Haarlems Dagblad Afscheid van Militair Gezag. Eind derweek landingen in Japan Onze gestolen kunst «Oo Jaargang No. 18108 x X Bureaux: Groote Houtstr. 93 en Soendaplein 37. Haarlem IJmuiden: Kennemerlaan 154. Telef. 5437. Tel.: Dir-Hoofdred. 15054. Adm. 10724 Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom Wo sdag 22 Augustus 1945 Uitgave van de Stichting Voorlichting te Haarlem. Abonnementen: p.week 31 ct. per kwartaal 4. Tel: Redactie Expeditie 14825. TOEN de regeering eenige weken ge leden mededeelde, dat Militair Gezag in alle districten, waar de burgerlijke overheid zijn taak kon overnemen, op uiterlijk 1 September zijn werk zou be ëindigen. was het duidelijk dat dit ook voor Haarlem zou gelden. Dat bleek dan ook zoo te zijn. Evenals in andere distric ten zullen een paar bureaux blijven. Het Commissariaat Rechtsherstel blijft. Het informatie- en bemiddelingsbureau, dat dagelijks velen inlichtingen verschaft, zal zijn arbeid voortzetten als dienst van het burgerlijk gezag. Vermoedelijk zal het samengevoegd worden met het eveneens zeer actieve informatiebureau van Volks herstel Maar Militair Gezag als zoodanig verdwijnt. Het is nu al overgegaan tot af wikkeling van zijn zaken en overdracht aan de burgerlijke autoriteiten. De Militaire Commissaris voor het district Haarlem, dat tien gemeenten omvatte, de majoor dr. C Krijgsman, heeft mij van zijn ervaringen en indrukken verteld. Er was een kort voorspel, voor de taak van de acht officieren, die naar Haarlem zou den gaan, aanving. Zij hadden allen dit soort werk al in het Zuiden verricht en er dus ervaring mee opgedaan. Voor de be vrijding van het Noorden kwamen zij evenwel al bijeen om onderling kennis te maken en de arbeidstaak te verdeelen Dat bleek uit te loopen op drie weken afwach ten: eerst in een dorp bij Antwerpen, daarna in Brabant, tenslotte in Gelder land. Toen het achttal hier kwam, op den negenden Mei, was het ontroerd door den geestdrift waarmee de bevrijding gevierd werd en getroffen door de bereidwilligheid en medewerking die het dadelijk onder vond. „Die eerste dagen zijn heel belang rijk geweest", zei majoor Krijgsman, „want met goede voorlichting bleek het meteen mogelijk een goed apparaat te vormen. En wij hebben wel bewondering gehad voor de energie, waarmee zooveel menschen hier meteen aan het werk togen. Dat had den wij niet verwacht, na al hetgeen zij doorstaan hadden en in den toestand van ondervoeding, waarin zij toch ook verkeer den. Wij maakten nog een paar spannende dagen door omdat het Commissariaat Noodvoorziening iets later kwam, maar de zaken van dc voedselvoorziening hebben wij daarna volkomen aan dat bureau kun nen overlaten In de andere secties ontwik kelde ons werk zich ook snel. De samen werking met de tien gemeentebesturen is steeds goed geweest en buitengewoon nut tig zijn de veertiendaagsche bijeenkom sten met de burgemeesters en secretarissen gebleken. Morgen houden wij onze laatste vergadering: de afscheids-bijeen- komst. Ik zou ook willen zeggen, dat de ex-illegalen bijzonder goed georganiseerd bleken te zijn, hetgeen het mogelijk ge maft heeft de zuiveringscommissies voor de ambtelijke instanties op de beste wijze samen te stellen. Er is door die zuiverings commissies uitstekend werk verricht: goed en grondig werk. Daar heb ik de grootste waardeering voor. Er was veel te doen, bijvoorbeeld ten opzichte van de politie korpsen van Haarlem en Velsen. Op ander terrein hebben wij vooral snel kunnen werken tengevolge van onze groote be voegdheden. Niet alleen als het vorde ringen van gebouwen, van auto's en dergelijke zaken betrof, maar in het alge meen bij het nemen van alle besluiten". „Gelooft u dat deze nieuwe vondst, het Militair Gezag, dat burgers in uniformen stak en daarna een soort overgangs-vorm tusschen burgers en militairen instelde, een ideale oplossing was?" „Ik geloof niet dat men in de omstan digheden een betere had kunnen vinden. Wat de uniformen aangaat: in het Zuiden had ik al gemerkt, omdat ik eerst in bur ger contact met hen gehad had, dat de mi litaire kleeding het overleg met de gealli eerden buitengewoon vergemakkelijkte. Maar ook tegenover de burgerij bleek de uniform een zekere gezagspositie te geven". Omtrent de voorgenomen bedrijfszuive- ring, die nog komen moet, kon dr. Krijgs man mij weinig zeggen. Hij achtte de zui vering van het ambtelijke apparaat het be langrijkst en een primaire noodzakelijk heid. En hij sprak de verwachting uit dat de overgang van de bevoegdheden op het burgerlijk gezag zich goed zou ontwikke len. De overdracht van zijn taak beschouwt hij wel als een heel belangrijke slotphase „Keert u nu terug in het burgerleven en in uw werk bij de Limburgsche mijnen?" „Ja. En ik zal toch.met blijdschap in de techniek t.erugkeeren. In het algemeen ge loof ik dat wij allemaal het best aan den opbouw van Nederland kunnen werken in onze eigen oorspronkelijke arbeidstaak. Er mogen uitzonderingen zijn: menschen die in dezen tijd tot een nieuwe taak geroepen worden en daar ook voor bestemd blijken te zijn. maar die vormen toch maar een heel kleine minderheid". Dewelke gezonde beschouwing van den Militairen Commissaris mij herinnerde aan Emerson, die immers als beste recept voor maatschappelijk welslagen aanbeveelt, vroegtijdig een bepaalde arbeidssfeer te kiezen en daarin hardnekkig te blijven werken Militair Gezag was een overgangs-régime. Het verheugt ons dat het zijn taak kan overdragen aan de burgerlijke overheid. Daarmee wordt weer een stap gedaan in de richting van herstel van een democra tisch bewind. Maar de voldoening daar- p\ OMEI heeft Dinsdagavond een geza- menlijk communiqué van het keizer lijke Japansche hoofdkwartier en van de Japansche regeering uitgegeven, waarin de formeele aankondiging geschiedt van regelingen voor de landing van geallieerde troepen op het Japansche moederland. In dit communiqué wordt o.m. het vol gende medegedeeld: „Een eerste groep van geallieerde bezettingsstrijdkrachten zal volgens de hiervoor opgestelde plannen beginnen met landen op 26 Augustus a s. in de baai van Tokio. Te beginnen op Za terdag as. zullen luchtlandingsoperaties geschieden over het moedereiland, Lucht landingstroepen zullen op het Atsoegi vliegveld beginnen te landen van Zondag as. af. Op denzelfden dag zal de geallieer de vloot Sagami-baai binnenvaren, terwijl een gedeelte van deze vloot, bestaande uit lichte schepen de baai van Tokio zal bin nenvaren. De andere bezettingsstrijdkrach ten zullen van Dinsdag as. af uit de lucht en uit zee landen in de sectoren Atsoegi en Jokosoeka". Vanwege deze landingen is aan de Japan sche strijdkrachten bevel gegeven het ge bied van Kanagawa aan de westkust van de baai van Tokio en een gebied aan de oost kust van deze baai te ontruimen. De Japan sche politie en gendarmerie neemt de taak op zich, welke tot dusver door de .militai ren werd vervuld. De Japansche autoriteiten hebben een ver bod tot verbroedering uitgevaardigd. In het betreffende bericht wordt verklaard: „Er zal geen direct contact bestaan tusschen het •Japansche publiek en de geallieerde strijd krachten. wy leggen specialen nadruk op dit punt." Het onder Japansche contröle staande radio-station te Singapore heeft nog heden morgen een nadrukkelijke waarschuwing doen hooren, dat elke geallieerde strijd macht die de basis van Singapore zou nade ren, „uit zelfverdediging" zou worden aan gevallen! De Japansche overgave in China zal ge- De bezetting van Ned. Indië. Waarom dit geschiedt door Britsche troeper Een geallieerd officier heeft Dinsdagavond voor den zender „Herrijzend Nederland" een toespraak gehouden tot het Nederlandsclie volk. „De landen die aan den rooflust van den Japanner ten offer vielen, zullen wel dra bevrijd worden", zoo zei hij en liet er op volgen: „Hoe goed kunnen wij begrijpen, dat het menig Nederlander thans zoo diep ter harte moet gaan, dat het geen Neder- landsche troepen zijn, die de boodschap van de verlossing brengen: dat er bij al de vreugde om de bevrijding en om de herwon nen vrede ook een schaduw is van teleur stelling. Tijdens de afgeloopen dagen heb ik met vele Nederlandsche families gesproken en heb ik kunnen opmerken welk een wrange vrucht deze teleurstelling is. Men heeft mij de vraag gesteld: „wil deze be zetting door de Britten zeggen, dat wij onze overzeesche gebieden aan anderen zullen verliezen?" Ik heb daarop geantwoord op dezelfde wijze als ik het nu voor deze mi crofoon ga doen, en ik zeg u. na overleg met alle bevoegde instanties; noch Groot Brit- tannië, noch Amerika, noch een der Ver- eenigde Volkeren streeft imperialistische oogmerken na. De bezetting van Neder- landsch Indië door Britsche troepen heeft geen andere oorzaak dan dat troepen van de vereenigde naties aanwezig moeten zijn om de capitulatie van de Japansche legers in Indië te aanvaarden. Voor deze taak kon het oppercommando niet over voldoende Nederlandsche troepen beschikken, maar wel over Britsche." Het opruimen der mijnen Voor 1 Januari 1946 90pCt. onschadelijk. Het hoofdkwartier van den Dienst Oprui ming Mijnen van den Bevelhebber der Nederlandsche Strijdkrachten ziet het pro bleem der bodemzuivering thans veel lich ter in dan een maand geleden het geval was. Zoowel Engelsche als Nederlandsche offi cieren verwachten, dat vóór het einde van dit jaar ruim 90 V» van alle gelegde mijnen zal zijn opgeruimd. Daarna zal men zich voornamelijk met hercontröle en met op sporing van mijnen op onbekende plaatsen bezig houden. Aan de zuivering van het kustgebied is prioriteit verleend, omdat het noodig is het herstelwerk aan de zeeweringen zoo spoedig mogelijk te laten uitvoeren. In Noord- en Zuid-Holland raakt de schoonmaak reeds op haar eind. De Duitschers werken nu ook in het Zuiden van ons land bij het opruimen der mijnen. Het aantal slachtoffers is, als gelet wordt op het groote aantal mijnen dat verwijderd werd, niet groot. Van 11 Juli tot 8 Augustus vielen 34 dooden en 65 ge wonden. over belet ons niet, uiting te geven aan erkentelijkheid jegens dr. Krijgsman en de zijnen voor de wijze, waarop zij hun tijde lijke taak hebben vervuld: met groote toe wijding. met inzicht en met opgewektheid. Zij hebben hard gewerkt. Al spoedig werd de algemeene overtuiging: Wij hebben het hier met den Militairen Commissaris ge troffen. Die meening bleef zoo. En in die meening nemen wij afscheid. R. P, schieden nadat de formeele capitulatie- documenten te Tokio door generaal Mac Arthud zullen zijn geteekend. Bevrijding Nederlandsche krijgsgevangenen. Volgens een Reutcr-telcgram uit Mel bourne zijn generaal-majoor Harrison, als vertegenwoordiger van admiraal Mount- batten, en kapitein Edwards, daar als ver tegenwoordiger van luchtmachtcomman- dant maarschalk Sir Keith Park. aangeko men met opdracht om met de Nederland sche autoriteiten besprekingen te voeren, vermoedelijk over schikkingen ten behoeve van vrijgelaten krijgsgevangenen in Ma- lakka en Ned.-Oost-Indië. Amnestie voor gevangenen? Een lezer zond ons een brief om aan te dringen op amnestie voor gevangenen. Sommigen hebben zoo schrijft hij ge dwongen door de oorlogsomstandigheden gestolen, omdat er honger geleden werd. Zij zijn etvan overtuigd dat wat zij deden niet goed was. maar onder normale omstandig heden zouden ze het niet gedaan hebben. Even voor de bevrijding leefde onder die gevangenen de hoop. dat als de moffen verjaagd zouden zijn, de deuren der gevan genis voor hen we! zouden opengaan, dat zij bevrijd zouden worden en naar huis mochten gaan De regeering is teruggeko men. doch van een amnestie is niets ge bleken. De gevangenen blijven evenwel hopen. Wij hebben over deze aangelegenheid ter bevoegder plaatse geïnformeerd Et zijn zoo werd ons verzekerd onmiddellijk na de bevrijding maatregelen genomen om po litieke gevangenen in vrijheid te stellen. Eveneens zijn de cellen geopend van de ge vangenen die veroordeeld zijn door het Vredesgerechtshof en den Vrederechter, om dat die vonnissen niet gebaseerd waren op Nederlandsche wetten. In de gevangenis te Haarlem is geen enkele veroordeelde ge bleven die redelijk aanspraak kon maken op zijn vrijheid. Zooals het hier gegaan is, zal het natuurlijk ook in andere steden ge beurd zijn. Iets anders ls de quaeslie van een amnestie van andere veroordeelden. De mogelijkheid ls zoo vervolgde onze zegs man niet uitgesloten dat er binnenkort, bijvoorbeeld bij den aanstaanden Koningin nedag, een amnestie afkomt, maar aanwij zingen daarvoor zijn er op heden nog niet. Zoo'n amnestie zal. naar aangenomen mag worden, wel beperkt blijven tot von nissen van lage geldboeten en gevangenis straffen tot misschien drie maanden. En dan natuurlijk alleen voor feiten die vóór de bevrijding begaan zijn. Zeer onlogisch zou zijn ook ernstige gevallen van inbraak daaronder te brengen, want allen die met het strafrecht te maken hebben, zijn over tuigd, dat de strengen stijf gehouden moe ten worden, omdat ook na de bevrijding in braken aan de orde van den dag zijn. De maatschappij heeft recht op bescherming. Inbrekers zijn er gauw bij om in de tijds omstandigheden een excuus te zoeken, maar die verdediging mijdt meestal geen hout. Er zijn ook geen verontschuldigingen voor de vele inbraken in huizen van voormalige N. S. B.-ers, diefstal is diefstal en de in brekers is het alleen om het gestolen goed te doen. Zooals lk zei, er is kans dat er een amnestie komt, maar als die achterwege blijft, kan men er van overtuigd zijn, dat daarvoor een gegronde reden Js. Het woord is aan Mme. Riccoboni: Zelden zal men vertrou wen inboezemen als men het zelf niet jegens anderen betoont. De verkiezingen voor het Noodparlemenf Niet op de stamkaart of het persoonsbewijs In een persgesprek met de Maasbode heeft Dr. L. J M. Beel, minister van bin-, nenlandsche zaken, over de technische moei< lijkheden die zich voordoen bij de komen de verkiezingen verklaard. „Deze zijn inder daad belangrijk, doch er wordt oo het oogenblik hard gewerkt aan de overwinning ervan. Wij zijn druk bezig met de recon structie van de bevolkingsregisters en al wat daarmee samenhangt. Gezien echter den deploiabelen toestand, waarin de bevolkings registers zich in vele gemeenten bevinden» zat met deze reconstructie nog zeker gerui- men tijd gemoeid zijn. Er wordt echter alles op gezet, eventueele verkiezingen technisch op den koristen termijn voorjaar 1946 mogelijk te maken. Men heeft mij wel het denkbeeld aan de hand gedaan noodverkie- zingen te houden aan de hand van de tweede stamkaart of de persoonsbewijzen, doch ik acht dit geen reëele oplossing. Er zijn tijdens de bezetting zooveel valsche exemplaren van deze documenten in omloop gebracht en zooveel duplicaten, dat een verkiezing, daarop gebaseerd, afgezien nog van verdere technische bezwaren, onvoldoende waarbor gen van zuiverheid kan bieden. Bovendien zou het voorbereiden van zoo'n „r.ood"-ver- kiezing eveneens enkele maanden vergen. Beoogt men met dergelijke verkiezingen dus een snel bijeenkomen van een noodparle- ment, dan bereikt men zijn doel niet." De minister zei verder dat hij zoo snel mogelijk het noodparlement ingesteld wil zien. „Het gemis aan een volksvertegenwoor diging. tegenover welke men zijn beleid kan openleggen en waarin men zijn opvat tingen kan toetsen aan hetgeen leeft onder het volk, wordt door de leden van het kabinet pünlük gevoeld." Het zwarte goud In „Commentaar", het weekblad van het Militair Gezag deelt bijzonderheden mede over het kolenvraagstuk in Nederland. Men begint het transportvraagstuk mees ter te worden. Op 1 Juli was er wat het vervoer van de kolen uit onze eigen mijnen betreft een achterstand van 412 000 ton Op 1 Augustus was die verminderd tot 266.000 ton. Dit vervoer geschiedde tot dien tijd per trein, nu is bovendien ook de waterweg beschikbaar gekomen. De dagproductie van onze mijnen steeg in de eerste week van Augustus tot 16.800 ton. In het tijdvak September 1944Maart 1945 was de dagproductie slechts 9500 ton. in Juli was die productie gestegen tot 14 000 ton. Voor den oorlog was de productie 45.000 ton. Voor dat hooge cijfer weer bereikt zal kunnen worden, zal vermoedelijk jaren duren. In Juli werden uit Amerika aangevoerd 44.804 ton, voor Augustus is overeengekomen 25.500 ton. De kolen uit Amerika zijn alleen geschikt voor industrie, spoorwegen en gas bedrijven. Wanneer uit Duitschland terug? Wij streven er naar nog voor den ko menden winter een begin te kunnen maken met het terugzenden van de door ons in Duitschland opgespoorde kunstschatten naar de landen van her komst. Deze belangrijke mededeeling werd door luitenant Charles Kuhn, in vredestijd pro fessor aan de Harvard Universiteit, thans plaatsvervangend hoofd van de sectie mo numenten. kunst ert archieven voor de Amerikaansche zone in Duitschland, ge daan aan een oorlógscorrespondent van ANP-Aneta. In de Amerikaansche zone zijn al meer dan 500 schuilplaatsen met kunstschatten gevonden en in geheel Duitschland zijn het er zeker al over de duizend. En nog wor den iederen dag nieuwe depots ontdekt. De belangrijkste objecten worden ver voerd naar eenige groote verzamelplaat sen. Er zijn thans drie verzflhelplaatsen in gebruik: Frankfurl. Marburg en Mün- chen. Er zullen nog andere verzamelpun ten worden ingericht. Er wordt geschat, dat niet minder dan een vyfde van alle kunstschatten van de Westelijke beschaafde wereld zich momentcel in Duitschland bevindt: vanuit de zoutmyn bij Alt-Aussee wer den b.v. ongeveer 10 000 kisten, waar van sommigen vier of vijf schilderijen bevatten, naar Münchcn overgebracht. Voor het vervoer van de beroemde Hol- landsche Mannheimer-collectie die gevon den werd in een eenzaam klooster, waren tientallen trucks noodig. Er werden ook deelen van de Goudstikkercollectie gevon den. Prof. Kuhn kon over meer Nederland sche kunstschatten geen bijzonderheden mededeelen, omdat men er nog niet aan toe is gekomen de gevonden objecten vol gens de landen van herkomst te catalogi- seeren. Er zijn verscheidene bekende Ne derlandsche bibliotheken gevonden, o.a. die van het Nederlandsche Israëlitische Seminarium te Amsterdam en van de Nieuwe of litteraire Sociëteit te 's-Gra- venhage en de beroemde Rosenthaliana van de Amsterdamsche Gemeentelijke Universiteit, Teruggave geroofde goederen. Een bescheiden begin gemaakt. De Engelsche minister van oorlog Lawson heeft medegedeeld, dat Geal lieerde autoriteiten in de Britsche be zettingszone van Duitschland reeds in bescheiden mate een begin hadden ge maakt met dc teruggave van de door de Duitschers uit Nederland geroofde ma- terieele goederen. Hij hoopte dat als gevolg van kortelings uitgevaardigde instructies spoedig een behoorlijke hoe veelheid gemakkelijk als zoodanig te herkennen goederen aan de Nederlan ders en andere Geallieerden zou wor den teruggegeven. Hij zeide dit in ant woord op een vraag van luitenant-colo- nel Hare, die had gevraagd of Lawson bereid was de verzekering te geven dat maatregelen zouden worden genomen om deze bezittingen zoo spoedig moge lijk aan het Nederlandsche volk terngr te geven. J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1945 | | pagina 1