Wie zitten er aan de Ronde Tafel?
Curacao
Suriname vraagt
algemeen kiesrecht
Be Antillen lig gen op viersprong
van Zeewegen
Be eilanden zijn
financieel gezond
ATERDAG 14 FEBRUARI 1948
Nadat H. M. de Koningin in een radio-
öe op 10 Mei 1941 haar voornemen tot
ing had gebracht in het gehele Rijk ruime
legenheid te scheppen om wensen en op-
ittingen te harer kenqis te brengen met
trekking tot de s&uctuür van het Konink-
pt, kondigde op 16 «Juni dejndische Land-
cogd, met Koninklijke machtiging, in zijn
sie tot opening van de Volksraad een
jksconferentie aan, bijeen te roepen aan-
mds na de terugkeer van de regering in
t moederland.
Nadat in een verklaring der Nederlandse
gering te Londen op^27 Januari 1942 de
idachte der Rijksconferentie betreffende
sk en samenstelling nader was uitgewerkt
ite H. M. de Koningin in haar rede van
December 1942 uiteen hoe de voorberei-
rg van de Conferentie, in Nederlands-
liië,-Suriname en Curagao reeds ter hand
nomen, voorzover het eerste gebiedsdeel
iiof door de strijd aldaar en de daarop
eigende Japanse bezetting, werd' stilge-
tgö en hoe deze eerst zou kunnen worden
srvat zodra een ieder vrijuit zijn over
ling zou kunnen uitspreken. H. M. stelde
ca voor, zonder vooruit te lopen op de
kiezen der Rijksconferentie, dat zij zich
alten zouden op een Rijksverband,'waar-
Nederland, Indonesië, Suriname en Cu-
;ao tezamen deel zouden hebben, terwijl
ieder op zichzelf de eigen, inwendige
agelegenheden in zelfstandigheid en steu-
!.n.d op eigen kracht, doch met de wil ei
nder bij te staan, zouden behartigen.
Na de bevrijding van Nederland werd,
spoedig de omstandigheden dit mogelijk
lakten, de voorbereiding der Rijksconfe-
ntie daar te lande ter hai\d genomen: pa-
üel aan de. procedure van voorbereiding
Nederlands-Indië gevolgd in de jaren
10—'41, wei-den in 1945 in Nederland,
•iname en Curasao Commissies van On-
reoek ingesteld.
De feitelijke loop der gebeurtenissen
sakte het evenwel onmogelijk de Rijks-
Voorzitter: de Minister van
Overzeese Gebieds'delen.
Nederlandse
vertegenwoordigers:
Ir. 3. W. Albarda (lid Raad van State).
Mr. A. M. Joekes (lid Tweede Kamer).
3. C. H. Heldring, Cur. Handel Mij.
Dr. W. L. P. M. de Kort (lid 2e Kamer)
Mr. G C. 3. D. Kropman (lid 1e Kamer)
Prof. Dr. 3. H. A. Logemann
H. 3. W. A. Meyerink (lid 2e Kamer)
Prof.Mr.C.M.P. Romme (lid 2e Kamer)
Mr. D. U. Stikker (lid 1e Kamer)'
H. W. Tilanus (lid 2e Kamer)
Mevr. Dr. E. F. Verkade-Cartier van
Dissel
Surinaamse delegatieleden:
Mr. Dr. 3. A. E. Buiskool
Salikin M. Hardjo
A. Karamat Ali
P. Kaulesar Sukul
3. A. de Miranda
P. Wijngaarde
Mr. Dr. R. H. Pos
Mr. F. H. R. Lim Apo
Curagaose delegatieleden:
C. A. Eman
I. E. Irausquin
E. 3onckheer
Mr. S. W. van d^r Meer
W. R. Plantz
Dr. M. F. da Costa Gomez
Alex Curiel
A. D. Gerharts
Regeringsadviseurs:
3. A. Drielsma
Dr. W.' Ch. de la Try Ellis
Mr. W. H. van Helsdingen
Secretaris-Generaal
der Conferentie:
■Mr. Th. H. Bot
Waarnemers voor Indonesië:
Dr. P. 3. Idenburg
Mr. K. Ranti
Abdoel Malik
conferentie in ,dé aanvankelijk bedoelde
vorm te doen plaats vinden. Tegemoet
komende aan de in Suriname en de Neder
landse Antillen levende verlangens zoals
deze in de ein^l Juni 1946 aan de Koningin
aangeboden'petities tot uitdrukking waren
gebracht, werden wijzigingen in de staats
regelingen ontworpen, beogend de autono
mie dier gebiedsdelen uit te breiden zover
dit binnen het-raam der bestaande Grond
wettelijke bepalingen mogelijk was.
De Linggadjati-overeenkomst, waarin de
Uniegedachte en,* daarmee samenhangend,
een afzonderlijke structuur voor Nederland,
Suriname en Curacao werd geschetst, vorm
de een andere aanleiding voor het bijeen
roepen van een afzonderlijke conferentie
tussen Nederland, Suriname en Curacao.
Nadat omstreeks medio 1947 overleg
met de gouverneurs van Suriname eri
Curacao was gepleegd en de Staten de
zer gebiedsdelen officieus waren gepolst,
maakte de regering in Jiaar antwoord
in eerste termijn op de regeringsver
klaring van 11 Juli 1<947 haar voor-
(Vervolg van pag. 4)
erkgevers, die een ruime loonpolitiek
Krden, leidde tot een hoge loon- en le-
fnsstandaard. I}e daardoor veroorzaakte
topkracht onder alle'lagen der bevolking
ipaard gaande aan de sterk gestegen prij-
m der geïmporteerde* goederen op de
ereldmarkt was oorzaak, dat ook het
lijsniveau regelmatig opliep.
loonniveau in dit gebied wordt be-
arst door de loonpolitiek der oliebedrij-
ffl. De loonpolitiek 'berust op de toepas-
Eg van een bepaalde formule, welke de
sten van het levensonderhoud verdiscon-
srt. Dit betekent, dat het loonniveau op
ae eilanden ongeveer met hetzelfde per-
intage stijgt als de prijzen van de import.
Sedert een tiental jaren wordt door het
Kjvernement een sterk actieve sociale
olitiek gevoerd. Gedurende die. periode
isrderi verschillende wetten ingevoerd,
de sociale toestanden van de arbeiders
inzienlij k verbeterden,
len afzonderlijke tak van dienst, het De-
irtement van Sociale en Economische Za-
tt werkt gestadig aan de ontwikkeling
de verdere uitbouw der sociale struc-
Het vakverenigingsleven staat nog in de
aderschoenen, doch de laatste tijd is een
rang naar een kl-achtige organisatie dui-
dijk waarneembaar.
De bestaande vakverenigingen,- die vrij-
e! het gehele terrein van de handenarbeid
strijken, hebben te kampen met een ge-
rek aan discipline onder de leden, het-
sn remmend werkt op een gezonde ont-
ikkeling der verschillende bonden.
Over het algemeen heerst er echter
tbeidsvrede.
Op de Nederlandse Antillen vindt men
volgende politieke partijen: de Cüra-
•se R.K. partij, de Democratische partij
de Curacaose protestantenpartij.
Tijdens een vergadering van vertegen
woordigers van alle politieke partijen van
Suriname is onderstaande resolutie aange
nomen en ter kennis van de Surinaamse
delegatie op de Ronde-Tafelconferentie ge
bracht:
„De besturen der Moslim partij Suri
name, tellende 4500 leden en opgericht 12
April 1946; de progressieve Surinaamse
volkspartij, tellende 6000 leden en opge
richt 24 Augustus 1946; der Hindostaans-
Javaanse politieke partij, tellende 4500
leden en opgericht 25 Februari 1947. in
gecombineerde vergadex-ing bijeen te Para-
rriaribo op 29 Januari 1948 en zich geheel
verantwooi-delijk achtende deze delen van
de bevolking te vertegenwoordigen; over
wegende: dat thans het wetsontwerp der
Surinaamse staatsregeling door de Tweede
Kamer der Staten Generaal in behandeling
is genomen; dat dit ontwerp een vergroting
der politieke zelfstandigheid van Suriname
beoogt en dat zulks gepaard dient te gaan
met een zo groot mogelijke verruiming
van de volksinvloed op het landsbestuur;
dat, gezien/de in dit gebiedsdeel heersende
toestanden, naar de innige overtuiging der
bovenvermelde pai-tijbesturen dit slechts
bereikt kan worden door ondubbelzinnige
vastlegging in de Surinaamse staatsrege
ling zelf van h'et algemeen' volwassenen-
kiesi-echt met evenredige volksvertegen
woordiging; dat voren genoemd algemeen
kiesreoht - eventueel punt van bespreking
bij de Ronde-Tafelconferentie zal zijn; be-
sluitèn: een dringend vei-zoek tot de Ronde-
Tafelconferentie te richten om deonmid-
delijke invoering van bovenb'edoeld alge
meen kiesrecht als grondslag der nieuwe
verhoudingen te willen bevorderen".
Een motie van gelijke strekking werd
aangenomen door het bestuur van de Su
rinaamse progressieve volkspartij.
nemen tot het houden van een voor
conferentie tussen Nederland, Suri
name en Curacao, om aldus tot op
zekere hoogte te voldoen aan de be
hoefte van een ronde-tafel-conferentie
bekend,. Op 13 Augustus werd in de
pers een verklaring gepubliceerd,
waarin de regering dit voornemen „een
cpnferentie bijeen te roepen van ver
tegenwoordigers van Suriname, Neder
landse Antillen en Nederland teneinde
gezamenlijk overleg'te plegen over de
verhouding in het nieuwe Staatsbestel
tussen deze staatsdelen in Amerika en
Nederland in het bijzonder", concre
tiseerde.
Op 27 Januari 1948 werd de conferentie
met een rede van dr. Beel geopend.
De ligging der Nederlandse Antillen, in
het bijzonder die der Benedenwindse Eilan
den., op een belangi-ijk kruispunt van de
Caraibische zeewegen en tevens als schakel
in de verbindingswegen van Europa met
Noord-Amerika en de-Noordkust van Zuid-
Amerika en in latei-e jaren mede van N.
met Z. Amerika, is voor de economische
constellatie dezer eilanden steeds de be
heersende factor geweest. Deze ligging, is
altijd van meer belang geweest dan de
productie van eigen bodera.
De Nederlandse Antillen hebben twee
periodes van grote bloei gekend, waarvan
de eei-ste in de 17e en 18e eeuw vief en de
tweede thans, wordt beleefd.
Door de Nederlanders in bezit 'genomen,
teneinde met hun uitstekende havens te
dienen als steunpunten voor de vaart tegen
de Spaanse én Portugese koopvaardijvloten,
ontwikkelde Curagao, en in een later sta
dium eveneens de Bovenwindse Eilanden,
zich in de loop "der 18e eeuw als doorvoor
haven voor Europese goederen, bestemd
voor de grote West-Indische eilanden en
Venezuéla en als stapelplaats voor de daar
van afkomstige tropische landbouwproduc
ten, en het vormde tevens een der belang
rijkste enti-epots voor uit Afrika aange
voerde slaven. In het bijzonder tijdens de
Amerikaanse Vrijheidsoorlog ontstond een
levendige handel, waarvan speciaal St.
Eustatius het middelpunt was. Er waren
jaren, dat er' meer dan 3000 schepende
„Gouden Rots" binnenliepen en maanden
dat er 400 koopvaarders uitzeilden.
Ook Curagao maakte een dankbaar ge-
bi-uik van de tussen Engeland en haar ko
loniën gerezen moeilijkheden, gevolgd door
een oorlog tussen dat land en Spanje, en
beheerste vrijwel de gehele handel met
Venezuela.
Aan deze eerste periode van economische
bloei, zowel op «handels- als landbouwge
bied, kwam tegen het einde der 18e eeuw
een einde. Na afloop der Amerikaanse Vrij
heidsoorlog kreeg Engeland de handen vrij
en kon, doordat het de zee beheerste, ge
leidelijk de handel aan zich trekken. Het
Engelse tussenbestiljur over de Nederlandse
Aixtillen ontstaan als gevolg der Napoleon
tische oorlogen in Europa, maakte aan alle
handel en scheepvaart een einde en ook de
landbouw maakte slechte tijden door.
Het herstel van het Nederlandse gezag
in 1815 bracht in deze toestand weinig ver
betering; de handel was blijvend verlopen,
pogingen om de landbouw en de veeteelt
nieuw leyen in te blazen, leverden
weinig resultaat op. Industrieën waren
niet aanwezig .en het voornaamste product
in die dagen was het zout, waai-van £uba
en de Verenigde Staten de grootste afne^
mers waren. De afschaffing' der slavernij
had op het plantagebedrijf tenslotte een
zodanige terugslag, "dat op de Bovenwindse
Eilanden tegen het einde der 19e eeuw alle
grote landbouw waï verdwenen.
Een lichtpimt vormde de ontclekking van
fosfaat pp Curagao en Aruba. D'e éxploitatie
dezer delfstof bracht weder enige opleving
die echter van beperkte duur en omvang
was.
Aan de periode van economische depres
sie, die ongeveer een eeuw duurde, kwam
eerst in 1916 een definitief einde. In het
eerste decenrTium dezer eeuw zette het her
stel zich wel reeds in door een opleving in
de handel, en ook de fosfaatwinning
weer betere resultaten opleverde, doch eerst
de vestiging der olie-industrie leidde een
periode van nieuwe en grote welvaart in,
Olie, niets dan olie
Het ontbreken van -goede havens ip de
omgeving van de vindplaatsen van aardolie
ih Venezuela, rond en in het meer van
Maracaibo, maakte Curagao en Aruba tot
de aangewezen plaatsen voor,de bouw van
raffinaderijen. Op Curagao en Aruba ves
tigden zich een drietal bedrijven, waarvan
twee tot ''s werelds grootste behoren,
De olie-industrie leverde niet alleen een
welkome werkgelegenheid, zowel voor de
bewonei-s van de Benedenwindse- als die
der Bovenwindse IJilanden, doch stijnuleer
de ook de handel in hoge mate. Na de olie
industrie is de handel dan ook thans weer
de belangrijkste bron van welvaart. Naast
de in- en uitvo'er van wat het land zelf
behoeft en voortbrengt, houdt de handel
zich bezig met de invoer van goederen voor
wederuitvoer, naar de belangrijkste landen
van de Noordkust van Zuid-Amerika. Deze
overscheep, welke in hoofdzaak in de haven
van Curagao plaats vindt, neemt in het
handelsverkeer een belangrijke plaats in.
Van belang voor de Nederlandse Antiffen
is eveneens het toeristenverkeer. Als ge
volg zijner gunstige ligging, plaatselijke at-
ti-acties en mede ook van lage invoerrech
ten* werd Cux-acao in de voorooidogse perio
de regelmatig door toeristenschepen aan
gedaan.
De door de olie-industrie veroorzaakte
welvaart had echter ook schaduwzijden.
Door gebrek aan werkkrachten verliep niet
alleen de landbouw van Curagao, doch ook
die van Bonaire, en de Bovenwindse
Eilanden, waar^de mannelijke bevolking
voor een deel 'werd weggezogen, onder
vonden er zeer sterk de nadelige gevolgen
van.
Met- de andere hulpbronnen der eilanden
is het niet gunstig gesteld. De fosfaatontgin-
nin^ heeft aan betekenis verloren, de goud
industrie van Bonaire, die in het begin der
twintigste eeuw weer wat leven vertoonde,
werd kort daarop gestaakt, en ook de zout
winning leidt een wisselvallig bestaan.
De economische structuür der Nederland
se Antillen is dan ook betrekkelijk eenzij
dig en voor een belangrijk deel op de olie
gebaseerd. Deze structuur -verklaart tevens
de binnen het gebied bestaande verschillen
in economisch niveau: geringe welvaart op
Bonaire en de Bovenwindse Eilanden, die
langzamerhand ontvolkt dreigen te worden,
grote bloei op Curagao en Aruba.
Slaven-Bloei
De landbouw heeft slechts in de periode
toen de lage kosten van slavenarbeid cul
tuur mogelijk maakten, een betrekkelijke
voorspoed gekend. Na afloop dezer periode
is de grote landbouw op de Bovenwindse
Eilanden geheel en op de Benedenwindse
EilandeiiJvoor een belangrijk gedeelte ver
dwenen. Wat er thans nog op Curagao aan
plantages over is alle aan particulieren
toebehorend en gelegen op het Westelijk
gedeelte van het eiland zijn gemengde
bedrijven, die naast landbouw, veeteelt,
kalkbranden, zoutverkoop, enz., uitoefenen.
SURINAME
Op Curagao en Aruba wordt de landbouw
door de klimatologische omstandigheden en
het gebrek aan arbeidskrachten dermate
ongunstig beïnvloed, dat hef slechts door
enkelen als hoofdbedrijf, door het meren
deel als bijberoep, wordt uitgeoefend. De
resultaten zijn onzeker en hoofdzakelijk af
hankelijk van de onregelmatige regenval.
De producten, voornamelijk mais, vruchten
en door Chinezen gekweekte groente, wor
den locaal afgezet.
Op de Bovenwindse Eilanden, waar de
arbeiderssituatie gunstiger en de regenval
iroter is, neemt de landbouw een belang
rijke plaats in. Boven hetgeen er yoor eigen
gebruik wordt gepi"oduceei-d, is er van be
paalde gewassen gewoonlijk een surplus
aanwezig, dat naar de Benedenwindse
Eilanden wordt geëxporteerd.
Aloë divi-divi
Specifieke producten der Nederlandse
Antillen zijn aloë en divi-divi. De cultuur
van aloë v(aloë vera), ongeveer een eeuw
geleden uit Afrika ingevoerd, heeft voor
de eilanden Anxba en Bonaire, waar grote
oppervlakten met dit gewas, dat het in de
geneeskunde gebruikte aioehars oplevert,
zijn beplant, belangrijke economische waar
de. De Nederlandse Antillen levei-en naar
schatting de helft der wereldproductie:
de kwaliteit van deze aloë wordt beter
geacht dan die der andere productie
gebieden.
Divi-divi, de looistof houdende vruchten
van caesulpinïa coriaria, dat, hoewel in
mindere mate dan aloë, gedurende tiental
len! jarea een der exportproducten van de
eigen bodem der Benedenwindse Eilanden
vormde, heeft in de oorlogsjaren belangrijk
aan betekenis ingeboet. Voor Aruba en Cu
racao is het practisch van geen belang meer
en ook Bonaire, verscheepte in de laatste
jaren weinig, daar de prijs van het-product
in de Ver. Staten zulks in verband met de
hoge verschepingskosten niet mogelijk
maakte.
Hoewel de kwaliteit van het product be
ter is dan dat der andere West-Indische
productielanden, is de toekomst dezer cul
tuur ongunstig, aangezien het uit de divi-
divi-peul bereide looi-extract ernstige con
currentie ondex-vindt van andere looimid-
delen.
Stimulans
Teneinde op betere wijze in de behoefte
aan 'eigen voedingsmiddelen te kunnen voor
zien, waarvan de noodzaak zich in de ach
terliggende oorlogsjaren duidelijk demon
streerde en tevens ter verbreding van de
thans wel zeer eenzijdig op de olie-industrie
gebaseerde economische structuur, worden
door het Gouvernement gedurende de laat
ste jaren'ernstige pogingen in het werk ge
steld tot het stimuleren van de landbouw
en de veeteelt.
Daartoe werd o.m. in 1943 ingesteld een
zelfstandig departement van Landbouw,
Veeteelt en Visserij. Reeds eerder was op
Curagao een nederzetting van modelboer
derij tj es gesticht, waar onder deskundige
leiding het bedrijf wordt uitgeoefend.
Voorts zijn op verschillende eilanden proef
tuinen aangelegd, waar wetenschappelijke
en pi-actische proeven worden genomen op
het gebied van de landbouw, alsmede het
volbouwen van groente en vruchten.
De veeteelt is in het verleden voor de
Benedenwindse Eilanden, meer in het bij
zonder voor Bonaire en Curagao, steeds van
groot belang geweest en zowel voor de
plantage-eigenaars als de kleine landbou
wers vormde het fokken van schapen en
geiten vaak de voornaamste bron van in
komsten. In de latere jaren kreeg de vee
teelt ook voor de Bovenwindse Eilanden
meer betekenis en vormt vee aldaar thans
een belangrijk uitvoerproduct. Deze laatste
eilanden lenen zich ook bij uitstek voor de
gras- en hooiteelt. In uitvoering zijn de
plannen langs mechanische weg zowel hooi
als mais in het groot voor veevoeder te ver-
bouwen, zullen een aanmerkelijke uitbrei
ding van de veestapel mogelijk maken. Het
thans reeds bestaande overschot aan vee en
hooi, wordt naar Curagao afgevoerd.
Handel op de tweede plaats
De handel is van ouds her een der hoofd
middelen van bestaan der Nederlandse An
tillen geweest en na de olie-industrie is hij
ook thans nog de belangrijkste factor in het
economisch bestel.
Na afloop der eerste bloeiperiode van dit
gebied spelen de Bovenwindse Eilanden
op dit terrein echter geen rol meer- en con
centreerde de handel 7-ich in hoofdzaak rv
Curagao, dat door zijn uitstekende haven
en zijn ligging tegeixover de vaste wal van
Zuid-Amerika. daarvoor de beste kansen
bood.
Vóór 1940 liep het handelsverkeer met
het buitenland dan ook vrijwel geheel via
Curagao. Als gevolg van de in de loop der
oox-logsjai-en steeds moeilijker wordende
scheepsverbindingen, welke veelal recht
streekse lossing van goederen op Aruba
noodzakelijk maakten, heeft dit laatste
eiland zich op handelsgebied een eigen
olaats veroverd, die het ook in de na-oor-
logse periode wist te bèhouden.
Naast de aan- en afvoer in verband met
verbruik en productie op de algen eilanden,
neemt de overslag van goederen bestemd
voor en afkomstig van de naburige landen
een belangrijke plaats in. Zowel voor de
uitvoer van een deel der eigen producten
als de invoer van stukgoederen gebruikt de
handel van Venezuela, Columbia en Santa
Domingo de Curagaose haven als overlaad-
haven. Het verkeer met Venezuela is daar
bij in hoofdzaak geconcentreerd op Cu
ragao, Aruba is mede georiënteerd op Co
lumbia.
Hoewel de havens van de Noordkust van
Zuid-Amerika de laatste jaren zijn verbe
terd en de betrokken staten regelmatig hun
hanaelsyloot uitbreiden, zijn de vooruit
zichten van het overslagverkeer gunstig.
Verwacht mag worden, dat de toekomstige
ontwikkeling van de genoemde Zuid-Ame
rikaanse en vele andere Centraal Ameri
kaanse en Caraibische gebieden een zoda
nige toeneming van het totale verkeer zal
veroorzaken, dat Curagao een belangrijk
centi-um van overslag zal blijven.
Het scheppen van gunstige ontwikkelings
mogelijkheden is daartoe noodzakelijk. Te
dien einde zijn plannen tot verbeteringjïn
uitbreiding der havens van Curagao
Aruba, gepaard gaande met verdei-e me
chanisatie van de los- en laadgelegenheden
in uitvoering.
Een hartig bedrijf
Op de eilanden Curagao, Bonaire en St.
Maarten, wordt sinds onheugelijke tijden
zout gewennen uit zeewater door indam
ping langs natuurlijke weg. De geschiede
nis der zoutbedrijven geeft vele ups en
downs te zien, in hoofdzaak bepaald dooi
de handelspolitiek van de afzetgebieden.
In het algemeen kon worden geconsta
teerd, dat de afzet van zout van dit gebied
op de wereldmarkt door beschermende
maatregelen van vele landen dermate
wordt bemoeilijkt, dat voor de Nederlandse
Wettelijk slechts'gebonden om geen dis
criminerende bepalingen tegen het moeder
land en zijn gebiedsdelen in te voeren, voert
Suriname financieel een volledige open
deur-politiek. De invoerrechten zijn fiscaal
en hebben, behoudens een enkele uitzonde
ring (leder, schoenen, suiker, lucifers),
geenszins de strekking de Surinaamse pro
ducten ten koste van de vreemde te be
schermen of voortbrengselen van vreemde
oorsprong te weren. Evenmin kent Suri
name uitvoerpremies of subsidies met het
doel het eigen product op de wereldmarkt
egn bevoorrechte positie te bezorgen.
'De landsuitgaven en -middelen worden
op de jaarlijkse begroting gebracht, die door
de Staten voorlopig wordt vastgesteld. In
dien de uitgaven de eigen middelen over
treffen, vindt' de definitieve vaststelling
door de volksvertegenwoordiging van het
moederland plaats.
De economische toestand van Suriname
was tot voor kort van die aard, dat het
overtreffen van de eigen middelen door de
uitgaven een regelmatig terugkerend ver
schijnsel was en de begroting slechts slui
tend kon worden gemaakt door een rijks
bijdrage. Voor een deel was zulks een ge
volg van het feit, dat het natuurlijk accres
der uitgaven tengevólge van de bevcf kings-
aanwas niet is kunnen worden opgevangen
door het accres den middelen, ondanks de
belangrijke verhogingen van invoerrechten
en belastingen in de loop der jaren. De ge
ringe belastbare draagkracht der bevolking
was Verder oorzaak, dat de.hoofdbron van
inkomsten steéds gevonden moest worden
in de indirecte belastingen en wel in hoofd
zaak door middel van invoen-echten.
Het verloop der overheidsmiddelen geeft
echter voor de oorlogsjaren een ongekend
gunstig beeld te zien. In 1941 wordt voor
het eerst.in vele jaren een budgetair even
wicht bereikt en sluit de begrotingsrekening
met een voordelig saldo en ook de daarop
volgende jaren tonen een bevredigend fi
nancieel aspect. Hoewel derhalve hierbij de
invloed der oorlogsomstandigheden duide
lijk aanwijsbaar was en het wegvallen
daarvan geleid heeft tot een tijdelijke in
zinking, zijn de financiële vooruitzichten
van Suriname betrekkelijk gunstig.
Evenals Suriname voeren ook de Neder
landse Antillen op financieel gebied een
voledige open deur-politiek. De voorschrif
ten op het gebied der geldmiddelen en be
lastingen zijn in hoofdzaak gelijk aan die
van eerstgenoemd gebiedsdeel.
In tegenstelling tot Suriname verheugen
de Nederlandse Antillen zieh echter reeds
gedurende tal van jarpn in een sluitende
begroting, in hoofdzaak een gevolg van de
steeds in omvang en betekenis toenemende
olie-industrie.
De oorlogsomstandigheden hadden ook
hier een gunstige invloed op 's lands finan
ciën, doch ook in de na-oorlogse periode
bleven de middelen zich in stijgende lijn
bewegen en maakt dit staatsdeel thans een
periode van gezonde bloei op financieel en
economisch gebied door.
Antillen slechts de onmiddellijke omgeving
als afzetgebied is overgebleven.
Met het uitbreken van de tweede wereld
oorlog heeft aanvankelijk de zoutuitvoer
vrijwel stil gestaan, maar daarna viel een
krachtig herstel waar te nemen, waarbij in
het bijzonder de uitvoer naar de Engelse
Antillen dient te worden genoemd. Zeer
waarschijnlijk fiwaren deze verschepingen
grotendeels voor doorvoer bestemd.
Of de zoutwinning in haar tegenwoordige
vorm goede toekomstmogelijkheden bezit,
is onzeker. Derhalve worden thans de mo
gelijkheden' nagegaan van een verwerking
van het ruwe /out tot fijn consumptiezout
en andere chemische producten, zoals mag
nesium, broom, soda enz.
Op de fruitmarkt van Willemstad (Curagao) zijn vruchten te krijgen.... Ach, laten
we het er maar niet verder over hebben.
Het is een edele gewoonte van Tante Pos
der Nederlanden, om haar patiënten met
de meest liefderijke zorgen te omringen.
Hebt gij een nieuwe keukenspiegel naar
uw overigens niet onbemiddelde oud-tante
in Leeuwarden verzonden, omdat kleine
geschenken de vriendschap warm onder
houden en komt dit stuk huisraad niet aan:
een voorkomende ambtenaar klimt hele
maal alleen voor u op zijn hoge kruk en
ggat nauwkeurig onderzoeken.
Weigert uw telefoon en kunt gij door
een defect in dat meubel luisteren naar de
Bonte Dinsdagavondtrein over de radio
centrale inplaats van naar het sonoi-e ge
luid uwer buurman, die eigenlijk had
moeten zeggen, dat het afzeggen van de
bridge-avond hem onnoemelijk speet
wat gij tussen haakjes even snel en be
langrijk goedkoper over de schutting kunt
doen dan komt binnen een verheugend
korte spanne tijds een PTT-auto voor uw
deur tot stilstand!
Twee watervlugge Tante Pos-neefjes
rukken uw bel uit het lid en bestormen
onverwijld de ziéke verrespreker, elk ge
wapend met een handig tasje met gereed
schap. Als ge dan, met het u ingeboren
wantrouwen even terloops, vooi-al zeer
terloops, gaat kijken naar het bezige be
drijf dezer nijvere lieden men hoort
zoveel, nietwaar, van als gasfitters ver
momde bankrovers, die eerzame burgers
van hun spaarvarkens ontdoen dan
metselen de gepette ambtenaren alweer
het weigerachtige toestel dicht met de zeef
tevreden uitleg: „dat het gebakken is".
Wat er precies in die telefoon van een
bruine korst voorzien werd, kan u minder
interesseren: de soos kan thans verwittigd
worden van een onverwijlde komst en
buurman hoeft zijn avond niet te verzitten
wegens het onverwacht ontbreken van een
vierde man.
Ge zijt dankbhar en. offreert dj heren
een goede sigaret, die zij echter achter hun
respectievelijke oren deponeren onder het
mompelen van een verontschuldigend:
„Dienst is dienst, meneer". En dan hup
pelen deze twee dienaren der Telefonie
met hun handige karbiesjes-vol-gereed-
sehap naar de auto terug, die even later
zwaar grommend uw straat uitzwaait.
Wanneer ge tenslotte nieuwsgierig naaf
buiten loert, om te constateren, of' mis
schien een militaire colonne aan uw huis
voorbijtrekt, blijkt 'dit jjselijk gegrom te
worden veroorzaakt door een twaalftons
vrachtwagen met de twee montciirtjea
hups op de bok, al draaiend aan grote
stuurwielen en manipulerend met de koe
voeten-der-versnelling. Ge bedenkt, dat
deze voor- en achferwielaandri.iving-ge-*
weldenaar volgens ruwe schatting één
kostbare liter per twee kilometer consu
meert, emge schudt het wijze hoofd des
belastingbetalers en des telefoonrekcnTng-
mopperaars. De edele Tante Pos is in haar
coulance niet goedkoop, denkt ge.
ft» 4