DELTA vetter Haarfems oudste gebouwen Litteraire Kantteekeningen een wasch de ideale stukken huishoud zeep! frisschere <P, Haarlem is oud. Gelukkig zijn er talrijke gebouwen uit vroeger eeuwen gespaard gebleven, zoovele zelfs, dat zij nog een stempel drukken op het oudste deel der stad. Het meeste dateert evenwel uit d 16e eeuw. Wie wat wil bewonderen dat nog aanzienlijk ouder is, moet zoeken. Uit de 13e eeuw, het tijdvak waarin Haarlem stadsrechten kreeg, is weinig over. F.r kan, op een enkele uitzondering 11a, alleen nog van restanten gesproken ■worden. Die uitzondering geldt het Stad huis Het Stadhuis in de 17e eeuw. De Hollandsche graven hadden een voor liefde voor dit deel van Kennemerland. Graaf F'oris III had al op Aelberechts- bergh oen lusthof. Willem II stichtte te Haa.'.m aa i het Sand (nu Groote Markt) een vorstelijke woning. De tegenwoordige ha' van het Stadhuis vr.s de ridderzaal. Natuurlijk is er in den loop der eeuwen veei aan het grafelijk paleis verbouwd, maar toch is nog in veel de oorspronke lijke -li)' te herkennen. Wie in de hal staat vooral als bij feestelijke gelegenheden de kaarsen in de zware koperen kronen bin uien -- kan zich in gedachten gemak kelijk verp'aatsen in den tijd. dat de rid ders daar in hun schilderachtige kleedij aan den fte-tdisch zaten, om zich te ver lui- .'in (behalve natuurlijk in de geneug ten vn de volle tafel) in de romantische er. s r vdiuMigc avonturen. Dan klonk daar de za van den minstreel, die de helden- da- :m voo- oo-ten stelde. On h< t Sand werden af en toe groote ridderspelen gehouden, waaraan door h< jnderden ridders werd deelgenomen. l)r hal roegcr ridderzaal lende tijdvakken van de 1-w, 15e en 16e eeuw. Er is door gravingen aangetoond, dat er nog vroeger een andere kerk ge staan heeft, die klei ner was. Er wordt zelfs aangenomen dat er al vóór het jaar 1000 op t Sand een kapel gevonden werd, maar dat \yas een houten gebouw. De gevonden fun deeringen zijn van lateren tijd, ver moedelijk uit de 14e eeuw. Niet onmoge lijk is, dat bij den bouw van de tegen woordige kerk en kele gedeelten (bij het koor) van de oude steenen kerk behouden zijn gebleven. In 1122 heeft graaf Floris II een dochtertje laten be graven onder een marmeren zerk in de kerk. De binnenplaats van de Bank van Leening. gesteld. In de Kleine Hout straat, waar nu de Bank van Leening staat, was vroeger het klooster van de Lazaristen. Aange nomen wordt dat dit al in het begin van de 14e eeuw gebouwd werd. In het tegenwoordige gebouw zijn nog en kele restanten van het klooster be waard gebleven Het heele gebouw is trouwens mooi, zoodat het zeker voor een grondige restauratie in aan merking zou komen Een der mooiste oude gebouwen in onze stad is de Doelen in de Gasthuisstraat. De gevel aan den straatkant is minder fraai, mooier is die op de binnenplaats. Dit ge bouw, dateerend van 1562 werd gebruikt als oefenplaats der schutters. Het was in de zaal van deze Doelen dat Hipperda in 1572 de schutters en de burgerij opwekte zich manmoedig te verdedigen tegen de Spaansche belegeraars. Binnenplaats i t de Doelen. De andere historische gebouwen te Haar lem zijn vrijwel allemaal van later datum. De Vleeschhal dateert van het allerlaatste deel van de 16e eeuw. Op de plaats van het Proveniershuis in de Groote Houtstraat stond in de 14e eeuw het klooster der Tertitarissen, maar in het tegenwoordige gebouw is uit dien tijd weinig meer terug te vinden. In het Tehuis voor Ouden van Dagen aan den Schotersingel vindt men enkele restanten terug van de oude kapel de Sint Jacobs Capelle, in 1319 gesticht, die later gebruikt ward voor het schouwen van me'.aatschen Jlazarye). Men vindt er ook nog cellen van het oude dolhuis, dat daar ook was ondergebracht. Achetr het grafelijk paleis stond het klooster van de Dominikanen of Predik- iheeren. Dat is er evenwel gekomen nadat Haarlem stadsrechten kreeg. want de schenking van den grond aan die klooster orde werd door den graaf gedaan in 1247. Restanten van dit klooster vindt men nog In de oude kloosterhof met kloostergang op het Prinsenhof. Op de plaats waar nu de Jacobijne- Btraal. gevonden wordt, stond oud tijds de kapel van het klooster. Aam de zijmuur van het gebouw waarin de Bibliotheek en Lees zaal is onderge bracht, wijst een deskundige u nog stukken aan die res ten zijn van het o u d e metselwerk dezer kapel. Onder het gebouw zijn ook nog kelders met Ro- maansche bogen die uit dien tijd datee ren. Nog een interieur der kerk. De familie Bake- nessc of Bakenes had in dc 14e eeuw een adellijk huis in deze streek. Aan die familie herin nert het Hofje van Bakenes in de Wij de Appelaarsteeg, datoerend van 1395. Het poortje is nog in den ouden toe stand gebleven en vormt een der mooi ste herinneringen wat bouwstijl be treft. Het hofje zelf is in den loop der Het poortje in het (ouwen verbouwd. Hofje van Bakenes. Toch vormt het nog een mooi intiem plekje met oude sfeer. De eenige poort die Haarlem nog heeft, moet dateeren van het einde der 14e eeuw. Vroeger werd de Amsterdamsche Poort aangeduid als de Spaarnwouder- poort. In het ver leden is er ook meer malen aan gedacht deze „sta in den weg" voor het ver keer te sloopen, maar gelukkig is het nooit zoover ge komen. Eindelijk werd de gewenschte oplossing gevonden: i een brug naast de L poort. Het is waar, de poort ligt nu wat buiten het verkeer, maar alleen daar door was het mogelijk haar te behouden. Een kykje in de kloostergang van het Pand. De Hoofdwacht was naar de legende in den tijd dat de graaf in zijn paleis vertoefde, bestemd tot raedhuys. wijzen zijn daar voor evenwel niet aan te voeren, elk geval is het ge bouw dat er nu slaat veel later ge sticht. Niet onmo gelijk is, dat de man die in de 17e eeuw het huis bewoonde, het bekende versje als een eigenaardig heid op zijn gevel heeft laten aan brengen zonder het al te nauw te ne- men met de historie .Onze mooie Bavo dateert uit verschil- De Hoofdwacht. Waalschc kerk. De Waalsche kerk dateert ook uit de 14e eeuw, het is de oude kerk die het middelpunt vormde van het Begijnhof. Veel is in den loop der eeuwen aan de kerk verbouwd, de toren behoort evenwel tot het gespaarde. Volgens overlevering was er vroeger een onderaardsche gang die van deze kerk naar de kerk op de Groote Markt liep. Een onderzoek naar Bert Voeten: Dooriochl. Een Oorlogsdagboek. A dam, Uit geverij Contact. Heeft het zin, het gruwelijk beleven van vijf bezettingsjaren terug te roepen in onze herinnering, zoo levendig alsof 'het weer werkelijkheid was? Neen, indien het sensationeele pralerij, avontuurlijke pa thetiek of op z'n slechtst klinkendc- munt-slaande journalisterij is, zooals zoo veel van de z.g. oorlogslitteratuur. Ja, als de ontroering en de geschondenheid van eigen hart en leven, de deernis met al het doorstane, zóó hevig en kneuzend is, dat de eenvoud, waaruit enkel de zuivere schoonheid voortkomt, het woord krijgt, zooals hier, in dit oorlogsdagboek van Bert Voeten, dagbladredacteur in Breda, dichter onzer jongere generatie. Vergeten is dan een te gemakkelijke vjucht uit een zoo noodlottig verleden, dat of men wil of niet deel is geworden van ons hart en dus niet zoo geheel en al verleden wil worden. Een overrompeld Brabant, een chaotisch België, een onmachtig, vernederd Frank rijk en de schemer wordt nacht in Duinkerken, het infernale spel kan be ginnen: het sluipend gif van hakenkruis, driehoek en wolfcangel gaat zijn werk doen, terwijl de nazivlek als een bijtend eczeem voortvreet op het lijf van Europa. Saloniki, Belgrado, Bardia, Sebastopol uit hun puinhoopen brandt de V als een verschroeiend merkteeken van de mythos van het Vandalisme den hemel in. En Goedewaagen herdenkt Rembrandt, W A. hanteert de ploertedooiers met Ger- maansche furie en met Menno ter Braak, du Perron, Marsman, straks Arondéus. Brouwer, Campert, den Jood Evert en het Joodsche meisje Kitty en de naamloozen onder de puinhoopen, op den zeebodem, aan de fronten is de rekening vereffend. „Uren hebben we geloopen, gedwaald over de hei, langs den grilligen rand der zandverstuivingen, mijn haat en ik". Zoo vreten de jaren tot het geestelijk merg door, roepen ze een ander op in het eigen Ik, die als een vreemde meegaat, mee leeft, terwijl de radio leuzen bralt die. „gebalsemd, bijgezet worden in hot Fra- seoleum van den Führer", terwijl de ver raders langs de deuren sluipen, de vuur pelotons knallen, de Grüne het mcnschen- wild samendrijft op de grachten. En toch is er de schoonheid van Slauerhof's en A Roland Hoist's verzen als eilanden buiten „uur en feit", bloeien de pioenrozen, geurt de Meidoorn zijn honingzoeten lentedroom in de kamer van den onderduiker en gaat er soms een vers open, tusschen droom- beklemming en dagangst, als een bloed- roode roos aan het kruis van dit slaven leven. „Dolend door de herfstbosschen, dacht ik aan Leningrad, de millioenenstad, in gesloten door de Nazilegers. Rondom mij vielen met zachte tikken de eikels neer. De lueht was even bitter reeds. Tusschen de kruinen der beuken door waasde een bleeke hemel. En ik dacht aan Lenin grad. Ik gaf mij over aan de beelden van vernietiging, gruwzamen dood en onmen- schelijke beproeving, zooals ik het had gedaan tijdens het beleg van Warschau Blaren ritselden: kleine, brekelijke ge luiden De stilte en het aarzelend omgaan der dingen daarin beklemden mij onzeg baar. Zij maakten dat mijn verbeeldingen scherp doorkwamen. Zij zetten ze gloeiend en trillend vlak voor mii. Moskou, Stalingrad, Sicilië. Normandië; en Vugiht is volgeloopen en aan de Euterpestraat rijdt het nog steeds af en aan en de honger kruipt door de spleten van de deuren en de zielen. De pannekoek kost 3 50 en ergens fluistert iemand dat het zoo lang niet meer duren zal. ..De dood stapte over op het nieuwe kalenderblad", de laatste van den oorlogscyclus. „Wan neer zal het Leven weer zingen aan de ramen, denk ik?" Ik, die uit lijfsbehoud de oorlogslittera tuur aan mijn deur voorbij laat gaan als een te vergankelijke gast van den Dood, om er een plaats in het Leven voor in te ruilen, ik open mijn huis voor dit oorlogs dagboek van een jongen dichter, die den gruweltijd aan zijn hart heeft gedrukt uit liefde voor het leven, uit innige verwant schap met dat, wat boven dezen Chaos uit gaat: de onaantastbaarheid van hot Schoone, dat hooger aan den hemel drijft dan de rook van Rotterdam en Warschau, omdat het voortkomt uit een hart, dat het antwoord weet op de kreten uit de con centratiekampen van Bergen-Belsen en de gaskamers van Auswitz. Dit boek geef ik een plaats naast Remarque's „lm Westen nichts Neues". Carl J. Burckhardt: Een Ochtend bü den Bockhandelaar. Vert. D. M. Schroder Uitg. Mij. L. J. Veen, Amsterdam. Dit precieuze boekje wil ik den fijn proevers met warmte aanbevelen: een ver rassende ontmoeting van den schrijver met den dichter Rilke in een kapperszaak nabij de Madeleine, een wandeling door het hart van Parijs, waar alle groote dooden voort leven en een bank in een park kan herin neren aan Baudelaire en Delacroix en een bezoek aan een antiquair, één wien de geest der boeken liever is dan hun ver koop. In dat heiligdom der boeken wordt dc honing gepuurd uit Ronsard en al dte lalere romantici wier geest uitdroomde buiten Frankrijk's grenzen, omdat z.e „Ie souffle de Ronsard sur la tête" hadden Ronsard, het hart van Frankrijk, de on gereptheid van het kind, wiens verzen in rijmen zongen, zoo welluidend dat deze dichtervrienden door den geur ervan, ook al komt die uit een antiquarisch boekdeel, in verrukking worden gebracht. En dan wordt Racine genoten en geroemd en in hem de Fransche geest van naïvieteit, die alleen de symmetrie in eenvoud kon beel den. Zoo gestemd kan de stem van La Fontaine worden gehoord. En onder het genot van een wijn uit Champagne en een welbereide poularde kan het gezelschap niet genoeg krijgen van een bekoorlijke strophe uit Hebel's allemanische gedich ten. waarin twee talen versmelten en twee geesten Der Vogel flieft so tief und still Und weisz nit woner ane will Waarheen hij wil: dat „ane": voor Rilke is er een dag schoon door. En door hem óók voor ons. C. J. E DINAUX. Onderscheidingen thans op 17 September Ten einde meer relief te geven aan den voor ons land steeds zoo belangrijken da tum van den derden Dinsdag in September waarop de gewone zitting der Staten- Generaal krachtens de Grondwet moet worden geopend, zullen de Koninklijke onderscheidingen, welker verleening ge bruikelijk was op den verjaardag van H M. de Koningin, thans worden toegekend öp 17 September a.s. Twee arbeiders overleden bij vervaardiging van Inseetcn- pocder. Het Tweede Kamerlid Van Sleen heeft den minister van Sociale Zaken verzocht, ccn uitvoerig onderzoek te laten Instellen nnnr de doodsoorzaak van twee arbeiders, die werkzaam waren in een chemische fa briek te Krimpen aan den IJssel, waar o n. een bepaald soort Insectenpoeder wordt gefabriceerd. Een medisch onderzoek zon hebben uitgewezen, dat de dood van dezo arbeiders aan vergiftiging moet worden toe geschreven. opgedaan bij de vervaardiging van h et Insectenpoeder. Nadat eerst één arbeider was overleden, Is de fabricage stopgezet. Toen zij korten tijd later op de zelfde wijze werd hervat, werd de twoede arbeider ziek en overleed eveneens door vergiftiging. De heer Van Sleen verzocht den minister, maatregelen te nemen om dc fabricage van het poeder aan de bedoelde fabriek te laten stopzetten. Deze mag niet eerder worden hervat voordat afdoende be schermingsmaatregelen voor de arbeiders z(jn getroffen, AGENDA Stadsschouwburg: Achter Wallen en Poor ten, 20 uur. Gr. Markt: Taptoe en muziekuit voering. 20 uur. Rembrandt: De zuster van den lui Is knecht. Palace: De Jantjes. Luxor: Met buitengewoon verlof; alle drie 14.00, 16 15, 19.00 en 21,15 uur. Frans Hals: Van den regen In de drup, 14,00, 16.30, 19.00 en 21.15 uur. City: Ik ontmoette een moordenaar. ZONDAG 4 AUGUSTUS Gcm. Concertgebouw: Internationaal va riété. 14.30 en 20 uur. Stadsschouwburg en bioscopen: Als Zaterdag. MAANDAG 5 AUGUSTUS Gcm. Concertgebouw: Variété, 20 uur Gr, Markt: Generale repetitie De Vrijheid Vlagt, 22 uur. Bioscopen: Als Zaterdag.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1946 | | pagina 6