Internatio nale Arbitrage, in feite aan de uit de om vangrijke lijst van eventueele scheidslieden, die tezamen dat Hof vormden, van geval tot geval samengestelde internationale scheids gerechten, welke in.het Vredespaleis in den Haag een geschikt ..tehuis" kregen. Ook verder legde Nederland, wanneer het ging om versterking van het internationale recht, on getwijfeld activiteit aan den dag. Maar zoo dra er zich kwesties van internationale po litiek met alle gevaren van dien voordeden, hield Nederland, waar en wanneer het maar kon. zich er liefst buiten. Het is waar, ge durende den Boerenoorlog (1899-1902). was duidelijk merkbaar hoezeer de openbare meening aan den kant van de stamverwante, door de Britten tenslotte overweldigde. Bóe ren-republieken (Transvaal en Oranje-Vrij staat) stond. Doch de Regeering, onver schillig of zij den liberaal Pierson dan wel den Calvinlstischen anti-revolutionair Dr Kuyper tot Premier had welke laatste zich, toen hij nog in de oppositie was, juist tegen de neutraliteitspolitiek van Pierson en de zijnen gericht had! wachtte er zich wel voor iets te doen in verband met dezen strijd tusschen Boer en Brit, wat Groot- Britannië aanstoot zou kunnen geven. Er ons bulten houden bleef de levize, die ook gedu rende den oorlog van 1914-T8 onverzwakt gehandhaafd bleef. Weliswaar trad Nederland na het tot stand komen van den Volkenbond tot het Hand vest toe. (wat feitelijk een opgeven van de volstrekte neutraliteitspolitiek beteekende), doch het duurde niet lang, of de heeren in den Haag zetten alle zeilen bij om het Ne derlandsche scheepje ook nu nog zoover mo gelijk buiten de branding van internationale verwikkelingen te houden, door voortdurend te varen op het kompas van wat nu de zelf standigheidspolitiek heette. Vandaar dat Ne derland zich tegen het denkbeeld van de verdragen van wederzijdschen bijstand keer de en dat ook de grootst mogelijke voorzich tigheid in acht werd genomen met betrek king tot het tenslotte niet doorgegane Pro tocol van Genève. Aan de deelneming aan de sancties tegen Italië, toen dit land zich vergreep aan Abes- synlë, hebben wij ons niet onttrokken, maar er ging bij het overgroote deel van de bur gerij een zucht van verlichting op, toen Ne derland mede tot opheffing van de sancties besloot en tegelijkertijd kenbaar maakte, dat men voortaan op ons ten aanzien van Vol kenbondsancties niet meer hoefde te reke nen. Geheel en al in overeenstemming met een dergelijke gedragslijn was trouwens ook de insgelijks door de Nederlandsche Regee ring aangenomen houding, waarvoor zij steun vond bij het gros van de openbare meening, met. betrekking tot het Cineesch-Japansche conflict. Japan mocht in Genève een slechte aanteekening hebben gekregen als de onge oorloofde aanvaller, onder meer in Neder land overheerschte de opvatting, dat het liefst daarbij moest blijven. Met het oog op Indië vond ..men" het hier veel te gevaarlijk, ook maar iets te steunen of aan te prijzen, dat in de richting van gezamenlijk optreden tegen Japan gegaan zou zijn. Dat ware im mers weer in strijd geweest met de zelfstan digheidspolitiek, waarvan men zichzelf wijs maakte, dat zij de beste waarborgen voor Nederland en Nederland-over-zee injiield om buiten mogelijke gewelddadige internatio nale botsingen te blijven. En toen in 1933 bij onze groote Oostelijke buren het barbarisme aan het bewind was gekomen mocht men dat heel erg vinden, doch hen, die er voor pleitten, onverwijld een einde te maken aan alle betrekkingen met een aldus geregeerden staat, en die er voor waren, dat alle overige beschaafde rechtsstaten dit zouden doen, beschouwde ..men" vrijwel algemeen ais verdwaasden- Naar mate het gevaar van een Duitschen aanval begon te groeien, deed zich steeds meer de noodzakelijkheid voor om, alleen reeds vanwege de eigen veiligheid, zorg te dragen voor behoorlijke militaire samenwer king, althans overleg met België. Maar wie een dergelijk beleid voorstonden kregen ter stond te hooren, dat zoo iets uit den booze zou zijn, dat wij op die manier den Duit- schers een stok zouden geven om den Ne derlandschen hond te slaan en dat het der halve veel beter was krampachtig trouw te blijven aan de aloude, beproefd geachte zelf standigheidspolitiek Eindelijk, in den nacht van 9 op 10 Mei 1940 kwam men tot de bittere ontdekking hoezeer dit alles niet had mogen baten. Nu werd het roer meteen omgeslagen en koerste 's lands overheid zonder verder dralen de richting van bondgenootschappelijke samen werking tegen den Duitschen overweldiger. Met vele anderen had ook Nederland duur leëkgeld betaald voor het wel heel star en lang vasthouden aan een staatkunde, die in geen enkel opzicht rekening had gehouden met de gevaren, welke men juist door steeds maar zelfstandigheidspolitiek te prediken, elders deed groeien, te weten bij aspirant aanvallers, die het juist van zulk een poli tiek moesten hebben. Zoo is men na al wat sinds dien nog ondervonden is nu wel tot het inzicht geko men dat, los nog van welke idealistische overwegingen ook, het welbegrepen eigen belang van een land als het onze met zich meebrengt, bij voorbaat samen te werken met die staten, welke bereid zijn zich ge zamenlijk tegen een eventueelen aanvaller te keeren. De zelfstandigheidspolitiek heeft afgedaan. Daaraan valt niet langer te twij felen, en dit alleen reeds is voldoende voor de conclusie, dat het buitenlandsch beleid van Nederland thans in nieuwe banen gaat. De Regeering beseft, dat Nederland met Ne derland-over-zee een dusdanige beteekenis heeft, dat het dwaasheid ware te meenen, dat wij ons buiten de groote vraagstukken van de internationale politiek zouden kun nen houden. Of wij willen of niet, wij spe len nu eenmaal een rol in het internationaal bestel en moeten dat doen. Dit is ten deele niet het geval met betrek king tot de vermoedelijk ook wel aanwezige bereidheid om ingeval van vorming van een geschikt geachte regionale groepeering, tot zulk een regionaal verband toe te treden. Maar dat slechts onder den uit.drukkelijken mits, dat zulk een groep zich niet tegen een andere groep van nen, welke deel uitmaken van de Vereenigde Volken, zou (kunnen) keeren. In het bijzonder geldt dit ook nog met betrekking tot de Sovjet-Unie. Het is namelijk zonneklaar, dat de Nederlandsche Regeering met de vroeger hier te lande ge volgde anti-Russische politiek volkomen wenscht te breken en alles voelt voor een goede, eerlijke samenwerking, o.m. juist ook met Rusland. Ziet daar, in groote lijnen geschetst, de actieve buitenlandsche politiek, welke men thans in den Haag voorstaat. Niet langer wenscht men, gelijk vroeger, vogel Struis na te bootsen. Neen, het streven gaat geheel en al in de richting van zich actief op interna tionaal gebied te laten gelden. E. v. R. De minister van Landbouw, Visscherij en Voedselvoorziening, ir. S. L. Mansholt, heeft Vrijdagavond in het kader der we- kelijksche ministerieele radio-toespraken een rede gehouden over ..Oogstproblemen 1945". Midden Juli beteekent oogst! In normale tijden voor alle handen werk, volop werk. Nu beteekent het een tekort aan handen, hier en daar zelfs een te groot tekort. Er zijn vele oorzaken voor dit tekort en er bestaat geen mogelijkheid deze moeilijk heden op korten termijn uit den weg te ruimen. Het koren verkleurt reeds en binnen enkele maanden moet het veld ge ruimd worden. Dit wil voor alles zeggen: alle hens aan dek. De minister deed dan ook een ernstig beroep op ieder, die mee kan werken en vooral op ieder, wiens plaats^ in den landbouw behoort te zijn, zich van zijn verantwoordelijkheid bewust te zijn, de handen uit de mouwen te ste ken, opdat het ons gelukken zal, den oogst dien wij juist nu zoo bitter noodig heb ben, te bergen. Laten wij beseffen, dat in de eerste plaats ieder, die het landbouw- werk kent, zich beschikbaar moet stellen voor den oogst. Wij weten het, er zijn veel gerechtvaardigde klachten van de zijde der landarbeiders en deze bestaan ook van den kant der boeren. Maar door een goed begrip over en weer en het is zeer verheugend, dat dit goede begrip over het algemeen aanwezig is zijn deze moeilijkheden op te lossen. Het is een absolute noodzakelijkheid, dat er meer eenheid komt in de loon- en arbeidsvoor waarden op het platteland en het is even zeer noodzakelijk, dat wij een redelijke verhouding bereiken tusschen de loonen op het platteland en die in de stad. De regeering heeft in overweging geno men door een toeslagregeling aan de kleine zandbedrijven aan de grootste moeilijkheden tegemoet te komen. Men dient deze te zien als een noodmaatregel, want wij zullen moeten voorkomen, dat wij vervallen in steunmaatregelen zooals wij deze hebben gekend vóór den oorlog. Het is goed dat men weet, dat de prijzen welke men in den winkel moet betalen op geen stukken na de kosten dekken. Be halve de financiering van de zooeven ge noemde toeslagregeling voor de kleine zandbedrijven (waarmede naar schatting een bedrag gemoeid zal zijn van 100 mil- lioen gulden) staan wij voor het feit, dat bijna 600 millioen gulden per jaar noodig zal zijn voor de overbrugging van de kloof tusschen consumenten- en productieprij zen. De hoofdzaak is hier niet de binnen- landsche maar de buitenlandsche prijs der levensmiddelen. Door de devaluatie van den gulden tegenover den dollar en het pond, alsmede door de prijsstijging der diverse artikelen zelf gedurende de oor logsperiode, zijn de buitenlandsche prijzen voor levensmiddelen de binnenlandsche ver voorbij gegaan. Om een eenvoudiger, voor allen meer begrijpelijk beeld te ge bruiken: indien wij u zouden laten betalen voor het brood wat het werkelijk kost. dan zou dit 0.27 zijn in plaats van 0.19 a 0.20, zooals op het oogenblik. Het is zoo vervolgde de minister een verheugend verschijnsel, dat op den oproep van prof. Schermerhorn zoovelen zich hebben gemeld om te helpen den oogst binnen te halen. Tienduizenden in de steden hebben blijk gegeven met de daad te willen mede helpen. Gaarne zou den wij ze allen willen gebruiken, maar ge moet begrijpen, niet een ieder is ge schikt voor het werk op de boerderij. Velen zijn er ook, die nog niet in staat zijn zwaar landwerk te verrichten. Dan zijn er nog de groote moeilijkheden om al deze vrijwilligers te vervoeren naar de plaatsen, waar zij noodig zijn en ze onder te brengen in kampen of bij de boeren zelf. Slechts diegenen, die het landbouw- werk verstaan en er lichamelijk toe in staat zijn, kunnen worden gebruikt. Met leedwezen moeten wij vaststellen, dat een groot aantal paarden en koeien, gestolen door de moffen, nog niet terug is ondanks de herhaalde beloften, dat dit spoedig zou gebeuren Wij begrijpen vol komen dat dit tot ernstige ontstemming aanleiding geeft. Wij kunnen u echter ver zekeren, dat wij alles in het werk stellen onze rechtmatige eigendommen zoo spoe dig mogelijk terug te krijgen. Met nadruk wees de minister er op, dat een goede voedselvoorziening slechts kan slagen indien een ieder medewerkt den zwarten handel te bestrijden. Het controle apparaat, dat hierop mede zal hebben toe te zien, zal van alle onzuivere elementen worden ontdaan. Binnenkort hoopt de regeering een be roep te doen op een aantal oude werkers uit de illegaliteit te treden in de rij der controleurs om hierin een frisch en sti- muleerend element te vormen. Rantsoenbonnen havermout en gort Op rantsoenbonnen voor havermout en gort mogen uitsluitend grutterswaren wor den betrokken. Kindermeel is op deze bon nen niet verkrijgbaar. Wel kan men, in dien geen grutterswaren verkrijgbaar zijn, de bonnen bij de plaatselijke distributiedien sten ruilen tegen rantsoenbonnen voor brood. Voor een bon voor een rantsoen havermout of gort wordt een bon voor vier rantsoenen brood verstrekt. Inlevering melkbon D 08. Uiterlijk 28 Juli moet de bon D 08 (rood of blauw) bij den leverancier van wien men melk wenscht te betrekken, worden ingele verd. Deze maatregel is noodzakelijk, ten einde den werkvoorraad der melkhandelaren op zoodanige wijze te herzien, dat ln de toe komst een geregelde en vlotte aflevering van melk gewaarborgd zal kunnen zijn. Scheermesjes Het ligt in de bedoeling dat er binnenkort weer scheermesjes gedistribueerd zullen wor den. Verwacht wordt dat er binnen niet al te langen tijd weer scheerzeep op den bon zal komen. De Engelsche huishoudzeep, die thans gedistribueerd wordt, is ook te gebrui ken om te scheren. Rijwielbanden. Met ingang van 20 Juli kan men ln het Westen aanvragen ter verkrijging van rijwiel banden bij den Distributiedienst indienen. Het aantal beschikbare banden ls uiterst be perkt. Uitsluitend zij, die een rijwiel noodig hebben voor de uitoefening van hun beroep, dan wel zij, die dagelijks groote afstanden moeten afleggen om op hun werk te komen, zullen eventueel in aanmerking komen voor rijwielbanden. Men zal begrijpen, dat vitale diensten, die het leven in Nederland weer zooveel mogelijk moeten trachten te norma- llseeren, een zekeren voorrang moeten ge nieten. Met ingang van 23 Juli 1945 verliezen de tot op heden uitgegeven bonnen hun geldig heid. EEN KORPS GEZAGSTROEPEN. Naar het weekblad ,,de Pen-Gun" mede deelt heeft de regeering besloten een korps gezagstroepen in te stellen. Dit korps zal het luchtledig" hebben op te vullen dat dreigt te ontstaan tusschen nu en het oogenblik, dat ons nieuwe leger en het gezuiverde po litiekorps weer op volle toeren zullen zijn (welke tijdsperiode op een anderhalf jaar wordt geschat), mede ook in verband met de versnelde liquidatie van het Militair Gezag en met het feit, dat de B S. op 8 Augustus als officieel verband" zullen ophouden te bestaan. Ais taak van de gezagstroepen wordt ge noemd de bewaking van munitie-depots, ge vangenkampen, vliegvelden, wegen, rivier overgangen, opslagplaatsen, ontruimde stads gebieden, handhaving van orde en gezag (aanvullende politiediensten), alsmede de bewaking van de NS.B.-ers en collaborateurs, die (waarschijnlijk ten getale van 30.000) ln de naaste toekomst bij den landbouw te werk zullen worden gesteld. P. T. T.-PERSONEEL. Te Haarlem is opgericht een afdeeling van de Bedrijfsorganisatie P. T. T. Deze organi satie stelt zich ten doel de sociale en econo mische belangen van het personeel te behar tigen, los van politiek of godsdienstig verband. Het bestuur bestaat uit de heeren: B. H. ter Maat, voorzitter. J. J, A. van Roon, pen ningmeester en J. van Geelen, secretaris, Rijnstraat 26, Heemstede. Plechtige installatie. Vrijdagmiddag werd in de Ridderzaal op het Binnenhof in Den Haag de Nationale Adviescommissie plechtig geïnstalleerd. Deze Adviescommissie is samengesteld uit het Vaderlandsch Comité en de groote ad viescommissie der illegaliteit en vormt het eerste voorloopige lichaam dat de re geering in staat zal stellen de stem van het Nederlandsche volk te vernemen. De bijeenkomst werd geopend door minister Drees, als voorzitter van het Vaderlandsch Comité. Hij releveerde de geschiedenis der totstandkoming van dit comité en zette uiteen hoe dit heeft mede gewerkt aan de vorming van de Nationale Adviescommissie. Bij de samenstelling van deze commissie liet men zich leiden door de gedachte, dat bij het algemeen regee- ringsbeleid niet alleen het verzet moest adviseeren. Het werd noodig geacht, dat ook het woord werd gegeven aan hen die tijdens de bezetting alles op het spel ge zet hebben. Nooit is het de bedoeling ge weest. dat de Adviescommissie in de plaats zou treden van een parlement, of de tot standkoming daarvan zou vertragen. Zij zal echter een belangrijke stem hebben bij de aanvulling van de volksvertegen woordiging met nieuwe leden. Verheugend is de veelzijdigheid dezer commissie, er zijn in samengebracht ver tegenwoordigers der gedachten, die in het volk leven. Allerlei tegenstellingen zijn hier overkoepeld, zoodat alle hoop bestaat op een vruchtbaren arbeid. De werkzaam heid der Adviescommissie zal niet lang duren. De commissie werd vervolgens geïn stalleerd door dr. J. J. Brutel de la Ri viere, als voorzitter van de groote advies commissie der illegaliteit. Hij gaf een schets van de voorgeschiedenis der ille galiteit in ons land. Hij meent, dat het vraagstuk der illegaliteit, waarmede men in alle voormalige bezette landen worstel de en nog worstelt, voor ons land op be vredigende wijze is opgelost, mits de na tionale adviescommissie inderdaad die inhoud en beteekenis krijgt, die men zich bij de voorbereidende besprekingen voor oogen stelde. Prof. ir. W. Schermerhorn, minister president, sprak als voorzitter van den raad van ministers. Hij noemde het een voorrecht, op dit historische oogenblik uit naam der regeering te verklaren, dat zij de werkzaamheid der nationale advies commissie niet alleen aanvaardt, maar ook op prijs stelt. Hij plaatste in gedachten na elkaar op een rij: college van vertrouwens mannen, nationale adviescommissie, nood- parlement en volksvertegenwoordiging. Men ontdekt hierin een lijn, welke telkens een stap verder voert op een bepaalden weg, dien het Nederlandsche volk als den eenig gezonden beschouwt. Voor de na tionale adviescommissie is een belangrijke taak weggelegd in de medewerking tot de vorming van de volgende etappe: de samenstelling van een noodparlement. Daarnaast zal zij van voorlichting dienen over allerlei onderwerpen, welke geen af doening op korten termijn vergen. BINNENLAND Als Commissaris der Koningin in Gelderland treedt thans weer op Mr. S. ba ron van Heemstra, die op 10 Mei 1940 in functie was. Volgens de Tijd zitten er thans tus schen de 120.000 en 125.000 N.S.B.-ers, collaborateurs en dergelijken als verdach ten gevangen. Tijdens de bezetting zijn 1500 jachten gevorderd, die een waarde vertegenwoor digen van circa 1 millioen gulden: 90 pet. hiervan is naar Duitschland gevoerd. Het bureau voor watertourisme van den ANWB en de KVNWV stellen alles in het werk om de oorspronkelijke eigenaars weer in het bezit van hun boot te stellen. Het dichten van de vernielde dijken van Walcheren vordert goed. Donderdag is het groote gat bij Remmekes geheel gedicht. Verwacht wordt dat de nooddijk bij de Nol len over eenige weken klaar zal zijn. zoodat dan geen zeewater meer kan binnenstroomen. De door den Rijkswaterstaat gelegde schipbrug over de Maas bij Hedel is in ge bruik gesteld voor alle verkeer. Amsterdam, dat Arnhem helpt, stuurt o.a. 100 fitters daarheen voor herstelwerk. Elk huis krijgt één closet en een kraan voor waterleiding. Als er meer in een huis is wordt het weggenomen voor de installatie in een ander huls. BUITENLAND In Vancouver wordt voor de Britsche vloot het grootste drijvende dok ter wereld gebouwd. De kostprijs bedaagt 3 1/2 mil lioen dollar. Naar de Belgische radio meldt, zal de sterkte van het Belgische leger aan het eind van het jaar 140.000 man bedragen. Bij het neerstorten van een vliegtuig nabij het vliegveld van Sydney, zijn 12 Brit sche soldaten gedood. De beroemde Fransche dichter Paul Valéry is na een ziekbed van eenige weken te Parijs overleden. Het zal nog vijf Jaar duren alvorens de puinhoopen van Éssen kunnen zijn op geruimd. De helft van de huizen der stad is volkomen vernield, slechts 5 pet. is intact gebleven. AGENDA. StadsschouwburgPiano-avond Henriëtte Bosnians. 7.30 uur. Circus Saltarino, Kinderhuissingel, 2 en 7.30 uur. Rembrandt theater: Onze echtgenoote, 2.30 4.30, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: Onze echtgenoote, 2, 4. 6.30 en 8.45 uur Luxor: Journaal voorstelling 1-10 uur. Frans Halstheater: In de schaduwen van het noodlot. 2.30. 7 en 9.15 uur. Zondag 22 Juli Stadsschouwburg: operette ,.De Vogel koopman", vertolkt door de Haarlemsche Operette Spelers, 7.30 uur. Circus Saltarino, Kinderhuissingel 2 en 7.30 uur. Bioscoopvoorstellingen zelfde uren. alleen Frans Halstheater 's middags 2 en 4.30 uur. Maandag 23 Juli Stadsschouwburg: Operette „De Vogelkoop man", 7.30 uur. Frans HalsmuseumOpening tentoonstel ling Alg. Ned. Comité „Onze Marine" 14.30 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1945 | | pagina 2