Literaire kanttekeningen J Mausoleum op de Paasberg bij Ede voor gevallen verzetsstrijders Nieuwe uitgaven De 9 Muzen „Zoals hij het zag" De droogte doet de bomen geen goed; ook de groente heeft er van te lijden ZATERDAG 5 JUL! 1947 S. VESTDIJK: Het eeuwige telaat. Dialogen over de Tijd. Uitgeverij Contact, Amsterdam Zo vaak is in navolging van Menno ter Braak Simon Vestdijk een duivels kunstenaar genoemd, dat het allengs van weinig oorspronkelijkheid getuigt het te behalen. Maar ditmaal toch duivels kunstenaar of niet heeft Vestdijk ons verrast: hij sdhreef een dialoog over de tijd: niet over déze tijd in het bijzonder, over óns tijdsbestek, maar over de tijd in het algemeen: over ons tijdsbewustzijn, over een wijsgerig probleem dus, en wel één van de eerste orde. Dat iemand als Vest dijk, met een zo scherp ontledend intellect, met een zo veelzijdig wetenschappelijke, wijsgerige en zielkundige kennis, na al wat over het na-elkander van gebeuren en er varen, dat wij de tijd noemen, is geschre ven, oorspronkelijke (en niet alleen aforis- tisch-geestige) dingen zou weten te zeggen, is niet verwonderlijk. Maar dat hij, zonder zich te hullen in voor een leek onvatbare vaktermen, dit diepste aller geheimen: de tijd, zo dicht tot zijn kern zou weten te naderen, dat hij het menselijk tijdsbewust zijn wist te onderkennen als een ervaren, waaraan wij lijden, is meer dan voldoende, hem al gaf ook uiteraard hij het uit eindelijk antwoord niet erkentelijk te zijn. Vestdijk koos de klassieke vorm van een dialoog en hij heeft er wèl a'an gedaan: speels bijna, ondanks alle diepe, bijna tra gische ernst, wordt draad.na draad van dit kluwen van vragen, die zozeer ons levens geluk, onze zielerust raken, ontward. Dat hij ze niet wist te verweven tot een verlos send levensschema hetwelk ons verzoenen kan met de onherroepelijkheid, dat al wat in ons leven gebeurt gevangen is in de ban van het onontkoombare na-elkander, is niet zijn schuld: voor een teruggaan tot een „tijd", waarin wij ons niet van het tijds- verloop bewust waren, is het te laat. Zijn boek is dan ook oneer een diagnose dan een therapie, een anatomië dan een genezing. Maar ook dat heeft zijn geeste lijke waarde: de mensheid is nog niet aan het einde van zijn voortdurende ontwikke ling; en misschien keren wij eens daar te rug, waar we vandaan kwamen: in- de ge lukzaligheid van een beleven zonder tijds besef: een toestand van paradijselijk zijn, waarin er geen na is en geen.vóór, geen gisteren en vandaag, geen nu en straks toestand van tijdloosheid, of, als men.'wil: van eeuwigheid. Wij kunnen ons, betoogt Vestdijk, hoe bewust we leven, niet ontdoen van onze jeugd, dat onvolprezen jarental zonder tijds besef, omdat wij mi eenmaal -een geheu gen hebben; wij kunnen ons niet ontdoen van het kind-in-ons, „waarin iedere waar de zich baadt in een natuurlijke glans van duurzaamheid en eeuwigheid." Toen nog, in die tijdloze kinderjaren, was het onze vitaliteit, onze onverwoestbare levenskracht die ons van Vergankelijkheid, van nu en straks, niet deed weten. Maar met de jaren neemt, aldus ^Vestdijk, het bewustworden een trager tempo aan, terwijl, de oerlevens- kracht in ons zijn drang behoudt: en daar is het conflict: de rangorde die de tijd schept, het na-elkaar, geeft ons het besef te-laat te zijn 'het Eeuwig Telaat. Levens tempo en bewustzijn, gebeuren en tijds- ervaring, ze vallen niet meer samen, ze zijn gesdheiden, onherroepelijk gescheiden we zijn gedoemd tot de angst voor het Te laat. Het is onze tragedie, waai-van de Griekse mythologie Prometheus en Epi- metheus niet onkundig was. En we ko men hoe onbewust ook in vex-zet: tegen de tijd, tegen ons voortdurend te laat. De verstandsmens (Pi-ometheus voor- op) tracht zich te redden in de techniek en de moeder daaivan: de natuurwetenschap, om eens weer „op tijd" te zijn; de gevoels mens zoekt zijn 'heil. in de herinnering: ihij herschept wat was tot een levend Nü^ in de verbeelding, in de droom. Maar géén van beiden duldt de erkenning, dat „het Leven" hem voorbij gaat,' dat hij le laat lcomt, omdat de Tijd nu eenmaal niet om- keeibaar is. Geen aanvaaxm, als mens le vende tussen een begin en een einde, zon der smart de erkenning, dat het Leven, de Tijd, 'hem vóór was en dat hij zich daarvan nas bewust wordt als het te- laat is Het Eeuwig Telaat. En vaSg, vaag flitst hem te laat een herinnering, door het hoofd van de-kinderlijke tijdloosheid, vaag ltenf ;hij de notie, dat het menselijk einde geen einde kan zijn: ihet' is de onbewuste zeker heid, niet te kunnen sterven; een gevoel, opgenomen te zijn in dat, wat boven de Tijd uitgaat: de Eeuwigheid. Dan duldt men de Tijd, dan heeft men vriendschap met hem gesloten; dan is imen „op tijd", dat wil zeg gen: kind van de tijdloosheid. Vei'leden en (toekomst vallen samen in het Eeuwige Nu, zoals Vestdijk het noemt. In een enkel begenadigd ogenblik komt dit bewustzijn tot ons, meer als gevoel dan als gedachte: in d^t ogenblik zijn we verlost, staan we buiten de Tijd, zijn we bevrijd van het kwellend Te Laat, maar misschien te laat om ons leven er nog naar in te riohten. Dat is, sinds Pi'ometheus aldus Vestdijk omze tragedie. En dat begenadigde ogen blik komt wellicht niet eerder dan nadat men „voldoende gemarteld zou zijn, ver- nedei-d, eenzaam en uitgeput, aan het ein de van de laatste reserves aan zielskracht"' om wat meer is dan berusten te ge loven aan de van God uitgaande .stralen, tot in het alledaagse leven, als vaag ver trouwen, als weldadig besef", dat alles goed is, zoals het is. Want dan, dan eerst, is men op tijd: de angst voor het Eeuwig Telaat is gevlucht voor een zich verbonden-weten met de Eeuwigheid, die niet haast, omdat daar, en daar alleen, niets was, niets zijn zal, maar is: het Eeuwige NU. Vestdijk's boek is, hoe eenvoudig gehour den, geen geschrift voor een ieder, maar dank zij een meesterlijk-lichte schrijftrant wel voor velen. En voor die velen wellicht méér dan een boek: stof tot overpeinzing van een levensleer. Dat men er niette laat voor kóme! C. J. E. DINAUX. Meerderheid voor handhaving van de persoonsbewijzen Het Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie heeft onderzocht hoe ons volk denkt over het behouden of afschaffen van de Persoonsbe wijzen. Gevraagd werd: „Vindt u dat het gebruik van de Persoonsbe wijzen gehandhaafd moet blijven of afgeschaft worden?" 50 pet. zegt: handhaven, 34 pet. zegt: afschaffen. 16 pet. heeft geen voorkeur. De vrouwen voelen echter wat meer voor af schaffen (35 pet.) en minder voor handhaving (47 pet.) dan de mannen (53 pet.). Mensen uit de middenklasse en welgestelden voelen meer voor handhaving (53 pet. en 54 pet.) dan de arbeiders (48 pet.) De aanhangers van vier van de zes grote poli tieke partijen zijn in meerderheid vóór de per soonsbewijzen, onder de Anti-revolutlonnalren en de Communisten vindt men echter meer men sen, die de persoonsbewijzen willen afschaffen (resp. 45 pet. en 52 pet.). Franse oorlogsschepen komen naar Amsterdam Op 31 Juli zal voor het eerst na de be vrijding een drietal Franse oorlogsschepen in de Amsterdamse haven aankomen voor een officieel bedoek. Aan boord bevinden zich 36 officieren, 97 adelborsten en onge veer 350 matrozen. Het eskader komt uit Kopenhagen. Doedelzak spelende Schotsp padvinders komen in Amsterdam De doedelzak-band van dfe 148ste Edin burgh Scout Troop brengt van 6 tot 18 Juli een bezoek aan ons land. Deze band behoort tot de beste padvindersbands in Schotland. Met het gezelschap, onder lei ding van scmitmaster Cunningham, komen ook een aantal Schotse dansers mede. De Schotse padvinders zullen Amster dam, Den Haag^ Rotterdam en Arnhem bezoeken. Het .Schotse gezelschap arriveert Zon dag 6 Juli in de hoofdstad. Om 12 uur wordt in optocht van het Centi'aaJ Station gemarcheerd naar het Schapenburgerpad, waar de Schotten tijdens hun verblijf in Amsterdam in een gi-oepshuis logeren. Maandagmorgen om half elf wordt de band ten stadhuize door burgemeester d'Ailly ontvangen, bij1 welke gelegenheid op de binnenplaats van het Prinsenhof enkele demonstraties zullen worden ge geven. Prins Bernhard zal symbolisch beeldhouwwerk onthullen Reeds vrij spoedig na de bevrijding kwam uit de illegaliteit het denkbeeld naar voren een blijvende herinnering aan de verzets strijd in het leven te roepen en daarmede het groot aantal gevallenen uit de gemeen te Ede te eren. Na besprekingen gaf de toenmalige districtscommandant der B. S., de heer D. Wildeboer te Ede, aan een in middels gevormd comité opdracht plannen te doen ontwerpen en uit te voeren. Het comité vond in de heer Jan Brands, bouwkundige te Ede, de man, die met voortvarendheid en toewijding deze taak op zich nam. Een fraaie plaats "vond men op de Paasberg, een heuvel aan de Oost zijde van het dorp, waar men een prachtig panorama heeft over de Gelderse vallei. Een gelukkig toeval was het, dat de in Ede gelegerde Canadezen in deze dagen het was Augustus 1945 naar werkobjec- ten zochten en het comité greep deze kans met beide handen aan. Met hun bulldozei'S togen de manschappen van de 7e Infantry Brigade aan het werk: Bomen werden ge veld, stompen gerooid en het hoogste pla teau werd „bouwrijp" gemaakt. De aanvankelijke .plannen, een gemeen schappelijk graf aan te leggen en daarop een gedenksteen te plaatsen, werden ge wijzigd, toen bij de geldinzameling, die door het comité werd gehouden, een bui tengewone offervaardigheid aan de dag werd gelegd. Men besloot toen tot het bou wen van een mausoleum. Het mausoleum, dat thans ten naaste bij voltooid is, werd gedacht als een reusach tige grafheuvel, aan de voorzijde afgesloten door een muur, waarin de namen der ge vallen verzetstrijders gebeiteld zijn. De ontwerper heeft hierbij voor ogen gestaan ae muur, waarvoor zovelen in de laatste minuten van hun leven weerloos stonden, de lopen van het vuurpeloton op zich gericht. De muur eindigt aan de rechterzijde in een platform. Men besloot dit te bekronen met een drie meter grote bronzen mans figuur, bezig zich op te richten. Symbolisch gezien: de neergeslagen strijder, die zich weer verheft. Dit beeld werd vervaardigd door de Am sterdamse beeldhouwer V. P. Semeyn Es- fer. Terwijl men nog bezig was met de aanleg van wegen en het aanbrengen van beplantingen, geschiedden reeds de eerste bijzettingen. Op 2 Augustus zal Prins Bernhard, als oud-opperbevelhebber der Binnenlandse. Strijdkrachten, het sluitstuk, het bronzen beeld van de kunstenaar Esser, onthullen. Het monument zal daarna worden overge dragen aan de burgemeester van Ede en aanbevolen in de zorgen der gemeenschap. Shipping and Trading. Reeds ruim een jaar verschijnt om de veertien dagen het tijdschrift „Holland shipping and Trading" in het Engels, dat in alle delen dei- wereld wordt gelezen. Het doel Van het blad is de handelsbelangen van Nederland te bevorde ren en reeds meermalen- zijn zeer vruchtbare relaties tussen Nederlandse en buitenlandse zakenlieden, die het blad lazen, tot stand geko men. Teneinde ook de handel met Latijns Amerika te bevorderen is thans ook een zeer verzorgde uitgave in de Portugese en Spaanse taal verschenen. Uitgever is de fa. Van Koute ren te Rotterdam, De bijen zwermen uit Turkse druivenoogst. Zon, blauwe luchtwitte druiven en de genoeglijke grijns op het gebruinde gezicht van deze Turkse wijnboer doen ons .een ogenblik vergeten, dat ons eigen land óók schoon is en wekken in ons een onredelijk verlangen, om ons spoorslags naar dit zondoor stoofde land te begeven en de Nederlandse deviezenpositie in gevaar te brengendoor het verorberen van overmatige hoeveelheden van deze zoete sappigheid. Onze vrouwen hebben zich de smaak der Papoea's eigen gemaakt De prijzen, welke een Amsterdams wa renhuis zijn cliënten berekende voor vul pennen, papierwaren en bijouterieën werden gisteren door de Amsterdamse tuchtrechter aan een nadere beschouwing onderworpen. Het resultaat was, dat vast gesteld werd, dat vulpennen met stalen pen, die voor de oorlog drie kwartjes kostten en thans getaxeerd worden op f 3,50 in het warenhuis geprijsd waren voor 9,95,. 10,95, 12,95 en 14,50. De inkoopfacturen waren in de admi nistratie aanwezig, doch de firma's van wie het warenhuis de pennen had afge nomen, hadden het wijzer geacht op hun factuur een andere naam en adres te ver melden dan in overeenstemming met de werkelijkheid was. Hetzelfde bleek het geval bij het nagaan van de leveranciers van papierwaren. Toen de Prijsbeheersingsambtenaren een adres op de Keizersgracht te Amsterdam wilden bezoeken, waar een firma geves tigd zou zyn, die aan het warenhuis pak papier had geleverd, wreven de ambtena ren wel even him ogen uit: op dit adres bleek namelijk de verdediger van de warenhuisdirectie te wonen die al -even verwonderd was toen hij het doel der komst van de Prijsbeheersingsambtenaren vernam Bij de behandeling van de bijoute rieën gaf de tuchtrechter zeer kort zijn mening over deze artikelen te ken nen: „voor de oorlog kochten we zulke dingen voor een paar kwartjes van Tsjechoslowakije. Ze werden weer uitgevoerd naar de Oost, waar ze met de Papoea's geruild werden tegen paradijsvogels, hetgeen een goede handel was". Daar deze zelfde dingen thans door Nederlandse vrouwen ge kocht worden voor een paar tientjes, meende de steller slechts te kunnen vaststellen, dat onze vrouwen zich de sniaak der Papoea's hebben eigen ge maakt Een deskundige van het warenhuis be toogde, dat niemand de prijs van bijoute- Elliot Roosevelt: De oudste zoon van de overleden pre sident der Verenigde Staten. Elliot, heeft een boek geschreven over zijn ervaringen gedurende de tijd, dat hij in de onmiddel lijke nabijheid van zijn vader de ontwik keling meemaakte van de Brits-Ameri kaanse alliante, die haar bekroning vond in de Amerikaanse intrede in de oorlog. Elliot Roosevelt- geeft er blijk van, een grenzenloze verering voor zijn vader en diens werk te koesteren, een verering die millioenen met hem zullen delen. Dit heeft echter zijn stempel op het boek: „Zoals hij het zag" gedrukt, zodat het een zeer subjectieve kijk geeft op de kwesties, die in het tijdsbestek dat dit boek omvat, tot ontwikkeling en oplossing kwamen. Anderzijds bevat het verschillende be schrijvingen „uit de eerste hand" van ge beurtenissen, waarvan de wereld voordien slechts door middel van officiële commu niqués kermis nam: de conférentie van Casablanca en de daarvoor voorafgaande ontmoeting van Roosevelt en Churchill op de Oceaan. Elliot Roosevelt onthult in interessante gespreksfragmenten de verbeten strijd tussen Churchill en Roosevelt over de voorwaarden der Amerikaanse hulp. Dat is een der merkwaardigheden van dit, in tamelijk naïeve stijl zonder litteraire be tekenis geschreven document. De ver houding tot Rusland wordt oppervlakkig gesignaleerd, doch duidelijk genoeg om de dood van de président ook in politiek op dicht te betreuren. rïeën kan bepalen. Het is een modearti kel, waarvan de prijs door de smaak vaft het publiek wordt bepaald. Als voorbeeld haalde hij aan de Lucky Strike-doosjes", welke maandenlang geweldige aftrek heb ben gevonden.. De verkoopprijs bedroeg 1,25, doch in werkelijkheid was de waar de niet meer dan ttvee cent.... Professor Frans de Backer werd tijdens een algemene vergadering van de Vlaamse P.E.N.- club benoemd lot voorzitter als opvolger van wijlen Tooussaint van Boelaere; Stijn Streuvels en Herman Telrllnck werden tot ere-voorzitters gekozen. Unesco-boekenwurm. Mr. Emerson Gree- naway maakt in opdracht van de Unesco een studiereis door Zwitserland, TJsechoslowakiJe, Oostenrijk en Polen om de toestand van de openbare bibliotheken aldaar in ogenschouw te nemen. Willem pypcr-hutde. Het tijdschrift „Mens en Melodie" publiceert- een aflevering, die ge wijd is aan de nagedachtenis van de onlangs overleden componist Willen» Pijper. Onder de mederwerkers vinden wij de namen van Hen drik Andriessen. Henriette Bosmans. Hans Hen- kemans. Bertus van Lier. Karei Mengelberg, dr. P. H. Ritter Jr., Paul F. Sanders, Berthe Seroen, Eric van der Steen, Piet Tiggers en S. Vestdijk. Onversaagd Salzburg. Het zomerfestival dat op 27 Juli geopend wordt met een op voering van „Jedermann" onder regie van Hele- ne Thlmtg. de weduwe van Max Reinhard, bevat als hoogtepunt de première van de opera „Dan- tons Tod" van G. V. Einem onder directie van Otto Klemperer. Verder brengen Prof. Lothar Wallenstein en Hans Knappertsbusch een nieuwe „Bruiloft van Figaro" en een „Cosi fan tutte" bok zal de opera „Arabella" van Rich. Strauss op het programma staan. Edwin Fischer. Vacla Talich, Wilhelm Furt- wangler. Charles Münch, Jolin Barbirolli, Otto Klemperer. Ernst Ansermet en Hans Knap- pertsbuch zullen symphonieconcerten dirigeren, waarvoor als solist onder andere v~x 11 nuhin geëngageerd is. Yehudi Me- Laatste beletselen voor de „zeven de faculteit" worden weggenomen De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft aan het gemeente bestuur van Amsterdam medegedeeld, dat- de Kroon tegen de door de gemeentèraad vastgestelde verordening, betreffende de instelling van een faculteit voor de poli tieke en sociale wetenschappen geen be zwaar meer zal maken, indien enkele be palingen van deze verordening zullen wor den gewijzigd. De belangrijkste van de verlangde wijzi gingen is de wens om de regeling van de toelating niet te doen afwijken van de al gemene regeling op dit punt in de Hoger-- Onderwijswet. Burgemeester en Wethouders zullen op korte termijn voorstellen in de door de minister gewenste zin aan de gemeente raad doen toekomen, opdat zo mogelijk bij het begin van het studiejaar 1947/48 of kort daarna de nieuwe faculteit kan gaan functioneren. Restaurants krijgen geen eieren meer Met ingang van 6 Juli zal de verstrak king van eieren aan restaurants worden stopgezet. In Maart werd aan restaurants een toewijzing van één ei per twee maal tijden verstrekt. De seizoenschaarste aan eiei-en en de behoefte aan export maakten het onmogelijk de verstrekking aan restau rants voort te zetten. GROENTE EN FRUIT IN Ï)E LAGE LANDEN Wanneer wij terugzien op- de voor land en tuinbouw zo belangrijke maanden Mei en Juni, dan valt natuurlijk op, dat in Mei de temperatuur belangrijk hoger dan normaal was. Dit blijkt wel uit het fó't dat de gemiddelde maandtemperatuur in De Bilt een record hoogte van 15.10° C be- reikfce (noi'maal 12.6'-'), wat sinds 1889 niet het geval is geweest. De neerslag was in deze maand veel lager dan normaal; vooral in het Noorden des lands was het droog en bedroeg de regenval 6070% minder dan de normale hoeveelheid. In -Noordholland viel 40% minder regen, in Gelderland 30%, in Zeeland 10%; daaren tegen was de regenval in Utrecht, Noord- Limburg en Oost Noordbrabant 10% en in Zuid-Limburg 20% boven het gemid delde. Dit laatste werd mede veroorzaakt door een zéér zware regenval in het et maal van 10 op 11 Mei. Wel begon Juni uitermate warm. maar omstreeks de vierde der maand zakte de temperatuur belangrijk (5 6° onder nor maal), zodat het gemiddelde in de eerste twee weken weinig boven het normale peil lag. De regenval nam toe. het aantal uren zonneschijn bleef normaal. Enkele hagelbuien brachten plaatselijk - schade aan de gewassen toe. De vrij langdurige droogte heeft de ont wikkeling van verschillende gewassen on gunstig beïnvloed. Bloemkool, sluitkool, erwten, peulen, px-incessebonen, snij- -en tuinbonen hebben in meer- of mindere mate door het droge weer geleden en in de koolteelt is tevens een aantasting door de koolmade te merken. De ontwikkeling van verschillende andere gi'oenten als an dijvie, sla, -pronkbonen, peen en glaspro ducten als komkommers, meloenen, toma ten. heeft echter een gunstig verloop. Ook met betrekking tot de vroege aardappelen luiden de \moruitzichten gunstig. Aard beien blij vel# teleurstellen. FRUIT LOOPT TERUG. De fruitteeltgewassen ontwikkelen zich normaal maar de aanvankelijk zeer goede vooruitzichten, welke waren gebaseerd op de rijkq bloei, ^zullen, mede ten gevolge •an de droogte," niet geheel en al in ver vulling gaar.. Ten aanzien van enkele fruitsoorten als appelen en peren, die een sterke vroegtijdige val vertoonden, als mede van 'pruimen zyn de verwachtingen minder hoog gesteld, vooral Wat betreft de pruimen. Niettemin zal de oogst van ap pelen en peren dit jaar hoger uitvallen dan in het vorig jaar. Kersen dragen goed: het zogenaamd kleine fruit zoals bessen en frambozen is normaal bezet, en de ont wikkeling van de druiven verloopt alles zins oevrxligend. Uitgezonderd in de Beemster, waar het gewas er matig voor staat, vertonen de appelen een goede tot zéér goede stand. De oogst-verwachtingen ten aanzien van de peren zijn achteruitgegaan; de vroeg tijdige val der jonge vruchten is veel sterker geweest dan bij de appelen. Niet temin zijn de bomen nog goed beladen. De aanvankelijk gunstige stand der prui men is in de laatste weken sterk vermin derd; bovendien komt ©en vrij ernstige aantasting door de pruimenzaagwesp voor. in een enkel gebied als de Bangert staat het gewaè er nog zéér goed voor. Ook in Zeeland en Limburg en op de Zuidholland se. eilanden wordt een goede oogst ver wacht; in de Betuwe, de Tieler- en Bom- melerwaard, Utrecht en de Lijmers is de stand matig, in het land van Maas gn Waal matig tot goed. Hoewel de jamfabrieken grote hoeveel heden fruit zullen opeisen, komen er voor de dii*ecte consumptie voldoende voorra den los, al zal ook dit jaar de prijzen- kwestie een netelige blijken te zijn. Wethouderskwestie99 in Rotterdam opgelost Rotterdam was tot dusverre de enige ge meente in Nederland, waar de wethou ders hun zetels niet naast die van de burgemeester hadden, doch bij hun fracties in de raad zaten. - Daarin komt nu verandering, maar het heeft heel wat -voeten in de aarde gehad, voor het zo ver was. Reeds meermalen hadden B. en W. een voorstel ingediend om de indeling van de'raadszaal te verandej-en, maar steeds stemde de meerderheid van de raad tegen. Nu is eindelijk de kogel door de kerk en zullen de wethouders linksm en rechts van de burgemeester hun zetels krijgen. Toch kreeg het voor stel slechts achttien van de een-en-der tig uitgebrachte stemmen. Over Muziek Is het hopeloos? De componist Willem Pijper schreef in dertijd een aantal zeer lezenswaardige ar tikelen over muziek. Een daarvan heet: „De anti-muzikaliteit van den Hollander". Ik schrijf er een paar zinnen uit over om daarbij op z'n echt-Hóllands! nog wat na te mopperen over het een en an der. Pijper schrijft: „En toch moet men de mentaliteit van deze Hollanders, -die alle concerten nalopen, die een brokje muzikale opvoeding hebben genoten, die ene opinie hebben over Bach en de Jazz, die de theo rieën van Wagner over het Gesammtkunst- werk hebben overdacht, voor wie concert programma's met analysen en notenvoor beelden dagelijkse lectuur zijn, die in de muzieklexica thuis zijn als onze voor vaders in de concordantie van Trommius: anti-muzikaal noemen." En even verder merkt de schrijver opt „Niet door de interesse voor een kunst verraadt een volk ook dispositie voor die ■kunst" Ik geloof niet zo zeker ir. deze anti- muzikaliteit, maar als ik de beide aange haalde opmerkingen van Püper bij elkaar lees, doemt er een spook op dat dreigend alle idealen in gevaar brengt. Het is waar dat interesse voor een kunst geen bewijs is voor geschiktheid voor die kunst. Pijper erkpr.t en bespot de Hollandse hebbelijk heid van weten en oordelen en schrijft: „Musiceren, muziek maken terwille van de muziek („omdat het zo mooi klinkt" of zo fel, of zo vals) doet de Hollander niet Dat kan hy nog niet of: niet meer en wat hij niet kan, wat hem niet is voor gedaan, en uitgelegd, deugt niet. Hij doet misschien graag alsof, hij houdt zich mu zikaal. Maar hij verstaat de muziek (de niet-amusante muziek zonder handels waarde, de muziek van Mozart, Chopin, Debussy, Bruckner of Franck) slechts niet behulp van zyn theoIogiSche of aesthetische dictionnaire". Zo is het precies; er is in de hoofden der Hollanders een overbelasting aan beoor- delingszucht die de onbevangenheid regel recht in de weg staat. Maar betreft dit al léén de muziek? Is het niet juister om aan te nemen, dat een zeker zelfgenoegzaam intellectualisme de spontaneïteit doodt? De Hollanders hebben sinds het verlpop der zestiende eeuw het musiceren verworpen of voor een deel gecjassificeerd en zich verder volgens een zelfbewuste verstande lijkheid intellectueel en commercieel ge vormd en de duivel der verwaandheid heeft in alle verdere tijden solide successen ge boekt. Wij iveten nu alles en bij alle levens verschijnselen is onze eerste en enige be zigheid het beoordelen dezer verschijnse len. De Hollander maakt geen sprong op goed geluk, maar staat stil op beide benen en beoordeelt en beoordeelt. Hij beoordeelt de natuur, de bovennatuur, de kunst, het kunstwerk, de kunstenaar, enfin alles. Zijn tweede zorg, die aan de eerste gelijk is, is de aandacht er voor te waken dat hij geen fout maakt, dat hij niet door andere veel weters voor iets minder intellectueel zal worden gehouden. Het komt er voor de Hollander op aan dat hij „op de hoogte" blykt te zijn, dit wil zeggen dat hij kan oordelen! De vraag is niet in hoeverre hij spontaan en geestig in levenskunst is, maar of hij mee kan in de algemene beoordelings race. Ik geloof dat onder deze twijfelachtige historische ontwikkeling der Hollanders het leven der litteratuur en der beeldende kunsten minder heeft geleden dan de mu ziek en dan ligt Pijper's bittere conclusie: de Hollander is anti-muzikaal, voor de hand. Ik herinner mij heel goed dat Pijper, die de Hollandse bourgeoisie grondig ver achtte, niet veel verwachting had van de muzikaliteit ih de toekomst; de laatste zin van zijn artikel luidt: „Misschien is onze volgende generatie wat ondegelijker het zou ons muziekbegrip ten goede komen Moeten wij de mogelijkheid uitsluiten dat in een volgend of weer later volgend geslacht de geestelijke zelfgenoegzaamheid zal worden onttroond door een natuurlijke zin voor humor en de al-oude behoefte aan musiceren en onbevangen luisteren mtar muziek, zonder de geest van wikken en wegen, van oordeelsnoodzaak? In ieder geval zal de verandering door ons geslacht niet meer beleefd worden. Wij zullen wel beleven dat de muzikale opvoe ding in de scholen herzien wordt, maar wie kan dc zekerheid hebben dat ook hier weer niet de wetenschap en het systeem hoogtij zullen vieren? Me dunkt, de Hollander moet leren dat de muziek er is om er vol komen vrij geluk en plezier van te hebben zonder intellectuele afrekening. Een deel van het Hollandse wezen is anti-muzikaal, maar een ander, dieper deel niet. Pijper schrijft: „Met de musische kun sten, die van het geluid en van de bewe ging, weet een' Hollander niet goed raad. De kunst der welsprekendheid was hier nimmer inheems; het karakter onzer volks dansen is stug en ruw: een tooneelschrijf- kunst heeft hier nooit bestaan na de „duis tere" middeleeuwen: en de muzikale com positie is na Sweelinck's dood precies drie honderd jaar vergeten gebleven." Als over honderd jaar Pijper, gearmd met een tijdgenoot in een Hollandse musice rende familie terugkomt, hoop ik dat hij zeggen zal: „had je dat nu ooit gedacht?" HENDRIK ANDRIESSEN. Zwoegers langs dc straat. - De peinzende moede koppen van. stoere paarden hebben door de eeuwen heen schilders en poëten geïnspireerd. Ook dc fotograaf vindt er ia de moderne tijd van auto en traetor een welkom onderwerp voor een stemmig plaatje in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1947 | | pagina 5