Suriname, ver
Suriname is een agrarisch land
DE NEDERLANDSE ANTILLEN
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1943
4
Suriname, een wij mogen het met schaamte bekennen vrijwel vergeten gebieds
deel. Een land met enorme natuurlijke rijkdommen, maar ook een land, dat keer op
keer de exploitatie van deze rijkdommen teloor zag gaan door een reeks van tegen
slagen, die de sterkste zouden ontmoedigen. Een land waar ziekten de cultures en
vaak ook de mensen hebben aangetast. Mensen, die uit verre en vele delen van de
wereld er vrijwillig en ook onvrijwillig soms naar toe getrokken zijn om er een
bestaan te ontworstelen aan de tropische natuur. Creolen, Javanen, Hindustani's,
Chinezen, Joden, Nederlanders leven er in een harmonie, die in deze wereld, waar
rassentegenstellingen nog steeds opgeld doen, waarlijk verademend moet werken
Zij vragep nu baas in eigen huis te zijn, omdat zij vinden dat men een kind niel
altijd aan de hand kan houden, vooral niet wanneer men het alléén wil leren lopen.
Maar zij beseffen ten volle, dat Nederlands kunnen en weten daar niet gemist kan
worden. Nu vooral niet. Zij vragen niet zozeer een paar millioen, dat het begrotings
tekort kan stoppen. Zij vragen dé beste zonen van het moederland, om hen te helpen
dit rijke land tot bloei te brengen. En er de vele producten uit te halen waar de
wereld om roept.
Béwogeïft historie
In het .iaar 1499 sloeg de eerste Euro
peaan zijn blik. op de kust der Guyana's.
Het was Ojeda, een der oorspronkelijke
reisgezellen van Columbus. Van die dag
tot 1677 was Suriname afwisselend Spaans,
Engels, Frans en wederom Engels bezit. In
dat jaar veroverde de Nederlandse vloot
voogd Abraham Crynssen de latere hoofd
stad Paramaribo op de Engelsen en luidde
daarmee een periode van Nederlands be
wind in, die behoudens een onderbreking
tijdens de Europese coalitie-oorlogen aan
het eind van de achttiende én het begin
van de negentiende eeuw, toen de Engel
sen tijdelijk het gezag overnamen, tot op
de huidige dag zou duren.
Suriname ligt aan de Noordkust van
Zuid-Amerika tussen twee en zes graden
Noorderbreedtet wordt in het Oosten be
grensd door Frans Guyana, in het Zuiden
door Brazilië en in het Westen door Brits-
C-uyana, heeft "teen oppervlakte ongeveer
vijf maal zo groot als die van Nederland
en een vochtig tropisch klimaat.
Bevolking
Eeri van d'e meest belangwekkende as
pecten van Suriname's geschiedenis is on
getwijfeld de groei van zijn bevolking. "De
oorspronkelijke bevolking bestond uit
niet meer dan een paar duizend Indianen
en toen de landbouw zich begon te ont
wikkelen, was het noodzakelijk om ar
beidskrachten van elders te importeren
Die noodzaak heeft geleid tot een geel
zwarte bladzij in onze toch al niet zo
brandschone koloniale historie. Uit Afrika
werden duizenden negerslaven ingevoerd
en die stakkers hebben daar een bestaan
geleid, waarover-beter gezwegen kan wor
den. De slavernij beïnvloedt nog steeds het
leven van de afstammelingen van deze
negers, want zij hebben er tot op de hui
dige dag een intense afkeer van landarbeid
van over gehouden ën een grote liefde
voor het Huis van Oranje. Dit laatste om
dat zij in ons vorstenhuis waarschijnlijk
de verlosser zien, die hen met de afschaf
fing van de slavernij tot vrije mensen
maakte.
Toen in 1863 de slavernij was afgelopen,
moest men naar andere arbeidskrachten
•uitzien. Een stroom van Chinezen, Madei-
rezen, maar vooral Brits-Indiërs en Java
nen begon naar dit gebiedsdeel te vloeien.
En naast deze van Gouvernementswege
geleide immigratie kwamen Joden, Portu
gezen, Labadisten, Paltzerboeren, Zwit
sers. Hollandse landbouwers en andere
blanke emigranten er hun tenten opslaan.
Deze blanke kolonisatie is overigens een
tragische geschiedenis geworden, want
slechts de afstammelingen van de Joden
en de Hollandse boeren hebben zich kun
nen handhaven. Van de overigen is vrij
wel geen spoor te vinden.
De bevolking woont bijna geheel op de
vruchtbare kuststrook, die een diepte
heeft van 25 tot 100 kilometer. De oor
spronkelijke bewo'ners, de Indianen wonen
langs de,middelloop van enkele rivieren
en verder diep het binnenland in. In de
streek tussen deze beide gebieden wonen
de Bosnegers, in'hoofdzaak de nazaten van
slaven, die de onzekere vrijheid boven hun
ellendig bestaan verkozen en de benen
namen van d» plantages.
Het is duidelijk, dat de bevolking van
Suriname de bontste verscheidenheid van
rassen en kleuren vertoont. In tegenstel
ling tot de uit Afrika afkomstige groep, in
de wandeling „Creolen" genoemd die zich
gemakkelijk met de Westerse levenswijze
assimileren, tonen de Aziaten sterke vast
houdendheid aan eigen godsdienst, zeden
en gewoonten. Hoewel hét proces, van
samensmelting" tot een homogene bevol
king slechts langzaam voortgang vindt,
leven de bevolkingsgroepen in de besté
harmonie naast elkaar.
De totale bevolking bedroeg eind 1946
203.580. waarvan 1609 Europeanen, 78.873
Creolen, 34.542 Indonesiërs. 57.872 Brits-
Indiërs, 2375 Chinezen, 22.000 Bosnegers,
3700 Indianen en 2609 behorende tot'an
dere rassen of nationaliteiten'.
Bestuur en wetgeving
In tegenstelling to£ Indonesië bezit Su
riname geen oorspronkelijke bevolking
van enige betekenis. Dat het ontbreken
van de noodzaak tot herstel van grond- en
andere rechten der onderworpen bevol
king zijn stempel heeft gedrukt op de
staatkundige ontwikkeling van Suriname
laat zich makkelijk begrijpen.
Oorspronkelijk het eigendom van de
provincie Zeeland, heeft Suriname velerlei
wijzigingen in ziin politieke status door
gemaakt, totdat het in 1866 een zekere
mate van zelfbestuur met een eigen wet
gevend lichaam werd toegekend. Maar
eer* in 1937 onderging de constitutie op
nieuw een belangrijke wijziging. Van ko-
ïbnie werd het gebiedsdeel met gelijke
rechten als de andere delen van het rijk
buiten Europa.
De uitvoerende macht berust bij een door
de Koning benoemde Gouverneur op het
ogenblik mr. J. C. Brons die het alge
meen bestuur voert. Hi,v wordt bijgestaan
door- een adviserende Raad van Bestuur,
waarvan hij zelf voorzitter is en waarvan
de andere vier leden eveneens door de
Kroon worden benoemd.
De Gouverneur oefent zijn wetgevende
taak uit in samenwerking met het ver
tegenwoordigend lichaam de Staten van
Suriname. De Staten bestaan uit vijftien
leden, waarvan er tien worden gekozen en
vijf door de gouverneur worden benoemd.
Het kiesrecht ïs*beoerkl. Alleen manne
lijke ingezetenen mogen stemmen en zij
moeten boven een bepaald bedrag aan j
belasting betalen of aan bepaalde capaci-
teits-eisen voldoen.
Een van de voornaamste bevoegdheden
van de Staten vormt het recht een eigen
begroting voor Suriname te mogen maken.
Deze begroting heeft bijna altijd een ern
stig tekort opgeleverd, dat door het moe
derland moest worden gedekt. Deüe factor
vormt ongetwijfeld een hinderpaal op de
weg naar meer politieke zelfstandigheid.
Onderwijs en eredienst
Voor de Surinaamse kinderen tussen 7
en 12 jaar bestaat leerplicht. Zij kunnen
drie soorten lagere scholen bezoeken, na
melijk de openbaregouvernementsscho-
len, waar zij ongeveer dezelfde vakken
onderwezen krijgen als in ons land, de
B.L.O.-scholen, die buiten de hoofdplaat
sen liggen en waar beperkt onderwijs
wordt gegeven en de' Boslandscholen, die
als beschavingsscholen dienen voor India
nen en Bosnegers. Naast het lager gn'd.er-
wijs vindt men er ULO's en MULO's en
scholen voor vakonderwijs. Van de laat
ste verdienen vooral vermelding de ge
neeskundige school. Gediplomeerden van
deze school zijn gerechtigd tot het uit
oefenen van de medische practijk in Su
riname.
Er bestaat in Suriname algehele vrijheid
van godsdienst, die de tien verschillende
religies, die er beleden w.orden, in staat
stellen een ieder zalig te doen worden op
zijn manier.
Sociale toestand
Hoewel beter dan die der omliggende
landen is de algemene gezondheidstoestand
van de bevolking verre van ideaal. Er doet
zich een aantal volksziekten voor waar
onder lepra, malSria en tuberculose die
mede door de primitieve toestanden waar
onder een zeer groot aantal van de Suri-
namers leeft, steeds hun tol eisen. Het
gouvernement neemt echter maatregelen
zoals--voorlichting omtrent hygiëne, massa-
onderzoek en -behandeling, keuringsdienst
voor vee, consultatie-bureaux en speciale
klinieken waar de bevolking zich kosteloos
kan laten behandelen, om dit, een van de
ergste kwaden van het land, tegen te gaan.
De criminaliteit is gering en het Hof
van Justitie, waarvan de president mr. dr.
Buiskool thans de Surinaamse delegatie in
Den Haag leidt, en de kantongerechten
hebben het niet overdi-even druk.
De ongunstige financiële toestand waar
in het land verkeert heeft natuurlijk een
ongunstige invloedgehad op sociaal ter
rein, maar men streeft er thans naar de
achterstand in te halen, speciaal op het
gebied van de volkshuisvesting, die er zéér
ongunstig voor staat.
Het vakverenigingsleven bevindt zich
nog steeds in het beginstadium en van een
goed georganiseerde arbeidersklasse kan
nog niet gesproken worden. Alleen de ar
beiders in de bauxiet-bedrijven maken
hierop een Uitzondering.
Over het algemeen heerst er in Suri
name arbeid-wrede en stakingen zijn er
zeldzaam. Zo langzamerhand zijn er enige
arbeidswetten tot stand gekomen, die
wegens het zeer verschillend karakter van
bedrijven en arbeiders, zich tot bepaalde
industrieën beperken. Een ziekte- en on
gevallenregeling zal waarschijnlijk, binnen
kort worden ingevoerd.
De politieke partijen in Suriname zijn:
de Moeslimpartij Suriname, de Nationale
partij Suriname, de Progressieve Suri
naamse Volkspartij, de Pergerakan Bangsa
Ifidonesia-Suriname en de Surinaamse
Hindoe partij.
er-kano op een van de snelstro ifi&ide rivieren die zich door Suriname's
oerwouden een weg zoeken naar zee.
De klimatologische omstandigheden, de
bodemgesteldheid en de vruchtbaarheid
zijner gronden stempelen Suriname van
nature tot een agrarisch land. De land--
bouw is dan ook door de eeuwen heen het
voornaamste middel van bestaan geweest
en hoewel zich in de loop der jaren aard
en -omvang daarvan sterk hebben gewij
zigd, ligt de hoofdbron van inkomsten nog
steeds op agrarisch gebied. 4
Landbouw
Onderscheiden naar de bedrijfsvorm
treft men in Suriname aan de grote land
bouw, het plantagebedrijf en de kleine
landbouw, uitgeoefend door de individuele
landbouwer met gezin op eigen of inge
huurde grond.
Het plantagebedrijf was tot voor kort
de belangrijkste factor in de economische
constellatie van Suriname. De resultaten
van deze vorm van landbouw waren van
overwegende invloed op de welvaart, van
het land en bepalend voor zijn economische
toestand. De beginperiode van de grote
landbouw was er een van grote bloei, mo
gelijk gemaakt door de vrijwel onbeperkte
aanvoer van slaven.
NaaSt suiker, het oorspronkelijke pro
duct, ontstonden tal van nieuwe cultures,
waarvan katoen, cacao en koffie de belang
rijkste wargn.
De afschaffing van de slavenhandel ge
volgd door de vrij-verklaring luidde ech
ter een periode van verval in, dat nog
werd versneld door.de opening van het
Suezkanaal en de openlegging van Java.
Het overvloedig aanbod van tropische
producten, dat van deze laatste gebeurte
nissen een gevolg was, geschiedde tegen
ongekend lage prijzen.
Het optreden van ziékten was bovendien
oorzaak, dat verschillende cultures
cacao, bananen te gronde gingen.
Het plantagebedrijf ging .dan ook als ge
volg van de genoemde ongunstige factoren
op economisch en cultuurgebied niettegen
staande korte perioden van betrekkelijke
welvaart, meer en meer achteruit. Van de
oorspronkelijke cultures zijn nog slechts
aanwezig de suiker en de koffie, die beide
noodlijdend zijn.
Nieuwe cultures, uitgezonderd de citrus,
zijn daarnaast niet opgekomen. De ver
bouw van bananen, die in het begin dezer
eeuw een korte periode van bloei door
maakte, gevolgd door een snelle e onder
gang ten gevolge van ziekte in het gewas,
is sedert enige jaren weder het voorwerp
van proefneming en overwogen wordt bin
nenkort met een aanplant o'i> grote schaal
aan te vangen.
De rubbercultuur heeft slechts een kort
bestaan gehad, proeven met vezelgewassen
en oliëpalmen hebben piet tot tastbare re
sultaten geleid.
Slechts de citruscultuur is, met krachtige
steun van de overheid, sedert kort op vrij
groteschaal aangevat en houdt goede be
loften voor de toekomst in.
Terwijl derhalve het plantagebedrijf
steeds achteruitging, nam de klein-land-
bouw, speciaal door de verbouw van rijst,
geleidelijk' in belangrijkheid toe.. Deze
vorm van landbouw uitgeoefend door de
oorsphronkelijk als plantage-arbeiders in
gevoerde immigranten en hun afstam
melingen, die zich zelfstandig vestigden op
hun door de regering ter beschikking ge
stelde gronden, heeft als economische
factor het plantagebedrijf vrijwel geheel
verdrongen ei> biedt voor de' ontwikkeling
van Suriname goede toekomstmogelijk
heden.
Goud, bauxiet en hout
Het goudbedrijf, bij het begin dezer eeuw
als kleinbedrijf een belangrijke bestaans-
bron, heeft veel van zijn waarde voor de
bevolking verloren. De pro'ductfe is tot
ongeveer de helft teruggelopen, en
verschillende pogingen om langs de weg
van mechanisatie dit bedrijf in het groot
uit te oefenen, hebben weinig succes op
geleverd.
Daarentegen heeft zich in de bauxiet-
winning een bedrijf ontwikkeld, dat de
achteruitgang van de plantage-landbouw
en het goudbedrijf ten dele heeft opgevan
gen en waarvan voor de toekomst nog
veel mag worden verwacht.
De kurk
De bauxietwinning is de kurk, waarop
Suriname drijft. Zoals uit de productie
cijfers blijkt, heeft deze industrie gedu
rende de oorlogsjaren een grote vlucht ge
nomen. De tegen het einde dezer periode
ingezette inzinking is thans gevolgd door
een bijzonder intensieve productie in ver
band met voorraadvorming in de Verenig
de Staten van Amerika.
Suriname heeft behalve de reeds in be
werking zijnde terreinen, nog uitgestrekte
oppervlakten b&uxiethoudende grond,
vooral in het Oosten van'het land, voor de
exploitatie wear van groeiende belangstel
ling bestaat.
Bauxietproductie:
Jaar Ton van 1000 kg. waarde
1937 392.329 4.904.116
1938 377.5973.826.492
1939 504.062 5.293.747
1940 615.434 6.569.018
1941
1.093.764
10.173.602
1942
1.227.512
10.399.841
1943
1.662.766
12.251.823
1944
761.949
4.896.020
1945
747.306
5.583.795
1946
1.020.193
Vier-vijfde bos
Meer dan vier vijfde gedeelte van Suri
name is bedekt met bos, waarin de fraai
ste en meest duurzame houtsoorten voor
komen. Ondanks deze grote houtrijkdom
heeft de bosexploitatie nooit in belangrijke
mate bijgedragen tot de welvaart van het
land. Voor een deel Vind{ dit zijn oorzaak
in de samenstelling der bossen en de vind
plaatsen dei- "tneest waardevolle houtsoor
ten. De samenstelling der bossen is zo
danig, dat een concentratie vaneensoor-
tige opstanden tot de uitzondefïngen be
hoort, en de betrekkelijke ontoeganke
lijkheid van de meest gezochte houtsoorten
verhindert een goedkope exploitatie. Deze
omstandigheden zijn van grote invloed
geweest op de resultaten der vele in
de loop der jaren ondernomen pogingen
om zowel van Nederlandse als buitenland
se maatschappijen de houtexploitatie in
het groot aan te, vatten. Deze pogingen
hebben tot niets geleid, waartoe ook ge
brek aan deskundigheid in bepaalde ge
vallen het zijne bijdroeg.
De grote vraag naar hout in de na-oor-
logse periode tegen hoge ptijzen, gepaard
met de vooruitgang in de techniek van de
machinale houtwinnipg, heeft geleid tot
een sterk verhoogde belangstelling voor
het Surinaamse hout, die zich duidelijk in
de uitvoer cijfers der laatste jaren demon
streert. Van Nederlandse zijde heeft een
tweetal groothoutbedrijven voornemens de
bosexploitatie ter hand te nemen.
Oorlogsgevolgen
Uit het vorenstaande kan worden afge
leid, dat in de lobp der jaren de economi
sche structuur van Suriname zich in on
gunstige zin sterk heeft gewijzigd. Bij het
uitbreken van de laatste wereldoorlog was
er dan. ook weinig uitzicht op een finan
cieel en economisch sterk en onafhanke
lijk land.
De activiteit, die in Suriname ontstond
tengevolge van het deelnemen aan de oor
logsinspanning, is echter van grote invloed
geweest op de economie van het land. De
bauxietwinning breidde zich sterk uit,
ook de bouw en inrichting van kam
pementen en defensiewerken, alsmede
de mobilisatie van enige duizenden jonge
mannen leidden tot een dusdanige spanning
van de arbeidsmarkt, dat niet alleen het
loonpeil sterk opliep, doch ook de arbei
ders werden weggezogen, zowel van de
plantages als uit de klein-landbouw. Voor
het plantagebedrijf betekende dit de ge
nadeslag én de oorlogsjaren hebben in
feite aan deze vorm van landbouw een
einde gemaakt. Bracht de oorlogsperiode
aan het land een betrekkelijke welvaart,
door de teruggang in de cultures werd de
eeconomlsche basis nog verder versmald
en berust deze thans voor een belangrijk
deel op de aan conjunctuurverschijnselen
sterk onderhevige activiteit der bauxiet-
industrie.
Voor het moederland wasf dit aanleiding
maatregelen te overwegen, teneinde mid
dels het op krachtige wijze tot ontwikke
ling brengen van de potentiële welvaarts
bronnen van Suriname, dit land een hech
te economische grondslag te bezorgen en
zo mogelijk tot blijvende welvaart te
brengen.
Met dit doel is een Welvaartsfonds in
gesteld, waarvan de kosten ten bedrage
van 40.000.000, worden gedragen dopr
Nederland.
Grondgedachte is, dat als eerstê voor
waarde voor een bescheiden welvaart de
kleine en middenstandslandbouw tot gro
tere ontwikkeling dient te worden ge
bracht, en enkele plantage-cultures
bananen, cacao slechts als aanvullend
zijn gedacht. Door bevordering van in
dustrieën, 'visserij, veeteelt, mijn- en bos
bouw hoopt men weder tot een verbre
ding van een economische basis van het
land te komen. Vergroting der bevolking
door immigratie, in het bijzonder teneinde
een arbeidsreservoir voor op te richten on
dernemingen te vormen, wordt mede als
een primaire eis voor meer welvaart
gezien. Naast maatregelen op economisch
gebied voorziet het plan tevens in nood
zakelijk geachte voorzieningen op sociaal
en cultureel gebied.
De Nederlandse Antillen, het eilanden/Ijk, waarvan de meeste Nederlanders slechts
het hoofdeiland Curasao kennen en misschien .Aruba, omdat dat eiland ook nog
interne onafhankelijkheid eist van Curagao. Maar van Bonaire, St. Eustatius, St
Maarten en Saba hebben weinigen gehoord. Maar in ieder geval zijn Curagao en
Aruba het belangrijkst. Vroeger uit militair opzicht - Curagao was een vlootsteunpunt -
thans in economische zin, omdat op die twee eilanden enorme hoeveelheden olie
worden geraffineerd tot het vloeibaar goud, dat zo'n importante rol speelt in deze
gemechaniseerde wereld.
Behalve met Suriname lpopt de-geschie
denis van de Nederlandse Antillen tot op
grote hoogte parallel met <Me van vele
andere West-Indische eilanden. Door Ojeda
ontdekt, werd het hoofdeiland met Aruba
en Bonaire voor Spanje in bezit genomen.
De vele oorlogen, waarin Spanje zich in
de loop der 16e eeuw met verschillende
landen, waaronder ook Nederland, wik
kelde, hadden ook hun terugslag op de
West-Indische eilanden, die het terrein
werden van talloze - acties van*Britse en
Nederlandse vlootonderdelen.
De door Nederland gevoelde behoefte
aan een vast steunpunt, van waaruit tegen
de Spaanse en Portugese koopvaardij
vloten zou kunnen worden opgetreden,
leidde in 1634 tot de definitieve verovering
van Curagao. In de daaropvolgende jaren
tot over het Napoleontische tijdperk héén,
weerspiegelden de staatkundige verwikke
lingen in Europa zich in de' geschiedenis
der Caraibische eilanden. Tengevolge van
de vele aanslagen van Engelse en Franse
zijde, wisselden enige eilanden van de Ne
derlandse Antillen herhaaldelijk van bezit,
tot in het begin der 19e eeuw het gehele
gebied in Engelse handen overging.
De vrede van 1815 bracht herstel van het
Nederlands gezag dat niet meer werd ver
stoord.
De Nederlandse Antillen bestaan uit twee
groepen, ieder van drie eilanden, onder
scheiden in verband met hun ligging ten
opzichte van de heersende Noord-Oost pas
saat in de Benedenwindse- en de Boven
windse Eilanden. Tot de eerste behoren
Curasao, Aruba en Bonaire, de laatste zijn
samengesteld uit St. Maarten, St. Eustatius
en Saba.
De Benedenwindse Eilanden liggen dicht
onder de kust van Venezuela op ongeveer
graden W.L. en 12 graden N.B. De Bo
venwindse eilanden die deel uitmaken van
de Kleine Antillen zijn gelegen tussen 16
en 18 graden'N.B. en 62 en 64 graden W.L.
Bevolking
Evenals in Suriname bestond de oor
spronkelijke bevolking der Nederlandse
Antillen uit Indianen, aie zich echter niet
hebben kunnen handhaven en reefis kort
na de aanraking met de ontdekkers van dit
gebied uitweken of uitstierven. Slechts op
Aruba zijn nog sporen,van Indiaanse voor
oude^ aanwijsbaar.
Het merendeel der Caraibische eilanden
in hoofdzaak bevolkt met afstamme
lingen* der in de 17e en 18e eeuw aange
voerde negerslaven en de Nederlandse An
tillen hebben op bevolkingsgebied in wezen
ee-nzelfde ontwikkeling doorgemaakt. Op
sommige der Bovenwindse Eilanden oor
spronkelijk bestaan hebbende meerder
heden van blanke kolonisten, werden later
door "gekleurde bevolkingsgroepen' over
vleugeld, doch hebben zich daarmede niet
vermengd.
Op de Benedenwindse Eilanden is het
aantal Nederlandse planters en kooplieden,
dat zich aldaar in de beginperiode der ko
lonisatie heeft gevestigd, beperkt gebleven;
aanvulling uit het moederland heeff in de
loop der eeuwen slechts op kleine schaal
plaats gevonden. Eerst in de jaren van op
komst' der olie-industrie is er sprake van
vestiging van Nederlanders op grote
schaal, en deze bedrijven hebben eveneens
vrij grote aantallen arbeiders, zowel uit de
Caraibische omgeving als uit Suriname en
meer afgelegen landen, zoals Madeira en
de Azoren aangetrokken. De huidige bevol
king vertoont dan ook al een even grote
verscheidenheid als die van Suriname. Op
cultureel gebied vormt zij echter een veel
hechter, Westers georiënteerde eenheid.
Een afzonderlijke plaats in de samen
leving wordt ingenomen door de afstam
melingen der in de eerste helft der 17e
eeuw uit Spanje en Portugal verdreven Is
raëlieten, die zich in hoofdzaak op Curagao
hebben gevestigd en aldaar een vrij afge
sloten, economisch zeer krachtige groep
vormen.
In totaal wonen er op de Nederlandse
Antillen 120.316 mensen waarvan 102.185
Nederlandse onderdanen (66.485 op Cura
sao en 26.000 op Aruba).
Bestuur
De Staatsinrichting van de Nederlandse
Antillen is vrijwel identiek aan die van
Suriname en ook de staatkundige ontwik
keling van beide gebiedsdelen heeft zich
langs gelijke lijnen bewogen. Ook' op het
gebied yan bestuur en wetgeving is .de
constructie nagenoeg analoog.
Dank zij echter het feit, dat de Neder
landse Antillen zich reeds *tal van jaren
in een sluitende begroting mogen verheu
gen, hebben de eigen organen een groter
zelfstandigheid, genoten in de regeling der
inwendige aangelegenheden. Voorts zijn
de Nederlandse Antillen evenals Suripame
vrij gebleven van bezetting en onmiddel
lijk oorlogsgeweld, waardoor zij niet alleen
de invloed van de evolutie in het staat
kundig denken' der wereld gedurende de
oorlogsjaren hebben ondergum, doch te
vens door-het verbreken van de band met
het Moederland zich zelfstandig hebben
kunnen ontplooien.
Maïsoogsf
op Bonaire
Onder een stralende
blauwe hemel werkt een
arbeider van Bonaire aan
de maisoogst. De -meer
dan manshoge plant le
vert een van de agrari
sche productenwaarvan
de Bovenwindse eilanden
het surplus verschepen
naar hun welvarender
vrienden op de eilanden,
die onder de Noord-Oost
passaat liggen.
Voor dit gebiedsdeel zijn eveneehs wijzi
gingen der Staatsregeling van gelijke strek
king als voor Suriname van kracht.
Onderwijs
Het onderwijs op de Nederlandse Antil
len is op Nederlandse leest geschoeid. Voer
taal en leerplannen der scholen zijn Ne
derlands. Een uitzondering hierop wordt
alleen gevonden op de Bovenwindse Eilan
den, waar het Ëngels, dat aldaar de om
gangstaal is, de voertaal vormt en het
Nederlands als één der vakken wordt
onderwezen.
In tegenstelling tot Suriname bestaat,
voor de jeugd der Nederlandse Antillen
geen leerplicht. Niettemin is het school
bezoek zeer bevredigend.
Analphabetisme, zo sterk in de omlig
gende landen, komt onder de normale
jeugd der Nederlandse Antillen niet voor.
Men kent er twee soorten scholen voor
lager onderwijs, verder ULO's, MULO's,
vakscholen en een driejarige middelbare
school. Voor leerlingen van deze scholen
die Nederlandse universiteiten wensen te
bezoeken worden financiële faciliteiten
verleend,
Culturele assimilatie
De bevolking van de Nederlandse Antil
len toont een grote verscheidenheid. Door
de. gemeenschappelijke taal en veelvuldige
omgang der onderscheidene groepen heeft
echter in het algemeen een assimilatie
plaats gevonden op sociaal en cultureel ge
bied en zijn de bestaande verschillen min
der. op afkomst dan op een geleidelijk ver
dwijnend verschil in belangen, welvaarts-
en ontwikkelingspeil gebaseerd.
Dit geleidelijk voortschrijdend assimila
tieproces op de grondslag der Westerse
cultuur, is nog niet ten einde en bevindt
zich op de diverse eilanden in uiteenlopen
de stadia van ontwikkeling.
Zo is op het eiland Curacao nog een vrij
duidelijke onderscheiding der inheemse
bevolking in drie groepen te onderkennen:
de Rooms Katholieken, de Protestanten en
de Joden, waarvan het onderscheid zowel
op verschil in godsdienst als .-op dat van
cultuur'en afstamming berust.
Op Aruba, evenals op Bonaire, is de be
volking meer homogeen en in grote meer
derheid Katholiek.' Op St. Maarten en St
Eustatius zijn de bewoners voor de ene
helft Methodist, Voor de andere Katholiek,
en in Saba, waar een groot deel der bevol
king van Europese afstamming is, is 'het
merendeel Anglicaans.
Het streven der o'verheid is er bij voort
during op gericht deze heterogene bevol
kingsdelen ook op cultureel .gebied tot een
eenheid samen te smelten. Behalve in uit
breiding en verbetering van het eenvor
mige onderwijs, dat als het belangrijkste
middel, daartoe kan dienen, wordt verho
ging van het culturele peil gezocht door de
bevordering van cultuurinstellingen, die
zich hiertoe lenen.
De plaatselijke pers, -die op dit gebied
een belangrijke rol zou kunnen spelen,
wordt in de uitoefening van. haar culturele
taak bemoéilijkt door het feit, dat het aan
tal bladen te groo.t is op het eiland Cu
ragao 5 dagbladen en een aantal week
bladen waardoor de oplage van elk'blad
afzonderlijk zo-klein is, dat de financiële
positie geen hoog peil toelaat.
De Curaga'se radio-omroep verricht op
het gebied der voorlichting en nieuwsver-
spreiding goede diensten.
Sociale toestand
De gezondheidstoestand van de bevol
king is over het algemeen zeer goed. Be
halve het nog vrij veelvuldig voorkomen
van dysenterie, kent men er in tegenstelling
tot naburige landen geen eigenlijke volks
ziekten.
De gezondheidstoestand op de Boven
windse groep is echter belangrijk slechter
dan die der Benedenwindse.
De lijders aan dysenterie worden koste
loos behandeld en door de hygiënische
dienst wordt voortdurend propaganda ge
maakt voor het voorkomen dezer ziekte.
De economische zwakkeren hebben recht
op vrije geneeskundige behandeling en
de gratis schoolvoeding aan onvermogende
kinderen draagt bij tot de bestrijding dezer
ziekte.
De Nederlandse Aijtillen bezitten in to
taal 15, merendeels goed ingerichte zieken
huizen met een totale capaciteit van 1200
bedden. Behalve in de ziekeninrichtingen
wordt in 43 poliklinieken geneeskundige
hulp verstrekt. Op een b^volkingstotaal
van rond 143.000 zielen bedraagt het aan
tal geneesheren in totaal 75.
Op het gebied van de volkshuisvesting
worden door het gouvernement ernstige
pogingen gedaan in het bestaande gebrek
aan volkswoningen te voorzien. Geduren
de de laatste jaren kwamen ruim 300 wo
ningen gereed. Materiaalgebrek belette in
een sneller tempo te bouwen.
De aanwezigheid van kapitaalkrachtig*}
(Vervolg op pag.,5)