Litteraire Kantteekeningeri
Jarig
Amenka's clientèle
is zuinig met haar crediet
H. G. YVclIs (1866—1946)
Een harde jeugd, een met volharding en
offers veroverde natuurwetenschappelijke
scholing, een journalistieke aanleg en
een warm hart dat alles samen heeft,
met een ongemeen scherp verstand, den
onlangs overleden Wells de uitzonderlijke
plaats doen innemen, die hem in onze
cultuurgeschiedenis verzekerd zal blijven.
Zijn zorgelijke kinderjaren Wells was
van zeer eenvoudigen huize gaven hem
dien scherpen blik op de nooden van
onze samenleving. Zijn studie van de we
tenschap der doode en levende naiuur
schonk hem het onwrikbaar vertrouwen
in een geleidelijke ontwikkeling van het
lagere naar het hoogere, in al wat is en
leeft een optimistische levensovertui
ging, een geloof in een gelukkiger mensch-
heid. Wells is zijn leven lang trouw ge
bleven aan zijn, in verbeten studie ge
wonnen, uitgangspunt, dat onverminderd
het stempel is blijven dragen van de
wetenschappelijke opvattingen ten tijde
van zijn jongelingsjaren: een optimistisch
evolutionisme.
Wie Wells leest moet, wil hij hem ver
staan, breken'met de gewoonte, te reke
nen met jaren of zelfs eeuwen. Hij moet
leeren denken in duizendtallen jaren, in
een tijdsmaat van grooten stijl. Hij moet
zich erop instellen, verder te zien dan
eigen kring, eigen land, eigen werelddeel.
Ruimte en tijd worden in Wells' werk tot
nietige eenheden. Ontstaan en geboorte
van planeten, oermenschen en wat ver
volgens tot op onzen tijd, generatie na
generatie, „geschiedenis heeft gemaakt",
is onderworpen aan een en dezelfde mach
tige ontwikkelingswet. Cultuurtijdperken
worden tot korte episoden, de eindelooze
golf van oorlogen, het werk van de Nero's,
de Groote Kareis, de Napoleons en de Hit-
Iers geven weliswaar opmerkelijke, maar
toch slechts voorbijgaande schommelingen
aan, geregistreerd door den seismograaf
der mertschelijke historische waarneming,
kleine curven van de groote historische
ontwikkelingslijn, waarlangs de mensch-
heid zich, „in bloed en tranen", beweegt.
Een machtig schouwspel van de werking
der wet van oorzaak en gevolg, die de
natuurkunde Wells had geleerd Wie de
oorzaken van het Heden kent, is bij
machte te voorzien wat Morgen zal ge
beuren. En daar staat die andere Wells
klaar, de journalist-auteur, om met zijn
fantasie de kennis der natuurwetenschap
pelijke mogelijkheden dienstbaar te ma
ken aan een voorspelling in romanvorm.
Wéét waarheen ge gaat. beseft wat ge
doet, wat ge laat begaan. Let op. waartoe
dit menschelijk-aardsche bedrijf zal lei
denWant Wells was in zekeren zin
ook profeet. Hij heeft niet geschroomd,
het voor hem wetenschappelijk onaantast
bare te bezielen met zijn fantasie en er
sociale romans van te maken ter waar
schuwing.
Een fantast dus? Een moderne Jules
Verne? Een speler met het vernuft? Neen,
toch niet; het menschelijk lot lag Wells
te na aan het hart om er avontuurlijke
litteratuur van te maken. Het was zijn
roeping, wegen te wijzen. In 1908 schreef
hij zijn „Luchtoorlog". Toen al schilderde
hij. ondanks alle „fantasie", met de nuch
terheid die den Engelschen eigen is, wat
de wereldmacht van het kwade, aange
wakkerd door een valsch nationalisme uit
gebuit door naar winst jagende wereld
trusts want Wells was socialist
zou ontketenen over onze goede aarde,
waarvan na alle verschrikking nog slechts
een dal des doods" overbleef. En de oor
zaken van die jammerlijke, mcnschon-
waardige catastrophe? De stoffelijk-we-
tenschappelijke mogelijkheden waren aan
het maatschappelijk menischclijk kunnen
ontglipt. Deze tweebeen is niet van slech
ten wil, het ontbreekt hem alleen aan in
zicht: hii weet niet, hoe hij d« chaotische
wereld moet bezweren en ten goede zal
keeren. Geef hem, leer hem dat inzicht:
de wetenschap daartoe staat klaar! Lang
was de mensch een slaaf der natuur, eens
zal hij haar meester zijn, in dienst van het
Goede Voed hem op, vervang de vernie
tigende krachten van winst- en hebzucht,
traagheid, onrechtvaardigheid en wreed
heid door den waarachtigen, opbouwen-
den gemeenschapszin, kweek mot behulp
van onze kennis van het menschelijk zic-
leleven van een aristocratie des harten:
een mensch vrij van zijn oedriften. Wells
laat dat menschelijk wonder voltrekken
aan een van zijn romanfiguren. En ziet,
deze „oppermensch" wordt gedood door
een kogel, die niet eens voor hem bestemd
is!
Wells' boeken, die een spel van zinvolle
fantasie speelden met de vindingen der
moderne natuurwetenschap terzijde la
tend, wil ik tot slot mijn waardeering
voor Wells' veelzijdige kwaliteiten moti-
veeren met een verwijzing naar zijn
„Shape of Things to Come", dat boeiende,
schrik- eri hoopwekkende beeld van onze
toekomst, dat hijzelf een droomboek en
een geschiedenis noemde Wij leven na
tuurwet enschappelijk-historisch bepaald
in de eeuw der teleurstellingen. Deze
moderne mensch heeft zich laten drijven
door de gebeurtenissen, hij heeft ver
zuimd, 's werelds loop in handen te nemen.
Hij is overstelpt met feiten, ja er onder
bedolven, zoodat hij den loop niet meer
kan overzien, laat staan vóórzien. Hem
ontglipte het inzicht in het verband van
het geheel. Daarom zijn waardevolle be
grippen zooals democratie, vrede, wel
vaart, tot leuzen, ficties geworden. De
mensch leefde en dacht in blijvende vor
men en vergat dat de wereld nooit is,
maar steeds wordt. Hij verzuimde met
zijn denken en handelen dien ontwikke
lingsgang mee te beleven, Voortdurend
revolutionnair te zijn, d.w.z de doode
omhulsels van gisteren op te geven voor
de waarheden van vandaag.
Het jaar 1949 zou de kentering brengen:
de vijandelijkheden zouden worden opge
schort, totdat een conferentie een nieuwe
wereldorde „geschapen" zou hebben. Deze
conferentie kwam nooit bijeen: ellende,
ziekte, hongersnood maakten haar on
mogelijk en zoo werd de tijdelijke op
schorting der vijandelijkheden een blij
vende. Langzaam-aan werd nu een begin
gemaakt met den bouw der nieuwe sa
menleving: een wereldstaat, niet opge
bouwd naar willekeur en met de aloude
diplomaten-,,wijsheid", maar volgens een
sociaal en politiek wetenschappelijk plan.
En inmiddels werd de mensch systema
tisch opgevoed tot de nieuwe maatschap
pij, die in 1965 gegrondvest was. Dertien
jaren waren er nog noodig om door
harde soberheid, innefJijke tucht en ge
weld waar noodig de onevenwichtigheid
van de menschelijke driften te doen plaats
maken voor het uiteindelijke humane
evenwichtin 2059.
Een utopie? Ik denk aan een woord van
Anatole France: „Zonder de utopieën van
vroeger tijden zouden wij nog in holen
leven, ellendig en naakt. Het waren de
utopisten die de eerste omtrekken teeken
den van een ware menschengemeenschap.
Uit onbaatzuchtige droomen komen wel
dadige werkelijkheden voort Utopia
dat is het beginsel van allen vooruitgang".
In dien geest verdient Wells geëerd te
worden. C. J. E. DINAUX.
Wisjinski tof duel
uitgedaagd
Wisjinsky, de Russische onder-minister
van Buitenlandsche Zaken, heeft in een
zijner redevoeringen op de Parijsche con
ferentie van de Italiaansche soldaten ge
zegd dat zij „beter kunnen loopen dan
vechten en evenveel weg hebben van Ro-
meinsche helden als een ezel wegheeft
van een leeuw."
Deze uitlatingen hebben hem thans de
uitdaging tot een duel bezorgd van den
Italiaan Antadeo Pacifico. die ondanks zijn
vredelievende naam de beleediging van
den Rus bloedig wil wreken. Zijn uitdaging
betreft een pistoolgevecht op 15 Meter af
stand, ..tot een van beiden dood is".
Of Wisjinsky de uitdaging heeft aan
vaard, vermeldt het bericht van Reuter
niet, doch wel is bekend geworden dat hij
de betreffende beleedigende passage heeft
laten schrappen uit den officieelen Engel
schen tekst der gewraakte rede, die door
het Russische persbureau Tass is verspreid.
In Amorlkaanschc regeeringskringen
heeft men verklaard, dat Amerika het plan
heeft Oostenrijk in 1947 met 150 mlllioen dol
lar economisch weer in evenwicht te bren
gen.
Hoe lang is dat al geleden, dat jarig
zijn een feest was? En dat ge. een week
tevoren reeds, dien dag der dagen ver
beidde met een jong en onstuimig hart?
Het was eigenlijk wel een feest-der-ma-
terie. De trede hoogc-r op de levensladder
was zoo belangwekkend niet Want jeugd
is jeugd en het leven in die jonkheid
een ondeelbare eenheid en misschien
wel een ondeelbare verrukking. Maar het
ging om de cadeautjes, die keurig lagen
uitgestald, 's morgens om zes uur al, op
de slaapkamertafel bij vader en moeder.
En ook om het feit dat ge zelf mocht
kiezen, wat dien avond gegeten zou
worden Was dat niet chocolade-vla? Dan
volgde het feest met de kameraden des
avonds op de kermis, die juist dien dag
in de stad mijner jeugd begon, met den
stoomdraaimolen van Wolfs, en de wafels
bij Van der Zee, nietwaar?
Toen kwam de studententijd He; ver
langen en de onstuimigheid verminderde
toen al, omdat het geschenk gestabiliseerd
was in een jaarlijksch briefje-van-hon
derd: kleine, sissende druppel op de gloei
ende plaat van het lustige. Leidsche leven.
Dat werd prozaischer en het honderdje
was vaak al gespendeerd voordat het in
den brief van je je liefhebbende ouders
was gestoken.
En nu is die dag een trede terug ge
worden. Een stapje naar beneden op de
ladder.
Vader is er niet meer. En het briefje
van honderd evenmin. Ge ontwaakt dien
morgen in de eigen stille kamer. En ge
bedenkt: alweer een jaar: de tanden
zijn nog goed; maar het kale plekje aan
de kruin is alweer wat grooter gewor
den. Uit vele droomen was het ontwaken
wat schamel. En van vele idealen was de
uitkomst een beetje schraal.
Er is zooveel voorbij Die jonge jaren
zijn heelemaal weg. De stoomearrousel
draaide maar door, met steeds dezelfde
orgel-jengel en met keurige serpentines,
die afbraken en werden weggeveegd, stof
fig en grauw.
De studententijd is er nog Ergens ach
ter in uw hart Glanzende herinnering
aan zoo goede jaren Vrienden uit dien
tijd zijn gestorven. Anderen zijn ver
loren gegaan: aan de verte, aan de car
rière of aan de mislukking-des-levens. En
wanneer de rest weer eens samenkomt
is de smaak bitterzoet.
De herfstzon straalt op die bloemen
Lief, dat zij aan dezen dag heeft ge
dacht.
Over drie dagen zijn zij verdord en
gaan ze met de serpentines naar den
afval.
Hoe lang is dat al geleden/dat jarig zijn
een feest was, Marietje? ELIAS
De stadspolitie van Londen heeft haar
maatregelen tegen de „squatters" de
daklooze personen, die hun intrek ne
men in leegstaande huizen ver
scherpt. Sommige politieagenten zijn
voorzien van de in het leger gebrui
kelijke „walkie-talkie" een zak-
radiozendapparaat, met behulp waar
van zij onmiddellijk om versterking
kunnen vragen, indien zij nieuwe
„squatterspogingen" waarnemen. De
politic komt personeel te kort. De
squatters, tegen wie door het hooger
gerechtshof een dagvaarding is betee-
kend, waarin schadevergoeding en be
ëindiging der overtreding worden ge-
eischt, hebben besloten hun zaak
direct bij den koning te bepleiten. In
den brief, die aan het Buckingham-
palace zal worden afgegeven, wordt
een beroep gedaan op des konings
„hulp in onze benauwdheid". De poli
tie verhindert de aanvoer van voedsel
naar de squatters, die zich thans „in
staat van beleg" bevinden.
Jacht op schatten
Dezer dagen heeft een groot aantal Brit-
sche en Amerikaansche politiemannen in
hun beide zones van Duitschland een
speurtocht ondernomen naar door de nazi's
verborgen edelgesteenten en edele metalen.
De cijfers van de „oogst" zijn nog niet
bekend. In de Britsche zone zijn 40 arresta
ties verricht. Honderden .personen zijn aan
een verhoor onderworpen.
Effecten- en
mar
Deze slanke vliegtuigen, die direct den
indruk maken van snel en behendig te
zijn, zijn de nieuwste catapulttoestellen
van de Amerikaansche marine. Hun
snelheid is ongeveer 300 k.m. per uur.
Ze zijn uitgerust met radar, tanks, die
niet kunnen lekken, dieptebommen,
reddingsmateriaal, kanonnen en pant
sering.
Er blijkt telkens dat de structuur van het
economisch leven door vijf jaren oorlog der
mate is ontwricht, dat het nog steeds niet
mogelijk is voor de waardeering van vermo
gensobjecten. waartoe immers ook effecten
behooren. een min of meer betrouwbare
waardeerlngsbssis te vinden Zelfs in de
Vercenigde Staten, dat geen oorlogsschulden
maar oorlogsvoideringen heeft, is dit het ge
val. zooals blijkt uit de hernieuwe koersda
ling op tic New-Yorkschc beurs, waar het ge
middelde koerspeil thans lager is dan sinds
achttien maanden het geval was De koers-
beweglng gaat als gewoonlijk langs, een zig
zaglijn, maar tot dusver wordt telkens weel
een nieuw dieptepunt bereikt en niemand
durft zeggen waar het eindpunt van de da
ling ligt. Om enkele koersen te noemen, w?
zien Chrysler beneden 90 tegen 137 eind Mei.
Steels op 70 legen 91',i. Rep. Steel op 27 tegen
39, Bethlehem Steel op 89 tegen 111, Norfolk
op 230 tegen 290, Topeka op 88 tegen 120.
South. Pacific op 45 tegen 09. etc, Van alle
kanten komt het aanbod opzetten, en dat
met gedwongen wegens wankele fondsenpo
sities. want sinds c-enigen tijd mag met ge
leend geld op de New-Yorksche beurs niït
meer worden gekocht, evenmin als te Am
sterdam. Bij een record industrieele produc
tie, hooge en hier en daar nog stijgende prij
zen en een ruime geldmarkt, vraagt men zich
ook in de V. S tevergeefs af, wat toch de
oorzaak van deze haussebeweging mag zijn.
welke ingetreden is op een moment, waarop
vele captains of industry een nieuwe aera
van voorspoed voorspelden.
Wie zal zich thans aan nieuwe profetieën
wagen? Een reeds vroeger genoemde reden,
waarom men tegenover de aankondigingen
van toenemende welvaart in de V. S. ietwat
sceptisch zou moeten staan komt thans meer
naar voren, namelijk dat weliswaar de pro
ductie stijgt en de behoefte aan nieuwe goe
deren schreeuwend groot is. maar dat bij de
Amerlkaanschc clientèle in 'i buitenland de
koopkracht ontbreekt om de behoeften te be
vredigen. Er zijn den laatsten tijd door de
V. S. aan Engeland. Australië, Frankrijk,
België en Nederland grootere en kleinere
credieten verleend, maar de credietnemers
maken daarvan slechts een spaarzamelijk
gebruik, omdat ze weter. dat het aangaan van
schulden slechts een verschuiving van moei
lijkheden beteekent daar ze tenslotte in goe
deren zullen moeten worden terug betaald.
Ook de Nederlandsche regeering moet daar
rekening mee houden. In 1945 voerden we ui;
de V S voor 82 mlllioen dollar in. waar te
genover een export van slechts 5.3 millioen
dollar stond, in de eerste vijf maanden v
1948 hadden we een export van 5.3 millic
dollar tegenover een import uit de V. S.
73 millioen dollar. Met andere woorden
bijna anderhalf Jaar wijst onze handelsbalans
met Amerika een tekort aan van ruim
millioen dollarHet is een gelukkige omstan
digheid, dat zoowel de productie, als de ex
port van ons land stijgen en voor de maand
Juli een zeer belangrijken vooruitgang
toonen, maar, gelijk Prof. Kuin onlangs
centueerde. zullen we er op bedacht moeten
zijn onzen import te beperken en onzen
port op te voeren, vooral wanneer de prijzen
van importgoederen blijven stijgen gelijk dat
den laatsten tijd het geval was. Mede hier
door en voorts als een gevolg van de deva
luatie van den Gulden na de bevrijding,
net prijspeil in Nederland aanmerkelijk ge
en. Volgens de recente gegevens van het
Centr. Bureau voor de Statistiek stegen de
groothandelsprijzen sinds 1940 van gemiddeld
150 6 tot 251 7 in Juli. Mede als gevolg van de
•egeerlngstoelagen is de prijsstijging in den
kleinhandel minder groot, maar toch was
indexcijfer voor het levensonderhoud van
arbeidersgezinnen bij een cijfer van 100 voor
1938 39 en van 1019 voor 1939 in Maart 1946
170.1, in Juni 1946 verder tot 181 gestegen.
Het is begrijpelijk dat er zoowel In de V. S.
ten onzent een voortdurende spanning
bestaat tusschen loonen en prijzen, welke
aanzien van de vooruitzichten der in
dustrieele bedrijven groote onzekerheid
schept en die in de V. S. reeds weer tot een
omvangrijke havenstaking geleld heeft. De
nositeit tusschen Amerika en Rusland
staat uiteraard ook aan een versteviging en
de consolidatie van de internationale han
delsbetrekkingen in den weg. om niet te
spreken van de valuta-wijzigingen, welke
hier en daar tot stand komen of worden be
pleit.
Dat de kapitaalbezitter bij zulke nevelige
perspectieven ten onzent toch den moed heeft
zich in sterkere mate dan een paar maanden
geleden voor Indlsihe Cultuurwaarden te in
teresseeren, hetgeen ook deze week het ge
val was. moge gelden als een voorteeken van
het economisch herstel van Nederlandsch-
Indië, waaraan thans, ondanks de nog steeds
niet geregelde staatsrechtelijke positie van
dat deel van ons Rijksgebied, hier en ginds
hard gewerkt wordt, hetgeen blijken kan ui;
het besluit van de Koninklijke tot den bouw
van een nieuwe raffinaderij op Balik Pappan
zoomede van een staalfabriek en ljzerwalse-
rij, welke laatste 150.000 ton IJzerschroot zal
verwerken
Nedcrlandschc verliezen
in Indië: één procent
De regeering maakt bekend, dat tot 1
Augustus 1946 de volgende verliezen zijn
geleden in Ned.-Indië:
a. Koninklijke Marine: gesneuveld 3 of
ficieren, 32 onderofficieren en manschap
pen: aan verwondingen overleden 1 offi
cier. 12 manschappen, gedood tengevolge
van dienstongeval 1 officier, 11 onderoffi
cieren' en manschappen.
Totaal gemiddelde sterkte: 5000 (verlie
zen rond 1 pCt).
b Koninklijke Landmacht: gesneuveld
9 officieren, 78 underofficieren en minde
ren: gedood tengevolge van dienstongeval
1 officier, 40 onderofficieren en minderen.
Totaal gemiddelde sterkte 12000 (verliezen
rond 1 pCt).
c. Koninklijk Ned.-Indisch leger: gesneu
veld 8 officieren, 51 onderofficieren en
minderen, alsmede 54 Indonesiërs; vermist
12 officieren, 21 onderofficieren en minde
ren. alsmede 11 Indonesiërs.
Totaal gemiddelde sterkte over 1945 5000
over 1946 20.000 man (verliezen rond 1 pCt.)