Literaire kanttekeningen [litiË is het geheim De Franse fietsen waarschijnlijk binnenkort zonder bon Oud-minister J. B. Kan overleden ZATERDAG 10 ME1 1947 3. B. CHARLES: „Ontmoeting in den Vreemde" FERD. LANGEN: de Speelgenoten. Bayard Reeks, Kroonder Bussum. VRIJWEL in alle opzichten vormen deze beide novellen, afzonderlijk versche nen in de welverzorgde Bayard Reeks elkanders tegendeel: realistisch de eerste, romantisch de tweede, daarmee twee stro mingen vertegenwoordigend, die zich als steeds trouwens in de literatuur afteke nen. Niet alleen op grond van eigen aanleg en dus van voorkeur stel ik Langen's „Speelgenoten" verre boven het kort ver haal van Charles. Ook een novelle, hoe fragmentarisch naar zijn aard, eist compo sitie, geslotenheid. Ook daar moeten vorm en inhoud één zijn. De „Ontmoeting" van Charles (die mij als auteur verder niet be kend is) blijft echter een grillig apergu, dat ongetwijfeld blijk geeft van een wakker in tellect, een scherp waarnemingsvermogen, een suggestief-beeldende kracht het is, waar maar te zeer voortkomt uit dat modieus soort psychisch realisme, dat zich erin vermeit, te wroeten'- in de onfrisse troebelheden van de menselijke ziel, om te bieden wat van een literair product, hoe dan ook, verlangd mag worden: ontroeren de schoonheid. Luguber, duister benauwend, een wrang spel in de schemer van een wereld die ten dele tot de werkelijkheid, ten dele tot de bedreigende verborgenheden van het on derbewustzijn behoort, doet deze novelle ons kaleidoscopisch een zonderling avon tuur beleven, een reeks beklemmende ge waarwordingen ondex-gaan, waarvan we zo aanstonds de zin niet begrijpen en pas de verklaring kunnen vinden in een symbo liek, die met Vestdijkiaanse scherpzinnig heid wellicht achterhaalbaar is, maar niet- ingewijden voor een «puzzle plaatst. Natuurlijk heeft de auteur er meer mee „bedoeld" dan een op zichzelf verdien stelijke letterkundige weergave van met angst-suggestie doortpokken tafrelen. Maar welk behagen kan een lezer er in scheppen, 'deze bedreigde wereld in een onwezenlijke zweving tusschen angstdroom en realiteit binnen te gaan? De „Ik" van dit verhaal gaat op een, van warmte-onheil broeiende, middag deelne men aan een rauw schouwspel: de uiteen drijving van een mensenmassa op het Ko ninklijk Plein, die gril van een sadistisch regent als feestnummer ten beste wordt gegeven: een zinloze, rauwe slachtpartij symboliek van troebele menselijke sensa- tielust en een stompzinnige zucht tot wreedheid, die natuurlijk diepere en be- ■schamend-ware gronden heeft. De oox-sprong van dit bloedig visioen is niet ver te zoeken: het verhaal Werd ge schreven in de jaren 1943-'44. De „Ik", zich bewust geworden van eigen duistere drang, ontkomt ternauwernood aan de sabelhou wen der woest-rode huzarencohoi'de, ont moet daarna een zonderlinge jeugdvriend (het tweede „ik" van de hoofdpersoon?), wiens profetisch-vïsionnair betoog wordt ingegeven óf door een ziekelijk-verwarde ziel óf door dié scherpzinnige onverschrok kenheid, welke verder ziet en dieper peilt dan het middelmatige burgermansbrein. Hij wijst hem af door zijn schijnbaar onsa menhangend betoog te honen als krank zinnigheid als vorm van aanstellerij, en verdwijnt, eenzamer dan te voren, uit ons gezichtsveld op een vuilniskar die de res tanten van het bloedig schouwtoneel mee draagt. Aldus wordt een inwendige wereld ge projecteerd in de uitwendige psychisch realisme, dat alleen bewondering kan af dwingen in zijn perfectie, maar anders een te ongebonden spel wordt met de onbe grensde mogelijkheden, die de verstande lijk oncontroleerbare verborgenheden van 's menschen ziel bieden, om er meer dan zakelijke waardering voor te kunnen ge voelen. In Langen's „Speelgenoten" heb ik an dere geluiden beluistei-d. Ik heb een stem herkend die alleen klinkt in wat het waar achtigst beleden is en mij dankbaar herin nerde aan van Schendel. Ook hier, als bij Charles, voltrekt zich een onheil, maar één van hogere orde, één dat de wijding kreeg van een stille en innige weemoed die uit elke zin naklinkt, zuiver en weldadig, als een milde vertroosting van melodieus ont roerd-zijn, één dat ontijdelijker en daarom tragischer, maar tóch verlossender is dan de trieste verwrongenheid van Charles' wereldbeeld in de „Ontmoeting". Deze Speelgenoten, kinderen van het ongerept geluk; de gratievolle, tere freule Leonie en de sclioon-gebouwde Raymond, die met elkander ver en onbewust van het kwaad der wereld hun onbekommerd spel spelen van paradijselijke onschuld en ge lukzaligheid, zullen de lezer niet licht meer verlaten. Donker dreigend wordt de he mel boven hun lachende gezichten, maar ze zien het niet, hun schommelspel bracht hun bij de hemel. En wie zo vergaat het de toeschouwer die zich in deze novelle richt tot de onheilsvei'kondiger, de klok kenluider van St. Lucie, herkent dan niet een droom die eens gedroomd maar nooit "vergeten is? Hij kon het beeld niet kwijt raken, deze toeschouwer, zijn hart had het al te duidelijk gezien. Niet onge straft aanschouwt de sterveling het vol maakt geluk. Het is niet van hier. De boot van Leonie's en Raymond's gelukzalig- Nieuwe ui ft „Erwin gaat naar Zweden", door LISA TETZNER. Voorheen Van Dit- mar, Amsterdam—Antwerpen. Lisa Tetzner is een Zwitserse Schrijfster, die een serie kinderhoeken heeft geschreven, uit tien delen bestaande, waarin zij de beleve- en weergeeft van een groep kinderen die aanvankelijk in een huurkazerne in een grote stad woont kennelijk is een Duitse stad be doeld. Door de narigheden der grote mensen het nazl-reglem wordt dit clubje uiteen geslagen en naar alle windstreken verspreid. Het is de bedoeling dat de avonturen van de vér- schillende kinderen in aparte boeken beschre ven worden en dit eerste deel een afgerond •haal bevat dan wat er gebeurt met een kleine jongen die met zijn vader via Parijs naar Zweden vlucht en zelfs bij de Lappen terecht komt. De schrijfster slaagt er uitstekend in alle mogelijke politieke moeilijkheden te vermijden en geeft een verhaal dat. met een lichte humor getint, goed de verbeelding van de wat oudere kinderen aanspreekt. In de vertaling1 van Bep Otten kreeg de verteltrant de gewenste soe pelheid. Het toeval is deze Erwin wel wat opvallend goed gezind, maar zijn geschiedenis blijft aan trekkelijke kinderlectuur. v. G. DR. P. KUIN: „De bedrijfsorganisatie als structuur verschijnsel". (Tjeenk Willink en Zoon, Haarlem). Thans heeft de inaugurale rede van Dr. P. Kuin, die deze bij de aanvaarding van het ambt van hoogleeraar in de bedrijfshuishoud- kunde aan de Amsterdamsche universiteit op 21 Aprjl uitsprak, in den vorm van een l fihu:« iet licht gezien. heid, te broos voor de woedende elemen ten der aardse onvolkomenheid, vergaat, in vliegende storm, terwijl de klokkenlui der van St. Lucie hoog in de toren het Noodlot luidt. Maar ongerept-blank staat het zeil van Leonie's en Raymond's al te ranke vaartuig tegen de achtergrond van zwart.dreigende wolken. De boot van Raymond „was in staat de hemel te be reiken, zei freule Leonie en het valt mij licht dat te geloven". En zo was dan dit einde. Eens, na een oordeelsdag van lou tering, zal het anders zijn. Dan „zal nog eenmaal een nieuw spel beginnen, een nieuw spel, waarbij gij, Jean Soiret (de klokkenluider) niet het laatste woord zult hebben. Want dat spel zal zonder einde zijn en zonder tranen." Ferdinand Langen een der jongeren hij heeft, al klinkt zijn melodie hier zuiverder dan daar, zijn toon gevonden. Hij heeft ons iets Ijostbaars geschonken. Wij weten nu, dat onder de jongeren nog proza kan klinken, dat een hart gelukkig maakt. C. J. E. DINAUX. r~ Kuns1>snippers Camille Huysmans. minister van openbaar onderwijs en de bekende Vlaamse schrijver Herman Telrllnck, zullen zich naar Amsterdam begeven om er op 20. 21 en 22 Mei de feestelijk- heedn ter herdenking van de sterfdag van P. C. Hooft bij te wonen. BIJ deze gelegenheid zullen de Belgische mi nister en de Vlaamse letterkundige de diplo ma's van „doctor honoris causa" van de Am sterdamse universiteit ontvangen. Aan de feesten zal ee:i selectie van leerlin gen van de Belgische Athenea deelnemen, die dan een toneelstuk zullen opvoeren. Op de vierde avond der Beethoven-cyclus van de H. O. V. treedt Willem Andriessen op als solist. Het concert wordt gegeven op Dins dag 13 Mei in de Gem. Concertzaal te Haarlem Met begeleiding van het orkest, dat wederom onder leiding van Marlnus Adam staat, zal hij het vierde pianoconcert vertolken. Als omlijs ting zullen de Ouverture Prometheus en de vierde symphonle ten gehore worden gebracht. Het reeds in zeventien landen gespeelde toneelstuk „Schipper naast God" van Jan de Hartog, zal nu ook in het a.s. seizoen in Neder land opgevoerd worden en wel door Cor van der Lugt Melsert (Het Nederlands Toneel), die ook Jan de Hartog's eerste toneelwerk „De ondergang van de vrijheid" in 1939 ten tonele bracht. Cor van der Lugt Melsert zal de hoofd rol vervullen. IGENLIJK staan. wij. toeschouwers ta melijk hulpeloos tegenover het ver schijnsel' film. Sommige harer producten maken ons enthousiasme wakker, andere daarentegen wekken onze critiek of ver lokken ons tot ii'onie en soms gebeurt het dat we ons afvragen of hetgeen wij zagen nu een waardeloos vod was dan wel het begin van een nieuwe ontwikkeling in de film-kunst. Maar het kan ons een troost zijn dat de ingewijden van het filmbe drijf zich even hulpeloos voelen tegenover het medium film dat voor hen de koopwaar film is. Ze spreken van de wispelturigheid van de publieke smaak. De toeschouwei's schamperen ovër insta biele kwaliteit en over een speculatieve basis der productie. Dat is allemaal waar, de kern van de zaak blijft echter onaan geroerd, namelijk dat het ons aan maat staven ontbreekt om de film te beoor delen. Als een vriendelijke en belangstellende bioscoopganger na een voorstelling arge loos vraagt' „wat is nu eigenlijk dat filmi sche dat u zoo roemt", dan is het niet eenvoudig daar een goed geformuleerd antwoord op te geven dat alle elementen van de film als kunstvorm omvat. Om te proberen een definitie te geven is het nodig terug te gaan naar de grond slagen van de film. Een film is een vlakke lichtgevoelige strook van vrijwel onbe perkte lengte. Dat is erg simpel, maar hier zi.in de meest principiële kenmerken van de filmkunst te vinden. Met behulp van een camera worden op de filmstrook beel den vastgelegd die later weer zichtbaar gemaakt kunnen worden. Film betekent dus: zien. Maar door de technische eigen schappen der camera kunnen bewegende objecten vastgelegd worden. De beelden zijn dus samenhangend, er is continuïteit in te vinden. Film is dus: aaneengeschakel de beweging zien. Verder is het nodig dat er, om iets op de filmstrook vast te leggen ook iets ge weest is. Het is niet mogelijk met een camera een beeld te maken. Men kan het beeld er op een bepaalde manier mee be kijken een visie geven maar er moet eerst iets zijn. Film is dus van huis uit dus eenzijdig realistisch, al zal het duidelijk zijn dat ze in haar speciale voimen, zoals de tekenfilm, niet meer volkomen aan deze allerprimitiefste eis voldoet. Bij dit alles is van geluid geen sprake. Dat komt pas later, want het geluid wordt immers met behulp van het beeld vastge legd. Het staat als een rij smalle sti-eepjes aan de kant van het beeld vlakje. Geluid is een toegevoegd element, het kan nooit de vorm der film bepalen, hoogstens kan bet de handeling steunen en haar enkele ogenblikken over nemen. En als een regis seur u op een opname onthaalt van ijverig pratende mensen, zeg dan niet een gerust geweten tegen uw buurman dat dit géén film is. Ook al klinkt het filmgesprek nog zo interessant. Film is beweging zien! Pas als deze eerste en beslissende eis vervuld is, kunnen we ons gaan verdiepen in de eigen mogelijkheden van ons mate riaal. Omdat de lengte van een strook schier onbeperkt is, kunnen we de bewe ging en de tijd en ruixnte die we daar mee scheppen zo ver uitstrekken als wij willen. Maar door de strook af te knippen en er een andere voor in de plaats te plak ken, kunnen we grenzen scheppen en ge ledingen, samenvattingen en tegenstellin gen; kunnen we vergelijkingen maken en zelfs beeld-rijmen oproepen. Hier ligt ook het geheim van het rhythme van zo'n beelden-compositie. En als we nu ook de eigenschappen van de in alle richtingen beweegbare en verstelbare camera nagaan ontdekken we hele reeksen secundaire filmkenmerken. die we verder uit kunnen breiden als we ons gaan verdiepen in de keuze van wat we gaan opnemen en hoe. Daarmee komen we ook op dramatisch teiTein en maken we een goede kans ons mee te laten slepen door een aantrekkelijk gegeven en te zondigen tegen het allereer ste en primitiefste kenmerk: beweging zien. De fout die vele filmers door de jaren heen „Actie" placht de filmregisseur uit de begintijd van de filmproductie te schreeuwen. Wat hij maakte was hoogst 'primitief, maar aan beweging kwamen die allereerste rolprenten in elk geval niet te kort. voortdurend herhaald hebben, die ze nog dagelijks maken en die ontstaat als men een gegeven gaat vei'filmen dat niet bij de film-vorm past. Het gaat er niet om of de denkbeelden van de gekozen stof op de een of andere manier op het film-lint zijn vastgelegd, ze moet verwezenlijkt zijn op een wijze die strookt met de eigenschap pen van het materiaal. Vorm en inhoud van een kunstv/erk vormen één geheel. En de dagelijkse bioscoop leert wie er zich in verdiepen wil dat er nog maar weinig mensen zijn ook onder de filmers, die wer kelijk in „filmtaal" weten te denken en uit te beelden. Maar weinig films zijn vol maakt „filmisch". Het woord „Bioscoop"^s afgeleid van „bio" (leven) en „scopein": (zien). Dat moest eigenlijk met grote letters boven het doek van elke bioscoop staan; het zou de toeschouwers als steun kunnen dienen in hun hulpeloosheid tegenover de altijd bekorende maar wankelmoedige jongste muze. v. G. In de algemene vergadering van de Neder landse Zuid-Afrikaanse Vereniging, welke op 17 Mei In Amsterdam gehouden wordt, zal de dichter A Roland Holst spreken over indruk ken van zijn reis naar Zuld-Afrtka. Agenda voor Haarlem ZATERDAG 10 MEI Stadsschouwburg: „Claudia", 8 uur. H. K. B.: film „Den Vaderlant Ghetrouwe", 3 uur. Grote Kerk: Kennemer Oratoriumvereniging Requieum van L. Cherubini, 8 uur. Gem. Concertgebouw: „Lou Marti's Variété expres", 8 uur. Frans Hals: „La route cu bagne foeg. bov. 18 J., 2.30, 7.00 en 9.15 uur. City: „2000 vrouwen", loeg. bov. 18 J.. 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „Mijn meisje is een gangster", 2.00, 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt: „Morgen is voor eeuwig", toeg. bov. 18 j„ 2.30. 7.00 en 9.15 uur. Palace: „Een zaak van leven en dood", toeg. bov. 14 J., 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Luxor: „Ridder der wraak", 2.30, 7.00 en 9.15 uur. ZONDAG 11 MEI. Stadsschouwburg: „De reiziger zonder ba gage", 2.00 en 8.00 uur. Gem. Concertgebouw: „Lou Marti's Variété express', 8 uur. Bioscopen» Middag- (twee voorstellingen) en avondvoor stellingen. MAANDAG 12 MEI Stadsschouwburg: Ballet Jooss, 8 uur. Gem. Concertgebouw: Opera-concert, 8 uur. Biosco pen: Middag- en avondvoorstellmgne. De regering „zit" er enigszins mee Over Muziek (Speciale reportage) Naar wij vernemen is de kans zeer groot, dat de door onze regering geïmporteerde Franse rijwielen binnenkort zonder bon beschikbaar zullen worden gesteld. Toen de regering indertijd een handelsaccoord met Frankrijk sloot en daarbij ook de le vering van rijwielonderdelen bedong, leek er niet het minste bezwaar tegen de Franse eis om tevens 100.000 complete Franse rij wielen af te nemen. Het rijwieltekort in ons land was (en is) nu eenmaal aanzien lijk en daar de eigen industrie (vooral door gebrek aan kettingen en remnaven) nog zeker 3 a 4 jaar nodig zal hebben om weer op volle toeren te komen, hadden ook onze fabrikaïiten aanvankelijk weinig be zwaar tegen de invoer van een beperkt aantal complete rijwielen. Per saldo meen den zij er zelfs een zekere reclame in te kunnen zien, omdat het publiek zonder twijfel weldra zou constateren, dat de Franse, evenals trouwens de Engelse, fiet sen lang niet zo goed zijn als de Neder landse. Maar toen het rijksbureau voor Metalen, namens de overheid, het contract tekende, werden er fouten gemaakt, want in dit contract werd wél het handelselement, maar niet de technische zijde voldoende bekeken. Met het gevolg, dat de twee Ne derlandse valtmensen die namens dc rege ring de aflevering door de Franse fabrie ken moeten controleren, er wél op mogen toezien, dat de vermelde aantallen kloppen en dat de fietsen compleet zijn, maar geen bezwaren kunnen doen gelden tegen de kwaliteit van het fabrikaat. En er geble ken dat verschillende Franse fabrieken minder goed materiaal gebruiken dan re delijkerwijs mocht worden verwacht. Het contract ongeldig verklaren kunnen wij echter niet, omdat de regering zich ver plicht heeft tot het storten van een grote waarborgsom, welke pas met de laatste zending kan worden verrekend! Trage levering. Er zijn intussen nog andere factoren, die er toe meewerken, dat de belangstelling van ons publiek voor de Franse fietsen beneden pari is gebleven. In de eerste plaats is het rijwiel zeer licht, met hand- veigremmen, en bijzonder klein zadel en met banden van 26 X 1 5/8, een afwijken de maat, welke hier slechts voor sportfiet- sen wordt gebruikt. Bezwaarlijk is boven dien de hoge prijs, zonder lamp, slot, bel, achterlicht en bagagedrager. Het heeft aanvankelijk in de bedoeling gelegen de Franse fietsen op een speciale distributiebon af te leveren aan groepen als de douane, de spoorwegen, de P.T.T. Maar de aflevering door de Franse fabrie ken geschiedde in zó traag tempo, dat men inmiddels al was voorzien. Men heeft de rijwielen toen op blok-toewijzingen aan geboden aan de- grote bedrijven. Stapels aanvragen lagen nog altijd op het rijksbu reau voor Metalen uit de tijd, toen de re- Alle Nederlandse klokken op den duur gelijk De directie van het P.T.T.-bedrijf heeft plannen in studie genomen, om eerlang een universele tijdregeling voor het gehele land in te voeren. Voor dit doel zijn in het radio-laborato rium der P.T.T. twee «pparaten opgesteld, waarmede een wisselstroom van 50 Hertz wordt opgewekt met een grote frequentie- constantheid. Wanneer een synchroonklok op deze wisselstroom wordt aangesloten, loopt deze met een nauwkeurigheid van 0.008 seconde per etmaal of ongeveer 3 se conden per jaar. Deze standaard-frequentie wordt nu ge voerd door bestaande kabel leid in gen over 'het gehele land, waardoor het zogenaam de standaard-frequentie-distributie-net wordt gevormd. Op het zo juist genoemde net kunnen synchroonmotortjes worden aangesloten voor het synchroniseren van moederklok- ken en andere mechanische slingeruurwer ken, welke dan met de genoemde nauw keurigheid onderling gelijk lopen. Op deze wijze kan men komen tot het synchroniseren van de uurwerken dei- spoorwegen, van het P.T.T.-bedrijf, van openbare- en particuliere instellingen en van instrumenten als vitrographen, beno digd voor het regelen van klokken en hor loges. De heer W. P. Hoogeveen, de pionier op het gebied van de universele tijdre geling in Nederland, die reeds van 1901 af met deze materie bezig is en in 1937 met het idee kwam om de zo genaamde „moederklokken" te syn chroniseren. installeerde een derge lijke apparatuur voor de P.T.T. te Rot terdam, welke in December 1946 ge reed kwam. In Goes en in 's-HeFtogenbosch bevindt zich reeds een soortgelijke installatie waarbij door „minuut-impulsen" een uni versele tijdregeling voor de provincies Zeeland en Noord-Brabant wordt verze kerd. Thans bestaan plannen om voor Limburg hetzelfde te doen uit een in Maastricht te plaatsen apparatuur. Engeland kan het maken: De laatste creatie op het gebied van speelgoed, die de En gelse export-industrie gelanceerd heeft, wordt gevormd door ':t verzameling „levens, echte" dicrenfigurcn, die door hun grappige mimiek een komische indruk maken. gering een 20 a 30000 rijwielen kocht uit de Engelse dumps. Deze fietsen waren gloednieuw of .weinig gebruikt, van be hoorlijke kwaliteit, en werden voor de prijs van f 55 beschikbaar gesteld. Na tuurlijk kon lang niet iedereen worden ge holpen en men hééft de aanvragers nu de gelegenheid gegeven zich Franse fietsen aan te schaffen. Maar de interesse is veel te klein. Het publiek begint weer criti- scher te kopen en ruim f 120 vindt het te veel, te meer daar ook op model en kwali teit het een en ander valt af te dingen. De zaken staan thans zó. dat de Neder landse fabrieken die bij de verkoop zijn ingeschakeld, vol Franse ifietsen zitten, hoewel nog slechts 30.000 van de bestelde 100.000 door Frankrijk zijn geleverd en dat onze fabrikanten er niets voor voelen om ook bij de verkoop van de nog te ver wachten partijen te worden betrokken. De regering heeft nu twee mogelijkhe den: de fietsen rechtstreeks aan de win keliers te leveren ter verkrijging op dis tributiebon, waarbij de winstmarge van de groothandel wordt uitgeschakeld en de prijs dus iets lager kan worden; of de rij wielen bonvrij beschikbaar stellen. Naar wij vernemen kan deze laatste maatregel binnen enkele weken worden verwacht. Wie niet in aanmerking komt voor toewijzing van een bon, omdat hij zijn rijwiel uitsluitend voor zijn genoegen gebruikt, krijgt aldus een kans om zijn touristische verlangens te bevredigen, en men hoopt op die manier toch nog een flink aantal gegadigden te vir.den. Een boek over een boekerij Geschiedenis en toekomst van de 350-jarige Stads bibliotheek Ter gelegenheid van het 350 jarig be staan van de Stadsbibliotheek van Haarlem heeft de directeur, de heer P. V. de Wit een boekje samengesteld, waarin hij een overzicht geeft van de stichting en ge schiedenis der bibliotheek. De schrijver vertelt hoe de boekerij gegroeid is, welke gebouwen gebruikt zijn, op welke wijze de instelling gebruikt is en hij doet mede delingen over het aantal lezers, boekdelen, uitgeleende boeken en bezoekers. Wat de toekomst betreft, deelt de heer De Wit mee, dat mogelijk het volgend jaar een jeugdbibliotheek geopend zal worden. Gehoopt wordt op stichting van filialen in andere wijken van de stad. De omgeving zal niet achter blijven. Het is niet te over zien, welke mogelijkheden zich zullen voordoen, maar dat voor het bibliotheek leven in Haarlem en omgeving de velden wit zijn om te oogsten, staat vast. Is de Haarlemse Stadsbibliotheek voorbeschikt om de centi'ale Kennemer-bibliotheek te woi'den?, vraagt de directeur zich af. In de toekomst zal het nodig zijn het 350 jarig vei'blijf te verlaten. Een nieuw ge bouw moet gesticht worden, dat in het centrum van Haarlem behoort te staan en de burgers van jong en oud moet noden tot binnengaan, om kennis te maken'met oude en nieuwe cultuux'. In het boekje is ook opgenomen een ge dicht van de hoofdassistente, mejuffrouw Guda Ratelband over „herinneringen van de oude trap", aangeboden aan de direc teur op 22 Mei 1946. Te s-Gravenhage is in de ouderdom van 73 jaar overleden staatsraad Mr. J. B. Kan. De overledene werd op 18 Mei 1873 ge boren. Hij doorliep het Erasmiaans gym nasium te Rotterdam, waar zijn vader rector was en vervolgde zijn studie aan de rijksuniversiteit te Leiden, waar hij in 1896 cum laude promoveerde. Aan het departement van Financiën doorliep hij verschillende rangen, waarna hij als refei'endaris in 1904 werd overge plaatst naar het departement van Binnen, landsche Zaken, waar hem een geheel andere taak wachtte, namelijk het hoofd van dat ministerie, Dr. A. Kuyper bij te staan bij de samenstelling van de school wet en de pensioenregeling der onderwij zers bij het bijzonder onderwijs. Op 34-jarige leef tijd werd Mr. Kan het ambt van secre taris-generaal van het departement van binnenlandse zaken toevertrouwd. Hij had dus reeds een jl jl. jj-l jl_ mm* - --ï verdienstelijkeloop- %i haan achter zich f f f j toen hij op 8 Maart 4' i f. 1926 geroepen werd 4 tot minister van Binnenlandse Zaken Mr. J. B. Kan en Landbouw In het ministerie De Geei'. Tot 10 Augustus 1929, toen het ministerie zijn ontslag aanbood, nam hij die functie waar. Tijdens zijn ministerschap en na zijn af treden verwierf de thans ontslapene grote bekendheid door zijn vele bezoeken aan de werkverschaffing. Bij Kon. Besluit van 19 December 1930 werd Mr. Kan benoemd tot lid van de Raad van State. Met hem deed in de Raad van State zijn intx-ede een man, die door zijn veelzijdige en veeljarige werkzaamheid doorkneed was in bestuursaangelegen heden. Op 27 Mei 1940 werd Mr. Kan door de opperbevelhebber benoemd tot adviseur van de zuiveringscommissaris voor de we deropbouw. Mr. Kan was voorts een enthousiast be oefenaar van verschillende takken van sport. Zijn verdiensten werden in binnen, buitenland erkend door zijn benoemingen tot Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw, groot-officier in de oi'de van Oranje-Nassau, commandeur van het Le gioen van Eer (Fr.), groot-officier van de Kroon van België.. Ook was hij drager van het kruis van verdienste van het Rode Kruis. De crematie is heden te Westerveld ge schied. Volgens de wens van de thans ont slapene waren alleen de naaste familiele den tegenwoordig. In een te Amsterdam gehouden vergadering van de gezamenlijke colleges van rcctorcn-mag- nificus en assessoren van de Neder:, univer siteiten en hogescholen is besloten tot de op- richting van eer. vereniging van Nederlandse hoogleraren en lectoren. Historie I E GESCHIEDENIS de> muziek is een verhaal van zaken en niet van personen. De lotgevallen der muziek zijn niet dezelf de als de lotgevallen der componisten. Het ls zeker waar dal de menselijke aandoe ningen een natuurlijk element zijn in de kunstwerken, maar het is niet waar dat de kunstwerken op de eerste plaats van be tekenis zijn voor zover zij de levensgeschie denis der componisten weergeven. De com ponisten zijn groot als zij belangrijke din gen doen: de oorsprong van en de drijf veren tot het componeren zijn raadselach tiger dan men denkt en liggen niet in de wil en de bedoelingen der kunstenaars. Natuurlijk zijn er grote verschillen en bij elke componist is de situatie weer anders, maar in principe is het niet juist te menen dat een compositie van belang is voor zo ver zij duidelijk een spiegel van 's compo nisten leven is. Toch mag men niet con cluderen dat de kennis van het leven van een scheppend kunstenaar overbodig is. Integendeel, juist uit het lezen der levens geschiedenissen kan men naast de studie der muziek-op-zich-zelf leren wat tot de tijdelijkheid van de maker en wat tot het eigene der muziek behoort. Het zou een aparte tok van de geschiedenis-beoefening moeten zijn om deze onderscheidingen te onderzoeken. Het behoort niet tot de taak der uit voerende artisten in deze zaak iets te doen en ik weet niet of de historici en de musi cologen in het algemeen er toe in staat zijn. De tendens van het geschiedenis-onderwijs is tegenwoordig zó. dat mende levens geschiedenis van de componist op de tweede plaats stelt en ik geloof dat dit wel gegrond is op de overtuiging dat men de ontwikke ling der stijlen en vormen op de voorgrond moet stellen. Dit is juist ten opzichte van het muzikaal en wetenschappelijk bewust zijn, maar daarmee is er een kans voor het gevaar dat men de altijd interessante en belangrijke lotgevallen van de maker laat ik zeggen de eerste ontvanger der schoonheid, miskent. Men mag hierbij in het oog houden dat ik denk aan de histories van componisten die niet meer in leven zijn: dit spreekt vanzelf. Ik weet dat dit een romantische gedachte is. maar wat is de muziek zonder romantiek? In wezen is het componeren, het uitvoeren en het luis teren volkomen romantisch; dit geldt voor alle tijden, alle stijlen en alle musici en heeft niets te maken met de altijd zo graag doorgevoerde en gepatenteerde onderschei ding van het „tijdperk der romantiek". Ik vind Palesirina en Bela Bartok romantisch want zij leefden voor zover zij componeer den in een andere wereld. Het is altijd de moeite waard in een bio- graphte te lezen hoe het leven van een componist dikwijls onafhankelijk verliep van de inhoud van zijn werk. Het is niet mijn bedoeling hier volledig in te gaan op de onpeilbare vei-mengingen van aanleg en omstandigheden; ik wil slechts opwekken tot het met onderscheid lezen van de geschiedenissen der componisten. Ik laat vandaag de ingewikkelde zaak van mensen als bijvooi'beeld Bach. Beet hoven en Chopin bulten bespreking en leg de belangstellende lezer heden een bladzijde voor uit het leven van de oude Jozef Haydn, die in 1732 in Oostenrijk geboren werd en die 77 jaar werd. Iedere muziekliefhebber weet dat zijn muziek een leven-op-zich-zelf was en dat hij na zijn zeventigste jaar nog altijd vrolijk compo neerde. In de betrouwbare biographie van J. Har tog lees ik onder andere het volgende: „Toen hij uit bovengenoemd Lukavec in het najaar van 1760 was teruggekeerd naar Weenen, wenschten de beide doch ters van den pruikenmaker Keiler zijne leerlingen te worden; Haydn nam dit voorstel aan uit dankbaarheid voor de ondersteuning die hun vader hein had verleend in de dagen van bitteren nood en ontbering. De jongere dochter was zeer aangenaam van aard, had een zacht karakter en dweepte met muziek; Haydu gevoelde zich zeer tot haar aangetrokken en wel zoodanig, dat eene onderlinge genegenheid daarvan het gevolg was en hij haar tot zijne levensgezellin wenschte. Plotseling echter besloot zij om in het klooster te gaan en liet onmiddellijk de daad op het woord volgen. Door den vader, wien er zeer veel aan gelegen lag om den toekomstigen beroemden kunste naar aan zijn huis te verbinden, liet Haydn zich zonderling genoeg over halen om in plaats van de jongere, de oudere zuster te trouwen. „Wees nu maar niet ontroostbaar," zeide vader Keiler, „ik heb nog eene dochter, die kunt ge ten huwelijk krijgen." Maar dat lag niet in Haydn's bedoeling, aangezien hij zich niet tot haar aangetrokken voelde, het geen hoewel in bedekte termen ook door haar vader werd bekend; maar meende hij „het zal wel goed gaan, als ge maar eens getrouwd zïjt. dan komt al les wel goed terecht" en liet daarbij her haaldelijk uitkomen dat hij aan Joseph vele en goede diensten had bewezen. Zoo doende werd Haydn in zekeren zin tot dit huwelijk genoodzaakt. Den 26sten November 1760 werd het wettig gesloten en van dien dag af was Haydn gekluis terd aan eene vrouw, waarvan de over eenstemmende berichten vermelden, dat zij onverdragelijk, strijdlustig, verkwis tend, bovendien zeer bigot was en iemand die niet het minste begrip had van de beteekenis van haren man, (die drie jaar jonger was dan zij) en bovendien in het geheel niet van hem hield. Zij maakte den goeden Haydn het leven zeer moei lijk; als zij slecht geluimd was dan ge beurde het dikwijls dat zij bladeren scheurde uit zijn partituren om die te gebruiken voor papillotten-papier of ook wel om er gebak op te leggen of in te rollen, enz.; bijna altijd ontving zij hern op onvriendelijken toon. Haydn droeg dit zware lot met het grootste geduld." In een brief aan zijn vriend Griesingcr uit Londen in 1792 noemt hij haar een „bestia infernale". Hij is veertig jaar met haar getrouwd geweest. HENDRIK ANDRIESSEN. Textielfabriek in vlammen In de nacht van Donderdag op Vrijdag brak te Winterswijk een felle uitslaande brand uit in de textielfabriek „De Pol". Toen de brandweer arriveerde stond een deel der fabriek reeds in lichter laaie, zo dat aan blussen niet meer viel te denken. Een grote voorraad garens en veel kost bare machines gingen verloren. De weve rijen werden echter behouden en liepen slechts lichte schade op. De oorzaak van de brand is nog niet be kend en ook de schade is nog niet te ramen. Het gehele bedrijf, waar ongeveer 150 ar beiders werkten, zal voorlopig stop gezet moeten worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1947 | | pagina 5