Haarlems Dagblad Mackenzie King eredoctor Amsterdamse universiteit Dalton „Een geschenk aan Canada" „Het politieke probleem staat voor ons op de eerste plaats" Marseille demonstreert en staakt Muziekonderwijs op middelbare scholen Weerbericht 62e Jaargang No. 18788 Bureaux Grote Houtstr. 93. Tel. Admin. 10724, 14825 Redaétie 10600. Directeur-Hoofdredacteur 15054 Bijkantoor H.N., Soendaplein 37. Tel. 12230. Drukkerij Z.B. Spaarne 12, Tel. 12713, 10132. Zaterdag 13 Novcmlïer 1947 Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. Abonnementsprijs por week 31 cent, per kwartaal 4tFranco per post ƒ4.50. Postgiro 213107. Advert tarieven op aanvraag bij de Administratie Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom Uitgave van de Stichting Voorlichting te Haarlem HET PLOTSELINGE AFTREDEN van de Britse minister van Financiën de titel van deze functie is Chancellor of the Exchequer doet nogal wat stof opwaaien. Het is dan ook een vreemd en onverwacht geval. Een van de belangrijkste leden van het Britse kabinet verdwijnt op het ogen blik, dat hij zijn voornaamste arbeid des jaars, de voltooiing en indiening van de staatsbegroting voor 1948, juist heeft ver richt. En dat tengevolge van een medede ling die hij aan een journalist heeft gedaan, zonder die journalist geheimhouding op te leggen. Tot dusver is niet duidelijk geworden, welke beweegreden Hugh Dalton eigenlijk heeft gehad om een kwartier voor hij zijn begrotingsrede in het Lagerhuis zou uit spreken enige belangrijke punten daaruit aan de parlementaire correspondent van het Londense avondblad The Star te ont hullen. Het geheim houden van de begroting toi de Kanselier van de Schatkist haar in het Huis onthult is in Engeland een on wrikbare traditie. Zij is niet slechts op •erlevering gegrond, maar ook op practi- sche en zakelijke overwegingen. De begro- •jng pleegt nieuwe of minstens gewijzigde belasting-maatregelen en verhoging of ver laging van accijnzen in te houden. Wie van deze laatste tevoren op de hoogte komt, kan er natuurlijk voordeel van trekken ten koste van anderen. Dat is eens gebeurd, loen in 1936 een zoon van de minister van Koloniën Thomas de gegevens te pakken had gekregen en er gebruik van maakte. Het noodzaakte zijn vader tot aftreden en tot verschijning voor een hof van onder dat hem weliswaar vrijsprak van kwade bedoelingen maar toch zijn indis cretie laakte. Dat was evenwel een geval van andere aard dan dit. Hier was geen sprake van enkelen, die persoonlijk voordeel uit de onthulling trokken. De premier, Attlee, heeft in zijn brief aan Dalton verklaard, jeen schade voor de Staat is ontstaan. Het gebeurde trouwens ditmaal vlak voor de rede werd uitgesproken en de betrok ken journalist, John Carvel, hield zijn wetenschap niet voor zichzelf maar gaf haar haastig door aan zijn krant, die het bericht meteen onder „Stop Press" publi ceerde met de titel „A Penny on Beer", hetgeen wil zeggen dat de bieraccijns met een penny per pint verhoogd werd. Verder stond erin dat tabak niet hoger belast zou worden, dat de dividend-belasting verdub beld werd en zo meer. Het geheel was een berichtje in telegramstijl van een regel of ben, twaalf. Zoals in Londen gebruikelijk is, als tijdens de verschijningsuren belang rijk nieuws binnenkomt, werd de krant met het pas-binnengekomen bericht onmid dellijk op straat gevent. „The Star" is een volksblad conservatief van richting, be horend tot het concern van een der z.g. Press-Lords en dergelijke bladen moeten het in Londen bijna geheel van hun straat- Dat een ervaren oude politicus als Hugh Dalton zulk een mededeling in blijkbare achteloosheid deed is verwonderlijk. Hij heeft dat volstrekt niet pogen goed te pra ten. Hij heeft zijn diepgevoelde excuses aan het Huis aangeboden en alleen ver klaard, dat hij de bewuste journalist al zo lang kende. Toen hem vragen werden ge steld, die het gedrag van de journalist in het geding brachten, heeft hij geantwoord dat hij de bldfam voor het gebeurde op eigen schouders nam en het daarbij voor zichzelf niet gepast achtte, enig oordeel over het optreden van de journalist te vellen. Het geen men niet anders dan als een ridder lijke houding kan bestempelen. Of anderen zich eveneens van critiek op de journalist zullen onthouden is evenwel een andere vraag. Zoals de zaken nu staan zou ik hem wel degelijk critiseren en daar- zijn verantwoordelijk chef ter redactie, _.j het bericht publiceerde, betrekken. Want bij „The Star" wist men evengoed, dat voortijdige publicatie van begrotings voorstellen in Engeland ontoelaatbaar is, als de minister het weten moest. Derhalve kon men voorzien, dat de minister zich door zulk een mededeling in grote moei- ijkheden moest brengen. De verantwoor delijkheid van een journalist is te groot om zoiets te kunnen riskeren. Het gebeurt in ons vak, ook in Nederland, herhaaldelijk dat wij publicatie van feiten, die ons be kend zijn, aanhouden omdat het algemeen belang met te vroegtijdige publicatie zou worden geschaad. Hugh Dalton is juist zestig jaar oud. Hij id de opleiding die alleen de zonen der meest welgestelde families in Engeland- ten deel valt Eton en Cambridge maar werd al in zijn studententijd Labour-man en bleef de Labour Party gedurende zijn gehele politieke loopbaan trouw. Hij was onderstaatssecretaris van Buitenlandse Zaken in de vooroorlogse Nationale Rege ring van Ramsay Macdonald en minister van Economische Oorlogvoering en latei- van Handel in Churchill's oorlogskabinet. Hij is een persoonlijk vriend van Attlee en een man van bijzondere begaafdheden als wetenschappelijk econoom; R. P. n Japanse kampen omgekomen militairen Veertien urnen met de as van in Japanse ampen omgekomen Nederlandse mili- airfen zijn gistermiddag in de aula van de lieuwe Oosterbegraafplaats te Amsterdam svergedragen aan het Nederlandse Rode [ruis. Achthonderd urnen zijn in diverse Ja- anse kampen verzameld en deze veertien, ie kort geleden naar het vaderland zijn jvergebracht, zullen ter beschikking van familieleden worden gesteld. Het Rode [ruis belast zich met de registratie van il!e in kampen omgekomen Nederlanders derhalve hebben de militaire autoritei on de urnen eerst aan het Rode Kruis wil len overdragen. Deze instantie zal nu op haar beurt de s aan de nagelaten betrekkingen over- andigen. Vele burgerlijke en militaire autoriteiten adden zich in de aula verzameld, toen 'rinses Juliana op de begraafplaats arri- eerde. De Prinses onderhield zich in de ntvangkamer met vei-scheidene familie eden. Nhmens de minister van marine sprak de aula de commandant der zeemacht, e Schout bij Nacht J. J. L. Willinge, na- eens de minister van Overzeese Gebieds- ielen de oud-commandant van het Ko- inklijk Nederlands Indisch Leger luite- Jnt-generaal Van Oyen en namens het lode Kruis de generaal-majoor dr. F. «ubanton. Na een kort bezoek aan Aalsmeer is de Canadese premier Mackenzie King giste ren omstreeks het middaguur de hoofdstad binnengereden. Bij zijn aankomst op het stadhuis werd het gezelschap door de burgemeester ver welkomd. In de hal van het gemeentehuis sprak de heer H. Götzen, voorzitter van het Comité Nederlandse Oorlogsgraven. Canada's eerste burger toe en bood hem een album aan met foto's van de drie be graafplaatsen. waar in ons land Canadese soldaten een laatste rustplaats hebben ge vonden. Met grote belangstelling bekeek Mac kenzie King het album en liet zich iedere foto afzonderlijk door de heer Götzen to nen. In zijn woord van dank zei de Cana dese premier; „Ik zal dit album naar mijn land medenemen en zuinig bewaren. Ik zal mijn landgenoten in de gelegenheid stellen het te bekijken, wanneer zij willen. Het zal een nationaal bezit worden in Canada, een blijvende herinnering aan mijn be zoek aan uw hoofdstad". Na de lunch in de ambtswoning van de burgemeester, waarbij ook aanwezig was de Commissaris der Koningin, dr. J. E. ba ron de Vos van Steenwijk begaf Mackenzie King zich naar de universiteit voor de ere promotie. Deze plechtigheid werd onder andere bijgewoond door de minister-presi dent dr. L, J. M. Beel, de minister van Financiën, mr. P. Lieftinck, de voorzitter van de Eerste Kamer, prof. mr. R. Kra nenburg, de Australische gezant, de Zuid- Afrikaanse gezant, en de Britse ambassa deur. De rector-magnificus, prof. G. C. He ringa sprak de begroetingsrede uit. „In de annalen van deze universiteit", zo zeide hij. „zal deze dag als een der uitzon- derlijkste worden aangemerkt. Deze ere promotie is een symbool van de grote vriendschap. die het Nederlandse volk voor Canada gevoelt". De promotor, prof. mr. Marius G. Leven- bach, sprak de promovendus in het Engels toe. „Onze belangrijkste aanleiding om deze graad aan u op te dragen is, dat zij een bijdrage zal zijn van dank voor onze vrij heid, dank die wij bovenal aan Canada verschuldigd zijn. Flet is ons een groot voorrecht aan Canda, roemrijk en vrij, aan het grote volk van Canada en aan uwe excellentie zelf, zijn eerste minister, deze dank te betuigen". Vervolgens bracht de promotor de be vrijdingsdagen in herinnering. „Elke poging", zo zeide spreker, „een beschrijving te geven van het heldendom, de moed, volharding in de strijd, de ver liezen van de Canadese soldaten op onze bodem voor ons heil, moet falen. Zij ga ven hun leven, opdat wij weder vrij zou den zijn. Ik mag wel de woorden, die gij zelf tot Winston Churchill richtte, thans op u toepassen; „Over u zal historisch vastgelegd worden, dat gij door uw voor beeld en leiding geholpen hebt de vrijheid van de wereld te redden". Vervolg promotie. De universiteit heeft nog andere motie ven om u te eren. Voor haar is de vrijheid niet alleen een onschatbaar bezit, zij is oneer, zij is voor haar een levensvoor waarde. Geen waarheid kan geboren wor den, als de geest niet vrij is, geen weten schap kan bloeien, wanneer de tyrannie de teugels leidt. Daarom zult gij in de bul, die wij u aanbieden, in het Latijn lezen, dat zii u gegeven is „wegens uw zeer bij zondere verdienste voor de zaak van men selijke vrijheid en recht en de bevrijding van het Nederlandse volk, zijn weten schappen en zijn universiteiten". Prof. Levenbach besloot „Door u met deze plechtige promotie te eren, eert onze universiteit zich zelf in nog hogere mate." „Een geschenk aan Canada." Na de toespraak van prof. Levenbach overhandigde prof. dr. W. Vechting de nieuwe doctor honoris causa de bul. „Ik aarzel u uit naam van mijzelf te dapken voor de grote eer, die u mij hebt aangedaan", aldus de Canadese premier in zijn dankwoord. Ik beschouw deze bul als een geschenk van de Nederlandse univer siteit aan het volk van Canada. In deze geest aanvaard ik de hoge onderscheiding met graagte en met trots. De eer, die mij te beurt is gevallen, zal ongetwijfeld troost Verliezen van de Nederlandse strijdkrachten De regering maakt bekend, dat tot haar leedwezen in de afgelopen week de navol gende verliezen zijn gerapporteerd: Koninklijke Marine: G. C. Groot uit Gou derak, J. Maes uit 's-Gravenhage, J. H. Notermans uit Lanaken (België). Koninklijke Landmacht: Sold. 1ste kl. J. Moeselaar van 1-9 R I, uit 's-Gravenhage. gesneuveld 3 November 1947 bij Klampol. Sold. 1ste kl. G. Willemse, van 7e afd. Art. uit Utrecht, gesneuveld 3 November 1947 bij Seriboedolok. Sold. 1ste. kl. A. Kooi man. van 16e Compagnie Genie, uit Dor drecht. Gesneuveld 5 November 1947 te Tjilatjap. Sold, W. Korese, van 1-9 R. I., uit Barradeel, gesneuveld 5 November te Banjoemas. Eerste It. W. J. Ie Noble, van le Mitr.bat. C.dïv. 7 Dec., uit Amsterdam, gesneuveld 5 November 1947 te Kampong Tjidjoelang. Korp. Chr. van Dijck, 3e inf. brig, werkl. 7 Dec.div.. afkomstig uit Maas- niel. Gesneuveld 6 November 1947 tussen Soetawangi en Paliman. Sold. J. C. M. Hochstenbach, van 3-4 R. I„ uit Ophoven, gesneuveld 7 November 1947 te Tasikma- laja. Sold. G. J. Ymker, van 4e esk. paw., uit Arnhem, gesneuveld 7 November 1947 (plaats niet vermeld). Sold. R. Koerts,.van 3-12 R.I., afkomstig uit Dwingelo, gesneu veld 8 November 1947 te Cheribon. Koninklijk Nederlands-Indische leger: Kapit. Art. E. C. Filet, uit Maartensdijk. Gesneuveld 5 November 1947 te Kopeng. Sold. 2e kl. J. A. Kneefel, uit Ned.-Indië, Sold, le kl. J. H. G. Kloosterman, uit Bus- sum, gesneuveld 5 November '47 te Kopeng. gesneuveld 3 November 1947 te Ketai. Res.- kapit. Inf. J. Krijtenburg. uit Harlingen. gesneuveld 8 November 1947 te Merandjat. brengen aan Canadese ouders, die hun zonen hebben verloren in de strijd voor de vrijheid van Europa. „De ontvangst in Nederland", zo ver volgde de hoge gast, „was groots en de be langstelling van de Kroon, van de ministe ries, van de gemeentebesturen, maar ook van de mannen en vrouwen op straat en van de kinderen, die mij overal met vlag getjes hebben toegewuifd, was een onver getelijk evenement in mijn leven. De vriendschap tussen onze landen zal geen kortè zijn. Ik hoop dat de jongemannen in Nederland nimmer zullen toestaan, dat de leiding van hun mooie land in handen zou komen van verkeerde mannen. Op hen rust de taak zelfs de kleinste problemen in het land ernstig op te vatten en zich goed te oriënteren. Dit geldt vooral voor hen, die de universiteit verlaten hebben en een zeer bijzondere taak in de maat schappij krijgen. Ik hoop bovendien, dat deze universiteit mannen mag afleveren, die in alle tijden, in oorlog öf vrede, be reid zullen zijn hun land op waardige wijze te dienen. Moge dan ook de vriendschap tussen Nederland en Canada in alle tijden voortduren." „Amsterdams student". Tijdens de receptie in de senaatskamer na zijn erepromotie ontving de eerste mi nister van Canada uit handen van de rec tor van de Unitas Studiosorum Amstel- odamensium een tweede bul, namelijk die van zijn benoeming tot buitengewoon lid van deze studentenvereniging. In zijn dankwoord in de aula had Mackènzie King lachend gezegd, dat hij wel hel een cn ander vergeten is van het geen hij geleerd had in zijn studententijd aan de Harvard University. Bij het over handigen van de bul waarin hij tot bui tengewoon lid der U.S.A. wordt benoemd, zeide de rector lachend. „U zult nu, Excel lentie, als „Amsterdams student" weer kunnen inhalen wat u van uw studie aan de Harvard University vergeten is". Vóór zijn promotie tot eredoctor van de Amsterdamse Universiteit vond de Canadese premier Mackenzie King nog tijd, een bezoek aan Aalsmeer te brengen. Terwijl hij dc bloemenpracht in de veilinggebouwen bewonderde, versierden rappe handen z\jn auto met duizenden Chrysanten. - De Canadese ambassadeur de heer P. Dupuy cn de burgemeester van Aalsmeer dr. D. H. Peereboom Voller vergezelden de hoge gast bij zijn rondgang door de veilingen. „Daar zal ik mijn best voor doen," was het antwoord, „teneinde mij een waardig Amsterdams student te tonen." Prins en Prinses dineren met Mackenzie King. De Prinses-regentes en Prins Bernhard zaten gisteravond aan bij een officieel diner, dat ter ere van de Canadese minis terpresident door de Canadese ambassa deur te zijnen huize, „Groot Hasebroek" te Wassenaar, werd aangericht. Tot de gasten behoorden de ambassa deurs, gezanten en zaakgelastigden van het Britse gemenebest in Nederland, mi nister-president dr. L. J. M Beel en me vrouw Beel alsmede de meeste Neder landse ministers. Cani op doorreis: „Wij willen zelfbeschikkingsrecht -voor al het andere is een oplossing te vinden" Gistermiddag is de heer Gani, minister Van Economische Zaken en vice-premier van de Indonesische republiek, aan het hoofd van een deel der Indonesische dele gatie voor de conferentie te Havana, op Schiphol aangekomen, waar hij onder meer werd begroet door het bestuur van de Perhimpoenan Indonesia en de heer Frans Goedhart. De heer Gani verklaarde op een pers conferentie in hotel Pays Bas niet onte vreden te zijn over de situatie van het ogenblik. Hij gaf als zijn mening te kennen, dat er thans een goede kans bestaat voor beide partijen om overeenstemming te bereiken. De heer Gani wijdde vervolgens enige woorden aan de toestand in Indonesië. „Ik ben", zo zeide hij, „altijd optimist geweest en ik ben het nog. Wel is het wederzijds wantrouwen zeer groot, maar wanneer wij psychologisch te werk gaan dus el kanders standpunten eerlijk bestuderen dan moet een algemene vorm kunnen wor den gevonden waarin een accoord kan wor den gegoten. Dat er nog steeds militaire conflicten zijn, is niet zo belangrijk, als gedacht wordt. Voorop gaat het politieke probleem, want zolang dit niet is opgelost, zal de militaire situatie zo blijven-als zij thans is. Wij eisen onze politieke rechten en wij zullen die krijgen. Anderzijds willen wij graag speciaal de Nederlanders concessies geven op economisch gebied. Maar het politieke probleem is voor ons probleem nummer één. Dat begrijpen de Ne landers nog onvoldoende. Wij willen zelfbeschikkingsrecht. Voor al het overige is dan een goede oplossing te vinden". Met betrekking tot de militaire situatie gaf Gani voorts nog een beschouwing, welke met de conclusies van het consulair rapport vrijwel overeenkwam. „Het is waar", zo gaf hij toe, „dat aan onze zijde ongeregelde strijdelementen actief zijn en kwaad aanrichten, maar wij moeten billijk zijn: hetzelfde geschiedt van Nederlandse zijde. Waar de Nederlanders plaatsen be zet hebben, hebben zij mensen in dienst De Indonesische delegatie voor de handels conferentie te Havanna is op weg naar de conferentie op Schiphol aangekomen; de heer Gani, de leider der delegatie, hield in Amsterdam een persconferentie, ivaar hij zijn mening over de Indonesische kwestie ten beste gaf- In het midden dr. Gani genomen en "bewapend, veelal zonder uni form. Dit draagt opnieuw bij tot verwaï-- ring". Gani kwam vervolgens te spreken over de politieke ontwikkelingen sedert het „.-.taakt het vuren". „De Nederlandse doel stellingen der militaire actie zijn niet be reikt", zo zeide hij. „Er is geen rust en orde gebracht, want alom heerst thans de grootste verwarring. Er zijn geen econo mische voordelen behaald, doordat wij met succes de politiek van verschroeide aarde hebben toegepast en ten derde hebben de Nederlanders geen Quislings gevonden om tegenover ons te stellen". Hij wees in dit verband op gegevens, die hij ter beschik king had over de jongste locale verkiezin gen in Indonesia Timoer. „Hier blijken de republikeinse vrienden een gemiddelde van ongeveer 80 procent te hebben ge haald", aldus Gani. „Ik ben er zeker van, dat algemene vrije verkiezingen over ge heel Indonesië eenzelfde resultaat zouden hebben. Voor communisme hoeft men in de republiek niet bang te zijn, zolang daar godsdienst en adat nog domineren en de basis van de republikeinse structuur is de adat. Dat soms de schijn wordt gewekt van sterke communistische neigingen in de republiek, komt alleen, doordat de com munisten de meest spectaculaire propa ganda voeren. Zij zouden echter in ver kiezingen volkomen verslagen worden. De enige kans, die zij hebben, is gelegen in de munt. die zy kunnen slaan uit de onder drukking door de Nederlanders". „The Star" treurt Het Londense avondblad „Star", dat bij zonderheden over de voorlopige Engelse begroting publiceerde voordat Dalton zijn begroting indiende en daardoor het aftre den van de minister van Financiën ver oorzaakte, betreurt het ten zeerste, dat deze gang van zaken heeft plaats gehad. „In Dalton", zo schrijft de „Star", „ver liest het land een minister met een voor uitziende blik en een grondige economische kennis. Het is natuurlijk heel gewoon, dat van tijd tot tijd vooruitgelopen wordt op de begrotings ver klaring op grond van in gewonnen inlichtingen. Kort voordat Dal ton sprak telefoneerde onze parlementaire redacteur hetgeen hij wist, waarvoor hij zoils thans bekend, de toestemming had van de hoogste autoriteit. De „Star" spreekt de wens uit, dat Daltons grote kwaliteiten hem in staat zullen stellen spoedig zijn hoge positie weer in te nemen. Vijftienhonderd Joden slachtoffers van verraad De Amsterdamse P.R.A. heeft onlangs de 23-jarige vrouw M. K. gearresteerd, wier verraad aan ongeveer vijftienhonderd Jo den het leven heeft gekost. Nadat de vrouw in 1942 bij de Hollandia- fabrieken in Amsterdam ontslagen was, heeft zij aan de S.D. medegedeeld dat op deze fabriek, waar voornamelijk Joden te werk waren gesteld bij de vervaardiging van goederen voor de Duitse Weermacht, sabotage werd gepleegd en illegale blaadjes werden verspreid. Het gevolg was dat het gehele personeel op enkele niet-Joden na werd gearresteerd. Het betrof hier onge veer 450 Joden. Des nachts werden boven dien alle familieleden van de gearresteer den opgehaald, waardoor het aantal slacht offers tot 1500 steeg. Zij zijn vrijwel allen in Duitse kampen omgekomen. Donderdag één dode en zes gewonden Van officiëele zijde wordt gemeld, dat de Nederlandse verliezen op Donderdag be droegen 1 dode en 6 gewonden. Op Java en Sumatra werden Nederlandse posten en patrouilles beschoten. In de grensgebieden van Oost-Java in de sector van Modjokerto en in het gebied rondom Malang hadden botsingen plaats met geïnfiltreerde T.N.I.- benden. De „Indrapoera" vaart Algiers voorbij Het m.s. „Indrapoera" van de Rotter damse Lloyd met ongeveer 900 passagiers op weg van Batavia naar Rotterdam zal niet, gelijk de bedoeling was, de haven van Algiers aanlopen, maar rechtstreeks naar Rotterdam doorvaren, waar het schip om streeks 24 November wordt verwacht. Volgende week allemaal weer een ei Op 20 November zal in de bonnenlijst voor alle leeftijdsgroepen een bon voor één ei worden aangewezen. De in het na jaar aflopende productie van eieren heeft deze bon wat lang doen uitblijven, zo deelt het ministerie van Landbouw mede. Men zal er genoegen mee moeten nemen op deze bon eventueel een ei van klasse 5 geleverd te krijgen. BRAND OP DE „ALPHERAT" GEBLUST. Van de rederij van Van Nievelt, Goudri- aan en Co. verneemt ANP, dat de brand op het s.s. Alpherat, dat gisteren de haven van Hongkong binnenliep, is geblust. Na dere bijzonderheden ontbreken nog. Het woord is aan Voltaire: Het is nodig, dat denkende gr e sten zich tegen elkander wrijven, opdat er vonken uit springen. Geladen atmosfeer in Frankrijks grootste havenstad Marseille was Vrijdagavond nagenoeg in staat van beleg. Een regiment infanterie had zijn tenten opgeslagen in de tuinen van de prefectuur en machinegeweren bewaakten de toegan gen tot de voornaamste openbare gebou wen. Rondom de stad bivakkeren zwaar bewapende troepen. Samenscholingen van meer dan vijf personen zijn verboden. Naar schatting zijn 7000 soldaten met tanks ter versterking van de politie naar Marseille gezonden. Duizenden leden van de C.G.T. liepen Vrijdagmiddag met ontblote hoofden ach ter de lijkbaar van een jonge arbeider, die Woensdag bij de onlusten gewond was. Ofschoon er geen officiële staking is, hebben naar schatting reeds 15.000 arbei- ders het werk neergelegd en worden door de overwegend communistische vakbonden voorbereidingen voor een algemene staking getroffen. Regering slaat toe. De minister van Binnenlandse Zaken, Edouard Depreux stond in voortdurend telefonische verbinding met Marseille om zich een juist beeld te kunnen vormen van de gebeurtenissen. Verscheidene regerings autoriteiten waren reeds van oordeel, dat scherpe disciplinaire maatregelen genomen zouden worden tegen dc autoriteiten te Marseille die bij de uitoefening van hun ambt zijn tekortgeschoten. Een dergelijke maatregel maakte de minister gisteren in het Franse kabinet bekend. Reeds werden verscheidene arrestaties verricht en vandaag zullen er nog meer volgen. Dinsdag zal het debat in de natio nale vergadering over de onlusten begin nen. Men verwacht, dat dit een van de heftig ste debatten zal worden in de nog jonge geschiedenis van de Vierde Republiek. Mi nister-president Ramadier bereidde het gisteren reeds voor door te zeggen, dat hij gereed was om een poging om een dicta tuur in Frankrijk op te richten, te be strijden. (U.P.) Zware explosie in Engels raket laboratorium Duitse raketspecialist gedood Vrijdag heeft zich op een terrein in dc omgeving van Westcott (Buckinghamshire, Engeland), waar proefnemingen gedaan werden met zogenaamde bestuurbare pro jectielen, een zware ontploffing voorge daan. Twee personen, waaronder een Duit se raketspecialist, w erden gedood en twaalf gewond. De proefnemingen met de raketten wor den verricht in een speciaal voor dit doel geconstrueerd gebouw, dat gelegen is in het midden van het voormalige oefenvlieg veld van het „Bomber Command". Men neemt aan, dat een raket, bestemd voor het doen starten van vliegtuigen, getest werd en onverwacht tot ontploffing is gekomen. De Duitser, die bij dit ongeluk gedood werd. was de 44-jarige gelearde dr. Jo hannes Schmidt. Als leider van een groep van tien Duitse wetenschappelijke onder zoekers was hij in December van het vo rige jaar naar Engeland overgebracht. Schmidt heeft indertijd ook gewerkt aan de V-wapens en hij werd beschouwd als de beste autoriteit op het gebied van het star ten van vliegtuigen met behulp van raket ten. Zijn medewerkers te Westcott waren dezelfden, met wie hij in Duitsland zijn experimenten deed. TWEEDE KAMER Dr. Gielen vindt meetkunde een onvrouwelijk vak De ochtendzitting van de Tweede Kamer ging Vrijdag heen met replieken over het algemeen regeringsbeleid, waarvan nauwe lijks iets bijzondere vermelding waard is. Natuurlijk vond de heer Schouten (A. R.) het maar half, dat hij er aan herinnerd was, dat de oppositie, na eerst Linggadjati vurig bestreden te hebben, zich later toch op het standpunt had gesteld de basis er van te aanvaarden. Verder bestookte hij, evenals de heer Tilanus (C.H.) de fraclie- aanvoerder van de Partij van de Arbeid, omdat deze het had doen voorkomen alsof zijn partij het monopolie bezat van ver- weer tegen de communisten. Na de koffie een niet zo heel langdurig debat over het wetsontwerp tot tijdelijke regeling van het personen-motorvervoer. Uit de aard der zaak kwamen onder ande ren de pleizierrijders ten tonele, dus de al te kwistige verlening van rijvergunningen cn voorts, bij monde van de heren A1 g e r a (A.R.), Van Dis (Staatk. Geref.) en De Ruiter (C.H.) de motorische ontheili ging van de Zondagsrust. Er viel ook nog een woordje over de deze Zondag naar Amsterdam te houden sterrit. Maar minis ter Vos was niet bereid haar alsnog te ver bieden en had vooral met het oog op het goede doel, dat er mee beoogd wordt, toe stemming verleend. Auto's mogen niet meedoen omdat zij te veel benzine moesten verbruiken. Nadat de bewindsman nog ver klaard had dit ontwerp (waarin hij een amendement-Hacke (Vrijheid) overnam zodat de algemene richtlijnen voor de voor waarden voor rijvergunningen in een alge mene maatregel van bestuur worden neer gelegd) niet te willen gebruiken om te vol doen aan de verlangens van de Zondags rustijveraars, ging zijn voorstel er zonder hoofdelijke stemming door. De rest van de middag was gewijd aan enige partiële wijzigingen van de wet op het voorbereidend hoger en die op het mid-. delbaar onderwijs. Voor minister Gielen zat er in zoverre muziek in, dat hij zal be reiken dat muziek een verplicht leervak wordt met ingang van 1 September 1949, ook al vond meer dan één spreker deze vrucht nog onrijp. De bewindsman geloofde juist dat zij tengevolge van dit verplicht stellen rijp zal worden, aangezien dit be vruchtend zal werken op de groei van het aantal dat vak meester zijnde leerkrachten. Nu de meisjes-hogere burgerscholen een plaats in de wet gaan innemen, greep me vrouw FortanierDe Wit (Vrijheid) die gelegenh^d aan om te trachten „staatsbur gerlijke opvoeding" tenminste als onderdeel van „geschiedenis" opgenomen te krijgen. Minister Gielen bezweek voor de op hem geoefende aandrang toen hij. tegen zijn zin. de wiskunde een plaatsje In het leer plan voor de meisjesscholen gaf. ofschoon hii meetkunde een onvrouwelijk vak vindt. Bij de algemene herziening die krijgt gij toch niet meer voor elkaar gaf de heer Tilanus (C.H.) te verstaan behoudt hij de vrijheid voor er op terug te komen. Zelf liet hij zich over zijn kans. zulk een algemene herziening nog op zijn naam ge boekt te zien. bepaald optimistischer uit. In elk geval hoopt hij dat wetsontwerp nog vóór het eind van het jaar zijn departement te kunnen doen verlaten. BUIIG. Verwachting, medegedeeld door het KNMI in De Bilt geldig van Zater- dagavond tot Zondagavond: Guur weer met wisselende bewolking en regen- of hagelbuien Krachtige, 5 langs de kus* nu en dan stormachtige j wind tussen West en Noordwest. 16 November: j Zon op R.00 uur, onder 16.49 uur Maan op 12 06 uur onder 18.55 uur 17 November: Zon op 8.02 uur. onder 16,48 uur Maan op 12.55 uur, onder 19.52 uur IIKIIIIIUIU

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1947 | | pagina 1