Haarlems Dagblad
Angstgevoelens bij de leiders
Kolenvoorziening verbetert
Meer en Bosch
Soekarno en Hatfa werden door
extremisten gevangen gehouden
Quisling geëxecuteerd
Mr. van Kleffensv
aandringen overbodig"
De geroofde Kunst
Het woord is aan....
Scheermesjes
havenstaking
Bloemendaalsche
Noodraad
Vergadert a.s.
Donderdagmiddag
Een spaarpot
van Aardappelen
De politieke
gevangenen
Maatregelen tot terugschakeling
in de vrije Maatschappij
'60© Jaargang No. 18101
Bureaux: Groote Houtstr. 93
en Soendaplein 37, Haarlem
IJmuiden: Kennemerlaan 154.
Telef. 5437.
.Tel.: Dir.-Hoofdred. 15054. Adm. 10724
Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom
Woensdag 24 OctoI»er 1945
Uitgave van de Stichting
Voorlichting te Haarlem.
Abonnementen: p. week 31 ct.
per kwartaal 4.
Tel.: Redactie 10600. Expeditie 14825.
H5T is nu drieënhalf jaar geleden, dat
door het optreden van N.S.B.'ers en
Duitschers het prachtige werk van de
Christelijke Vereeniging voor de Verple
ging van Lijders aan Vallende Ziekte, in
haar inrichtingen Meer en Bosch te Heem
stede en Bethesda Sarepta te Haarlem,
werd afgebroken. In die inrichtingen wer
den sinds tientallen jaren de ernstige ge
vallen van epilepsie uit geheel Neder
land opgenomen. Er was een tijd, waarin
het scheen dat geen kruid tegen deze
ziekte gewassen was en de behandeling
zich vrijwel tot verpleging bepaalde.
Later werd dat anders en in de tien
jaren, die aan deh tweeden wereldoorlog
voorafgingen, werden groote overwinnin
gen behaald in de bestrijding van de ge
vreesde ziekte. Met groote zorg toegepas
te geneesmethoden hadden niet alleen ten
gevolge, dat de frequentie van de toeval
len gedecimeerd werd, maar ook dat in
een belangrijk percentage van de geval
len genezing werd bereikt. Onder de lei
ding van den geneesheer-directeur dr. B.
Ch. Ledeboer verwierf het werk interna
tionale vermaardheid. Door modernisee-
Ting en uitbreiding van de inrichtingen,
die vooral tot heilzame uiting kwam door
den bouw van de Koningin Emma Kli
niek op Meer en Bosch, werd de ontwik
keling sterk bevorderd. In 1939, vlak voor
den oorlog dus, leidde een internationale
enquête betreffende de zorg voor epilep
tici in alle landen, met inbegrip dus van
Amerika, tot de uitkomst, dat ons land
en speciaal het werk van de Chr. Veree
niging de eerste plaats innam. Omgeven
door de zorgen van bestuur, medici en
een groot verplegend personeel, in intense
en toegewijde samenwerking, had het een
bloei bereikt, die voor de toekomst slechts
verdere toeneming scheen te beloven, te
meer omdat het onderzoek op dit gebied
onvermoeid werd voortgezet.
De oorlog zou ook dit verstoren, zij het
dan tijdelijk. Begin Mei 1940 waren twee
■broeders ontslagen, die zich niet in de
samenwerking hadden willen voegen,
N.S.B.'ers waren geworden en de gemeen
schap verstoorden. De kwade trouw van
deze lieden leidde tot al hetgeen volgen
zou tijdens de bezetting. Zij eischten hun
reïnstallatie. Die werd vermeden bij een
overeenkomst, die zij later verbraken. De
commissaris voor de niet-commercieele
vereenigingen, Müller-Lehning, eischte
daarbij opnieuw hun weder-aanstelling,
die door het bestuur geweigerd werd.
De bedoeling van den eisch was kennelijk
„celvorming". In bijeenkomsten van den
geneesheer-directeur met de broeders en
zusters en het overige personeel bleek,
dat allen de ernst van den toestand be
grepen en zich achter bestuur en directie
schaarden. Want toen werd al begrepen,
dat een aanslag op de inrichtingen tot ver
pleging van geesteszieken in ons land
werd voorbereid. Meer en Bosch en
Bethesda-Sarepta moesten als proefgeval
dienen. Tot de programpunten van het
nationaal socialisme behoorde immers ge
dwongen sterilisatie van degenen, die het
als ongeneeslijk-zieken beschouwde! „Aus-
rotten von unheilbaren Kranken" was de
Duitsche term.
Principieel verzet tegen dit heillooze
streven was des te noodzakelijker, omdat
in Duitschland de epilepsiebestrijding al
ontaard was. De ziekte was daar officieel
tot erfelijke ziekte verklaard, waarmee
alle toevallijders onder de sterilisatie-
wetten waren gebracht. Bekende geleer
den, die zich vóór 1933 met wetenschap
pelijke voorzichtigheid over de rol, die
erfelijkheid bij epileptische verschijnselen
zou spelen, hadden uitgelaten bleken na
Hitiers optreden er plotseling van over
tuigd, dat het een uitgemaakte zaak was.
De afwijzing van Müller-Lehnings eisch
leidde ertoe, dat bestuur en directie van
de Chr. Vereeniging werden afgezet en
vervangen door N.S.B.'ers. De voorzitter
van het ontslagen bestuur, ds. J. C. van
Dijk te Bloemendaal, deelde bij de over
dracht aan het nieuwe bestuur mede dat
het geheele personeel, alle broeders en
zusters op één N.S.B.-lid na en alle tuin
lieden, monteurs, timmerlieden enz. hun
ontslag hadden ingediend en binnen een
week zouden verdwijnen. Dit was het be
slissende oogenblik. De uittocht van de
patiënten begon ook, want de gewaar
schuwde familieleden haalden de zieken
naar huis. Tenslotte riepen de N.S.B.'ers
de Duitschers erbij, maar die bereikten
•niets en moesten wel in verdere evacuatie
van de inrichtingen toestemmen.
Onmiddellijk daarop werden het be
stuur. de geneesheer-directeur en de
hoofdbroeder gearresteerd en te Amster
dam gevangen gezet. Na vijf weken wer
den zij, om onbekende redenen, plotseling
weer losgelaten. En dadelijk organiseer
den zij een uitgebreiden nazorgdienst
voor de naar hun gezinnen vertrokken
patiënten. Zes broeders bereisden regel
matig het land en brachten rapporten uit
aan dr. Ledeboer. Men deed vo'or de pa
tiënten wat mogelijk was. Een opgericht
steunfonds, het werk van de oude hulp-
vereeniging De Macht van het Kleine en
de bijstand van de federatie van Diaco
nieën der Herv Kerk waren van groot
belang.
De N.S.B.'ers slaagden erin een klein
aantal patiënten, die in andère inrichtin
gen waren ondergebracht, terug te halen
maar het werk op Meer en Bosch konden
zij slechts op beperkten voet voortzetten
en het kenmerkte zich door tekortkomin
gen en onbekwaamheid. In 1944 zetten de
Duitschers hen eruit en maakten zij van
Achtergrond der Indonesische kwestie
„Men moet de Indonesische kwestie op
menschelijke wijze benaderen en den te-
genwoordigen toestand, na zooveel jaren
van Japansche terreur en demoralisatie,
psychologisch bezien" verklaarde een ge
allieerd officier, die bij de Rapwi op Java
werkte en thans met verlof in Engeland
is, aan enkele vertegenwoordigers van de
Nederlandsche pers. Hij is zelf na de Ja
pansche invasie gevangengenomen en
heeft kennisgemaakt met vrijwel alle
krijgsgevangenkampen op Java. Zijn laat
ste indrukken van de toestanden op het
eiland dateeren van drie weken terug. Als
Rapwi-officier heeft hij gesproken met
tal van Indonesische leiders. „Soekarno
e'n Hatta zijn, vóór zij de Indonesische
republiek uitriepen, 48 uur door de extre
mistische jongeren gevangengehouden, die
hen blijkbaar niet hebben vrijgelaten,
voordat zij met de extremistische ideeën
hadden ingestemd." De officier geloofde,
dat de achtergrond van de kwestie voor
een groot deel door de angstgevoelens
voor hun leven of hun hooge betrekking
der betrokken nationalisten worden be
paald. De Nederlandsche en Maleische
radiouitzendingen uit Australië hebben
het hunne hiertoe bijgedragen. De feite
lijke gebeurtenissen verklaarde de zegs
man voornamelijk uit de houding der Ja
panners, die, toen zij inzagen dat zij den
oorlog gingen verliezen, den Indonesiërs
de onafhankelijkheid hebben beloofd om
een opstand in den rug te voorkomen.
„De toestand in de kampen der burger
lijke geïnterneerden is duizendvoudig ver
beterd. Op het oogenblik behoeft men zich
daar in Nederland geen zorgen over te
maken. De aanvoer van levensmiddelen
en medicijnen in de kampen baart geen
zorgen; alleen is in sommige kampen op
Midden-Java de watervoorziening een
probleem. Er zijn Geallieerde troepen ter
bescherming aanwezig."
Veel woorden van lof sprak de officier
nog over de houding der Nederlandsche
vrouwen, die zich gedurende de internee-
ring van een prachtige zijde hebben laten
zien. De Geallieerde krijgsgevangenen
meenen, dat er voor hen een monument
moet worden opgericht. Ook de jongens
van beneden de 10 jaar,__pog niet geïnter
neerd dus, gedroegen zich voorbeeldig.
Volgens het blad „Aftenposten" zou Vid-
kun Quisling, die wegens hoogverraad ter
dood veroordeeld werd, in het fort Akershus
aan de haven te Oslo geëxecuteerd zijn.
Over dit bericht is echter nog geen offi-
cieele bevestiging ontvangen.
„Zij verrichtten het werk van een vader
en een grootvader."
Het Engelsche dagblad de „Times"
bevat een verklaring, welke door den
Nederlandschen minister van buiten-
landsche zaken, Mr. E. N. van Klef-
fens, tegenover een correspondent van
de Times gedaan is. Mr. van Kleffens
verklaarde onder andere zich er over
te verwonderen, dat in het licht van de
tegenwoordige verschrikkelijke feiten
in de pers zoo weinig aandacht werd
besteed aan den toestand van die tien
duizenden menschen mannen, vrou
wen en kinderen waarvan velen van
Britschen landaard zijn, die tezamen
zijn gedreven en leven onder omstan
digheden van vuil, ziekte en voort
durende bedreiging. De Nederlandsche
regeering heeft bij herhaling en in het
openbaar bewezen dat zij, verre van
de nationalistische beweging te ver-
oordeelen, geneigd is al hetgeen daar
in gezond is te erkennen, en dat veel
van de dingen die de laatste weken op
Java gebeuren hierin geen verande
ring brengen. Voorts zei Mr. van Klef
fens, dat er eenige misvattingen opge
helderd moeten worden. „Wij zijn het
aan onze reputatie als verstandige
natie verplicht, het duidelijk te maken
dat geen aandringen van buitenaf
noodig was om ons de wijsheid te doen
inzien onze plannen kenbaar te maken
aan alle goedwillende Indonesiërs, die
toch meer dan drie jaar van de rest
van de wereld afgesloten zijn geweest.
De Nederlandsche autoriteiten ter
plaatse hebben hun instructies ontvan
gen om van den beginne in dezen
geest te handelen. Tusschen hen en de
Nederlandsche regeering bestaat niet.
noch heeft ooit bestaan eenig verschil
in gezichtspunt, welke conclusies er
ook in het tegendeel getrokken mogen
V^zijn".
26 Meesterwerken terug
Heden zal de eerste zending schilder
stukken—welke gedurende de Duitsche
bezetting, in vijandelijk bezit is geraakt,
aan de Nederlandsche regeering worden
overgedragen. Deze plechtigheid zal
plaatsvinden in het Rijksmuseum te Am
sterdam.
Het betreft hier de overdracht van 26
schilderstukken uit particulier eigendom.
Limburg geeft nu 22.000 ton per dag
Gedurende de laatste weken is een
flinke verbetering opgetreden in de
hoeveelheid kolen, die thans per dag
in de Limburgsche mijnen worden ge
dolven. Bedroeg gedurende de maand
Augustus de gemiddelde opbrengst
18000 ton per dag, in September steeg
die tot meer dan 20.000 ton, waarna in
begin October een productie van 22.000
ton werd bereikt. Binnenkort hoopt
men een hoeveelheid van 25.000 ton
per dag te kunnen delven, waarmede
men niet ver meer verwijderd zal zijn
van het benoodigde minimum van
26.000 ton per dag.
Meer en Bosch een oorlogsziekenhuis.
Pas na de bevrijding kon het aan zijn
oude bestemming worden teruggegeven.
Bestuur, directie en personeel keerden na
ruim drie jaar terug en vatten met blijd
schap de roeping weer op, waarvoor zij
zulke offers hadden gebracht. Hun ver
zet, het falen van het Duitsche „proef
geval", heeft ongetwijfeld veel voorko
men en is een groote episode in de bezet
tingsjaren geweest.
Deze en andere gebeurtenissen uit den
oorlogstijd werden gisteren gememoreerd
in een feestelijke bijeenkomst, naar aan
leiding van de hervatting van het werk
der Chr. Vereeniging in de kapel Irene
op Meer en Bosch gehouden. Eerder kon
dat niet gebeuren, omdat de bezetters
zooveel beschadigd hadden en er dus zoo
veel te herstellen viel. Op Meer en Bosch
is nu het werk geconcentreerd. Dr. Lede
boer duidde in zijn rede alweer op be
langrijke plannen voor de toekomst. Een
groot aantal patiënten is al teruggekeerd
en het fijn-afgestemde apparaat, dat in
dertijd zoo ruw verstoord is door de Nazi's,
werkt weer tot zegen van velen. Er wer
den gisteren elf redevoeringen gehou
den. Er was voldoening. Allen waren er
en ook de autoriteiten. Ik citeer een-ge
lukkig woord van den burgemeester van
Heemstede: „Voor den oorlog waren wij
trotsch op Meer en Bosch, nu zijn wij er
nog trotsch er op". Het zal algemeen be
aamd wo3Sen.
R. P.
Voor de Nederlandsche kolenvoorzie
ning beteekenen de stakingen in de Ver-
eenigde Staten een ernstige handicap.
Gedurende de periode van 1 September
1945 tot 1 Januari 1946 was aan ons land
een kwantum van 600.000 ton toegezegd.
Van deze hoeveelheid is tot dusverre nog
slechts 150.000 ton ontvangen. Gelukkig
schijnen de stakingen in Amerika weer
af te nemen, zoodat binnenkort wederom
op aanvoer van die zijde kan worden ge
rekend. Mede waar het hier om gaskolen
van zeer goede hoedanigheid gaat, drin
gend benoodigd door gasfabrieken, is de
hervatting van de toegezegde leveranties
voor ons land van vitaal belang. Compen
satie immers kan niet worden verkregen
door aanvoer uit het Ruhrgebied, daar
geen wijziging kan worden gebracht in de
aan Nederland door de geallieerden toe
gewezen hoeveelheid.
Bij een verder opvoeren van de Neder
landsche kolenproductie moet men reke
ning houden met drie factoren:
1. het aantal mijnwerkers; 2. de indivi-
dueele prestaties; 3. de materiaalvoorzie
ning.
Op het oogenblik komt men in de Ne
derlandsche mijnen eenige duizenden
mijnwerkers te kort. Aanvulling stuit op
bezwaren. De Duitschers hebben zich tij
dens de bezetting zoo gehaat gemaakt in
de mijnstreek, dat Nederlandsche mijn
werkers onder geen beding met de Duit
schers willen werken.
Van de zijde der overheid wordt thans
de mogelijkheid overwogen, Polen te laten
werken, wanneer niet voldoende inheem-
sche werkkrachten gevonden zouden wor
den.
In Augustus bedroegen de individueele
arbeidsprestaties 51 procent, dit percen
tage is op het oogenblik tot 63 procent
opgeloopen. Men hoopt het peil van 80
procent in sommige mijnen is dit reeds
bereikt te kunnen benaderen.
Met ingang van 25 Oct. mogen per ingenomen
tabaksbon R 16, vijf scheermesjes afgeleverd
worden.
Milton:
Wie zijn vijand be
dwingt door geweld heeft
hem maar half be
dwongen.
Engelsche
Vrijdag ten einde
Op grond van de te Londen gehouden
nationale conferentie van gedelegeerden
der havenarbeiders bestaat er hoop, dat
er Vrijdag a.s. aan de stakingen een einde
zal komen. Er is n.l. een resolutie aange
nomen, waarin op onmiddellijke werk
hervatting wordt aangedrongen. Voorts
werd verklaard, dat het aanbod van de
werkgevers niet als aannemelijk kan wor
den beschouwd; de onderhandelingscom
missie wordt gemachtigd de besprekingen
voort te zetten, om te trachten een aan
nemelijke basis voor regeling te vinden.
Indien de onderhandelingen zouden mis
lukken, zal men aan de regeering ver
zoeken de noodige stappen te nemen voor
het totstandbrengen van een blijvende
regeling.
De Bloemendaalsche tijdelijke gemeente
raad is tot een openbare vergadering bijeen
geroepen op Donderdag 25 October, des mid
dags te 2 uur.
Bloemendaal is in deze omgeving de eerst©
gemeente waar de noodraad zal samenkomen.
De agenda vermeldt, na de beëediging der
leden, een openingswoord door den voorzit
ter; verkiezing van de wethouders en ten
slotte de benoeming der diverse raadscom-
missiën.
Het ministerie van Landbouw, Vissche-
rij en Voedselvoorziening deelt mede, dat
het in het voornemen ligt, aan de con
sumenten gelegenheid te geven, een
winteropslag van aardappelen te vormen.
Te beginnen met de volgende week zal,
wanneer bijzondere omstandigheden dit
niet verhinderen, het rantsoen aardappe
len voor personen van 4 jaar en ouder ge
durende een aantal weken met 1 kg. wor
den verhoogd.
De bedoeling is, dat dit extra kilogram
gereserveerd wordt als kleine winter
voorraad, waaruit zal kunnen worden ge
put, wanneer het in de a.s. wintermaan
den door sneeuw of vorst tijdelijk niet
mogelijk zou zijn, het normale aardappel
rantsoen te verstrekken. Het verdient
aanbeveling, zoolang het verstrekte voor
schot niet behoeft te worden aangespro
ken, dit steeds uit het normale rantsoen
te ververschen.
Als de periode, waarin de aanvoer ge
stremd zou kunnen worden, voorbij is,
zal deze voorraad geleidelijk worden ver
rekend, door wekelijks 1 kg. op het rant
soen in te houden, tenzij door aanwijzing
van een lager rantsoen gedurende de
winterperiode deze voorraad reeds geheel
of gedeeltelijk is verrekend.
Mr. J. H. Rolandus Hagedoorn
overleden.
De verdediger van Mussert, mr. J. H.
Rolandus Hagedoorn, is in den afgeloopen
nacht overleden. Het is zeer waarschijnlijk
dat het proces tegen ir. Mussert hierdoor
vertraging zal ondervinden, zoo wordt aan
het A.N.P., door het Bijz. Gerechtshof in
den Haag medegedeeld.
Door den Minister van Justitie is in zijn
radiorede van j.l. Vrijdag al medegedeeld,
dat het de bedoeling is dat politieke delin
quenten die blijken onschuldig gevangen te
zitten of zich te hebben schuldig gemaakt
aan lichte vergrijpen, zoo spoedig mogelijk
vrij worden gelaten.
Naast de onlangs opgerichte „Stichting tof -
zicht politieke delinquenten", welke gesub
sidieerd wordt door het rijk, komt er een
vereeniging tot steun dezer stichting. De
stichting heeft als doel het bevorderen van
de terugschakeling der in vrijheid gestelde
politieke gevangenen in de vrije maat
schappij. Zij stelt zich ook voor doorgangs
kampen op te richten waar de vrijgelatenen
eerst worden ondergebracht, want als eerste
voorwaarde voor het terugbrengen dezer
menschen in -de maatschappij geldt, dat zij
onderdak moeien hebben en middelen van
bestaan.
Gaan dan na den kamptijd (voor sommigen
zal die enkele dagen, voor anderen maan
den duren) de ex-gevangenen huns weegs,
dan kunnen zij nog gedurende zes jaren
i onder toezicht gesteld worden.