Literaire kanttekeningen
[litiË is het geheim
De Franse fietsen waarschijnlijk
binnenkort zonder bon
Oud-minister J. B. Kan
overleden
ZATERDAG 10 ME1 1947
3. B. CHARLES: „Ontmoeting in den Vreemde"
FERD. LANGEN: de Speelgenoten.
Bayard Reeks, Kroonder Bussum.
VRIJWEL in alle opzichten vormen deze
beide novellen, afzonderlijk versche
nen in de welverzorgde Bayard Reeks
elkanders tegendeel: realistisch de eerste,
romantisch de tweede, daarmee twee stro
mingen vertegenwoordigend, die zich als
steeds trouwens in de literatuur afteke
nen. Niet alleen op grond van eigen aanleg
en dus van voorkeur stel ik Langen's
„Speelgenoten" verre boven het kort ver
haal van Charles. Ook een novelle, hoe
fragmentarisch naar zijn aard, eist compo
sitie, geslotenheid. Ook daar moeten vorm
en inhoud één zijn. De „Ontmoeting" van
Charles (die mij als auteur verder niet be
kend is) blijft echter een grillig apergu, dat
ongetwijfeld blijk geeft van een wakker in
tellect, een scherp waarnemingsvermogen,
een suggestief-beeldende kracht het is,
waar maar te zeer voortkomt uit dat
modieus soort psychisch realisme, dat zich
erin vermeit, te wroeten'- in de onfrisse
troebelheden van de menselijke ziel, om te
bieden wat van een literair product, hoe
dan ook, verlangd mag worden: ontroeren
de schoonheid.
Luguber, duister benauwend, een wrang
spel in de schemer van een wereld die ten
dele tot de werkelijkheid, ten dele tot de
bedreigende verborgenheden van het on
derbewustzijn behoort, doet deze novelle
ons kaleidoscopisch een zonderling avon
tuur beleven, een reeks beklemmende ge
waarwordingen ondex-gaan, waarvan we zo
aanstonds de zin niet begrijpen en pas de
verklaring kunnen vinden in een symbo
liek, die met Vestdijkiaanse scherpzinnig
heid wellicht achterhaalbaar is, maar niet-
ingewijden voor een «puzzle plaatst.
Natuurlijk heeft de auteur er meer mee
„bedoeld" dan een op zichzelf verdien
stelijke letterkundige weergave van met
angst-suggestie doortpokken tafrelen. Maar
welk behagen kan een lezer er in scheppen,
'deze bedreigde wereld in een onwezenlijke
zweving tusschen angstdroom en realiteit
binnen te gaan?
De „Ik" van dit verhaal gaat op een, van
warmte-onheil broeiende, middag deelne
men aan een rauw schouwspel: de uiteen
drijving van een mensenmassa op het Ko
ninklijk Plein, die gril van een sadistisch
regent als feestnummer ten beste wordt
gegeven: een zinloze, rauwe slachtpartij
symboliek van troebele menselijke sensa-
tielust en een stompzinnige zucht tot
wreedheid, die natuurlijk diepere en be-
■schamend-ware gronden heeft.
De oox-sprong van dit bloedig visioen is
niet ver te zoeken: het verhaal Werd ge
schreven in de jaren 1943-'44. De „Ik", zich
bewust geworden van eigen duistere drang,
ontkomt ternauwernood aan de sabelhou
wen der woest-rode huzarencohoi'de, ont
moet daarna een zonderlinge jeugdvriend
(het tweede „ik" van de hoofdpersoon?),
wiens profetisch-vïsionnair betoog wordt
ingegeven óf door een ziekelijk-verwarde
ziel óf door dié scherpzinnige onverschrok
kenheid, welke verder ziet en dieper peilt
dan het middelmatige burgermansbrein.
Hij wijst hem af door zijn schijnbaar onsa
menhangend betoog te honen als krank
zinnigheid als vorm van aanstellerij, en
verdwijnt, eenzamer dan te voren, uit ons
gezichtsveld op een vuilniskar die de res
tanten van het bloedig schouwtoneel mee
draagt.
Aldus wordt een inwendige wereld ge
projecteerd in de uitwendige psychisch
realisme, dat alleen bewondering kan af
dwingen in zijn perfectie, maar anders een
te ongebonden spel wordt met de onbe
grensde mogelijkheden, die de verstande
lijk oncontroleerbare verborgenheden van
's menschen ziel bieden, om er meer dan
zakelijke waardering voor te kunnen ge
voelen.
In Langen's „Speelgenoten" heb ik an
dere geluiden beluistei-d. Ik heb een stem
herkend die alleen klinkt in wat het waar
achtigst beleden is en mij dankbaar herin
nerde aan van Schendel. Ook hier, als bij
Charles, voltrekt zich een onheil, maar één
van hogere orde, één dat de wijding kreeg
van een stille en innige weemoed die uit
elke zin naklinkt, zuiver en weldadig, als
een milde vertroosting van melodieus ont
roerd-zijn, één dat ontijdelijker en daarom
tragischer, maar tóch verlossender is dan
de trieste verwrongenheid van Charles'
wereldbeeld in de „Ontmoeting".
Deze Speelgenoten, kinderen van het
ongerept geluk; de gratievolle, tere freule
Leonie en de sclioon-gebouwde Raymond,
die met elkander ver en onbewust van het
kwaad der wereld hun onbekommerd spel
spelen van paradijselijke onschuld en ge
lukzaligheid, zullen de lezer niet licht meer
verlaten. Donker dreigend wordt de he
mel boven hun lachende gezichten, maar
ze zien het niet, hun schommelspel bracht
hun bij de hemel. En wie zo vergaat het
de toeschouwer die zich in deze novelle
richt tot de onheilsvei'kondiger, de klok
kenluider van St. Lucie, herkent dan
niet een droom die eens gedroomd maar
nooit "vergeten is? Hij kon het beeld niet
kwijt raken, deze toeschouwer, zijn hart
had het al te duidelijk gezien. Niet onge
straft aanschouwt de sterveling het vol
maakt geluk. Het is niet van hier. De boot
van Leonie's en Raymond's gelukzalig-
Nieuwe ui ft
„Erwin gaat naar Zweden", door
LISA TETZNER. Voorheen Van Dit-
mar, Amsterdam—Antwerpen.
Lisa Tetzner is een Zwitserse Schrijfster, die
een serie kinderhoeken heeft geschreven, uit
tien delen bestaande, waarin zij de beleve-
en weergeeft van een groep kinderen die
aanvankelijk in een huurkazerne in een grote
stad woont kennelijk is een Duitse stad be
doeld. Door de narigheden der grote mensen
het nazl-reglem wordt dit clubje uiteen
geslagen en naar alle windstreken verspreid. Het
is de bedoeling dat de avonturen van de vér-
schillende kinderen in aparte boeken beschre
ven worden en dit eerste deel een afgerond
•haal bevat dan wat er gebeurt met een
kleine jongen die met zijn vader via Parijs naar
Zweden vlucht en zelfs bij de Lappen terecht
komt.
De schrijfster slaagt er uitstekend in alle
mogelijke politieke moeilijkheden te vermijden
en geeft een verhaal dat. met een lichte humor
getint, goed de verbeelding van de wat oudere
kinderen aanspreekt. In de vertaling1 van Bep
Otten kreeg de verteltrant de gewenste soe
pelheid.
Het toeval is deze Erwin wel wat opvallend
goed gezind, maar zijn geschiedenis blijft aan
trekkelijke kinderlectuur. v. G.
DR. P. KUIN: „De bedrijfsorganisatie
als structuur verschijnsel". (Tjeenk
Willink en Zoon, Haarlem).
Thans heeft de inaugurale rede van Dr. P.
Kuin, die deze bij de aanvaarding van het
ambt van hoogleeraar in de bedrijfshuishoud-
kunde aan de Amsterdamsche universiteit op
21 Aprjl uitsprak, in den vorm van een l
fihu:« iet licht gezien.
heid, te broos voor de woedende elemen
ten der aardse onvolkomenheid, vergaat,
in vliegende storm, terwijl de klokkenlui
der van St. Lucie hoog in de toren het
Noodlot luidt. Maar ongerept-blank staat
het zeil van Leonie's en Raymond's al te
ranke vaartuig tegen de achtergrond van
zwart.dreigende wolken. De boot van
Raymond „was in staat de hemel te be
reiken, zei freule Leonie en het valt mij
licht dat te geloven". En zo was dan dit
einde. Eens, na een oordeelsdag van lou
tering, zal het anders zijn. Dan „zal nog
eenmaal een nieuw spel beginnen, een
nieuw spel, waarbij gij, Jean Soiret (de
klokkenluider) niet het laatste woord zult
hebben. Want dat spel zal zonder einde
zijn en zonder tranen."
Ferdinand Langen een der jongeren
hij heeft, al klinkt zijn melodie hier
zuiverder dan daar, zijn toon gevonden.
Hij heeft ons iets Ijostbaars geschonken.
Wij weten nu, dat onder de jongeren nog
proza kan klinken, dat een hart gelukkig
maakt. C. J. E. DINAUX.
r~
Kuns1>snippers
Camille Huysmans. minister van openbaar
onderwijs en de bekende Vlaamse schrijver
Herman Telrllnck, zullen zich naar Amsterdam
begeven om er op 20. 21 en 22 Mei de feestelijk-
heedn ter herdenking van de sterfdag van P.
C. Hooft bij te wonen.
BIJ deze gelegenheid zullen de Belgische mi
nister en de Vlaamse letterkundige de diplo
ma's van „doctor honoris causa" van de Am
sterdamse universiteit ontvangen.
Aan de feesten zal ee:i selectie van leerlin
gen van de Belgische Athenea deelnemen, die
dan een toneelstuk zullen opvoeren.
Op de vierde avond der Beethoven-cyclus
van de H. O. V. treedt Willem Andriessen op
als solist. Het concert wordt gegeven op Dins
dag 13 Mei in de Gem. Concertzaal te Haarlem
Met begeleiding van het orkest, dat wederom
onder leiding van Marlnus Adam staat, zal hij
het vierde pianoconcert vertolken. Als omlijs
ting zullen de Ouverture Prometheus en de
vierde symphonle ten gehore worden gebracht.
Het reeds in zeventien landen gespeelde
toneelstuk „Schipper naast God" van Jan de
Hartog, zal nu ook in het a.s. seizoen in Neder
land opgevoerd worden en wel door Cor van
der Lugt Melsert (Het Nederlands Toneel), die
ook Jan de Hartog's eerste toneelwerk „De
ondergang van de vrijheid" in 1939 ten tonele
bracht. Cor van der Lugt Melsert zal de hoofd
rol vervullen.
IGENLIJK staan. wij. toeschouwers ta
melijk hulpeloos tegenover het ver
schijnsel' film. Sommige harer producten
maken ons enthousiasme wakker, andere
daarentegen wekken onze critiek of ver
lokken ons tot ii'onie en soms gebeurt het
dat we ons afvragen of hetgeen wij zagen
nu een waardeloos vod was
dan wel het begin van een
nieuwe ontwikkeling in de
film-kunst. Maar het kan
ons een troost zijn dat de
ingewijden van het filmbe
drijf zich even hulpeloos
voelen tegenover het medium film dat voor
hen de koopwaar film is. Ze spreken van
de wispelturigheid van de publieke smaak.
De toeschouwei's schamperen ovër insta
biele kwaliteit en over een speculatieve
basis der productie. Dat is allemaal waar,
de kern van de zaak blijft echter onaan
geroerd, namelijk dat het ons aan maat
staven ontbreekt om de film te beoor
delen.
Als een vriendelijke en belangstellende
bioscoopganger na een voorstelling arge
loos vraagt' „wat is nu eigenlijk dat filmi
sche dat u zoo roemt", dan is het niet
eenvoudig daar een goed geformuleerd
antwoord op te geven dat alle elementen
van de film als kunstvorm omvat.
Om te proberen een definitie te geven
is het nodig terug te gaan naar de grond
slagen van de film. Een film is een vlakke
lichtgevoelige strook van vrijwel onbe
perkte lengte. Dat is erg simpel, maar hier
zi.in de meest principiële kenmerken van
de filmkunst te vinden. Met behulp van
een camera worden op de filmstrook beel
den vastgelegd die later weer zichtbaar
gemaakt kunnen worden. Film betekent
dus: zien. Maar door de technische eigen
schappen der camera kunnen bewegende
objecten vastgelegd worden. De beelden
zijn dus samenhangend, er is continuïteit
in te vinden. Film is dus: aaneengeschakel
de beweging zien.
Verder is het nodig dat er, om iets op
de filmstrook vast te leggen ook iets ge
weest is. Het is niet mogelijk met een
camera een beeld te maken. Men kan het
beeld er op een bepaalde manier mee be
kijken een visie geven maar er moet
eerst iets zijn. Film is dus van huis uit dus
eenzijdig realistisch, al zal het duidelijk
zijn dat ze in haar speciale voimen, zoals
de tekenfilm, niet meer volkomen aan deze
allerprimitiefste eis voldoet.
Bij dit alles is van geluid geen sprake.
Dat komt pas later, want het geluid wordt
immers met behulp van het beeld vastge
legd. Het staat als een rij smalle sti-eepjes
aan de kant van het beeld vlakje. Geluid
is een toegevoegd element, het kan nooit
de vorm der film bepalen, hoogstens kan
bet de handeling steunen en haar enkele
ogenblikken over nemen. En als een regis
seur u op een opname onthaalt van ijverig
pratende mensen, zeg dan niet een gerust
geweten tegen uw buurman dat dit géén
film is. Ook al klinkt het filmgesprek nog
zo interessant. Film is beweging zien!
Pas als deze eerste en beslissende eis
vervuld is, kunnen we ons gaan verdiepen
in de eigen mogelijkheden van ons mate
riaal. Omdat de lengte van een strook
schier onbeperkt is, kunnen we de bewe
ging en de tijd en ruixnte die we daar
mee scheppen zo ver uitstrekken als wij
willen. Maar door de strook af te knippen
en er een andere voor in de plaats te plak
ken, kunnen we grenzen scheppen en ge
ledingen, samenvattingen en tegenstellin
gen; kunnen we vergelijkingen maken en
zelfs beeld-rijmen oproepen. Hier ligt ook
het geheim van het rhythme van zo'n
beelden-compositie. En als we nu ook de
eigenschappen van de in alle richtingen
beweegbare en verstelbare camera nagaan
ontdekken we hele reeksen secundaire
filmkenmerken. die we verder uit kunnen
breiden als we ons gaan verdiepen in de
keuze van wat we gaan opnemen en hoe.
Daarmee komen we ook op dramatisch
teiTein en maken we een goede kans ons
mee te laten slepen door een aantrekkelijk
gegeven en te zondigen tegen het allereer
ste en primitiefste kenmerk: beweging zien.
De fout die vele filmers door de jaren heen
„Actie" placht de filmregisseur uit de
begintijd van de filmproductie te
schreeuwen. Wat hij maakte was
hoogst 'primitief, maar aan beweging
kwamen die allereerste rolprenten in
elk geval niet te kort.
voortdurend herhaald hebben, die ze nog
dagelijks maken en die ontstaat als men
een gegeven gaat vei'filmen dat niet bij de
film-vorm past. Het gaat er niet om of de
denkbeelden van de gekozen stof op de een
of andere manier op het film-lint zijn
vastgelegd, ze moet verwezenlijkt zijn op
een wijze die strookt met de eigenschap
pen van het materiaal. Vorm en inhoud
van een kunstv/erk vormen één geheel. En
de dagelijkse bioscoop leert wie er zich in
verdiepen wil dat er nog maar weinig
mensen zijn ook onder de filmers, die wer
kelijk in „filmtaal" weten te denken en uit
te beelden. Maar weinig films zijn vol
maakt „filmisch".
Het woord „Bioscoop"^s afgeleid van
„bio" (leven) en „scopein": (zien). Dat
moest eigenlijk met grote letters boven
het doek van elke bioscoop staan; het zou
de toeschouwers als steun kunnen dienen
in hun hulpeloosheid tegenover de altijd
bekorende maar wankelmoedige jongste
muze. v. G.
In de algemene vergadering van de Neder
landse Zuid-Afrikaanse Vereniging, welke op
17 Mei In Amsterdam gehouden wordt, zal de
dichter A Roland Holst spreken over indruk
ken van zijn reis naar Zuld-Afrtka.
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 10 MEI
Stadsschouwburg: „Claudia", 8 uur. H. K. B.:
film „Den Vaderlant Ghetrouwe", 3 uur. Grote
Kerk: Kennemer Oratoriumvereniging Requieum
van L. Cherubini, 8 uur. Gem. Concertgebouw:
„Lou Marti's Variété expres", 8 uur. Frans
Hals: „La route cu bagne foeg. bov. 18 J.,
2.30, 7.00 en 9.15 uur. City: „2000 vrouwen", loeg.
bov. 18 J.. 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „Mijn
meisje is een gangster", 2.00, 7.00 en 9.15 uur.
Rembrandt: „Morgen is voor eeuwig", toeg.
bov. 18 j„ 2.30. 7.00 en 9.15 uur. Palace: „Een
zaak van leven en dood", toeg. bov. 14 J., 2.30,
7.00 en 9.15 uur. Luxor: „Ridder der wraak",
2.30, 7.00 en 9.15 uur.
ZONDAG 11 MEI.
Stadsschouwburg: „De reiziger zonder ba
gage", 2.00 en 8.00 uur. Gem. Concertgebouw:
„Lou Marti's Variété express', 8 uur. Bioscopen»
Middag- (twee voorstellingen) en avondvoor
stellingen.
MAANDAG 12 MEI
Stadsschouwburg: Ballet Jooss, 8 uur. Gem.
Concertgebouw: Opera-concert, 8 uur. Biosco
pen: Middag- en avondvoorstellmgne.
De regering „zit" er enigszins mee
Over Muziek
(Speciale reportage)
Naar wij vernemen is de kans zeer groot,
dat de door onze regering geïmporteerde
Franse rijwielen binnenkort zonder bon
beschikbaar zullen worden gesteld. Toen
de regering indertijd een handelsaccoord
met Frankrijk sloot en daarbij ook de le
vering van rijwielonderdelen bedong, leek
er niet het minste bezwaar tegen de Franse
eis om tevens 100.000 complete Franse rij
wielen af te nemen. Het rijwieltekort in
ons land was (en is) nu eenmaal aanzien
lijk en daar de eigen industrie (vooral
door gebrek aan kettingen en remnaven)
nog zeker 3 a 4 jaar nodig zal hebben om
weer op volle toeren te komen, hadden ook
onze fabrikaïiten aanvankelijk weinig be
zwaar tegen de invoer van een beperkt
aantal complete rijwielen. Per saldo meen
den zij er zelfs een zekere reclame in te
kunnen zien, omdat het publiek zonder
twijfel weldra zou constateren, dat de
Franse, evenals trouwens de Engelse, fiet
sen lang niet zo goed zijn als de Neder
landse.
Maar toen het rijksbureau voor Metalen,
namens de overheid, het contract tekende,
werden er fouten gemaakt, want in dit
contract werd wél het handelselement,
maar niet de technische zijde voldoende
bekeken. Met het gevolg, dat de twee Ne
derlandse valtmensen die namens dc rege
ring de aflevering door de Franse fabrie
ken moeten controleren, er wél op mogen
toezien, dat de vermelde aantallen kloppen
en dat de fietsen compleet zijn, maar geen
bezwaren kunnen doen gelden tegen de
kwaliteit van het fabrikaat. En er geble
ken dat verschillende Franse fabrieken
minder goed materiaal gebruiken dan re
delijkerwijs mocht worden verwacht. Het
contract ongeldig verklaren kunnen wij
echter niet, omdat de regering zich ver
plicht heeft tot het storten van een grote
waarborgsom, welke pas met de laatste
zending kan worden verrekend!
Trage levering.
Er zijn intussen nog andere factoren, die
er toe meewerken, dat de belangstelling
van ons publiek voor de Franse fietsen
beneden pari is gebleven. In de eerste
plaats is het rijwiel zeer licht, met hand-
veigremmen, en bijzonder klein zadel en
met banden van 26 X 1 5/8, een afwijken
de maat, welke hier slechts voor sportfiet-
sen wordt gebruikt. Bezwaarlijk is boven
dien de hoge prijs, zonder lamp, slot, bel,
achterlicht en bagagedrager.
Het heeft aanvankelijk in de bedoeling
gelegen de Franse fietsen op een speciale
distributiebon af te leveren aan groepen
als de douane, de spoorwegen, de P.T.T.
Maar de aflevering door de Franse fabrie
ken geschiedde in zó traag tempo, dat men
inmiddels al was voorzien. Men heeft de
rijwielen toen op blok-toewijzingen aan
geboden aan de- grote bedrijven. Stapels
aanvragen lagen nog altijd op het rijksbu
reau voor Metalen uit de tijd, toen de re-
Alle Nederlandse klokken
op den duur gelijk
De directie van het P.T.T.-bedrijf heeft
plannen in studie genomen, om eerlang
een universele tijdregeling voor het gehele
land in te voeren.
Voor dit doel zijn in het radio-laborato
rium der P.T.T. twee «pparaten opgesteld,
waarmede een wisselstroom van 50 Hertz
wordt opgewekt met een grote frequentie-
constantheid. Wanneer een synchroonklok
op deze wisselstroom wordt aangesloten,
loopt deze met een nauwkeurigheid van
0.008 seconde per etmaal of ongeveer 3 se
conden per jaar.
Deze standaard-frequentie wordt nu ge
voerd door bestaande kabel leid in gen over
'het gehele land, waardoor het zogenaam
de standaard-frequentie-distributie-net
wordt gevormd.
Op het zo juist genoemde net kunnen
synchroonmotortjes worden aangesloten
voor het synchroniseren van moederklok-
ken en andere mechanische slingeruurwer
ken, welke dan met de genoemde nauw
keurigheid onderling gelijk lopen.
Op deze wijze kan men komen tot het
synchroniseren van de uurwerken dei-
spoorwegen, van het P.T.T.-bedrijf, van
openbare- en particuliere instellingen en
van instrumenten als vitrographen, beno
digd voor het regelen van klokken en hor
loges.
De heer W. P. Hoogeveen, de pionier
op het gebied van de universele tijdre
geling in Nederland, die reeds van
1901 af met deze materie bezig is en
in 1937 met het idee kwam om de zo
genaamde „moederklokken" te syn
chroniseren. installeerde een derge
lijke apparatuur voor de P.T.T. te Rot
terdam, welke in December 1946 ge
reed kwam.
In Goes en in 's-HeFtogenbosch bevindt
zich reeds een soortgelijke installatie
waarbij door „minuut-impulsen" een uni
versele tijdregeling voor de provincies
Zeeland en Noord-Brabant wordt verze
kerd. Thans bestaan plannen om voor
Limburg hetzelfde te doen uit een in
Maastricht te plaatsen apparatuur.
Engeland kan het maken: De laatste creatie op het gebied van speelgoed, die de En
gelse export-industrie gelanceerd heeft, wordt gevormd door ':t verzameling „levens,
echte" dicrenfigurcn, die door hun grappige mimiek een komische indruk maken.
gering een 20 a 30000 rijwielen kocht uit
de Engelse dumps. Deze fietsen waren
gloednieuw of .weinig gebruikt, van be
hoorlijke kwaliteit, en werden voor de
prijs van f 55 beschikbaar gesteld. Na
tuurlijk kon lang niet iedereen worden ge
holpen en men hééft de aanvragers nu de
gelegenheid gegeven zich Franse fietsen
aan te schaffen. Maar de interesse is veel
te klein. Het publiek begint weer criti-
scher te kopen en ruim f 120 vindt het te
veel, te meer daar ook op model en kwali
teit het een en ander valt af te dingen.
De zaken staan thans zó. dat de Neder
landse fabrieken die bij de verkoop zijn
ingeschakeld, vol Franse ifietsen zitten,
hoewel nog slechts 30.000 van de bestelde
100.000 door Frankrijk zijn geleverd en
dat onze fabrikanten er niets voor voelen
om ook bij de verkoop van de nog te ver
wachten partijen te worden betrokken.
De regering heeft nu twee mogelijkhe
den: de fietsen rechtstreeks aan de win
keliers te leveren ter verkrijging op dis
tributiebon, waarbij de winstmarge van
de groothandel wordt uitgeschakeld en de
prijs dus iets lager kan worden; of de rij
wielen bonvrij beschikbaar stellen.
Naar wij vernemen kan deze laatste
maatregel binnen enkele weken worden
verwacht. Wie niet in aanmerking komt
voor toewijzing van een bon, omdat hij
zijn rijwiel uitsluitend voor zijn genoegen
gebruikt, krijgt aldus een kans om zijn
touristische verlangens te bevredigen, en
men hoopt op die manier toch nog een
flink aantal gegadigden te vir.den.
Een boek over een boekerij
Geschiedenis en toekomst
van de 350-jarige Stads
bibliotheek
Ter gelegenheid van het 350 jarig be
staan van de Stadsbibliotheek van Haarlem
heeft de directeur, de heer P. V. de Wit
een boekje samengesteld, waarin hij een
overzicht geeft van de stichting en ge
schiedenis der bibliotheek. De schrijver
vertelt hoe de boekerij gegroeid is, welke
gebouwen gebruikt zijn, op welke wijze
de instelling gebruikt is en hij doet mede
delingen over het aantal lezers, boekdelen,
uitgeleende boeken en bezoekers.
Wat de toekomst betreft, deelt de heer
De Wit mee, dat mogelijk het volgend jaar
een jeugdbibliotheek geopend zal worden.
Gehoopt wordt op stichting van filialen
in andere wijken van de stad. De omgeving
zal niet achter blijven. Het is niet te over
zien, welke mogelijkheden zich zullen
voordoen, maar dat voor het bibliotheek
leven in Haarlem en omgeving de velden
wit zijn om te oogsten, staat vast. Is de
Haarlemse Stadsbibliotheek voorbeschikt
om de centi'ale Kennemer-bibliotheek te
woi'den?, vraagt de directeur zich af. In
de toekomst zal het nodig zijn het 350
jarig vei'blijf te verlaten. Een nieuw ge
bouw moet gesticht worden, dat in het
centrum van Haarlem behoort te staan en
de burgers van jong en oud moet noden
tot binnengaan, om kennis te maken'met
oude en nieuwe cultuux'.
In het boekje is ook opgenomen een ge
dicht van de hoofdassistente, mejuffrouw
Guda Ratelband over „herinneringen van
de oude trap", aangeboden aan de direc
teur op 22 Mei 1946.
Te s-Gravenhage is in de ouderdom van
73 jaar overleden staatsraad Mr. J. B. Kan.
De overledene werd op 18 Mei 1873 ge
boren. Hij doorliep het Erasmiaans gym
nasium te Rotterdam, waar zijn vader
rector was en vervolgde zijn studie aan
de rijksuniversiteit te Leiden, waar hij in
1896 cum laude promoveerde.
Aan het departement van Financiën
doorliep hij verschillende rangen, waarna
hij als refei'endaris in 1904 werd overge
plaatst naar het departement van Binnen,
landsche Zaken, waar hem een geheel
andere taak wachtte, namelijk het hoofd
van dat ministerie, Dr. A. Kuyper bij te
staan bij de samenstelling van de school
wet en de pensioenregeling der onderwij
zers bij het bijzonder onderwijs.
Op 34-jarige leef
tijd werd Mr. Kan
het ambt van secre
taris-generaal van
het departement van
binnenlandse zaken
toevertrouwd. Hij
had dus reeds een
jl jl. jj-l jl_ mm* - --ï verdienstelijkeloop-
%i haan achter zich
f f f j toen hij op 8 Maart
4' i f. 1926 geroepen werd
4 tot minister van
Binnenlandse Zaken
Mr. J. B. Kan en Landbouw In het
ministerie De Geei'.
Tot 10 Augustus 1929, toen het ministerie
zijn ontslag aanbood, nam hij die functie
waar.
Tijdens zijn ministerschap en na zijn af
treden verwierf de thans ontslapene grote
bekendheid door zijn vele bezoeken aan de
werkverschaffing.
Bij Kon. Besluit van 19 December 1930
werd Mr. Kan benoemd tot lid van de Raad
van State. Met hem deed in de Raad van
State zijn intx-ede een man, die door zijn
veelzijdige en veeljarige werkzaamheid
doorkneed was in bestuursaangelegen
heden. Op 27 Mei 1940 werd Mr. Kan door
de opperbevelhebber benoemd tot adviseur
van de zuiveringscommissaris voor de we
deropbouw.
Mr. Kan was voorts een enthousiast be
oefenaar van verschillende takken van
sport.
Zijn verdiensten werden in binnen,
buitenland erkend door zijn benoemingen
tot Ridder in de orde van de Nederlandse
Leeuw, groot-officier in de oi'de van
Oranje-Nassau, commandeur van het Le
gioen van Eer (Fr.), groot-officier van de
Kroon van België.. Ook was hij drager van
het kruis van verdienste van het Rode
Kruis.
De crematie is heden te Westerveld ge
schied. Volgens de wens van de thans ont
slapene waren alleen de naaste familiele
den tegenwoordig.
In een te Amsterdam gehouden vergadering
van de gezamenlijke colleges van rcctorcn-mag-
nificus en assessoren van de Neder:, univer
siteiten en hogescholen is besloten tot de op-
richting van eer. vereniging van Nederlandse
hoogleraren en lectoren.
Historie
I E GESCHIEDENIS de> muziek is een
verhaal van zaken en niet van personen.
De lotgevallen der muziek zijn niet dezelf
de als de lotgevallen der componisten. Het
ls zeker waar dal de menselijke aandoe
ningen een natuurlijk element zijn in de
kunstwerken, maar het is niet waar dat de
kunstwerken op de eerste plaats van be
tekenis zijn voor zover zij de levensgeschie
denis der componisten weergeven. De com
ponisten zijn groot als zij belangrijke din
gen doen: de oorsprong van en de drijf
veren tot het componeren zijn raadselach
tiger dan men denkt en liggen niet in de
wil en de bedoelingen der kunstenaars.
Natuurlijk zijn er grote verschillen en bij
elke componist is de situatie weer anders,
maar in principe is het niet juist te menen
dat een compositie van belang is voor zo
ver zij duidelijk een spiegel van 's compo
nisten leven is. Toch mag men niet con
cluderen dat de kennis van het leven van
een scheppend kunstenaar overbodig is.
Integendeel, juist uit het lezen der levens
geschiedenissen kan men naast de studie
der muziek-op-zich-zelf leren wat tot de
tijdelijkheid van de maker en wat tot het
eigene der muziek behoort. Het zou een
aparte tok van de geschiedenis-beoefening
moeten zijn om deze onderscheidingen te
onderzoeken.
Het behoort niet tot de taak der uit
voerende artisten in deze zaak iets te doen
en ik weet niet of de historici en de musi
cologen in het algemeen er toe in staat zijn.
De tendens van het geschiedenis-onderwijs
is tegenwoordig zó. dat mende levens
geschiedenis van de componist op de tweede
plaats stelt en ik geloof dat dit wel gegrond
is op de overtuiging dat men de ontwikke
ling der stijlen en vormen op de voorgrond
moet stellen. Dit is juist ten opzichte van
het muzikaal en wetenschappelijk bewust
zijn, maar daarmee is er een kans voor het
gevaar dat men de altijd interessante en
belangrijke lotgevallen van de maker
laat ik zeggen de eerste ontvanger der
schoonheid, miskent. Men mag hierbij in
het oog houden dat ik denk aan de histories
van componisten die niet meer in leven
zijn: dit spreekt vanzelf. Ik weet dat dit
een romantische gedachte is. maar wat is
de muziek zonder romantiek? In wezen is
het componeren, het uitvoeren en het luis
teren volkomen romantisch; dit geldt voor
alle tijden, alle stijlen en alle musici en
heeft niets te maken met de altijd zo graag
doorgevoerde en gepatenteerde onderschei
ding van het „tijdperk der romantiek". Ik
vind Palesirina en Bela Bartok romantisch
want zij leefden voor zover zij componeer
den in een andere wereld.
Het is altijd de moeite waard in een bio-
graphte te lezen hoe het leven van een
componist dikwijls onafhankelijk verliep
van de inhoud van zijn werk. Het is niet
mijn bedoeling hier volledig in te gaan op
de onpeilbare vei-mengingen van aanleg en
omstandigheden; ik wil slechts opwekken
tot het met onderscheid lezen van de
geschiedenissen der componisten. Ik laat
vandaag de ingewikkelde zaak van
mensen als bijvooi'beeld Bach. Beet
hoven en Chopin bulten bespreking
en leg de belangstellende lezer heden
een bladzijde voor uit het leven van de
oude Jozef Haydn, die in 1732 in Oostenrijk
geboren werd en die 77 jaar werd. Iedere
muziekliefhebber weet dat zijn muziek een
leven-op-zich-zelf was en dat hij na zijn
zeventigste jaar nog altijd vrolijk compo
neerde.
In de betrouwbare biographie van J. Har
tog lees ik onder andere het volgende:
„Toen hij uit bovengenoemd Lukavec
in het najaar van 1760 was teruggekeerd
naar Weenen, wenschten de beide doch
ters van den pruikenmaker Keiler zijne
leerlingen te worden; Haydn nam dit
voorstel aan uit dankbaarheid voor de
ondersteuning die hun vader hein had
verleend in de dagen van bitteren nood
en ontbering. De jongere dochter was
zeer aangenaam van aard, had een zacht
karakter en dweepte met muziek; Haydu
gevoelde zich zeer tot haar aangetrokken
en wel zoodanig, dat eene onderlinge
genegenheid daarvan het gevolg was en
hij haar tot zijne levensgezellin wenschte.
Plotseling echter besloot zij om in het
klooster te gaan en liet onmiddellijk de
daad op het woord volgen. Door den
vader, wien er zeer veel aan gelegen lag
om den toekomstigen beroemden kunste
naar aan zijn huis te verbinden, liet
Haydn zich zonderling genoeg over
halen om in plaats van de jongere, de
oudere zuster te trouwen. „Wees nu maar
niet ontroostbaar," zeide vader Keiler,
„ik heb nog eene dochter, die kunt ge
ten huwelijk krijgen." Maar dat lag niet
in Haydn's bedoeling, aangezien hij zich
niet tot haar aangetrokken voelde, het
geen hoewel in bedekte termen ook
door haar vader werd bekend; maar
meende hij „het zal wel goed gaan, als
ge maar eens getrouwd zïjt. dan komt al
les wel goed terecht" en liet daarbij her
haaldelijk uitkomen dat hij aan Joseph
vele en goede diensten had bewezen. Zoo
doende werd Haydn in zekeren zin tot
dit huwelijk genoodzaakt. Den 26sten
November 1760 werd het wettig gesloten
en van dien dag af was Haydn gekluis
terd aan eene vrouw, waarvan de over
eenstemmende berichten vermelden, dat
zij onverdragelijk, strijdlustig, verkwis
tend, bovendien zeer bigot was en iemand
die niet het minste begrip had van de
beteekenis van haren man, (die drie jaar
jonger was dan zij) en bovendien in het
geheel niet van hem hield. Zij maakte
den goeden Haydn het leven zeer moei
lijk; als zij slecht geluimd was dan ge
beurde het dikwijls dat zij bladeren
scheurde uit zijn partituren om die te
gebruiken voor papillotten-papier of ook
wel om er gebak op te leggen of in te
rollen, enz.; bijna altijd ontving zij hern
op onvriendelijken toon. Haydn droeg dit
zware lot met het grootste geduld."
In een brief aan zijn vriend Griesingcr
uit Londen in 1792 noemt hij haar een
„bestia infernale". Hij is veertig jaar met
haar getrouwd geweest.
HENDRIK ANDRIESSEN.
Textielfabriek in vlammen
In de nacht van Donderdag op Vrijdag
brak te Winterswijk een felle uitslaande
brand uit in de textielfabriek „De Pol".
Toen de brandweer arriveerde stond een
deel der fabriek reeds in lichter laaie, zo
dat aan blussen niet meer viel te denken.
Een grote voorraad garens en veel kost
bare machines gingen verloren. De weve
rijen werden echter behouden en liepen
slechts lichte schade op.
De oorzaak van de brand is nog niet be
kend en ook de schade is nog niet te ramen.
Het gehele bedrijf, waar ongeveer 150 ar
beiders werkten, zal voorlopig stop gezet
moeten worden.