Haarlems Dagblad
„Met diepe droefheid zie
Britsche rijk uiteenvallen"
ik het
De Vrije Pers
Voorindische steden
in vlammen
Nederlandsche Marine neemt
commando over
Minister van Maarseveen verdedigt
zijn beleid inzake gratie-verleenmg
Zuid-Limburg kreeg een koude douche
Weerbericht
jle Jaargang No. 18577
ureaux Groote Houtstr 93, Tel. Admin. 10724,
4825 Redactie 10600, Directeur-Hoofdredacteur
5054 Bijkantoor H.N., Soendaplein 37. Tel 12230.
Irukkerij Z B Spaarne 12. Te) 12713, 10132
Vrijdag 7 Maart 1947
Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Abonnementsprijs per week 31 cent, per kwartaal
ƒ4,Franco per post f4,50 Postgiro 273107.
Advert taneven op aanvraag btf de Administratie
Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom
Uitgave van de Stichting Voorlichting te Haarlem
„INDS wij bevrijd zijn meenen onze re-
5 geeringen, dat zij zelf het publiek moe-
jen voorlichten. Het heeft ontzaglijk veel
jeld gekost en doet dat nog. En het is over-
Jodig in een democratisch land. Het is
jngewenscht. „Trouw" vindt dat ook. Dit
fciad richt zich tegen kranten, die hetzij
jechtstreeks door de Overheid worden uit
jegeven, hetzij zijdelings door middel van
jtichtingen, die er in de practijk afhanke
lijk van zijn Het noemt de soldatenkrant
pen Gun, thans ter ziele en opgevolgd door
je soldatenkrant Het Lichtspoor. Het noemt
„Economische Voorlichting'', eerst een
jtgave van het departement van Econo-
lische Zaken en nu van een stichting, die
et wel nooit zal bestaan met het departe-
jent van meening te verschillen. „De re-
eering, die meent dat zij voorlichten moet,
jl deze kranten geheel naar haar hand
itten. Maar de regeering moet niet voor-
chten," zegt Trouw. „Zij behoeft het ook
iet te doen. Indien de regeering de vrije
ers bevorderde, haar de faciliteiten ver-
ihafte, die zij in dezen tijd behoeft, kwam
et met de vrije voorlichting wel in orde.
Terwijl de vrije pers met mondjes-
laat papier krijgt toegewezen, dijen de re-
eeringskranten maar uit. Dit is een ver
eerde politiek. Een politiek, die naar tota
tarisme vagelijk riekt en die niet in de
emocratie thuis behoort".
Nu maakt mij die vage reuk niet zoo on-
erust, want het kabinet-Beel is geen tota-
tair bewind en zal dat ook nooit worden.
Is het gecritiseerd wordt, geldt dat vaker
nvolledigheid dan totaliteit in zijn bewind,
faar zijn persbeleid, evenals dat van het
abinet-Schermerhorn, dat er nog veel
ïeer in avontuurde, is een bron van voort-
urende verbazing en soms van ontstelte-
is in vakkringen. Het wonderlijkste daarbij
dat het ook zoo moeilijk te begrijpen
alt als men zich op het standpunt van de
rerheid zelf plaatst. Dit is het vooral, dat
■eft. Verder dan de erkenning, dat de Pers
ïjheid van meeningsuiting moest hebben
- die zij dan ook kreeg is men in Den
laag niet gekomen. Men heeft blijkbaar
iet kunnen inzien, dat die vrijheid meer
an een democratisch leerstuk is, dat zij
oor de goede ontwikkeling van zaken in
en democratische samenleving groot prac-
;ch nut oplevert. Men heeft gemeend dat
goede werking van de uiterst subtiele,
igewikkelde machinerie der democratische
amenleving. die na den bezettingstijd zoo
eerlijk verstoord was en ook nu nog menig
ebrek vertoont, geheel afhankelijk was
an de organen der overheid. Die heeft men
an ook met kwistige hand in aantal ver-
leerderd en uitgebreid en gepoogd, er de
lorlichting nog maar bij te nemen ook.
laar het hangt niet alleen af van over-
eids-organen in de democratie, zelfs niet
Is ze alle goed en betrouwbaar functionee-
en, waaraan nog veel ontbreekt. Er is
ïeer noodig. En daartoe behoort, als een
nmisbare noodzaak, de niet alleen in vrij-
eid zich uitende maar ook zich in vrijheid
ntplooiende Pers. Ofschoon geen staats-
ïstelling is zij een apparaat, dat de demo-
ratische staat niet ontberen kan. Zij werkt,
ooals wijlen Lievegoed gezegd heeft, ver-
indend tusschen de menschen. Zij levert
et forum voor de politieke gedachtenwis-
iling buiten het parlement. Zij licht voor
n verklaart, volstrekt niet alleen op poli-
ek terrein maar op vele verschillende ge-
ieden. Zij heeft een niet geringe opvoe-
ende taak en verschaft den menschen
allooze inlichtingen, die zij in hun dage-
jksch leven behoeven. Ook als medium
oor reclame, in haar advertentierubriek
doet zij dat. Als geheel is de krant, het
ngblad, het belangrijkste voor ieder toe-
ankelijke, vaste verkeersmiddel voor ken-
en begrip, dat de democratische samen-
•ing bezit. En daarom is het van het
loogste belang, ook van waarlijk staats-
lelang, dat dit vrije verkeersmiddel onge-
emd en onbegrensd zijn taak kan vervul-
want daardoor functioneert ook het
lagelijksch leven der bevolking vlotter en
oepeler. De overheid zelf heeft daar groot
elang bij; het vergemakkelijkt haar taak;
t maakt het haar mogelijk, die taak uit
voeren. De dagbladpers, een onmisbare
chakel in het openbare leven, is immers
'oor haar lezers een noodzakelijke levens-
iehoefte. In de moderne maatschappij met
aar ingewikkeld bestel kunnen zij eenvou-
lig niet meer buiten de krant: een dage-
ijksche wegwijzer en een vriend.
Dit lijkt misschien op een pleidooi voor
ligen zaak. Zoo is het toch niet bedoeld,
let is niet. noodig, zulk pleidooi tot de
ezers te richten. En ik heb het niet over
lit blad, maar over de dagbladpers in het
ilgemeen, waarbij mijn bezorgdheid die
ran den democratischen staatsburger veel
ier dan die van den journalist is. Men be-
irijpt de positie en de taak van de krant
liet in Den Haag. En men slooft zich nut-
eloos uit met dure voorlichtingsdiensten
En geïnspireerde bladen, want er bestaat
teen behoefte aan. Ik zeg dat niet uit con-
urrentie-overwegingen, want in dat op
licht deren zij ons niet. Maar de houding
ran den vrijen staatsburger is: laat dat nu
an ons over, daar zullen wij zelf wel voor
orgen. En het vrije initiatief kan dat inder-
iaad.
een tijd, waarin de overheidsbe-
noeiïng zich toch al zoover heeft moeten
iitbreiden, is het van des te meer belang
ille activiteit te bevorderen, waarin de
levolking zich van haar vrijheid bewust
:an zijn. Dat ik zeg het zonder aarzelen
is een overweging van staatkundig be- j
eid. En die zou ik gaarne ter overdenking
tollen aanbieden. Staatkundig beleid be
treft immers meer dan ambtelijke formules
n leerstellingen en de taak van overheids
organen. Het geldt in hooge mate het in
uist evenwicht brengen van de krachten,
lie in staat en samenleving werken. Dat
bereikt men door nauwkeurige en onbe-
fangen waarneming van de practijk des
levens. Het is niet te leeren uit boeken en
documenten. En het eischt zekere verbeel-
ingskracht. In het beleid der regeering
ten aanzien van de Pers ontbreekt die.
Men begrijpt het niet in Den Haag. R. P.
Britsch-Nederlandsch
verbond niet uitgesloten
Een woordvoerder van het Britsche mi
nisterie van buitenlandsche zaken heeft
Bisteren verklaard, dat de mogelijkheid dat
Engeland ook met Nederland een alliantie
tol sluiten, ingeval van een Britsch-Bel-
jische alliantie, „zeker niet uitgesloten is".
Hij voegde hieraan toe. dat hij geloofde
lat de Britsche minister van buitenland
sche zaken Bevïn zich te Brussel ten gur.ste
Ivan de sluiting van een alliantie niet alleen
net België, maar ook met andere geallieer-
Ide mogendheden had uitgelaten. Tot dus-
Verre zijn nog geen stappen gedaan.
Churchill's beste speech
De voortzetting van het debat in het
Lagerhuis over Voor-ïndië bracht een rede
van Churchill, die als leider der oppositie
in dramatische bewoordingen de rcgec-
ringspolitiek laakte. Hij had een enorm
succes bij zijn partijgenooten en minister
Alexandcr, die hem van antwoord diende,
moest verklaren, dat dit de „beste speech"
was die Churchill ooit gehouden heeft.
Churchill betoogde, dat het verkeerd is
geweest de regeering van Voor-Indië toe
te vertrouwen aan den leider der Hindoes.
Nethroe, die een goede reden heeft tegen
eenig verband tusschen Voor-Indië en het
Britsche gemeenebest gekant te zijn.
Churchill zeide. dat de oppositie zich ge
heel van de regeerïngspolitiek inzake Voor-
Indië distancieert en geen verantwoorde
lijkheid wenscht te aanvaarden voor de
gevolgen van die politiek, die de komende
jaren in Voor-Indië „rood en zwart" zal
doen zijn.
Churchill betreurde het. dat geen reden
is opgegeven voor het ontslag van Lord
Wavell, den ex-onderkoning van Voor-
Indië. Hij was van oordeel, dat door dezen
maatregel de laatste kans op overeenstem
ming is verloren, daar de Voor-Indische
leiders den hun restenden tijd zullen ge
bruiken om hun eischen te formuleeren en
zich v.oor te bereiden op een burgeroorlog.
„Als ik de regeerïngspolitiek in Voor-
Indië en Palestina vergelijk, kom ik tot de
conclusie, dat er twee flesschen krachtige
medicijn worden klaar gemaakt, die eeli
ter aan den verkeerden patiënt worden
gezonden. De Palestijnsche kwestie is aan
de UNO voorgelegd, maar komt Voor-Indië
niet veel eerder voor een dergelijke han
delwijze in aanmerking? Met diepe droef
heid zie ik het Britsche rijk, met al zijn
glorie en de aan de mensehheid bewezen
diensten, uiteenvallen", aldus Churchill.
Toen Churchill zijn rede had uitgespro
ken, scheen er aan het gejuich der oppo
sitie geen einde te komen.
De minister van Defensie, Alexander,
antwoordde Churchill. Hij zeide, dat hij
gaarne zou hebben gezien, dat het debat
over deze belangrijke kwestie zou zijn
verloopen op dezelfde wijze als vorige de
batten, waarbij van partij-politiek prac-
tisch geen sprake was. „In dit debat heeft
Churchill de regeeringspartij uitgedaagd
en ik ben er zeker van, dat deze partij de
uitdaging zonder vrees aanvaardt", (Ge
juich).
Wat de minderheden in Voor-Indië be
treft, zeide Alexander, dat geen der beide
leidende partijen in Voor-Indië tijdens
de besprekingen was afgeweken van het
standpunt, dat de minderheden volledige
bescherming moeten genieten. Er is geen
sprake van, aldus de minister, dat de
Labour-regeering ooit heeft, getracht een
bepaalde grondwet aan de Voor-Indiërs op
te dringen. De beschuldiging aan het adres
van Nehroe sprak Alexander tegen. Als
hij en zijn collega's in de gelegenheid zou
den zijn met de andere partijen samen te
werken, zouden zij hun land zeker door
de moeilijkheden heen kunnen helpen.
Over het beleid van Lord Wavell had de
minister niets dan lof.
voor de overdracht alles in kannen en
kruiken kan hebben. Wij gelooven, dat wij
in Voor-Indië een groot werk hebben ver
richt. Thans is de tijd gekomen, dat de
Voor-Indiërs zelf de verantwoordelijkheid
zullen overnemen".
Een door de oppositie ingediend amen
dement op de motie van goedkeuring in
zake de politiek, welke de regeering ten
aanzien van Voor-Indië voert, werd met
337 tegen 185 stemmen verworpen.
Attlee: „Een groot werk".
De minister-president Attlee, zeide in
zijn antwoord op het te berde gebrachte
over Voor-Indië zich er van bewust te zijn,
dat de gestelde tijdlimiet voor de macht-
overdracht in Voor-Indië een zeer korten
tijd voor voorbereiding laat, doch dat de
Britsche regeering uit Voor-Indië drin
gende adviezen heeft ontvangen, dat het
vaststellen van een datum wenschelijk is.
„Het is ons doel geweest de Voor-Indische
politici te doen inzien, wat dit voor hun
land beteekent", aldus Attlee.
„Ik weet, dat de moeilijkheden voor het
overdragen van de macht enorm zullen
zijn, maar niemand veronderstelt, dat men
Resultaat van de
razzia's in Duitschland
John Hynd, de Britsche minister voor
Duïtsche aangelegenheden, heeft het parle
ment schriftelijk geantwoord, dat 111 per
sonen na de groote razzia's van de vorige
maand in verzekerde bewaring genomen
zijn. Onder de gearresteerden bevinden
zich 48 oorlogsmisdadigers, hooge officieren
der S.S. en andere leidende figuren van de
organisatie, die streefde naar een „herle
ving van hef Duitsche militarisme en agres
sief nationalisme". „Er zijn aanwijzingen,
dat het meerendeel van het Duitsche volk
van deze beweging niets afwist", aldus
Hynd.
De Koningin heeft gistermiddag in het
paleis te Amsterdam den nieuwen Chi-
neeschen ambassadeur Henry K. Chang
Chien rechtsontvangen.
Weer handel in Amerikaansche
fondsen
De Vereeniging voor den Effectenhandel
heeft bepaald, dat met ingang van 10
Maart de handel in Amerikaansche certi
ficaten van aandeelen wordt opengesteld
De betreffende fondsen worden alle met
name genoemd en omvatten Amerikaan
sche industrieele ondernemingen, openbare
nutsbedrijven, petroleumondernemingen.
rubberondernemingen, diversen, spoorwe
gen en voorts Canadeesche ondernemin
gen. Voor dezen handel zijn speciale be
palingen vastgesteld.
Het federale gerechtshof van San Francisco
Heeft het verzoek van H0 Indonesische zeelieden
ofn niet gedeporteerd te worden, afgewezen De
Indonesiërs beweerden, dat hun leven in gevaar
zou worden gebracht, indien zij thans gedwon
gen werden naar Nederlandsch-Indië terug te
keeren.
Cruys Voorbergh, die met Johan Remmelts.
K,o van Dijk en Rie Gilhuys de toonee'.groep
„Comedia met ingang van het nieuwe seizoen
zal verlaten is als acteur geëngageerd bij het
ABC-cabaret van Corry Vonk en Wim Kan.
Troebelen in Pendsjaab
De Voorindische stad Muitan (Pendsjaab)
staat in vuur en vlam. Gemeld wordt, dat
troepen per vliegtuig naar de stad zijn ge
zonden. Zeven straten zijn reeds in de asoh
gelegd en het aantal slachtoffers loopt in de
honderden, aldus de berichten die Lahore
bereikt hebben. Zakenwijken zijn gesloten
en men is bezig met de evacuatie van de
bevolking uit de gevaarlijke zónes.
Ook de stad Amritsar, eveneens in de
Het woord is aan
Comtesse Diane:
IVat is sympathieHeigeen
maakt, dat men elkander be
grijpt voordat men spreekt.
Britsche troepen zullen
Griekenland verlaten
„Zoo gauw als dit practisch
mogelijk zal zijn"
De Britsche onder-minister van buiten
landsche zaken Christopher Mayhew ver-
Pendsjaab, staat gedeeltelijk in lichter klaarde Woensdag in het Lagerhuis, Jat
laaie. Amritsar is de stad van de Sikhs en
beroemd om haar gouden tempel. De brand
is door oproerlingen gesticht. De politie
opendp in verschillende wijken van Amrit
sar het vuur op vechtende muiters. Solda
ten patrouilleeren door de straten.
Het Martin Behrman-incident
Naar United Press vanmorgen berichtte,
hebben 55 Nederlandsche soldaten bezit
genomen van de „Martin Behrman Dc
kapitein, Rudy Gray, werd door een Ne-
derlandschen Marine-officier vervangen.
Daarna werd een aanvang gemaakt met
het sleepen van de „Behrman" naar de los
plaats in de haven Priok.
Deze gebeurtenis is volgens U.P. het ge
volg geweest van een waarschuwing, die
door kapitein Gray werd gegeven, waarin
deze dreigde zee te kiezen, wanneer de
Nederlandsche autoriteiten geen „deugde
lijke reden" voor de aanhouding van zijn
schip zouden opgeven.
Na de overneming door de Nederlanders
werd kapitein Gray verzocht, zijn mede
werking te verleenen bij de lossing. Dit
werd geweigerd..
Naar ANP-Aneta verneemt, heeft een
expertise van de lading van de „Martin
Behrman" onomstootelijk bewezen, dat de
rubber voor een groot deel afkomstig is
van de Britsche maatschappij „Anglo
British Plantations of Java Ltd.", welke
maatschappij ten tijde van de Japansche
capitulatie gelijksoortige rubber in goe-
dangs had opgeslagen. De Britsche maat
schappij „Francis Perk" eischt een deel op
van de tot de lading behoorende kinabast;
een ander deel hiervan wordt opgeëischt
door een Chineeschen ondernemer. Insiders
meenen, dat ook de overige producten ge
makkelijk kunnen worden herkend.
Engeland, ondanks de Engelsch-Ameri-
kaansche besprekingen over de toekomstige
hulp aan Griekenland, het voornemen heeft
zijn strijdkrachten uit dat land terug te
trekken „zoo gauw als dit practisch mo
gelijk is". Mayhew zeide, dat Engeland be
sprekingen met de Vereenigde Staten be
gonnen is, omdat de hulp van de UNKRA
binnenkort ophoudt en Engelands eigen
verplichtingen inzake fmancieelen bijstand
op 31 Maart eindigen. Hij wees erop. dat
Griekenland ook na dien datum steun noo
dig zou hebben, doch kon geen verdere in
formatie geven zoolang de besprekingen
nog voortduren.
De sterkte der Britsche troepen wordt
geschat op tienduizend a zestienduizend
man, maar volgens diplomatieke bronnen
wordt op het oogenblik de helft terugge
trokken en wordt een volledige evacuatie
in den aanstaanden zomer, wellicht in Juni,
verwacht.
Mayhew ontweek een directe vraag, of
hij de verzekering kon geven, dat Engeland
het verblijf van zijn troepen niet zou ver
lengen in ruil voor Amerikaansch geld.
(U. P.)
EERSTE KAMER
Zijn geweten weerhoudt hem van snelle beslissingen
(Van onzen parlementairen redacteur).
Hoofdschotel van het debat over de be
grooting van Justitie vormde wel de
kwestie van de doodstraffen en het gratie
beleid.
Jhr. mi\ van Asch v. Wijk (A-R.) en
prof. Donkersloot (P. v. d. A.) als ook de
heer Koejemans (comm.) bleken te behoo-
ren tot hen, die het met minister Van
Maarseveen niet eens waren, omdat hij
langs den omweg van het gratierecht de
rechterlijke beslissingen, welke op dood
straffen uitliepen, in huns inziens al te
veelvuldige mate ongedaan maakte. De
heer Van Asch van Wijk noemde het lange
talmen met beslissingen op gratieverzoe
ken zoowel ontoelaatbaar als onmensche-
liik.
De minister, die de kunst van het groe-
peeren van de getallen bijzonder machtig
bleek te zijn, deed het voorkomen, alsof
er heelemaal niet zulk een te critiseeren
traagheid in dezen zou bestaan. Om een
dergelijken gunstigen indruk te vestigen,
begon hij met te vermelden, dat tot 1
Januari 1947 door de Bijzondere Gerechts
hoven 109 doodvonnissen waren uitgespro
ken, waarop hij liet volgen, dat er .nog
slechts 10 onbesliste gratie-aanvragen bij
hem berusten, waarvan er bovendien 3 pas
in de afgeloopen week bij hem waren bin
nengekomen. Dat leek dus op het eerste
gehoor heel bevredigend. Wie echter g
acht sloeg op een ander door hem genoemd
cijfer kon al merken, dat het in werkelijk
heid niet zoo mooi was. Blijkens dat an
dere cijfer is er over 26 verzoeken beslist
en wel op 15 met voor den veroordeelde
gunstigen en op 11 met voor den delin
quent ongunstigen afloop. Volgens Bartjes
waren er dus op het oogenblik van de
totaal 36 gratieverzoeken 26 wel, 10 ech
ter niet afgedaan. Dat wierp reeds een an
der licht op de kwestie. Maar bovendien
kwam heelemaal aan het slot van de be
raadslagingen de aap uit den mouw (in
dien deze oneerbiedige uitdrukking hier
geoorloofd is) doordat na een nadere in
formatie van prof. Donkersloot, welke zich
beriep op onlangs gepubliceerde mededee-
lingen, die juist op de traagheid van Justi
tie wezen, mr. Van Maarseveen biechtte,
dat hij zelf aansprakelijk was voor het
feit, dat het met de beslissingen niet vlug-
ger liep. Zijn geweten weerhield hem snel
over het lot van gratieverzoekers te be
sluiten. Als men echter bedenkt, dat uit
enkele door hem vermelde inlichtingen te
concludeeren viel, dat gemeenlijk tenmin
ste 3 maanden verloopen tusschen het
oogenblik, waarop bij Justitie een gratie
verzoek binnenkomt en het tijdstip waar
op daaromtrent beslist wordt, is het dui
delijk dat 's ministers bezwaard geweten
hem toch wel noopt tergend langzaam te
werk te gaan.
Tegen het verwijt van het misbruiken
van het gratierecht verweerde hij zich
door eerst te verklaren, dat hij in dit op
zicht de richtlijnen volgt, welke door het
kabinet-Schermerhorn waren vastgesteld.
Die komen in groote trekken hierop neer.
dat zij beoogen de doodstraf slechts bij
uitzondering toe te passen. Daarna gaf de
minister een uiteenzetting ter verdediging
van dit beleid. Hij sprak van barmhartig
heid, welke geboden is en beriep zich op
Hugo de Groot, die verkondigd heeft, dat
bij collectieve misdaden de individuen
welke deze collectiviteit vormen, minder
zwaar gestraft behooren te worden.dan de
collectiviteit als geheel. Voorts kwam de
minister met redenen van staatsbelang
aandragen. Deze konden echter kwalijk
gelden voor het kleine contingent van ge
vallen, waarin er van doodstraf sprake is,
want wanneer hij het had over het nadeel,
dat onze gemeenschap er later van zou on
dervinden. indien zij door te veel harde
straffen 50.000 menschen verbitterde en
van zich vervreemdde, dan ging dat argu
ment eventueel op voor de massa van de
politieke delinquenten. De lieden, welke
een doodvonnis krijgen, vormen echter te
zamen allerminst een massa. Intusschen
kon men uit heel heti>etoog van den mi
nister wel opmaken, dat hij zich bij het
oplossen van het waagstuk door verheven
denkbeelden wil laten leiden. Dit neemt
niet weg, dat er in zijn schoonklinkend
betoog veel was, dat in het wezen van de
zaak niet erg overtuigend aandeed.
Ditzelfde dient ook gezegd van de wijze
waarop hij de vele ontvluchtingen eenigcr-
mate trachtte te minimaliseeren. Verdet-
maakte hij in hetgeen hij zeide over zijr.
terughoudendheid om wouwen tot het
rechtersambt te benoemen, al evenmin
een sterken indruk.
Nadat nog is vermeld, dat vermoedelijk
vóór 1 Januari de bijzondere rechtspleging
met vrijwel alle zaken gereed zal zijr.
waarna dan het restant naar de gewone
rechters zal overgaan, zij meegedeeld, dat
deze begrooting er zonder hoofdelijke
stemming door ging, met aanteekening
van het „tegen" der communisten. Even
later viel aan Hoofdstuk II (Hooge Colle
ges van Staat: Kabinet van den Minister-
President) eenzelfde gunstig lot ten deel
Koninklijke bagagetrein ontspoord
De situatie in Palestina wordt dagelijks gev aarlijker. De staat van beleg in verschil
lende steden verlamt het openbare leven en schept een gespannen verhouding tus
schen de bevolking en de militaire bezetting, waarvan bijgaande foto een typeerend
beeld geeft.
Sombere verhalen over dooivorst en sneeuw
Door den hevigen regenval van Donderdag in het Zuiden zijn de Limburgsehc heuvels
een groot gedeelte van hun sneeuwlast kwijt geraakt. Hoe blij de Zuid-Limburgenaren
ook met den dooi waren, de stortvloed, die vele plaatsjes binnendrong, was op zijn,
zachtst gezegd wat onverwacht en vooral in Valkenburg, dat diep tusschen de heuvels
verscholen ligt, begon het er Donderdagmiddag benauwd uit te zien. Vele boerderijen
dreigden daar onder te loopen en ook in Gulpen liet de toestand zich eritiek aanzien.
Bij Sittard kwam een villapark blank te staan en de watermassa's konden slechts na
uren zwoegen eenigszins beteugeld norden.
Met een Skymaster arriveerde gistermiddag uit Indië op Schiphol vice-admiraal
A. J. Pinke. die naar Nederland is gekomen om besprekingen te voeren met den
Minister van Marine. De vice-admiraal tvas bij zijn aankomst zeer verrast door de
sneeuw en de koude. Hij trok haastig een winterjas aan, welke zijn zorgzame doch
ter, die hem verwelkomde, had meegebracht.
De goederentrein met bagage van het
Engelsch Koninklijk gezin, dat een bezoek
aan Zuid-Afrika brengt, is op weg naar
Queenstown ontspoord. Twee wagens
stortten ongeveer vijf meter van den
spoordijk naar beneden. Twee oersoner
werden hierbij gewond. Het nieuws werd
per radio naar den Koninklijken trein ge
zonden.
Verder naar het Noorden beperkten de
gevolgen van dooi en regen zich tot spie
gelende wegen en uitvallende busdiensten.
Drente is een onafzienbare sneeuwvlakte
met de donkere vlekken van dorpen en ge
huchten er schilderaohtig overgestrooid. De
bewoners weten de schoonheid van hun
land op het oogenblik echter allerminst te
waardeeren want velen kunnen hun dorp
niet uit. De gedetineerden, die voor het
Bijzonder Gerechtshof te Assen moesten
verschijnen, kwamen veel te laat uit het
kamp Westerbork aan.
Wanneer de vorst haar intrede weer doet,
zullen de lichtelijk ontdooide wegen van
Drente en Overijsel volkomen onbegaan
baar worden. Eenzelfde lot bedreigt den
Afsluitdijk, die tot nog toe met kunst en
vliegwerk open gehouden is.
Over ongeveer drie dagen is Nederland
een was van de groote rivieren te wach
ten van vier a vijf meter, aldus deelt de
Rijkswaterstaat mede.
Ameland weer in eenzaamheid.
Sneeuwstormen over de Waddeneilan
den maakten zelfs een luchtverbmding
gisteren onmogelijk, zoodat Ameland weer
van de beschaving is afgesloten. Ook de
weg over de Waddenzee werd onbruikbaar
en op het eiland zelf wordt door de ge-
heele bevolking een verbeten gevecht tegen
de sneeuw geleverd. Urk kan niet op
betere omstandigheden bogen: de Kamper-
dijk werd zoo glad. dat hij niet te berijden
Een schrale troost is den Urkers ge
geven in het nieuws, dat binnenkort be
gonnen zal women met den aanleg van
een weg tusschen Emmeloord en Urk.
De modderige brij, die de startbanen
van Schiphol gisteren bedekte, heeft
aanzienlijke vertragingen opgeleverd.
De meeste binnenkomende toestellen
moesten naar Eindhoven of zelfs Brus
sel gedirigeerd worden. Het luchtver
keer met Scandinavië ligt geheel stil.
want de vliegvelden in het hooge
Noorden zijn door de sneeuw volkomen
geblokkeerd.
Na bijna twee dagen stagnatie heeft de
XZH zich, Donderdagavond om negen uur
een weg gebaand naar Leiden. Het „Hille-
gommertje" was er al eerder doorgekomen
en zoo werden van Hillegom en Leiden uit
twee graafploegen gebruikt, die elkaar ten
koste van vele druppelen zweets ongeveer
halverwege bereikten. De tram kon weer
rfjden! i
Behalve de dienst in Waterland functi-
onneert het net van de NZH weer normaal:
de bus naar Noordwijk inbegrepen. Hoe
wel de versche sneeuw van vanmorgen
nieuwe dreigingen inhoudt, die waarschu
wen tegen voorbarige jubeltonen.
Zieke Reinigers.
De rijwielpaden in den Haarlemmerhout;
de Groote Markt en de Houtstraat zijn of
worden door de Haarlemsche reiniging on
der handen genomen en ook de bewoners
van den Slaperdijk bij Spaarndam zagen
vanmorgen weer een dertigtal „sneeuw-
verdeigers" opdagen om hun moeilijkheden
te verlichten. De Reiniging komt echter
voor bijkans onoverkomelijke bezwaren te
staan: de pekel is op en verscheidene per
soneelsleden vallen door de lange dien
sten en de voortdurende kou uit.
De lente laat op zich wachten
Hoewel in onze omgeving tijdelijk een
wijziging in het weersverloop heeft plaats
gehad, is de algemeene circulatie toch na
genoeg dezelfde gebleven. Over Groenland
bevindt zich nog altijd een uitgebreid ge
bied van hoogen luchtdruk, die de depres
sie-activiteit op lage breedte houdt. De
overgang tusschen de warme en de koude
lucht ligt daardoor ten Zuiden van ons
land.
Storingen kunnen (zooals gisteren) de
warme lucht wat meer naar het Noorden
brengen, maar deze temperatuursstijgmgen
zijn steeds van tijdelijken aard, aangezien
de koude lucht onmiddellijk achter de sto
ring om terugkeert. Voor het intreden van
het voorjaar moet de algemeene circula
tie zich geheel wijzigen. Er zijn echter nog
geen aanwijzingen dat dit binnenkort het
geval zal zyn.
AFNEMENDE WIND.
Verwachting, medegedeeld door het
KNMI in De Bilt, geldig tot Zater
dagavond:
Wisselende bewolking met hier en daar
een sneeuwbui. Tegen den ochtend op
sommige plaatsen weer strenge vorst
Morgen overdag temperatuur oploo
pend 'ot om het vriespunt en dooi waar
de zon schijnt Afnemende wind.
8 Maart:
Zon op 7.13 uur. onder 18.30 uur
Maan op 20.16 uur. onder 8.10 uur