Van Mook: Conferentie is dringend noodig De Gaulle afgetreden 30 Schuldigen in proces-BeIsen Advocafen Een Diplomatiek-Politiek Adviseur van Dr. van Mook Conflict met Communisten niet opgelost De 19.000 teleurgestelden Commissaris der Koningin in Friesland Situatie op Java kalmer Onmenschelijkheden te Dachau T s joenking-troepen in Mandsjoerije •Oc Jaargang No. 18182 I I I Zaterdag 17 November 1945 Bureaux: Groote Houtstr. 93 ff" TF i SbmJk YlB CiJ I 1 f 1 ^^1 Uitgave van de Stichting en Soendaplein 37, Haarlem ^^^1» ^uiHi. B J, Jj, -J, JL Star eJLhXsas4! X >v\ J| Voorlichting te Haarlem. XJmuiden: Kennemerlaan 154. J Abonnementen: p. week 31 ct. Telef. 5437. per kwartaal 4. Tel.: Dir.-Hoofdred. 15054. Adm. 10724 Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom Tel Redactie 10600 ExpeditIe 14825. „Geen rechter mag het schuldig over een verdachte uitspreken, voordat de ver dediging gelegenheid heeft gehad de „rech terlijke twijfel aan de schuld en aan de mate van schuld van zijn cliënt zoo hoog mogelijk op te voeren." Dit placht een vermaarde Leidsehe hoog leeraar in het strafrecht, prof. mr. Blok, zijn studenten in te prenten. Een van hen, mr. H. van Krimpen, herinnert eraan in een betoog in Je Maintiendrai. Het is hem in de pen gegeven door uitlatingen van een anderen professor Blok, hoogleeraar in de kunstgeschiedenis te Utrecht, die in het blad Pen Gun ondeskundige dingen heeft beweerd over advocaten, die politieke ver dachten verdedigen. „Er bestaat in Neder land helaas weinig litteratuur over het beroep van advocaat", zegt mr. Van Krim pen en men kan hem dit „helaas" nazeg gen. eraan toevoegend dat in Nederland blijkbaar veel meer gedaan zal moeten worden aan rechtsphilosophie. Opdat meer menschen gaan begrijpen, welke de grond slagen van het Recht eigenlijk zijn. waar om die in den loop van eeuwen zijn be vestigd en erkend en hoe roekeloos en aan matigend het is, ze maar overboord te willen gooien in een periode, waarin veler geestelijke rust en bezonnen oordeel, ten gevolge van een oorlog, tijdelijk geleden hebben. Maar die paar kleine boekjes van over leden grootmeesters in het vak zijn er dan toch. Mr. Van Krimpen zegt, dat prof. Blok-de-kunsthistoricus ze waarschijnlijk niet gelezen heeft en ongeremd door eenige kennis van het probleem, waarover hij schreef, het woord heeft genomen. Wellicht zal hij, Van Krimpen, zich met tertijd eens kunnen revancheeren door ©p dezelfde wijze over de Egyptische pyra- miden te schrijven en wellicht zal de pro fessor in de kunstgeschiedenis hem dan de eer aandoen, kantteekeningen bij zijn ge stamel te schrijven. Na deze zachtzinnige inleiding licht mr. Van Krimpen de taak van den advocaat uitvoerig toe. Hij merkt op, dat deze die taak tracht te volbrengen zonder vooroor deel en de meening huldigt, dat het straf proces zoo is als het is omdat het de beste waarborgen biedt, dat de rechter zich een juist oordeel vormt over de gedragingen en motieven van den verdachte. Want tienduizenden politieke gevangenen zijn nu alleen nog maar verdachten en dat geldt ook in die gevallen, waarin nauwe lijks of zelfs in het geheel geen twijfel aan hun schuld kan bestaan. Als zij door den rechter schuldig zullen worden bevonden, ziet de advocaat zijn taak in voorlichting van den rechter aangaande de strafmaat. Daarbij kunnen de motieven van den verdachte van groote beteekenis zijn. Al kan men zich niet begrijpen hoe iemand ertoe is gekomen voor den vijand te gaan vechten, toch zullen velen meer respect voor zoo'n man hebben dan voor dien an der, die zorgde buiten schot te blijven maar als bunkerbouwer, wapenhandelaar of inkooper voor de weermacht goed wist te verdienen. Dit is een voorbeeld waarmee mr. Van Krimpen de taak aangeeft, die zich voor een advocaat ook bij de berechting van onmiskenbaar-schuldigen voordoet. Het menschelijk individu toont trouwens tal- looze varianten en vraagt daarmee tallooze verschillen in beoordeeling. Verzachtende omstandigheden, die in een bepaald geval totaal ontbreken, kunnen zich bij een an der geval met dezelfde tenlastelegging voordoen. Dan behoort de strafmaat ver schillend te zijn. Ik schrijf opnieuw over dit onderwerp en citeer er een vakman bij, omdat zoo veel menschen nog maar altijd niet schij nen te begrijpen, welke zuivere rechts beginselen op het spel staan en dat de handhaving van die beginselen noodig is voor de' algemeene rechtszekerheid. Licht men er de hand mee, dan komt alles op losse schroeven te staan en is niemand meer zeker van Recht in den staat, waar in wij leven. Mr. v. Krimpen legt er den nadruk op, dat de man-in-voorarrest slechts verdachte en dus geen bij-voorbaat-veroordeelde is en dat dit ook geldt in die gevallen, waarin nauwelijks of zelfs in het geheel geen twijfel aan schuld kan bestaan. Ik zou dit willen verbinden aan een der ergste gevallen die wij kennen: dat van Seyss- Inquart, den ex-verrader van Oostenrijk en ex-Rijkscommissaris in Nederland, aartsbedrieger. Hij zit gevangen in Neu renberg en zal straks moeten terechtstaan in het proces tegen de groote oorlogsmis dadigers. Ik heb van dien man zoo'n af keer, dat het mij hindert zijn naam neer te schrijven. Maar toch ben ik het er niet mee eens dat de Oostenrijksche advocaten hem niet verdedigen willen. Hun Orde heeft dit standpunt als juist erkend. Maar het is verkeerd. Ik verwacht dat als deze man ook in ons land nog terecht zal moe ten staan hetgeen waarschijnlijk is de Nederlandsche balie dit voorbeeld niet zal navolgen en dus toonen, haar taak beter te begrijpen. Want al is Seyss- Inquart schuldig aan duizend misdrijven en al voorzien wij allen, dat de rechter hem schuldig zal verklarentoch moet ook hij een advocaat hebben, in naam van het Recht, van de Rechtszekerheid, die ook in ons land zoo zwaar geleden heeft, maar die wij moeten en zullen herstellen en van de Beschaving, die wij redden zul len. Want wij zijn geen Duitschers. R. P. Dr. H. van Mook heeft op een perscon ferentie verklaard: „Naar mijn meening is de eenig mogelijke oplossing voor wat op Java gebeurt gelegen in de samenwer king tusschen Indonesiërs en Nederlan ders. Als de volgende bijeenkomst lang wordt uitgesteld, zou dit niet alleen on aangenaam maar ook schadelijk zijn, daar de situatie op Java snel slechter wordt. Van mijn kant heb ik alles gedaan om het contact te leggen, maar er is voortdurend van extremistische zijde druk geoefend om dergelijke besprekingen te voorkomen. Het uitstel van de bijeenkomst van Don derdagavond is te wijten aan het feit, dat niet alle leden van Sjarirs nieuwe natio nalistische groepeering aanwezig waren te Batavia. Ik hoop nog steeds dat de bijeenkomst binnen enkele dagen zal kun nen worden gehouden, aangezien er een dringende noodzaak toe bestaat". De heer Van Mook zeide verder, dat hij verschillende leden van het nieuwe kabi net als bekwame menschen kende. „Dar- mawan was door ons bestemd om het hoofd te worden van het industrieele bu reau in de plaats van wijlen den heer Sitson, Soenario Kolopakeng was advi- seerend lid van de Volkscredietbank. Moeila was lid van den Volksraad. De an deren, die ik niet ken, zouden wel op de zelfde hoogte kunnen staan". In ant woord op vragen zei Van Mook, dat de a.s. bespreking de republikeinen er van in kennis zou stellen, hoever de Neder landers bereid waren te gaan, maar hij wilde verder geen mededeelingen over deze kwestie doen. Hij verklaarde voorts met betrekking tot den economischen toestand, dat er voor hongersnood ge vreesd moet worden. Zijn regeering zou echter zeker geen voedsel en medische voorraden voor de Indonesiërs achterhou den, als middel om haar voorwaarden te bekrachtigen. Van Mook verklaarde ten slotte: „maar er moet een zekere mate van wet en orde heerschen om te verze keren, dat deze vooriaden werkelijk die genen bereiken, die het noodig hebben". Hij legde er ook den nadruk op, dat on der de tegenwoordige omstandigheden ook verzekerd moest kunnen worden, dat de voedselvoorraden op Java op eerlijke wijze gedistribueerd en niet gestolen moesten worden, daar veel landen te kampen hebben met het rijsttekort in Zuid-Oost-Azië. Het Hbld. verneemt dat mr. W. F. L. graaf Van Bvlandt, die tijdens het verblijf der Nederlandsche regeering te Londen is opgetreden als secretaris-generaal van het departement van Buitenlandsche Zaken, met een officieele opdracht der regeering naar Indië is vertrokken. De heer Van Bylandt zal te Batavia optreden als diplo- matiek-poiitiek adviseur van den luit.- gouverneur-generaal dr. Van Mook. Graaf van Bylandt was reeds benoemd tot Neder,andsch gezant te Rome. Dezen post zal hij nu na beëindiging van zijn op dracht in Indië toch aanvaarden. Weerbericht Matige, in. het Z.W. des lands vrij krachtige wind tusschen Oost en Zuid- Oost, licht tot halfbewolkt, droog weer, nog eenige verdere stijging van tem peratuur. Generaal De Gaulle heeft zijn pogingen om een regeering te vormen opgegeven, en de constitueerende vergadering ervan in kennis gesteld, dat hij aftreedt als hoofd van de regeering. De constitueerende vergadering zal Maandag bijeenkomen. De regeering zal de loopende zaken blijven behandelen tot een nieuwe regeering zal zijn opgetreden. Dit aftreden is een gevolg van het con flict tusschen De Gaulle en de communis ten, dat klaarblijkelijk meer omvat dan alleen de kwestie der portefeuille-verdee ling. Uit een brief, welken De Gaulle Don derdagavond aan Maurice Thorez heeft geschreven, blijkt duidelijk, dat De Gaulle van de communisten de verzekering ver langd heeft, dat eventueele communisti sche ministers in aangelegenheden van buitenlandsche politiek niet te zeer onder invloed zouden staan van de buitenland sche politiek der Sovjet-Unie. De heerscbende meening is, dat geen re geering kan worden gevormd zonder de communisten, maar de publieke opinie wordt sterk beheerscht door de populari teit van De Gaulle. Eisehen communisten de leiding? Op het politieke bureau van de Fransehe communistische partij zijn Vrijdag bespre kingen gevoerd over de situatie welke ontstaan zou ingeval van een aftreden van De Gaulle. Men legde daar nogmaals den nadruk op de vastbeslotenheid der com munisten tot het aanvaarden van volledige verantwoordelijkheid in een regeering, welke in overeenstemming met de uitsla gen der verkiezingen van 21 October zal Wanneer komen die aan bod? Wij hebben gemeld, dat van de 80.000 Haarlemmers, die een voorloopige koop vergunning voor textiel hebben gekregen, er 61.000 in geslaagd zijn het begeerde artikel te koopen. Ongetwijfeld een gunsti ger resultaat dan aanvankelijk verwacht werd. Maar het feit blijft, dat er 19.000 teleurgestelden zijn. Zij hebben eerst uren in de rij gestaan om de voorloopige koop vergunning machtig te worden. Daarop hebben zij alle winkels afgezocht, maar zonder succes. Eenigen der 19.000 schreven ons: Kan het nu niet zoo geregeld worden, dat wij, als er weer goederen en punten beschik baar komen, voorrang krijgen? Wij hebben die vraag over gebracht aan het Distributiekantoor en, omdat wij de billijkheid erkennen moeten, er voor ge pleit. Een toezegging konden wij evenwel niet krijgen, omdat er vóór 1 December geen nieuwe punten beschikbaar komen. Hoe het na 1 December met de textiel distributie zal gaan, is nu nog niet te zeggen. Daarom kon de directeur ons geen toezegging ten opzichte van de 19.000 doen. worden gevormd. In politieke kringen te Parijs meent men hièruit te moeten op maken, dat de communisten voornemens zijn aanspraak te maken op de leiding bij de vorming van een nieuwe regeering. De communistische afgevaardigden heb ben Vrijdagmiddag ook een bespreking ge had met socialistische afgevaardigden. De communist Bonte zeide den journalisten: „Wij zullen niemand, welke positie hij ook bekleedt, toestaan dat hij zich vergrijpt aan onze partij en onze eer. Wij zullen ter verdediging van onze partij vechten, zelfs bloedvergieten." Het partijbestuur van de socialistische partij, dat gisteren bijeenkwam, heeft het volgende communiqué (uitgegeven: „Na een onderzoek van de politieke situatie heeft het bestuur besloten zijn stem aan de formule van een driepartijenregeering, van den Nationalen Raad van het Verzet, die door de drie groote partijen aanvaard is, te blijven verleenen." De Nationale Verzetsraad heeft een mo tie gepubliceerd, waarin hij verklaart, dat de constitueerende vergadering in Frank rijk het bevoegde orgaan is om den volks wil te vertegenwoordigen, zooals uitge drukt krachtens de algemeene verkiezin gen en waarin hij er aan herinnert, dat de eenheid van Frankrijk over het pro gramma van den Nationalen Verzetsraad een onmisbaar moreel element is voor den wederopbouw van het land. Met Ingang van 1 December is benoemd tot Commissaris der Koningin in de pro vincie Friesland Mr. H. P. Linthorst Homan. De heer Linthorst Homan werd in 1905 te Assen geboren. Hij studeerde^e Leiden. Na zijn promotie was hij werkzaam op het secretariaat van Philips te Eindhoven. Tij dens den oorlog dook hij onder en wist naar Engeland te komen, waar bij werkte onder het kabinet Gerbrandy. Na de bevrijding maakte hij deel uit van het Militair Gezag, het laatst In den rang van kolonel als sous-chef van den staf van luitenant-gene raal Kruis. Troepenparade te Medan goed ontvangen Berichten uit het Geallieerde hoofd kwartier op Java zeggen dat de situatie op het eiland over het algemeen kalmer te noemen is. De Geallieerde troepen te Soerabaja gaan door met het uitbreiden van hun posities en vegen de door de ex tremisten bezette deelen der stad schoon, waarbij zij lichten tegenstand ondervin den van vrijschutters en mortiervuur. Op Sumatra is een parade van Geallieerde troepen te Medan goed ontvangen. Naar men meldt was de bevolking onder den indruk. Uit Geallieerde bron vernemen wij dat de moeilijkheden, die de bijeen komst van het nieuwe republikeinscha „kabinet" tegenhouden, te wijten zijn aan het feit dat er op het oogenblik slechts vier leden ervan te Batavia voor bespre kingen beschikbaar zijn. Een Geallieerd officier is naar Soerabaja vertrokken om de juistheid van het bericht te onderzoe ken dat enkele duizenden Japansche ma riniers onder „bescherming" der Indone siërs zijn en met hen willen vechten. Uit Nederlandsche en Indonesische bronnen komen nog steeds berichten binnen over botsingen en ontvoeringen. Skymaster liet zes passagiers in Colombo. Toen het eerste Indië-vliegtuig op het vliegveld te Batavia neerstreek, werden de passagiers en de bemanning begroet door den heer Warmers, den directeur van het departement van verkeer en water staat. De heer H. Martin antwoordde de begroetingsrede en zei onder meer dat de „Skymaster" twee dagen vertraging in Colombo had gehad, waar men moest wachten op de toestemming van de R.A.F. om over Penang te vliegen. Te Colombo moest de gezagvoerder Parmentier zes passagiers achterlaten, nl. de heer en me vrouw Weeder, en de heeren Huizinga, van der Meulen, Valeton en van der Valk. De terugtocht zal waarschijnlijk gevlogen worden via Penang, Rangoon, Allahabad, Karatsji. De reis is vlot verloopen. Op den tweeden dag van het proces tegen de beulen van het concentratiekamp Dachau is getuigenis afgelegd door den Tsjechischen dokter Blaha, die als politiek gevangene in het kamp heeft vertoefd. Hij vertelde dat gevangenen in groote, klok- vormige toestellen werden geplaatst en daarin blootgesteld aan verschillende luchtdrukken. De meesten waren na een dergelijke proefneming dood of stervende. De lichamen werden dan haastig naar de snijkamer gebracht, en zelfs van hen die nog leefden werden de inwendige organen verwijderd en snel naar München ver voerd voor pathologisch onderzoek. Blaha zelf had zes a zevenduizend lijkschouwin gen moeten verrichten. Verder zeide hij, dat de huid van de slachtoffers chemisch werd bewerkt en gebruikt voor de ver vaardiging van handschoenen, tasschen en dergelijke artikelen voor de SS-bewakers en hun relaties. Sommige SS-lieden be waarden speciaal bewerkte hoofdhuiden als „souvenirs". Door het hoofdkwartier van het Chinee- sche regeeringsleger is medegedeeld, dat regeeringstroepen door den Grooten Muur Mandsjoerije zijn binnengetrokken, aldus meldt een uit Tsjinwangtao ontvangen deze actie de eerste penetratie over land telegram. Volgens de mededeeling volgde van regeeringstroepen in Mandsjoerije op het terugtrekken van de communisti sche strijdkiachten uit de stad Sjanhai- kwan, bij het eindpunt van den muur aan de kust gelegen. Verder werd nog gezegd, dat er geen zware gevechten waren ge leverd. Veertien verdachten van de 44, die te Liincburg in het proces-Belsen terecht stonden, zijn vrijgesproken. Van de andere beschuldigden werd de schuld vastgesteld. De vrijgesprokenen zullen voorloopig in hechtenis worden gehouden, totdat over hun toekomst beslist kan worden. Zij die schuldig bevonden zijn kunnen alleen ter dood worden veroordeeld, indien twee derde deel van de leden van het Hoof hier in toestemt. O.m. zijn schuldig verklaard: Kramer, dr. Klein, Weingartner, Hössler, Irma Gre- se, Johanna Bormann, Elisabeth Volken- rath en Hilde Lobauer. In het geheel werd over 30 van de 44 verdachten het „schul dig" uitgesproken. De verdachten moesten een voor een op staan om het over hen geveld oordeel aan. te hooren. Kramer hoorde het „schuldig" aan zonder eenige uiterlijke bewogen heid; hij ademde slechts diep en ging weer snel zitten. Even onbewogen reageerde dr. Klein. Weingartner daarentegen viel met gesloten oogen op zijn zitplaats terug en Hössler bleef staan, alsof hij door den bliksem was getroffen. Irma Grese even aarde Kramer in onbewogenheid, maar de andere vrouwelijke schuldigen snikten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1945 | | pagina 1