irsSais^s^ Haarlems Haablaa
Haarlem.
Talrijke arrestaties te Tokio.
Ook doodstraf tegen
oorlogs-burgemeester geëischt.
Het verblijf van H.M. de Koningin
60c Jaargang No. 18123 x x v Woensdag 12 Sept. 1915
IJmuiden: Kennemerlaan 154. Abonnementen: p.week 31 ct.
Telef. 5437 Per kwartaal 4.
Tel.: Dir.-Hoofdred. 15054. Adm. 10724 Directeur-Hoofdredacteur: Hubert Peereboom Tel: Redactie 10600. Expeditie 14825.
NU onze §tad zeven eeuwen bestaat, moet
ik meermalen over haar schrijven.
Men mag haar niet tekort doen.
Eerst dacht ik aan een klein historisch
overzicht van de voornaamste feiten en
namen. Maar wat baat zulk ademloos re
laas9 Het zou zijn als het jaartallen-
boekje. dat wij in onze jeugd uit het hoofd
moesten leeren. Erg vervelend. Ook doel
loos. want het zou geen weerklank bij u
vinden. Gij houdt immers allen van de
oude stad. Daarom moet er kieskeurig
over geschreven worden. Ook niet zoo
maar over Lourens Coster en Frans Hals
en over Ripperda en Kenau Simonsz Has
selaar. want die zijn te bekend Zelfs met
over Lieven de Key, van Ostade en Wou
werman. Bilderdijk Zocher en koning Lo-
dewijk Napoleon.
Ik zou het even over al onze Haarlem -
sche voorzaten willen hebben. Want zij
hebben de historie gemaakt.'Hun levens-
geschiedenissen binnen deze veste, samen
gevoegd. vormen de geschiedenis van
Haarlem. De onze zetten haar voort.
Wist ik maar meer van hen. Niet alleen
van de groote mannen en van de deftigen
en plechtigen, die schepenen en burge-
meesteren waren of rectoren van de La-
tijnsche school, maar ook van de eenvou-
digen, poorters of handwerkslieden. Hun
levens zijn niet eenvoudig. Hoe hebben
zij allen geleden en lief gehad? Welke
spanningen hebben zij doorstaan, welke
vreugden genoten9 Hebt gij wel eensi aan
hen gedacht, niet als figuren in een
costuumstuk. met bepluimde hoeden, kan
ten lubben en degens of in een grauw,
maar toch ook oudmodisch-sierlijk ge
waad der armoede? Hebt gij wel eens ge
dacht aan hetgeen zij wérkelijk waren:
menschen zooals wij, met emoties zooals
de onze, die heelemaal niet spraken in de
lange en statige volzinnen van hun schrij
vende tijdgenooten en meerendeels vol
strekt niet schreden maar liepen, vaak
In draf?
Als gij daaraan poogt te denken: aan al
hetgeen zich in de menschenlevens van
mannen en vrouwen in zeven eeuwen tijds
moet hebben afgespeeld op dat kleine
-stukje aarde, dat Haarlem draagt, dan
duizelt het u. En gij moet u afvragen,
evenals ik dat zoo vaak gedaan heb, waar
om de geschiedenisboeken toch niet meer
van menschenlevens en minder van be
legeringen en de pest, van keuren en pri
vilegiën, van koophandel en oorlog ver
halen. Dan gaat de fantaisie aan het werk:
gij tracht u die menschen van vroeger
voor te stellen. En ge zijt in een oude
straat of liever nog in een oud huis, dat
in uw gedachten om een of andere reden
een vaste plaats verworven heeft. Ineens
begrijpt gij heel duidelijk waarom de sfeer
van het verleden in Haarlem is blijven
leven, al weet gij niet hoe dat kan. Maar
er is zooveel dat wij niet weten en dat
toch om ons heen is.
Ik heb urenlang in Theodorus Schreve-
lius' Harlemias, of Eerste Stichting der
Stad Haarlem, zitten lezen en hoop het
nog meermalen te doen. Zijn titel is lan
ger, want zij behelst ook: het toenemen
der Stad; zeldzame avpnturen in vrede,
oorlog en belegeringen; harde beginselen
van de eerste reformatie; politieke raad
slagen; scheuring in de Kerk; de tijden
van Leicester; oude keuren; gunstige pri
vilegiën van Graven; regeeringen, zoo
hoQge als lage in 't Kerkelijke, militaire
en scholastieke; de oefeningen der inge
zetenen in alle wetenschappen, kunsten
en geleerdheid; neringen en hanteeringen
enz., vermeerderd met historische aan-
teekeningen tot den jare 1750.
Dit is slechts de titel. Mijn schuld is
het niet. Joannes Marshoorn heeft hem,
gevolgd door 755 bladzijden, g'edrukt in
den jare 1754 en er valt veel opwekkends
en boeiends in dit boekwerk te lezen, al
zou men meer over de levens der men
schen willen weten dan anecdoten. Waren
de kranten niet even klein als in den jare
1754, ik zou er vandaag meer uit vertel
len. Nu is het slechts éen episode, die u,
aan moderne verkeerstechniek en -lawaai
verslingerden stedeling, bewijzen zal dat
het Haarlem der vervlogen eeuwen niet
zoo slaperig en stil, niet zoo'n droomend
stadje met enkele plechtig-schrijdende
wandelaars was, als gij het u hebt voor
gesteld.
Schrevelius verhaalt hoe in het jaar
1660, op den eersten Juli, de Princess
Royal weduwe van Willem II (Mary
Stuart) met haar zoon Willem III, Prins
van Oranje, op verzoek van de Magistraat
van Haarlem, de stad bezocht. Zij kwa
men 's avonds om half zeven in een koets,
begeleid door 24 burger-sergeanten, met
ongedekten hoofde. Er volgden 21 koetsen
begeleid door acht vendels. Zij reden naar
het oude Grafelijke Stadhuis. Daarvoor
was een theater ingericht met festoenen
van oranje, laurier en aangenaam rieken
de bloemen. De geheele burgerij, als „een
klein veldleger in batailje" bracht op het
Marktveld driemaal den groet aan Hare
Hoogheid. De Prins werd op het Stad
huis. zijn Moeder op het Prinsenhof gelo
geerd en de 266 personen van hun gevolg
waren bij vermogende burgers onderge
bracht. Op de Vroedschapskamer werden
hunne Hoogheden met maaltijden, op de
Zaal met een Comedie en in het Pan-
theum, alwaar onder den Prinseboom een
Bottelarij was opgericht, Prinselijk met
allerlei rariteiten en liefelijkheden ont
haald. Den volgenden dag bezochten zij
de ongemeene Residentieplaats van den
Heer Gabriel Marcelis te Overveen waar
hun een heerlijk Collation werd aange
boden en de Prins (tien jaar oud) door het
Toen de ex-premier Tojo na zijn zelf
moordpoging bijkwam, verklaarde hij dat
het hem speet voor de volken van Groot-
Azië. Hij nam echter de volle verant
woordelijkheid op zich en zei dat de oor
log voor Groot-Oost-Azie een rechtvaar
dige geweest was. Hij is nog niet buiten
levensgevaar. Onmiddellijk na deze zelf
moordpoging heeft gen. MacArthur bevel
gegeven tot arrestatie van 39 vooraan
staande Japansche autoriteiten, waaron
der de vroegere minister van buitenland-
sche zaken Togo en de wreedaardige
sadist gen. Masara Homma. Deze laatste
zal wel niet de eenige gevangene van zijn
soort blijven, want de Australische regee
ring heeft bij de oorlogsmisdaden-com
missie der Vereenigde Naties een rapport
over Japansche wreedheden ingediend,
dat voorzien is van onweerlegbare bewijs
stukken en gebaseerd op uitspraken van
meer dan 500 getuigen. Tot de begane
wreedheden behooren o.m.: moord, sadis
tische folteringen en kannibalisme.
Ook de Nederlandsche vlag waait thans
boven Tokio: deze was door den Zweed-
schen legatieraad Nils Ericsson, die tijdens
den oorlog de Nederlandsche belangen be
hartigd heeft, ter gelegenheid van het
bezoek van luit.-adm. Helfrich aan Tokio
op het Nederlandsche gezantschapsgebouw
te Tokio geheschen.
Onwilligheid der Jappen.
Het treedt meer en «meer aan het licht,
dat Japansche militairisten de macht in
handen willen houden en het volk willen
doen gelooven, dat Japan den oorlog niet
verloren heeft, zoodat de Amerikanen en
Britten gedwarsboomd worden in hun
plannen, de overwonnen natie democra
tische beginselen bij te brengen. Men
oefent thans druk op pres Truman uit.
om den vrede voor de Japanners harder
te maken dan aanvankelijk in het voor
nemen lag. Men overweegt zelfs de moge
lijkheid, keizar Hirohito af te zetten en
naar de Ver. Staten over te brengen voor
zijn berechting. MacArthur heeft ver
klaard, dat de Japanners geen kans zul
len hebben hun oorlogsindustrie en ge
wapende macht weder op te bouwen, als
de bezettingstroepen hun taak volbracht
hebben.
Scheepsladingen voor Indië.
Tegelijk met de geallieerde strijdkrach
ten en Nica-detachementen zijn groote
scheepsladingen voedsel, kleeding en me
dicamenten uit Australië en Britsch-In-
dië onderweg naar Oost-Indië. Men zal
voor het economisch herstel prioriteit ver-
leenen aan landbouw- en visscherij-uit-
rusting voor de Indonesiërs, opdat ons
Indië zich zoo spoedig mogelijk eenigszins
zelf kan bedruipen, want de steunverlee-
ning aan een leeggeroofd land met
70.000.000 zielen, dat bovendien niet het
eenige is dat 6teun behoeft, is niet
eenvoudig. Een Nica-detachement, be
staande uit 135 officieren en man
schappen. 7 verpleegsters, een aantal
bestuursexperts en technisch personeel
onder commando van majoor J. B. van
Schendel, heeft Sydney verlaten met be
stemming Sumatra De Nica-ambtenaar
kol. C. C. de Rooy van Ierseke, is als eer
ste Nederlander op Timor geland. De
formeele overgave van Timor werd ge-
teekend aan boord van het Australische
oorlogsschip Moresby, in de haven van
Koepang.
Dagorder admiraal Fürstner.
Luit.-adm. J. Th. Fürstner, die in ver
band met zijn benoeming tot lid van den
Raad van State het opperbevel van de
Nederlandsche zeestrijdkrachten aan luit.-
adm. Helfrich heeft overgedragen, heeft
zich in een dagorder tot het personeel van
de Nederlandsche marine gericht, waarin
hij zijn waardeering uitspreekt voor de
schitterende wijze waarop het gedurende
dezen tweeden wereldoorlog zijn plicht
heeft gedaan.
Het woord is aan....
De geschiedenis stelt ons
eenigsznts schadeloos voor
de kortheid des levens.
De Emmabloem
Steunt de t.b.c.-bestrijding
De Emmabloemcollecte ten bate van deu
algemeenen strijd tegen de tuberculose, die
voor den oorlog plaats vond in de maand
April, zal dit jaar in Haarlem en omgeving
plaats hebben op Woensdag 19 September.
Door de bezettende macht was deze col
lecte de laatste jaren verboden. Dat deze
collecte aller steun en medewerking verdient
en noodlg heeft, behoeven wij niet te betoo-
gen. tre: is een bekend feit. dat de tuDercu-
lose in den oorlog sterk is toegenomen. Alles
moet gedaan worden om deze vreeselijke
ziekte zoo krachtig mogelijk te bestrijden.
Daarvoor is natuurlijk veel geld noodigï
Zij, die mede willen werken aan de
Emmabloemcollecte, kunnen zich opgeven
aan het Consultatie-bureau. Ged. Oude
Gracht 41.
De snijkoek
200 gram in de 4 weken.
Naar wij vernemen zal de distributie
van snijkoek begin October aanvangen.
Er worden koekjes gemaakt van 200 gram.
Het moet in de bedoeling liggen voor
4 weken zoo'n koek te geven.
Ook tegen den oorJogsbmgemecster van Wassenaar
Solieltinga Is ill ile zitting van het Bijz. Gerechtshof iu De
de doodstraf geëischt. De proe. gen. zeide, dat de algenw
fout was geweest. HIJ was niet een bijloopertje. maar een
N'.S.B. en heeft als zoodanig veel kwaad gedaan.
jlir. D. de Blixsj van
Haag Dinsdagmiddag
ene lijn vat» verdachte
van de kopstukken der
Verdachte is er van beschuldigd, dat hij
zijn functie uit de handen der Dultschers
had aangenomen en dus met deze had sa
mengewerkt, voorts dat hij verzocht heeft
de in Wassenaar wonende Joden uit deze
gemeente uit te wijzen en dat hij gelegen
heid heeft gegeven tot het samenstellen van
lijsten door N.S.B.-ers van personen, dié
later bij een razzia zijn opgepakt en naar
Duitschland gevoerd om daar te werken. Ten
slotte werd de Blocq van Schelttnga er van
In afwachting- van de herstelwerkzaamheden aan haar paleis te Den Haag heeft
H.M. de Koningin haar intrek genomen hl een villa to Seheveningen. De
tijdelijke „residentie".
liefelijk springen van het natuurlijk Duin
water werd verrast. Ook joeg hij op een
jongen Haas, in de besloten Waranda los
gelaten en ving hem natuurlijk. Waarna
hunne Hoogheden weer ongemeen deftig
op het Stadhuis te Haarlem werden ge-
tracteerd en met vele koetsen naar de
plezante lijnwaad-bleekerij van den Heer
President-Burgemeester Mattheus Steyn
reden. Hier manqueerde ook geen schoon
onthaal. De Waterlandsche boerinnetjes
dansten op 't muzijk, haar geleerd en be
dreven vele kluchtigheden, 's Avonds was
er illuminatie. De Koetsen werden geleid
door Flambouwen stel het u voor
toen hunne Hoogheden naar de Groote
Kerk reden, waar zij de beste stukken
hoorden spelen op het orgel. Er volgden
fraaie Vuurwerken op de Groote Markt.
Den volgenden morgen vertrokken zij met
het Jacht der stad Haarlem naar Leiden.
Het Prinselijk bezoek was ten einde.
Een uitzondering, die gebeurtenis, een
unicum in zeven eeuwen? Neen, volstrekt
niet. Ik moet meer navertellen. Ook van
vroeger tijden. Als er maar meer papier
wasR. P.
650 Meter katoen
gestolen
De Hnarlemsche textielfabrikanten had
den in een magazijn ln de Groote Houtstraat
een reclame-étalage ingericht om de meisjes
aan te sporen in hun fabrieken te gaan wer
ken. In de etalage lagen naast de noodige
leuzen vijf rollen katoen vóór-oorlogsche
kwaliteit!) met. een totale lengte van ruim
650 M.
Voor eenige dulsterllngen Is de verleiding
te groot geweest In den nacht van Maandag
op Dinsdag nebben ze de geheele etalage
leeggehaald. Het bleek een betrekkelijk klein
kunstje te ztfn geweest. Naast de kruk van
de buitendeur maakten ze een gaatje van
nog lang geen vlerk. d.M. in een glas-in-!ood
ruitje, konden daardoor de kruk omdraaien
en de deur openen Zoo lag de schat maar
voor het grijpen en aat hebben ze aan ook
gedaan.
JUB1LE.
Op 16 September herdenkt de heer B. van
Kampen te Aerdenhout. den dag waarop hij
vóór 25 jaar zijn intrede deed bij de Bloe-
mendaalsche politie.
beschuldigd een gemeenteambtenaar op
staanden voet te hebben ontslagen omdat hij
gelachen had bij het zien van een begrafe
nissloet van een N.S.B.-er. Dit laatste feit
ontkende verdachte. Hij gaf toe. dat overal
door de Dultschers nationaal socialistische
burgemeesters werden benoemd om stille
tegenwerking zooveel mogelijk weg te nemen
en dat er dué wel gesproken mag worden
van een dienst bewijzen aan de Dultschers.
Als reden waarom hij tot het nationaal
socialisme was overgegaan verklaarde hij_
in 1932 met Mussert te hebben gesproken,
die hem had aangetoond hoe verworden het
politieke leven in Nederland was. Als gevolg
hiervan besloot ik aldus verdachte te
kiezen. Ik wilde niet marchandeeren, ik
wilde mijn volk en vaderland dienen. Het
gevolg ls geweest dat ik ontslag moest nemen
als reserve-officier van de cavalerie het
geen mij veel heeft gekost, doch ik meende
mijn offer te moeten brengen.
Als eerste getuige werd de gemeentesecre
taris, mr. Ph. Loggers, gehoord die iets ver
telde over de razzia welke het gevolg was
geweest van het optreden van enkele N. S.
B.-ers in het bevolkingsregister. Wel waren
talrijken in Wassenaar te voren gewaar
schuwd. doch de razzia had nog vele slacht
offers gemaakt. Verdachte gaf zelf toe op
dracht gegeven te hebben tot het samen
stellen der lijsten al ontkende hij te weten
waarvoor die lijsten zouden worden ge
bruikt.
De tweede getuige was de architect J. de
Haan, thans gedetineerd in Duindorp. om
dat hij deel uit had gemaakt van de N. S.
B., die als directeur van gemeentewerken
mei de Blocq van Scheltinga had samenge
werkt Ook deze getuige gaf toe dat ver
dachte in nat. socialistischen zin had gere
geerd in Wassenaar.
Uit zijn installatieredevoering in 1942
gehouden citeerde de president een passage
waaruit duidelijk bleek dat de Blocq van
Scheltinga samenwerking met de Duitschers
zocht en hoopte op de forming van een ger-
maansch blok onder opperste leiding van
Adolf Hitler
De verdediger Mr. v. Dal. zeide, dat verd.
ongetwijfeld een ernstige straf had verdiend
door ontrouw aan het vaderland, maar, zoo
werd betoogd, een willoos werktuig van de
Duitschers was hij niet geweest en in ver
schillende opzichten vielen er toch nog
gunstige dingen voor hem te zeggen, waarbij
een verklaring aan het Hof werd overge
legd. o.a. onderteekend door der. comman
dant der B.S. in Wassenaar, in welke wordt
gezegd, dat verd. verscheidene malen ten
gunste van de bevolking der gemeente
Wassenaar heeft ingegrepen. Spr. keerde
zich tegen het toegeven aan zekere psychose,
welke menigeen er toe brengt alle N S.B.-ers
over één kam te scheren. Met een beroep
op de Majesteit van het. Recht, waar wij hier
staan tegenover de Majesteit van den dood
verzocht hij de leden van het Bijzonder
Rechtscollege, wien hij op het hart drukte
mee te werken aan het weer tot herstel
brengen van onzen Rechtsstaat, zich niet
door politieke gevoelens, door wrevel of wat
ook te laten leiden, maar er aan te willen
denken, dat de Majesteit van den dood
grootheid van oordeel vergt en dat geen cul
tuur waarde heeft, die met genoemde
Majesteit al te gemeenschappelijk gaat ver-
keeren. In alle recht, zoo zei deze pleiter,
zal iets van de Goddelijke barmhartigheid
moeten doorschemeren. Hij besloot zijn be
toog met clementie te vragen.
De proc. fiscaal zeide. dat het Nederland
sche volk. ;ia al wat hier geschied is. het
recht heeft gekregen de doodstraf bjj wijze
van vergelding toe te passen.
Van de zaak-Blokzijl kan nog worden
aangestipt, dat volgens hem slechts 10
van het Duitsche volk nat. soc. was. dat hij
emigratie van werkzame en arbeidswillige
Joden r.aar Palestina had bepleit, wat voor
de Duitschers was afgewezen, en dat het
niet zijn opzet was geweest Duitschland te
helpen.