4s) ami! lampen Noordduitsche impressies De tabak in cijfers Kort en Bondig vanaf 37% Sigaretten-rookers, bijeen productie van 28% De vreeselijkste en wonderlijkste avonturen van vriend en vijand Hr. Ms. Van Klns- bergcn keert lilt Indië naar Nederland terug. Het schip komt 25 Octo ber In Rotterdam aan. Voor emigratie naar Argentinië kan men zich wenden tot hel Ar- gentijnsche consulaat, Keizersgracht 701 te Am- sterdam. In Cuyk heeft de minister van Economi sche Zaken, dr. G. W. M. Huysmans een tentoon stelling op het gebied van handel, industrie en ambacht geopend. Philips is voorne mens in Zuid-Afrlka een gloeilampenfabriek te bouwen. Ingediend is éen wetsontwerp, dat beoogt bij het constateesen van ernstige prijsovei tredin- gen terstond tot sluiting van het betrokken be drijf te kunnen over gaan. Voor het transito vervoer van goederen en levende dieren door Duitschland zullen in het vervolg de vrachtprijzen niet meer in rijksmar- ken, maar in dollars worden berekend. Dit beteekent een verlaging met ongeveer 25 pro cent. Voor de Kon. Pa- ketvaart maatschappij zullen bij de Ned. Dok en Scheepsbouwmaat schappij vier passagiers schepen van 2000 ton ge bouwd worden. In October wordt een rantsoen zachte zeep verstrekt. Men zal hier mee zuinjg moeten zijn, omdat de aanvoer van grondstoffen uit het bui tenland minder guns tig is. De minister van Ju stitie, mr. J. H. van Maarseveen zal Maandag en Dinsdag de zittingen van het Tribunaal in Neurenberg bijwonen. De Noorsche Lucht vaartmaatschappij opent 3 October een dienst Oslo—Amsterdam—Brus sel— Parijs, driemaal per week. Thans zijn ook de populaire gele rijders van de A. N. W. B.-we genwacht, die hulp ver- leenen aan gestrande automobilisten en motor rijders, in het Zuiden des lands gestart. Voor het chemisch wasschen en verven is een nieuwe prijsregeling tot stand gekomen, waardoor met ingang van 2 October de tarie ven aanmerkelijk zijn verlaagd. In Lelden Is een groote tentoonstelling geopend op het gebied van veeteelt, land- en tuinbouw. Do secretaris-gene raal van het departe ment van Binnenlaijd- sche zaken, mr. J. M. Prinsen heeft te Ensche de de tentoonstelling „Documentatie in Oor logstijd" geopend. Deze tentoonstelling zal een rondreis door het gehee- le land maken. De collecte op 21 September, die f 0235,22 opbracht, werd gehou den ten bate van de vier groote kinder-uit- zendvereeniglngen, die kinderen van alle ge zindten omvat. De niocmendaal- sche ontspanningsver- ecniging opent het sei zoen met een cabaret avond op Zaterdag 28 September in Hotel Vreeburg. Medewerking verleent het gezelschap van Alex Wils. Door de R.K. Kerk wordt van 6—13 October in Bloemendaal en Santpoort-Station een groote missieweek ge- Een van de wegen In Bloemendaal, die er zeer gehavend uitzagen, was de Ignatius Bispinck laan en vooral het ge deelte tusschen de Kas tanjelaan en Dr. D. Bak kerlaan. Thans is Publie ke Werken begonnen met vernieuwing, er ko men ook trottoirbanden en tegelbedekking. Tot hoofd van de Prins Bcrnhardschool, de Chr. school aan de Bokenessergracht, is met Ingang van 1 October, in de plaats van den heer R. Smit Jr. be noemd de lieer Desjar» «bjn uit Slledrecht; Van de Nederlanders boven de achttien jaar. die een rookerskaart hebben, geeft 37 procent de voorkeur aan cigaretten. 15 procent aan sigaren: 4 procent wil siga- rillos, 25 procent geeft aan lichte shag de voorkeur; donkere shag trekt 4 procent der rookers aan, het percentage pijp-rc kers bedraagt 10 en dat der pruimers 5. De voorkeur voor cigaretten is dus niet zoo geweldig als wel wordl beweerd, al is het percentage 37 niet geheel zuiver, daar in deze cijfeis geen rekening is ge- Goed, goedkoop en zuinig licht voor iedereen. Goed. goedkoop en zuinig licht voor iedereen. Goed, goedko"" lie*'* voor koop en zuinig licht voor iedereen Goed, goedkoop en zuinig licht voor iedereen Goed, goedkoop en zuinig licht voor iedereen. Goed, goedkoop en zuinig licht voor ied Hierbij plaatsen wij de eerste van een tweetal beschouwingen over toestanden in het Noorden van Duitschland, van de hand van een onzer medewerkers die dit gebied onlangs bezocht. OLD EN ZAAL is nog erg slaperig, de Hollandsche controle bii den rood- wit-blauwen slagboom maakt het zich zelf en ons in den morgen niet moeilijk. Daar nu. achter dien slagboom, begint Duitschland. daar staan ze al, de En- gelschcn. Wonderlijke Tommies. met dikke rende koppen en breede jukbeen deren. die iederen Rus eer aan zouden doen. O juist, hier liggen Qolen. aan de (trens, maar ook verder het land in, overal in de afgelegen gehuchten en eenzame streken: de Engelschman gaf dé voorkeur aan de steden, aan wat of liever veel meer afleiding. En dan verliezen we dadelijk een uur: want hier is het zomertijd. Maar op de velden is het angstig leeg, ook nu. waar men nog met den oogst bezig is. Er werken vrouwen, kinderen, oude menschen. slechts zelden een man in de kracht van zijn leven of een jonge man. in geverfde uniformen, met bruine en doorgroefde gezichten. De straatweg is en blijft stil: nu en dan een patrouille militaire politie op motoren, een eenzame jeep, Duitsche kleine en wat grootere wagens, waar het uiterste uilgehaald wordt en die er daardoor afgejakkerd uitzien, soms één, die op houtgas rijdt en die wegens een langen tocht een aanhangwagen vol hoog opgestapelde zakken met hout meesleept. Wankele oogstwagens, voor historische vrachtauto's, volgepropt met menschen, op wier gezicht de maanden lange verhuizing te lezen staat, heel zel den eens een hypermoderne internatio nale bus uit Kopenhagen, die naar Hol land snelt, of uit Zweden naar Parijs, en dergelijke wereldwonderen. Dc#Westphaalsche boerderijen met de rustige regelmaat van hun rechthoekig „Fachwerk". do dorpen en de stadjes zijn nauwelijks beroerd, slechts een heel enkelen keer ziet men sporen van zwa- ren strijd. Het knalrood van vele da ken, heelemaal nieuw gedekt of gere pareerd, spreekt weliswaar van veel schade, maar ook van veel opbouw. In de stadjes Nordhorn. Lingen, Hasel- diinne, Cloppenburg en hoe ze alle heeten mogen klopt het leven. Hier en daar regelt al een stralende agent in veldgroene uniform met een reusachtige zilveren cocarde op zijn helm het ver keer. ia. op vele plaatsen schijnt het noodig te zijn geworden, de geani meerdheid der burgers aan banden te leggen door een bordje met de spreuk: „Nicht in Reihen zu drei und vieren Geht man in der Stadt spazieren". Hier en daar een rustpoos, een ge sprek. Polen in uniform en in burger vragen een stuk mee te mogen rijden, Duitsche vluchtelingen uit het Oosten kunnen het bijna niet gelooven. dat men ze een paar kilometer meeneemt. De vreeselijkste en wonderlijkste lotgevallen, bii vriend en vijand. Men schen. die nooit meer „thuis" zullen komen, ontwortelden, die het makkelijk opvatten en voor wie de zon overal even heider schijnt, anderen, voor wie het vreemde land het genadelooze einde beteekent. Bijna allemaal vertellen ze, schudden ze hun hart uit, aan ons vreemdelingen, die uit een andere we reld komen, waarin weer slechts vrede schijnt te heerschen. Behalve van Poolsche soldaten, die zich. lusteloos en verbeten strijdend, van Normandië tot hier doorgevochten hebben, wemelt het. van Poolsche bur gers. vooral van door de Duitschers versleepte arbeiders, onder wie echter van alles te vinden is, van den profes sor aan de academie voor kunstnijver heid af tot aan den hal ven wilde „Go- raal" en de juffrouw van de garderobe jn den Grooten Schouwburg van War schau. Hier en daar wappert boven de bosschen de witroode vlag: Polenkamp. Och, ze schrijven naar huis, allen, allen, de onder-officier uit Grau- denz en de pianiste uit Krakau, de marechaussee uit Wilna cn de ma chinist uit Lemberg; ze schrijven in het luchtledig, sinds maanden: geen antwoord. De mannen hebben eerst tegen de Russen gevochten, toen te gen de Duitschers, en nu zitten ze hier in dit vreemde eenzame land, niet gevangen en niet vrij, velen al jaren. Maar ze gaan niet terug, hoe zeer hun hart ook trekt, ze hopen op Engeland, op Amerika: overzee het nieuwe onbekende. Daar staan ook de Oost-Duitschers langs den weg. Saksers, Sileziërs, Eger- 1 anders, en vertellen in hun breedspra kig dialect over hun leed. Vijftien kilo mocht ieder meenemen en vaak genoeg kreeg hij ook die nic-t over de grens. En dit Duitsche Westen hier is voor hen een vreemd land. een bitter vreemd land. Alles en alles. Ze vertellen, dat ze hier slechter behandeld worden dan wie ook. Iedere Pool krijgt bij de boeren voor cigaretten wat te eten. en dan de Engelschen, de Schotten en de Cana- deezenWij hebben geen cigaretten en geen geld". De Westphaalsche boer daarentegen klaagt en moppert: „Vier op één overstroomen ze ons uit het Oos ten. lui en vuil'hangen ze op de boer derijen om. zijn ontevréden met alles en nergens goed voor dan voor diefstal en zwarten handel". Een Engelschman vat het draima sa men: „Z< haten elkaar als water en vuur". Bij Delmenhorst begint het landschap een zachte glooiing te vertoonen. Edele Bed zonder dekens": Engeland kan het maken! Op een dezer dagen geopende tentoonstelling van buitenissige Encielsche nijverheidsproducten was ook een wel zeer uitzonderlijk gevormde slaapstede te zien, die electrisch verwarmd is en waar men dus alle dekens bij kan missen. In den zomer kan men een koelinstallatie inschakelen en tusschen deze twee uitersten zijn door eenvou dige knopbediening alle temperaturen te bereiken. De stijl van het meubel is opgeofferd aan het comfort, zooals bijgaande foto toont. boomgroepen, verre boschranden ver levendigen de ernstige schoonheid van dit wijde land. Bremen, de Amerikaansdie haven, de Amerikaansche enclave. Geen twijfel: het wemelt van Ameri kaansche uniformen en vehikels, vlag gen en specialiteiten. Reeds schreeuwen de spandoeken dén geliefden slagzin: „Death is so permanent, drive care fully", reeds worden de zware vrachtauto's door negers bestuurd, reeds snellen overvolle jeeps in wilde jacht met luide signalen ergens heen, ergens vandaan. Alles gebeurt ook terwille van het tempo, alles gaat opzienbarender, luid ruchtiger. bonter dan in de Britsdie zone. Het stadion is (voor de Amerika nen natuurlijk) schitterend -gerestau reerd. roode tennisvelden priiken te midden van goed onderhouden grasvel den. Hier is het leven goed.... Overigens ligt Bremen in puin. Niet zooals Hamburg, dat gedeeltelijk „aus- radiert" is. gedeeltelijk echter absoluut niet, zoodat men het stadsbeeld heel goed reconstrueeren kan, waar de ver woestingen zelfs dikwijls stratenlang achter voorgevels verborgen zijn, die 1 alle stormen getrotseerd hebben. De villawijken om Bremen heen zijn in het algemeen gespaard gebleven, maar de I uitgestrekte fabrieks- en industrieter reinen! Hier en daar steekt nog de grijze betonnen kubus van een boven- grondschen bunker uit het puin. (Slechts een deel van het personeel zocht en vond in deze bovengrondsehe bunkers dekking, het grootste deel ging bij de aanvallen in de ondergrondsche bun kers. die ook meestal bewaard zijn ge bleven. De zwaarste bommen braken tenslotte echter ook deze schuilkelders open. En de binnenstad! Wie kan zich daar nog oriënteeren! Toch loopt het kanaal nog zigzag door de stad, zelfs de wind molen staat nog. Maar alle villa's, het ééne huizenblok na het andere: één grillige woestenij van muren. Op de markt, in het hart van de edele Hansa- stad, één van de mooiste plekken van Duitschland: het oude en het nieuwe raadhuis staan nog. er voor, in zijn pri mitieve grootheid, de Roland. De voor gevel van den Dom verheft zich, fili graan doortrokken, machtig boven de verwoestingen. Een blik slechts op de oeroude Lievevrouwenkerk, schuin het raadhuis: ook r.og. Maar de drie andere zijden van het marktplein, de Schutting, de Beurs: raamopeningen, gevels voor puinhoopen, hier en daar nog de rest van een edel Renaissance- portaal. zelfs een paar vergulde letteis van een spreuk. Daarbij leven de menschen in deze puinhoopen hun dagelijksch leven. Men trok bij elkaar in. nog" eens en nog eens, naar buiten, naar de peripherie. naar de tuinstadswijken. mpn huist in de ge spaard gebleven sousterrains en kelders. De vuilwitte tram vervult haar taak zoo goed mogelijk. Men begint te wen nen. men werd hard en wordt nog har der. Het antwoord, waarom Bremen zoo veel zwaarder getroffen weid dan Hamburg, luidt steeds weer: het lag nu eenmaal dichter bij Engeland, er waren meer duikbootwerven en digi. geweest, en tenslotte was Bremen nog krankzin nig verdedigd: de vijandelijke artillerie had toen de rest gedaan. Daarvan had den de Hamburgers geleerd. Van Bremen naar Hamburg is geen 120 K.M., over den autoweg, die wel iswaar militair geblokkeerd is. nog min der. Wijd open land. later met mooie bosschen begroeid, eindelijk aan den linker kant de heuvels der „Zwarte ber gen". Rechts echter weet men de wijde, weemoedige uitgestrektheid van de Liineburgerheide. En dan plotseling de Elbe, breed en stil als een rivier temid den van weilanden. Reeds wordt de noordelijke horizon onderbroken door fabriekschoorsteenen. kranen en fa briekscomplexen. Dan neemt Harburg- Wilhelmsburg ons op. een vlechtwerk van machtige bruggen strekt en kromt zich in de richting van Hamburg. Een ,,pre-fabricated house" in Nederland montage-woning genaamd van aluminium werd in Londen opgericht. Op de foto ziet men het monteeren der „eerste etage". houden met een categorie van menschen, die hun keuze riet kunnen bepalen en evenmin met de besnipsverwarring bij het publiek dat onder „sigaretten" ook zelf gerolde verstaat. Deze benaderende cijfers zijn opgesteld door de Nederlandsche Stichting voor Sta tistiek volgens opdracht van de vakgroep Kerftabak-industrie, die een antwoord wilde hebben op de verschillende vragen op rookers-gebied. Er zijn verschillende belangwekkende feiten aan het licht geko men. Zoo is gebleken, dat van de Neder landers boven de 18 jaar 47 procent een tabakskaart heeft, 27 procent een gecombi neerde kaart en 26 procent een snoepkaart. Van degenen, die een rookerskaart hebben zet 70 procent zijn bonnen om in rook tabak, 4 procent koopt er ook wat pruim tabak bij en 2 procent houdt zich uitslui tend aan pruimtabak. Dan blijft er nog 24 procent over die rookt niet en geeft zijn bénnen dus weg, ruilt ze of verkoopt ze. Er zijn allerlei verschillende categorieën onder de rookers te onderscheiden. Zoo is het aantal niet-rookende houders van tabakskaarten in het Zuiden het grootst: 33 procent. Dit houdt waarschijnlijk ver band met de groote gezinnen, waar zoo veel snoepbonnen zijn, dat de vrouwen wel een gemengde kaart ten behoeve van haar mannen willen nemen. In het Zuiden is de vraag naar sigaret ten het sterkst (41 procent): in het Westen bedraagt zij 36 procent en in het Noord- Oosten van ons land wil maar 25 procent der rookers cigaretten hebben. Daar in het Noorden is echter de lichte shag favoriet (28 procent); het Westen vraagt daarvan 24 procent en het Zuiden maar 17 procent. De sigaren worden in het Zuiden nog het meest gevraagd (16 procent), in het Westen maar voor 14 procent en de belang stelling van het Noorden komt niet verder dan 12 procent. In groote gemeenten worden de meeste sigaretten gerookt, namelijk 39 proeent. Wanneer de rook-artikelen van den bon zouden gaan. ontwikkelde de vraag zich waarschijnlijk anders. Dat komt omdat voor de rookers de belangrijkste vraag is hoeveel «keer zij van hun rantsoen kun nen opsteken. Vandaar de voorliefde voor sigaretten en shag. Was alles zonder bon dan zou het aantal gegadigden voor siga retten dalen van 37 procent tot ongeveer 32 procent. De liefhebberij voor lichte shag zou dalen van 25 tot 16 procent, het aantal sigarenrookers zou stijgen van 15 tot 20 procent, de vraag naar pijptabak zou bijna verdubbelen van 10 tot 19 procent, de pruimliefhebberij zou toenemen van 5 tot 6 procent. Zijn al deze cijfers heel interessant om te lezen, zij kunnen volgens de samenstel lers ook tot leerzame conclusies leiden. In 1939 was de verdeeling tusschen de drie tabaks-industrieën als volgt: sigaren 30.6, kerftabak 43.7, sigaretten 25.6 procent. In 1946 is de productie-verhouding in rantsoenen: Sigaren 32.6, kerftabak 39.2, sigaretten 28.2 procent. Wanneer men de productiecijfers verge lijkt met de behoefte, dan blijkt dat bij een vraag naar sigaretten van 37 procent, een productie van maar 28 procent staat. Een vierde gedeelte van de sijgaretten- rookers kan dus niet bediend worden. Ook de klanten voor kerftabak komen tekort, en dat zullen wel in hoofdzaak de liefhebbers van lichte shag zijn. Op grond van deze gegevens zou het mogelijk moeten zijn de tabaksprodüctie op een bevredigende wijze te regelen. Er moet echter volgens de vakgroep, die deze gegevens liet verzamelen, niet alleen reke ning gehouden worden met den smaak van het publiek, maar ook met de belangen der Industrie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1946 | | pagina 6