Literaire kanttekeningen
Aankomst in het Lunapark
Nieuwe geneesmiddelen object
van ondernemerswinstbejag
Groet des geestes
van het nieuwe Oostenrijk
ZATERDAG 12 JULI 1947
HAARLEMS DAGBLAD
GUY DE MAUPASSANT: Hartsverhalen. Vertaald en ingeleid
door ADRIAAN MORRIëN. Uitgeverij Contact, Amsterdam
E WEINIG, DUNKT MIJ, WORDT
waardering uitgesproken voor hetgeen
de uitgever, die nog andere belangen kent
dan de commerciële, bijdraagt tot onze
rijkdom aan culturele goederen: wat
is - er al niet een literaire schoon
heid binnen het bereik gebracht van een
7,0 omvangrijk publiek dat er anders van
verstoken zou blijven door de reeks „De
Onsterfelijken'Emily Brontë, Hoffmann,
Poe, Balzac ik noem maar enkelen ze
zijn' weer, in merendeels voortreffelijke
vertalingen, levende schrijvers voor ons
geworden. Aan deze serie is nu een bundel
van 30 verhalen, „Hartverhalen", geschre
ven door één die als weinigen de kunst
verstond van de „korte vertelling Mau
passant, toegevoegd. Morriën heeft zijn
keuze met een lofwaardig onderschei
dingsvermogen gedaan, zijn vertalingen
met uiterste zorg en litteraire bekwaam
heid bewerkt. Maar zijn inleiding peilt de
deels mysterieuse, deels zo gecompliceerde
figuur van de Maupassant niet diep ge
noeg om de lezer voor te bereiden op wat
er aan schoons en duisters, aan tragiek en
levensdrift, onder de oppervlakte van deze
met een bijna pijnlijke soberheid geschre
ven verhalen verborgen ligt. Had Maupas
sant zich met minder verbetenheid teweer
gesteld tegen elk bewust prijsgeven «van
zijn persoonlijk ervaren in zijn werk, had
hij, in navolging van zijn meester Flaubert,
in mindere mate de soberheid van stijl en
coippositte betracht, we zouden een der
gelijke voorbereiding, die ons afstemt op
de krampachtig onderdrukte toon van
Maupassant's schriftuur, niet zozeer be
hoeven.
Dostojewski, die toch waarachtig van
ziekte en lijden wel het zijne wist te
'zeggen, sprak het eens uit: men kan ook
ten gronde gaan aan een overmaat van
gezondheid. Nu, in zekere zin is Maupas
sant er aan ondergegaan. Weinig kunste
naars hebben vuriger de lichamelijke ro
buustheid nagestreefd dan Maupassant:
hij was trots op zij gespierdheid, zijn
lichamelijkheidhij heeft zijn physieke
leven bijna gulzig, verslonden, met alle le
vensdrift die in hem was. Maar al zijn
roeien, zwemmen, turnen, heel die cultus
van zintuigelijk en zinnelijk leven, was,
wel bezien, niets dan een vlucht, een red
dingspoging, uit vrees, uit nameloze angst
voor dat „andere" wat „na de mens. komt",
het altijd dreigende, onzichtbare, waarin
er geen werkelijkheid meer is, de tijd stil
staat. de eigen persoonlijkheid wordt op
genomen in het grondeloze Niets en de zin
van alle leven verloren gaat. Zelf heeft hij
het. toen het eerste duister van zijn gees-
tesnacht begon te vallen, een „Horla" ge
noemd, een woord even zinloos voor hem,
als het beklemmend angstgevoel voor de
breuk met het zintuigelijk leven die hij
als een noodlot voelde naderen.Horla:
„datgene wat zal zijn als ik geen mens
meer ben". In enkele verhalen ik noem
alleen „De Nacht" en „Op het water"
is die gruwelijke angstsugge'stie tot woord
geworden. En daarvoor vluchtend heeft
Maupassant met alle vitaliteit die in hem
was, zich vastgeklampt aan zijn-lichame
lijke gezondheid, uit vrees voor het voor
hém onontkoombare „Horla". Nooit heb
ben lichaam en geest in hem een even
wicht kunnen vinden: Maupassant was
«jen tweespaltig, een innerlijk verscheurd
mens.
Het is de criticus,Taine geweest, die de
verklaring gaf van de meedogenloze wreed
heid waarmee voor de Maupassant de
menselijke oerdrift en domheid al wat
goed en gelukkig kón zijn, schendt en ver
trapt: Maupassant stelde zijn idealen te
hoog 'hij die zelf „een millimeter van de
afgrond leefde", vandaar zijn gestreng
oordeel. „Coco", de geschiedenis van een
ttompzinnig-wreed doodgemartelde schim
mel, „De Blinde", de door opzettelijke fol
teringen in de dood gedreven hulpeloze,
.^Boule de Suif", waarmee hij als een
„meteoor" aan de literaire hemel-verscheen
die deerne dié zich tijdens de Duitse
bezetting van '70 opofferde voor de be
vrijding van haar reisgezelschap door zich
prijs te geven aan een Duits officier en
nadien gemeden en geminacht werd
het zijn alle, in hun meesterlijke sober
heid, verhalen waarin het leven verschijnt
in zijn naaktste, bruutste uiting van het
menselijk tekort van zijn onverbiddelijk
heid., Hoog daarboven straalt als een wel
dadig licht Maupassant's ideaal, zijn beeld
van het volmaakte: ik denk aan de schoon
ste van deze vertellingen, aan „Te Koop",
waarin het portret van de ideale vrouw
alle zegening van de troost geeft aan een
hart, dat te zeer verlangd heeft, te veel
verwacht, te sohoon gedroomd en toch
het kortstondig geluk vindt in de illusie,
het onbereikbare te bezitten: „de vogel in
de kooi behoort aan zijn meester, maar de
vogel in de lucht behoort mij toe, omdat
hij van niemand anders is"de illu-
maar zijn aangrijpende en waar het
Maupassant betreft ook onsterfelijke
waarde -ontleent a#m de visie daarop,
Maupafsant's visie, die wel allengs ver
somberen moest tot een levensvijandig
pessimisme, toen hij, die naar eigen zeg
gen „als een meteoor de wereld binnen
ging, er als een bliksemstraal uit ver
dween". Maupassant stierf krankzinnig.
Zijn al te krampachtige levensdrift had
hem geestelijk opgeteerd. Beseft oen lezer
wel in voldoende mate, hoe hij vaak aan
schoonheid de zoete vruchten smaakt van
een wrang leed?
C..J. E. DINAUX.
„De Fuga
door de eeuwen heen".
Voor het op Dinsdag 15 JuU van halfacht tot
halfnegen te houden orgelconcert in de Grote
Kerk heeft de organist Albert de Klerk een pro
gramma samengesteld onder de titel „De fuga
door de eeuwen heen". De organist zal werken
ten gehore brengen van A. van den Kcrckhoven
(16e eeuw). J. S. Bach (1685—1750), wfw. Bach
(1710—1784). W. A. Mozart (1756—1791). Franz
Schubert (1797—1828). Robert Schumann (1810—
1856), Jos. van Amelsvoort (geb. 1910), Jacques
Ibert (geb. 1890) en Maurice Duruflè (geb. 1903).
Posthume hulde aan de
„redderjs van Engeland"
De Engelse koning heeft gisteren in
Westminster Abbey een herdenkingskapel
onthuld ter ere van de gesneuvelden onder
de geallieerde strijdkrachten. De kerk was
geheel gevuld met familieleden van vlie
gers, die hebben deelgenomen aan de
„battle of Britain". Ook de koningin en de
beide prinsessen waren bij de plechtigheid
aanwezig, naast hoge officieren van de
Britse, Amerikaanse, Franse, Noorse, Ne
derlandse en Poolse -luchtstrijdkrachten.
De 9 Muzen
Kinderziel gevraagd. Het Provinciaal
Utrechts genootschap, de vereniging van letter
kundigen en de Nederlandse federatie van be
roepsverenigingen van kunstenaars hebben een
prijsvraag uitgeschreven voor een kinderboek
voor de leeftijd van tot 12 jaar. Het beste
manuscript zal gehonoreerd worden met een
bedrag van f500. Inzendingen voor 1 September
1947 aan mevr. R. Marsman, Pieter de Hooch-
straat 1, Amsterdam.
Alpensymphonie. Het Concertgebouworkest
vertfrekt op 16 Juli naar Zwitserland om te Inter
laken zes keer op te treden. Alleen het eerste
concert wordt door Eduard van Beinum geleld,
verder staan Henri Tomasi, Issay Dobrown,
Otto Klemperer, Molinari en Paul Kletzkl achter
de lessenaar.
Buurtschooltje. Aan de driesprong op* de
markt te Lhee. gemeente Dwlngelo (Drenthe)
temidden van oude Saksische boerderijen, staat
een bouwvallig huisje, dat volgens de rijkscom
missie voor de monumentenzorg waarschijnlijk
het oudste nog bestaande buurtschooltje in Ne
derland is. Het werd.in de 18e eeuw gebouwd
en tot 1860 als school gebruikt.- Sindsdien is het
een arbeiderswoning geworden en werd het aan
gekocht door een drietal Dwlngeloërs, die het
voor sloping bewaarden. Met de restauratie is
een bedrag van f3000 gemoeid. Het Rijk neemt
twee derde voor zijn rekening. De gemeente
Mozart (1756—1791). Franz Dwlngelo f 400.
,.Oda de Koningsdochter" heet het nieuv^
openluchtspel, dat de toneelgroep „Hioob" te
Venray onder regie van de schrijver Piet Ver-
melfoort iedere Zondag opvoert. Oda was een
vorstelijl? meisje, dat door een gelofte gedwon
gen was kuis te blijven. Daartoe trok zij zich
Ie Venray, waaroven zij haar zegen uitsprak,
terug.
Beiaardklanken. Nederlanders, Belgen, een
Canadees en een Engelsman zullen 7 Augustus
hun krachten beproeven op het Hemony-carillon
te Nijkerk. Dit klokkenistenconcours belooft
voor het Veluwse stedeke een evenement te
worden, vooral voor het plaatselijk fanfarecorps,
dat de gast-beiaardiers zal „begeleiden",
Shakespeare in Brabant, De ..Ghesellen van
den Spele" zullen onder regie van Ben
Royaards in het natuurtheater te Oisterwijk een
reeks opvoeringen verzorgen van de „Mid-
zomernaohtsdroom".
IN HET LAND DER FHARAO'S
DOOR BERTUS AAFJES
Als men drie maanden lang in het hartje
van Egypte gezeten heeft, de woestijn
heeft bezocht, de Rode Zee, de iPyramiden,
Luxor en Karnak, en men neemt dan op
een goede dag een autobus naar Alexan-
drië om er zijn vele vrienden, de kermis*-
exploitanten, die er een Lunapark hebben
opgericht te bezoeken, dan vraagt men
zicl^, al hobbelende door de woestijn, af:
hoe zou het er uitzien op dat plekje bijna
Hollandse grond daar aan de Middellandse
Zee?
Het is nog een hele reis van Cairo naar
Alexandrië. Een reis van vier uur over de
brandende woestijnweg. Eindeloos strek
ken zich naar alle horizonten de golvende
geelbruine zandvlakten uit, vol luchtspie
gelingen alsof er zich overal in de verte
kleine meertjes nfet wit-trillend water be
vinden- Maar eindelijk breekt de weg zich
door de rotsen heen en dan ligt plotseling
de hemelsblauwe Middellandse Zee voor
ons. Even later stopt de bus in het hartje
van Alexandrië.
Ik roep een taxi aan en zeg tegen de
chauffeur: Lunapark! Dat volstaat. Het
kleinste kind in Alexandrië weet sinds een
maand waar het Lunapark van de Hollan
ders ligt. Het bevindt zich vlak tegen'de
zee aan op de Bbulevard. Alexandrië is
eigenlijk één lange, endeloze boulevard,
kilometers en kilometers lang. Ergens,
vlak voor het centrum der stad lopen ba-
zalten pieren in zee. Zij maken van de aan
stormende Middellandse Zee een tam bin-
nenzeetje. dat „De Jachthaven" heet. Aan
deze jachthaven, deze grote kuip met
blauwsel, ligt het Lunapark.. De chauffeur
stopt. Lunaparld zegt-hij. De taximeter
wijst zes piaster aan: Ik wil hem er zeven
geven, heb niet kleiner dan een briefje van
eugdherijmeringen
Prinses Elizabeth, de
Britse troonopvolg
ster, die zich met lui
tenant Mountbatten
heeft verloofd, is in
Engeland zeer popu
lair. Zij is in haar
prille jeugd reeds
veel in het publiek
verschenen, waarvan
hier enkele beelden.
De jonge Elizabeth
maakte vroeger vaak
een rijtoer met haar
grootouders, en ook
fungeerde z\j als
waakster over haar
jongere ztisje Marga-
reth Rose, met tuie zij
dikwijls, onder lei
ding van een gouver
nante, ziekenhuizen
en kindertehuizen be
zocht.
De oudste dochter
van het Engelse ko
ningspaar heeft zich
vooral de laatste tijd
veel in het openbaar
vertoond en is nader
tot het Engelse volk
gekomen, dat zij in
de toekomst als ko
ningin zal regeren.
Ondanks al zijn zelftuchtigend pogen,
zijn persoonlijk leven in zijn werk ver
borgen te houden, heeft hij de sporen er
van niet kunnen uitwissen: zijn Norman-
disehe kinderjaren, de weerzin waarmee
hij jarenlang zijn ambtenaarsbetrekking
vervulde, de liefde voor zijn moeder met
wie Ihij zich zo nauw verbonden wist,
al kon deze hem ook uiteraard niet scha
deloos stellen voor het gemis aan ver
werkelijking van het vrouwelijk ideaal
al deze allerpersoonlijkste levenservarin
gen vonden ongewild hun neerslag in het
werk van deze „naturalist", die zelf had
leren verstaan dat kunst niet is een „ba-
"rale weergave" van de werkelijkheid,
Circuspaardcn onder de hamer
Lieftinck van de dierenwereld
bracht f 1200 op 4
Tn een der stallen van het Haagse slachthuis(t)
zijn ruim vijfenveertig paaiden van het voor
malige circus Giezen verkocht.
Het „rekenwonder" Dries, dat als de „Lief
tinck van de dierenwereld" werd aangekondigd,
bracht het meeste op, namelijk f 1200. Namens
het Zwitserse circus Knie werden de dertien
„Friese Zwarten" voor f 11.000 aangekocht. Cir
cus Strassburger had alleen belangstelling voor
een schimmel. Andere buitenlandse circussen
waren niet vertegenwoordigd, vermoedelijk, om
dat zij niet over deviezen konden beschikken.
De prijzen bleven daardoor laag. Voor enkele
uitzonderlijk mooie raspaarden werd door par
ticulieren als de Amsterdamse Rijtuigmaat-
Bchappij een goede prijs besteed. Veelal echter
bleef de prijs per paard aanzienfijk beneden'
-de f 1000.
Naar ruwe schatting heeft de inventaris van
Circus Giezen amper een halve ton opgebracht.
In de afgelopen weken kon men de gehele
levende have met tulgen voor f 80.000 krijgen.
Enige kleine Nederlandse circussen en kermis»
bedrijven hebben enkele der dieren aangekocht,
Amerikaanse penicillinefabrieken
concurreerden elkaar dood
Streptomycine,. een zusje van penicilline,
dat gebruikt wordt bij de bestrijding van
tuberculose en meningitis, blijft nog steeds
schaars. Het tekort aan dit geneesmiddel
is zelfs zo nijpend, dat de Pharmaceutische
hoofdinspectie te Den Haag beslist welke
gevallen voor een behandeling met 'strep-
tomycine in aanmerking komen. De artsen
moeten het ziekteverloop van hun patiën
ten nauwkeurig melden daar de toepas
sing van dit geheesmiddei zich nog in het
stadium der proefnemingen bevindt.
Het is nl. gebleken, dat streptomycine,
in tegenstelling tot penicilline, niet zonder
schadelijke nevenverschijnselen werkt. Als
regel houden de patiënten er doofheid van
over, soms ook wel plaatselijke verlam
mingen. Het is dan ook een middel, dat
slechts in uiterste noodzaak, als de dood
er mee gemoeid is, wordt aangegrepen.
De Pharmaceutische hoofdinspectie kent
de gevallen, waarin streptomycine ge
bruikt wordt, precies. Valt ei\ één weg,
omdat de patiënt onverhoopt toch sterft,
dan is de behandelende geneesheer ver
plicht de overblijvende voorraad van het
geneesmiddel terug te sturen. Het is de
artsen absoluut verboden elkaar te hel
pen door het uitlenen van een dosis strep
tomycine. Zij mogen ook op eigen initiatief
geen streptomycine-kuur beginnen, zelfs al
weten zij vaak, dat het niet-beginnen
met de kuur een zekere dood van hun pa
tiënt ten gevolge heeft. Een deze gevallen
komen meer voor dan men denkt'- Zo
vernamen wij, dat een grote imfcortonder-
neming van pharmaceutische produeten»te
Haarlem in de 'laatste maanden zeker een
half dozijn aanvragen voor streptomycine
kreeg, waaraan men niet kon en mocht
voldoen.
Het streptomycine-tekort is in zekere
zin een uitvloeisel van de benarde devie-
zenposïtie.
Dit geneesmiddel is dermate kostbaar
tevens gelet op de nog niet volkomen
feilloze uitwerking dat er niet aan ge
dacht kan worden het in grote hoeveel
heden te importeren.
Dit is sinds enige tijd wèl het'geval met
penicilline, dat wel niet ongelimiteerd,
maar toch in alle nopdzakelijke gevallen
te verkrijgen is. De oorzaak hiervan ligt
in de Amerikaanse, liberale, economische
opvattingen.
In de nieuwe wereld is men immers
wars van iedere ordening van het maat
schappelijk leven. Toen dan ook bleek,
dat er met het wondermiddel penicilline
wel wat te verdienen viel, werden aan
alle kanten de fabrieken uit de grond
gestampt. Millioenen en millioenen kapi
talen werden in nieuwe ondernemingen
geïnvesteerd, zonder dat men van te vo
ren naging of er aan zulk een enorme
productie wel behoefte was.
De Amerikaanse markt werd dan ook
al spoedig overvoerd en de grootste phar
maceutische industrie, Mercks, gooide de
prijs naar beneden.
Vele, op »weinig rendabele leest ge
schoeide bedrijven, moesten het onder
spit delven. Een groo.t deel van het daarin
belegde kapitaal ging teloor en het perso
neel vah deze fabrieken kwamen de
rijen werklozen versterken.
Intussen waagden de nieuwbakken fa
brikanten van geneesmiddelen het nog
niet de streptomycine-producfie ter hand
te nemen, zodat deze nog tot het Mercks-
monopolie behoort. Hoogstwaarschijnlijk
poogt men hiermee de op de penicilline
geleden verliezen weer goed te maken.
Lang zal dit overigens niet duren, want
reeds is bij Liverpool in Engeland een
soortgelijke fabriek in aanbouw. Is deze
gereed, dan kan de ongebreidelde concur
rentie ook op dit front beginnen
Ontevredenheid over de
behandeling van veesmokkelaars
Het hoofdbestuur van de Limburgse
„Land en Tuinbouw" heeft aan de minister
van Landbouw en Visserij, ir. S. Mansholt.
een telegram gestuurd, waarin geprotes
teerd wordt, tegen het soepele optreden te
gen smokkelaars, waar aan duizenden goed
willende veehouders in de grensstrook
zeer omvangrijke voorschriften zijn opge
legd. Het vrij laten van enige.gearresteer
de veehandelaren heeft veel ontevreden
heid gewekt. Intrekking van de handels
vergunning van de betrokken handelaren
wordt dringend gevraagd.
MIJWHAWT
bij pijnen
EXPOSITIE OOSTENRIJKSE KUNSTSCHATTEN GEOPEND
Onder overweldigende belangstelling
van meer dan duizend genodigden is Don
derdagmiddag de uitgebreide en kostbare
verzameling kunstschatten uit Oostenrijks
bezit in het Rijksmuseum te Amsterdam
voor het publiek geopend verklaard. On
der de aanwezigen bevonden zich tal van
leden van het corps diplomatique, profes
soren en figuren uit de kunstwereld.
De Oostenrijkse minister van Onderwijs,
dr. F. Hurdes, zeide dat deze expositie in
de eerste plaats beschouwd moet worden
als een groet des geestes van de nieuw ont
stane republiek Oostenrijk aan het ko
ninkrijk der Nederlanden, dat in de ge
schiedenis bekend is om zijn vrijheidszin.
Spreker wees op de banden die in vroe
gere eeuwen ^e beide landen hebben ver
bonden en maakte een vergelijking tussen
de schepen van de Nederlandse handels
vloot, die voortdurend op verre reizen rond
de wereldbol uitgaan en de schepen van
de geest, die in Nederland steeds een vei
lige haven hebben gevonden. In de hier
geëxposeerde kunstwerken is een synthese
van geest en stof, aldus vervolgde dr. Hur
des. waaraan de wereld thans zo'n behoefte
heeft.
Spreker hoopte dat deze tentoonstelling
er toe zou bijdragen, dat wederom een
schrede gezet wordt op de weg naar on
derling begrip, daarmede een bijdrage le
verende tot de verbroedering der volkeren.
De baten van de expositie zullen worden
gebruikt voor de stichting van een Oos
tenrijks cultuurfonds.
De secretaris-generaal Van Ijet Departe
ment van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, mr. H. J. Reinink, sprak namens
minister Gielen in het Frans een welkomst
woord tot- de Oostenrijkse minister en
stelde het belang van deze m^t grote zorg
voorbereide expositie in het licht.
Soiree in de voorhal.
Des avonds heeft de Oostenrijkse .zaak
gelastigde, dr- R. Friedinger-Pranter, een
groot aantal genodigden in 'de voorhal van
het museum een feestelijke ontvangst be
reid. Onder de aanwezigen bevonden zich
verschillende secretarissen-generaal, die
de door ambtsbezigheden verhinderde mi
nisters vertegenwoordigden.
Verder waren aanwezig de Amsterdam
se wethouders B. C. Franke en mr. A. de
Roos, de directeur van het centraal bureau
voor statistiek, dr. Iden'ourg, de voorzitter
van de Eerste Kamer, prof. Kranenburg,
de president-directeur der K.L.M., dr. A.
Plesman en een groot aantal figuren uit
het culturele leven. De avond werd opge
luisterd door de muzikale medewerking
van het Sweelinck-kwartet, dat kwartet
ten van Schubert en van Mozart uitvoerde.
t:en piaster. Daar geeft hij natuurlijk geen
stuiver van terug. „Malish" zeg ik, het
meest gebruikte Arabische woord. Het wil
zoveel zeggen als: wat doet het er ook toe.
Pech gehad! „Malish", zegt hij en haalt
glimlachend zijn schouders op achter hbt
stuur. Maar hij heeft geen ffech gehad.
Ver in zee gaat de zon onder als een
oude rood-gouden daalder die door een be
dachtzame kinderhand heel langzaam in
de gleuf van een spaarvarken wordt neer
gelaten. Ik sta voor het Lunapark. Het is
reeds geopend- Achter de lange plaatijze
ren schutting is althans een hels rumoer
van loudspeakers, auto-scooters en machi
nerieën aan de gang. De Hel van Dan te is
er een lief ding bij. En aan de ingang-ver
dringen zich talloze mensen. Ik haast mij
met mijn koffertje naar binnen; ik ben
van- plan enige tijd te blijven.
De eerste ogenblikken staat men natuur
lijk stom verwonderd wanneer men als
men drie maanden lang niets anders dan
hiëroglyphen en Arabische lettertekens
gezien heeft, plotseling op een reusachtig
feestpaleis in onvervalst Nederlands ge
schreven ziet, „Jan van Morkhoven. De
Heksenketel",- of als men even verder met
koeien van letters op het lachspiegel-eta
blissement ziet staan: „Wie ben ik?" Over
al Nederlandse opschriften met Arabische
vertaling er naast en mocht dat u er no£
niet genoeg van overtuigen dat ge in een
Hollandse kolonie verzeild geraakt zijt,
dan doet het u de phenomenale Hollandse
molen wel. die midden op het park zo on
verstoorbaar staat te draaien als stond hij
midden in een kikkerland. Er onder is een
uitgebreid restaurant waar twee Volen-
dammer-paren de gang van zaken regelen.
En al heeft de molen- niets te malen en
al is hij enkel maar een siermolen, zijn
dfeaiende houten wielen vol gloeilampjes
kraken en zuchten echt op de wind. die
van de Middelandse Zee uit aanwaait.
Babylonische spraakverwarring.
Binnen enkele minuten herken ik al mijn
I oude medereizigers. Wat zijn ze veranderd!
I Op de boot waren zij een lustig gezelschap,
hier zijn zij weer in hun element als vissen
in het water. De heer Biegnolé staat voor
zijn globe, en spreekt door een microfoon
zijn gehoor dat uit Arabieren, Grieken en
Levantijhen bestaat in vloeiend Engels
toe, en spoort hen aan om zijn établisse
ment zo spoedig mogelijk te betreden,
want zij zullen er de grootste wonderen
der moderne motorsport kunnen aanschou
wen. Maar laat ik niet „De heer" Biegnolé
zeggen, aangezien wij elkaar al van het be
gin van de reis tutyoeren. Harry dus oreert
en zijn twee rijders Jan en Willy maken
parade op het platform, zitten of staan op
hun ronkende motoren, om over enkele
minuten hun halsbrekende toeren te be
ginnen. Bob Hommerson zit zwetend 'in
de cassa van zijn autoscooter. Hij moet in
vier talen tegelijk het publiek te woord
staan en heeft ongetwijfeld het gevoel dat
de toren van Babel net naast hem inge
stort is en dat de Babylonische spraakver
warring zo juist eèn aanvang heeft geno
men.
~ng
TON KOOT: Rembrandt's Nachtwacht
In nieuwen luister (J. M. Meulenholf,
- Amsterdam).
De bekende secretaris van het Rijksmuseum
cn kenner van Amsterdam bij uitnemendheid.
Ton Koot. heeft zijn verslfeg van de restauratie
der ..Nachtwacht" in een gezellige' omlijsting
van wetenswaardigheden geplaatst. Uit de hoofd
stedelijke geschiedenis laat hij het beeld van
Rembrand; van Rijn opdoemen en draaft enthou
siast langs de historische zijpaden op ztjn grote
liefde „De Nachtwacht" af. Eigenlijk hadden we
wat meer verwacht van de restauratie «zelf,
maar och. deze „Schuttersoptocht", zoals Dr.
Schmidt Degencr de trots van de Nederlandse
kunstcollectie zeer terecht noemde.heeft zo veel
beleefd sinds Rembrandt het voor de Clove-
niersdoelen konterfeitte, dat een kleine afdwa
ling .wel heel verleidelijk was. Dit boekje, uit
gekomen in de reeds befaamde „Rijksmuseum-
bibliotheek" behandelt onze Nachtwacht van de
wieg tot de hergeboorte, nu ent^e ttjd geleden
en het doet dit met toewijding en vermelding
van kleine fragmenten, welke dit lange lever,
zo Interessant maakten Maar de pointe is toch
wel „De restauratie van 1946—1947" want dan
krijgt Ton Koot de kans, u haarfijn te vertellen,
welk een dikke laag Copalvabalsem, welk een
klodders lijnolie cn welk een deken van vernis
Rembrandt's oorspronkelijke palet en toets aan 't
oog onttrokken. Ook, hoe daaronder ^en nieuw
schilderij opbloeide, feller van toon dan de „zo
genaamd" Rembrandtieke „zogenaamde" Nacht
wacht; hoeveel détails onder het vuil van
eeuwen bedolven of vervormd warenkort
om, hoe een nieuw doek ontstond onder de be
kwame vingers van de restaurator de heer H.
H. Mertens.
Twee buitengewoon geslaagde kleurenfoto's en
een serie zwart-witten over de restauratie en
hét oeuvre van de schilder completeren dit
werkje, waaraan directeur J. C. Roëll een dank
baar voorwoord" toevoegde. F.
Superfort neergestort
Amerikaanse luchtvairt-autoriteiten
hebben medegedeeld dat een B 29 super
fortress bij een poging tot landen op het
vliegveld Giebelstadt in Duitsland, ver
ongelukt is.
Zes van de acht leden der bemanning
wei-den ernstig gewond, aldus de autori
teiten.
Nadat het toestel was opgestegen ont
dekte de pijoot een storing in één der mo
toren, zodat hij besloot weer te landen,
bij welke poging het toestel verongelukte.
Over Muziek
Op 2 Augustus zal prins Bomhard een beeld onthullen, dat geplaatst wordt op hét
dezer dagen gereed gekomen mausoleum voor gevallen verzetsstrijders op de Paasberg
bij Ede,
De critici
Af en toe wordt in muzikale vakkringen
gesproken over de kwestie van de oplei
ding voor de criticus. Het is aardig te be
merken hoe zeer de meningen dan uiteen
lopen. De een eist zwaarwichtig dat on
middellijk met een nauwkeurig omlijnd
plan de opleiding (onderbouw, bovenbouw,
nabouw, wederopbouw) begonnen moet
worden, een ander meent dat t eigenlijk
maar moet blijven zoals 't is, een derde
acht practisch verbetering onmogelijk, een
vierde meent dat de critiek beter alge-
schaft kon worden. Al deze meningen ko
men uit zeer behoorlijke hoofden en het
verschil is een verschil van humor. Maar
hoe het zij, de critiek is een ernstige zaak.
Sommigen beschouwen de criticus aLs de
vertegenwoordiger der publieke opinie.
Dit lijkt mij een te royaal gebaar: het pu
bliek wacht dikwijls de opinie van de cri
ticus af. Wel kan men zeggen dat be
paalde soorten van mensen voorkeur heb
ben.
Zoals alle dingen zijn ook critici in soor
ten te verdelen. Wie hier over nadenkt
komt tot de conclusie dat er zóveel onder
ling afwijkende genres zijn dat men nood
zakelijk tot enige groepering moet beslui
ten. Ik geloof dat de volgende indeling
enige waarborg voor een goed overzicht
geeft. Er zijn in geheel genomen drie soor
ten: de niet-muzïkaal ontwikkelde criti
cus, de wei-muzikaal ontwikkelde criticus
cn de 1 itterair-muzikale criticus. De laat
ste is eigenlijk een soort verheven nuance
van.de eerste groep. Elk dezer drie groe
pen kent opz'ichzelf weer onderverdelingen
maar het zou veel te ver voeren wanneer
wij ons onderzoek tot détails zouden uit
breiden.
Men hoort wel eens de opmerking dat de
critiek objectief moet zijn. In wezen is
dit onmogelijk. Het is curieus dat van de
bovengenoemde drie soorten critici de
eerste in 't algemeen voorzichtig is. De
niet-muzikaal ontwikkelde criticus name
lijk vermijdt de klippen der muziekge
schiedenis, de voetangels en klemmen der
techniek en tracht bij het schrijven dik
wijls inderdaad een soort objectiviteit te
behouden: dat wil zeggen hij constateert
enige zekerheden, die niemand kan bc-
twistén omdat deze zekerheden van geen
mening of opvatting afhankelijk zijn.
Voorzichtigheid 14 de moeder van de pdr-
celeinkast men is nooit fout wanneer
een 'klassiek, componist een grootmeester
is cn iedere uitvoerder heeft toch altijd
wel een grote toewijding, enz. Deze eerste
soort is zeer talrijk en heeft ook een tal
rijk publiek; er zijn namelijk vele lezers
voor wie een publicatie een publicatie is
en vérder niets.
Het tweede genre is het goede soort.
Het zijn musici die om een of andere reden
aan het schrijven zijn gegaan. Zij be
grijpen de beperktheid van het criticus-
zijn uit een heel ander gezichtspunt dan
de niet-muzikaal ontwikkelde recensent.
De musicus-criticus kent vele hoofdzaken
van het vak, hij blijft studeren als musicus
en leeft in zijn gedachten met de compo
nisten en uitvoerende artisten mee; hij
kent het wel en wee van de kunst niet
alleen in 't klein maar vooral in het
groot: hij weet het verschil tussen het
muziekleven en de muziekwereld, hij
toetst niet op de eerste plaats de ver
schijnselen aan zijn eigen kennis, maar
wel zijn eigen kennis aan de verschijnse
len. Hij luistert niet in agressieve houding,
maar op de natuurlijke muzikale basis van
ontvankelijkheid: hij kan bewondering
hebben en dankbaar zijn, niet uit ver
moedens over schoonheid, mJrar uit het
levende sentiment van de musicus die
nu eenmaal graag gelukkig is met muziek.
Zijn innerlijke sport is: een evenwichtige
conclusie te trekken uit het waarnemen
van wat positieve eigenschappen zijn en
wat het werkelijke wezen is van zijn eigen
reactie. Ook hij is voorzichtig, maar op
een geheel ander plan. Hij zal zich zeker
der voelen naarmate hij verder is doorge
drongen in het wezenlijke vak der muziek,
de onstoffelijke wereld van het geluid, de
onderlinge verhoudingen van de muzikale
elementen, het verschuiven dezer verhou
dingen in de geschiedenis, de wisselwer
kingen tussen stijl en natuur; en hij zal
ook het oog open houden voor de gewone
hebbelijkheden'in de muziekwereld. Bij
het noteren van zijn gedachten is hij er
steeds op" bedacht nauwkeurig te formule
ren wat zijn muzikale gehoor heeft waar
genomen en verantwoorden kan.
De derde soort critici behoort als de
eerste tot het dilettantische genre, maar
de vertegenwoordigers van dit derde
genre staan op een hoger plan, dat wil
zeggen hun gebrek aan muzikaliteit wordt
gecamoufleerd door een zekere litteraire
of algemeen-aesthetische cultuur, die
enigszins verblindend werkt op hun lezers.
Deze soort is weer in twee hoofdgroepen
te verdelen: de lyrische scharrelaars cn de
werkelijke artisten. De eersfcgenoemden
hebben ook hun eigen lezers maar ocfe*-
nen weinig invloed uit: de laatstgenoem
den bedriegen ongewild zichzelf en hun
getrouwen. Zij menen het wezen der mu
ziek opgenomen te zien in hun aesthetische
fantasie. Zij geven de impressie *uit hun
fantasie weer zonder contact met de eigen
werkelijkheid der muziek. Inzake de eigen
levenssfeer der muziek speculeren zij op
vermoedens en op grond dezer vermoedens
produceren zij een proza dat wat appre
ciatie betreft links of rechts altijd over
de schreef gaat. Zij wandelen op illusies
omdat z\j hun voeten aan de grond zouden
bezeren.
De eerst-genoemde critici zijn zich
meestal hun beperktheid bewust, deze
laatstgenoemde schrijvers leven meestal in
waan: zij verhelderen zichzelf niet en ver
lichten niemand; zij zijn averechtse dich
ters.
De eigenlijke grote criticus is de tijd en
ZU die hierin geloven, haasten zich niet.
HENDRIK ANDRIESSEN.
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 12 JULI.
Spaarne: „Op stap", toeg. bov. 14 j 230 790
en 9 15 uur (Zondag 2.00. 4.15, 7.00 en 9.15 uur)
rans_ Hals: „Ontgoocheling", tocg. bov. 18
2.30, 7.00 en 9.15 uur (Zondag 2.0O. 4.30, 7.00 eri
9.15 uur). Palace: „De verdachte", toog. bov. 18
J„ 2.30, 7.00 en 9.15 uur (Zondag 2 00, 4.15, 7 00 cn
9,15 uur). Rembrandt: „Appassfonata", to-eg. bov.
18 j., 2.30, 7.00 en 9 15 uur (Zondag 2.00, 4 15, 7.00
en 9 15 uur). Luxor: „Carrière", tocg. bov. 18 J„
2.30 7.00 en 9.15 uur (Zondag 2.00, 4.15, 7 00 en 9.15
uur). City: „De nacht heeft ogen", toeg. elke
leeft., 2 30, 7.00 en 9 15 uur (Zondag 2.15, 4 30 7.00
en 9.15 uur).
ZONDAG 13 JULI.
Gem. Concertgebouw: Kinderoperette „Tom
Poes", 2.30 uui1; Lou Bandy en andere artisten,
8 uur. Bioscopen: Middag- cn avondvoorstel
lingen.
MAANDAG 14 JULI.
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.