Haarlems Dagblad
Twintig jaar tegen de ex generaal
F. Christiansen geëist
Internationaal comité richt zich
tot de regeringen der Alliantie
Europese vergadering is het meest urgent
Zó was Zandvoort in 1939
Dr. Beel heeft opdracht
nog niet teruggegeven
Nederlandse bommenwerper in Schotland
tegen een heuvel gevlogen
en zo is Zandvoort nu
Weerbericht
J 63e Jaargang No. 18995
I Bureaux Grote Houtsti 93, Tel Adv en Admin
I 10724 14825, Redactie 10600. DirecL-Hoofdred.
I 15054 Bijkantoor H.N., Soendaplein 37, TeL 12230.
I Drukkerij Z. B. Spaarne 12, Tel 12713. 10132
Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom
Uitgave van de Stichting VoorlicMi
Donderdag 22 Juli 1948
Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Abonnementsprijs per week 31 cent, per kwartaal
4,Franco per post 4,50. Postgiro 273107.
Advert.tarieven op aanvraag by de Administratie.
Haarlem
Voor het Bijzonder Gerechtshof in Arnhem begon Woensdag het proces tegen de thans
I 68-.iarige Friedrich Christian Christiansen, die in de bezettingsjaren bevelhebber van
het Duitse leger in Nederland is geweest. Hem zijn slechts drie feiten ten laste gelegd:
j het laten doodschieten van vijf Rotterdamse gijzelaars in Augustus 1942 als represaille
voor een mislukte aanslag op een Duitse trein te Rotterdam; het laten fusilleren van
tien ingezetenen van Haarlem in Februari 1943 ter vergelding van het doodschieten
van een Duitse „Sanitater" en ten derde de vergeldingsmaatregelen tegen Putten in
October 1944 nadat m de omgeving van het dorp een aanslag was gepleegd op een
auto met Duitse militairen,
ij De procureur-fiscaal eiste vanochtend tegen de beklaagde twintig jaar gevangenisstraf
met aftrek van de tijd, sinds 15 Januari 1946 door deze in bewaring doorgebracht.
Verdachte maakt Rauter
voor leugenaar uit
Over het doodschieten van de vijf gijze
laars: mr. R. Baelde, Chr. Bennekers, mr.
C. E. G. graaf van Limburg Stirum, W.
Ruys en A. baron Schirnmelpenninck van
der Oye, werd als eerste getuige Rauter
gehoord. De president vroeg hem: „U was
het niet eens met deze terechtstelling?"
„Neen", antwoordde Rauter, „ik heb er
Christiansen steeds op gewezen, dat eerst
de daders moesten worden opgespoord. Ik
heb zelfs medegedeeld, dat de S.D. de
daders op het spoor was."
Rauter verklaarde voorts, dat Christian
sen aanvankelijk een lijst had opgesteld
met namen van 25 personen», die gefusil
leerd moesten worden. Later werd dit aan
tal tot 5 gereduceerd. Rauter zeide, dat al-
leen het O.K.W. („Oberkommando der
kj Wehrmacht") en Christiansen verantwoor
delijk zijn voor deze terechtstelling.
„Ik was er tegen" zegt Rauter met stem
verheffing. „Ik heb geprobeerd bij Seyss
Inquart te interveniëren, maar deze kon
zich tegen een bevel van de „Wehrmacht"
niet verzetten Het doodschieten van gij
zelaars druist tegen mijn gevoel in" riep
Rauter uit. „Het is een bewijs van zwakte
B2lJ der politie!"
aa Christiansen antwoordde op de vraag, of
12 hij iets op deze verklaring had te zeggen,
ontkennend.
Schreïeder was de tweede getuige, die
over het fusilleren van de vijf gijzelaars
werd gehoord. Hij had met Van der Waals
een onderzoek ingesteld naar de treinaan-
e slag en kreeg het spoor van een der daders
te pakken. Hij belde Rauter op en deelde
mede, dat hij de daders op het spoor was,
waarop Rauter hem vertelde, dat desalniet
temin de executie zou worden voltrokken.
„Befehl ist Befehl".
1 Christiansen beroept zich vervolgens op
het bevel van het O.K.W. Hij ontkent
energiek aangedrongen te hebben op hel
doodschieten van twintig gijzelaars! De
rijkscommissaris heeft er vijf van gemaakt
Toen het bevel van het O.K.W. doorkwarr
i| heeft hij tegen zijn adjudant gezegd: „Jetzt
ist die Mordschweinerei im gange". Hij
heeft persoonlijk honderdduizend gulden
uitgeloofd voor de arrestatie van de dader.
Tenslotte verklaart hij luid, dat Rauter
gelogen heeft wanneer deze beweert, dat
hij (Christiansen) direct aansprakelijk
moet worden gesteld voor deze executie.
Met bewogen stem herhaalt hij: „Es ist eine
Unwahrheit, was Rauter'sagt". Hij zegt te
hebben gesmeekt de executie niet te laten
doorgaan. Plet O.K.W. en Seyss Inquart
noemt hij als de verantwoordelijke instan
ties. Hij heeft slechts de gijzelaars moeten
laten arresteren en moeten laten fusilleren,
maar hij heeft het nimmer vrijwillig ge
daan en hij heeft ook nimmer het initiatief
tot iets dergelijks genomen.
Uitvoerig schetst Christiansen zijn positie
als „Wehrmachts-befehlshaber". Hij heeft
direct contact gezocht met generaal Win
kelman. De verstandhouding met de Neder
landse legerautoriteiten was volgens hem
OlJ goed. „De verhouding tussen de Duitse
legers en de Nederlandse bevolking was
zelfs kameraadschappelijk" verklaart hij
onder hilariteit van talrijke belangstellen
den op de publieke tribune.
Het initiatief om de Nederlandse krijgs
gevangenen in 1940 in vrijheid te stellen
ging van hem uit.
Tien Haarlemmers doorgeschoten.
Ten aanzien van het tweede punt der
tenlastelegging, het doodschieten van
tien Haarlemmers als vergelding voor
een aanslag op een Duitse „Sanitater"
op 30 Januari 1943 wordt Rauter weer
als getuige gehoord. Het was zo zei
hij onrustig in Haarlem, waar al
meer aanslagen waren gepleegd. De
weermacht achtte te Haarlem een alge
mene preventieve maatregel nodig die
de oproerige elementen zou intimi-
teren. Hij schuift thans niet direct
de schuld op Christiansen, doch
verdedigt met klem het recht om
représaillemaatregelen *te nemen. Hij
beroept zich op gelijkluidende bepa
lingen in het Britse en Amerikaanse
strafrecht en vraagt opgewonden of het
Hof zich wel realiseert in welke moei
lijke positie een Duitse officier zich
gedurende de oorlog bevond.
De volgende getuige is de voormalige
S. D.-chef Willy Lages. Met zachte, bijna
onverstaanbare stem beantwoordt de vroe
ger zo gevreesde Duitser de vragen van de
president. Zijn mening is dat het dood
schieten van 10 gijzelaars te Haarlem een
aangelegenheid van de „Wehrmacht" is
geweest. Overigens is hij bijna alles ver
getenOok Christiansen herinnert zich
van dit geval maar weinig. Hij heeft er iets
van gehoord, maar hij is vrijwel overal
buiten gelaten. Het bevel tot représaille
maatregelen was afkomstig van het O.K.W.
Rauter verklaarde dat het minimum aan
tal executies voor deze aanslag op 10 be
paald was in het desbetreffende bevel.
Toen de president vroeg of <ij dat niet
veel vond, antwoordde Rauter, dat het nu
eenmaal een algemeen bevel was voor der
gelijke aanslagen. Later zijn er geen aan
slagen meer in Haarlem voorgevallen.
Chrïsitansen merkte nog op, dat hem die
algemene vergeldingsmaatregel niet bekend
was. Wel had hij strenge vergeldingsmaat
regelen voor de aanslag geëist.
Putten.
Als derde punt van de dagvaarding kwam
e. tragedie van Putten aan de orde. Als
eerste getuige verscheen de man, wiens
naam onafscheidelijk met de Puttense ramp
verbonden: Oberst Fullriede. Hij ver
klaarde, dat hij de opdracht voor de repré
saillemaatregelen met grote tegenzin en
slechts ten dele had uitgevoerd. Von Wiih-
lisch had het bevel gegeven, maar of hij of
Christiansen het bevel had ondertekend,
wist Fullriede niet meer. Persoonlijk con
tact met Christiansen had hij nimmer ge
had.
Rauter nam hierna de gelegenheid te baat
om zijn verantwoordelijkheid voor hetgeen
in Putten gebeurd is, zover mogelijk van
zich af te schuiven. De „Wehrmacht" zou
in deze volstrekt zelfstandig hebben ge
handeld. Wel had hij zich bemoeid met het
lot van de gevangen genomen Puttenaren.
Hij wilde, dat zij in Duitsland bij de Neder
landse grens zouden worden tewerkgesteld.
Maar de „Wehrmacht", in casu Von Wüh-
lisch vond dit een te geringe straf en sprak
zich uit voor Neuengamme, dat overigens
volgens Rauter een „mild" kamp zou zijn.
De procureur-fiscaal: „Zo mild, dat van
de 400 mensen er 300 niet terugkeerden!"
Volgens Rauter was de. tragische afloop
van het drama van Putten volkomen aan
Von Wiihlisch te wijten, hetgeen echter in
tegenspraak is met de inhoud van een rap
port, dat Rauter eens aan Himmler zond
en waarin hij Von Wiihlisch afschilderde
als een „zachtaardige lafaard" en een „Sa-
lonmensch", die te pas en te onpas met het
landoorlogsreglement kwam aandragen.
Rauter zeide nog, dat hij, toen hij hoorde
dat Putten met de grond gelijk zou worden
gemaakt, heeft voorgesteld slechts tien of
twintig huizen te verbranden.
Rauter ontkende tenslotte zo heftig iets
met hetgeen in Putten gebeurd is te maken
te hebben, dat de procureur-fiscaal hem
toevoegde: „u staat hier niet als verdachte."
Hierna werden schriftelijke verklai'ingen
van wijlen Von Wiihlisch voorgelezen,
Daarin staat, dat Christiansen na ontvangst
van het bericht over de aanslag bij Putten
had gezegd: „Das ganze Nest soil ange-
stochen werden und die Manner gegen die
wand gestellt". Hij zou echter de volgende
dag kalmer over de zaak hebben gesproken.
Christiansen bevestigde de verklaring
van Von Wiihlisch aangaande deze actie,
die zijn instemming had, maar van het be
vel zelf herinnert hij zich vrijwel niets meer
al zeide hij er van overtuigd te zijn, „dat
de procedure een normaal verloop heeft
gehad."
„Ik wist niets van concentratie
kampen."
Breedvoerig weidde Christiansen uit over
de totstandkoming van het fatale bevel. Hij
zeide, niets van concentratiekampen
Duitsland te weten, niets van Neuengamme
en niets van het verdere lot van de Putte>
naren. Hij ontkent iedere verantwoorde
lijkheid voor Putten.
„Wat bent u toch voor een officier?"
vraagt hierna de raadsheer prof. dr. Van
Eek, „wanneer u zelfs de belangrijkste be
richten of bevelen niet kent of daar buiten
gehouden wordt".
„Daarop kan ik geen antwoord geven",
zegt Christiansen.
„Het zwaartepunt lag bij de staf", ver
klaart Rauter op een vraag van de presi
dent, hoe of het mogelijk is, dat Christian
sen buiten alle belangrijke zaken kon wor.
den gehouden.
Voordat de zitting tot de volgende dag
verdaagd wordt, legt een lid van de illegale
Wimgroep, die door het „Kriegsgericht" ter
dood veroordeeld was, een verklaring af.
Hij zegt dat hij en 48 andere leden van deze
groep het aan Christiansen te danken zou
den hebben, dat zij niet zijn gefusilleerd.
Requisitoir
De zaak Christiansen werd hedenmorgen
voortgezet met het verhoor van Fullriede
en nogmaals Christiansen, die het zeer be
treurde, dat er geen van zijn naaste mede
werkers aanwezig was om, zoals hij zeide,
„klaarheid te brengen in de Puttense af
faire".
Hierna begon mr. G. Fikkert, de procu
reur-fiscaal zijn requisitoir, waarin hij uit
voerig de juridische en militaire bevoegd
heden van generaal Christiansen als „Ober-
befehlshaber der Wehrmacht" in Neder
land schetste. Hij was hier de onderge
schikte van Hitier, wiens bevelen hij ont
ving door middel van het „Oberkommando
Wehrmacht" en was ter beschikking gesteld
van rijkscommissaris Seyss Inquart.
Ten aanzien van het eerste punt van de
ten laste legging merkte mr. Fikkert op, dat
in het algemeen de terechtstelling van gij
zelaars niet strijdig is met het oorlogsrecht,
al is hij persoonlijk van mening, dat het
nemen van gijzelaars nog niet direct het
doden van gijzelaars behoeft te impliceren.
Het systeem echter, om gijzelaars, die niets
met een aanslag of sabotagedaad te maken
hebben te fusilleren teneinde de bevolking
schrik aan te jagen is „made in Germany".
Naar het oordeel van de procureur
fiscaal is inzonderheid 't terechtstellen van
de vijf gijzelaars in Goirle bepaald strijdig
met tiet oorlogsrecht. Het is een représaille
daad, die slechts dan gerechtvaardigd zou
zijn, wanneer de dader of daders van een
aanslag niet kunnen worden gevonden en
door het uitblijven van verdere maatrege
len de veiligheid van de bezetter in groot
gevaar zal worden gebracht. Volgens de
procureur-fiscaal is aan deze voorwaarden
bij het fusilleren van de vijf gijzelaars te
Goirle allerminst voldaan. Christiansen is
daarom schuldig, omdat hij als militair be
velhebber verantwoordelijk is voor het
doen neerschieten van deze gijzelaars zon
der af te wachten of de daders van de
spoorwegaanslag, die Schreieder reeds op
het spoor was, gearresteerd zouden worden.
Ondanks de interventie van Rauter en
Schreieder weigerde Christiansen elke op
schorting van de executie.
Een beroep op overmacht kan ook niet
als serieus worden aanvaard. Ook ten aan
zien van het tweede punt in de ten laste
legging achtte de procureur-fiscaal Chris
tiansen sehPldig aan overtreding van het
oorlogsrecht. Over een politie-onderzoek
naar de dader wordt niet gesproken. In
tegendeel, Christiansen drong er bij de rijks
commissaris op aan om twee dagen na de
aanslag te Haarlem de tien gijzelaars in de
Bloemendaalse duinen te laten fusilleren.
Er waren geen représaillemaatregelen als
uiterste middel toegepast. Ten aanzien van
de Puttense affaire, verwijst mr. Fikkert
naar de verklaringen van Von Wiihlisch
en Christiansen zelf, dat het vitale bevel
voor de verwoesting van Putten door Chris
tiansen een vaststaand feit is. Christiansen
wist van de actie Putten af en heeft deze
sancties gegeven. Hij moet van de depor
tatie van de mannen naar Duitsland afge
weten hebben. Waren er voor Fullriede
veel verzachtende omstandigheden in aan
merking te nemen, ten aanzien van Chris
tiansen kan hiervan niet worden gesproken.
Slechts één verzachtende omstandigheid
n.l. het feit, dat Fullriede slechts een klein
gedeelte van de opdracht heeft uitgevoerd,
kan worden aangevoerd, maar dat is waar
lijk niet aan Christiansen te danken.
De procureur merkte voorts op, dat de
Duitse politie ongetwijfeld in het algemeen
de meeste schuld heeft aan het terreur-
régime in Nederland, Christiansen speelde
een secondaire rol. Christiansen was echter
geen nul in politieke zaken. Hij voorzag
zich steeds door middel van spionnen van
inlichtingen, was z.g. boerenslim, maar
geenszins opgewassen tegen de sluwe Seyss
Inquart. „Ik geloof ook niet", aldus mr.
Fikkert, „dat hij van misdadige inborst in
de gewone zin van het woord is. Hij meen
de: „het doel, n.l. het-grote „Derde Rijk",
heiligt alle middelen". Hoe dit alles nu
overigens ook zij, de procureur-fiscaal
meende in ieder geval, dat aan onze on
schuldige doden zowel als aan de toekomst
van de nog in de kinderschoenen staande
rechtspraak omtrent oorlogsmisdrijven
de verplichting geldt het vergeldingsele
ment in de opgelegde straf niet te verwaar
lozen.
De procureur-fiscaal kwalificeerde Chris
tiansen als een grootmeester in het ontwij
ken van rechtstreekse antwoorden, in het
zich niet herinneren van bepaalde feiten
en in het verwijzen naar hetzij de advie
zen van zijn staf, hetzij naar door hem van
hogerhand ontvangen bevelen.
Het mag dan zijn, dat volgens Rauter
verdachte voor zijn kameraden en onder
geschikten een zeer goed mens is geweest,
uit het geheel der gegevens komt een beeld
naar voren van een „Wehrmachtsbefehls-
haber" die, voortgekomen uit de nationaal-
socialistische gelederen, een ogendienaar
was van Gqring en Hitier, meer als par-
tijvriendje en generaal honoris causa dan
als bekwaam militair deskundige, die in
een machtspositie is geplaatst, van waaruit
hij, in stede van op grond van eigen kennis
en inzicht een menswaardig bezettings
regiem te onderhouden en zich tegen ex
cessen te verzetten, niets in het belang
van het Nederlandse volk heeft onderno
men en aan het systeem van vergelding
en terreur heeft medegewerkt, zich dek
kend naar onderen op de adviezen van
zijn staf en overigens eenvoudig varend
op het kompas van de hem van bovenaf
verstrekte bevelen.
De procureur-fiscaal acht de ten
laste gelegde feiten wettig en overtui
gend bewezen en vorderde een ge
vangenisstraf voor de tijd van twintig
jaar met aftrek van de tijd, door ver
dachte sinds 15 Januari 1946 in bewa
ring doorgebracht.
INITIATIEF VOOR EUROPA'S EENHEID
Duncan Sandys, voorzitter van het uit
voerend orgaan van het Internationale Co
mité der Bewegingen voor de Eenheid van
Europa dat het congres van Europa in
Den Haag heeft georganiseerd heeft
aan minister Van Boetzelaer een schrijven
gezonden van de volgende inhoud:
„Het Internationale comité der Bewegin
gen voor de Eenheid van Europa heeft met
voldoening vernomen, dat het voorstel tot
instelling van een Europese Assemblée is
besproken tijdens de conferentie van de
ministers van Buitenlandse Zaken in Den
Haag en dat deze kwestie nader zal worden
overwogen door hun respectieve regerin
gen.
Over drie belangrijke vragen van beleid
dienen beslissingen te worden genomen.
Ten eerste: welke bevoegdheden zullen
worden toegekend aan de Assemblée. Ten
tweede: de samenstelling van de Assem
blée en de wijze, waarop haar leden zullen
worden aangewezen. Ten derde: De vraag
De radicaal André Marie
Frans kabinetsformateur
Poging tot vorming
van rechtse regering
De Franse president, Vincent Auriol,
heeft André Marie, minister van Justitie in
de afgetreden regering van Robert Schu-
man, radicaal, verzocht een nieuw kabinet
te vormen. Marie heeft de opdracht aan
vaard.
In welingelichte kringen te Parijs ver
wacht men dat André Marie, wiens radi
cale groep de kleinste is van de partijen
der zogenaamde derde macht, zal trachten
een kgbinet te vormen, dat rechtser is dan
het vorige en ministers uit de socialistische,
radicale, gematigde en rechtse partijen zal
bevatten, alsmede uit de M.R.P.
Marie is sinds Januari 1947 achtereen
volgens in vier kabinetten minister van
Justitie geweest. Hij heeft in beide wereld
oorlogen het Oorlogskruis gekregen. Van
1943 tot 1945 heeft hij wegens verzets
activiteit in het concentratiekamp Buchen-
wald gezeten. Hij deed zijn intrede in het
parlement in 1928 en is sedertdien steeds
herkozen.
Toen Marie in November j.l. werd ver
zocht een regering te vormen weigerde
hij om gezondheidsredenen. Hij is een in
Buchenwald opgedane longaandoening nog
steeds niet te boven.
De kabinetsformateur is een vurig voor
stander van het plan-Marshall. Tijdens een
rede te Rouaan in April van dit jaar be
schuldigde hij de communisten ervan, dat
zij aanstuurden op een burgeroorlog.
Zandvoort in Juli. Dat i.
die als bijenkorven worden
een beeld van drukte en bedrijvigheid, i
zwermd door een wriemelende massa.
i hotels en restaurants
i zeestrand dat
de altijd weerkerende vrolijke tonelen van bad- en zwemvteugde geeft. HotelsRestaurants
Inderdaad, want deze foto werd genomen op 1 Juli 1939, In het midden de strandweg met
links het Oranje-Hotel, de watertoren en Multiru rechts het Groot Badhuis.
wie deze vertegenwoordigende vez'gadering
zal bijeenroepen.
Een comité onder voorzitterschap van de
heer Ramadier heeft de eerste twee vra
gen reeds in studie genomen en zijn aan
bevelingen zullen op de kortst mogelijke
termijn aan de regeringen worden aange
boden. De vraag, wie de assemblée zal
moeten bijeenroepen, is grondig besproken
door Tiet Internationale Comité der Be
wegingen voor de Eenheid van Europa
tijdens zijn zitting te Parijs op 18 en 19
Juli j.l.
Er zijn drie mogelijke instanties, die de
verantwoordelijkheid op zich kunnen
"hemen, namelijk de Europese regeringen,
de Europese parlementen en de onafhanke
lijke organisaties, die streven naar eenheid
van Europa. Het Internationale Comité
der Bewegingen voor de Eenheid van
Europa zou gaarne zien, dat de regeringen
of de parlementen de verantwoordelijkheid
zouden dragen voor het bijeenroepen der
assemblée.
Mochten zij echter niet geneigd zijn
daartoe over te gaan, dan is dit comité,
bereid het initiatief te nemen.
De vraag, wat de meest geschikte plaats
voor de bijeenkomst van een Assemblée
zou zijn en de organisatorische problemen,
die met haar benoeming verband houden,
worden reeds nu naarstig bestudeerd.
Gezien de urgentie van deze zaak en het
belang van duidelijke afbakening der ver
antwoordelijkheid, zou het Internationale
Comité der Bewegingen voor de Eenheid
van Europa u willen verzoeken een kleine
deputatie uit zijn midden te willen ontvan
gen teneinde deze aangelegenheid te be
spreken.
Een gelijkluidend schrijven wordt door
mij verzonden aan de ministers van buiten
landse zaken van Groot-Brittannië, Frank
rijk, België en Luxemburg.
(was getekend) Duncan Sandys,
voorzitter van de executieve van
het Internationale Comité voor de
Eenheid van Europa.
Staking in Frankrijk uitgesteld
Nadat de Franse vakverenigingen beslo
ten hadden de staking van regeringsperso-
neel uit te stellen totdat er een nieuwe
regering was waarmee men kon onderhan
delen, keerden de ambtenaren van de rege-
ringsbureaux in de provincie en de meeste
ministeries Woensdag weer naar hun werk
terug.
De ambtenaren van het ministerie van
Financiën, waar de staking begon, bleven
echter weg.
Ex-N.S.B.-politieman
veroordeeld
De Bijzondere Raad van Cassatie behan
delde Woensdag de zaak tegen P. J. Span
nenburg uit Velsen, die door het Bijzondere
Gerechtshof te Amsterdam tot 15 jaar met
aftrek was veroordeeld, omdat hij als NSB-
politiebeambte deel had genomen aan
arrestaties en razzia's.
De procurehr-fiscaal achtte alle ten laste
gelegde feiten bewezen en de opgelegde
straf juist. De Bijzondere Raad veroor
deelde S. tot 15 jaai' met aftrek van preven
tieve hechtenis.
Het woord is aan
Z a k e n w
c 1 d
Het is altijd goed de waarheid te
spreken. Men behoeft dan niet te
onthouden wat men zegt.
(Van onze parlementaire redacteur)
Uit de tot dusverre bekende feiten valt
op te maken:
le. dat dr. Beel ernstige moeilijkheden
op zijn formatie-pad ontmoet heeft;
2e. dat niettemin gisterenavond nog
geen definitieve teruggave van zijn op
dracht heeft plaats gehad.
De moeilijkheden schijnen hierin te be
staan, dat men tot dusverre er zoveel prijs
op stelde, vaste waarborgen te krijgen
voor een 2/3 meerderheid voor de grond
wetsherziening en voor eventueel daarna
aan te nemen wetgevende maatregelen
ten opzichte van Indonesië, dat men meen
de daarop ook de V.V.D. en C.H.U. in het
Kabinet te moeten opnemen. Deze ziens
wijze scheen trouwens ook te worden aan
gehangen door de meerderheid der K.V.P.-
fractie, die kenbaar gemaakt zou hebben,
voorshands aan een vier-partijen-kabinet
de voorkeur te blijven geven.
De P. v. d. A. kon van haar kant aan
zulk een kabinet niet meedoen wegens het
wantrouwen dat volgens haar een samen
gaan in een kabinet met de V.V.D. en
C.H.U. zou veroorzaken, vooral tengevolge
van de scherpe oppositionele houding, tot
dusver door deze twee partijen aangeno
men. Toen schijnt dr. Beel nog geprobeerd
te hebben een andere oplossing te zoeken.
Er zou een kabinet komen, dat extra
parlementair was. In die zin dat de frac
ties zelf niet hun goedkeuring zouden be
hoeven te hechten aan een programma en
evenmin aan de bezetting van de porte
feuilles. Maar tegelijkertijd zouden in zulk
een ploeg toch wel figuren uit de vier par
tijen moeten plaats nemen, terwijl dan op
een punt een dergelijk ministerie tevoren
wel van de parlementaire steun verzekerd
zou moeten worden van de vier partijen,
le weten voor het geven van de steun
aan de voorstellen die 2/3 meerderheid be
hoeven.
Tenslotte, nieuwe merkwaardige figuur,
zou men afspreken, dat dit kabinet een be
perkte levensduur zou hebben, namelijk
alleen totdat de regelingen ten aanzien
van Indonesië voor elkaar zouden zijn.
Van de zijde der P. v. d. A. heeft men ten
slotte laten weten, voor een dergelijk knut
selwerk, dat geen enkele deugdelijke waar
borg voor gezonde samenwerking zou op
leveren, en bovendien zowel in Indonesië
als hier te lande slechts groot wantrouwen
zou veroorzaken, niets te voelen.
Met deze boodschap in zijn zak kon dr.
Beel uiteindelijk aan de Regentes de toe
stand schetsen. Later heeft de Regentes
toen nog de Tweede-Kamervoorzitter mr.
Van Schaik ontvangen. Deze bracht van
ochtend een bezoek aan dr. Beel, vermoe
delijk om hem nader in te lichten over wat
tussen de Regentes en hem, mr. Van
Schaik, besproken is, en daarop heeft dr.
Beel zich wederom naar Soestdijk begeven.
Tenslotte teken ik nog aan, dat tot nu
toe niet is nagegaan of, indien K.V.P. en
P. v. d. A. eens samen over het ontwerp
programma zouden gaan overleggen, deze
beide partijen het alsnog wel eens zouden
kunnen worden!
Alle leden der bemanning
om het leven gekomen
Een B 25 Mitchell bommenwerper van de
Marine Luchtvaartdienst is Woensdagmor
en op de Oostkust van Schotland tegen een
heuvel gevlogen en verongelukt. De gehele
bemanning, bestaande uit zes personen, ii
daarbij om het leven gekomen. Het onge
luk, dat vermoedelijk te wijten is aan slecht
zicht bij het naderen van de kust, gebeur
de enkele kilometers ten Noorden van het
vliegveld Vordoun. Het toestel was Woens
dagmorgen van het vliegveld Valkenburg
bh Leiden vertrokken met bestemming Los
siemouth om onderdelen over te brengen,
bestemd voor het vliegkampschip „Karei
Doorman", dat zich in de Schotse wateren
bevindt.
Het Russische lokaas voor
de West-Berlijners
Naar Fritz Selbmann, vice-voorzitter van
de economische commissie van de Sovjet-
zóne, Woensdagavond heeft bekend ge- i
maakt, zullen de Berlijners van de Weste-
lijke sectoren na 1 Augustus hun volledige
rantsoenen in de Sovjet-sector van de stad j
kunnen krijgen.
De door de Sovjets gesteunde politieke
partijen te Berlijn hebben in een open brief
de Duitse gemeentelijke autoriteiten aan
gespoord onmiddellijk maatregelen te
nemen opdat het door de Sovjet-Unie aan
de Westelijke sectoren aangeboden voedsel
voor de bevolking beschikbaar gesteld
wordt.
Volgens AFP heeft maarschalk Sokolofski
bevel gegeven electrische stroom uit de
Russische sector ter beschikking te stellen
van de AEG-fabrieken in de Britse sector.
Het bevel van maarschalk Sokolofski
betekent de inwilliging van een desbetref
fend verzoek van de bedrijfsraad van de i
AEG. In deze raad hebben de communisten
de leiding. De maatschappij voorziet de
Westelijke sectoren van Berlijn niet van
electriciteit, doch verricht reparaties aan
electrische uitrustingen.
Brits parlement op reces
Het Britse parlement zal-30 Juli op reces
;aan. De kamers zullen op 13 September
weer bijeenkomen en de nieuwe zittings
periode zal op 14 September beginnen.
yp--
Dit is Zandvoort op I Julimaar dan in het jaar 1948. Kale duinen, met een enkel nood-
restaurant. Er is heel wat veranderd, er is heel wat verdwenen. Maar uit de vele zandvlakten
rijzen reeds weer de steigerpalen rond groeiende huizenmuren, er uordt weer gebouwd, er
een nieuw Zandvoort in aantocht.
Terstond na het bekend worden van het
ongeluk stegen Britse vliegtuigen uit Los
siemouth en Leuchars op om het veronge
lukte vliegtuig op te sporen, dat echter
reeds door een boer was gevonden op een
heuvelhelling, 5 km ten Noorden van het
dorp Auchenblae bij Stonehaven.
Bij het ongeluk kwamen om het leven de
officier-vlieger tweede klasse D. H. Gentis
uit 's-Gravenhage;de officier-zeewaarnemer
tweede klasse F. Grimmon uit Amsterdam,
de sergeant-vlieger J. van TJonkelaar uit
Heemstede: de sergeant-vliegtuigtelegrafist
H. A. Bolleurs uit Dordrecht, de sergeant-
vliegtuigtelegrafist C. L. Swens uit 's Gra-
venhage en de korporaal-vliegtuigmaker
M. N. A. Brouwer uit Amsterdam.
De slachtoffers zullen met Hr. Ms. „Van
Kinsbergen" naar Den Helder worden over
gebracht. Het Nederlandse oorlogsschip'is
naar Aberdeen gedirigeerd.
Eeii commissie, bestaande uit de officier
vlieger eerste klas G. F. Rijnders, de offi
cier-vlieger eerste klas G. F. Venema en de
luitenant ter zee tweede klas A. van Sorge,
zal zich naar Schotland begeven om een
onderzoek in te stellen naar de oorzaak van
de ramp met de Mitchell-bommenwerper.
Tsjechoslowakije en Roemenië
sluiten verdrag
Te Boekarest is door Tsjechoslowakije
en Roemenië een verdrag van vriendschap
en wederzijdse bijstand getekend, dat
twintig Jaar zal gelden.
Dit is het 21ste verdrag van dergelijke
strekking, dat in de Balkanlanden is ge
sloten.
IETS WARMER.
Verwachting, medegedeeld door het
K.N.M.I. in De Bilt, geldig van Donder
dagavond tot Vrijdagavond:
Voor de kustgebieden: Overwegend
droog weer. Matige wind tussen West
en Zuid-West, Morgen overdag tamelijk
zonnig weer met iets hogere tempe
raturen.
Voor het binnenland: Vrij heldere en
koele nacht. Morgen overdag: wisse
lende bewolking, bijna overal droog
weer. Zwakke tot matige wind tussen
West en Zuid. Iets warmer.
23 Juli:
Zon op 4.48 uur, onder 20.44 uur
Maan op 22 18 uur, onder 6.49 uur