Buitenlandsch
Overzicht
Kort en bondig.
Levensvreugde
in Amerika.
Nederlands nieuwe leger.
Va Isch e Schilde rijen
DE enorme belangstelling, waarmee men
in alle deelen van de wereld heeft
uitgezien naar het communiqué, dat na de
besprekingen der drie groote mogendheden
in Potsdam is uitgegeven, is niet een symp
toom van den geestelijken honger naar
nieuws, maar het bewijst den steeds ster
ker wordenden samenhang van alle landen
der wereld. Zuid-Afrika en N. Zeeland,
evengoed als China en b.v. Brazilië hebben
belang bij een geordend Europa. Evenzeer
heeft dit continent te lijden als het een
ander werelddeel slecht gaat. En nu mag
het niet overal in de wereld merkbaar zijn,
dat een klein land met economische moei
lijkheden te kampen heeft, door de voort
durende verbetering der transportmiddelen
worden de landen voortdurend meer ge
ïnteresseerd bij eikaars maatschappelijk
welvaren. Een economische crisis in een deel
der wereld wordt ook in het overblijvende
deel na korten tijd gevoeld. Ook en het
meest om deze reden de groote interesse
door alles en allen getoond voor wat Pots
dam aan besluiten zou brengen. De omlig
gende staten vanwege de zeer directe en
aanwijsbare belangen bij de regeling van
deze kwestie en de West-Europeesche sta
ten zullen het ten zeerste betreuren, dat
•het rapport slechts 7000 woorden telt, want
nu is er over hun aanspraken, over de door
hen geleden schade en al het daarmee sa
menhangende niets in gemeld. Naar hun
oordeel had het langer moeten zijn om ook
een deel van hun zaken te regelen. In Japan
zal men zich afvragen of een zinsnede,
waarin gemeld werd, dat de gemeenschap
pelijke militaire kwesties waren besproken
betrekking heeft op den oorlog in Oost-
Azië. Waaruit dan zou kunnen volgen, dat
Rusland binnenkort zelf zijn troepen
Mandsjoerije zal laten binnenrukken of dat
het bases door de Ver. Staten en Gr. Brit-
tannië zal laten gebruiken. De Duitschers
zelf zullen van oordeel zijn, dat ze veel te
hard worden behandeld, want niet zij zijn
de schuldigen, maar de leden van de partij,
waartoe zij óf niet óf slechts gedwongen
hebben behoord. In Oost- en West-Europa
zullen er zijn, die vinden, dat met te zachte
hand wordt geregeld. En terwijl zoo ieder
bezig is zijn meening over de besluiten te
vormen of kenbaar te maken, zijn de drie
onderteekenaars van het communiqué, J. V.
Stalin, Harry S. Truman, C. R. Attlee, op
weg naar eigen land of daar reeds aange
komen.
De president der Ver. Staten is, na den
Engelschen Koning in Plymouth te hebben
ontmoet, nu aan boord van den kruiser
Augusta op den Atlantischen Oceaan. Drie
maanden geleden was hij nog zóó onbekend,
dat na den plotselingen dood van Franklin
Delano Roosevelt het publiek en de pers
niet wisten welke houding moest worden
aangenomen; het beste leek maar heel
voorzichtig te zijn. Want wat wist men van
Truman? Eerlijk gezegd niet veel. Toen hij
50 jaar was, in 1934, was hij lid van den
Senaat geworden, maar tot 1940 had hij op
geen enkele manier de aandacht op zich
gevestigd. In dat jaar werd hij tot voorzitter
van een commissie van onderzoek naar
misstanden in de oorlogvoering benoemd.
Het opgedragene werd snel, krachtig en
doeltreffend gedaan en de Schatkist be
spaarde zich een uitgave van ongeveer 250
millioen dollar. Voor een deel hierdoor en
omdat hij geen man van uitersten was,
maar .,het midden van den weg" zou hou
den. werd hij in 1944 candidaat voor het
vice-presidentschap. Met recht kan men
zeggen, dat dit leven weinig toppen heeft
gekend, al is het nu op den hoogsten zeer
plotseling en onverwacht terecht gekomen.
En in korten tijd is gebleken, dat Truman
daar niet misplaatst is.
Churchill is gestruikeld en heeft zijn land
niet naar de overwinning op beide fronten
mogen voeren, omdat zijn volk hem wel een
groot oorlogsleider achtte, maar hem het
winnen van den vrede niet toevertrouwde.
/Truman is juist aan het bewind gekomen
Sn de periode, dat het moeilijke, ingewik
kelde en ondankbare werk van de vredes-
voorbereiding moet worden aangepakt. Hij
vervult het ambt van president der Ver.
Staten in een tijd, dat de hoogste eischen
aan dezen functionaris worden gesteld. In
zijn handen is een geweldige, reëele macht
geconcentreerd. Zijn ambt is geen eerepost.
Zijn bevoegdheden en zijn verantwoordelijk
heden zijn enorm groot. De Ver. Staten kén
nen geen verantwoordelijke ministers, de
president alleen is verantwoordelijk. Zóó is
de functie van het Amerikaansche staats
hoofd er een, die den geheelen mensch
en dan een mensch met meer dan gewone
capaciteiten vraagt. Truman bekleedt
haar nu enkele maanden. Hij heeft in dien
korten tijd al het mogelijke gedaan om San
Francisco te cïoen slagen - met succes. Mede
door zijn toedoen is de moeilijke Poolsche
kwestie tot een oplossing gekomen even
eens een feit. om met eere te noemen. En
thans is Potsdam al weer achter den rug.
Het is nog niet bekend wat zijn aandeel
daarin is geweest en of hij zelf volkomen
tevreden is over het resultaat. Vast staat
echter, gezien ook de personeelswijzigingen
bij den buitenlandschen dienst der V. S.,
dat hij een man is met een eigen visie op
de dingen en het is geen wonder dat de we
reld, gezien de overwegende positie van N.
Amerika, vol interesse is welke wegen deze
president verder zal gaan. Het lijken die te
zullen zijn, welke den oorlog zullen moeten
uitbannen. Blijft hij dat doel nastreven, dan
zal zijn naam nu reeds met eere ge
noemd niet minder groot zijn dan die
van zijn voorganger.
nieuwe moeilijkheden te
rotterdam?
Het bestuur van de Eenheids Vakbeweging
en het Collegè van vertrouwensmannen der
havenarbeiders hebben een open brief aan
den minister-president Prof. Ir. W. Scher-
merhorn gericht, waarin gezegd wordt: ,,Er
dreigt gevaar. Ondanks alle misleidende
berichten, waarmede men het Nederlandsche
volk in de waan trachtte te brengen, dat
aan de gerechtvaardigde verlangens van de
havenarbeiders was voldaan, heerschen in
de Rotterdamsche havens nog steeds dezelfde
toestanden van rechteloosheid der arbeiders
en willekeur der werkgevers, die tot het
ernstige conflict van'29 Juni j.l. hebben ge
leid. Opnieuw gevoelen de arbeiders zich
bedrogen."
Verder wordt medegedeeld dat op Woens
dag 8 Augustus een massa-vergadering ge
houden wordt. De brief vervolgt dan: „Wij
hopen dien dag de mededeeling te kunnen
doen, dat Nederland inderdaad een demo
cratische rechtsstaat is geworden, mede dank
zij het ingrijpen van uwe excellentie en het
rechtvaardigheidsgevoel der Nederlandsche
bevolking. Kunnen wij dit niet, dan zullen
- alle verdere gevolgen voor rekening komen
van diegenen, die in hun plichtsgevoel te
genover ons volk tekort schoten, ten bate
van het eigen- en groepsbelang."
binnenland
Duizenden Canadeesche soldaten werken
thans vrijwillig mede aan den wederopbouw
van Nederlan'd alsmede aan het binnenhalen
van den oogst. Ook op andere wijze verlee-
nen zij hulp. Zoo zijn drie Canadeesche
compagnieën permanent ingeschakeld bij de
voedseldistributie, onder leiding van Neder
landsche militaire autoriteiten, zij hakken
hout en zijn behulpzaam bij het uit den
grond trekken van boomstompen, welke een
aanvulling zullen vormen voor de brandstof
in den komenden winter. De soldaten ge
nieten een uniform loon. Hun loon komt
echter niet in eigen zak, maar wordt aan
een erkend Nederlandsch herstelfonds ge
schonken.
Ter gelegenheid van de officieele beëin
diging van de werkzaamheden van het Inter
Kerkelijk Bureau, welke bestaan hebben in
het verstrekken van noodvoeding, heeft ir.
S. L. Louwes, de dir. gen. van de voedsel
voorziening den dank van de overheid
jegens het I. K. B. vertolkt. Het heeft in
samenwerking met de autoriteiten op het
terrein van de voedselvoorziening ons volk
in een barren tijd krachtig geholpen. Ds
Gravemeijer sprak namens het centr. best.
van het I. K. B.
Met grooten spoed wordt er gewerkt
aan het dichten van het gat in den Wie-
ringermeerdijk. Reeds meer dan 200 M. van
den binnenkeileemdam van het nieuwe
dijkstuk steekt boven water uit. Ondanks
dat het weer de laatste dagen zeer tegen
werkt hoopt men op 15 Augustus zoo ver te
zijn, dat met de bemaling kan worden be
gonnen. De door de N.V. Werkspoor te Am
sterdam reeds afgeleverde hulpbemalings-
installaties worden opgesteld iets ten N. van
het gemaal Lely bij Medemblik.
Ambtenaren van den Opsporingsdienst
van de Prijzencontrole te Amsterdam heb
ben medegedeeld, dat zij een actie beginnen
tegen de veel te hooge prijzen op veilingen.
Op een veiling werden de volgende prijzen
genoteerd: ƒ42 voor een „verdragen" (niet
net gedragen) flanellen heerenhemd; ƒ28
voor een paar nieuwe sokken; ƒ20 voor ge
stopte sokken; ƒ32 voor 9 gehavende soep
borden; ƒ18 voor een gebruikte theepot. Ge
meend wordt dat 95 pet. der veilingbezoe
kers behoort tot de zwarte handelaren.
buitenland
Een militaire opstand tegen de regeering
van Ecaudor is onderdruk.
De dreigende spoorwegstaking op den
a.s. Engelschen bank-holiday" is voorko
men, doordat inzake de eischen der em-
ployé's omtrent loonen en dienstregeling
na tusschenkomst van den nieuwen minister
van arbeid in principe overeenstemming is
bereikt.
Er is besloten tot gedeeltelijke demo
bilisatie van de militie op Curagao.
BIOSCOPEN
rembrandt, cinema. De vloot waar
op wy dienen. Deze mannelijke film (in de
beste beteekenis van dit woord) is gepro
longeerd. Hier wordt duidelijk bewezen dat
niet alleen de Duitsche sentimentaliteit het
verliest tegen het mannelijke, maar ook dat
de Britsche opnametechniek,voor den oor
log ten achter bij de D^uitsche, thans tot
verbluffend sterke prestaties in staat is.
Noel Coward is de groote man van deze
film, weer een naam om te onthouden.
LUXOR, journaalvoorstellingen. Staalstad,
de korte titel waarachter reeds het krach
tige ligt, dat men hier ziet gebeuren. Van
ijzererts naar staalplaten is geen eenvou
dige wég, maar de fabrieken weten dien snel
af te leggen. In een Engelsche film zien wij
dat je in Engeland niet gedwongen bent
kansloos je leven te slijten na een ongeluk,
waardoor je kreupel, of invalide werd. In de
film van den strijd op Okinawa blijkt weer
duidelijk het verschil tusschen de geallieer
den en de as-landen, de eersten geven eer
lijke filmreportages, er wordt niet gedaan
ol alle verliezen aan één kant liggen. Ieder
een kan zich indenken met welk een enthou
siasme generaal Dwight D. Eisenhower,
..Ike", in Amerika wordt ontvangen. Hij
heeft blijkbaar niet alleen aan het westfront
gewonnen! Silly Symphony", is een tee
kenfilm van Disney. Uit een sprookjesboek,
Moeder de gans in Hollywood, zien we de
figuren steeds levend uit de plaatjes treden
en een avontuurtje beleven. Elk persoon en
elke handeling is een hoogst vermakelijke
karikatuur van Hollywoodsche sterren en
hun gewoonten op de film.
A G E X D A.
Zaterdag 4 Augustus.
Stadsschouwburg. 2 uur: Revue van leer
lingen der Haarlemsche Middelbare Scho
len. 7.30 uur: Max Croiset speelt „De
Gedachte".
Circus Saltarino: Kinderhuissingel, 2 en
7.30 uur.
Rem brandt-theater: De vloot, waarop wij
dienen: 2.30, 4.30, 7 en 9.15 uur.
Cinema Palace: De vloot waarop wij dienen,
2, 4, 6.30 en 8.45 uur.
Luxor: Journaalvoorstellingen, 110 uur
(niet doorloopend).
Frans Hals: De weg die voor ons ligt, 2.30, 7
en 9.15 uur.
Zondag 5 Augustus.
Stadsschouwburg: 2 en 7.30 uur: Kinderen
van ons volk (Kennemer Tooneelgroep).
Rembrandt-theater: De vloot, waarop wij
dienen, 2.30, 4.30, 7 en 9.15 uur.
Cinema Palace: De vloot, waarop wij die
nen, 2, 4, 6.30 en 8.45uur.
Luxor: Journaal voorstellingen, 110 uur
(niet doorloopend).
Frans Hals: De weg, die voor ons ligt, 2. 4,30,
7 en 9.15 uur.
Maandag 6 Augustus.
Stadsschouwburg: Tooneelgroep 5 Mei 1945:
De naamloozen van 1942 (voor oud-ille
galen).
Wat zoo heerlijk is in Amerika is, dat
iedereen zoo blij is Amerikaan te zijn.
Levensvreugde is er in dat land. En zelf
verzekerdheid. Ep de trots van den burger,
die het hoofd hoog doet houden, die een
diepen zin voor verantwoordelijkheid jegens
gemeenschap en gemeenebest in de harten
en de hoofden der menschen brengt.
Daar geurt iets in de lucht, dat veer
krachtig doet loopen en dat het hart op
flinker maat doet slaan.
Veel van Europa is er, dat ge er mist:
onze oudheid en grijsheid en bestorvenheid,
die door de eeuwen niet alleen op onze
prachtige steden zijn gelegd, doch ook op
onze harten en geesten. En op onze levens,
die daardoor een pate en een doffen glans
hebben, die ginds niet bestaan.
Dat oude van ons kan verrukkend van
klaarte zijn en ook van beslagenheid: als
het rood en geel en blauw van onze kerk
glazen gestold zonnelicht en als het
grijs van onze straten en stadhuizen en
stadspoorten beslagen zilver.
In Amerika is het de ochtend die u bege
leidt: een klare, luciede morgen over een
groen dal. met een wit-houten, rood-
bedaakt kerkje. En boerderijen met den
klaren damp van den nieuwen dag om de
koebeesten en de geur van hooi rond de
schuren.
Of ge beleeft den pittigen morgen in de
geweldige stad New York, met de werkdrift
trillend in de menschen en in de liften, die
op en neer suizen in de kantoorgebouwen
van Rockefeller Plaza, waar twintigduizend
menschen zestig verdiepingen bevolken.
Europa is mooi.
En Amerika is mooi.
Doch de eene schoonheid is de andere
niet.
Twee werelden. Twee levenswijzen. Twee
belijdenissen van het mensch-zijn.
Amerika is zoo sterk. Het weet dat 't zoo
sterk is. En het is blij en gelukkig om zijn
kracht.
Dat is de heerlijkheid van dat land.
Door zijn sterkte, die zijn heerlijkheid is,
is het zoo eerlijk, zoo kinderlijk-eerlijk ver
heugd om zich zelf.
Voor iederen Amerikaan is Amerika het
heerlijkste ter wereld en dat maakt er het
leven zoo blij.
Zuid-Amerika is, met al zijn zorgen van
armoe e^. ziekte en brandende koortsen,
zorgeloozer. Havana en Mexico en Bogota en
Quito, met hun kerken en paleizen, met
hun plaza's en hun capitolen, zijn muziek.
Welk een vreugde, daar de zon op de rozen
te zien glanzen.
Maar Noord-Amerika is: het geluk van
de redelijkheid, de bewustheid van de men-
schelijke macht; de trots van den burger
om het leven zooals hij zich dat zélf met
zijn medeburgers heeft gebouwd.
Nederland is een heerlijk land.
Maar Amerika ook.
Wie dat gevoelen kan weet, dat het leven
het leven waard is.
Ook nu.
Mr. E. ELLAS
De schilder vertelde. Hij was op dreef. Hij
zei: „Jaren geleden kwam er een man bij
mij, die een Breitner gekocht had: een Am-
sterdamsche gracht. Hij had het stuk bij
zich en zette het op een ezel in mijn atelier.
Wij bewonderden het samen. Het was een
karakteristieke Breitner, een van zijn beste
dingen. Ik zei dat en de man antwoordde:
„Hum! Jij gelooft dus dat het echt is. Vol
gens twee vrienden van mij is dit stuk
valsch. Zij vinden het mooi, maar dat doet
er minder toe. Zij hebben eens een valschen
Breitner gezien en zeggen, dat deze eraan
herinnert".
„Misschien was de valsche ook mooi", op
perde ik.
Maar daar wou hij niet van weten. Hij had
duizend gulden voor dit stuk betaald. Hij
moest weten of het echt of valsch was. Ik
moest dat uitmaken. Ik was toch ook een
schilder.
„Ga liever naar een expert", zei ik. „Die
weet zulke dingen zoo precies en geeft een
verklaring af".
„Hum", zei hij. „Hoeveel kost me dat?"
Toen kwam ik op een brillante gedachte
en zei: „Ga naar Breitner zelf". Hij leefde
namelijk nog. v
De. man pakte het schilderij weer in en
ging ermee naar Breitner. Hij zette het op
een ezel in zijn atelier. Samen bewonder
den zij het.
„Wat zegt u ervan?" vroeg de bezoeker.
„Mooi", zei Breitner. „Heel mooi. Ik wou
dat ik het geschilderd had".
„Meneer Breitner! Is het dus valsch?"
„Valsch. meneer? Waarom? Het is een echt
schilderij, gemaakt door een eersterangs
kunstenaar".
„Maar uw naam staat eronder".
„DToevig, meneer. Droevig dat zóó'n ar
tiest. zoo'n begaafd man als deze, mijn
naam moet gebruiken om een boterham te
kunnen verdienen. Maar weet u wat u doet?
Niets! Laat hem er on staan. Ik heb er geen
enkel bezwaar tegen".
En Breitner liet zijn verbaasden bezoeker
uit.
„Wat mij nu wel eens bezig houdt", zei
de schilder, „is ten eerste de vraag of er
veel zulke schilderijen bestaan: erkend door
den man die ze niet geschilderd heeft en
daardoor, al waren ze valsch. toch eigenlijk
geëcht. Maar er is een vraag die ik nog inte
ressanter vind. HeKiben kunstenaars dubbel
gangers of misschien zelfs reïncarnaties?
Hoeveel Rembrandts zijn er dan al geweest
en hoeveel Velasquessen, hoeveel Titiaans
en hoeveel Frans Halsen? En hoe heetten ze
allemaal?"
„Schel uit", zei ik.
Hij begon aan een ander verhaal.
Maar nu is het mij weer te binnen ge
schoten. En ik vraag met benauwenis: „Hoe
veel Vermeers hebben er geleefd, van Delft
en elders?"
Een goede vangst.
De Haagsche Pol. Opsporingsdienst had
dezer dagen een lageren officier van den
Sicherheitsdienst gearresteerd. Toen de bu
ren den nacht na de arrestatie een verdacht
geluid hoorden in het huis waarin de officier
had gewoond, waarschuwden zij onmiddellijk
den P. O. D., die nog juist op tijd kwam om
een zoon van den S. D.-man te betrappen
bij het openbreken van een houten hok tus
schen twee vloeren. Tn deze ruimte bleek
een enorme voorraad gouden armbanden,
horloges, penningen, broches, colliers, das
spelden. oorbellen, ringen met diamanten
enz. verborgen te zijn. De waarde van deze
collectie wordt op niet minder dan 2 mil
lioen gulden geschat.
Een radio-rede van den Minister van Oorlog.
IN de serie wekelijksche radio-redevoe
ringen „Op de brug" heeft Vrijdagavond
de minister van oorlog, mr. J. Meynen, een
rede gehouden over ons nieuwe leger.
Spreker verklaarde: Wat tot heden is ge
schied is niet meer en niet minder dan met
den grootst mogelijken spoed militaire on-
derdeelen te formeeren welke als hulpver-
leeningseenheden aan de geallieerde oor
logsvoering in het Westen een bijdrage kon
den leveren. Niet wachten tot we met een
volledig uitgeruste divisie aan den strijd
konden deelnemen was het parool. In het
Zuiden des lands werd het oorspronkelijk
gebrek aan uitrusting aan schoenen, aan
kleeding en voedsel goedgemaakt door
een laaiend enthousiasme. Soms werd op
klompen, in onverwarmde wachtlokalen
dienst gedaan, zóó, dat de geallieerde com
mandanten er den grootsten lof voor had
den.
200.000 MAN
Globaal genomen zijn noodig 200.000
man: ongeveer 100.000 voor de expedi-
tionnaire macht, 27.000 voor de gezags-
bataljons (inclusief N.I.C.A.-personeel)
50.000 man voor bezettingstroepen in
Duitschland, tenslotte het personeel
der luchtstrijdkrachten, plus additio-
neele eenheden. Hieronder is niet gere
kend het personeel van de vloot, waar
onder 8000 mariniers zijn, die in Ame
rika worden opgeleid.
Het is niet mogelijk om tegelijk zoowel of
ficieren als onderofficieren en manschap
pen door Engelsche instructeurs te laten
opleiden. De manschappen moeten opgeleid
worden door Nederlandsche officieren en
onderofficieren. Eenige honderden officie
ren zijn reeds naar Engelsche trainings-
scholen vertrokken; zij zullen binnenkort
gevolgd worden door vele honderden onder
officieren. Als dit kader in snel tempo op
geleid is, komen de manschappen aan de
beurt. Verwacht wordt dat de eerste divisie
van de expeditionnaire macht (rond 20.000)
in October-November naar Engeland zal
gaan voor opleiding.
Door gebrek aan scheepsruimte komt ver
traging in de uitvoering van het plan om te
beginnen met Augustus elke 14 dagen 2500
man naar Australië te zenden voor oplei
ding van de gezagsbataljons. Dit scheeps-
tekort ontstaat o.a. doordat honderdduizen
den Amerikaansche en Canadeesche solda
ten gedemobiliseerd worden.
NOG VECHTEN TEGEN JAPAN?
Aangenomen mag worden, dat de eerste
divisie der expeditionnaire macht in de eer
ste helft van 1946 gereed en gevechtsklaar
zal zijn; de tweede ongeveer vier maanden
later.
Men vraagt wel eens of onze expedition
naire macht nog een taak in Indië te ver
vullen zal hebben. Het is niet aan te geven,
wanneer Japan den strijd zal opgeven. Men
dient er ernstig rekening mede te houden,
dat bij een ineenstorting van het Japansche
militaire apparaat de weerstand niet auto
matisch wordt opgeheven op de verschillen
de deelen en eilanden, waar de Japanners
zijn gevestigd. De minister acht het dan
ook waarschijnlijk, dat voor het veroveren
van hecle eilandengroepen in Indië deze
expeditionnaire macht nog noodig zal zijn.
I)E GEEST IX HET NIEUWE LEGER
Ook vestigde de irïinister er de «aandacht
op dat Nederland een legerorganisatie moet
opbouwen, die aansluit bij die onzer bond-
genooten en die toch het Nederlandsche ka
rakter en het Nederlandsche belang scherp
ln het oog houdt. Hier komt aan de orde
een probleem van het allergrootste belang,
namelijk de volksopvoeding. Voor een goed
en daadkrachtig leger is allermeest noodig
het ontwikkelen van een sterk saamhooi'ig-
heidsgevoel. Allen zijn raderen van hetzelf
de uurwerk, dat alleen' feilloos werken kan
als het gesmeerd wordt door den „goodwill",
de saamhoorigheid van alle medewerkers.
Officieren, onderofficieren en manschappen
hebben in het leger te dienen. De offi
cieren en onderofficieren der geallieerden
hebben geleerd zich aan de manschappen te
geven, niet alleen gedurende den diensttijd,
maar ook daarna. Zij zien de manschappen
niet alleen als nummers. Men kan niet een-
twee-drie de Nederlandsche mentaliteit ver
anderen, maar toch wordt gehoopt, dat in
het nieuwe Nederlandsche leger een andere
geest zal ontstaan dan er vroeger was.
De minister vond het gelukkig, dat er
gen groote groep van personen is die zich
vrijwillig gemeld heeft voor het leger. An
derzijds is er een groep van personen die
liever geen dienst nemen en zich kramp
achtig vastklampen aan hun maatschappe
lijke functie. De juiste weg is dat de jonge
menschen zichzelf aanmelden en dat zij p.an
de overheid overlaten om te beslissen of het
gewenschter is hen eventueel te laten in
hun tegenwoordige positie.
Zij, die meenen op grond van een eind
examen Gymnasium of H.B.S. een soort
recht te hebben op kaderopleiding, vergis
sen zich. Zij. die meenen, dat de verstande
lijke ontwikkeling met de geschiktheid voor
leider niets te maken heeft, vergissen zich
eveneens. Naast een dosis gezond verstand
en een bepaalde kennis van het vak is aller
eerst een geschikt karakter noodig, waarbij
leiderskwaliteiten ook onder moeilijke en
gevaarlijke omstandigheden wel van het
grootste belang zijn.
GEEN VERGRIJSDE KAPITEINS
Na vijf jaren krijgsgevangenschap is het
beroepskader thans grootendeels uit de
kampen teruggekeerd en het staat dus weer
ter beschikking. Duidelijk is het, dat voor
een gevechtsleger een verjonging van het
kader noodzakelijk is. Men moet ook om de
bovengenoemde eischen van verstand en
karakter in een vechtend leger te kunnen
doorvoeren met jongere menschen kunnen
werken. Dit brengt met zich mede, dat de
pensioen-gerijpte personen uiteraard ook
gepensionneerd zullen worden, of althans
een functie zullen krijgen, die buiten de di
recte legerorganisatie staat. Bovendien zal
de rang verbonden worden aan een maxi-
malen leeftijd, zoodat het instituut van de
vergrijsde kapiteins vervalt.
Teruggekeerde beroepsofficieren moeten
een herscholing ondergaan. Van de reserve
officieren zal men het gedeelte onder de
wapenen roepen die gezien hun leeftijd het
best bruikbaar zijn en die wat hun karakter
en persoonlijkheid betreft het meest passen
in het nieuwe leger.
WIE WORDEN OPGEROEPEN?
Hoeveel mannen zullen onder de wape
nen geroepen worden? De minister schat
het aantal vrijwilligers op 100.000 a 110.000.
Een lichting wordt getaxeerd op 30.000 man.
Dit zou dus neerkomen op het oproepen
van 3 lichtingen. Het oproepen van de eer
ste lichting is niet te verwachten voor de
lente van 1946. In den zomer en den herfst
zouden dsn de volgende aan de beurt ko
men.
Opgeroepen zullen worden zij, die in het
jaar 1946 den leeftijd van 20 jaar en even
tueel die van 21 en 22 jaar hebben bereikt.
Het is denkbaar, dat van de 3 lichtingen er
vier of vijf worden gemaakt, vooral als er
veel uitvallers zouden zijn. Het ligt echter
algemeen gesproken niet in de bedoeling
om alle vroegere legerlichtingen op te roe
pen, uitgezonderd dan degenen, die, zooals
ook reeds geschiedde, in verband met hun
vakbekwaamheid, welke in het leger noodig
is, niet gemist kunnen worden en die niet
op een andere wijze te verkrijgen zijn.
Dat de diensttijd vooral bij een strijd in
het Verre Oosten en een voortgang van den
oorlog onbeperkt is, dat wil zeggen clat de
duur niet met eenige zekerheid kan worden
bepaald, spreekt vanzelf.