Litteraire kantteekeningen Surprise uit Spanje Maya-monumenten gerestaureerd Nieuwe startbanen op Schiphol Belangstelling voor concerten neemt af Tachtig jaar geleden vielen vele poorten Over Muziek Agenda voor Haarlem Het Oratorium ZATERDAG 28 DECEMBER 1946 BELCAMPO: Nieuwe Verhalen. Uitg. Mij. „Kosmos", A'dam. Belcampo is een geboren zwerver een zwerver uit innerlijk noodlot één dus, die zijn weg nooit gaan zal binnen de afgebaken de paden van het burgerlijk bestaan en niet leven kan volgens geijkte normen waaruit de waarachtigheid al lang gevlucht is. Ik doel daarmee niet zoozeer op zijn In 1942 versche nen „Zwerftochten", waarin hij verhaalde van zijn voetreizen met rugzak en stok door veler heéren landen al is de Belcampo, dien ik op het oog heb, ook daarin zeer wel te verstaan: want meer nog dan met den lijve zwerft hij met den geest, buiten de werke lijkheid van alle-dag, in het onbegrensde land der fantasie, waar hij eerst thuis is, voor zoover een mensch als Belcampo in wezen een romanticus ooit geheel en al hier thuis zal zijn, hoezeer hij zichzelf ook verbergen mag en moet achter zijn humor. Is het inder daad de „wraak over het ordentelijke", be nepene, verstarde, die hij in het spel van zijn gedachten een onderkomen doet zoeken, dat hem een tijdelijke bevrijding schenkt in het rijk der verbeelding? Wat veelal „werkelijkheid" wordt genoemd !s één combinatie van de tallooze levensmoge lijkheden die er zijn. Belcampo groepeert ze anders: „grillig", „zonderling", „fantastisch", „bohémien-achtig", zooals dat veelal heet. Wie niet verder ziet dan dat, kent slechts een sdhim van Belcampo. Een droomer is deze auteur allerminst: de wonderen van zijn we reld voltrekken zich zèlden buiten het leven dat een ieder wel ként: in het dorpsche Rijs- sen bijvoorbeeld, zijn geboorteplaats, symbool voor wat het „leven" der velen is: sleur, ge woonte, gangbaarheid; of in een zonvergeten werkkamer van een eerzaam notaris, waar een ambtelijk-verdord bestaan zelfs verbor- gen verlangens niet kan beletten binnen te dringen in een vreemdsoortig, maar veelzeg gend slaapvisioen. Zoo vloeien in deze verhalen twee werel den wonderlijk dooreen: realiteit en fantasie, zoodat men nauwelijks zeggen kan waar de ééne eindigt,en de andere begint: een surrea lisme. dat onze letterkunde in zulk een vorm niet kent. Maar hoedt u ervoor, deze verhalen humoristische grillen te houden of voor een speelsche-schrijftechniek, zooals bij voorbeeld in Henriëtte van Eyk's werk. De gronden van dit auteurschap liggen dieper, in een heel wat eenzamer zóne en de zin ervan schuilt dan ook niet in hun verrassende uitzonderlijkheid veeleer in wat hun „humor" verbergt. Daaraan ontleenen zij ook hun waarde, die boven heel wat „litteratuur" uitgaat: ze zijn een vlucht, een doorbreken van een benau wenis een bevrijding van wat een feller levensdrift niet kan aanvaarden. Want al houdt de mensch Belcampo zich nog zoozeer schuil, al blijft hij ook, ondanks zijn spel der verbeelding, binnen dit leven, zijn verlangen gaat naar elders uit. Daarom staat mij zijn derde verhaal het naast: een gepeins is het, een visioen als ge wilt in verteltrant, van een zonderling avontuur, beleefd aan Suma tra's Westkust, waar een gouvernements veearts op een zwerftocht door een onher bergzaam oerlandschap ia een ravijn stort en gehavend en gewond in een andere wereld belandt een droomwereld op den bodem van een kloof, waar de teerste hand hem ver pleegt en hem terugvoert naar het leven der zon. die daar slechts luttele oogenblikken schijnt. Een geluksland is het, waar de goede beschermster hem meer dan verpleging enkel schenkt en hem in een vreemde taal, die „van haar lippen komend, een vanzelfsprekendheid is", verhaalt van het leven, dier „onderaard- schen", die geen zonde schijnen te kennen en waar in schuldloosheid elke dag een feest is, „niet iets uitbundigs, maar een stilzwijgend leest, alsof ze hadden afgesproken: het is feest, maar we praten er niet over". „Ik kan het niet beter vergelijken dan hiermee: in een volkomen zuivere omgeving kun je gerust met open wonden rondloopen, kans op ont steking is er niet en zoo kon daar iedereen zijn ontroeringen gerust over zich laten ko men, en zich daardoor kwetsbaar maken, hu werd nooit gekwetst. Niets dwong daar ooit een mensch een bepaalde houding aan te nemen: het leven was een onophoudelijk vrij meetrillen met alle dingen om je heen." En toch konden ook die zuivere menschen alleen zoo leven bezwaard met schuld: „het was de eenige manier om hier ons bestaan en ons geloof te redden." En de eens gelukzalige vluchtte terug naar de aarde, waar de schuld niet minder groot was dan in het droom- ravijn, „vooral niet minder" Dat is de Belcampo dien ik op het oog had, al mag zijn fantasie hem soms ook veiliger beschermen tegen een blik in zijn hart. Bij het lezen van het laatste verhaal, „Het groote Gebeuren", waarin te Rijssen zich de dag des oordeels voltrekt, heb ik telkens weer moeten denken aan Jeroen Bosch: dat ver beeldingsspel met de realiteit, schril in zijn soberheid en indrukwekkend in zijn zin volheid. Belcampo's werk is sterker geworden, al treft men nu al$ vroeger die onverwachte tegenstelling tusschen zijn beeldende oor spronkelijkheid en zijn soms clichéachtige zinswendingen. En toch: schuilt er in deze onopzettelijke (de auteur verge me: naïeve) nonchalance niet een bekoring, die Belcampo doet zijn wat hij in onze letterkunde is: een onnavolgbare, die zijn beteekenis vindt in zichzelf omdat hij waarachtig is? ,C. J. E. DINAUX. Mammie en pappie zeggen, dat het zulke slechte tijden zijn en> dat U dus wel niet zult kunnen komen." Zoo onge veer begon een brief uit Gouda, onder teekend door Jopie en Japie Schultz, regelrecht geadresseerd aan Sinterklaas. De jongens uit Gouda vroegen verder of Sinterklaas misschien tóch wat wilde sturen, en of hij vader en moeder niet wilde vergeten. Het epistel kwam werkelijk in Madrid aan en werd daar door eenige kranten gepubliceerd, met het gevolg, dat er in de Spaansche hoofdstad een actie op touw werd gezet, om de kinderen uit het verre Gouda een verrassing te bereiden. De giften stroomden binnen en binnen kort zal een KLM-vogel de zoetigheden uit het land van Sinterklaas naar het Noorden brengen. (U. PO Zuivering der studenten eindigt op 1 Januari De ministers van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en van Landbouw, Visscherij en Voedselvoorziening hebben bepaald, dat de studentenzuivering op 1 Januari 1947 zal eindigen. Naar aanleiding hiervan heeft de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen tot den Nederlandschen Studentenraad een brief gericht, waarin onder andere het vol gende wordt gezegd: „Zooals U bekend is, deel ik het oordeel der Tweede Kamer, dat de maximale uitsluitings termijnen voor studenten-teekenaars, gezien in het licht van de thans allengs gewijzigde opvattingen, tot een te lange uitsluiting zou den leiden. Daarmede wil echter niet gezegd zijn, dat de grondslagen der studentenzuive ring door mij verkeerd geacht worden. Ik wil integendeel van deze gelegenheid gebruik maken om nogmaals te getuigen van mijn groote waardeering voor de leiders van het studentenverzet, die deze grondslagen voor het eerst hebben geformuleerd en voor allen, die aan dit verzet hebben deelgenomen. Ik meen te mogen aannemen, dat zij allen zullen begrijpen, dat de gedeeltelijke beëindiging van de studentenbeoordeeling slechts voort spruit uit een geleidelijke wijziging der zui veringsmaatstaven, maar geen vermindering beteekent in de appreciatie van hun verzets houding." v>-< .X Een centrum van oude cultuur in Honduras Tien jaren van ingespannen archeologi- schen arbeid hebben uit het oerwoud van Honduras de overblijfselen tevoorschijn gebracht van een prachtigen tempel, eeu wen geleden door de Maya's van Midden- Amerika gebouwd. Het Carnegie-instituut, en meer in het bijzonder de af dee ling voor historisch onderzoek daarvan onder lei ding van den Noorschen geleerde dr. Gus- tav Stromsvik, heeft zich met dit werk belast. In een zoojuist gepubliceerd rap port wordt bekend gemaakt, dat opgravin gen en herstelwerkzaamheden aan het oude centrum van Maya-cultuur te Copan hun einde naderen. „Er zijn wonderen ver richt bij de ontdekking van dit meest merkwaardige van alle Maya-ruïnes", zoo schrijft het rapport. Zooals bekend waren de Maya's inboor lingen van Midden-Amerika, die een zeer hoog ontwikkelde beschaving bezaten, evenals hun stamverwante Inca's in Peru en Azteken in Mexico. De Spaansche ver overaars van de zestiende eeuw hebben deze cultuur tot den ondergang gevoerd. De ruïnes van Copan nu symboliseerèn zoowel de glorie van de Maya-cultuur als de volledigheid van hun verval. Massieve en prachtige gebouwen waren overwoe kerd door het tropisch oerwbud en aan gevreten door het water van de rivier de Copan. In het belang van de archeolo gische werkzaamheden was het zelfs noo- dig de bedding van deze rivier te ver leggen. De archeologen hebben wijselijk de groote boomen van het woud laten staan en groote deelen der ruïnes onaangeroerd gelaten, voorzoover het de oude en ver weerde bouwstoffen betrof. Andere deelen werden zorgvuldig hersteld met handha ving van hun oude karakter. Zoo ziet men te Copan tegelijkertijd de pracht der oude bouwwerken en de uitwerking van de eeuwen van verval en tropische planten groei. Dit unieke schouwspel zal dan ook, naar men verwacht, heel wat toeristen trekken, vooral als de nieuwe verkeersweg van Noord- naar Zuid-Amerika voltooid zal zijn. De Maya-erfstukken zullen wellicht even beroemd worden als de Grieksche tempels van Athene, de pyramiden van Egypte en de monumenten van Rome. Intusschen is de wetenschap nog lang niet op de Maya's uitgestudeerd. Zoo weet men nog geen verklaring voor het hiero- glyphenschrift van dit volk. Als men den sleutel daartoe zou kunnen vinden, zou men vermoedelijk met één slag veel meer over deze merkwaardige cultuur te weten komen. De Maya's trokken hun massale bouwwerken immers op op de fundamen ten van nog oudere bouwsels, neergezet door volken, die voor hen moeten geleefd hebben. De archeologen vinden op dit ge bied nog veel en buitengewoon interes sant werk, merkt Un. Press op. Belastingboekje voor aangenomen werk Op grond van de achtste uitvoeringsbeschik king Inkomstenbelasting zijn, van 1 Januari 1947 af, aannemingssommen aan een voorhef fing onderworpen. Dit geldt alleen voor die aannemingssommen, die ontvangen worden door uitvoerders, die arbeid verrichten welke verband houden met het bedrijf van den op drachtgever. Tevens is aan een voorheffing onderworpen hetgeen aan de helpers van de uitvoerders wordt uitbetaald. Uitvoerders en helpers zijn verplicht voor het begin van het kalenderjaar of anders voordat tot uitvoering der werkzaamheden wordt overgegaan, een belastingboekje voor aangenomen werk aan te vragen bij den inspecteur der belastingen te 's-Gravenhage. Zuid-Binnensingel 214, afd. Loonbelasting. Op musici en artisten, thuis werkers en losse arbeiders is het bovenstaan de niet van toepassing. Met betrekking tot het laden en lossen van voer- en vaartuigen, anders dan ten behoeve van het veenbedrijf. treedt de beschikking eerst op een nader te bepalen tijdstip in wer king. Generaal Smuts werd in Athene met bijzondere feestelijkheid ontvangen. De grijze premier van Zuid-Afrika had tal van eerbewijzen in ontvangst te nemen. Hierboven ziet men den generaal met den gemeenteraad van Athene, die hem een model van een der Grieksche historische monumenten aanbood. Hooge prijzen en overdaad aan uitvoeringen de belangrijkste oorzaken Jaarboek van „Haerlem" De leden van de vereeniging „Haerlem" hebben het jaarboek ontvangen, dat gewijd is aan de jaren 1944 en 1945. Door de oorlogs omstandigheden was het niet mogelijk de boeken in deze jaren uit te geven. De gecom bineerde uitgave bevat een groot aantal ne crologieën van stadgenooten en oud-stadge- nooten Eenige artikelen over het verleden en heden herinneren aan de oorlogsjaren en aan de bevrijding. Mejuffrouw dr G H Kurtz schrijft over de commissie tot onderzoek van de politieke gedragingen der lands- en stads ambtenaren. die in de periode van 1787 179o hun medeburgers hadden vervolgd. Mejuf frouw H. C. M. Lips vertelt een en ander van de spijsuitdeeling van 150 jaar geleden. De heer A. Overmeer geeft een beschrijving van de eerste veertien dagen in Haarlem na de bevrijding in Mei 1945. Verder bevat de uit gave een artikel van dr. A. D Hoyer over „Een huisdierenfauna met. den mensch van Haarlem uit het begin onzer jaartelling", waarbij hij herinnert aan de vondst van een aantal beenderen bij het veranderen van de Brouwersvaart in een tankval en de kronie- Brouwersvaart in een tankval, een artikel van wijlen mevrouw J. M SterckProot over Woestduin en de kronieken over de jaren 3944 en 1945. Tot zinken gebracht schip komt terug In het heetst van den oorlogsstrijd bevond het Nederlandsche s s Rijn van de N V Maatschappij .Hou'vaart' te Rotterdam zich te Abö in Finland Het gevaar dat het schip door de Duitschers gekaapt zou worden werd ten slotte zoo groot dat de bemanning be sloot het schip zelf tot zinken te brengen Dit beteekende een leelijke streep door de reke ning van de Duitschers Eenige jaren heeft het schip onder water gelegen maar onlangs is het gelicht en thans is het op weg naar Rotterdam Daar zal het binnen eeniee dagen arriveeren en na gerepareerd te zijn, weer xijn plaats in de vloot van de Maatschappij „Houtvaart" gaan innemen. ff ET concertpubliek is dit seizoen minder talrijk dan in het vorige. Al worden de evenementen op muziekgebied over het al gemeen nog zeer behoorlijk bezocht, het muziekbezoek als totaal vertoont een te ruggang, die aansluit bij die in een andere tak van ontspanning: de bioscoop. Behan delden wij eenigen tijd geleden den Haar lemmer en zijn cinéma-visites, thans wil len wij ons bepalen bij Euterpe, „de godin van de muziek", wier dwarsfluit schijn baar niet meer de verlokkingen bezit van vlak na de bevrijding. Schijnbaar, want in feite liggen oorzaak en gevolg op muziekgebied ten aanzien van de publieke belangstelling anders; gebeur tenissen als H.O.V.-uitvoeringen, Concert- gebouw-orkest- en Toonkunstavonden we ten nog steeds volle zalen te trekken en ook de Volksconcerten van onze stedelijke muziekvereeniging zijn meer dan ooit in tel. Wanneer we de ontwikkeling van de si tuatie sinds het einde van den oorlog be zien, valt allereerst de lawine van muzikale uitvoeringen direct na de Meidagen van 1945 op, een lawine, die voortrolde tot in hét daarop volgend seizoen, en waaraan eerst een eind kwam, toen de zomer zijn intrede deed. De Kerkconcerten, die toen nog op touw werden gezet, vielen over het algemeen tegen, wat de belangstelling aanging, en het winterseizoen van 1946 vermocht de oude, groote animo bij het publiek niet in eere te herstellen. Een deskundige op dit terrein, waarmee wij deze aangelegenheid bespraken, weet dit terugloopen van het bezoek voor con certen en recitals aan een aantal oorza ken, die zeker waard zijn, eens nader on derzocht te worden. Allereerst is daar de rem, die de smallere beurs op de uitgaans- woede van den Nederlander heeft gezet. De entreeprijzen hebben daar geen reke ning mee gehouden, zoodat, a 1 s er dan een concert bezocht wordt, het beste in aan merking komt. Deze verklaring sluit aan bij die van een groeienden critischen zin onder het publiek. Dan is er het feit, dat Haarlem een buitengewoon ongezellige con certzaal bezit, zonder daarnaast een klei nere zaal voor speciale uitvoeringen rijk te zijn. Half-leege zalen van den laatsten tijd kunnen verder verklaard worden uit het nog steeds te groote „aanbod" van muzi kale geneugten; niet alleen Haarlem kent dit verschijnsel, maar ook elders in den lande is het geen zeldzaamheid, wanneer op één avond drie of meer muziekuitvoe ringen in eenzelfde plaats gegeven worden. De richting, waarin reeds door H.O.V. en andere instellingen gezocht is naar de oplossing van bovenomschreven problemen, is die van het Volksconcert, waar, voor een redelijken prijs, iets goeds geboden wordt, en waarvoor dan ook zeer bevredigende belangstelling blijkt te bestaan. Het mag vreemd lijken, dat de Stads schouwburg geenszins over belangstelling te klagen heeft: men bedenke echter, dat dit gebouw veel gauwer uitverkocht is dan een groote zaal als die van het" Concertge bouw, waarbij misschien de voor velen grootere aantrekkingskracht van het too- neel een woordje meespreekt. Onze zegsman noemde de huidige situa tie geenszins hopeloos: de natuurlijke se lectie heeft zelfs een gezonde zijde, hoewel hij moet toegeven, dat jonge onbekende krachten zelden werkelijk aan bod kunnen komen. Alles bij elkaar genomen is er aanlei ding te hopen, dat langs de banen der ge leidelijkheid een normaal en hoogstaand muziekleven in Haarlem groeit, dat ge steund zal worden door de tallooze muziek liefhebbers uit onze stad. Daar zat muziek in Een instelling in Den Haag, welke het vleesch over de slagers verdeelt, miste dezer dagen ruim 60.000 vleeschbonnen De recherche ont dekte spoedig,, dat een 19-jarige kantoorbe diende de bonnen weggenomen en aan een slager in Rotterdam voor 9000 verkocht had Het jongmensch schafte zich voor ruim 5500 muziekinstrumenten, aan. Deze zijn. evenals het restant van het geld, in beslag genomen. Schiphol dat in den oorlog zoo zwaar geleden heeft, is sinds de bevrijding, weer voor een groot deel hersteld. De behuizing van het personeel, die nog steeds grooten- deels uit barakken bestaat, moest hierbij noodzakelijk op het tweede plan komen. Allereerst immers moesten de banen, plat forms en hangars weer bruikbaar gemaakt worden. Herstel was echter niet voldoende, ook uitbreiding was noodzakelijk omdat het luchtverkeer na den oorlog zulk een enor- men omvang heeft aangenomen en ook omdat er met veel grooter vliegtuigen ge vlogen wordt. Men is thans bezig de be staande startbanen te verlengen en nieu we startbanen aan te leggen. De hoofdlandingsbaan 5-23, ook wel mistbaan genaamd, heeft een lengte van 1700 meter. Men gaat die verlengen tot 2200 meter en graaft daarvoor eerst een sleuf van 1 meter diep en 60 meter breed. Niet minder dan 27000 kubieke meter grond moet hiervoor verplaatst worden. Vervolgens vult men de sleuf met 31000 kubieke meter zand, trilt deze zandlaag samen tot zij een dikte heeft van pl.m. 60 c.M. en stort er dan een laag porfierblok- ken op van 20 bij 30 c-M. Hierover komt een paklaag van 35 c.M. fijn „porfier", aangevuld met zand, goed ingewaterd en tot een harde laag aangewalst. Het geheel wordt dan bedekt met een laag asphalt van 5 c.M. dikte en de baan wordt ten slotte afgemaakt door een deklaag -van asphalt en steenpoeder, waardoor ze vol komen waterdicht wordt. Evenwijdig aan 'de bestaande startbaan 14-32 wordt een nieuwe baan gelegd, waar bij een "tot dusver nog niet gevolgd systeem wordt toegepast. In deze baan zal een dikke betonlaag als fundament dienen, terwijl rioleeringsgeulen en leidingen voor de baanverlichting zullen worden ingebouwd. Aan weerszijden komt een verharde zij- baan (asphalt mét steenslag) om te voor komen, dat een vjiegtuig dat niet precies op de startbaan landt, niet direct in de grasmat terecht komt. De startbaan zal ge schikt zijn voor vliegtuigen met een wiel- druk van 70 ton. Men streeft naar bezuiniging en men heeft op dit punt reeds succes gehad, door dat men bij het nieuwe systeem van bou wen minder grond behoefde uit te graven en te vervoeren. Voorts tracht men het kostbare porfier te vervangen door cila, een afvalproduct van de cementfabrieken. Op dit punt neemt men thans proeven. In de toekomst zullen banen aangelegd worden met een breedte van 90 meter en een zijbaan van 10 meter aan weerszijden. Leeftijd en doodsoorzaak De 49285 menschen, die in de eerste 6 maanden van dit jaar in Nederland stier ven, waren over de volgende leeftijds groepen verdeeld: Slecht beloond medelijden Op Eersten Kerstdag ontmoette een inwo ner van Amsterdam op weg naar zijn woning een man, die hem aansprak en zeide zich eenzaam en hongerig te voelen. De mede lijdende heer nam den onbekende mee naar huis en ging brood voor hem snijden Plotse ling sprong de onbekende op en ging onder den uitroep: „Ik krijg weer zoo'n aanval" zijn gastheer te lijf, dien hij met een hard voorwerp op het hoofd sloeg Direct daarop nam de aanvaller de beenen en riep nog ter wijl hij de trap afrende als afscheid: „Neem mij niet kwalijk" Het op deze wijze voor zijn goedheid wel slecht beloonde slachtoffer moest zijn kwetsuren Ln een ziekenhuis laten behandelen. Beneden het jaar 7009 <2490 5—14 1261 15—24 1698 25—39 2773 2681 4406 8125 7 70—79 11.394 80 en ouder 7448 de 7009 kinderen die beneden he' jaar overleden, waren er 1451 die geen vollen dag leefden. Onder de 49.285 overledenen waren er 18.842 van 70 jaar en ouder, of 38.2 Het aantal personen dat door ouderdom en aan ouderdomsgebreken overleed, was 2061, de anderen stierven dus aan een of andere ziekte of doodsoorzaak. Van de 49.285 stierven o.a. aan: Tuberculose der ademha lingsorganen 2007 Andere vormen van tuber culose 853 Diphterie 1319 ZATERDAG 28 DECEMBER Stadsschouwburg: „De Sneeuwkoningin", 14 uur: Oompjes Droom. 20 uur. Frans Hals Mu seum (Renaissancezaal). Truus Kloes, Kerstlie deren bij de lult. 20 uur Concertzaal: Muzikale Show Sweet and Swing", 20 uur. Rembrandt: Er komt een vrien^i vanavond: 14.00. 16,15. 19.00 en 21.15 uur Cinema Palace: Het roode teeken 14.00. 16.15. 19 00 en 2115 uur Luxor: Hands acros» 'he border 14 00 16-15. 19 00 en 21.15 uur Fran* Hals. Svnphonle Pastorale 14 00 16 30 19 De Haarlemsche vesting grachten, muren, poorten en torens bleef in haar oude gedaante vrijwel ongerept tot het midden van de 19e eeuw. De keuren en de ordinantiën tot bewaring van rust en orde, wering van bedelaars en soortgelijke be palingen, hadden echter reeds vroeger be langrijke wijzigingen ondergaan, vooral bij of tengevolge van de omwenteling op het einde der 18e eeuw, of waren geheel ver vallen. Maar toen kwam ook de tijd dat i 2i is uur city He' gebeurde in Napels 14.15 j uiterlijke aanzien van de stad een aanmerkelijke verandering zou ondergaan. Het geheele aanzien der stad zou daar door veranderen. Het keurslijf der vesting was te benauwend voor de stad geworden. De nieuwe Gemeentewet van 1851, die de onderscheiding van „steden" niet meer erkende, maar alle steden en dorpen ge lijkelijk als „gemeenten" aanduidde, heeft daartoe blijkbaar den stoot gegeven. De steden gingen de bolwerken, vesting muren en poorten eens het kenmerk, van hun macht sloopen. 16 30. 19 00 en 21.15 uur Spaarne- De koning der parlrie 14 30 19 00 en 21 15 uui ZONDAG 29 DECEMBER Concertzaal: Baron Kneut (1250e uitvoering). 20 uur. Groote wintermatch met honden van alle rassen. 12 uur. Cultura: Wijdingsmorgen „Harmonia" 10.30 uur. Schouwburg: „Boefje" met Annie van Ees. 20 uur H.K.B.: Openbare bijeenkomst voor gerepatrieerden uit Indië, 20 uur Bioscopen: als Zaterdag. MAANDAG 30 DECEMBER Concertzaal: Buitengewoon H.O.V.-concert met als solist Edwin Fischer, 20 uur. Bioscopen: als Zaterdag. 1.73 2.67 1.46 1.55 0.79 Kinkhoest 724 Griep of/en influenza 772 Mazelen I388 Febris typhoïdea en para- typhus 63 0 13 Roodvonk 15 0.03 Overige besmettelijke en parasitaire ziekten 833 1.7 Kanker en andere kwaad aardige gezwellen 6859 13.9 Chronisch rheumatisme en jicht 99 Diabetes 561 Meningitis en ziëkte van het ruggemerg 356 Hersenbloedingen 3505 0.2 1.14 0.72 7.3 HET Nederlandsche volk heeft van oudsher graag in koren gezongen, en de algemeene belangstelling voor het oratorium is daaruit verklaarbaar. Deze belangstelling is harteiiJK en deugdelijk, laten wij zeggen solide en de gelijk; dit kunnen wij van de aandacht voor de opera nog niet zeggen, al ziet het er naar uit dat ook de oogen en de ooren voor de opera zullen open gaan De triomftocht van Mozart's „De ontvoering uit het Serail wijst op een tintelende, frissche lucht in ons mu ziekleven. Voor het oratorium is echter altijd een dubbele aandacht: men zingt zelf graag mee en men heeft gaarne aandacht voor een ernstige klassieke legende, voor een Bijbelscn verhaal: men is op een eenigszins plechtige wijze gezellig bij elkaar, men is in zekeren zin met elkaar thuis en men houdt zich met respect bezig met iets, dat men mooi en noo6! weet Het tegenovergestelde van deze ccht- Hollandsche aandacht is de stompzinnige en ordinaire belangstelling voor radio-avond- treinen en dergelijke narigheden, die geest en hart verknoeien, die de muzikaliteit beder ven. die lichtzinnige luiheid in het avond leven brengen, die de jeugd van echten hu mor afleiden en verhinderen te musiceeren en de schoonheid te leeren kennen. Maar laat ik mij tot het oratorium beper ken. Ik weet niet of het besef dat een orato rium eigenlijk een soort opera is. evenzeer algemeen leeft bij de Hollanders als het be wustzijn dat men met het oratorium met iets ernstigs en waardigs bezig is. De ouderwet- sche Hollander twijfelt nooit aan het orato rium. maar wel aan de opera. Hij is te stijf om behoefte te hebben aan handeling, hij is niet lichtvoetig genoeg om het verhaal graag in beweging te zien. hij wantrouwt de echt heid wanneer de fantasie de gestalte der werkelijkheid krijgt. Hij vreest in lichtzinnig heid te geraken En toch laat hij graag zijn verbeelding opwekken, als hij maar in rust blijft. Daarom is het oratorium, als een soort vereenvoudigde opera volkomen bevredigend voor hem Misken ik hiermee den Hollander en misken ik hiermee het oratorium? Ik ge loof het niet. De theoreticus en componist Vincent d'Indy hecht in zijn „Cours de composition musicale' groote waarde aan de indeeling der muzikale manifestaties in twee groepen: de muziek welke voortkomt uit het woord en de muziek die uit het gebaar ontstaat Tot de omvang rijkste vormen van de eerstgenoemde soort behooren de opera en het oratorium, de voor naamste vorm van de andere groep is de Symphonie Men zou volgens het artistiek principe van d'Indy de ontwikkelingsgeschie denis der muziek kunnen tndeelen in dramao tische en symphonische muziek Tot de- pri mitieve vormen van het eerste genre behoort het ..madrigal dramatique" de Cantate, maar ook de Fuga. die uit het oudere Mntet opleeft, en later naast de opera ook het symphonisch gedicht, dat een dramatischen inhoud heeft. Tot de historische ontwikkeling van de Sym phonie behoort de oude Suite van dansen, het concerto grosso en de kunst der instrumentale Variaties. Er zijn talrijke tusschenyormen als de Ouverture en vele tooneelmuziek. Dit is natuurlijk slechts een schetsmatige weergave van de groote en zeer belangrijke opzet van d'Indy's compositiekunst, die zeer gedétailleerd en systematisch is uitgewerkt. Men kan er principieele bedenkingen tegen hebben en zich afvragen of de muziek niet in ieder geval primitiever is dan het oudste woord, d.w.z. of het woord niet een cultuur is, en naast „mededeeling" een formule van muziek beteekent. Laten wij on6 echter thans niet met deze zaak bezig houden; ik bedoelde slechts een enkele historische aanteekening te maken. Voor velen is in den loop van den tijd het woord oratorium een soort verzamelnaam ge worden voor alle groote werken, die voor koren, soli en orkest geschteven zijn en een eenigszins „gewijd" onderwerp betreffen. Men rangschikt er Psalmen en Cantates. Le genden en romantische drama's en ook Missen onder Het zou de moeite waard zijn het on derscheid nauwkeurig te bepalen. maar ook dit zou thans te ver voeren en het is wellicht beter eenige hoofdzaken na te gaan. Er zijn groote werken die een gebeurtenis behande len en er zijn omvangrijke composities voor koren, soli en orkest die in het algemeen een hymne een elegie of een klaaezane zijn Zijn in deze tweede groep niet eigenlijk de echte oratorische werken? Ik acht de Negende Symphonie van Beethoven afgezien van de interne symphonische «onstrucTie eerder een oratorium dan bijvoorbeeld de Mattheus- Passion van Bach, die dichter bij de ooera staat Ik geloof dat ..Jeanne d Are au büeher" van Honegger als oratorium zich op dezelfde wijze tot de opera verhoudt als Bach's onvol prezen meesterwerk Beide zijn au fot^d, voortgekomen uit het Middeleeuwsehe myste rie-spel. Dat wil zeggen. In beide leeft de oude natuurlijke behoefte om een grootsehe gebeurtenis opnieuw te be'even. Dit woord „beleven" is beslissend het r-mvat alles: zelf wezen wat het was en in dit zelf-wezen de eigen gevoelens laten zingen, «preken, bewe gen. dansen enfin doen wat gedaan is. en vóór zich zien wat gèbcurd Is Voor zoover men in een verhalend oratorium de opera ziet. ziet men er he1 beste van voor zoover zulk een oratorium er geen kans toe geeft, schiet het te kort. HSnde, en Mendelssohn schieten .dikwijls te kort. Bach in de Mat- theus-Passion niet. Verstaan wij in Nederland de werkelijke dramatiek der verhalende oratoria, d w.z. de h a n d e 11 n g die in het werk leeft? Vree zen dirigenten en solisten niet het werkelijke theater? Het woord „theatraal" heeft in de serieuze muziekwereld een uitsluitend ongun stige klank, lammer genoes want nu durf ik niet te zegeen dat men de Mattheus-Pas- sion eigenlijk theatraler moest uitvoerenden minder vergeestelijkt-hutlerig Het oratorium verhalend of beschouwend, dramatisch of hymnisch, heeft een eigenaar dige plaats in de muziek: het verzamelt aller lei menschen het heeft een onweerstaanbare aantrekkingskracht en bindt jong en oud ln hart en verbeelding. HENDRIK ANDRIESSEN. Ziekten van het hart7945 16.1 Bronchitis 714 1.44 Longontsteking 2736 5.54 Overige ziekten der adem halingsorganen 907 1.84 Zelfmoord 456 0.92 Nederland bouwt zes schepen voor Turkije Zooals wij reeds mededeelden, werd op 19 Haarlem begon in 1853 de ommanteling December tusschen de Turksche regeering en te sloopen. nadat eerst reeds ln 1824 de I JMugrieele ..Holland Groote Houtpoort was afgebroken ais eersteling en vervangen door eën hek. in 1866 dus nu juist 80 jaar geleden zijn er heel wat poorten afgebroken. In 1866 werden afgebroken de Kenne- mer- of Nieuwpoort, de SchaLkwijkerpoort, de Eendjes- of Leidsche Waterpoort, het Zijlhek en deRaakstorens. Met de poorten zijn heel wat schilder achtige plekjes in de stad^ verdwenen. Dat offer aan het toenmalige verkeer moest gebracht worden Toch is later vaak de op merking gemaakt, dat de slooplust toen te ver gedreven is. Het was mogelijk geweest voor enkele poorten althans een verkeers- oplossing te vinden met behoud van de poorten. Nu is alleen de Amsterdamsche poort overgebleven als een herinnering aan het oude stadsbeeld toen Haarlem nog vesting was. Wat den Amerikanen het kauwen kost De Amerikanen kauwen leder jaar 1.033.600 kilometer kauwgom op, hetgeen hun 1414 millioen dollar kost. Deze cijfers zijn ontleend aan een rapport van het Amerikaansche ministerie van Handel, volgens hetwelk de Amerikaansche kauw gomindustrie na den oorlog geweldig om hoog gegaan is, zoodat de liefhebber weer bijna alle merken van zijn keuze kan krijgen. Bij de jongste officieele bereke ning is gebleken, dat de bevolking jaarlijks 13.645.820.886 stukjes kauwgom ver orbert. In den oorlog moest de burger het ge middeld met 77 stukjes doen, de militairen met 630 per jaar. De consumptie blijkt te varieeren naar nationaliteit en karakter. Op torpedojagers in de gevechtslinie be droeg de consumptie gemiddeld 10.000 stukjes per wéék. Het werkvermogen van arbeiders in fabrieken voor oorlogsmate- riaal, die onder hoogspanning moesten ander drlivend materiaal afgesloten Ook het i werken, bleek te stijgen, wanneer vol- eontract met de Turksche reeeerina zal in doende kauwgom ter beschikking werd vrije deviezen betaald worden hetgeen een geste|d Het tekort in oorlogstijd werd veroor zaakt door het feit, dat jeluton, een van de belangrijkste samenstellende deelen van kauwgom, voornamelijk uit Malakka, Borneo en Serawak moest komen. Een surrogaat product uit Mexico had door gebrek aan regen een slechten oogst, zoo dat ook nu nog niet geheel aan de vraag tegemoet gekomen kan worden. te Den Haag. een contract afgesloten levering van zes dubbelschroef-passagiers- schepen aan de Turksche regeering. De schepen zijn be6temd voor het personen vervoer op de Bosporus. De „Holland" Is de exportfirma van zes scheepswerven, namelijk de werf Conrad. Haarlem; wer>f Gusto. Schie dam. De Klop, Sliedrecht; J en K Smit, Kin derdijk. L Smit en Zoon Kinderdijk en Ver- schure Amsterdam Deze combinatie heeft ook met andere lan den na den oorlos contracten voor bagger verruiming van de Nederlandsche deviezen- oositie beteekent. De onderhavige bestelling is een onderdeel van een haven- en baggerproject, dat de .Holland" io bewerking .heeft. De schrijfster van den Zeeuwschen roman .Jikkemte". Johanna V. echtgenoote van Veere's N.S.B.-dichter-burgemeester Martien Beversluis is door het Middelburgsche tribunaal tot 3Vt Jaar interneering veroordeeld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1946 | | pagina 5