S jarir wil geen besprekingen
Nieuwe regeering van de Gaulle
Zeven Eeuwen
met Nederlanders
Nieuwe gevechten op Java
De berechting der
Oorlogsmisdadigers
Ieder dient hieraan
mede te werken
Zondag verkiezingen
in Oostenrijk
Provinciale
Begrooting voor 1945
Oplossing gevonden door
splitsing van het
Ministerie van Oorlog
Engelsch-Amerikaansche
financieele overeenkomst?
«fle Jaargang No, 1818« II I Donderdag 22 Nov. 1943
Bureaux: Groote Houtstr. 93 ffl *sT I* S 9—^ Ijlj C? I I ff K\ I f^"HT Uitgave van de Stichting
en Soendaplein 37, Haarlem V^L Vi^l» X X %a& XXX \X A JL Voorlichting te Haarlem.
IJmuiden: Kennemerlaan 154. jJ~M Abonnementen: p. week 31 ct
Telef. 5437. per kwartaal 4.
Toi re- Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom -----
ael.: Dir.-Hoofdred. 15054. Aam. 10724 Tel.: Redactie 10600. Expeditie 1482a.
AJ ORGEN zal het zeven eeuwen gele-
J-Vltlen zijn, dat Haarlem door graaf Wil
lem II stadsrechten werden verleend. Het
feest van de 700-jarige stad zal op be
scheiden wijze worden gevierd. Hopelijk
komt er een na-feest in den loop van
1946, met den historischen optocht die er
bij hoort. Dat ligt tenminste in het plan.
Onzekerheid ten aanzien van de naaste
toekomst, met name financieele onze
kerheid. stemt tot het maken van voor
behoud. In 1940 moesten de plannen tot
het houden van een dergelijken optocht
voor de Hildebrand-herdenking worden
afgelast, nadat de voorbereiding ver was
gevorderd. Wie zich de mooie ontwerpen
van Herman Moerkerk herinnert kan het
nog aan he^ hart gaan. Te hopen is, dat
er ditmaal slechts uitstel zal zijn en dat
de enthousiaste voorbereiders zullen sla
gen. Al te lang is Haarlem van zulke
feestviering verstoken geweest, ook vóór
den oorlog. Het zal goed zijn. Het brengt
leven in de brouwerij, het vormt een van
die bijzondere aantrekkelijkheden, die het
bestaan van een stad niet ontberen kan
zonder droog en saai te worden.
Wij zijn wat al te veel geneigd om aan
te nemen dat „het koele Noorden" op dit
punt onverschillig blijft. Wie de Haar-
lemsche stadshistorie ter hand neemt,
komt snel tot andere gedachten. Wat
heeft zich in die zeven eeuwen een lange
reeks kleurige en feestelijke gebeurtenis
sen in het eertijds zoo kleine stadje af
gespeeld! Wat heeft de grijze Groote
Markt, in oude tijden Het Zand, een
praal en lu:ster aanschouwd, zoowel in
de tijden van de Graven van Holland als
later irt die van de stadhouders uit het
Huis van Oranje en ook in het tusschen-
liggende tijdperk!
Er zullen menschen zijn, die viering van
een 700-jarig stadsbestaan overbodig vin
den en met kille nuchterheid verklaren,
dat het bereiken van zulk een mijlpaal
eenvoudig een gevolg is van het onver
biddelijk voortschrijden van den tijd en
niet meer dan statistische beteekenis
heeft. De nuchterste redeneering is vaak
niet de b'este. Men kan deze op alle ju
bilea toepassen, maar wat zou het leven
dor kleurloos worden, als zij werd ge
volgd! In de jachtigheid en spanning van
de twintigste eeuw is het meer dan ooit
noodig dat men bij de mijlpalen eens even
stilstaat en omziet en zich bezint, om te
beseffen wat er tot stand gebracht en nog
meer gebeurd is en welke blijvende waar
den nu tot kostbaarheden in ons leven
geworden zijn.
Zoo is het ook met de eigen stad, de
eigen omgeving met haar kenmerkende
karakteristiek en haar eigen sfeer, die
van het verre verleden blijft fluisteren.
Gisteren heb ik iets geschreven over dat
Amerikaansehe stadje van vijfduizend
huizen nabij Newport News (Virginia), dat
de nieuwste Amerikaansehe bouwtech
niek in drie maanden tijds heeft doen ver
rijzen, met scholen en winkels en een
kerk incluis. Het is bewonderenswaardig,
maar als ge u poogt voor te stellen hoe
het er daar uit zal zien, „hoe men er zich
zal voelen" en u foto's van dergelijke
Amerikaansehe nederzettingen herinnert,
zult ge toch wel blij zijn dat ge in een
stad woont die niet drie maanden, maar
zeven eeuwen oud is. Ik roep dit beeld
maar even op als krasse tegenstelling. Wij
hebben reden om onze oude stad dank
baar te zijn voor hetgeen zij ons gegeven
heeft en nog geeft en er ons over te ver
heugen, dat zij de vijf oorlogsjaren zon
der te groote schade heeft kunnen door
staan.
Er woonden, naar verondersteld wordt,
niet meer dan drieduizend menschen in
het kleine stedeke, omgeven door bos-
schen, dat in den jare 1245 stadsrechten
verwierf. Het staat vast dat er nog maar
achttienduizend waren, toen ruim drie
eeuwen later het Spaansche beleg en de
inneming van de stad Haarlem teisterden.
En weer drie eeuwen later waren er nog
maar 36000 inwoners. Dat is pas achten
zestig jaar geleden en de Haarlemmers
zijn nu 151.000 in getal.
Dit zijn wel aardige cijfers om over te
praten, maar zij hebben met de werkelijke
beteekenis van het verleden weinig uit
staande. Dat kenmerkte zich veel meer
door Haarlems positie als grafelijke resi
dentie, in later tijden als provinciale
hoofdstad, ten allen tijde als centrum. En
door zijn nijverheid, door zijn cultuur,
door het aandeel dat het bij vele gelegen
heden nam in de staatkundige ontwikke
ling, door zijn belangrijke bijdrage aan den
grooten opbloei der schilderkunst in de
Gouden Eeuw en zoo meer. Uit dat alles
spreekt een kostbaar verleden, dat ge
tuigt van een groot wordingsproces.
Bezinning brengt het bereiken van zoo'n
mijlpaal. Bezinning niet alleen op het ver
leden, maar ook op de toekomst. Dat
Haarlem naar grootte der bevolking de
vijfde stad des lands is en in werkelijkheid,
vanwege de volkomen samengroei met de
stadsdistricten op Heemsteedschen en
Bloemendaalschen gemeentegrond, eigen
lijk de vierde, is geen feit dat op zichzelf
tot jubel en trots aanleiding geeft. De
kwestie is: beantwoordt het snel-gegroeide
nieuwe stadscomplex aan de eischen, die
men eraan stellen mag? En wat moet go-
daan worden, om een goede toekomstige
ontwikkeling te verzekeren? Groote aan
tallen alleen hebben niet veel waarde, zelfs
niet als het records zijn. Daarom is het
goed, dat dit stadsjubileum er zoovelen
toe brengen zal over de toekomst te den-
Het „Indonesische kabinet" heeft ver
klaard dat het weigert deel te nemen aan
besprekingen waaraan ook door Neder
landers wordt deelgenomen. Het „kabinet"
heeft zich echter bereid verklaard om alle
vraagstukken met de Britten te bespreken.
United Press deelt omtrent bovenstaan
de nog mede, dat in een Indonesisch com
muniqué verklaard wordt, dat het besluit
is genomen „tengevolge ,van de Neder-
landsche daden, verstoring van den vre
de onder de Indonesiërs". De „Indonesi
sche regeering" is bereid een Neder-
landsch bevel om een einde te maken aan
onderzoekingen naar schietpartijen, plun
dering en brandstichting te accepteeren,
als een bewijs, dat de Nederlanders hun
houding hebben gewijzigd".
Maberley Denning, de politieke adviseur
van Mountbatten, heeft bij zijn komst te
Singapore verklaard dat men niet op een
spoedige oplossing van de moeilijkheden
op Java behoeft te hopen. Heden zou de
heer Denning te Batavia terugkeeren.
Weer gevechten.
Op Midden-Ja^ a ontsponnen zich op
nieuw gevechten, toen Indonesiërs een in-
terneeringskamp bij Ambarawa onder
vuur namen. Tezelfdertijd werd een batal
jon van de 23ste Br.-Indische divisie te
Magelang afgesneden. Deze troepen zijn
thans, naar in een officieel Britsch com
muniqué te Batavia werd bekend gemaakt,
alle uit Magelang teruggetrokken, daar
hun taak geëindigd was. Deze taak be
stond uit de ontwapening der Japanners
en het evacueeren der Nederlanders. Er
was een overeenkomst gesloten tusschen
de Britsche troepen en de extremisten,
dat de Britsche commandant geen bestuurs
daden van het Nederlandsche gezag zou
toelaten. Een bericht, inhoudende dat aan
Ned.-Indische troepen toestemming zou
zijn gegeven om aan land te gaan van de
schepen Altara en Nieuw-Amsterdam, die
thans op weg zijn naar Java, wordt door
het Geallieerde Hoofdkwartier tegenge
sproken.
Volgens een Reuter-bericht uit Batavia
hebben Indonesiërs de wegen naar Sema-
rang afgesneden, waardoor de Britsche en
Veel is er tot dusver al geschreven over
landverraders, weinig echter over oorlogs
misdadigers. Hiertoe worden al die niet-
Nederlanders gerekend als Duitschers,
Oostenrijkers, Italianen, enz., enz., die zich
aan ernstige misdaden tegenover ons volk
en andere volken hebben schuldig ge
maakt.
Vooral in ons land hebben deze men
schen vergrijpen gepleegd, die waarschijn
lijk in de geschiedenis hun weerga niet
hebben. We herinneren slechts zoo
deelt de Regeeringsvoorlichtingsdienst
mede aan de 105.000 Nederland
sche joden die in Polen vermoord
werden; aan de hongerblokkade der Wes
telijke provinciën, waarbij 50.000 burgers
omkwamen; aan het neerschieten van een
kleine 400 menschen na den aanslag op
Rauter; aan het vernietigen van het dorpje
Putten. Daarbij komen een groot aantal
zinlooze vernielingen, het onder water
zetten van kostbare cultuurgronden en
zoo kunnen we door gaan.
Deze gruwelen moeten gestraft worden.
In Londen kwam dit reeds op 13 Januari
1942 tot uiting bij de onderteekening van
de Declaration of St. James. Nederland
werd hier vertegenwoordigd door prof.
Gerbrandy en jhr. Michiels uan Verduy-
nen, Nederlandsch gezant te Loriden.
Het hof te Leipzig, dat na den vorigen
oorlog de oorlogsmisdaden moest oordee-
len, vonniste slechts een gering percen
tage. Het zal nu anders gaan. Het ver
zamelen van namen en gegevens geschiedt
in ieder land door een nationaal bureau.
In Nederland staat dit onder leiding van
mr. A. M. baron Van Tuyll van Seroos-
kerken; secr. is mr. Bijl te Amsterdam.
Men onderscheidt ontwerpers en uitvoer
ders van de crimineele plannen. De eer
sten zullen in Neurenberg terechtstaan, de
anderen worden in elk land afzonderlijk
berecht. Een persoon kan natuurlijk tot
beide groepen behooren.
Iedereen wordt opgeroepen, mede te
helpen aan het bijeenbrengen van ge
gevens over deze lieden en er geen enkele
te vergeten. Wanneer men plaats, datum
en functie van een oorlogsmisdadiger weet
ten tijde van zijn optreden kan in een
centraal registratiebureau te Parijs nage
gaan worden met wien men te doen heeft.
Het werk dat zoodoende verricht wordt,
is van het grootste belang voor onze inter
nationale rechtsorde.
Br.-Indische troepen in moeilijkheden ge
raakten. Veertig minuten nadat de Britten
telefonisch dringend hulp hadden verzocht
stegen 10 Dakota's van het vliegveld bij
Batavia op om in Soerabaja versterkingen
te halen. Twee compagnieën Br.-Indische
troepen werden aan boord genomen.
Te Soerabaja hebben de Punjabs van de
123ste brigade het gebied bezet, waarin
zich de werkplaatsen van de electrische
centrale en het omroepstation bevinden,
die behoorlijk functionneeren. 43 Neder
landers zijn uit dit gebied geëvacueerd. 175
geïnterneerden, meerendeels vrouwen en
kinderen, zijn bevrijd.
In Bandoeng begint thans ernstige on
rust te heexschen. Er wordt gemoord en
menschen weggevoerd. In 4 weken tijd is
de Europeesche bevolking van 36.000 tot
60.000 toegenomen door de komst der ge-
evacueerden.
Een bijzondere correspondent van het
Fransche persbureau A.F.P. geeft een be
schouwing over de op aanstaanden Zon
dag te houden verkiezingen in Oostenrijk.
De katholieke boeren en conservatieven
van de Westelijke provincies zullen voor
de volkspartij stemmen; de arbeiders in
Weenen en industriecentra zijn voor de
socialistische partij. De communisten, die
uit vooruitstrevende jongeren bestaan,
waaronder vele vooraanstaande intellec-
tueelen, zullen waarschijnlijk ondanks een
groote propaganda niet meer dan 12%
der stemmen krijgen. De volkspartij,
welke uit niet-marxistische elementen be
staat, zal vermoedelijk de meeste stem
men behalen, hoewel in die partij zich nu
reeds een groep, welke overhelt naar de
Westersche democratie, aan het vormen is.
ken en er zich op te beraden. Want bij een
snellen groei passen snelle en ingrijpende
maatregelen. Er zal aanleiding te over ïljn
om daarop terug te komen. <4- 3$
De 7>/ï cents postzegel uit de Weldadig -
heidsserie voor bet kind, welke van 1
December tot 6 Januari a.s. door het
Staatsbedrijf der Posterijen uitgegeven
zal worden.
Lagere opbrengst der
belastingen
Door Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland is thans de begrooting voor 1945
opgemaakt. De eindcijfers zijn f 52.109.633.
Er wordt geen batig saldo geraamd. Vori
ge jaren leverden steeds een batig saldo
op. Voor onvoorziene uitgaven blijft een
bedrag beschikbaar van f 323.061.
De opbrengst van de belastingen is ge
raamd op f 4.740.790.
In de opcentenheffing is geen wijziging
gebracht. De opbrengst van de opcenten
op de Personeele Belasting zal even
wel lager zijn dan vorige jaren. Het be
drag is nu van f 2.500.000 op f 2.000.000
gebracht, niettegenstaande de belasting nu
niet over 12, maar over 17 maanden loopt.
Het is zelfs nog de vraag of het geraam
de bedrag inderdaad ontvangen zal wor
den.
In verband daarmede kon geen storting
in het Wegenfonds- en in het Ontginnings
fonds op de begrooting uitgetrokken wor
den. Het Fonds Ontginningswerken had
over 1944 een vermoedelijk batig saldo
van f 710.517. De begrooting van het We
genfonds voor 1945 heeft als eindcijfer
f 2.393.150.. Het nadeelig saldo van'
f 2.306.924 zal gedekt worden uit een geld-
leening.
Het Prov. Elec. Bedrijf had op 1 Jan.
1943 een reserve van f 4.501.148. De toe
voeging over 1943 was f 564.680, zoodat
toen het totaal der reserve was opgeloo-
pen tot f 5.065.828. Geraamd wordt dat de
winst over 1945 niet meer zal bedragen
dan f 100.000.
Het batig saldo van de rekening over
1942 (f 1.913.654) is aan het reservefonds
toegevoegd. Dit fonds staat nu on
f 4.987.242.
De provinciale bijdragen in de kosten
van behoeftige krankzinnigen zijn ge
raamd op f 700.000 (1944: f 850.000). voorts
f 1.200.000 voor de kosten van verpleging
van behoeftige krankzinnigen welke
rechtstreeks door de provincie betaald
worden (1944: f 1.215.000).
Onder de lijst van subsidies vinden wij:
Restauratie St. Bavo te Haarlem f 500,
Gem. Bibliotheek en Leeszaal te Haarlem
f 4.777, R.K. Leeszaal te Haarlem f 2.115,
H.O.V. te Haarlem f 5000 (gelijk aan vori
ge jaren).
De schulden der Provincie beliepen op
1 Jan. 1945 f 76.336.900. De verplichte af
lossing is f 4.155.500.
Commissaris der Koningin
in Gelderland
Er zijn redenen om aan te nemen, dat-
jhr. mr. C. G. C. Quarles van Ufford, oud
burgemeester van Apeldoorn, bestemd is
om mr. S. baron van Heemstra als Com
missaris der Koningin in de provincie
Gelderland op te volgen
Congresvergadering
R.K. Middenstand
Woensdag vergaderde voor het eerst
sinds de bevrijding een aantal vertegen
woordigers van den R.K. Middenstands
bond in het Bisdom Haarlem.
In den ochtend werden interne reorgani
satieplannen besproken. De vergadering
getuigde van haar vertrouwen in het
hoofdbestuur en gaf als haar meening te
kennen dat op den ingeslagen weg moest
worden voortgegaan.
's Middags kwamen diverse onderwerpen
aan de orde. O.a. sprak het Tweede Ka
merlid dr. -Kortenhorst over de noodzaak
van principieele vakorganisaties. Mgr. J.
P. Huibers was ook aanwezig en hield aan
het einde der bijeenkomst een korte toe
spraak.
Generaal de Gaulle is geslaagd in de
vorming van een nieuwe Fransche regee
ring. Hij zal zelf optreden als hoofd van
de regeering en zal tevens opperbevelheb
ber van het leger zijn en de leiding op
zich nemen van de nationale verdediging.
Hij zal hierin worden bijgestaan door een
minister voor het leger: Michelet (M.R.P.)
en een minister voor de wapening: Tillon
(communist).
De andere ministers zijn: Justitie: Teit-
gen Sr. (M.R.P.), Binnenlandsche Zaken:
Tixier (socialist), Buitenlandsche zaken:
Bidault (M.R.P.), Nationale economie: Bil-
loux (communist), Financiën: Pleven (par
tijloos), Industrieels productie: Marcel
Paul (communist), Landbouw en bevoor
rading: Tanguy-Prigent (socialist), Pu
blieke werken en transport: Jules Moch
(socialist), Arbeid: Ambroise Croizat
(communist), Onderwijs: Giaccobbi (rad.
soc.), Koloniën: J. Soustelle (Un. Dem.
Soc, Rep.), Posterijen en telegrafie: E.
Thomas (socialist), Bevolking: R. Prigent
(M.R.P.), Wederopbouw en stedenbouw:
R. d'Autry (partijloos), Voorlichting: A.
Malraux (partijloos).
Voorts zijn er vier ministers zonder
portefeuille nl. Vincent Auriol (soc.) Fr.
Gay (M.R.P.), L. Jacquinot (Unité Rep.)'
en M. Thorez (communist).
Het nieuwe kabinet telt vijf socialisten,
vijf leden van de M.R.P. en vijf commu
nisten, voorts een lid van de Un. Dem.
Soc. et Rep., een gematigde en drie tech
nici: d'Autry, Malraux en Pleven. Vrjjdajf
a.s. zal het Kabinet zich aan de Assein-
blée nationale constituante voorstellen.
Te Washington verluidt uit hooge ge
zaghebbende bron, dat sluiting en publi
catie van een Anglo-Amerikaansche fi
nancieele overeenkomst in het midden,
van de volgende week verwacht wordt.
Hierbij werd opgemerkt, dat de overeen
komst zoowel in den smaak van het
Britsche publiek als in die van het con
gres zou vallen.
De delegatie van lord Keynes zal zich na
het afsluiten van de overeenkomst naar
Ottawa begeven, waar een financieele
overeenkomst met Canada zal worden
voorbereid.