Onbarmhartig relaas Literaire kanttekeningen Zal Frankrijk stakingsrecht beteugelen? Bakkers zijn ongerust ZATERDAG 21 JUNI 1947 3. W. F. WERUMEUS BUNING: Verboden Verzen. Em. Querido's Uitg. Mij., Amsterdam. Er ZIJN NIET VEEL DICHTERS die over hun kunst ongekunstelder en daardoor natuurlijker hebben gesproken dan Buning. Als hij zich, zoals in zijn „Ontmoeting met vreemde gevolgen" dat ogenschijnlijk luchtige, maar hoogst- ernstige boekje over het ontstaan van Maria Lécina afkerig toont van de aüreolen, waarmee een misplaatste ver ering dichterhoofden pleegt te omgeven, is dat .geen valse bescheidenheid. De dichter aldus was en bleef Buning's opvatting van zijn ambachtschap is een instru ment, nu eens door dat wonder der in geving, dat we de „Muze" noemen, achter gelaten in een vergeten hoek van het leven, dan weer in een schone gril met een teer gebaar uitverkoren, bespeeld te wor den. Hij dicht niet, de dichter, hij wórdt gedicht. Wat er tot woord zal worden, hóé het woord zijn vorm zal vinden, hij heeft het niet voor het zeggen, hij luistert en schrijft, de éne keer met verfijnder oor, de andere maal met gewilliger pen, maai bij schrijft, uit leed of vreugde, uit gemis of vervulling hij is een gehoorzaam dienaar: èn van zijn Muze, èn van zijn „gehoor". Maar wat het ook is dat hem zingen dpet: smart of geluk, of beide tegelijk, het uur waarin de Muze hem genadig is, blijft hoe dan ook een geluks- uur, van geroepen- en bevrijd-zijn, voor de duur van de geboorte van. een vers, meer of min volmaakt, maar van een vers. Nooit heeft Buning haar verloochend, zijn Muze, nooit haar geweld aangedaan. Hij. heeft haar geen woorden in de mond gelegd -die ze hem niet influisterde, hij heeft haar niet naar de mode getooid, haar niet vermooid of omhuld met de symbolentaal, die alleen voor „ingewijden" een select publiek zoals dat heet verstaanbaar is. Hij, die de verstechniek zo meester is, die versvormen bespeeld heeft, waaraan weinigen zich waagden, hij heeft nooit naar het rijm toegedicht terwille van het gladde vers; liever geen rijm dan een bedacht, dat is een vals rijm. Het kan zijn dat een aangevangen rijm schema onder de dwang van het woord onverwacht wisselt; het kan zelfs gebeu ren dat ge een keer struikelt over een on willige maat. Maar ongeschonden blijft zijn geluid, zijn toon, die, eenmaal gehoord, nooit meer vergeten kan worden. Kan men een dichter eigenlijk meer eren? Niet dat hij de ballade of de ode of welke versvorm ook, teruggaf aan de levende letteren, heeft hem tot een onzer meest gelezen en waarachtigste dichters doen worden, maar dat hij schreef in een voud, dichtte zoals eeuwen her, toen er nog in onmiddellijkheid, zonder kunstgre pen, zonder raffinement, geschreven werd in de spreektaal, van hart tot hart. Al wat hij beluisterd heeft, werd niet opge tekend uit ijdele zelfverheerlijking en sprekend van en voor zichzelf, maar on baatzuchtig, in lettertekens die straks weer woord zullen worden in het oor en het hart van zijn lezer. Buning is zichzelf ontroerend trouw ge bleven: trouw allereerst aan zijn zeer eigen geluid; trouw aan de eenzaamheid die, hoe blijmoedig, vurig en levensver liefd hij soms ook gezongen heeft, zijn deel blijft; trouw aan zijn werk. Maar bovenal trouw aan haar, die hem, zo lang geleden al, door de dood ontviel toen zij „op Gods glans in den hooge, blind als een vlinder ingevlogen" was. Altijd weer is het haar beeld, ongerept, „gratie van God in alle leden, gratie die meer dan schoonheid is", dat hem verschijnt en redt van de vertwijfeling, dat hem terug gaf aan het leven, waarvan hij dóór de dood zozeer leerde houden: „mijn liefste het is wèl Gods arbeider en slaaf te zijn, hoe hard Het bed alleen, hoe bitter soms de tijd dat ik moet wachten totdat gij er zijt, wat deert het nog, dat wie dit kent, dit lijdt." Dat is meer dan berusting, dat is een handreiking tot over de grenzen van het leven aan haar, die hem „geploegd heeft als een akker" en hem daarom nooit verlaat: „En onverwachts komt gij met groot licht, met zoo grooten schijn dat gij mij overstelpt met zaligheid en wij niét spreken, maar gemeenzaam zijn Vervuld van deze verbondenheid, sterk en teer tegelijk, kon ondanks alle gemis, dit dichterhart vol liefde blijven: liefde voor het schoons waarmee God dit aardse gezegend heeft; liefde voor die „broeder mens", voor wie men toch in vreze moet leven, dat hij zal schenden wat hem is toe vertrouwd; liefde voor het leven, niet zo uitbundig en onbezwaard, dunkt mij, als destijds Roelands het schreef, maar in een andere zin: liefde die daarom zo warm en innig is, omdat de dichter welvertrouwd met de dood, te goed de onherroepelijkheid van elk ogenblik kent om het roekeloos te verspillen en de geschenken des levens niet te hoedgn als een broos en kostbaar bezit, dat men niet anders deelachtig wordt dan na zijn tol te hebben betaald aan het leed. Walschap schreef het onlangs zo juist: er wordt nu eenmaal meer schoons geboren uit de beproeving dan uit de vreugde, Buning zegt het op zijn wijs: „Men moet elk vers met bloed en tranen kopen". Daardoor juist kon de dichter, alleen met het glas, dat „eens van mijn liefste was", op een oudejaarsavond neerschrijven: „God gaf mij die verandering Dat 'k alle leed en licht van leven in heldere verzen heb geschreven Ik kan ze niet afzonderlijk noemen, de heldere verzen van deze bundel, daarvoor zijn ze mij in een langdurig en vertrouwd verkeer te na aan het hart gegroeid. Maar dit dan: ze zijn mijt stuk voor stuk, zeer dierbaar. „Verboden Verzen" verboden aan vankelijk na onze bevrijding. Niet dat de mens-Buning de gevolgen moest dragen van wat een mengeling van rechtsgevoel en vergeldinggdrang in hem misprees, maar dat men zijn werk trof, het woord, „gezegend door herinneringen", het woord dat toen niet gezegd mocht worden tgt ,*,alle mensen die elkaar beminnen, tot over het graf gezegend met de zinnen" dat heeft hem gekrenkt, en meer dan één dichtregel getuigt ervan. Buning heeft zijn bundel doen vooraf gaan door een citaat uit Milton's „Areopa- gitica", een indrukwekkend pleidooi voor de vrijheid van het woord, gericht tot het Engelse Parlement; het opent met deze ver manende zin: „Wie een mens doodt, doodt een redelijk wezen. Gods evenbeeld; maar wie een boek verspilt, doodt de rede zelve, doodt Gods beeld, zoals het aan het oog verscheen." Het mag dan volgens Buning zo zijn, dat men het gedicht meer dient te eren dan de dichter, dankbaarheid voor het schone dat alleen verzoet, mag men hem niet onthou den. Dichter, dank de Muze voor de bege nadigde ogenblikken waarin ze U dit in fluisterde. C. J. E. Dinaux. De Duinwaterleiding ontstond 50 jaar geleden Een eeuw geleden was het leidingwater' nog onbekend. In de meeste huizen waren regenbakken of pompen en waar die ont braken zorgde de overheid door straat- pompen in het tekort te voorzien. Toen de begrippen over - volksgezondheid door drongen kwam het besef, dat geen enkele regenbak en lang niet alle pompen goed drinkwater gaven. De duinen moesten uit komst brengen. En ze hebben dat gedaan.' Op 8 Juli is het 100 jaar geleden da£ aan de gepensionneerd majoor der genie C. D. Vaillant concessie werd verleend tot het aanleggen van een waterleiding uit de duinen bij Haarlem naar Amsterdam. Daarmee was de grondslag gelegd voor de Amsterdamse waterleiding. Het duurde evenwel nog tot 1853 vóór de Amsterdam mers het zuivere leidingwater dronken. Haarlem sloot een contract met Amster dam om ook van dit duinwater te profi teren. Een halve eeuw geleden werden voorbereidingen getroffen om te Haarlem een eigen waterleiding op te richten. In het voorjaar van 1948 gaan we haar gou den feest vieren. Agenda voor Haarlem ZATERDAG 21 JUNI. Frans Hals Museum: Tentoonstelling KZOD 10—5 uur (dagelijks). Palace: „De witte klippen van Dover", 2.30, 6.45 en 9.15 uur. (Zondag 1.45, 4.15, 6.45 en 9.15 uur). Luxor: „Opgejaagde jeugd", toeg. bov. 18 j. 2.30, 7.00 en 9.15 i (Zondag 2.00. 4.15 7.00 en 9.15 uur). City: „Stille helden", toeg. bov. 14 j. 2.30, 7.00 en 9.15 (Zondag 2.30, 4.15, 7.00 en 9.15 uur). Spaarne: „De laatste avonturiers", toeg. bov. 14 j. 7.00 en 9.15 uur. (Zondag 2.00. 4.15 7.00 en 9.15 uur). Frfns Hals: „De ellandpnnses". toeg. bov. 18 j. 2.30. 7.00 en 9.15 uur. (Zondag 2.00. 4 30, 7.00 en 9.15 u.). Rembrandt-theater: „Les enfants du Paradis", toeg. bov. 18 j. 2.30 en 7.30 uur. ZONDAG 22 JUNI. Stadsschouwburg: Kinderoperette „Baron Kreeltneus". 2 uur Gem. Concertgebouw: De Ramblers. 8 uur. Bioscopen: Middag- en avond voorstellingen. MAANDAG 23 JUNI. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. Arthur Honegger. Paul Hindemith, William Walton en Olivier Messlaen zullen op het Inter nationaal muziekfeest dat tot 30 Juni te Wenen, gehouden wordt.'^eigen composities vertolken. Bij de opvoering te Kassei van het toneel stuk „De heilige vlam" van Somerset Maugham is het tot incidenten gekomen, bij de passage waarbij een moeder haar door een vliegtuig ongeluk ongeneeslijk verwonde zoon vergiftigt, werd uit de zaal geroepen: „dat is nazi- Ideologie". Cultureel treffen. Het 63ste lustrum van de Amsterdamse gemeente-universiteit wordt met een aantal culturele gebeurtenissen gevierd. Op 23 Juni spreekt Jullcn Benda over „Zijn er eeuwige waardon?" en op 24 Juni Maurice Roe- lants over „Vrijheid en critische normen in de kunst", 's Avonds speelt het Palvet-kwartet wer ken van Franck. Ravel en Ibert. Donderdagavond 26 Juni voert het ensemble van Hans Brandts Buys onbekende werken van de zonen van BaCh uit. Tijdens de lustrumweek is er van 25 Juli af een tentoonstelling van manuscripten en in cunabelen in de universiteitsbibliotheek en een tentoonstelling van moderne boekkunst in „Arti et Amicitiae" onder de titel „het welverzorgde boek". Vrijdag 27 Juni is de grote gala-voorstelling van het lustrumspel „De poort van Ishlar". een lyrisch drama van F. SchmidtDegener met muizek van Rudolf Escher. Het studentenorkest „J. Pzn. Sweelinck" geeft op Maandag 30 Juni een uitvoering van speciaal gecomponeerde cantate van Koos de Griend op een tekst van Leopold. Al deze culturele genietingen zullen echter ongetwijfeld overtroffen worden door de piere mentenwedstrijd, die de studenten -Woensdag middag op het Frederiksplein organiseren., De voordrachtskunstenares Marguerite Cou perus heeft een uitnodiging ontvangen een tournee door Noord-Amerika te maken. Zij zal in verschillende steden, waar talrijke Nederlan ders en Friezen wonen, optreden. N.Z.H.-historie in 1946 Uit het verslag over het dienstjaar 1946 var NZHVM te Haarlem blijkt dat de verlees- en winstrekening over dat jaar een winstsalao van f 2.055.430,85 aanwijst. Tengevolge van de over neming der bezittingen en schulden van een aantal geliquideerde maatschappijen, zoals'de „Duinlander". de „ENET" en andere was vêrliessaldo ontstaan, dat van de winst wordt afgetrokken. Het overblijvende winstbedrag ad f 47.788.19'. wordt naar nieuwe rekening over gebracht. Op 31 December 1946 bedroeg het aantal perso neelsleden van de NZH 1412. Het trammaterleel onderging geen ingrijpende wijzigingen maar in het bussenpark kwamen in 1946 nog al verschuivingen voor: door overneming van de „Duinlander" werd de NZH 10 bussen rijker, verder kwamen 14 nieuwe wagens aan, waarvan er enkele voor de technische dienst bestemd waren. Drie bussen vielen onder slopershanden. Tenslotte werd de NZH aan het einde van 1946 bedacht met 23 Ford-chassis. In de Meidagen van 1940 is de Cuneratoren te Rhenen, welke toen juist gerestaureerd was, door het oorlogsgeweld zwaar beschadigd. Men is opnieuw met restauratiewerk zaamheden begonnen. Het zal nog wel een tiental jaren duren voor de toren in zijn oude luister is hersteld. Communisten voelen Over Muziek er niet voor (Van onze correspondent te Parijs) Men kan moeilijk beweren, dat de at mosfeer in Frankrijk is gezuiverd door het succes der spoorwegmannen, welk succes de schatkist op ongeveer tien mil liard francs komt te staan en de treinrei ziger vermoedelijk op een tariefsverhoging van I Vb OP 2 francs per kilometer. Na een interruptie van enkele maanden is de slo pende wedloop tussen lonen en prijzen met dit succes weer hervat, naar aanleiding waarvan de Katholieke minister van fi nanciën Robert Schumann voornemens koestert om af te treden. De vette koppen in de boulevardbladen, dat er geen deva luatie op komst is, blijken weer eens het beste middel te zijn geweest om de vrees daarvoor uit te lokken en aan t^ wakke ren. gezien de stijging van de goudprijzen in de laatste dagen. De loonsverhoging der spoorwegmannen zal blijken geen opzichzelf staand feit te zijn: door deze loonsverhoging wordt het reizen duurder en zal, om maar eens een voorbeeld te noemen, de textielarbeider een hoger loon willen hebben hetgeen wellicht gebeurt nadat hij eens heeft ge staakt. En dan moet de bakker zijn kle ren duurder betalen. Weshalve hij gaat staken. Kostbaarder.broek en van de bak ker verhogen de prijs van het, brood. En ziet, wanneer de treinconducteur meer voor z'n broodje moet gaan betalen, 'is het tijd voor een nieuwe spoorwegstaking. Juist het voorzien van deze nasleep deed Ramadier en de Syndicaten zo grimmig vechten." Ramadier wist, dat met zijn ca pitulatie zijn hele economische politiek op losse schroeven kwam te staan en hij wist ook, dat slechts een productieverhoging een loonsverhoging nationaal kon recht vaardigen. Door stakingen wordt echter juist het tegendeel bereikt. Het ligt dus voor de hand, dat velen thans uitzien naar een middel, om het in de grondwet vastge7 stelde stakingsrecht enigszins aan banden te leggen. De ervaring dezer laatste weken heeft namelijk geleerd, dat stakingen te gemakkelijk kunnen worden uitgeroepen, om zich dan snel verder voort te planten op een voedingsbodem van een zekere al- UNO apparaat is gereed voor plan-Marshall Verklaring van Trygve Lie De secretaris-generaal der Verenigde Volken, Trygve "Lie, heeft bevestigd, dat het apparaat der UNO in gereedheid is ge bracht om alle werkzaamheden, die ver bonden zijn aan het plan-Marshall voor de wederopbouw van Europa, te verrich ten. Lie zeide, dat de economische com missie voor Europa en aanverwante bu reaux der UNO beschikken over alle ge gevens en deskundigen, om het plan des noods onmiddellijk in practijk te brengen. Lie deelde mede, dat prof. Gunnar Myrdal, oud-minister van Handel van Zweden en thans secretaris van de economische com missie voor Europa, te Londen cn Parijs besprekingen had gevoerd. Hij bevindt zich nu in Moskou en was volledig ge ïnstrueerd om aan de Europese regerin gen bijzonderheden te verstrekken inzake de faciliteiten, die de organisatie der UNO zou kunnen verlenen bij de ten uitvoerleg ging van Marshall's plan. Radio-Moskou heeft een telegram van Tass, het officiële Sovjet-Russische nieuws bureau uitgezonden over de Brits-Franse besprekingen betreffende Marshall's hulp- voorstel. In dit telegram wordt gezegd: „Men kan niet ontkomen aan de indruk, dat deze besprekingen een poging beteke nen om achter de rug van de Sovjet-Unie en andere Europese landen om te hande len". f Het Tass-telegram werd door Radio- Moskou uitgezonden in het binnenlands Vierhonderd gulden voor een bezoek aan Frankrijk Tussen de Franse en de Nederlandse re gering is een regeling tot stand gekomen, volgens welke Fransen naar "Nederland kunnen reizen onder medeneming van vier honderd gulden per persoon. Naarmate het Franse bezoek aan Neder land zich ontwikkelt, zal er voor Neder landers gelegenheid bestaan naar Frank rijk te gaan met een bedrag aan francs overeenkomende met vierhonderd gulden. Dit geldt voor degenen, die voor herstel van gezondheid, studiedoeleinden en cultu rele uitwisseling willen reizen en voor hen, die voor genoegen oaar Frankrijk gaan. Voor zakenreizen bestaat een aparte regeling. De eerste Franse bezoekers, reizende vol gens deze nieuwe bepalingen, zijn reeds in ons land aangekomen. Oost-Duitse premiers willen voorstellen doen De minister-presidenten van de staten in de Russische zóne van Duitsland heb ben de geallieerde bestuursraad telegra fisch verzocht voorstellen te mogen doen voor het herstel van de economische.en politieke eenheid van Duitsland. Zij her inneren er aan, dat de minister-presiden ten van de staten van West-Du its land de bestuursraad reeds verzocht hebben de resoluties van de conferentie van Miin- c'hen te mogen voorleggen. gemene jiationale ontevredenheid. In ver schillende gevallen werden stakingen ont ketend door zogenaamde agents provoca teurs (aanhangers van de denkbeelden van wijlen Trotzky) waarna de Syndicaten uit vrees voor concurrentie de leiding dier agitaties in handen nemen, zonder er zelf het initiatief toe te hebben genomen, dit verband heeft het initiatief van radicaal«-socialistisch afgevaardigde, de directeur van het weekblad La Bataille, Henri Queuille, sterk de aandacht getrok ken. Hij wil een wetsontwerp indienen, waarbij de arbeiders hun voornemens tot ;taken acht dagen tevoren bekend zullen moeten maken en wilde stakingen dooi de regering met succes zullen kunnen wor den bestreden. De Franse Vakcentrale, de onder communistische leiding staande C. G. T.. heeft echter bij voorbaat reeds haar afwijzend advies ten aanzi.en-van dit voor stel kenbaar gemaakt. Zij ziet hierin een bedekte poging om de rechten der arbei ders te beknotten. De jongste ervaringen hebben inmid dels onmiskenbaar aangetoond, dat met handhaving van een ongebreideld stakings recht de toekomst van het land niet langer is verzekerd. Het Centraal Bestuur van de Nederland se Bakkersbond te 's-Gravenhage heeft aan de minister van Landbouw,. Visserij en Voedselvoorziening een telegram ge zonden, waarin het verklaart kennis te hebben genomen van de allerwegen groeiende onrust in de bakkersbedrijven, als gevolg van de geruchten over veran deringen van de blbem- en broodprijzen. Het dringt ér bij de minister in het alge meen-belang met klem op aan, geen beslis sing in deze te nemen, voordat de patroons organisaties in het bakkersbedrijf gehoord zjjn. De Nederlandse Bakkersbond betoogt verder dat de grens Van bestaansmogelijk heid reeds bereikt is en verdere nadelige veranderingen ten aanzien van het bak kersbedrijf noodgedwongen tot sluiting van de bedrijven zouden moeten leiden. Ambachtslieden overtraden de prijsvoorseliriften Prijzencontroleurs hebben de laatste maanden bijzondere belangstelling getoond voor de prijzen, welke timmerlieden, schil ders, metselaars en loodgieters aan hun klanten berekenden. Het bleek, dat men het in dertig procent van de gecontroleerde bedrijven met de prijsv^orschriften niet zo nauw nam, aangezien voor de in dit jaar verrichte werkzaamheden gemiddeld f 3000 te veel was berekbnd! In de meeste geval len werden meer uren berekend dan er in werkelijkheid waren besteed. Bovendien was de administratie soms opzettelijk slor dig, met de bedoeling de controle te be moeilijken. De deskundigen van de prijs controle bleken echter door opmeting van het werk het aantal arbeidsuren en de hoeveelheid verwerkt materiaal juist te kunnen schatten, zodat het kwaad toch kon worden achterhaald. Tegen alle overtre ders is proces-verbaal opgemaakt. Zij zul len zich binnenkort voor de tuchtrechter voor de prijzen hebben te verantwoorden. Het overheidstoezicht op de ambachtslieden zal nog worden verscherpt. VICE-ADMIRAAL J. W. TERMIJTELEN VERLAAT DE ZEEDIENST. Aan de vice-admiraal J. W. Termijte- len, Hr. Ms. adjudant in buitengewone dienst is te rekenen van 1 Mei af, op zijn daartoe gedaan verzoek eervol ontslag uit de zeedienst verleend wegens langdurige dienst, met dankbetuiging voor de lang durige en gewichtige diensten, door hem aan den lande bewezen. Met ingang van 1 Mei 1947 zijn bevor derd tot Sehout-bij-Nacht de kapitein ter zee J. J. L. Willinge, de kapitein ter zee met de tijdelijke rang van Schout-bij - Nacht G. B. Salm en de kapitein ter zee H. C. W. Moorman. DE p R ZIJN IN DE FILMPRODUCTIE met enige moeite bepaalde „tijdperken" te vinden, waarin dan weliswaar niet één bepaalde soort films haar stempel cPrukt op alles wat er verschijnt, maar waar een bepaalde voorkeur voor één genre is te zien. We hebben een periode gehad, waarin biografische werken van alle kanten op de markt gebracht werden, er is een voor liefde geweest voert: revue-achtige rol prenten en zo meer. Wat op het ogenblik in zwang is kunnen wij moeilijk, overzien het heden is altijd door een hoger muur omringd dan het verleden en soms zelfs dad de toekomst maar we kunnen toch wèl vaststellen dat er een reeks van op vallend goede films is die minder door dramatische kwaliteiten opvalt dan dooi de scherpte waarmee zij de psyche van de mens obser veert en uitbeeldt. Een van de opmerkelijkste van dit aantal is „Obsessie", een ware psycho analyse in filmtaal. Daarin wordt beschre ven hoe doktoren door een geleidelijke naspeuring een beeld opbouwen van de geestelijke gesteldheid van een patiënt en op het laatst in staat zijn het punt vast te stellen waar de genezing moet beginnen. Deze psychologen zijn een soort geestelijke detectives. Een tegenhanger van deze film. die de' typische eigenschappen van deze scherp observerende beeldenkunst heel duidelijk bezit, is „Lost weekend". Deze be film is op het filmfestival in Cannes kroond en sindsdien op alle mogelijke ma- programma en is op in 't oog vallende wijzenieren geprezen en onderscheiden om haar in de bladen gepubliceerd. In gewoonlijk welingelichte kringen te Parijs is men van mening, dat het Sovjet- Russische antwoord op de uitnodiging van Engeland en Frankrijk om mee te werken aan de uitvoering van het plan-Marshall op zijn vroegst over een dag of drie ver wacht kan worden. Internationaal arbeidsbureau dient resolutie in Het internationaal arbeidsbureau heeft aan de dertiende internationale arbeids- conferentie te Genève een resolutie voor gelegd waarin vrijheid van vereniging en onderhandeling voor arbeiders en werk gevers in de gehele wereld wordt ge vraagd. Deze resolutie is opgesteld, nadat de kwestie door de economische en sociale raad van de UNO naar het internationaal arbeidsbureau was verwezen. In de reso lutie wordt het beginsel van de verplich ting om alleen bij een vakvereniging aan gesloten arbeiders in dienst te nemen, mits in gemeenschappelijk overleg, aan vaard en in een contract omschreven, er kend. Er wordt geen gewag gemaakt van gedwongen arbitrage doch wel van de in stelling van vrijwillige regionale en natio nale verzoenings-instanties. voortreffelijke eigenschappen. Dit is geen detectivefilm op geestelijk gebied, maar een gangstergeschiedenis op hetzelfde ter rein. Hier behoeft geen moeilijke vraag onderzocht te worden, er is alleen een uit gesponnen ongecompliceerd thema het relaas van een drinker, een onverbeter lijke, hopeloos aan de drank verslaafde man. Het is geen opwekkende geschiedenis. Deze man, een schrijver, is een zwakke ling. Op het ogenblik dat hij zijn gedach ten en dromen op papier zal gaan zetten, vloeien de kracht en de bezieling uit hem weg, hij zoekt radeloos naar een middel dat hem kracht geeft om terug te roepen wat hij verliest. Die kracht geeft de drank hem. Hij verafschuwt het drinken en weet dat hij een getekende is, maar hij is in een ban geraakt en kan zich niet meer bevrij den. Op de eerste dronk moeten er meer volgen en hef einde is steeds de nevelach tige toestand, waarin alle rede en gevoel hem verlaten hebben en hij nog slechts reageert op de elementairste drift, die hem nog steeds meer alcohol doet zoeken. De man raakt en de film beeldt dat in verschillende terugblikken op zijn leven uit onvermijdelijk in moeilijkheden om dat hem telkens op een beslissend ogen blik de moed en innerlijke zekerheid ont breken. Zijn carrière is negatief, zijn ver loving wordt een mislukking, pogingen om zich te onthouden van de drank, lopen op razende drinkerijen uit. Er blijft niets van hem over dan een drankzuchtig dier, dat zich alleen daardoor van andere dieren on derscheidt dat het nauwkeurig weet hoe zijn toestand is. Dit verhaal, opgesteld in de directe, niets verhullende cn tot in alle détails on barmhartig scherpe verhaaltrant die vele der jonge Amerikaanse schrijvers aan de dag leggen is afkomstig van Charles Jackson. Het werd tot scenario bewerkt door Ben Hecht die eens de wereld ver raste met zijn cynische „Misdaad zonder hartstocht", en verfilmd door Billy Wilder, die eens bij Robert Siodmak heeft ge werkt én met hem samen „Menschen am Sonntag" gemaakt schijnt te hebben. De hoofdrol is gespeeld door Ray Milland van wie we tot nu toe nooit iets bijzonders hebben gezien het resultaat is een samenspel van fotografie, spel. mu ziek, een werkelijk filmrelaas, dat de toe schouwer meesleurt, hem doet vergeten dat hij eigenlijk voor zijn plezier naar de bioscoop is gegaan, hem vervult met deer nis voor een mens die zo ten prooi is aan oncontroleerbare driften, maar een film die tegelijk de toeschouwer dwingt- in de huid van de dronkaard te kruipen, zijn angstig zoeken naar drank zelf te beleven en tenslotte de kramp van een ellendig dilirium te voelen. Alles aan deze perfecte film is even kei hard en onverbiddelijk en aan het einde' is de hoop, die de volhardende liefde van een toegewijd meisje schenkt een ware bevrijding uit de beklemming van deze geschiedenis die ons laat vergeten dat dit heele samenstel gehoorzaamt aan een dramatische wet en welbewust effectje voor effectje is opgebouwd. Dit gevoel van bevrijding openbaart dat de aesthetische kwaliteiten ook op een moreel besef zijn gegrondvest en achter deze felle uitbeel ding niet de zucht naar sensatie en. „gees telijke gangster-romantiek" schuil gaat, maar dat zij voortgekomen is uit een diep medeleven met deze rampzalige mens, die zich op het einde afvraagt: hoevelen zou den er achter de wanden van de New Yorkse wolkenkrabbers leven, die zijn zoals ik? Dit is een werkelijk „volwassen" film, een die men kan voorhouden aan degenen die twijfelen aan de ernstige mogelijkhe den van de jongste muze: het kan ook zó. v. G. Ray Milland, de drinker in „Lost Weekend" en het meisje dat, met hem denkt te spelen maar zelf het slachtoffer wordt van de dier lijke slimheid, waarmee hij steeds middelen weet te winden om drank te bemachtigen. Robert Schumann LIEFELIJK-ERNSTIGE, weekhar tige componist der „Dichterliebe" redigeerde enige tijd het „Neue Zeit- schrift fiir JVIusik", dat in Leipzig ver scheen. Hij schreef er opstellen en critie- ken in', philosopheerde over muziek en musici. Hij streed tegen ijdelheden en wees op de diepe levenswaarde der klas sieke meesters; hij had niet veel zin voor levenskunstige humor, maar wel een har telijke en geenszins oppervlakkige liefde voor de kunst; hij was het tegenoverge stelde van een egoïst. Hij studeerde zijn gehele leven en al zwom hij doorgaans in een huisbakken poëzie, in zijn beste tijden weixl hij dom^en werkelijke dichterlijk heid bezield.^en is geen gevoelige leuter kous, wanneer men een werk als de Etudes symphoniques voor piano schrij ven kan; vele energieke en enthosiaste fragmentenu in zijn werken wegen wel op tegen da tranen-rijke zoetigheid van zijn Frauenliebe. Dat hij weinig zelfcritiek had, was niet te wijten aan gebrek aan intelligentie, maar aan het feit dat zijn echte Duitse natuur in een mistige dro merij leefde, die vreemd was aan puntige wisselwerking van geest in sentiment. Hij was een nobel, gevoelvol mens; de ge breken van zijn kunst waren de gebreken van zijn brave soortgenoten, zowel de mannelijke als de vrouwelijke. Hij kan wel een sentimenteel hart veroveren, maar niet een geest dwingen of bezweren'. Het moet gezegd worden dat hij in zijn geschriften over muziek niet als nuchtere, eigenwijze schoolmeester optrad, maar wel degelijk als ervaren kunstenaar. Dit besef vergezelt ons voortdurend, wanneer wij zijn verzamelde geschriften opslaan. In nummer 36 van bovengenoemd tijd schrift. in het iaar 1850, verschenen zijn zogenaamde „Musikalisehe Haus- und Le- bensregeln", die aanvankelijk bestemd waren als toevoeging voor zijn Album für die Jugend. dat in 1349 verscheen. Inder daad had Schumann deze raadgevingen in zijn manuscript van het Jugendalbum tussen de verschillende piano-stukjes ge schreven. Bij de 2e druk van deze compo sities werden ze als uitgebreid voorwoord voor de 'muziek geplaatst. Sommige dezer uitspraken zijn kennelijk bedoeld voor vakstudenten, de meeste echter zijn blijkbaar gericht tot alle jeugdige muziek liefhebbers en speciaal tot hen, die ijverig musiceren. In de opeenvolging van Schu mann's opmerkingen is geen bepaalde methode, maar het lijkt mij niet toevallig dat de volgende juist de eerste is. „De ontwikkeling van het gehoor is het voornaamste. Doe vroegtijdig moeite, toonaard en toon te herkennen. De klok, de koekoek ga na welke toon zij aan geven". Inderdaad is het heel mooi en leerzaam, zich rekenschap te geven van gehoorde tonen. Ik zou Schumann's raad willen wij zigen als volgt: tracht een gehoorde toon direct na te zingen en herhaal dit zingen met telkens langere tussenpozen. Wie een piano bij de hand heeft kan zichzelf con troleren. Deze oefening is met enige ma nieren uit te breiden. Aardig is de tweede opmerking, die blijkbaar door te droog piano-onderwijs is geïnspireerd. „Gij moet toonladders en andere vin geroefeningen ijverig spelen. Er zijn ech ter vele mensen, die menen daar alles mee te bereiken, die tot in hoge ouderdom dagelijks vele uren met mechanisch stu deren doorbrengen. Dit is ongeveer het zelfde als zich moeite te geven dagelijks het a, b, c zoo snel mogelijk cn voortdu rend sneller, uit te spreken. Besteed uw tijd beter". Natuurlijk moeten vingers, handen, pol sen methodisch geoefend worden, maar zelfs tijdens deze gymnastiek moet bij elk détail het muzikale doel van mooie toon- vorming niet vergeten worden. Schu mann zelf had bij zijn pianistische studie een onaangename ervaring: hij eiste in onverstandige ogenblikken te veel van zijn vierde vinger cn verlamde deze. Hij waarschuwt echter tegen een stelselmatige snelheids-mechaniek, die niet muzikaal ontwikkelt cn een verkeerd begrepen acrobatiek is. Men kan het in zeker op zicht hiermee natuurlijk enorm ver bren gen! Peter van Anrooy vertelde eens van de virtuoos Iturbi, die bij hem als solist optrad: „die man speelt geen trillers meer, dat zijn electrische schellen". Zo'n vir tuositeit wekt een donderend-electrisch applaus op. dat evenmin uit liefde voor de muziek ontstaat. De volgende zinnen zijn mij uit het hart gegrepen. „Doe moeite, ook al hebt u wei nig stem, zonder hulp van het instrument van het blad te zingen, de scherpte van uw gehoor zal daardoor altijd toenemen. Als u echter een klankvolle stem hebt, verzuim dan geen ogenblik ze te ontwik kelen, beschouw haar'als het schoonste ge schenk, dat u door de hemel verleend is!" Dit is misschien wel wat sentimenteel uitgeroepen, maar het raakt precies de waarheid, dat alle muziekbeoefening met zingen begint, met zingen doorgaat en in zingen zijn voltooiing bereikt. Ik zou in herhaling van vroegere artikelen verval len wanneer ik hierbij aantoonde, hoezeer dit ook op instrumentaal musiceren van toepassing is. Wie de gedachtengang van een instrumentale melodie wil leren ken nen moet de tonen zo niet luidop dan toch in gedachte zingen, anders zal de voor dracht onvoldoende zijn. Even verder lees ik het volgende: „Verzuim geen gelegenheid waarbij gij met anderen te samen musiceren kunt. in duo's, trio's enz. Dit maakt uw spel vloeiend, levensrijk. Begeleid ook zangers dikwjjls". Ook deze raad laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Het ensemble-spelen is inspirerend, ook bij eenvoudige muziek; het begeleiden van liederen minstens even zeer, want de piano-spelende liefhebber ondergaat de poëzie van de gezongen me lodie en de zanger kan zich laten- beïnvloe den door het volledige harmonische en rythmische leven van de klavierpatij. De volgende uitstekende raadgeving sluit hierbij aan: „Zing ijverig mee in een koor, vooral in de middenstemmen. Dit maakt u muzikaal". Tenslotte een goede raad. die ik uit de 68 tot de beste reken: „Verzuim nooit goede opera's te horen". HfeNDRIK ANDRIESSEN BESLISSING OP GRATIEVERZOEKEN. Bij Koninklijk Besluit is afwijzend be schikt op het gratieverzoek van J. H. A. M. Driehuis, tot de doodstraf veroordeeld bij sententie van het Bijzonder Gerechts hof te Den Bosch. Het doodvonnis is vol trokken. Gratie is verleend aan J. H. J. von Freitag Drabbe, tot de doodstraf veroordeeld bü sententie van het Bijzonder Hof te Am sterdam. De doodstraf is veranderd in een gevangenisstraf van 15 jaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1947 | | pagina 5