c
Li
K
teraire
en
De 9 Muzen
Madame
Nederlands exportpositie
laatste maanden versterkt
„Gestapo-vervalsing bracht in 1937
Rode Legerleiding op het schavot"
ZATERDAG 24 JULI 1948
ami
N. GOGOU: „Taras Boeljba" (vertaald door J. D. W. STEEN-
HUISEN, ingeleid door THEUN DE VRIES, verlucht met hout
gravures van NICO BULDER).
(„Onsterfelijken-Reeks", Uitg. Mij. Contact, Amsterdam).
MEN KAN GOGOLJ's „Taras Boeljba'
lezen als een historische roman, met
I als achtergrond het vurig leven en woest
strijden van de Kozakken voornamelijk
dan van 'hen, die daar samenwoonden, in
de onstuimige 15e eeuw, aan de andere
zijde van de stroomversnelling van de
Dnjepr, in hun militaire nederzetting „de
Setsj", en naar hun woonplaats de Zapo-
rozjtsi, de Zaporogers, geheten een
strijden met zwaard en speer en schiet-
wapens tégen het opdringende Poolse feo
dalisme, dat horigheid betekent, en vóór
J hun Russisch orthodox geloof, tégen Li-
j tauers, Tartaren en Turken en vóór hun
onafhankelijkheid. Op de voorgrond staat
dan de onverschrokken Taras Boeljba als
verpersoonlijking van de door bar oorlogs-
I geweld en blinde doodsverachting geharde
Kozakken-krijgsman, vol van geloofsijver
en durf, sterk door zijn verlangen naar
heldhaftigheid, listig in het toekennen van
een hoger, zedelijk doel aan zijn drift tot
heroïsme, waarin de Kozak de bevestiging
van zijn bestaan, de zin van zijn leven en
I een uitlaat vindt voor zijn emotionaliteit,
1 die, eenmaal opgezweept, opbruist met een
wilde geestdrift. Met Taras trekken zijn
i beide zoons Ostap en Andrij ten strijde, in
een „kruistocht" tegen de Polen, ter ver-
overing en vernietiging van de stad Doebno,
die door barbaars wapengeweld en uit
hongering ten val moet worden gebracht
om de gehate „Polakken" onzachtzinnig te
leren, dat het Kozakkenvolk ontembaar en
bereid is, het leven te geven voor eer en
geloof.
Zo gelezen Is dit boek een indrukwek
kend epos van de eeuwenoude onafhanke-
lijkheidsdrang der Zaporogers, geschreven
in een felle en bewegelijke realistische stijl
een epos vol krijgsrumoer, een bonte
mengeling van wrede oerkracht en trouwe
kameraadschap, van onverbiddelijke hel-
I denmoed en trots zelfbewustzijn. Met zijn
rijke fantasie, die 'hem zomin voor een
ambtenaarsloopbaan als voor een profes-
«oraat in de geschiedenis geschikt deed zijn,
maar hem voorbestemde te worden tot wat
hij in zijn diepste wezen was: een schrijver,
I wist hij met de uit oude kronieken ver
zamelde stof, die zijn studenten nauwelijks
wilden aanhoren, een roemrijk verleden te
dramatiseren tot een levend heden, aldus
het verstarrend Czarendespotisme voor-
houdend, wat eens geweest was.
Men kan uit dit boek ook de ziel lezen
▼an een volk, waarin dronken levensvreug
de en koelbloedige doodsverachting, han
delen en apathische gelatenheid, dichter
naast elkander liggen en sneller kunnen
omslaan in hun tegendeel dan bij enig
West-Europese volk. Rusland heeft zijn
„Taras", de daadmens; maar ook en in
niet mindere mate kent 'het zijn „Oblo-
mov", die aarts-luiaard, die tot geen daad
kan komen Oblomov, romanfiguur van
Gontscharov, waarmee deze zijn naam on
sterfelijk maakte in de Russische littera
tuur. Twee zielen in één volk, in één mens:
I dat betekent tweespalt, zelfstrijd het
betekent romantiek. Gogolj was een ro-
I manticus, wiens problematiek, beïnvloed
natuurlijk door volksaard en de sociaal-
politieke structuur van zijn tijd, niet spe
cifiek Russisch, maar van alle tijden is en
vah alle landen, waarin het romantische
levensgevoel tot woord of klank of kleur
werd. En zo bezien is „Taras Boeljba" een
romantisch boek, evenals Gogolj's meester
lijke novelle „De Mantel". „Wij", schreef
Toergenjev, „wij zijn allen voortgekomen
uit Gogolj's Mantel", en hij doelde daarmee
op de weemoed van de romantische mens,
die tussen de tegenstellingen staat, hiér en
daar niet thuis is en zich alleen met de
humor, soms met de satire, het leven dra
gelijk kan maken.
Wie goed luistert, hoort hetzelfde motief,
dezelfde levenstoon in dit epos der Zapa-
rogers. Gogolj heeft in het dramatisch re
laas van deze Kozakkenstrijd de geschie
denis geweven van het persoonlijk lot van
zijn drie hoofdpersonen: Taras en diens
zoon Ostap: het symbool van natuurdrang;
Andrij: de representant van de geest. Hij
is niet een volbloed krijger, deze Andrij;
hij is een dromer, kent de extatische be
wondering, de verering, en is van jongsaf
vervuld van een ideaal, van een liefdes
verlangen dat verbonden is aan een Poolse
schone. En als dan het leger der Zaporogers
voor Doebno ligt, waar zijn geliefde blijkt
te wonen, loopt hij over, verraadt hij zijn
volk, verloochent hij ouders en broer
met andere woorden: hij verkiest de geest
boven de natuur, de liefde boven oer-
natuurlijke krijg'ersdrang en is bereid tot
zelfvernietiging in de hoogste erotische
extase. Hij is een Tristan en de Poolse edel-
vrouwe een Isolde; en samen zingen zij de
eeuwige mythe van het ontstaan der wereld,
zoals deze te horen is in de vier chromatisch
stijgende tonen, waarmee Wagner's „Tris
tan" inzet: het gis-a-ais-b-motief van liefde
en dood, van verlangen naar de volmaakt
heid'van het Nirwana. Nu, Andrij vindt de
dood; hij valt, dodelijk getroffen door een
geweerschot, dat afgevuurd wordt door de
wrekende hand van zijn vader; hij sterft,
niet met de naam van zijn vaderland, noch
met die van zijn ouders op de lippen hij
sterft de liefdesdoodTristan en Isolde.
En de Natuur, Taras dus en diens zoon
Ostap, zij behalen de overwinning op de
Geest? Is de tweespalt daarmee ten einde
gestreden? Geenszins. Ostap vindt als krijgs
gevangene de marteldood op het schavot
en Taras op de brandstapel. Zo gaat de
Natuur ten gronde aan eigen drang. Dat is
de diepere zin van „Taras Boeljba", geeft
het een ereplaats in deze „Onsterfelijken-
Reeks". En op die grond kan ik het met
Theun de Vries niet eens zijn, waar hij-in
zijn overigens voortreffelijke inleiding
schrijft: „Gogolj is nergens anders denk
baar dan in Rusland, in de eerste 'helft der
19e eeuw".
De waarde der vertaling is niet te be
palen. Het komt mij voor, dat Steenhuisen
niet rechtstreeks uit het Russisch vertaalde
en een bewerking van een bewerking blijft
een hachelijke onderneming. Maar sfeer en
toon zijn behouden gebleven en uit waar-
déring daarvoor is men bereid, een aantal
oneffenheden in taal en stijl over het hoofd
te zien. Ze zijn bijzaak in een vertaling, die
zulke knap-gestyleerde bladzijden bevat
als bijv. pag. 127/128. Gogolj blijft ook in
een andere taal Gogolj: de romanticus, die
vanuit een benard leven vluchtte in de
historie, in het verleden, om daar heul te
vinden voor de eigen zelfstrijd, die zijn
bedreiging en toch ook zijn verlangen was,
in de zin van het gis-a-ais-b-motief van
„Tristan", het mét Wagner onsterfelijk ge
worden motief van alle romantiek.
Velen, zou men, met een variant op Toer-
genjev's uitspraak, kunnen zeggen, komen
niet alleen uit Gogolj's Mantel, maar ook
uit „Taras Boeljba" voort. En het is aller
minst het onwaardigste deel der wereld
letterkunde.
C. J. E. DINAUX.
J
Gezelschap Boubcr terug. Na een Niwin-
tournée van 3 maanden is het toneelgezel
schap Herman Bouber uit Batavia op Schip'
hol gearriveerd.
Over hun ervaringen in de tropen warer
alle leden van het gezelschap zeer te spre>
ken. Vooral „De zaak A. D", was bij de mi
litairen zeer ingeslagen.
Gratis Ervoer. Op 6 Augustus wordt in
het Mauritshuis te Den Haag een expositie
geopend van schilderijen en prenten afkom
stig uit het bezit van de Engelse koning.
Deze kustverzameling wordt binnenkort naar
Nederland gebracht. De K.L.M. heeft zich be
reid verklaard gratis acht ladingen voor
haar rekening te nemen, de rest komt met
het oorlogsschip „Heemskerk", door bemid
deling van de Nederlandse marine.
Ignace Ncumark 60 jaar. De dirigent
Ignace Neumark, die 27 Juli zijn. zestigste
verjaardag hoopt te vieren, werd te Block
in Polen geboren, Zijn eerste muziekonder
wijs kreeg hij te Warschau. Daarna studeer
de hij aan het conservatorium te Leipzig.
Tot 1914 dirigeerde hij in verschillende
Duitse schouwburgen en tot 1921 leidde hij
met Schneevoigt de philharmonische concer
ten te Oslo. In 1922 werd hij tweede dirigent
voor de Scheveningse Kurhausconcerten.
Welkom vreemdelino;
De politie in de hoofdstad heeft vijf
jongemannen gearresteerd, die zich heb
ben schuldig gemaakt aan het stelen van
koffers uit auto's van vreemdelingen.
De politie heeft geconstateerd dat de
jongens niet alleen grote belangstelling
hadden voor de inhoud van de koffers,
maar bovendien de koffers uit elkaar haal
den, vermoedelijk in de hoop in een gehei
me bergplaats geld of sieraden te vinden.
Tot welke enormiteiten het
teruggrijpen der mode
ontwerpers op het verleden
leiden kan, toont bijgaande
joto van een wandeltoilet,
dat meer de indruk van
een grap dan can een
serieus bedoeld model
maakt. Toch werd het op
een I.ondense modeshow
gelanceerd als een „prijzig
en charmant" gevat, dat
waarachtig nog aftrek
vond. Het malle zit niet
in de herinnering aan de
oude tijd -■ want die oude
tijd was ook wat de mode >■-
betreft nog ze gek niet -
maar in het half-moderne,
dat deze kleding jxiist dat
komische accent verleent
dat er in het verleden aan
ontbrak. De statigheid en kies5? v"''
de distinctie van de antieke
modellen die thans in ver- f v
schillende détails weer op
de modemarkt terugkeren, L s
worden vaak in de nieuwe
versies vervangen door een
soort persiflage, een paro-
dische namaak, die lach
wekkend werkt.
Tenslotte moet voor de
mode tpch ook gelden, dat
zij eerbied toont voor dat-
gene, wat zij uit de his
torie leent. Anders moet,
zij zich maar liever inspan
nen iets geheel nieuws en
karakteristieks te brengen,
tlat geen antieke mode-
kunst, nodig heeft om enige
indruk te maken.
Effecten- en
Geldmarkt
HULMAN 4790.—
STUDEBAKER 6690.—
M. Gatsonides
BANDVOORTSELA AN 131 - HEEMSTEDE
TELEFOON 27645
(Adv.)
Een kinderklucht
Chris Hoflands kïndertoneelgezelschap
brengt een nieuwe kinderklucht naar een
gegeven van Marten Toonder, bewerkt
door Chris Hofland. De naam is: Ollie B.
Bommel en Tom Poes als Kikkers. Er ko
men verschillende andere figuren ten to
nele als de burgemeester van Rommeldam,
commissaris Bullebas, brigadier Snuf en
niet te vergeten Wammes Waggel. Wie er
in een kikker veranderd wordt, wordt niet
verklapt. Wel is te zeggen dat Tom Poes
en heer Bommel weer heel wat avonturen
beleven.
De première in Haarlem vindt plaats a.s.
Dinsdagmiddag m liet Gcm. Concertge
bouw.
Ondanks de spanning inzake het conflict
om Berlijn, is er van een paniekstemming
op de beurzen geen sprake. Weliswaar
heeft Wallstreet deze week een paar maal
lagere koersen gezonden, maar de volgen
de dag was er weer een herstel. In Am
sterdam is het algemeen koersgemiddelde
voor de aandelenmarkt van 183.14 begin
Mei tot circa 173 gedaald, ook al geen
schrikbarende daling.
Natuurlijk speelt hier de omstandig
heid, dat er noch in New York, noch in
Amsterdam z,g. prolongatieposten lopen,
een grote rol, omdat men met eigen geld
gekochte stukken minder gemakkelijk met
verlies verkoopt en de kat uit de boom
blijft kijken. Wat Amsterdam betreft, komt
daar bij dat over 1947 in het algemeen
hogere dividenden zijn of worden uitge
keerd, op basis waarvan het rendement tot
.4.5 en 6 pet. gestegen is, en voorts, al is
dan de devaluatievrees vooreerst verdwe
nen, is de devaluatiegedachte bij velen nog
altijd een reden om zijn aandelen niet weg
te doen.
Wij hebben de vorige week doen zien
hoe uiterst moeilijk het is zich thans over
die devaluatiemogelijkheden een juist oor
deel te vormen. Aan de ene kant is er
de clausule in de voorwaarden van het
Marshallplan, volgens welke de benefici
anten gehouden zijn hun monetaire positie
dermate te consolideren, dat het valuta-
disagio in het buitenland verdwijnt, aan de
andere kant komt de directeur van het
Monetaire Fonds verklaren dat hij geen
geforceerde devaluatie wenst, waarmee
natuurlijk niet gezegd is dat een algemene
herziening der valutakoersen in het raam
van een nieuwe internationale overeen
komst uitgesloten is.
De valuta-notering in het buitenland is
normaliter een kwestie van crediet, maar
thans spelen ook de maatregelen tot be
perking van het betalingsverkeer een rol,,
zodat bijvoorbeeld uit de notering van
guldens op de vrije markt in België niet
een appreciatie van de credietwaardigheid
van Nederland is af te lezen. Eerst als
tussen de diverse landen weer een vrij
ruilverkeer is tot stand gekomen en ook
het internationaal geldverkeer normaal kan
functioneren, zal er tussen de valuta der
landen een natuurlijke verhouding kunnen
ontstaan, waai'bij dan de credietwaardig
heid, zoals het behoort, een der voornaam
ste steunpunten voor de valuta zal zijn.
Prof. Röpke heeft nog altijd gelijk als hij
zegt dat internationale overeenkomsten
geen baat brengen, zolang elk land voor
zich geen orde op zaken stelt, dat wil zeg
gen, zorgt voor een sluitende begroting en
een evenwichtige betalingsbalans. Dit zijn,
kort gezegd, de twee pilaren, waarop de
valuta moet steunen en in dit opzicht zijn
de West-Europese landen thans nog lang
niet waar ze moeten zijn, zodat ze afhan
kelijk blijven van Amerikaanse steun en
Amerikaans crediet. Nederland zal de ca.
350 millioen, welke het voor het derde
kwartaal als Marshall-hulp krijgt, moeten
gebruiken tot versterking van zijn export
positie, waarvan de maand Mei gelukkig
een lichte aanwijzing geeft. Deze steeg
tot een recordcijfer van 223 millioen tegen
203 millioen in April, terwijl de invoer
terugging, als gevolg waarvan de import
ditmaal voor circa 57 pet. döor de export
gedekt was tegen <50.6 pet. in April en 36.7
pet. in Januari. We zijn dus zonder twijfel
op de goede weg'.
In het Voorlopig verslag van de Tweede
Kamer over de Geldzuivering is terecht op
het belangrijk accres der belastingont
vangsten gewezen.
Het is nu maar de vraag hoe dit accrès
wordt gebruikt. Uit de onlangs door de
regei'ing gepubliceerde cijfers van de
staatsschuld is gebleken, dat de hogere en
bizondere belastingen tot dusver nog door
budgetaire tekorten zijn verteerd. Zo
komen we er natuurlijk niet, maar raken
we steeds verder van huis. Vermoedelijk
zullen de Amerikaanse Marshall-experts,
die naar hier gekomen zijn om onze finan
ciën te bestuderen, daarop wel de aandacht
vestigen en kan ook hier het spreekwoord
gelden, dat vreemde ogen dwingen.
Orde op zaken. Orde en rust. Deze voor
waarden gelden niet slechts voor Neder
land, maar ook voor Indië, zoals Eugène
R. Black, directeur van de Wereldbank
dezer dagen nog eens heeft geaccentueerd.
Zeker, Amerika wil ook Indië in de cre-
dietgeving betrekken, maar. eerst orde
en rust en voorlopig liefst de garantie van
de Nederlandse regering, waarvan gehoopt
moet worden dat zij straks in haar niéuwe
formatie die garantie op deugdelijke gron
den zal kunnen geven.
Maar dan moet er wel iets veranderen.
Het natuurreservaat
in de duinen
Onderhandelingen vlotten
slechts langzaam
Enige tijd geleden deden wij medede
lingen over plannen om in de nabijheid
van Haarlem een natuurreservaat te vesti
gen. De bedoeling is daarvoor het complex
duinen aan te kopen dat ligt tussen de
Zeeweg te Bloemendaal en de gemeente
Velsen. Het initiatief daartoe is in handen
van de afdeling natuurbescherming van het
departement van Onderwijs. Geldelijke
steun zou daarbij verwacht worden van de
provincie Noordholland en enkele belang
hebbende gemeenten.
Wij vernemen thans dat de onderhande
lingen om tot deze aankoop te komen
slechts langzaam vlotten, zodat verwacht
moet worden dat het nog wet enige tijd zal
duren voor een beslissing valt.
Er moet evenwel goede kans bestaan dat
de aankoop tot stand zal komen.
ZUIDDUITS BLAD DOET ONTHULLINGEN
(Van onze correspondent in Duitsland)
De documenten, die bij de voorbereiding
van de processen tegen Duitse oorlogsmis
dadigers te voorschijn komen, onthullen
van tijd tot tijd interessante bijzonderheden
uit het leven van Duitsers, die tot de pro
minenten van het Hitler-régime behoor
den. Zo hebben wij onlangs vernomen, dat
Roland Freisler, de beruchte president van
het volksgerechtshof, voor hij de lugubere
rol van groot-inquisiteur van het Derde
Rijk speelde, lid was van de communisti
sche partij. Tijdens de eerste wereldoorlog
was hij in Russischegevangenschap ge
raakt en in 1918 werd hii belast met de
vorming van communistische speciale
rechtbanken, die afrekenden met de tegen
standers der bolsjewistische revolutie.
Over het duister verleden van Freisler
werd in de nazi-tijd angstvallig gezwegen.
Een even onbekende bijzonderheid be
helst de mededeling, dat Alfred Rosenberg,
de filosoof van het nationaal-socialisme,
gedurende de eerste wereldoorlog dienst
deed als spionnage-agent van de tsaristische
geheime politie. Rosenberg eindigde in
October 1946 te Neurenberg zijn leven aan
de galg.
De kroon spant evenwel het sensationele
verhaal over Reinhard Heydrich, de chef
der Duitse Gestapo, dat enkele dagen ge
leden in een Zuidduits blad werd gepubli
ceerd. Begin 1937 richtte Heydrich zich tot
Admiraal Canaris, het hoofd van de Duitse
contra-spionnage, met het verzoek hem
alle brieven en met de hand geschreven
acten, betrekking hebbende op de samen
werking tussen de vroegere Duitse Rijks-
weer en het Russische leger, ter beschik
king te stellen. Hij stelde vooral belang in
schriftstukken van Toeshatsjewski, Hom-
merstein, Von Seeckt en andere generaals.
Canaris, die toen reeds tegen Hitier en zijn
partij complotteerde en geen gelegenheid
verzuimde om de plannen der geheime
staatspolitie te dwarsbomen, weigerde,
Eveneens wees hij het van de hand uit zijn
staf medewerkers aan te wjizen, die in
staat waren elk gewenst handschrift na te
bootsen. Tegelijkertijd gaf hij zijn stafchef,
generaal Oster, opdracht uit te vorsen wat
Heydrich in het schild voerde, doch het
enige, dat deze te weten kon komen was,
dat sedert enige tijd onder leiding van een
professor in de grafologie vier gedeser
teerde of gevangen genomen leden der
Russische Gepeoe in het hoofdkwartier
der Gestapo in strengste isolatie en onder
bewaking bezig waren met geheimzinnig
werk. Pas later ervoer hij, dat Hydrich er
toch in was geslaagd uit de archieven van
de Rijksweer alle bescheiden over de
Duits-Russische militaire samenwerking
in handen te krijgen.
Regering heeft het volle
vertrouwen in Dr. Huender
Minister antwoordt
op brief van Surinamers
De federatie van verenigingen van Suri
namers buiten Suriname, de vereniging
„Ons Suriname" en de stichting „Voor
Suriname", hebben onlangs een brief ge
richt tot de ministerraad naar aanleiding
van de benoeming van Dr W. Huender tot
gouverneur van Suriname.
Deze benoeming, zo werd medegedeeld,
had de ongerustheid gewekt van adres
santen en wel naar aanleiding van klach
ten over het beleid van dr Huender te Ber
lijn.
De minister van Overzeese Gebiedsdelen
heeft namens de ministerraad op dit adres
geantwoord, dat inderdaad in het publiek
klachten zijn geuit over het beleid van dr
Huender als hoofd der missie te Berlijn.
Daarover zijn rapporten uitgebracht aan
de minister van Buitenlandse Zaken.
Uiteraard lenen deze rapporten zich niet
voor publicatie, omdat zij gewagen van
internationale aspecten en handelen over
het doen en laten van diverse andere per
sonen dan het hoofd der missie.
Uit het feit dat dr Huender aan de Kroon
is voorgedragen voor de vervulling van een
zo belangrijk openbaar ambt als dat van
gouverneur van Suriname, blijkt overtui
gend, dat de ministerraad niet alleen het
volle vertrouwen heeft in zijn kundigheden
en zijn persoon, doch tevens in het beleid,
hetwelk door hem als hoofd der Neder
landse Militaire Missie te Berlijn is ge
voerd. De minister van Buitenlandse Zaken
ontbeert node de diensten van dr Huender.
Het is dan ook de bedoeling, dat dr
Huender na zijn ambtsvervulling als gou
verneur van Suriname naar de buiten
landse dienst terugkeert.
T entoonstelliiig
„Groningen 1948"
Van 25 Augustus tot en met 9 September
zal in Groningen een grote tentoonstelling
worden gehouden, waarvoor de stad een
harer mooiste sport- en wandelparken af
stond. Het zal een expositie zijn op het
gebied van Landbouw, Handel, Nijverheid
en Verkeer. De provincie Groningen is een
agrarische provincie. De landbouw, met
name de akkerbouw staat er op hoog peil
en heeft de voorwaarden geschapen voor
een bloeiende landbouwindustrie. De ge
lijknamige hoofdstad, die ook belangrijke
industrieën bezit (confectie- en tricotage-
fabrieken enz,) is het handels- en culturele
centrum van het gewest. Zij is de Universi
teitsstad van het Noorden(sinds 1614). Cen
trum is de stad ook in die zin, dat alle
belangrijke land- en waterwegen er samen
komen.
De tentoonstelling draagt niet uitsluitend
een commercieel karakter. Er is een ruime
plaats ingeruimd voor stands uit het be
drijfsleven, maar daarnaast ook voor stands
die willen demonstreren wat Groningen
betekent in de rij harer zusterprovincies en
aldus een beeld geven van haar economi
sche en maatschappelijke structuur.
Het tentoonstellingsterrein beslaat een
óppervlakte van ruim 19 h.a. De vorm van
de hoofdingang is geïnspireerd op de letter
A, waaraan men op alle wegen de auto
herkent, die uit Groningen afkomstig is.
Als centrum van ontspanning wordt een
marktplein gebouwd met cabaret, bioscoop
en Groninger koekhuis. Een curiositeit is
de portier van het cabaret. Hij is n.l. 2.45 m
lang. weegt 395 pond en draagt schoenen
maat 62.
Prins Bernhard zal de tentoonstelling
bezoeken en deelnemen aan het concours-
hippique op 28 Augustus.
In Februari 1937 werd toen te Moskou
een politiek complot ontdekt. Maarschalk
Toeshatsjewski en een reeks hoge bevel
hebbers van het Russische leger werden
gearresteerd. Na een monsterproces, waar
in de beklaagden zich ten dele zelf be
schuldigden, werd bijna de gehele Russi
sche staf „geliquideerd". Wil men de ont
hullingen van het Zuidduitse blad geloven,
dan is dit bloedbad het resultaat geweest
van een duivels plan, dat door Hitier zelf
werd uitgedacht en door Heydrich is uit
gevoerd. Heydrich zou er zich later in een
gesprek met Canaris op hebben beroemd,
de gehele leiding van het Rode leger aan de
beul te hebben overgeleverd.
Naar het voorbeeld van de originele
brieven zou een omvangrijke correspon
dentie tussen de groep Toeshatsjewski
onder leiding van de Duitse Rijksweer zijn
vervaardigd en deze belastende documen
ten zouden via Tsjechoslowakije in de han
den van de Gepeoe zjjn gespeeld. Op deze
wijze zou het Russische leger van zijn lei
ding en voor aanzienlijke tijd van zijn
stootkracht zijn beroofd. Jeschow, de chef
van de Gepeoe, die het onderzoek tegen de
Russische legerleiding voerde, werd enige
tijd na Toeshatsjewski's executie eveneens
ter dood gebracht. Heydrich werd in 1942
het slachtoffer van een aanslag. Canaris
en Oster zijn begin April 1945 in het con
centratiekamp Flossenburg vermoord.
Chefarine,4
TEGEN PIJNEN EN GRIEP 2C TABLETTEN I 0 75
(Adv.)
Tuchtraad voor journalisten
geïnstalleerd
Mr. M. Rooy, voorzitter van de Federatie
van Nederlandse Journalisten heeft gisteren
te Amsterdam de Raad van Tucht van deze
federatie geïnstalleerd.
Mr. Rooy begroette eerst de vertegen
woordiger van de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, mr. H. J.
Schölvinck, hoofd van de afdeling Kabinet
en Algemene Zaken en de vertegenwoordi
ger van de minister van Justitie, mr. B. H.
Kazemier, ï'aadadviseur in algemene dienst,
voorts de voorzitter en de leden van de
Raad van Tucht en ten slotte enige gasten
uit de universitaire wereld en de organi
saties waarmee de federatie ïn goede ver
standhouding samenwerkt.
In zijn installatierede herinnerde de fede
ratievoorzitter er aan, dat reeds vóór de
oorlog plannen bestonden tot instelling van
een tuchtrechtspraak voor journalisten.
Bij de heroprichting van de Nederlandse
Journalistenkring in 1946 stonden mr. Rooy
drie doeleinden voor ogen: verzekering van
de sociale positie der journalisten; instel
ling van een tuchtrechtcollege en de tot
standkoming van een journalistieke oplei
ding.
Het eerste doel zal binnenkort met het
valt kracht worden van de collectieve ar
beidsovereenkomst bereikt zijn. Het laatste
is voor de R.K. journalisten reeds werke
lijkheid, voor de overigen zal deze opleiding
ook spoedig tot uitvoering komen.
De pogingen om tot het tweede doel te
geraken zijn nu met succes bekroond. Dit
tuchtrechtcollege levert naar buiten het
bewijs, dat de Nederlandse journalisten hun
positie in de maatschappij zien als een die
nende functie. Het bestaan van de tuchtraad
op zich zal reeds een preventieve werking
uitoefenen.
Mr. Rooy hoopte dat zelden een beroep
op de Raad van Tucht zal worden gedaan,
„hoewel" aldus spreker „er verschijn
selen zijn, die er op wijzen, dat het col
lege niet werkloos zal blijven". Mr. Rooy
besloot met als zijn verwachting uit te
spreken, dat eerlang een wetsontwerp, het
gehele Perswezen regelende, de Sta ten-
generaal zal worden aangeboden.
De voorzitter van de Raad van Tucht,
prof. mr. J. A. van Hamel, verklaarde dat
de Raad een zeer kiese en verantwoorde
lijke opdracht heeft gekregen. Kies, omdat
het leven van de Pers rust op de individuele
karakters van de journalisten. Daarom mag
voor hen geen ambtenarenrecht gelden en
hun geen eng keurslijf worden aangelegd.
De essentie van het drukpers wezen is vrije
verantwoordelijkheid en verantwoordelijke
vrijheid, verantwoordelijk ook, wegens de
grote invloed van de drukpers op alle lagen
van de bevolking.
Prof. Van Hamel hoopte met mr. Rooy
dat het werk van de Raad schaars zal zijn
en dat door zijn aanwezigheid de journa
listen zich twee maal rekenschap zullen
geven van hun verantwoordelijkheid.
Politieke delinquent liad
vluchtpoging voorbereid
Uit het nadere onderzoek, dat is ingesteld
terzake de ontvluchting van een der poli
tieke delinquenten uit het kamp te Laren
is gebleken, dat het slachtoffer de 43-
jarige slager H. C. van der H. uit Den Haag
reeds eerder pogingen heeft gedaan tot
ontvluchting en daarom in de afdeling af
zonderingsbarakken was opgesloten.
Toen Donderdagmiddag een groep delin
quenten gereed stond om te gaan werken,
heeft de man kans gezien over de eerste
omrastering heen te komen en zich een tijd
lang schuil te houden in een slaapbarak.
Later is hij op een nog niet opgehelderde
wijze over de tweede omrastering heenge-
komen, waarna hij trachtte, op zijn buik
liggend, door het wegknippen van de dra
den der laatste versperring uit het kamp te
komen.
Dit werd opgemerkt door een wacht op
de toren aan de achterzijde van het kamp,
die terstond een waarschuwingsschot loste
om de tweede wacht op de andere toren te
alarmeren. Deze sommeerde Van der H
terug te keren. De man gaf daaraan geen
gevolg. De wacht loste daarop een tweede
schot, dat de vluchteling trof. Van der H.
moet op slag dood zijn geweest. Bij zijn
stoffelijk overschot heeft men een actetas
gevonden, waarin zich een pyjama en
toiletbenodigdheden bevonden. Daaruit
heeft men opgemaakt, dat hij de vlucht
had voorbereid.
In een kamer van een hotel aan de Sta- i
tionsweg in Den Haag is de 44-jarige ma
troos P. de R. uit Amsterdam om het low-
gekomen. Vermoedelijk door dat hij in bed I
gerookt heeft is het beddegoea gaan smeu
len. De R. is in de rook gestikt. I
Over Muziek
DE GEDACHTE
Zonder bewogenheid van sentiment kan
geen muzikaal kunstwerk ontstaan, en elke
keer dat het werk klinkt, zal deze be
wogenheid meeklinken en zal de muziek
liefhebber de aandoening herkennen en
mee-beleven. Overigens is deze bewogen
heid in het algemeen moeilijk of in het
geheel niet te omschrijven. Dit wil echter
niet zeggen dat wij aan vaagheid zijn
overgeleverd en de muziek slechts kunnen
bepalen naar de technische vormen waar
in zij gegoten wordt. Ik sluit thans alle
vocale muziek uit en wil mij op het ogen
blik slechts met enkele verschijnselen der
instrumentale bezig houden. Al degenen
die spelen, strijken of blazen, en niet min
der zij voor wie het luisteren naar de
instrumentale kunst een levensbehoefte is,
zijn geboeid door het curieuse, klinkende
leven, dat, van de eerste tot de laatste
noten, mee-trilt en dat men een klanken-
of tonenspel zou kunnen noemen. Wat ge
beurt er toch in die tijd? Wat is de samen
hang dezer geluiden en wat bepaalt de
duur van het kunstwerk? Is er entge toe
valligheid in het tempo of is er een macht
die hier de zekerheid bepaalt? Wie naar
een volwaardige compositie luistert stelt
deze vragen niet en kent slechts dankbare
bewondering. De tijd van luisteren is niet
de tijd van analyse; op andere ogenblikken
kan de geest tot bespiegeling overgaan en
men moet bij de nauwkeurigste naspeurin
gen hopen dat de vrijheid van het luisteren
niet geschaad wordt. Zó sterk echter is
het enthousiasme in het werkelijke kunst
werk (ook in het stilste en zachtste) dat
het ons beheerst en wij niet behoeven te
besluiten uit voorzichtigheid alle over
weging en onderzoek achterwege te laten.
Het komt er slechts op aan te weten dat
bij het genieten van muzikale schoonheid
luisteren en opnemen een volledige waarde
zijn, die geen verificatie behoeft. Wij onder
zoeken uit interesse maar wij luisteren uit
liefde, of hoe u het noemen wilt. Kan ik
dan zo beschouwd wel zeggen dat er
een muzikale gedachte is die tot ons
spreekt? Is de gedachte niet een mede
deling tot het verstand, onafhankelijk van
gevoelscontact? Als het kunstwerk niet
zonder bewogenheid kan ontstaan, kan het
dan een bepaalde gedachte bevatten?
Er zijn bij de instrumentale muziek
werken van drieërlei soort te onderschei
den: de werken .welke de ontwikkeling
vertonen van een of meer melodieën, an
dere, die uit het genot van klankfantasie
ontstaan en ten derde de composities die
in hoofdzaak een gevoelsstemming weer
geven. Absoluut „zuivere" vertegenwoor
digers van een dezer soorten zijn er waar
schijnlijk in het geheel niet: de werken
der eerste soort bestaan niet zonder klank
verbeelding, de composities der tweedei
soort bevatten allicht iels van een melo
disch gegeven en ten 'slotte is het element
der gevoelsaandoening bij alle wer
kelijke kunstwerken aanwezig.
Voor de eerste soort noem ik als voor
beeld een kwartet van Beethoven of een
Préludium en Fuga van Bach, voor de
tweede een Prélude van Debussy, voor de
derde een pianostuk van Schumann. Er
zijn natuurlijk andere voorbeelden te
geven: voor de eerstgenoemde muziek: het
strijkkwartet van Ravel, voor de tweede
een adagio van Beethoven, voor de derde
een Sarabande van Bach. Talloze modellen
zijn er aan te wijzen, maar altijd zullen wij
de algemeenheid der muziek ontmoeten,
dat wil zeggen: in ieder soort ontdekken
wij ook weer alle soorten en wie de schei
ding forceert, maakt een grove muzikale
en aeslhetische fout.
De muzikale gedachte is niet het melo
dische portret van iets wat buiten de mu
ziek bestaat; het is een inval die melodisch,
rhythmisch en harmonisch een eenheid is
en zich door de beperktheid van omvang
en duur doet kennen. Voor een inval is
geen voorschrift te maken, geen reglement,
zelfs geen toonsysteem; de inval is supe
rieur en het is, artistiek beschouwd, prin
cipieel verkeerd er lang en breed over te
praten. De kenschetsing der muzikale „ge
dachte" zonder het klinkende voorbeeld
is machteloos: wij kunnen slechts door
algemene bepalingen iets van de muzikale
gedachtengang benaderen. Als technische
term voor de gedachte gebruikt men veelal
het woord „motief". Dit is niet slecht ge
vonden als men op zoek is naar een for
mule voor een zo onstoffelijke en ontast
bare zaak. Inderdaad is de muzikale ge
dachte de beweegreden van het stuk. Deze
beweegreden kan evenzeer in een paar
tonen als in een melodie van meer maten,
bestaan. Er is geen sprake van dat de
echtheid en de deugdelijkheid van een
motief of beweegreden gebonden is aan
een bepaald aantal maten, maar het is
wel zeker, dat de wijze van voortgang in
melodisch, harmonisch en rhythmisch op
zicht de betekenis van de inval nader mee
deelt.
In deze wijze van voortgaan of ontwik
keling spreekt de componist zijn onderhoud
met de muziek uit. Uit deze ontwikkeling
blijkt de mate van evenwicht tussen zijn
muzikaliteit en het natuurverschijnsel der
muziek, uit deze wijze van voortgaan klinkt
het leven van het genie, want deze ont
wikkeling bevat de poëzie der muziek in
de ruimste, in de diepste zin. Zij die door
dit verschijnsel wezenlijk-muzikaal ge
boeid zijn, concentreren meer en meer hun
aandacht, dat wil zeggen: brengen zich
zelf tot stilte eh luisteren met hart en ziel.
Men leest af en toe poëtische ontboe
zemingen over muziek, die wel de be
wondering van de schrijver weergeven,
maar niets zeggen over de muziek, omdat
zij te veel zeggen of wat anders zeggen.
Iemand die de muzikale gedachtengang
opneemt van Bach, Chopin en Bela Bar-
tok zal van geluk vervuld zijn, omdat hij
diep in zijn bemind element geleefd heeft;
het bracht hem niet tot poëzie, maar hij
was in de poczie.
De eerste dor drie, gevaarlijk verdeelde
soorten is voornamer dan de andere. Zij
wordt niet geformeerd door idealen, zij is
het gesprek van de componist met de
Muziek en ook de componist die het meest
„belast en beladen" is spreekt zich het
edelst uit waar bij de verheven logica der
muzikale elementen met evenveel liefde
als zekerheid hanteert. De muzikale gedach
te is nooit een product van 't verstand, zij
is evenmin een gebaar ter oproeping van
vreemde schoonheden, zij is de belicha
ming van de gevoels-aandacht van de
musicus.
HENDRIK ANDRTESSEN.
„Herwonnen Levenskracht"
Morgen, Zondag, zal er in Haarlem,
Overveen en Vogelenzang een collecte of
speldjesdag worden gehouden ter bestrij
ding der tuberculose.
Voor deze jaarlijkse speldjesdag "van
„Herwonnen Levenskracht", de verenging
Arbeidersbeweging, komt het besluui van
het comité een beroep doen op de mild
dadigheid van al de inwoners.