Suriname, ver Suriname is een agrarisch land DE NEDERLANDSE ANTILLEN ZATERDAG 14 FEBRUARI 1943 4 Suriname, een wij mogen het met schaamte bekennen vrijwel vergeten gebieds deel. Een land met enorme natuurlijke rijkdommen, maar ook een land, dat keer op keer de exploitatie van deze rijkdommen teloor zag gaan door een reeks van tegen slagen, die de sterkste zouden ontmoedigen. Een land waar ziekten de cultures en vaak ook de mensen hebben aangetast. Mensen, die uit verre en vele delen van de wereld er vrijwillig en ook onvrijwillig soms naar toe getrokken zijn om er een bestaan te ontworstelen aan de tropische natuur. Creolen, Javanen, Hindustani's, Chinezen, Joden, Nederlanders leven er in een harmonie, die in deze wereld, waar rassentegenstellingen nog steeds opgeld doen, waarlijk verademend moet werken Zij vragep nu baas in eigen huis te zijn, omdat zij vinden dat men een kind niel altijd aan de hand kan houden, vooral niet wanneer men het alléén wil leren lopen. Maar zij beseffen ten volle, dat Nederlands kunnen en weten daar niet gemist kan worden. Nu vooral niet. Zij vragen niet zozeer een paar millioen, dat het begrotings tekort kan stoppen. Zij vragen dé beste zonen van het moederland, om hen te helpen dit rijke land tot bloei te brengen. En er de vele producten uit te halen waar de wereld om roept. Béwogeïft historie In het .iaar 1499 sloeg de eerste Euro peaan zijn blik. op de kust der Guyana's. Het was Ojeda, een der oorspronkelijke reisgezellen van Columbus. Van die dag tot 1677 was Suriname afwisselend Spaans, Engels, Frans en wederom Engels bezit. In dat jaar veroverde de Nederlandse vloot voogd Abraham Crynssen de latere hoofd stad Paramaribo op de Engelsen en luidde daarmee een periode van Nederlands be wind in, die behoudens een onderbreking tijdens de Europese coalitie-oorlogen aan het eind van de achttiende én het begin van de negentiende eeuw, toen de Engel sen tijdelijk het gezag overnamen, tot op de huidige dag zou duren. Suriname ligt aan de Noordkust van Zuid-Amerika tussen twee en zes graden Noorderbreedtet wordt in het Oosten be grensd door Frans Guyana, in het Zuiden door Brazilië en in het Westen door Brits- C-uyana, heeft "teen oppervlakte ongeveer vijf maal zo groot als die van Nederland en een vochtig tropisch klimaat. Bevolking Eeri van d'e meest belangwekkende as pecten van Suriname's geschiedenis is on getwijfeld de groei van zijn bevolking. "De oorspronkelijke bevolking bestond uit niet meer dan een paar duizend Indianen en toen de landbouw zich begon te ont wikkelen, was het noodzakelijk om ar beidskrachten van elders te importeren Die noodzaak heeft geleid tot een geel zwarte bladzij in onze toch al niet zo brandschone koloniale historie. Uit Afrika werden duizenden negerslaven ingevoerd en die stakkers hebben daar een bestaan geleid, waarover-beter gezwegen kan wor den. De slavernij beïnvloedt nog steeds het leven van de afstammelingen van deze negers, want zij hebben er tot op de hui dige dag een intense afkeer van landarbeid van over gehouden ën een grote liefde voor het Huis van Oranje. Dit laatste om dat zij in ons vorstenhuis waarschijnlijk de verlosser zien, die hen met de afschaf fing van de slavernij tot vrije mensen maakte. Toen in 1863 de slavernij was afgelopen, moest men naar andere arbeidskrachten •uitzien. Een stroom van Chinezen, Madei- rezen, maar vooral Brits-Indiërs en Java nen begon naar dit gebiedsdeel te vloeien. En naast deze van Gouvernementswege geleide immigratie kwamen Joden, Portu gezen, Labadisten, Paltzerboeren, Zwit sers. Hollandse landbouwers en andere blanke emigranten er hun tenten opslaan. Deze blanke kolonisatie is overigens een tragische geschiedenis geworden, want slechts de afstammelingen van de Joden en de Hollandse boeren hebben zich kun nen handhaven. Van de overigen is vrij wel geen spoor te vinden. De bevolking woont bijna geheel op de vruchtbare kuststrook, die een diepte heeft van 25 tot 100 kilometer. De oor spronkelijke bewo'ners, de Indianen wonen langs de,middelloop van enkele rivieren en verder diep het binnenland in. In de streek tussen deze beide gebieden wonen de Bosnegers, in'hoofdzaak de nazaten van slaven, die de onzekere vrijheid boven hun ellendig bestaan verkozen en de benen namen van d» plantages. Het is duidelijk, dat de bevolking van Suriname de bontste verscheidenheid van rassen en kleuren vertoont. In tegenstel ling tot de uit Afrika afkomstige groep, in de wandeling „Creolen" genoemd die zich gemakkelijk met de Westerse levenswijze assimileren, tonen de Aziaten sterke vast houdendheid aan eigen godsdienst, zeden en gewoonten. Hoewel hét proces, van samensmelting" tot een homogene bevol king slechts langzaam voortgang vindt, leven de bevolkingsgroepen in de besté harmonie naast elkaar. De totale bevolking bedroeg eind 1946 203.580. waarvan 1609 Europeanen, 78.873 Creolen, 34.542 Indonesiërs. 57.872 Brits- Indiërs, 2375 Chinezen, 22.000 Bosnegers, 3700 Indianen en 2609 behorende tot'an dere rassen of nationaliteiten'. Bestuur en wetgeving In tegenstelling to£ Indonesië bezit Su riname geen oorspronkelijke bevolking van enige betekenis. Dat het ontbreken van de noodzaak tot herstel van grond- en andere rechten der onderworpen bevol king zijn stempel heeft gedrukt op de staatkundige ontwikkeling van Suriname laat zich makkelijk begrijpen. Oorspronkelijk het eigendom van de provincie Zeeland, heeft Suriname velerlei wijzigingen in ziin politieke status door gemaakt, totdat het in 1866 een zekere mate van zelfbestuur met een eigen wet gevend lichaam werd toegekend. Maar eer* in 1937 onderging de constitutie op nieuw een belangrijke wijziging. Van ko- ïbnie werd het gebiedsdeel met gelijke rechten als de andere delen van het rijk buiten Europa. De uitvoerende macht berust bij een door de Koning benoemde Gouverneur op het ogenblik mr. J. C. Brons die het alge meen bestuur voert. Hi,v wordt bijgestaan door- een adviserende Raad van Bestuur, waarvan hij zelf voorzitter is en waarvan de andere vier leden eveneens door de Kroon worden benoemd. De Gouverneur oefent zijn wetgevende taak uit in samenwerking met het ver tegenwoordigend lichaam de Staten van Suriname. De Staten bestaan uit vijftien leden, waarvan er tien worden gekozen en vijf door de gouverneur worden benoemd. Het kiesrecht ïs*beoerkl. Alleen manne lijke ingezetenen mogen stemmen en zij moeten boven een bepaald bedrag aan j belasting betalen of aan bepaalde capaci- teits-eisen voldoen. Een van de voornaamste bevoegdheden van de Staten vormt het recht een eigen begroting voor Suriname te mogen maken. Deze begroting heeft bijna altijd een ern stig tekort opgeleverd, dat door het moe derland moest worden gedekt. Deüe factor vormt ongetwijfeld een hinderpaal op de weg naar meer politieke zelfstandigheid. Onderwijs en eredienst Voor de Surinaamse kinderen tussen 7 en 12 jaar bestaat leerplicht. Zij kunnen drie soorten lagere scholen bezoeken, na melijk de openbaregouvernementsscho- len, waar zij ongeveer dezelfde vakken onderwezen krijgen als in ons land, de B.L.O.-scholen, die buiten de hoofdplaat sen liggen en waar beperkt onderwijs wordt gegeven en de' Boslandscholen, die als beschavingsscholen dienen voor India nen en Bosnegers. Naast het lager gn'd.er- wijs vindt men er ULO's en MULO's en scholen voor vakonderwijs. Van de laat ste verdienen vooral vermelding de ge neeskundige school. Gediplomeerden van deze school zijn gerechtigd tot het uit oefenen van de medische practijk in Su riname. Er bestaat in Suriname algehele vrijheid van godsdienst, die de tien verschillende religies, die er beleden w.orden, in staat stellen een ieder zalig te doen worden op zijn manier. Sociale toestand Hoewel beter dan die der omliggende landen is de algemene gezondheidstoestand van de bevolking verre van ideaal. Er doet zich een aantal volksziekten voor waar onder lepra, malSria en tuberculose die mede door de primitieve toestanden waar onder een zeer groot aantal van de Suri- namers leeft, steeds hun tol eisen. Het gouvernement neemt echter maatregelen zoals--voorlichting omtrent hygiëne, massa- onderzoek en -behandeling, keuringsdienst voor vee, consultatie-bureaux en speciale klinieken waar de bevolking zich kosteloos kan laten behandelen, om dit, een van de ergste kwaden van het land, tegen te gaan. De criminaliteit is gering en het Hof van Justitie, waarvan de president mr. dr. Buiskool thans de Surinaamse delegatie in Den Haag leidt, en de kantongerechten hebben het niet overdi-even druk. De ongunstige financiële toestand waar in het land verkeert heeft natuurlijk een ongunstige invloedgehad op sociaal ter rein, maar men streeft er thans naar de achterstand in te halen, speciaal op het gebied van de volkshuisvesting, die er zéér ongunstig voor staat. Het vakverenigingsleven bevindt zich nog steeds in het beginstadium en van een goed georganiseerde arbeidersklasse kan nog niet gesproken worden. Alleen de ar beiders in de bauxiet-bedrijven maken hierop een Uitzondering. Over het algemeen heerst er in Suri name arbeid-wrede en stakingen zijn er zeldzaam. Zo langzamerhand zijn er enige arbeidswetten tot stand gekomen, die wegens het zeer verschillend karakter van bedrijven en arbeiders, zich tot bepaalde industrieën beperken. Een ziekte- en on gevallenregeling zal waarschijnlijk, binnen kort worden ingevoerd. De politieke partijen in Suriname zijn: de Moeslimpartij Suriname, de Nationale partij Suriname, de Progressieve Suri naamse Volkspartij, de Pergerakan Bangsa Ifidonesia-Suriname en de Surinaamse Hindoe partij. er-kano op een van de snelstro ifi&ide rivieren die zich door Suriname's oerwouden een weg zoeken naar zee. De klimatologische omstandigheden, de bodemgesteldheid en de vruchtbaarheid zijner gronden stempelen Suriname van nature tot een agrarisch land. De land-- bouw is dan ook door de eeuwen heen het voornaamste middel van bestaan geweest en hoewel zich in de loop der jaren aard en -omvang daarvan sterk hebben gewij zigd, ligt de hoofdbron van inkomsten nog steeds op agrarisch gebied. 4 Landbouw Onderscheiden naar de bedrijfsvorm treft men in Suriname aan de grote land bouw, het plantagebedrijf en de kleine landbouw, uitgeoefend door de individuele landbouwer met gezin op eigen of inge huurde grond. Het plantagebedrijf was tot voor kort de belangrijkste factor in de economische constellatie van Suriname. De resultaten van deze vorm van landbouw waren van overwegende invloed op de welvaart, van het land en bepalend voor zijn economische toestand. De beginperiode van de grote landbouw was er een van grote bloei, mo gelijk gemaakt door de vrijwel onbeperkte aanvoer van slaven. NaaSt suiker, het oorspronkelijke pro duct, ontstonden tal van nieuwe cultures, waarvan katoen, cacao en koffie de belang rijkste wargn. De afschaffing van de slavenhandel ge volgd door de vrij-verklaring luidde ech ter een periode van verval in, dat nog werd versneld door.de opening van het Suezkanaal en de openlegging van Java. Het overvloedig aanbod van tropische producten, dat van deze laatste gebeurte nissen een gevolg was, geschiedde tegen ongekend lage prijzen. Het optreden van ziékten was bovendien oorzaak, dat verschillende cultures cacao, bananen te gronde gingen. Het plantagebedrijf ging .dan ook als ge volg van de genoemde ongunstige factoren op economisch en cultuurgebied niettegen staande korte perioden van betrekkelijke welvaart, meer en meer achteruit. Van de oorspronkelijke cultures zijn nog slechts aanwezig de suiker en de koffie, die beide noodlijdend zijn. Nieuwe cultures, uitgezonderd de citrus, zijn daarnaast niet opgekomen. De ver bouw van bananen, die in het begin dezer eeuw een korte periode van bloei door maakte, gevolgd door een snelle e onder gang ten gevolge van ziekte in het gewas, is sedert enige jaren weder het voorwerp van proefneming en overwogen wordt bin nenkort met een aanplant o'i> grote schaal aan te vangen. De rubbercultuur heeft slechts een kort bestaan gehad, proeven met vezelgewassen en oliëpalmen hebben piet tot tastbare re sultaten geleid. Slechts de citruscultuur is, met krachtige steun van de overheid, sedert kort op vrij groteschaal aangevat en houdt goede be loften voor de toekomst in. Terwijl derhalve het plantagebedrijf steeds achteruitging, nam de klein-land- bouw, speciaal door de verbouw van rijst, geleidelijk' in belangrijkheid toe.. Deze vorm van landbouw uitgeoefend door de oorsphronkelijk als plantage-arbeiders in gevoerde immigranten en hun afstam melingen, die zich zelfstandig vestigden op hun door de regering ter beschikking ge stelde gronden, heeft als economische factor het plantagebedrijf vrijwel geheel verdrongen ei> biedt voor de' ontwikkeling van Suriname goede toekomstmogelijk heden. Goud, bauxiet en hout Het goudbedrijf, bij het begin dezer eeuw als kleinbedrijf een belangrijke bestaans- bron, heeft veel van zijn waarde voor de bevolking verloren. De pro'ductfe is tot ongeveer de helft teruggelopen, en verschillende pogingen om langs de weg van mechanisatie dit bedrijf in het groot uit te oefenen, hebben weinig succes op geleverd. Daarentegen heeft zich in de bauxiet- winning een bedrijf ontwikkeld, dat de achteruitgang van de plantage-landbouw en het goudbedrijf ten dele heeft opgevan gen en waarvan voor de toekomst nog veel mag worden verwacht. De kurk De bauxietwinning is de kurk, waarop Suriname drijft. Zoals uit de productie cijfers blijkt, heeft deze industrie gedu rende de oorlogsjaren een grote vlucht ge nomen. De tegen het einde dezer periode ingezette inzinking is thans gevolgd door een bijzonder intensieve productie in ver band met voorraadvorming in de Verenig de Staten van Amerika. Suriname heeft behalve de reeds in be werking zijnde terreinen, nog uitgestrekte oppervlakten b&uxiethoudende grond, vooral in het Oosten van'het land, voor de exploitatie wear van groeiende belangstel ling bestaat. Bauxietproductie: Jaar Ton van 1000 kg. waarde 1937 392.329 4.904.116 1938 377.5973.826.492 1939 504.062 5.293.747 1940 615.434 6.569.018 1941 1.093.764 10.173.602 1942 1.227.512 10.399.841 1943 1.662.766 12.251.823 1944 761.949 4.896.020 1945 747.306 5.583.795 1946 1.020.193 Vier-vijfde bos Meer dan vier vijfde gedeelte van Suri name is bedekt met bos, waarin de fraai ste en meest duurzame houtsoorten voor komen. Ondanks deze grote houtrijkdom heeft de bosexploitatie nooit in belangrijke mate bijgedragen tot de welvaart van het land. Voor een deel Vind{ dit zijn oorzaak in de samenstelling der bossen en de vind plaatsen dei- "tneest waardevolle houtsoor ten. De samenstelling der bossen is zo danig, dat een concentratie vaneensoor- tige opstanden tot de uitzondefïngen be hoort, en de betrekkelijke ontoeganke lijkheid van de meest gezochte houtsoorten verhindert een goedkope exploitatie. Deze omstandigheden zijn van grote invloed geweest op de resultaten der vele in de loop der jaren ondernomen pogingen om zowel van Nederlandse als buitenland se maatschappijen de houtexploitatie in het groot aan te, vatten. Deze pogingen hebben tot niets geleid, waartoe ook ge brek aan deskundigheid in bepaalde ge vallen het zijne bijdroeg. De grote vraag naar hout in de na-oor- logse periode tegen hoge ptijzen, gepaard met de vooruitgang in de techniek van de machinale houtwinnipg, heeft geleid tot een sterk verhoogde belangstelling voor het Surinaamse hout, die zich duidelijk in de uitvoer cijfers der laatste jaren demon streert. Van Nederlandse zijde heeft een tweetal groothoutbedrijven voornemens de bosexploitatie ter hand te nemen. Oorlogsgevolgen Uit het vorenstaande kan worden afge leid, dat in de lobp der jaren de economi sche structuur van Suriname zich in on gunstige zin sterk heeft gewijzigd. Bij het uitbreken van de laatste wereldoorlog was er dan. ook weinig uitzicht op een finan cieel en economisch sterk en onafhanke lijk land. De activiteit, die in Suriname ontstond tengevolge van het deelnemen aan de oor logsinspanning, is echter van grote invloed geweest op de economie van het land. De bauxietwinning breidde zich sterk uit, ook de bouw en inrichting van kam pementen en defensiewerken, alsmede de mobilisatie van enige duizenden jonge mannen leidden tot een dusdanige spanning van de arbeidsmarkt, dat niet alleen het loonpeil sterk opliep, doch ook de arbei ders werden weggezogen, zowel van de plantages als uit de klein-landbouw. Voor het plantagebedrijf betekende dit de ge nadeslag én de oorlogsjaren hebben in feite aan deze vorm van landbouw een einde gemaakt. Bracht de oorlogsperiode aan het land een betrekkelijke welvaart, door de teruggang in de cultures werd de eeconomlsche basis nog verder versmald en berust deze thans voor een belangrijk deel op de aan conjunctuurverschijnselen sterk onderhevige activiteit der bauxiet- industrie. Voor het moederland wasf dit aanleiding maatregelen te overwegen, teneinde mid dels het op krachtige wijze tot ontwikke ling brengen van de potentiële welvaarts bronnen van Suriname, dit land een hech te economische grondslag te bezorgen en zo mogelijk tot blijvende welvaart te brengen. Met dit doel is een Welvaartsfonds in gesteld, waarvan de kosten ten bedrage van 40.000.000, worden gedragen dopr Nederland. Grondgedachte is, dat als eerstê voor waarde voor een bescheiden welvaart de kleine en middenstandslandbouw tot gro tere ontwikkeling dient te worden ge bracht, en enkele plantage-cultures bananen, cacao slechts als aanvullend zijn gedacht. Door bevordering van in dustrieën, 'visserij, veeteelt, mijn- en bos bouw hoopt men weder tot een verbre ding van een economische basis van het land te komen. Vergroting der bevolking door immigratie, in het bijzonder teneinde een arbeidsreservoir voor op te richten on dernemingen te vormen, wordt mede als een primaire eis voor meer welvaart gezien. Naast maatregelen op economisch gebied voorziet het plan tevens in nood zakelijk geachte voorzieningen op sociaal en cultureel gebied. De Nederlandse Antillen, het eilanden/Ijk, waarvan de meeste Nederlanders slechts het hoofdeiland Curasao kennen en misschien .Aruba, omdat dat eiland ook nog interne onafhankelijkheid eist van Curagao. Maar van Bonaire, St. Eustatius, St Maarten en Saba hebben weinigen gehoord. Maar in ieder geval zijn Curagao en Aruba het belangrijkst. Vroeger uit militair opzicht - Curagao was een vlootsteunpunt - thans in economische zin, omdat op die twee eilanden enorme hoeveelheden olie worden geraffineerd tot het vloeibaar goud, dat zo'n importante rol speelt in deze gemechaniseerde wereld. Behalve met Suriname lpopt de-geschie denis van de Nederlandse Antillen tot op grote hoogte parallel met <Me van vele andere West-Indische eilanden. Door Ojeda ontdekt, werd het hoofdeiland met Aruba en Bonaire voor Spanje in bezit genomen. De vele oorlogen, waarin Spanje zich in de loop der 16e eeuw met verschillende landen, waaronder ook Nederland, wik kelde, hadden ook hun terugslag op de West-Indische eilanden, die het terrein werden van talloze - acties van*Britse en Nederlandse vlootonderdelen. De door Nederland gevoelde behoefte aan een vast steunpunt, van waaruit tegen de Spaanse en Portugese koopvaardij vloten zou kunnen worden opgetreden, leidde in 1634 tot de definitieve verovering van Curagao. In de daaropvolgende jaren tot over het Napoleontische tijdperk héén, weerspiegelden de staatkundige verwikke lingen in Europa zich in de' geschiedenis der Caraibische eilanden. Tengevolge van de vele aanslagen van Engelse en Franse zijde, wisselden enige eilanden van de Ne derlandse Antillen herhaaldelijk van bezit, tot in het begin der 19e eeuw het gehele gebied in Engelse handen overging. De vrede van 1815 bracht herstel van het Nederlands gezag dat niet meer werd ver stoord. De Nederlandse Antillen bestaan uit twee groepen, ieder van drie eilanden, onder scheiden in verband met hun ligging ten opzichte van de heersende Noord-Oost pas saat in de Benedenwindse- en de Boven windse Eilanden. Tot de eerste behoren Curasao, Aruba en Bonaire, de laatste zijn samengesteld uit St. Maarten, St. Eustatius en Saba. De Benedenwindse Eilanden liggen dicht onder de kust van Venezuela op ongeveer graden W.L. en 12 graden N.B. De Bo venwindse eilanden die deel uitmaken van de Kleine Antillen zijn gelegen tussen 16 en 18 graden'N.B. en 62 en 64 graden W.L. Bevolking Evenals in Suriname bestond de oor spronkelijke bevolking der Nederlandse Antillen uit Indianen, aie zich echter niet hebben kunnen handhaven en reefis kort na de aanraking met de ontdekkers van dit gebied uitweken of uitstierven. Slechts op Aruba zijn nog sporen,van Indiaanse voor oude^ aanwijsbaar. Het merendeel der Caraibische eilanden in hoofdzaak bevolkt met afstamme lingen* der in de 17e en 18e eeuw aange voerde negerslaven en de Nederlandse An tillen hebben op bevolkingsgebied in wezen ee-nzelfde ontwikkeling doorgemaakt. Op sommige der Bovenwindse Eilanden oor spronkelijk bestaan hebbende meerder heden van blanke kolonisten, werden later door "gekleurde bevolkingsgroepen' over vleugeld, doch hebben zich daarmede niet vermengd. Op de Benedenwindse Eilanden is het aantal Nederlandse planters en kooplieden, dat zich aldaar in de beginperiode der ko lonisatie heeft gevestigd, beperkt gebleven; aanvulling uit het moederland heeff in de loop der eeuwen slechts op kleine schaal plaats gevonden. Eerst in de jaren van op komst' der olie-industrie is er sprake van vestiging van Nederlanders op grote schaal, en deze bedrijven hebben eveneens vrij grote aantallen arbeiders, zowel uit de Caraibische omgeving als uit Suriname en meer afgelegen landen, zoals Madeira en de Azoren aangetrokken. De huidige bevol king vertoont dan ook al een even grote verscheidenheid als die van Suriname. Op cultureel gebied vormt zij echter een veel hechter, Westers georiënteerde eenheid. Een afzonderlijke plaats in de samen leving wordt ingenomen door de afstam melingen der in de eerste helft der 17e eeuw uit Spanje en Portugal verdreven Is raëlieten, die zich in hoofdzaak op Curagao hebben gevestigd en aldaar een vrij afge sloten, economisch zeer krachtige groep vormen. In totaal wonen er op de Nederlandse Antillen 120.316 mensen waarvan 102.185 Nederlandse onderdanen (66.485 op Cura sao en 26.000 op Aruba). Bestuur De Staatsinrichting van de Nederlandse Antillen is vrijwel identiek aan die van Suriname en ook de staatkundige ontwik keling van beide gebiedsdelen heeft zich langs gelijke lijnen bewogen. Ook' op het gebied yan bestuur en wetgeving is .de constructie nagenoeg analoog. Dank zij echter het feit, dat de Neder landse Antillen zich reeds *tal van jaren in een sluitende begroting mogen verheu gen, hebben de eigen organen een groter zelfstandigheid, genoten in de regeling der inwendige aangelegenheden. Voorts zijn de Nederlandse Antillen evenals Suripame vrij gebleven van bezetting en onmiddel lijk oorlogsgeweld, waardoor zij niet alleen de invloed van de evolutie in het staat kundig denken' der wereld gedurende de oorlogsjaren hebben ondergum, doch te vens door-het verbreken van de band met het Moederland zich zelfstandig hebben kunnen ontplooien. Maïsoogsf op Bonaire Onder een stralende blauwe hemel werkt een arbeider van Bonaire aan de maisoogst. De -meer dan manshoge plant le vert een van de agrari sche productenwaarvan de Bovenwindse eilanden het surplus verschepen naar hun welvarender vrienden op de eilanden, die onder de Noord-Oost passaat liggen. Voor dit gebiedsdeel zijn eveneehs wijzi gingen der Staatsregeling van gelijke strek king als voor Suriname van kracht. Onderwijs Het onderwijs op de Nederlandse Antil len is op Nederlandse leest geschoeid. Voer taal en leerplannen der scholen zijn Ne derlands. Een uitzondering hierop wordt alleen gevonden op de Bovenwindse Eilan den, waar het Ëngels, dat aldaar de om gangstaal is, de voertaal vormt en het Nederlands als één der vakken wordt onderwezen. In tegenstelling tot Suriname bestaat, voor de jeugd der Nederlandse Antillen geen leerplicht. Niettemin is het school bezoek zeer bevredigend. Analphabetisme, zo sterk in de omlig gende landen, komt onder de normale jeugd der Nederlandse Antillen niet voor. Men kent er twee soorten scholen voor lager onderwijs, verder ULO's, MULO's, vakscholen en een driejarige middelbare school. Voor leerlingen van deze scholen die Nederlandse universiteiten wensen te bezoeken worden financiële faciliteiten verleend, Culturele assimilatie De bevolking van de Nederlandse Antil len toont een grote verscheidenheid. Door de. gemeenschappelijke taal en veelvuldige omgang der onderscheidene groepen heeft echter in het algemeen een assimilatie plaats gevonden op sociaal en cultureel ge bied en zijn de bestaande verschillen min der. op afkomst dan op een geleidelijk ver dwijnend verschil in belangen, welvaarts- en ontwikkelingspeil gebaseerd. Dit geleidelijk voortschrijdend assimila tieproces op de grondslag der Westerse cultuur, is nog niet ten einde en bevindt zich op de diverse eilanden in uiteenlopen de stadia van ontwikkeling. Zo is op het eiland Curacao nog een vrij duidelijke onderscheiding der inheemse bevolking in drie groepen te onderkennen: de Rooms Katholieken, de Protestanten en de Joden, waarvan het onderscheid zowel op verschil in godsdienst als .-op dat van cultuur'en afstamming berust. Op Aruba, evenals op Bonaire, is de be volking meer homogeen en in grote meer derheid Katholiek.' Op St. Maarten en St Eustatius zijn de bewoners voor de ene helft Methodist, Voor de andere Katholiek, en in Saba, waar een groot deel der bevol king van Europese afstamming is, is 'het merendeel Anglicaans. Het streven der o'verheid is er bij voort during op gericht deze heterogene bevol kingsdelen ook op cultureel .gebied tot een eenheid samen te smelten. Behalve in uit breiding en verbetering van het eenvor mige onderwijs, dat als het belangrijkste middel, daartoe kan dienen, wordt verho ging van het culturele peil gezocht door de bevordering van cultuurinstellingen, die zich hiertoe lenen. De plaatselijke pers, -die op dit gebied een belangrijke rol zou kunnen spelen, wordt in de uitoefening van. haar culturele taak bemoéilijkt door het feit, dat het aan tal bladen te groo.t is op het eiland Cu ragao 5 dagbladen en een aantal week bladen waardoor de oplage van elk'blad afzonderlijk zo-klein is, dat de financiële positie geen hoog peil toelaat. De Curaga'se radio-omroep verricht op het gebied der voorlichting en nieuwsver- spreiding goede diensten. Sociale toestand De gezondheidstoestand van de bevol king is over het algemeen zeer goed. Be halve het nog vrij veelvuldig voorkomen van dysenterie, kent men er in tegenstelling tot naburige landen geen eigenlijke volks ziekten. De gezondheidstoestand op de Boven windse groep is echter belangrijk slechter dan die der Benedenwindse. De lijders aan dysenterie worden koste loos behandeld en door de hygiënische dienst wordt voortdurend propaganda ge maakt voor het voorkomen dezer ziekte. De economische zwakkeren hebben recht op vrije geneeskundige behandeling en de gratis schoolvoeding aan onvermogende kinderen draagt bij tot de bestrijding dezer ziekte. De Nederlandse Aijtillen bezitten in to taal 15, merendeels goed ingerichte zieken huizen met een totale capaciteit van 1200 bedden. Behalve in de ziekeninrichtingen wordt in 43 poliklinieken geneeskundige hulp verstrekt. Op een b^volkingstotaal van rond 143.000 zielen bedraagt het aan tal geneesheren in totaal 75. Op het gebied van de volkshuisvesting worden door het gouvernement ernstige pogingen gedaan in het bestaande gebrek aan volkswoningen te voorzien. Geduren de de laatste jaren kwamen ruim 300 wo ningen gereed. Materiaalgebrek belette in een sneller tempo te bouwen. De aanwezigheid van kapitaalkrachtig*} (Vervolg op pag.,5)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1948 | | pagina 6