Haarlems Dagblad
Mackenzie King eredoctor
Amsterdamse universiteit
Dalton
„Een geschenk
aan Canada"
„Het politieke probleem staat voor
ons op de eerste plaats"
Marseille demonstreert
en staakt
Muziekonderwijs op middelbare scholen
Weerbericht
62e Jaargang No. 18788
Bureaux Grote Houtstr. 93. Tel. Admin. 10724,
14825 Redaétie 10600. Directeur-Hoofdredacteur
15054 Bijkantoor H.N., Soendaplein 37. Tel. 12230.
Drukkerij Z.B. Spaarne 12, Tel. 12713, 10132.
Zaterdag 13 Novcmlïer 1947
Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Abonnementsprijs por week 31 cent, per kwartaal
4tFranco per post ƒ4.50. Postgiro 213107.
Advert tarieven op aanvraag bij de Administratie
Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom
Uitgave van de Stichting Voorlichting te Haarlem
HET PLOTSELINGE AFTREDEN van de
Britse minister van Financiën de
titel van deze functie is Chancellor of the
Exchequer doet nogal wat stof opwaaien.
Het is dan ook een vreemd en onverwacht
geval. Een van de belangrijkste leden van
het Britse kabinet verdwijnt op het ogen
blik, dat hij zijn voornaamste arbeid des
jaars, de voltooiing en indiening van de
staatsbegroting voor 1948, juist heeft ver
richt. En dat tengevolge van een medede
ling die hij aan een journalist heeft gedaan,
zonder die journalist geheimhouding op te
leggen.
Tot dusver is niet duidelijk geworden,
welke beweegreden Hugh Dalton eigenlijk
heeft gehad om een kwartier voor hij zijn
begrotingsrede in het Lagerhuis zou uit
spreken enige belangrijke punten daaruit
aan de parlementaire correspondent van
het Londense avondblad The Star te ont
hullen. Het geheim houden van de begroting
toi de Kanselier van de Schatkist haar in
het Huis onthult is in Engeland een on
wrikbare traditie. Zij is niet slechts op
•erlevering gegrond, maar ook op practi-
sche en zakelijke overwegingen. De begro-
•jng pleegt nieuwe of minstens gewijzigde
belasting-maatregelen en verhoging of ver
laging van accijnzen in te houden. Wie van
deze laatste tevoren op de hoogte komt,
kan er natuurlijk voordeel van trekken ten
koste van anderen. Dat is eens gebeurd,
loen in 1936 een zoon van de minister van
Koloniën Thomas de gegevens te pakken
had gekregen en er gebruik van maakte.
Het noodzaakte zijn vader tot aftreden en
tot verschijning voor een hof van onder
dat hem weliswaar vrijsprak van
kwade bedoelingen maar toch zijn indis
cretie laakte.
Dat was evenwel een geval van andere
aard dan dit. Hier was geen sprake van
enkelen, die persoonlijk voordeel uit de
onthulling trokken. De premier, Attlee,
heeft in zijn brief aan Dalton verklaard,
jeen schade voor de Staat is ontstaan.
Het gebeurde trouwens ditmaal vlak voor
de rede werd uitgesproken en de betrok
ken journalist, John Carvel, hield zijn
wetenschap niet voor zichzelf maar gaf
haar haastig door aan zijn krant, die het
bericht meteen onder „Stop Press" publi
ceerde met de titel „A Penny on Beer",
hetgeen wil zeggen dat de bieraccijns met
een penny per pint verhoogd werd. Verder
stond erin dat tabak niet hoger belast zou
worden, dat de dividend-belasting verdub
beld werd en zo meer. Het geheel was een
berichtje in telegramstijl van een regel of
ben, twaalf. Zoals in Londen gebruikelijk
is, als tijdens de verschijningsuren belang
rijk nieuws binnenkomt, werd de krant
met het pas-binnengekomen bericht onmid
dellijk op straat gevent. „The Star" is een
volksblad conservatief van richting, be
horend tot het concern van een der z.g.
Press-Lords en dergelijke bladen moeten
het in Londen bijna geheel van hun straat-
Dat een ervaren oude politicus als Hugh
Dalton zulk een mededeling in blijkbare
achteloosheid deed is verwonderlijk. Hij
heeft dat volstrekt niet pogen goed te pra
ten. Hij heeft zijn diepgevoelde excuses
aan het Huis aangeboden en alleen ver
klaard, dat hij de bewuste journalist al zo
lang kende. Toen hem vragen werden ge
steld, die het gedrag van de journalist in
het geding brachten, heeft hij geantwoord
dat hij de bldfam voor het gebeurde op eigen
schouders nam en het daarbij voor zichzelf
niet gepast achtte, enig oordeel over het
optreden van de journalist te vellen. Het
geen men niet anders dan als een ridder
lijke houding kan bestempelen.
Of anderen zich eveneens van critiek op
de journalist zullen onthouden is evenwel
een andere vraag. Zoals de zaken nu staan
zou ik hem wel degelijk critiseren en daar-
zijn verantwoordelijk chef ter redactie,
_.j het bericht publiceerde, betrekken.
Want bij „The Star" wist men evengoed,
dat voortijdige publicatie van begrotings
voorstellen in Engeland ontoelaatbaar is,
als de minister het weten moest. Derhalve
kon men voorzien, dat de minister zich
door zulk een mededeling in grote moei-
ijkheden moest brengen. De verantwoor
delijkheid van een journalist is te groot om
zoiets te kunnen riskeren. Het gebeurt in
ons vak, ook in Nederland, herhaaldelijk
dat wij publicatie van feiten, die ons be
kend zijn, aanhouden omdat het algemeen
belang met te vroegtijdige publicatie zou
worden geschaad.
Hugh Dalton is juist zestig jaar oud. Hij
id de opleiding die alleen de zonen der
meest welgestelde families in Engeland- ten
deel valt Eton en Cambridge maar
werd al in zijn studententijd Labour-man
en bleef de Labour Party gedurende zijn
gehele politieke loopbaan trouw. Hij was
onderstaatssecretaris van Buitenlandse
Zaken in de vooroorlogse Nationale Rege
ring van Ramsay Macdonald en minister
van Economische Oorlogvoering en latei-
van Handel in Churchill's oorlogskabinet.
Hij is een persoonlijk vriend van Attlee en
een man van bijzondere begaafdheden als
wetenschappelijk econoom;
R. P.
n Japanse kampen
omgekomen militairen
Veertien urnen met de as van in Japanse
ampen omgekomen Nederlandse mili-
airfen zijn gistermiddag in de aula van de
lieuwe Oosterbegraafplaats te Amsterdam
svergedragen aan het Nederlandse Rode
[ruis.
Achthonderd urnen zijn in diverse Ja-
anse kampen verzameld en deze veertien,
ie kort geleden naar het vaderland zijn
jvergebracht, zullen ter beschikking van
familieleden worden gesteld. Het Rode
[ruis belast zich met de registratie van
il!e in kampen omgekomen Nederlanders
derhalve hebben de militaire autoritei
on de urnen eerst aan het Rode Kruis wil
len overdragen.
Deze instantie zal nu op haar beurt de
s aan de nagelaten betrekkingen over-
andigen.
Vele burgerlijke en militaire autoriteiten
adden zich in de aula verzameld, toen
'rinses Juliana op de begraafplaats arri-
eerde. De Prinses onderhield zich in de
ntvangkamer met vei-scheidene familie
eden.
Nhmens de minister van marine sprak
de aula de commandant der zeemacht,
e Schout bij Nacht J. J. L. Willinge, na-
eens de minister van Overzeese Gebieds-
ielen de oud-commandant van het Ko-
inklijk Nederlands Indisch Leger luite-
Jnt-generaal Van Oyen en namens het
lode Kruis de generaal-majoor dr. F.
«ubanton.
Na een kort bezoek aan Aalsmeer is de
Canadese premier Mackenzie King giste
ren omstreeks het middaguur de hoofdstad
binnengereden.
Bij zijn aankomst op het stadhuis werd
het gezelschap door de burgemeester ver
welkomd. In de hal van het gemeentehuis
sprak de heer H. Götzen, voorzitter van
het Comité Nederlandse Oorlogsgraven.
Canada's eerste burger toe en bood hem
een album aan met foto's van de drie be
graafplaatsen. waar in ons land Canadese
soldaten een laatste rustplaats hebben ge
vonden.
Met grote belangstelling bekeek Mac
kenzie King het album en liet zich iedere
foto afzonderlijk door de heer Götzen to
nen. In zijn woord van dank zei de Cana
dese premier; „Ik zal dit album naar mijn
land medenemen en zuinig bewaren. Ik zal
mijn landgenoten in de gelegenheid stellen
het te bekijken, wanneer zij willen. Het
zal een nationaal bezit worden in Canada,
een blijvende herinnering aan mijn be
zoek aan uw hoofdstad".
Na de lunch in de ambtswoning van de
burgemeester, waarbij ook aanwezig was
de Commissaris der Koningin, dr. J. E. ba
ron de Vos van Steenwijk begaf Mackenzie
King zich naar de universiteit voor de ere
promotie. Deze plechtigheid werd onder
andere bijgewoond door de minister-presi
dent dr. L, J. M. Beel, de minister van
Financiën, mr. P. Lieftinck, de voorzitter
van de Eerste Kamer, prof. mr. R. Kra
nenburg, de Australische gezant, de Zuid-
Afrikaanse gezant, en de Britse ambassa
deur.
De rector-magnificus, prof. G. C. He
ringa sprak de begroetingsrede uit.
„In de annalen van deze universiteit", zo
zeide hij. „zal deze dag als een der uitzon-
derlijkste worden aangemerkt. Deze ere
promotie is een symbool van de grote
vriendschap. die het Nederlandse volk
voor Canada gevoelt".
De promotor, prof. mr. Marius G. Leven-
bach, sprak de promovendus in het Engels
toe.
„Onze belangrijkste aanleiding om deze
graad aan u op te dragen is, dat zij een
bijdrage zal zijn van dank voor onze vrij
heid, dank die wij bovenal aan Canada
verschuldigd zijn. Flet is ons een groot
voorrecht aan Canda, roemrijk en vrij, aan
het grote volk van Canada en aan uwe
excellentie zelf, zijn eerste minister, deze
dank te betuigen".
Vervolgens bracht de promotor de be
vrijdingsdagen in herinnering.
„Elke poging", zo zeide spreker, „een
beschrijving te geven van het heldendom,
de moed, volharding in de strijd, de ver
liezen van de Canadese soldaten op onze
bodem voor ons heil, moet falen. Zij ga
ven hun leven, opdat wij weder vrij zou
den zijn. Ik mag wel de woorden, die gij
zelf tot Winston Churchill richtte, thans
op u toepassen; „Over u zal historisch
vastgelegd worden, dat gij door uw voor
beeld en leiding geholpen hebt de vrijheid
van de wereld te redden".
Vervolg promotie.
De universiteit heeft nog andere motie
ven om u te eren. Voor haar is de vrijheid
niet alleen een onschatbaar bezit, zij is
oneer, zij is voor haar een levensvoor
waarde. Geen waarheid kan geboren wor
den, als de geest niet vrij is, geen weten
schap kan bloeien, wanneer de tyrannie
de teugels leidt. Daarom zult gij in de bul,
die wij u aanbieden, in het Latijn lezen,
dat zii u gegeven is „wegens uw zeer bij
zondere verdienste voor de zaak van men
selijke vrijheid en recht en de bevrijding
van het Nederlandse volk, zijn weten
schappen en zijn universiteiten".
Prof. Levenbach besloot „Door u met
deze plechtige promotie te eren, eert onze
universiteit zich zelf in nog hogere mate."
„Een geschenk aan Canada."
Na de toespraak van prof. Levenbach
overhandigde prof. dr. W. Vechting de
nieuwe doctor honoris causa de bul.
„Ik aarzel u uit naam van mijzelf te
dapken voor de grote eer, die u mij hebt
aangedaan", aldus de Canadese premier in
zijn dankwoord. Ik beschouw deze bul als
een geschenk van de Nederlandse univer
siteit aan het volk van Canada. In deze
geest aanvaard ik de hoge onderscheiding
met graagte en met trots. De eer, die mij
te beurt is gevallen, zal ongetwijfeld troost
Verliezen van de Nederlandse
strijdkrachten
De regering maakt bekend, dat tot haar
leedwezen in de afgelopen week de navol
gende verliezen zijn gerapporteerd:
Koninklijke Marine: G. C. Groot uit Gou
derak, J. Maes uit 's-Gravenhage, J. H.
Notermans uit Lanaken (België).
Koninklijke Landmacht: Sold. 1ste kl. J.
Moeselaar van 1-9 R I, uit 's-Gravenhage.
gesneuveld 3 November 1947 bij Klampol.
Sold. 1ste kl. G. Willemse, van 7e afd. Art.
uit Utrecht, gesneuveld 3 November 1947
bij Seriboedolok. Sold. 1ste. kl. A. Kooi
man. van 16e Compagnie Genie, uit Dor
drecht. Gesneuveld 5 November 1947 te
Tjilatjap. Sold, W. Korese, van 1-9 R. I.,
uit Barradeel, gesneuveld 5 November te
Banjoemas. Eerste It. W. J. Ie Noble, van
le Mitr.bat. C.dïv. 7 Dec., uit Amsterdam,
gesneuveld 5 November 1947 te Kampong
Tjidjoelang. Korp. Chr. van Dijck, 3e inf.
brig, werkl. 7 Dec.div.. afkomstig uit Maas-
niel. Gesneuveld 6 November 1947 tussen
Soetawangi en Paliman. Sold. J. C. M.
Hochstenbach, van 3-4 R. I„ uit Ophoven,
gesneuveld 7 November 1947 te Tasikma-
laja. Sold. G. J. Ymker, van 4e esk. paw.,
uit Arnhem, gesneuveld 7 November 1947
(plaats niet vermeld). Sold. R. Koerts,.van
3-12 R.I., afkomstig uit Dwingelo, gesneu
veld 8 November 1947 te Cheribon.
Koninklijk Nederlands-Indische leger:
Kapit. Art. E. C. Filet, uit Maartensdijk.
Gesneuveld 5 November 1947 te Kopeng.
Sold. 2e kl. J. A. Kneefel, uit Ned.-Indië,
Sold, le kl. J. H. G. Kloosterman, uit Bus-
sum, gesneuveld 5 November '47 te Kopeng.
gesneuveld 3 November 1947 te Ketai. Res.-
kapit. Inf. J. Krijtenburg. uit Harlingen.
gesneuveld 8 November 1947 te Merandjat.
brengen aan Canadese ouders, die hun
zonen hebben verloren in de strijd voor de
vrijheid van Europa.
„De ontvangst in Nederland", zo ver
volgde de hoge gast, „was groots en de be
langstelling van de Kroon, van de ministe
ries, van de gemeentebesturen, maar ook
van de mannen en vrouwen op straat en
van de kinderen, die mij overal met vlag
getjes hebben toegewuifd, was een onver
getelijk evenement in mijn leven. De
vriendschap tussen onze landen zal geen
kortè zijn. Ik hoop dat de jongemannen in
Nederland nimmer zullen toestaan, dat de
leiding van hun mooie land in handen zou
komen van verkeerde mannen. Op hen
rust de taak zelfs de kleinste problemen
in het land ernstig op te vatten en zich
goed te oriënteren. Dit geldt vooral voor
hen, die de universiteit verlaten hebben
en een zeer bijzondere taak in de maat
schappij krijgen. Ik hoop bovendien, dat
deze universiteit mannen mag afleveren,
die in alle tijden, in oorlog öf vrede, be
reid zullen zijn hun land op waardige wijze
te dienen. Moge dan ook de vriendschap
tussen Nederland en Canada in alle tijden
voortduren."
„Amsterdams student".
Tijdens de receptie in de senaatskamer
na zijn erepromotie ontving de eerste mi
nister van Canada uit handen van de rec
tor van de Unitas Studiosorum Amstel-
odamensium een tweede bul, namelijk die
van zijn benoeming tot buitengewoon lid
van deze studentenvereniging.
In zijn dankwoord in de aula had
Mackènzie King lachend gezegd, dat hij
wel hel een cn ander vergeten is van het
geen hij geleerd had in zijn studententijd
aan de Harvard University. Bij het over
handigen van de bul waarin hij tot bui
tengewoon lid der U.S.A. wordt benoemd,
zeide de rector lachend. „U zult nu, Excel
lentie, als „Amsterdams student" weer
kunnen inhalen wat u van uw studie aan
de Harvard University vergeten is".
Vóór zijn promotie tot eredoctor van de Amsterdamse Universiteit vond de Canadese
premier Mackenzie King nog tijd, een bezoek aan Aalsmeer te brengen. Terwijl hij
dc bloemenpracht in de veilinggebouwen bewonderde, versierden rappe handen
z\jn auto met duizenden Chrysanten. - De Canadese ambassadeur de heer P. Dupuy
cn de burgemeester van Aalsmeer dr. D. H. Peereboom Voller vergezelden de hoge
gast bij zijn rondgang door de veilingen.
„Daar zal ik mijn best voor doen," was
het antwoord, „teneinde mij een waardig
Amsterdams student te tonen."
Prins en Prinses dineren
met Mackenzie King.
De Prinses-regentes en Prins Bernhard
zaten gisteravond aan bij een officieel
diner, dat ter ere van de Canadese minis
terpresident door de Canadese ambassa
deur te zijnen huize, „Groot Hasebroek"
te Wassenaar, werd aangericht.
Tot de gasten behoorden de ambassa
deurs, gezanten en zaakgelastigden van
het Britse gemenebest in Nederland, mi
nister-president dr. L. J. M Beel en me
vrouw Beel alsmede de meeste Neder
landse ministers.
Cani op doorreis:
„Wij willen zelfbeschikkingsrecht -voor al
het andere is een oplossing te vinden"
Gistermiddag is de heer Gani, minister
Van Economische Zaken en vice-premier
van de Indonesische republiek, aan het
hoofd van een deel der Indonesische dele
gatie voor de conferentie te Havana, op
Schiphol aangekomen, waar hij onder
meer werd begroet door het bestuur van
de Perhimpoenan Indonesia en de heer
Frans Goedhart.
De heer Gani verklaarde op een pers
conferentie in hotel Pays Bas niet onte
vreden te zijn over de situatie van het
ogenblik. Hij gaf als zijn mening te kennen,
dat er thans een goede kans bestaat voor
beide partijen om overeenstemming te
bereiken.
De heer Gani wijdde vervolgens enige
woorden aan de toestand in Indonesië. „Ik
ben", zo zeide hij, „altijd optimist geweest
en ik ben het nog. Wel is het wederzijds
wantrouwen zeer groot, maar wanneer
wij psychologisch te werk gaan dus el
kanders standpunten eerlijk bestuderen
dan moet een algemene vorm kunnen wor
den gevonden waarin een accoord kan wor
den gegoten. Dat er nog steeds militaire
conflicten zijn, is niet zo belangrijk, als
gedacht wordt.
Voorop gaat het politieke probleem,
want zolang dit niet is opgelost, zal
de militaire situatie zo blijven-als zij
thans is. Wij eisen onze politieke
rechten en wij zullen die krijgen.
Anderzijds willen wij graag speciaal
de Nederlanders concessies geven op
economisch gebied. Maar het politieke
probleem is voor ons probleem
nummer één. Dat begrijpen de Ne
landers nog onvoldoende. Wij willen
zelfbeschikkingsrecht. Voor al het
overige is dan een goede oplossing te
vinden".
Met betrekking tot de militaire situatie
gaf Gani voorts nog een beschouwing,
welke met de conclusies van het consulair
rapport vrijwel overeenkwam. „Het is
waar", zo gaf hij toe, „dat aan onze zijde
ongeregelde strijdelementen actief zijn en
kwaad aanrichten, maar wij moeten billijk
zijn: hetzelfde geschiedt van Nederlandse
zijde. Waar de Nederlanders plaatsen be
zet hebben, hebben zij mensen in dienst
De Indonesische delegatie voor de handels
conferentie te Havanna is op weg naar de
conferentie op Schiphol aangekomen; de
heer Gani, de leider der delegatie, hield in
Amsterdam een persconferentie, ivaar hij
zijn mening over de Indonesische kwestie
ten beste gaf- In het midden dr. Gani
genomen en "bewapend, veelal zonder uni
form. Dit draagt opnieuw bij tot verwaï--
ring".
Gani kwam vervolgens te spreken over
de politieke ontwikkelingen sedert het
„.-.taakt het vuren". „De Nederlandse doel
stellingen der militaire actie zijn niet be
reikt", zo zeide hij. „Er is geen rust en
orde gebracht, want alom heerst thans de
grootste verwarring. Er zijn geen econo
mische voordelen behaald, doordat wij met
succes de politiek van verschroeide aarde
hebben toegepast en ten derde hebben de
Nederlanders geen Quislings gevonden om
tegenover ons te stellen". Hij wees in dit
verband op gegevens, die hij ter beschik
king had over de jongste locale verkiezin
gen in Indonesia Timoer. „Hier blijken de
republikeinse vrienden een gemiddelde
van ongeveer 80 procent te hebben ge
haald", aldus Gani. „Ik ben er zeker van,
dat algemene vrije verkiezingen over ge
heel Indonesië eenzelfde resultaat zouden
hebben. Voor communisme hoeft men in
de republiek niet bang te zijn, zolang daar
godsdienst en adat nog domineren en de
basis van de republikeinse structuur is de
adat. Dat soms de schijn wordt gewekt
van sterke communistische neigingen in de
republiek, komt alleen, doordat de com
munisten de meest spectaculaire propa
ganda voeren. Zij zouden echter in ver
kiezingen volkomen verslagen worden. De
enige kans, die zij hebben, is gelegen in de
munt. die zy kunnen slaan uit de onder
drukking door de Nederlanders".
„The Star" treurt
Het Londense avondblad „Star", dat bij
zonderheden over de voorlopige Engelse
begroting publiceerde voordat Dalton zijn
begroting indiende en daardoor het aftre
den van de minister van Financiën ver
oorzaakte, betreurt het ten zeerste, dat
deze gang van zaken heeft plaats gehad.
„In Dalton", zo schrijft de „Star", „ver
liest het land een minister met een voor
uitziende blik en een grondige economische
kennis. Het is natuurlijk heel gewoon, dat
van tijd tot tijd vooruitgelopen wordt op
de begrotings ver klaring op grond van in
gewonnen inlichtingen. Kort voordat Dal
ton sprak telefoneerde onze parlementaire
redacteur hetgeen hij wist, waarvoor hij
zoils thans bekend, de toestemming had
van de hoogste autoriteit. De „Star"
spreekt de wens uit, dat Daltons grote
kwaliteiten hem in staat zullen stellen
spoedig zijn hoge positie weer in te nemen.
Vijftienhonderd Joden
slachtoffers van verraad
De Amsterdamse P.R.A. heeft onlangs de
23-jarige vrouw M. K. gearresteerd, wier
verraad aan ongeveer vijftienhonderd Jo
den het leven heeft gekost.
Nadat de vrouw in 1942 bij de Hollandia-
fabrieken in Amsterdam ontslagen was,
heeft zij aan de S.D. medegedeeld dat op
deze fabriek, waar voornamelijk Joden te
werk waren gesteld bij de vervaardiging
van goederen voor de Duitse Weermacht,
sabotage werd gepleegd en illegale blaadjes
werden verspreid. Het gevolg was dat het
gehele personeel op enkele niet-Joden na
werd gearresteerd. Het betrof hier onge
veer 450 Joden. Des nachts werden boven
dien alle familieleden van de gearresteer
den opgehaald, waardoor het aantal slacht
offers tot 1500 steeg. Zij zijn vrijwel allen
in Duitse kampen omgekomen.
Donderdag één dode
en zes gewonden
Van officiëele zijde wordt gemeld, dat de
Nederlandse verliezen op Donderdag be
droegen 1 dode en 6 gewonden. Op Java
en Sumatra werden Nederlandse posten en
patrouilles beschoten. In de grensgebieden
van Oost-Java in de sector van Modjokerto
en in het gebied rondom Malang hadden
botsingen plaats met geïnfiltreerde T.N.I.-
benden.
De „Indrapoera" vaart
Algiers voorbij
Het m.s. „Indrapoera" van de Rotter
damse Lloyd met ongeveer 900 passagiers
op weg van Batavia naar Rotterdam zal
niet, gelijk de bedoeling was, de haven van
Algiers aanlopen, maar rechtstreeks naar
Rotterdam doorvaren, waar het schip om
streeks 24 November wordt verwacht.
Volgende week allemaal
weer een ei
Op 20 November zal in de bonnenlijst
voor alle leeftijdsgroepen een bon voor
één ei worden aangewezen. De in het na
jaar aflopende productie van eieren heeft
deze bon wat lang doen uitblijven, zo deelt
het ministerie van Landbouw mede. Men
zal er genoegen mee moeten nemen op deze
bon eventueel een ei van klasse 5 geleverd
te krijgen.
BRAND OP DE „ALPHERAT" GEBLUST.
Van de rederij van Van Nievelt, Goudri-
aan en Co. verneemt ANP, dat de brand
op het s.s. Alpherat, dat gisteren de haven
van Hongkong binnenliep, is geblust. Na
dere bijzonderheden ontbreken nog.
Het woord is aan
Voltaire:
Het is nodig, dat denkende
gr e sten zich tegen elkander
wrijven, opdat er vonken uit
springen.
Geladen atmosfeer in
Frankrijks grootste havenstad
Marseille was Vrijdagavond nagenoeg in
staat van beleg.
Een regiment infanterie had zijn tenten
opgeslagen in de tuinen van de prefectuur
en machinegeweren bewaakten de toegan
gen tot de voornaamste openbare gebou
wen. Rondom de stad bivakkeren zwaar
bewapende troepen. Samenscholingen van
meer dan vijf personen zijn verboden. Naar
schatting zijn 7000 soldaten met tanks ter
versterking van de politie naar Marseille
gezonden.
Duizenden leden van de C.G.T. liepen
Vrijdagmiddag met ontblote hoofden ach
ter de lijkbaar van een jonge arbeider, die
Woensdag bij de onlusten gewond was.
Ofschoon er geen officiële staking is,
hebben naar schatting reeds 15.000 arbei-
ders het werk neergelegd en worden door
de overwegend communistische vakbonden
voorbereidingen voor een algemene staking
getroffen.
Regering slaat toe.
De minister van Binnenlandse Zaken,
Edouard Depreux stond in voortdurend
telefonische verbinding met Marseille om
zich een juist beeld te kunnen vormen van
de gebeurtenissen. Verscheidene regerings
autoriteiten waren reeds van oordeel, dat
scherpe disciplinaire maatregelen genomen
zouden worden tegen dc autoriteiten te
Marseille die bij de uitoefening van hun
ambt zijn tekortgeschoten. Een dergelijke
maatregel maakte de minister gisteren in
het Franse kabinet bekend.
Reeds werden verscheidene arrestaties
verricht en vandaag zullen er nog meer
volgen. Dinsdag zal het debat in de natio
nale vergadering over de onlusten begin
nen.
Men verwacht, dat dit een van de heftig
ste debatten zal worden in de nog jonge
geschiedenis van de Vierde Republiek. Mi
nister-president Ramadier bereidde het
gisteren reeds voor door te zeggen, dat hij
gereed was om een poging om een dicta
tuur in Frankrijk op te richten, te be
strijden. (U.P.)
Zware explosie in Engels
raket laboratorium
Duitse raketspecialist gedood
Vrijdag heeft zich op een terrein in dc
omgeving van Westcott (Buckinghamshire,
Engeland), waar proefnemingen gedaan
werden met zogenaamde bestuurbare pro
jectielen, een zware ontploffing voorge
daan. Twee personen, waaronder een Duit
se raketspecialist, w erden gedood en twaalf
gewond.
De proefnemingen met de raketten wor
den verricht in een speciaal voor dit doel
geconstrueerd gebouw, dat gelegen is in
het midden van het voormalige oefenvlieg
veld van het „Bomber Command". Men
neemt aan, dat een raket, bestemd voor het
doen starten van vliegtuigen, getest werd
en onverwacht tot ontploffing is gekomen.
De Duitser, die bij dit ongeluk gedood
werd. was de 44-jarige gelearde dr. Jo
hannes Schmidt. Als leider van een groep
van tien Duitse wetenschappelijke onder
zoekers was hij in December van het vo
rige jaar naar Engeland overgebracht.
Schmidt heeft indertijd ook gewerkt aan
de V-wapens en hij werd beschouwd als de
beste autoriteit op het gebied van het star
ten van vliegtuigen met behulp van raket
ten. Zijn medewerkers te Westcott waren
dezelfden, met wie hij in Duitsland zijn
experimenten deed.
TWEEDE KAMER
Dr. Gielen vindt meetkunde
een onvrouwelijk vak
De ochtendzitting van de Tweede Kamer
ging Vrijdag heen met replieken over het
algemeen regeringsbeleid, waarvan nauwe
lijks iets bijzondere vermelding waard is.
Natuurlijk vond de heer Schouten (A.
R.) het maar half, dat hij er aan herinnerd
was, dat de oppositie, na eerst Linggadjati
vurig bestreden te hebben, zich later toch
op het standpunt had gesteld de basis er
van te aanvaarden. Verder bestookte hij,
evenals de heer Tilanus (C.H.) de fraclie-
aanvoerder van de Partij van de Arbeid,
omdat deze het had doen voorkomen alsof
zijn partij het monopolie bezat van ver-
weer tegen de communisten.
Na de koffie een niet zo heel langdurig
debat over het wetsontwerp tot tijdelijke
regeling van het personen-motorvervoer.
Uit de aard der zaak kwamen onder ande
ren de pleizierrijders ten tonele, dus de al
te kwistige verlening van rijvergunningen
cn voorts, bij monde van de heren A1 g e r a
(A.R.), Van Dis (Staatk. Geref.) en De
Ruiter (C.H.) de motorische ontheili
ging van de Zondagsrust. Er viel ook nog
een woordje over de deze Zondag naar
Amsterdam te houden sterrit. Maar minis
ter Vos was niet bereid haar alsnog te ver
bieden en had vooral met het oog op het
goede doel, dat er mee beoogd wordt, toe
stemming verleend. Auto's mogen niet
meedoen omdat zij te veel benzine moesten
verbruiken. Nadat de bewindsman nog ver
klaard had dit ontwerp (waarin hij een
amendement-Hacke (Vrijheid) overnam
zodat de algemene richtlijnen voor de voor
waarden voor rijvergunningen in een alge
mene maatregel van bestuur worden neer
gelegd) niet te willen gebruiken om te vol
doen aan de verlangens van de Zondags
rustijveraars, ging zijn voorstel er zonder
hoofdelijke stemming door.
De rest van de middag was gewijd aan
enige partiële wijzigingen van de wet op
het voorbereidend hoger en die op het mid-.
delbaar onderwijs. Voor minister Gielen
zat er in zoverre muziek in, dat hij zal be
reiken dat muziek een verplicht leervak
wordt met ingang van 1 September 1949,
ook al vond meer dan één spreker deze
vrucht nog onrijp. De bewindsman geloofde
juist dat zij tengevolge van dit verplicht
stellen rijp zal worden, aangezien dit be
vruchtend zal werken op de groei van het
aantal dat vak meester zijnde leerkrachten.
Nu de meisjes-hogere burgerscholen een
plaats in de wet gaan innemen, greep me
vrouw FortanierDe Wit (Vrijheid) die
gelegenh^d aan om te trachten „staatsbur
gerlijke opvoeding" tenminste als onderdeel
van „geschiedenis" opgenomen te krijgen.
Minister Gielen bezweek voor de op hem
geoefende aandrang toen hij. tegen zijn
zin. de wiskunde een plaatsje In het leer
plan voor de meisjesscholen gaf. ofschoon
hii meetkunde een onvrouwelijk vak vindt.
Bij de algemene herziening die krijgt gij
toch niet meer voor elkaar gaf de heer
Tilanus (C.H.) te verstaan behoudt
hij de vrijheid voor er op terug te komen.
Zelf liet hij zich over zijn kans. zulk een
algemene herziening nog op zijn naam ge
boekt te zien. bepaald optimistischer uit.
In elk geval hoopt hij dat wetsontwerp nog
vóór het eind van het jaar zijn departement
te kunnen doen verlaten.
BUIIG.
Verwachting, medegedeeld door het
KNMI in De Bilt geldig van Zater-
dagavond tot Zondagavond:
Guur weer met wisselende bewolking
en regen- of hagelbuien Krachtige, 5
langs de kus* nu en dan stormachtige
j wind tussen West en Noordwest.
16 November:
j Zon op R.00 uur, onder 16.49 uur
Maan op 12 06 uur onder 18.55 uur
17 November:
Zon op 8.02 uur. onder 16,48 uur
Maan op 12.55 uur, onder 19.52 uur
IIKIIIIIUIU