Literaire kanttekeningen P. C. Hooft herdacht Kimst'snippers Feestconcert op 7 juni wordt gewijd aan Haarlemse componisten ZATERDAG 24 MEI 1947 TT ERG A AT HET ONS NIET ALTIJD ZO, wanneer wij een weerzien na lange tijd van scheiding tegemoet gaan: dat we moeilijk aan dat beklemmende gevoel ont komen kunnen, niet alles zo ongeschonden te zullen weervinden, als wij het in onze herinnering met ons meedroegen? En is het dan geen vreugde en levenswinst te erva ren, dat de jaren geen schade toebrachten aan wat ons dierbaar was? Dat we trouw bleven die trouw, welke „liefde is zon der te zien", zoals Th. Mann het eens uit drukte aan wat ons eens na aan het hart lag? De herdenking van Hooft's 300-jarige sterfdag maakte een her-ontmoeting met zijn werk wel onvermijdelijk. Maar vóór nog lang, te lang, verzaakte boeken her opend werden, herrees hij uit onze herinne ring: Hooft, drossaart van Muiden, Bal juw van het Gooiland magistraat dus, daartoe benoemd door Prins Maurits, hoe wel stammend uit een niet adellijk, zelfs eenvoudig burgergeslacht. Hooft de drama turg, schrijver van Achilles en Polyxena, het lieflijk herderspel Granida, het in die jaren van vaderlandse beproeving zo sym- bolisch-historische Geerardt van Velzen, het idealistische Baeto, Hooft, gastheer en ziel van de Muiderkring, waar de montere van Baerle verkeerde en de geleerde, wat stroeve Vossius. Huygens en Vondel te gast kwamen, de dochters van Roemer Visscher hun kwinkslag en intelligentie bijdroegen tot de sfeer van intimiteit, die daar kunst, wetenschap en levenswijsheid zo vrucht baar verenigd moet hebben. Hooft, historie schrijver, nauwgezet en onpartijdig, erken nend. dat zowel buiten als binnen de muren van Troje werd gezondigd en daarmee blijk gevend van een ruimere blik en vrijere geest dan de onverzoenlijke geus die zijn vader was. Hooft, teruggetrokken in zijn „seskant huysken", dat stille koepeltje achter in de tuin van het Muiderslot, waar hij alleen was met zijn boeken, zijn ge peinzen, zijn herinneringen en wellicht het meest zichzelf kon zijn. Hoofd, minnedich ter, zingend in pijn en vreugde van wat zijn zial geraakt had, en zingend met zo veel vervuldheid van de liefdesmelodieën van zijn hart, dat het door de eeuwen is blijven naklinken, alsof het gisteren was gedicht, gratievol, welluidend, beeldrijk, maar vóór. alles echt en menselijk en daar door onvergetelijk schoon. Zo is het beeld, dat Hooft achterliet. En dan slaan wij het boek open en hei-lezen, herlezen na jaren, en vinden hem terug zoals we hem verlieten, even glanzend en warm en sierlijk, even melodieus, even vertroostend een medicijn voor het hart. Nog staat hij ons even na: de toneelschrij ver en de historicus die een taal beeldde van een kracht en rijkdom, waarvan de onze nog leeft en klinkt als een edel me taal: de drost en gastvrije slotheer; maar boven al de minnedichter. Ja, die boven al. Tweemaal was Hooft gehuwd, meer dan eens heeft hij liefgehad en menig onster felijk dicht hebben wij aan deze. soms wel licht wat speelse, min te danken. Maar wie goed luistert en bedeeld werd met voldoende intuïtie, kan het niet ont gaan, hoe één liefdesverhouding het minne spel ver te boven ging en wellicht hechter band van hart tot hart deed groeien dan enige andere: die met Brechje Spiegel, nicht van de dichter Spiegel. Er is geen geschrift dat het bevestigt, geen brief die eraan herinnert. Er is enkel het dichters woord en misschien is het alleen een dich ter die fijn genoeg is van oor om te onder kennen, hoe diep Hooft's liefde voor Brechje Spiegel hem in het hart is ge drongen. Onze dichter Nijhoff. die het ge geven was bij deze Hooft-herdenking het wellicht soberste, maar innigste woord te spreken (ik doel op de inleiding tot zijn bloemlezing „Galathea en Andere Gedich ten", zojuist bij Meulenhoff verschenen) is naar mijn weten de enige geweest, die de betekenis van Brechje's lieftallige per soon voor Hooft gepeild heeft. Liefde was Hooft's levensbeginsel. Zo was zijn wezen; zijn bijna driejarige Frans-Italiaanse reis, welke de humanist zou helpen vormen, zal er hem nog dieper van doordrongen heb ben. Een vrijage hier, een vrijage daar, was hem niet genoeg. Wat hij zocht was een klankbodem voor wat er aan natuurlijke innigheid in hem leefde. Ida Queckel was het niet: ze kwam en ging. De anderen, fi gurerend in zijn werk onder de namen Philly en Julietta, Galathea en Claricea evenmin. Maar is er ooit een smartelijker, onvergankelijker afscheidsgedicht geschre ven dan het simpele vers, dat Hooft dichtte bij het onherroepelijk heengaan van Brech je uit zijn levensdomein, onvermijdelijk, omdat Brechje's ouders van een huwelijk niet weten wilden het vers dat aan vangt met het couplet: Zal nemmermeer gebeuren Mij dan na deze stond De vriendschap van uio ogen, De wellust van uw mond? Het zóu nimmermeer gebeuren. Brechje overleefde de scheiding niet lang, zij ging vrijwillig uit dit leven. Maar zij had hem, de dichter, die zich in speelse jeugdjaren tot devies koos: ,,'t can veranderen", zijn weg doen vinden; niet de levensgenieter, noch de Drost of politicus was sindsdien de eigenlijke Hooft het was de kunste naar. Géén had zinvoller onze dichter Kloos kunnen citeren dan Nijhoff deed: „de mens moet sterven eer de kunstenaar leeft." En sindsdien lééfde de kunstenaar Hooft. En nóg leeft hij; na 300 jaar spreekt hij voor ons een taal tot ons hart omdat hij dichtte en schreef mét en uit zijn hart. Wie zal zeggen wat de nagedachtenis aan Brechje Spiegel, de blijvende „bezitster van zijn hart" vermoedelijk, hem aan schoons heeft ingefluisterd? Zij waren wel licht de „twee narcissen op één stam, die zich spiegelden in elkanders beeld". En Hooft eren wil zeggen: Brechje Spiegel niet vergeten. Neen, Hooft heeft ondanks een schei ding van jaren, niets ingeboet aan dichter lijke waarde: nóg staat hij voor ons als één van onze grootsten. En daarom is het, hoe wij zo van harte kunnen wensen, dat menigeen door deze herdenking aange-. spoord zal worden, Hooft te gaan lezen of herlezen. Inleidend werk ligt gereed: be halve Nijhoff's uitmuntende bloemlezing kan de eveneens bij Meulenhoff verschenen studie (gevolgd door een bloemlezing) van Annie RomeinVerschoor de eerste dien sten bewijzen, zo goed als de verkorte uit gave van Hooft's Historiën (eveneens, bij 'Elsevier verschenen, ingeleid door Nijhoff). Maar dan dient de complete Hooft ter hand genomen te worden. Uren van schoonheid zijn er mee te winnen. Dat men ze niet onbenut voorbij late gaan. C. J. E. DINAUX. Een Pieter de Hoogh voor het Mauritshuis De heer en mevrouw H. E. ten Cate- van Wulfften Palthe te Almelo hebben aan de Staat der Nederlanden ter plaat sing in het Mauritshuis een schilderij van de zeventiende eeuwse schilder Pieter de Hoogh ten geschenke gegeven, voorstellen de een achterplaatsje van een huis te Delft. Hierdoor is het Mauritshuis verrijkt met een meesterwerk van deze schilder, die tot nu toe nog niet was vertegenwoordigd in dit museum. Het stuk, dat zich gedu rende de gehele oorlog in de Verenigde Staten bevond en daardoor aan de greep der Duitsers is ontsnapt, zal binnen en kele maanden naar Nederland terugkeren om dan in het Mauritshuis blijvend te worden geëxposeerd. Amerikaanse belangstelling voor onze toestand De vorige week is uit de Verenigde Staten in Nederland gearriveerd de heer T. Zoller, chef van de buitenlandse af deling van de Standard en Poor's Corpo ration, New York. Het doel van het bezoek van de heer Zoller is een indruk te krijgen van de huidige economische toestand van Neder land en hierover de meest recente ge gevens te verzamelen met het oog op het vaststellen van een „rating" (een aandui ding van de intrinsieke waarde van uit te geven obligaties). Een enorme gloeilamp van 50.000 icatt zal worden gebruikt in de Amerikaanse stad Schenectady, in de staat New York, voor een nieuw systeem van straatverlichting. De lamp geeft evenveel licht als tweedui zend normale gloeilampen. Drie korte films over ons land Engelse opdracht De Engelse Eagle-Lion film-maatschap pij heeft haar Nederlandse afdeling de opdracht gegeven een aantal korte filmpjes van ons land te maken. Productie-leider van deze filmpjes zal Paul Kijzer, direc teur van het Kriterion Theater te Am sterdam zijn. Het ligt in het voor nemen een drietal documentaires te ma ken, zonder studio-opnamen: de „Ballade van de boer", naar het gedicht van Weru- meus Buning, „Dorp aan de grens" en „Portrait of a Dutchman" (de Nederland se titel van deze film is nog niet bekend) en een filmpje genaamd „Een heldenleven" of een „Dagdroom van een miezerig man netje". In de film „Portrait of a Dutchman" zal getracht worden de Nederlander uit te beelden zoals hij werkelijk is, en niet zo als men hem vaak in het buitenland voorstelt. Scenario en de regie zullen be rusten bij H. M. Jozephson en C. A. Hu- genot van der Linden. De montage zal verzorgd worden door Rita Roland. Ne derlandse cameralieden, Nederlandse com ponisten en Nederlandse musici zullen verder aan deze films hun medewerking verlenen. Als de filmpjes voldoen, zullen zij behalve in Nederland, ook in het bui tenland worden vertoond. r' v_ De jaarlijkse uitvoering van Bach's Hohe Messe zal ook in 194? weer te Naarden gegeven worden en wel op Zaterdagmiddag 21 Juni om 2 uur ln de Grote Kerk. Onder de medewerkenden bevinden zich Ankie van Wickevoort— Crommelln. Ar.me Hermes, Max Kloos, Albert de Klerk en vele anderen. Antoon van der Horst Is belast met de algemene leiding en leden van het Concert gebouworkest nemen de orkestpartij voor hun rekening. Jo Vincent heeft in de Albert Hall te Lon den gezongen en zij is thans ook geëngageerd voor een reeks concerten in Augustus en enige recitals in October. Verder heeft de BBC met de Nederlandse zangeres een contract voor een aantal uitvoeringen gesloten. Een tentoonstelling van werken van Jan Sluyters wordt in de Rotterdamse Kunstkring. Witte de Witihstraat 35, geopend op Vrijdag 23 Mei, ze duurt tot 22 Juni. In Zürich worden In Juni „Feslspiele" ge houden, die beginnen met een grote ballet avond in de stadsschouwburg. Er zijn premières van ..Les anges de Greco" en „1' lie Enchantê", respectievelijk van F. A. Marescotti en Jean Blnet, Bovendien staat een uitvoering van het Jooss ballet op het programma. Leden van de Scala di Milano zullen onder leiding van Tulllo Sera fin de volgende opera's ten tonele brengen: „Norma" van Bellini, „Maskenball" van Verdi en „Manon Lescaut" van Puccini. Onder leiding van prof. H. Knappertsbusch worden de „Göt- terdammerung" en „Tristan und Isolde" van Wagner uitgevoerd. Te Venray zal in de maanden JuH en Augustus het openluchtspel van St. Oda worden opgevored. Aan dit spel. waarin een stuk Ven- rayse historie is verwerkt, zal een groot aantal spelers, alsmede een mannen- en een gemengd koor deelnemen. Jan Greshoff, de ..ambassadeur der Neder landse Jetteren" vertrekt weer naar Zuid- Af nka. om nieuwe culturele contacten tussen cms land en het Zuid-Afrikaanse volk te leggen. f EDER MENS kan in omstandigheden ko- 1 men te verkeren die hem de controle over zijn bewust denken en waarnemen bemoeilijken en die hem gewaarwordingen en voorstellingen verschaffen uit de don kere onbekende wereld van zijn onderbe wustzijn. Hij voelt zich dan voortgedreven door impulsen, die hij bij zichzelf nooit voor mogelijk gehouden had en die hem niettemin op de t-o-i i én of andere raadselachtige r 1 m I rnanier merkwaardig eigen j blijken te zijn. Vy Dat zijn oude ervaringen van vroeger, die wij lang vergeten zijn, maar die „onder de opper vlakte" van ons bewuste denken zuinig bewaard zijn gebleven en door toevallige omstandigheden weer naar boven kunnen komen, zonder dat wij dadelijk begrijpen waarom. Het ligt aan de omstandigheden hoe dat naar boven komen verloopt. Als er eens iets onaangenaams „naar be neden" is gegaan kan het zelfs zijn dat wij half bewust grote moeite doen het daar verborgen te houden, omdat we „het niet weten willen". Wordt de spanning tussen die twee delen van onze persoonlijkheid al te groot dan kan zij tot geestelijke stoor nissen leiden. Eén van de meest roman tische en sprekende uitwerkingen van dit thema der .„gespleten persoonlijkheid" is de geschiedenis van de geleerde dr. Jekyll, die des nachts als de beest-mens mr. Hyde zijn „andere ik" gelegenheid gaf zijn moordadige lusten uit te leven. Er zijn meer films die zich met dit ongetwijfeld boeiende onderwerp bezig houden: „Obses sie" geeft een buitengewoon knappe uit beelding van wat men psycho-analyse noemt, en er is nu pas een film uitgekomen: „Aan de rand van de afgrond", waarin iets soortgelijks verwerkt is. Deze film is gemaakt door Julien Du- vivier en Charles Boyer samen en wat haar bouw betreft niet in alle opzichten geslaagd. Ze bestaat uit twee, of eigenlijk drie af zonderlijke verhalen, die geen enkele ver bintenis met elkaar hebben. Wel hebben ze een overeenkomst. Ze vertellen namelijk alle drie hoe iemand door een eigenaardige, verwarrende gewaarwording, een soort dag-droom, aanwijzingen over zijn toe komst krijgt, die een beslissende invloed hebben op zijn leven. Duvivier's filmtrant is op dit punt niet helder. Hij legt het er op toe de toeschou wers te verwarren in een beetje occult aandoende griezeligheid. Het eerste ver haal, van een meisje dat lelijk blijft zolang zij zelfzuchtig is maar dat mooi wordt zo dra zij onbaatzuchtig lief heeft, is een sprookje waarin het moeilijk is te geloven, omdat iedereen ziet dat het meisje na haar „bevrijding" anders gegrimeerd is dan er voor. Maar dan komt de ervaring van een ad vocaat, wie voorspeld wordt dat hij een moord zal begaan. De man haalt zijn schou ders op maar komt onder invloed van de suggestie die van de waarzegger uit ging. Hij blijkt ook een „gespleten persoonlijk heid" te hebben in de film zeer geraffi neerd voorgesteld door tweegesprekken tus sen de advocaat en zijn wazig spiegelbeeld, dat hij overal ontmoet. Tenslotte wordt de spanning tussen de „ik" die de moord als een behoefte voelt en de andere „ik" die iets dergelijks absurd vindt, zo groot dat de man om zichzelf te bevrijden inder- 111 daad de moord pleegt. Het is geen plezierig onderwerp, maar het is verfilmd met een kracht en een sug' gestie die dit fragment tot een ware nacht merrie maken. De derde episode, waarin Charles Boyer een circusartïst is die angstdromen heeft en één ervan op een tragische manier ver wezenlijkt ziet worden, is wél het sensatio neelst, maar ook het grofst en minst bevre digend omdat er met onberekenbare voor spellingen in geschermd wordt, die niet tot het onderbe wustzijn van de hoofdpersoon herleid kunnen worden, maar uitvindingen van de scenarioschrij ver zijn. Ondanks haar tekortkomingen is deze film boeiend genoeg om bijzondere aandacht te trek ken voor de ver schijnselen waar aan zij gewijd is Er zijn trouwens meer films waar in deze onderbe wuste roerselen der ziel be schouwd worden Dat is heel inte ressant, maar wanneer het ge beurt op een ma nier als hier, vol komen op sensa tie gericht, dan zit daar toch wel een bedenkelijke kant aan. De op lossing van de Edward G. problemen „tus sen hemel en aarde" moeten wij in onszelf vinden en niet in waarzeggerij en zo meer. De blik, die Julien Duvivier ons hier in de „afgrond" laat werpen is troebel gebleven, hoe knap zijn film hier en daar is. v. G. Nederland onder de belang rijkste acht luclitvaartnaties Nederland is gekozen tot lid van de nieuwe raad van 21 leden van de in ternationale burgerluchtvaartorganisatie (ICAO). tezamen met België. Frankrijk. Engeland, de Verenigde Staten. Canada. Brazilië en Mexico, als behorende tot de categorie van belangrijkste acht landen inzake het luchtverkeer. Adviescommissie voor radiozaken Onlangs heeft de minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen een com missie ingesteld, welke de regeringscom missaris voor het radio wezen van advies zal dienen in radio-aangelegenheden, In deze commissie zijn thans benoemd dr. ir. M. H. Damme, oud-directeur-gene raal der P.T.T., dr. W. J. Schuyt. journa list te Amstelveen en K. Woudenberg, al gemeen secretaris van de Partij van de Arbeid te Amsterdam. Over Muziek Onder Opa's paraplu Het feestconcert. dat ter gelegenheid van de 67ste jaarvergadering van de Konink lijke Nederlandse Toonkunstenaarsvereni ging op Zaterdag 7 Juni in de Gem. Concertzaal te Haarlem gegeven zal worden en waarover men in ons blad van 17 Mei j.l. reeds een bericht heeft kunnen aantref fen, verdient zowel om de samenstelling van het uit te voeren programma, als om de medewerking van de solisten, dirigenten, koren en de Haarlerhse Orkestvereniging (in het geheel 500 personen) bijzondere aandacht. Het Bestuur van de Afdeling Haarlem en Omstreken der K.N.T.V. is bij de keuze van composities voor het feestconcert uit gegaan van de gedachte van dit concert in de eerste plaats een Haarlems con cert te maken. Vele toonkunstenaars uit alle delen des lands komen voor de jaar vergadering naar onze stad en willen op het feestconcert tegenwoordig zijn. dat hen in direct contact zal brengen met werken van uitsluitend Haarlemse componisten. En zeker zullen de Haarlemse vrienden van vocale en instrumentale muziek de zeld zame gelegenheid, die hier geboden wordt om kennis te maken met een rijke schat van muziek, geschreven door stadgenoten en oud-stadgenoten, niet willen laten voor bij gaan. Het mannenkoor „Caecilïa" opent onder leiding van Nico Hoogerwerf hel concert met het frisse „Morgenlied" van Ph. Loots, de schepper van zovele werken voor koor zang en die ook in dit lied zijn liefde voor de natuur tot uiting brengt. Dan volgt de „Toccata" voor orgel, van Jacob Bijster, uit te voeren door de componist. Jacob Bijster, die in 1902 te Haarlem geboren werd. in 1923 het einddiploma voor piano, in 1924 de Prijs voor uitnemendheid van het Am sterdams Conservatorium behaalde, com poneerde de Toccata in 1945. Het werk heeft een brülant karakter; in lyrische fragmenten van verstillende aard is plaats gegeven aan evenwichtbrengende elemen ten. Evenals in andere composities van Bijster's hand blijkt ook in deze Toccata dc knappe vormbeheersing, de opbouw van de polyfone structuur en de logische ont wikkeling der harmonieën. Robinson in: Aan de rand van de afgrond". Ecu nieuw Petten verrijst op liet puiu van het oude In het „vlak", het aan alle zijden door dijken begrensde stuk grond, waar een maal het dorpje Petten zich verhief en «aar nu een eenzaam lijkenhuisje te mid den van troosteloze ruïnes herinnert aan het Duitse vandalisme, wapperden voor het eerst na de bevrijding vrolijk de vlag gen. Het was Donderdag een grote dag voor Petten: de dag, waarop dc eerste steen werd gelegd van het eerste huis van het nieuwe dorp. De gehele bevolking van de noodwonin gen, de kinderen uit het vaeantiehuis, tal van oud-bewoners, die nog steeds elders gehuisvest zyn, kortom een uitgebreide schare had zich verzameld rondom het spreekgestoelte toen mr. D. Breebaart, bur gemeester van De Zijpe, de plechtigheid van de eerste-steenlegging inleidde. Hij deelde mede, dat de plechtigheid voor de wederopbouw van Petten zou bestaan uit twee delen. In September zal als „deel twee" een gedenknaald worden opgericht, die onthuld wordt door de Commissaris der Koningin. In aansluiting hierop zal het Leids Stu dentenzangkoor onder leiding van George Robert een uitvoering geven van een koor werk van Jan Mul: „Egmondt onthalsd". Jan Mul schreef de muziek op proza-tekst, een gedeelte uit de „Nederlandsche Histo riën", waarin Pieter Cornelisz. Hooft het tragische gebeuren, de onthoofding van de Graaf van Egmondt beschrijft. Mede met het oog op de herdenking van Hooft's sterf dag krijgt de uitvoering van het koorwerk bijzondere betekenis. Maar ook omdat met de uitvoering weer de aandacht gevestigd wordt op het werk van deze Haarlemse,* in 1911 geboren componist, die reeds een be langrijke plaats inneemt onder de Neder landse scheppende toonkunstenaars. De muziek, die geschreven werd voor kamer koor met begeleiding door kamerorkest, vormt door haar declamatorisch karakter een hechte eenheid met de tekst en is in gelijke mate aangrijpend door uitdruk kingskracht en het accentueren van de sfeer. Van de in 1924 geboren componist Sas Bunge komt hierna de „Ballade des pen- dus". een gedicht van dc 15e-eeuwse Franse dichter Frangois Villon, tot uitvoe ring. De zangeres Lucie Goldschmeding- Bolman zal deze ballade, gedicht onder de drang van grote levensnood zingen. De mu ziek, die bij de tekst werd geschreven, wijst wel zeer nadrukkelijk op de bijzondere be gaafdheid van de jonge componist. Hendrik Andriessen besluit hierna het eerste gedeelte van de avond met het leiden van de uitvoering van zijn compositie „Ca priccio" voor orkest, een werk. waarvan voorgaande vertolkingen reeds getuigd hebben van de hoogstaande artistieke waarde. Na de pauze zal de Christelijke Orato- riumvereniging de Mis in es kleine terts van Willem Andriessen uitvoeren onder leiding van George Robert. Ruim dertig jaar geleden in 1916 werd dit werk voor hot eerst uitgevoerd, eveneens door de C.O.V., toen onder directie van Joh. Schoonderbeek. Wie Andriessens meester lijke klavier-voordrachten kent, wie daar bij gegrepen is door dc spontaneïteit dei- muzikale expressie in klanken, brandend van geestdrift, of in meditatieve rust, zal dezelfde eigenschappen ook in dit koor werk aantreffen. Als vocale solisten werken aan de uit voering van Andriessen'; Mis mede Jo Vin cent, Annie Hermes, Han Le Fèvre, Lucien Louman. De belangrijke orgelpartij is in handen van Jan Mul gegeven en aan de Haarlemse Orkestvereniging is de vertol king van het orkestrale gedeelte opgedra gen. P. ZWAANSWIJK. In België verkoopt men Nederlandse postzegels Beneden de nominale waarde! Het lid der Tweede Kamer de heer Deering heeft aan de minister van Weder opbouw en Volkshuisvesting (die tevens directeur-generaal der P.T.T. is) ge vraagd, of het juist is dat Nederlandse frankeerzegels van 2,50, 5,en 10, niet ongestempeld aan het publiek niogen worden verkocht en dat deze maatregel werd getroffen op verzoek van de Neder landse Bank, omdat ongestempelde post zegels van hoge nominale waarde op ge makkelijke wijze clandestien kunnen wor den uitgevoerd en derhalve een bedrei ging vormen voor de op dit punt bestaande deviezen-voorschriften. Niettegenstaande dit verbod zijn de Ne. derlandse frankeerzegels van 2,50, 5, en 10,in het buitenland in grote hoe veelheden ongestempeld verkrijgbaar in de postzegelwinkels, met name in België, waar de prijs, tegen welke de zegels wor den verkocht, beneden de nominale waar de ligt. De heer Deering vraagt of een onderzoek is ingesteld naar de oorsprong van deze in het buitenland aanwezige ze gels, welke in gehele vellen te koop worden aangeboden en of de minister bereid is alle maatregelen te treffen, ten einde te voor komen, dat de in het buitenland aanwezige grote hoeveelheden zegels, die eerst op klaarblijkelijk onwettige wijze in omloop zijn gekomen en over de Nederlandse grens zijn gebracht, daarna op evenzeer onwet tige wijze in Nederland terugkomen en hier beneden de nominale waarde te koop wor den aangeboden, waardoor met iedere zegel tweemaal de deviezenvoorschriften worden overtreden en tweemaal onze deviezenposi- tie wordt benadeeld? Onenigheid over de melkprijs Uit de vergadering van de bond van melkveehouders, die dezer dagen te Utrecht werd gehouden, rezen protesten tegen een kostprijs van 15.4 cent voor de melk, zoals die in een rapport van het Landbouw-economisch instituut werd ge adviseerd. De melkprijs van 14 cent, door de regering vastgesteld, kon de bond even min aanvaarden. Stereophonic r N HET CONCERTGEBOUW te Amster- 1 dam is jl. Zaterdagavond een interes sante demonstratie gegeven van de zoge naamde stéreophonische weergave der mu ziek. In het natuurkundig laboratorium, van de Philipsfabrieken te Eindhoven .vordt sinds iang gewerkt aan de verbe tering van de gereproduceerde klank der muziek; een der belangrijkste zaken daar bij is de overwinning van de beperkingen in dc accoustiek. die samenhangen met het feit dat alle klank wordt opgenomen door één microphoon, waardoor de ruim telijke werking der muziek als door één oor moet worden verwerkt- De nieuwste ontwikkeling, welke men „stereophonie" noemt, schept de mogelijkheid dit bezwaar te ondervangen door het gebruik van twee microphoons, die bij voorkeur op de plaats van de oren in een soort kunst- hoofd worden aangebracht. Twee telefoons kunnen dan aan de luisteraar dezelfde trillingen meedelen, welke hij ook in de concertzaal zou waarnemen. Nu is natuur lijk aan het gebruik van telefoons aan onze menselijke oren veel bezwaar ver bonden, maar volgens een toelichting vanwege het laboratorium heeft een uitvoerig onderzoek aangetoond, dat met luidsprekers een behoorlijke benadering van de ruimtelijke indruk kan worden verkregen, wanneer deze met zorg worden opgesteld en deze ieder door één der mi crofoons in het kunsthoofd worden gevoed. Na de voorbereidende experimenten in de Philips' laboratoria en een geslaagde uitzending over twee zenders door de technische dienst van de radio-omroep, lag het voor de hand te onderzoeken, welke resultaten in de concertzaal kun nen worden bereikt. En zo was jl. Zater dagavond in de grote zaal van het Con certgebouw het zogenaamde kunsthoofd voor het orkest opgehangen (zonder enige griezeligheid) en waren in de kleine zaal de luidsprekers opgesteld. Het zou voor een experiment met de stereophonie een aantrekkelijke demon stratie zijn, bewegende geluidsbronnen te laten horen, bijvoorbeeld een wandelende spreker, voorbijtrekkende karren, paar den, e.ü. Het oordeel wordt dan vooral bepaald door de scherpte van het geluids beeld en het belang van de stereophonie door de mogelijkheid, de verschillende be wegende geluidsbronnen te onderscheiden en hun plaatsen te onderkennen. Bij de reproductie van een groot orkest is dit van minder belang, omdat het van de zaal uit ook niet gemakkelijk is alleen op het gehoor de plaatsing der instrumenten nauwkeurig te bepalen. Bovendien is het streven veelal meer gericht op een samen vloeien dan een duidelijk gescheiden hou den van de klank der verschillende groe pen var. het orkest, zodat hier de waarde der stereophonie twijfelachtig zou kunnen lijken. De stereophonische weergav e ech ter kan aan het orkest de ruimtelijke werking hergeven, kan de klank helderder maken en kan in staat zijn de illusie te scheppen, dat achter het gordijn een on zichtbaar orkest speelt. Naar dit gordijn namelijk zaten wij in de kleine zaal te kijken. Het was een naar geestige beschouwing; vóór dat ik iets van de prachtig-ingenieuse uitvinding van Phi lips ten volle waardeerde, hield mij de overweging bezig, hoe wezenloos toch eigenlijk een concertzaal is. Wanneer wij een kerkconcert horen, kunnen wy kijken naar het orgel, dat een muziekinstrument is, en onze blikken kunnen dwalen langs gothische architectuur, maar wat moeten wij beginnen met de muren van een con certzaal? Enfin, wij zaten in de ovale ruimte van de kleine zaal van het Con certgebouw en keken naar een groot gor dijn; daarachter waren de apparaten van Philips opgesteld. In de grote zaal concer teerde het orkest, onder leiding van Paul Hindemith, die werken van zichzelf liet spelen. Toen het concert begon werd in onze experiment-zaal het licht vermin derd en daarmee kwam er iets doods-ach- tig in de situatie. En deze toestand werd versterkt door het karakter van Hindc- mith's eerste stuk, dat op een onweer achtig orgelpunt voortvloeide. Ik moet hier direct aan toevoegen, dat zich toen meteen een technisch wonder voltrok. Wie zijn ogen sloot voor dc ma cabere omgeving kon zich verbeelden, dat hij bij het concert in de groote zaal aan wezig was. Zonder enige stoornis of mis tigheid van bijgeluiden kwam de klank van het orkest tot ons; de ruimtelijke accoustiek leek mij volkomen werkelijk heid en ik geloof dat hier vele technische onderzoekingen met succes werden be kroond. Ik moet echter bekennen dat ik het gezicht op het levende orkest zeer heb gemist! Intussen kwam liet er op aan critisch te luisteren; toen ik dus de graf stemming der zaal overwonnen had en de eerste verbazing over het geluid onder de knie kreeg, kon ik nauwkeurig aan dacht besteden aan het klankverschijnsel» Ik meen opgemerkt te hebben dat het mïd- denregister van het orkest het zuiverste, het mooiste werd weergegeven, de hogere registers een zekere metaalachtige glans hadden en de lagere registers minder duidelijk waren dan de andere. Voor ccn vollediger beoordeling zou men eigenlijk tijdens de uitvoering van de kleine zaal naar de grote hebben moeten gaan en weer zijn teruggekomen om enige verge lijkingen te kunnen maken. Ik bleef ech ter aan de rand van het graf gekluisterd en gaf mij gaarne over aan de bewonde ring van de techniek, ook van de techniek van Hindemith. Ook hij is een groot tech nicus, een uitstekend organisator van de orkest-mogelijkheden. Ik wil niet zeggen dat hij een goochelaar is, maar een tove naar mag ik hem toch ook niet noemen. Het eerste stuk, een Preludium, was on tegenzeggelijk geïnspireerd, maar overi gens wil er van zijn muziek geen vonk op mij overspringen. Met koelheid volg ik de tekening zijner melodieën, de dynamiek van zijn rythme en de samenstelling van zijn harmonieën. Het lijkt mij overigens doelloos en enigszins onbehoorlijk om ver der persoonlijke reflecties te analyseren. HENDRIK ANDRIESSEN. Vier en twintig machines uit Duitsland Bij de laatste toewijzing te Brussel van machines uit Duitse herstelbetalingen zijn aan Nederland toegewezen 17 machines uit Collis Metallwerke Nordlingen en 7 machines uit een Dornierfabriek. Onder handelingen zijn gaande over onderdelen van de Norddeutsche Hütte Bremen Begrafenis 3hr. mr. C. Feith Op Oud Elk en Duinen in Den Haag is het stoffelijk overschot van Jhr. Mr. c. Feith, oud secretaris generaal van het departement van Onderwijs onder grote belangstelling uit de vele kringen waarmee de thans overleden gezags drager dagelijks contact onderhield, ter aarde tjosteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1947 | | pagina 5