c
Literaire kanttekeningen
J
„Hefschroefvliegtuig" maakt weldra
zijn debuut in Nederland
Belgisch minister commentarieert
betrekkingen tussen lage landen
komt terms
!ATErJV1 I'S
1947
Een uur met Thomas Mann
rAMER 29, rechts in de hoek, is me ge-
I* zegd door de deftige, maar onper-
lonlijke stilte heb ik op de eerste verdie-
ing van 't Amstelhótel in het doolhof van
8ngen mijn weg gevonden. Maar een
chte beklemming weerhoudt me te klop-
tn. Is het niet altijd een hachelijke onder-
eniing datgene, wat van verre dierbaar is,
confronteren met de werkelijkheid? Zal
et beeld dat ik mij in een zo langdurig
jestelijk verkeer met werk en leven van
en der grootsten onder de levende sehrij
>rs vormde, zal het standhouden? Ik hèb
likt en hoor oen welluidend, vriendelijk
{nodigend „binnen". En daar is dan
hom as Mann: weinige groten is het ge-
>ven een roem met zoveel eenvoud te dra.
bi. Na de eerste woorden van hartelijke
.groeting sta ik niet eens meer als de
leine Ik tegenover de grote Thomas
[arm. Enkele ogenblikken zijn we oog in
en dan weet ik het zeker: zó, precies zó
eb ik mij zijn gestalte gebeeld uit. zijn
ierk, zijn stem gehoord uit zijn zinswen-
ingen: bedachtzaam, vol goede rust,
laar, melodieus, warm en toch beheerst,
n het hart is gerust: dit is Thomas Mann
dit uur zal een goed uur zijn.
Hij zit op de canapé, waardig de zoon
een Lübeckse senatorenfamilie, voor
aam: Thomas Mann, de burger; er is gra
in zijn gebaar, dat sober maar in een
Idzame harmonie zijn woorden begeleidt,
a weldadig is deze rust. dé rust van één
toch eens schreef: „Het talent, dames
heren, daar beneden, ginds in de par-
irre, het talent is geen gemakkelijke zaak,
geen beuzelachtig spel. Het is niet een
ikel „kunnen". In wezen is het een be
sefte, een zich critisch bewust-zijn van
iet ideaal, dat het „kunnen" niet zonder
welling schept en vervolmaakt. En voor
grootsten, de veeleisenden, is het talent
felste gesel." Ik zie in zijn gezicht met
zo levendige mimiek, dat de sporen
•aagt van een levenslange zelfstrijd, mild
oor „hoogheid door liefde", zoals .het in
Koninklijke Hoogheid" heet, adel
oor de hoogstverantwoordelijke dienst aan
et werk des geestes, die trekken, die de
liegel zijn van wat aan synthese op een
reigende, onvermijdelijke problematiek
an het hart werd veroverd: de Humaniteit
Is levensbeginsel Thomas Mann, de
unstenaar.
Nauwelijks valt er een woord over de
politiek", waarin een tot scheppend werk
troepen mens door het noodlot tweemaal
ttrokken werd, betrokken móést worden,
mdat voor hem het werk van de geest
iet anders kan zijn dan een „gewetensvol
tven". Alleen als hij vertelt van zijn
uropese reis, zijn lezingen en ontmoe-
ngen in Washington, New York, Londen,
iirich, waarbij hem telkens weer, om er
lismoedig, van te worden, die éne vraag
erd gesteld: of hij inderdaad niet naar
luitsland dacht terug te keren, ook niet
oor een doorreis, zegt hij, voor zich uit-
larend: „natuurlijk, graag zou ik het terug
ien, mijn land. Maar iets weerhoudt
lij: datgene wat de Fransen „ressentiment'
oemen. Ik kan er niet toe besluiten
n dan spreekt hij zijn deernis uit om het
it van zijn land, dat zichzelf zoveel op de
sis haalde („Selbstverschuldet", noemt hij
st) en zwijgt weer een poos Goethe,
chiller, Mozart, MahlertjaOp-
end plotseling, schudt hij zijn hoofd en
Be weemoed van zijn hart, alle kommer
een twaalfjarige ballingschap legt hij
dit éne„Onbegrijpelijk, onbegrij-
elijk". Kan er meer over gezegd worden
sn dit? Wij weten immers beiden: het is
en ressentiment met een verholen liefde
oor wat er was aan schoons en goeds:
erinnering, en tóch levend. En zo spreken
'e verder over het schone: over zijn werk
at in ballingschap, ondanks „Die Fordc-
ung des Tages" zijn radioredevoeringen
oor de BJ3.C. met alle zelftucht gereed
wam: over de voltooiing van zijn bijbelse
oseph-cytflus, de beide meesterlijke ver-
rilingen „Das Gesetz" (Mozes' leven en
erken en profeten). „Die Vertauschten
iöpfe", een Indische legende van zo,zin-
olle symboliek, waaraan binnenkort een
orde zal worden toegevoegd, ontleend aan
en Middeleeuwse legende. ..Dat zullen",
egt hij en de humor, die, geloof ik,
oornamelijk in zijnv wat scheefstaande
wenkbrauwen zetelt, strijkt de laatste
looien van een treurnis glad „dat zullen
jjn „Trois Contes" zijn." En zo komen
d Flaubert, een pijnlijk-getrouwe
eeleisende dienaar van het Woord als hij
rif. Goethe wordt genoemd en natuur-
ijk Mann's „Lotte in Weimar". „Weet U",
egt hij vertrouwelijk, „dat ik al in jónger
jren een Goethe-roman wilde schrijven?
'oen stond een andere periode uit het
even van dé „grote uit Weimar" me voor
geest, een periode die me zeer lief is,
naar het ontbrak me aan moed, een figuur
Goethe sprekend ten tonele te brengen
een roman, met zijn werk als achter-
rond. En ik schreef in plaats daarvan een
ovelle, waarin hetzelfde hartstumult, dat
ioethe toen kwelde, op de spits werd
(dreven: ik schreef mijn „Tod in Venedig".
Goethe, tja (de half.peinzende, half tot
e wereld terugkerende toon waarop hij
at zeggen kan!) tja" Goethe, menselijk
het grootse en groots in het menselijke
Apollinische klaarte, veroverd op zoveel
luistere drang.... En vragend dan: „toch
igenlijk de grootste?" Ja, de grootste....
iroeger werk komt ter sprake: ik noem
Tonio Kröger" zijn ogen lichten op, ze
taan zacht en nadenkelijk: Tonio Kröger
,U waardeert het? Ja? Mijn jeugdge-
iieht („gedicht" zegt hij, niet „novelle"),
lijn jeugdgedicht, dat me nog zó na aan
iet hart ligt". Kan het anders? Men kan
liet de ironie als wapen, die een dóór en
lóór problematisch mens boven de dingen
lelpt staan, alle tegenstellingen die een
eensenhart verontrusten onderkend, ge
peild en tot een synthese verzoend hebben
veel zelfstrijd: men kan Nobelprijswin-
iaar zijn, schrijver van „Buddenbrooks",
Der Zauberberg", „Joseph und seine Brü-
men kan ere-doctor en -professor
ijn en de mildheid en wijsheid der oudere
aren veroverd hebben. Maar dan nog
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 16 AUGUSTUS
Spaarne: „Een #eisje zoekt een moordenaar"
ll j„ 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt: ..New
Moon", alle leeft., 2.00 4.15, 7.00 en 9.15 uur.
Palace: „Huwelijksreis", 14 j„ 2.00. 4.15, 7.00 en
uur. Frans Hals: „Met de Willem Barandsz
walvisvangst", alle leeft.. 2.30 en 8.00 uur.
CKy: „Aloma of the south seas". 14 j., 2.15. 4.30.
'.00 en 9.15 uur. Luxor: „Het boek der wllder-
us", 14 j 2.00. 4.15. 7.00 en 9.15 uur.
ZONDAG 17 AUGUSTUS
Gem. Concertgebouw: Willy Vervoorl in
It cabaret-revue „Cheerio-Holland". 2.50 en 8
lur. Bioscopen- Middag- en avondvoorstellingen.
MAANDAG 18 AUGUSTUS
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
blijft de kunstenaar Mann met afgunstige
blikken zien naar de vreugden van het
onproblematische leven, dat alleen hun
Ien deel valt, die als Tonio's vriend Harsen
liever in paardenboeken dan in Theodor
Storm's „Immensee" lezen, en hun symbool
vinden in de „blonde, blauwogige Inge
Holm", die moet dansen, terwijl Tonio, ver
van het lachende leven, wil slapen.En
laat de 72-jarige Thomas Mann ook niet
Goethe aan het ontroerende slot van „Lotte
in Weimar", daar waar hij voor het eerst
zijn geliefde uit de Werther-tijd na een
mensenleeftijd onder vier ogen spreekt
een weerzien dat afscheid tegelijk is
spreken: „Oude vriendin, lieve, kinderlijke
IK ben een offer, IK. altijd en IK
ben het ook die het brengt...." Dat is
Tonio Kröger weer, die het leven moest
offeren om als kunstenaar het zijne te doen
de ethiek der onthouding, het gehoor
zamen aan de roeping die opgelegd is
Maar het is tijd: Mevrouw Mann komt
binnen, zij die eens door haar levensgezel,
met wie ze zóveel deelde, „eeri prinses van
een vrouw" werd genoemdmen kan het
haar aanzien. We spreken nog hoffelijk
over algemeenheden. Dan moet ik gaan,
het goede uur is voorbij. „Tot weerziens
tja". Waarom moet ik de woorden her
halen die Thomas Mann in „Lotte in Wei-
mar" Goethe naar diens weemoedig-be-
heerste gedicht uit de Wcst-östlicher „Di
van" laat spreken:
„einen Abschnitt macht die Trennung.
Wiedersehn! Ein klein Kapitel.
fragmentarisch...."? C. J. E. DINAUX.
De 9 Muzen
Vrede voor het leven. Noel Coward heef!
een nieuw stuk geschreven „Vrede voor het
leven" getiteld, dat met groot succes tc Londen
opgevoerd is Coward gaat daarbij van de ver
onderstelling uit, dat Engeland de oorlog verlo
ren heeft en tekent nu verschillende karakters,
zoals deze zich ln een door de nazi's bezet
Engeland ten goede of ten kwade ontwikkelen.
Filmische volkspsyche. Siegfried Kracauer,
die lot 1933 filmcriticus van de „Frankfurter
Zeitung" was, heeft thans in New Vork een boek
uitgegeven, getiteld ..Von Caligari zu Hitler",
Daarin tiacht hij de Duitse volkspsyche te analy
seren aan de hand van de films, welke in dat
land tussen beide wereldoorlogen verschenen.
Paul Harden jubileert. De bekende operet
te-tenor Paul Harden, tot de laatste dag een
medewerker aan de Fritz Hirsch-operette, her
denkt aan het einde van de maand de dag
waarop hij voor 40 Jaar zijn toneelloopbaan
begon. Tevens zal het dan 20 jaar geleden zijn,
dat hij zijn intrede deed in Nederland. Hij ls
tegenwoordig verbonden aan de Hoofdstad-
operette. Op 1 September begint een'r«eks jubi
leumvoorstellingen.
Amerikaanse schrijvers naar Tsjecho-Slowakije.
Acht bekende Amerikaanse schrijvers, onder
wie Erskine Calowell hebben een uitnodiging,
van de Tjechische regering aanvaard om 15
Aug. voor een bezoek van 5 dagen naar Praag te
komen. John Steinbeek die momenteel de Sov
jet-Unie bereist, zal op de terugweg naar
Amerika ook naar Praag gaan.
Ontdjiitste kunst. Op grond van een besluit,
genomen tijdens een te Brussel gehouden ver
gadering. waar vertegenwoordigers der Neder
landse, Belgische en Frar.se verenigingen van
kunstenaars aanwezig waren, is de internationale
bond van kunstenaarsverenigingen opnieuw op
gericht. Deze bond omvat a]lecn de scheppende,
niet de uitvoerende kunstenaars. De Duitse
kunstenaars zijn niet uitgenodigd.
Economische Unie zal de oplossing der
havenkwesties bespoedigen
(Van onze Brusselse correspondent)
Baron Francis Xavier van der Straten-
Waillet is een der jongste ministers van het
kabinet Spaak. Bij de verkiezingen in Fe
bruari 1946 werd hij te Antwerpen verko
zen tot lid van de Tweede Kamer.
Toen in Maart 1947 de Katholiek-Socia
listische coalitieregering onder Spaak, als
premier, tot stand kwam. bleek het nood
zakelijk om het Directoraat-Generaal van
de Buitenlandse Handel tot een zelfstan
dig Ministerie om te vormen. De leiding
hiervan werd toevertrouwd aan baron van
der Straten-Wailiet die zich ook speciaal
bezig houdt met de Nederlands-Belgische
betrekkingen en in de beide Belgische Ka
mers met grote overtuigingskracht het ont
werp van wet, waarbij het gemeenschap
pelijk toltarief als voorloper van een econo
mische Unie tussen Nederland-België
wordt ingesteld, heeft verdedigd. Naar
aanleiding daarvan vroegen wij hem om
een onderhoud, dat ons onmiddellijk werd
toegestaan.
„Hij heeft in de Kamer verklaard", aldus
onze eerste vraag, „dat Nederland voorrang
zal genieten bij de bestellingen, die het aan
de Belgische industrie en handel doet. Kunt
U dit nader toelichten?"
„België en Nederland", aldus de minis
ter, „hebben besloten elkander in hu)
wederzijdse economische bo trekkingen
een voorkeur-systeem toe te staan. Wat
de ruil van goederen betreft, werd dit
zelfs officieel bekrachtigd in het Proto
col, dat na de besprekingen van 2 en 3
Mei 1947 tussen de Ministers van de Drie
Landen tot stand kwam. Daarin heet het
dat een land, dat zekere producten moet
invoeren allereerst moet nagaan, of deze
bij zyn partner te vinden zijn en
deze moet hen prioriteit verlenen evenals
normale prijscondities. Een partner, die
normaal uitvoerder is van een product,
moet zijn afzet eerst zoeken op de markt
van de mede-contractant en deze moet
zich per prioriteit bij hem bevoorraden,
tegen normale prijsvoorwaarden." Men ziet
reeds dadelijk, dat dit protocol de econo
mische Unie tot basis dient. Aldus was
België bijvoorbeeld in 1946 de beste afne
mer van Nederlandse sigaren (15 mil-
lioen stuks).
Logischerwijze kwam ons gesprek hier
na op het handelsverkeer tussen beide
landen en hier wezen wij de minister erop,
dat tengevolge van de Indonesische ver
wikkelingen Nederland tot een zekere in
dustrialisatie moet besluiten om door uit
voer een gedeelte van de vroegere jnkom-
Binncnkort zullen in Nederland proeven genomen worden met 'n hefschroefvliegtuig,
dat dezer dagen, verpakt in enorme kisten, in Rotterdam is aangekomen. - Deze foto
van de Sikorsky S 51 is in Amerika genomen, voordat het vliegtuig, naar Nederland
werd verzonden.
Slechts twee Nederlanders zijn in staat,
het dezer dagen in Rotterdam aangeko
men hefschroefvliegtuig, een Sikorsky
S 51, te besturen. Het z(jn de heren H.
Bulten, chef van de vliegdienst der N.V.
Frits Diepen-Vliegtuigen en de heer J.
Sengcr, die beiden drie maanden in de
Verenigde Staten hebben vertoefd om
zich op de hoogte te stellen van de bij
zondere eigenschappen van dit type vlieg
tuig.
„De heer Senger en ik", zo vertelde de
heer Bulten, „zijn op de helicoptère „ge
lest" door de Amerikaanse instructeur
Dimitri Viner, beter bekend als .Jimmy"
Viner, de man, die tot nu toe het meest
met hefschroefvliegtuigen heeft gevlogen
en die dus op de grootste ervaring kan
bogen. Zowel de heer Senger als ik heb
ben het speciale brevet behaald, dat in
Amerika nodig is, om een helicoptère te
mogen besturen. Wij hebben de bevoegd-
ic-id om passagiers te vervoeren en als in
structeur op te treden. Hiervoor zal in
ons land nog een brevet ingesteld moeten
worden, omdat de helicoptère tot nog toe
in ons land niet in gebruik was-
De helicoptère is een vliegtuig, waarbij
de vaste vleugel vervangen is door een
draaiende, de z.g. rotor, een horizontale
schroef. Deze schroef zorgt zowel voor het
stijgen en dalen van het.toestel als voor
de voortbeweging. Bij de Sikorsky-heli-
coptère is achter aan de staart een kleine
verticale propeller aangebracht, welke
voor de besturing dient. De machine kan
loodrecht stijgen en dalen, hetgeen een
groot landingsterrein dus overbodig maakt.
„Wij zijn zelfs geland", aldus de heer Bul
ten, „op een snelstromende rivier, waarbij
de wielen uiteraard vervangen waren door
drijvers. Zelfs toen leverden daling en stij
gen geen moeilijkheden op".
In Amerika wordt reeds een druk
gebruik gemaakt van de helicoptère, die
zonder moeite op het dak van een huis
kan landen. In Boston onderhoudt een
luchtvaartmaatschappij een verbinding
tussen de stad en het vliegveld. Een af
stand van ruim een half uur per auto is
hierdoor ingekrompen tot vier minuten"
per helicoptère. Prachtige diensten kan
het toestel verrichten voor de posterijen
of voor hulpverlening bij ongevallen in
afgelegen streken. Bij een strenge winter
zal bij gebruik van een helicoptère de ver
binding met Urk ij Ameland veel minder
moeilijkheden opleveren dan thans het
geval was.
Er zullen ongetijfeld helicoptères van
grotere afmeting komen, welke dan bij het
vervoer van passagiers naar en van de
vliegvelden een voorname rol gaan spelen.
De helicoptère heeft, vergeleken met nor
male vliegtuigen, een bezwaar. Het onder
houd bij deze machines is veel groter, het
geen natuurlijk ook betekent, dat zij duur
der zijn in het gebruik. Van toet zuiver
werken van de rotor hangt de gehele
luchtvaardigheid af. zodat deze vrijwel na
iedere vlucht aan een grondig onderzoek
onderworpen moet worden.
Het toestel, dat thans op Ypenburg ge
monteerd wordt, is de vierpersoons „Si
korsky S-51". Het is circa 18 meter lang
en heeft een maximumsnelheid van ruim
170 k.m. per uur. De bladen van de ro
tor, die voortbewogen wordt door een
Pratt en Whitney Wasp Junior-motor van
450 pk. hebben een lengte van 16y2 m. Het
toestel weegt bijna 2300 kg. De actiera
dius, welke onafhankelijk is van het aan
tal passagiers en lading bedraagt om
streeks 300 kan. Het plafond ligt op bijna
4000 meter.
Noéinie Perugia zingt
op zomerconcert der II.O.Y.
Noémie Perugia, de soliste op het Zomer-con-
cert. dat de Haarlemse Orkest Vereniging onder
leiding \^n Kees Hartvelt op 22 Augustus zal
geven, wordt Frankrijks grootste liederenzange-
res genoemd.
In 1936 debuteerde zij jn Parijs en trad daarna
op met de belangrijkste Franse orkesten zoals
la Société des Concerts du Conservatoire, les
Concerts Colonne. Pasdeloup en 1* Orchestre
National. In 1939 maakte zij een tournée door de
Verenigde Staten, waar zij optrad met het Phil
harmonic Symphony Orchestra te New York, 't
Boston Symphonie en het Philadelphia Or
chestra. Voor His Master's Voice maakte zij een
serie platen, waarop zij vooral liederen zong van
Faurc. Daarin geldt zij als een grote specialiste.
Na enige tournées door Spanje en Luxemburg
maakte zU in Nederland haar debuut op een
llederenavond met de pianist Willy Meeuwesse
in Amsterdam. Daarna gaf zij vele liederen-
avonden, steeds met groot succes, ook trad de
zangeres met het Concertgebouw Orkest, Resi
dentie Orkest, U.S.O. en de Groninger Orkest
Vereniging op, die haar alle onmiddellijk voor
het volgende seizoen engageerden. Voorts gaf zij
enige recitals voor de radio.
Met de Haarlemse Orkest Vereniging zal zij
een aria van Höndel en „Shéhérazade" van Ravel
ten gehore brengen.
sten uit Indonesië te vervangen. Is België,
zoals wel eens wordt beweerd, tegen elke
industrialisatie van Nederland gekant?
Ziehier hoe de minister erover denkt.
„België is niet teger. een zekere industri
alisatie van Nederland, op voorwaarde dat
deze niet geschiedt ten nadele van be
staande Belgische industrieën, die normaal
uitgerust zijn om de behoeften van beide
markten te voldoen. Een der voornaam
ste doeleinden van de Economische Unie
bestaat in het streven om aan de indu.
strieën van beide landen de mogelijkheid
te geven, dank zij een verruiming van de
binnenlandse markt, hun productie te
rationaliseren en hun prijzen te verlagen.
Om de oprichting of uitbreiding van on
nodig concurrerende industrieën te ver
mijden, hebben de drie regeringen inge
volge de protocols van 18 April 1946 en
3 Mei 1947 een voorafgaande bespreking
in dezen ingesteld."
Havenbelangen,
Een „netelig" probleem is dat der'ha
venbelangen en baron van der Straten-
Wailiet is als Antwerpenaar wel een des
kundige in deze zaak.
„Concurrentieproblemen tussen Ant
werpen en Rotterdam?" Die hebben steeds
bestaan, zegt de minister, en zullen nog
gesteld worden onafhankelijk van het be
staan der Tolunie. Op zichzelf en in zover
deze concurrentie .loyaal is, betekent een
strijd met gelijke wapens gevoerd, geen
bezwaar. In tegendeel. Hij zou echter het
vooroorlogs karakter niet meer mogen
aannemen. Ik ben ervan overtuigd, dat de
havenkwesties, onder meer de concurrentie
Antwerpen-Rotterdam, gemakkelijker epn
oplossing zullen vinden in het kader dei-
Economische Unie. De menigvuldige con
tacten tussen ambtenaren van beide lan
den in de Commissie voor Verkeer en
Havenbelangen, die in de Raad voor de
Economische Unie werd opgericht, dragen
ertoe bij, mede door de betoonde goede
wil, een gunstige sfeer te scheppen ter op
lossing van deze problemen. Wat de kwes
ties betreft, die beide landen aangaan,
heeft de ervaring bewezen, dat zij bij sa
menvoeging van hun krachten op het in
ternationaal plan, sterker zijn om hun
desiderata te doen aanvaarden, dan dat
elk afzonderlijk ageert. De conferentie in
den Haag. waarbij een accoord met de
Anglo-Amerikaanse zóne tot stand kwam
voor de Duitse invoer, wekt de hoop, dat
deze invoer opnieuw langs de Rijn zal
geschieden via de Nederlandse en Belgi
sche havens, wat de gemeenschappelijke
belangen ten goede komt."
Het Duitse vraagstuk.
Het Duitse vraagstuk als wereldpro
bleem nummer één zal in de komende ja
ren meer en meer de Lage Landen inte
resseren. Wij achtten het nuttig de Belgi
sche minister van Buitenlandse Handel
daarover zijn mening te vragen, voor
namelijk wat de respectievelijke houding
van België en Nederland betreft.
„De posities van België en Nederland
tegenover het Duitse vraagstuk werden
vastgelegd in de memoranda van de
Nederlandse en Belgische regeringen aan
de vertegenwoordigers van de Grote Mo
gendheden, te Londen vergaderd in Janu
ari 1947. Er is overeenstemming in de
Belgische cn Nederlandse standpunten
wat de essentiële vraagstukken betreft.
Elk land legt de nadruk op zekere pun
ten, waarbij het speciaal belangen heeft,
maar er is geen enkele contradictie in hun
opvattingen. De voortdurende beraadsla
gingen tussen beide regeringen, in een
vriendschappelijke atmosfeer, laten toe te
geloven, dat een gemeenschappelijk in
zicht bij beide landen zal tot stand komen
in de verdere discussies van het Duitse
vraagstuk."
Over Muziek
Joegoslavische zaakgelastigde
uit Griekenland vertrokken
De Joegoslavische zaakgelastigde is,
zonder het gebruikelijke visum te vragen,
uit Griekenland naar Belgrado vertrok
ken. Hij stelde het Griekse ministerie van
Buitenlandse Zaken op het laatste ogen
blik van zijn vertrek in kennis en zeide,
dat de tweede secretaris van de legatie
hem zou vervangen.
r\E NAAM DOLORES DEL RIO liecft
'-'ons weinig meer te zeggen. Zij is een
van die beroemde film-actrices van vroe
ger, uit de oude tijd van de bioscoop, een
vrijwel vergeten figuur. Misschien is er
een enkele filmliefhebber met een bijzon
der goed geheugen die zich nog herinnert
dat zij de hoofdrol van Charmaine heeft
gespeeld, in „What price glory", wat des
tijds een van de „grote" rolprenten geweest
moet zijn. Sinds jaren oefent haar naam
evenwel geen aantrekkingskracht meer uit
op het publiek en al een jaar of twaalf is
ze practisch vergeten.
Toch heeft ze nog meegespeeld in films
die in de herinnering zijn blijven hangen,
zoals „Lancer spy", die helemaal niets bij
zonders was en „Flying
down to Rio", waarin een
toen onbekend tweetal: Gin
ger Rogers en Fred Ast a ire,
plotseling bekend werd.
Haar werk was trouwens ook niet meer dan
middelmatig, hoewel dat in Hollywood'
geen maatstaf voor beroemdheid is, want
meisjes, die slechter speelden dan zij, heb
ben het hoger gebracht op de ladder van
het filmsterren-dom.
Dat zij voor de Hollywoodse film niet
meer meetelde, betekende nfbt het einde
van haar filmwerk. Haar Mexicaanse af
komst bleek onverwachte mogelijkheden te
bieden. Lolita Dolores Asünsolo. is name
lijk in Durango geboren en hoort tot de
hoogste aristocratische kringen van haar
land. Zij werd oorspronkelijk, zoals het
meisjes van haar stand betaamde, in een
klooster opgevoed en was, na wat studie in
Madrid en Parijs, gereed om het weinig ac
tieve, aan strenge zestiende-eeuwse Spaan
se tradities gebonden leven van een voor
name aristocrate te leiden, tot zij in aan
raking kwam met de filmwereld. Dat ze
zo maar naar Hollywood ging om het twij
felachtige beroep van actrice te gaan uit
oefenen en dat nog wel bij een minder
waardige instelling als de film, was een
ernstige inbreuk op de regels en zal haar
echtgenoot, Don Jaumes Martinez del Rio
wel eens te denken hebben gegeven.
Haar debuut in 1925, toen ze juist twin
tig jaar was, in „Joanna" had niet veel om
het lijf. „What price glory" maakte haar
beroemd, maar de volgende films, zoals
„Ramona" toen nog zwijgend „Won
derbar", „The widow from Monte Carlo"
en „Madame Dubarry" waren niet van het
soort dat een actrice een grote naam geeft.
En wat zij verder maakte was nauwelijks
het vermelden waard. Toen zij in 1942 Hol
lywood verliet, schonk niemand daar aan
dacht aan. Zij was vergeten, evenals haar
neef Ramon Novarro na een kortstondige
beroemdheid vergeten was.
De film liet haar echter niet los. Een van
de grootste Mexicaanse filmproducenten,
Augustin Fink, gaf haar opnieuw een con
tract niet alleen als actrice, maar ook
als mede-vennoot in zijn zaak. En Dolores
speelde opnieuw, maar nu voor een andor
publiek, het Zuid-Amerikaanse, dat Holly
wood ook zo graag veroveren wil en dat
een reusachtig publiek is, van welks be
staan, omvang en betekenis wij ons eigen
lijk nooit een voorstelling vormen. Holly
wood betekent voor ons de Engels spre
kende wereld, maar wij vergeten dat de
Verenigde Staten in hun zuiderburen een
afzetgebied hebben dat in omvang min
stens even belangrijk is.
Al jaren probeert Hollywood er voet aan
de grond te krijgen, met afwisselend suc
ces. omdat dit publiek een geheel andere
smaak en mentaliteit heeft en helemaal niet
geneigd is voetstoots de voorkeur te geven
aan de films uit het Noorden boven die van
eigen filmindustrieën grote ondernemin
gen. waarvan wij hier nooit iets zien.
Sinds 1942 heeft Dolores del Rio vijf
films in Mexico gemaakt en met een merk
waardig resultaat. Want, werd zij door
haar „eerste" publick hoogstens gewaar
deerd als een mooie vrouw, wier «gel koel
en zonder diepte was, het Latijns-Ameri
kaanse publiek waardeerde haar als een
hoogst gevoelige actrice met een bijzonder
dramatische begaafdheid. En de Zuid-
Amerikaanse critici schrijven van haar dat
zij menige scène die in minder ervaren
handen hol van pathos geworden zou zijn,
heeft gered door de eenvoud van haar spel.
En Dolores del Rio die bij ons op haar
naam na vergeten is, geldt in de Zuidelijke
landen ook in enkele Europese is zij
zeer gezien als de grootste actrice van
deze tijd.
Nu probeert Hollywood haar weer terug
te krijgen, maar. ze heeft het afgelopen jaar
verscheidene aanbiedingen uit dollar-land
afgeslagen. In haar Mexicaanse omgeving
is ze immers haar eigen baas, want de
„Mercurio Productions", waarvan zij mede
de directie voert, werkt zoals zij wil. Ze
kan de regisseurs, camera-!ieden en draai
boek-schrijvers aannemen die haar aan
staan en in Hollywood kan dat beslist niet.
Wanneer het volgend seizoen een van
haar films: „Maria Candelaria" de geschie
denis .van een eenvoudig bloemenmeisje
dat de afkeer van haar landgenoten op
wekt in ons land vertoond wordt, zul
len we gelegenheid hebben te zien of Hol
lywood met zijn starre cliché-sterren stelsel
in haar een van zijn vele buitenlandse
aanwinsten onbegrepen heeft laten bekom
meren. Het zou de eerste keer niet zijn,
menige Europese acteur en actrice heeft
hetzelfde ondervonden. v. G.
Dolores del Ric (rechts) in
„Maria Candelaria".
Goethe en Beethoven
r> EETHOVEN EN GOETHE ziin nïoit
l' vrienden geweest- Dc componist had
een spontane enigszins naïeve bewonde
ring voor de dichter in het bijzonder, maar
dc gecompliceerde levenshouding van Goe
the irriteerde hem. Iedere zorg voor een
overwogen wijze van doen ten opzichte
der maatschappij was Beethoven vreemd;
hij was woest en eerlijk, en meer met de
natuur dan met de mensen vertrouwd.
Hij onderscheidde in Goethe de werkelijke
dichter en de samengestelde mens. Hij
wist heel goed dat deze scheiding een
dwaasheid was, maar het ergerde hem
dat er altijd aanleiding was haai- te ma
ken. Goethe erkende de grootheid van de
componist, hoewel er alle reden is te twij
felen, of deze erkenning wel op muzikali
teit steunde. Zite muzikale raadgever, dc
kleine componist en theoreticus Zelter,
die bang was van Beethoven's muziek,
kon de dichter slechts onzeker inlichten
over de uitdagende geluiden der nieuwe
symphonieën. Als Goethe Zelter op ze
kere dag toegeeft, dat Beethoven's mu
ziek hem verontrust, antwoordt Zelter:
„Ja, men zegt dat hij gek is". Goethe
kon de middelmatige Zelter wel vertrou
welijk zijn twijfelingen over de musicus
mededelen; hij bleef er bij hem niet min
der verheven om; maar een principieel ge
sprak met Beethoven zou hem minder
gemakkelijk af gaan, want Beethoven was
tegelijkertijd een leeuw en een enfant
terrible. Hij zou de apollinische Schongeist
gestoord hebben met zijn intuïtieve ze
kerheden. Als de dichter en de componist
eens een enkele maal samen wandelden,
moest Goethe meer dan anders zijn diplo
matieke bedaardheid richten en sturen om
altiid Goethe te blijven, terwijl Beethoven
morrend en geërgerd naast de onberispe
lijke denker voortstapte, vechtend met
bewondering en verachting.
In de tijd, waarin Beethoven enkele ke
ren omging met Goethe, was de dichter
minister van de Hertog van Weimar. De
componist schreef over Goethe's hove
lingshouding aan Bettina von Arnim en
vertelde haar daarbij o-a.:
„Gisteren ontmoetten wij op de wan
deling naar huis de gehele keizerlijke
familie. Wij zagen haar uit de verte
aankomen. Goethc maakte zich los
van mijn arm, om zich aan de kant
van de weg op te stellen. Al wat ik
zeide baatte niet: ik kon hem geen
stap verder krijgen. Toen zette ik
mijn hoed wat dieper in de ogen,
knoopte mijn jas dicht en met de ar
men op de rug drong ik dwars door
de dichtste groepen. Vorsten en ho
velingen gingen voor mij uit de weg:
hertog Rudolf nam de hoed voor mij
af. mevrouw de keizerin groette mij
het eerst. De graten kennen mij.
Tot mijn vermaak zag ik de stoet
Goefche voorbij trekken Hij stond aan
de kant van de weg, diep geborgen,
de hoed in de hand".
Dit was niet een grove brutaliteit van
een hatend mens: dit was de openhartige,
rechtstreekse reactie van de natuurlijke
artist op de listig-verstandelijke houding
van Goethe. Beethoven wilde het hof niet
beledigen, maar de hoveling-dichter de
waarheid zeggen, zonder veel woorden.
Het. schijnt dat de dichter deze aangele
genheid nooit vergat: overigens kon nie
mand uit 7.ijn geheimzinnige zelfbeheer
sing opmaken, welke van zijn gedachten
overheerste.
Het moet wel een vreemde conversatie
geweest zijn: deze gesprekken van Beet
hoven met Goethe. Beethoven kon met
niemand een kwartier rustig praten, maar
zeker is het dat een man, die hart en ziel
had, aan drie of vier driftige woorden van
de lievige artist een herinnering voor het
leven behield. Ik kan mij geen groter ver
schil denken onder schijnbaar gelijksoor
tige grootheden dan Goethe en Beethoven.
Als ik mij op het gevaarlijke terrein der
vergelijkingen begeef dan zou ik mij
Beethoven als een door Rembrandt ge
schilderde boom-in-stormwind kunnen
voorstellen en in hetzelfde landschap
Goethe als een Griekse zuil. U moogt dan
constateren, dat de afmetingen van boom
en 7.uil niet veel verschillen én u kunt
voorts mijmeren over de betrekkelijkheid
van afmetingenen van vergelijkin
gen.
Het was in deze tijd (1812) dat Beet
hoven zijn zevende en achtste symphonie
schreef. Iedere muziekliefhebber kent ze
en men moet wel ontdaan zijn van alle
muzikale aandoening wanneer men niet
telkens weer gegrepen wordt door het
krachtige vuur dezer muziek. Welk een
geestkracht moet geleefd hebben in deze
componist, die zulk een overmaat van
muzikaal leven in de syinphonische vorm
concentreerde, zonder dat iets van het en
thousiasme verloren ging. Voor vele men
sen in Beethoven's tijd was een nieuwe
symphonie van de zonderlinge man een
ruwe overrompeling en Goethe, die inzake
muziek niet verder was dan andere con
ventionele toehoorders, schrok al even
zeer van deze stormachtige rythmen- Hij
was scherpzinnig genoeg om te vermoe
den. dat er iets geniaals sprak, maar ik
geloof niet dat hij de werking der schoon
heid onderging. Hij mopperde met Zelter
over dronkenschap; dat hij de macht
van Beethoven niet ten volle kon begrij
pen moet zijn eer als kunstenaar en den
ker te na gekomen zijn.
Goethe was voorzichtig genoeg om niet
te veel en te lang en te positief over mu
ziek te theoretiseren, maar deze voorzich
tigheid behoorde tot zijn hoogmoed. Wan
neer Beethoven uitriep: ..Ik ben de
Bacchus, die de nectar voor dc mensheid
brouwt; ik ben het die de mensen de god
delijke, geestvervoering geeft", was hij
niet hoogmoedig maar enthousist- Er zullen
altijd velen zijn, die dit niet begrijpen,
maar er zullen ook altijd velen zijn die
zonder het zidi te kunnen verklaren de
muziek van Beethoven als een deel van
het levensgel uk ondervinden
HENDRIK ANDRIESSEN.
Telefoneren met Engeland
wordt veel verbeterd
In September zal een nieuwe telefoon,
kabel tussen Nederland en Engeland gelegd
worden. Het zal mogelijk zijn over deze
kabel tegelijkertijd 84 gesprekken te voe
ren. De verstaanbaarheid van het gespro
kene wordt veel beter, zodat er geen merk
baar verschil zal bestaan tussen een inter-
locaal gesprek en een gesprek met Enge
land.
De nieuwe kabel loopt van Domburg
naar Aldeburgh. Tussen deze beide plaat
sen werd precies vijf-en-twintig jaar ge
leden de eerste telefoonkabel tussen Ne
derland en Engeland gelegd Voordien ging
het telefoonverkeer via Frankrijk. Latei-
zijn nog vier telefoonkabels naar Engeland
gelegd. Een daarvan is momenteel gestoord
en een andere is tijdens de oorlog vernie
tigd.
Gemiddeld worden dagelijks 300 ge
sprekken met Engeland gevoerd.