JULIANA,
NEDERLANDS KONINGIN
Nieuwe Uitgaven
DONDERDAG 2 SEPTEMBER 1948
fff-- <üiy-r-
Binnen enkele dagen haalt ons volk Koningin Juliana in, die met hetzelfde
idealisme en het warme hart als haar moeder, doch minder dan zij gestoord door
maatschappelijke plichten, zich heeft kunnen wijden aan gedegen studie, aan
veelzijdige scholing en aan de vorming van een geestelijke rijpheid, die wij thans
bovenal nodig hebben. Juliana treedt voor ons volk als een persoonlijk en maat
schappelijk volgroeide figuur.
Het Nederlandse volk mag zich gelukkig prijzen,' in 1898 Koningin Wilhelmina
te hebben mogen aanvaarden als lèidsvrouwe, en in 1948 Koningin Juliana te
kunnen begroeten.
Denkende aan het hart, dat Koningin Wilhelmina leidde in haar leven: zelden
heeft dit hart zo sterk gesproken als toen zij haar dochter, die na jaren van bange
en stille afwachting op 30 April 1909 op het Paleis Noordeinde te Den Haag het
levenslicht aanschouwde, de zinrijke naam Juliana schonk. Wilhelmina's eigen
leven stond telkenmale in het teken van eenzaamheid rond de troon. Zwak leek
de band tussen verleden en toekomst voor de twee-eenheid Nederland-Oranje.
Op slechts vierjarige leeftijd was zij enige schakel in die band. Het mocht dan een
sterke schakel zijn, niet de zwakste waar de keten naar menselijke wijsheid
breekt, zijzelf voelde bewust dat niet mensen deze band smeeddenof zouden
breken. Juliana zou daarom de naam zijn, die haar kind moest voorbestemmen
nieuwe stammoeder te worden van een bloeiend Oranjehuis. Juliana Louise
Emma Marie Wilhelmina. Louise naar de vierde vrouw van Willem de Zwijger,
Emma naar haar die Oranje voor ons volk behield door haar opofferende liefde
en haar sterke moederlijke gezag, Marie naar de moeder van Prins Hendrik,
Wilhelmina tenslotte naar de moeder thans niet alleen van haar kind doch
tevens van haar volk. Tot veel verplichtende namen alle, doch geen zo zinrijk
als de eerste naam, Juliana, waarin wij jde hartebede van Koningin Wilhelmina
lezen
In een wild oplaaiend enthousiasme alom
ln het land werd getuigd van de liefde, die
de jonggeborene zich reeds bij haar ge
boorte had verworven. In de Willemskerk
te Den Haag werd het Prinsesje op 5 Juni
1909 ten doop gehouden. De hofprediker,
dr. J. H. Gerretsen leidde de dienst in
dachtig het woord in Lucas: „En Hij gaf
hem aan zijn moeder". Tot de ouders zeide
de voorganger: „Nooit zult Gij tevergeefs
tot Hem gaan, want steeds zal Hij u zeggen
hoe te doen met Uw kind, dat ook Zijn
kind is".
De opvoeding buiten gezinssfeer en bui
ten school was tot 1920 opgedragen aan
jonkvrouw L. P. van de Poll, nadien aan
jonkvrouwe I. G. baronesse Sloet van
Marxveld en mej. A. E. Oosterlee, terwijl
reeds op jeugdige leeftijd een aanvang
werd gemaakt met het godsdienstonder
richt door ds. W. L. Weiter. Steeds weer
waren het bovendien hoogtepunten voor de
jonge Prinses, wanneer zij bij grootmoeder
op bezoek mocht, in Soestdijk haar hui
dige eigen tehuis of in het paleis aan
de Voorhout in de residentie. Koningin
Emma heeft haar rijke opvoedkundige ga
ven en ervaringen bij die talrijke bezoeken
zeker niet ongebruikt gelaten.
Karakteristieke
schoolopleiding
Kort voor de eerste wereldöorlog nam de
schoolopvoeding een aanvang. Juliana's le
ven dier jaren werd echter niet alleen
daardoor, ook door de benarde omstandig
heden van ons neutrale volk te midden van
de woedende strijd beïnvloed. Het lands
belang vorderde een voortdurende aanwe
zigheid van de Koningin in Den Haag,
waarheen dan ook de vaste verblijfplaats
van het Koninklijk Gezin werd verplaatst.
De uitstapjes naar Den Haag en andere
delen des lands ruimden plaats voor uit
stapjes uit Den Haag naar het Loo en voor
minder afwisselende doch niet minder ple
zierige tochtjes naar zee, meestal Katwijk,
waar b.v. in 1916 de Koningin met Juliana
gedurende enige maanden logeerde.
De Koningin koesterde de nadrukkelijke
wens, haar dochter enerzijds in vorm een
zo „gewoon" mogelijke schoolopleiding te
bieden, doch daarnevens naar de aard een
opleiding, die karaktervorming op basis
van kennis stelde boven verstarde aanwer
ving van parate kennis. Oriënterend con
tact met de bekende Haagse onder wijsher
vormer Jan Ligthart, op wiens school met
vrucht verjongde leermethoden werden toe
gepast, leidde er toe dat een klasje van vier
leerlingetjes werd samengesteld uit „Ju
liana van Oranje", Elise Bentinck, Elisabeth
van Hardenbroek en Miek de Jonge, waar
voor in een speciaal vertrek van Huis ten
Bosch onderricht werd gegeven door bij
Jan Ligthart gevormde leerkrachten, aan
vankelijk mej. B. Cohen Stuart (1915'16)
nadien door mevr. A. v. d. Reyden-van der
Hooff. Vakonderwijs werd voorts gegeven
door mej. Cath. van Rennes, mej. de Mello
Manser, mej. J.' van Hasselt, prof. Van
Schelven, dr. Japikse, prof. dr. J. H. Gun
ning Wzn., prof. jhr. mr. W. J. M. van
Eysinga, prof. dr. J. C. van Eerde, prof.
Verrijn Stuart, prof. Muller, mej. Oosterlee,
mej. Bonebakker, mevr. Rachwitz-de
Jongh en mevr. Roelofs Blechmann. Dit
lijstje in wetenschappelijk en paedagogisch
opzicht prominente leekrachten, tezamen
met de wetenschap dat Koningin Wilhel
mina haar dochter van jongs af aan heeft
gewend aan een strikte tijdsverdeling tus
sen studie en ontspanning, waarbij zeker
laatstgenoemde categorie niet overheerste,
laat ons zien dat Juliana reeds jong gewend
werd aan het betrachten van een serieuze
plichtsvervulling en het zich verwerven
van gedegen inzicht in de problemen van
haar en vroeger tijden.
De keuze van onderwijs-vorm zou later
een merkwaardige parallel vinden in de
De Prinses in mijnwerkerstenue bij een bezoek
aan de delvers van het zwarte goud.
schoolkeuze door Juliana voor haar kinde
ren, nl. de op vernieuwing en individuele
capaciteiten der leerlingen georiënteerde
„Werkplaats" van Kees Boeke te Bilthoven.
Persoonlijkheid groeit
Reeds voor haar meerderjarigheid in
1927, tijdens de schoolopleiding dus, waar
in evenals indertijd bij de opvoeding van
Koningin Wilhelmina lager-, middelbaar en
hoger onderwijs in elkaar overvloeiden,
openbaarde zich de richting van de cultu
rele ontwikkeling van de Prinses, die niet
de beeldende gaven van haar moeder erf
de, evenmin geprononceerd muzikaal van
aanleg was, doch een opmerkelijke lite
raire begaafdheid toonde, die mede oor
zaak zal zijn van haar meer dan vorme
lijke belangstelling voor het toneel.
In de laatste jaren voor "haar schoolop
voeding leerde de Prinses haar toekomstige
plichten kennen tijdens veelvuldige bezoe
ken aan alle delen des lands, o.a. Zeeland
ten tijde van de Belgische annexatiezucht
en Utrecht, waar zij, als symbool van de
taak der Oranjes in ons volk, de eerste
steen plaatste voor het Utrechtse Jaar
beursgebouw.
Eenmaal opgegroeid tot zelfstandiger
oordeel en eigen kracht vond zij telkens
ongedwongen contact met vele leeftijdge
noten in het voor haar ingerichte kamp
verblijf, het Aardhuis.
V rijkeid,
plichten
droefenis en
De dertiende September 1927 trad „Jula
van Oranje" zoals zij spoedig reeds ge
noemd werd, het Leidse studentenleven en
daarmede een der gelukkigste perioden
van haar leven binnen. Het was de nadruk
kelijke wens van haar zelve en haar ouders
geweest, de drang naar vrije ontplooiing
zonder de beperkingen van haar maat
schappelijke toekomst een uitweg te geven
in een academische studie, niet als Prinses,
doch als gewoon studente. In de jongste
oorlogsjaren is aan de ongebreidelde ver
nielzucht van de Duitsers ook de villa 't
Waerle aan de Katwijkse boulevard ten
offer gevallen, die Juliana gedurende haar
studie tot tehuis heeft gediend. Van daar
uit nam zij ongedwongen deel aan de ge
neugten, doch ook aan het gedegen werk,
die tezamen een waarlijk academische vor
ming uitmaken. Ongedwongen, door hoog
leraar noch medestudenten noch de bur-
j gerij van Leiden en Katwijk als iemand
anders behandeld dan „studente", heeft zij
in de Sleutelstad en in het eenvoudige maar
hartelijk vissersdorp als gewone sterveling
haar plaats veroverd in de universitaire
gemeenschap, in het leven en vertier van
de vrouwelijke studentenvereniging, in
haar jaarclub, in de wetenschappelijke
sfeer van haar studie ook.
Bij een overzicht over het leven van onze
jonge Koningin willen wij niet in details
treden in het leven van „Jula van Oranje",
die in die tijd niet Prinses, doch studente
als alle andere studenten wilde zijn. en
ook is geweest. Het kan ons slechts tot ver
heugenis stemmen, dat zij in die jaren
op haar wens van de oorspronkelijk voor
genomen twee tot drie verlengd het
voorrecht heeft genoten slechts mens te
zijn, het geluk en de moeiten van andere
mensen te delen, de vreugden doch ook de
zorgen van de gemeenschap, waar zij eer
lang boven zou worden gesteld, uit onder
vinding te beleven.
De Academische Senaat besloot in 1930,
haar het eredoctoraat in de letteren en
wijsbegeerte toe te kennen, zowel als be
wijs van dankbaarheid voor de eer, de
academie bewezen, als blijk van uiterste
waardering voor de wijze, waarop de
Prinses haar studie had opgevat. In een
eenvoudige doch indrukwekkende plech
tigheid, bijgewoond door de gehele Ko
ninklijke Familie, werd aan dit besluit ge
volg gegeven in de Senaatskamer op 31
Januari 1930.
Waardevolle karakteristiek
„IJver, lust tot onderzoek, helder begrip
en oorspronkelijkheid van geest" zijn de
lovende termen, waarin het judicium dezer
promotie zich uitte. Het is een oordeel over
de- persoon van Prinses Juliana, vrij van
de achtergrond waartegen wij geneigd zijn
haar te zien, onbeïnvloed door de senti
menten der Oranjeliefde. Hoe anders had
het prof. dr. J. Huizinga, de historicus van
wereldvermaardheid, kunnen zijn, die dit
oordeel toelichtte als promotor? Wie hem
kende, kende zijn afkeer van holle fra
seologie, zijn onbevangen eerlijkheid, die
hem zulk een oordeel nimmer zouden laten
uitspreken, zonder daarbij de achtergrond
van de jonge doctor te vermelden, indien
die achtergrond meesprak in de formule
ring van het oordeel. Wij mogen dankbaar
zijn, dat ons volk door Huizinga een op
rechte beoordeling van onze jonge Koningin
is geschonken als persoon. De bij deze ge
legenheid geboden karakteristiek, sprekend
van geestdrift des harten om toch vooral
de dingen waarlijk goed te verstaan, van
nauwwegende critiek, van drang tot be
grip van de algemene normen en boven
dien van „het hart dat steeds deel had aan
het oordeel", behoudt ook voor deze tijden
nog ten volle haar geldigheid, juist omdat
het een karakterschets meer dan een be
oordeling van intellectuele capaciteit was,
gegeven door een bij uitstek eerlijk, diep
en vèr-ziend man als Huizinga.
Enige dezer geciteerde woorden klonken
opnieuw toen Prinses Juliana haar tweede
eredoctoraat ontving, ditmaal in 1941 in de
29 Juni 1943: ver van huis, maar veilig in het gastvrije Canada, wordt Margriet ten doop
gehouden in Sl. Andrews Presbyterian Church te Ottawa.
Een Prinselijk paar,
een Prinselijk gezin
Het leven hernam zijn loop.
In Februari 1936 ontmoette Prinses
Juliana tijdens een verblijf in Oostenrijk,
waar zij ontspanning zocht in de haar onder
leiding van haar vader lief geworden ber
gen, een jongeman die ruim een half jaar
later ons land en het hax-t van ons volk zou
binnenstormen met jeugdige onstuimig
heid: Prins Bernhard von Lippe Biester-
feld.
Nu ja, die dag zal geen Nederlander
ooit kunnen vergeten!
De diepe, vreugde die zich van ons volk
in enkele minuten meester maakte na het
bekend worden van de officiële verloving
was slechts een voorspel van de onstuimige
hulde, die aan het jonge Prinselijk Paar
werd gebracht bij de intocht van de Prins
en zijn eerste verschijnen in diverse steden
des lands. Op 9 September sprak de Ko
ningin voor de radio als inleiding van
toespraken van het jonge paar. Zij achtte
de keuze van haar dochter, bèrustend op
wederzijdse' genegenheid, „een alleszins
verstandige".
„Geleidelijk aan zijn wij het eens ge
worden, en wel zéér eens", waren de
woorden van een overgelukkige Prinses,
die haar verloofde inleidde bij zijn eerste
toespraak tot het Nederlandse volk. „Ik
ben heel gelukkig en mijn streven zal er
op gericht zijn, zijn aanstaande vrouw tot
een werkelijke steun in het leven te zijn",
aldus de tot aller verrassing in het Neder
lands gesproken woorden van de Prins.
Op 7 Januari 1937 werden de Oranje
feesten nog eens in volle glorie herhaald,
toen de hofprediker prof. Obbink, het
huwelijk inzegende in de Haagse Jacobs-
kerk, waarna het jonggetrouwde paar
zwervend door de bergen en langs de Mid
dellandse Zeekust de wittebroodsweken
doorbracht.
De Prinses speelt een partijtje biljart met Nederlandse zeelieden in het rusthuis „Hollandia"
te Northport (Ver. Staten), waar ons koopvaardijpersouecl na zware oorlógttflienst vaak een
gastvrij onthaal vond.
Op 17 Juni 1941 brachten de Prinses en Prins Bernhard een bezoek aan president Roosevelt
en zijn echtgenote op het Witte Huis in Washington. Mevrouw Roosevelt ontvangt haar gasten
op het bordes van de beroemde presidentswoning.
stad Holland in Michigan (Ver. St.) waar
zij een bezoek bracht in de loop van haar
Canadese ballingschap. Prins Bernhard
woonde deze ontroerende plechtigheid te
midden van honderden uit Nederland
stammende belangstellenden bij.
Twee bittere verliezen
Na haar studie wachtten Prinses Juliana
talrijke openbare plichten, waarbij wij
allereerst denken aan het ere-voorzitter-
schap van het door haar initiatief tot stand
gekomen Nationaal Crisis Comité, dat
sinds 1933 trachtte de ergste noden tenge
volge van de toenemende economische
chaos van ongekende afmetingen te leni
gen. Het is voorzeker niet aan de ere
voorzitster te wijten geweest, dat de inter
nationaal groeiende wanorde uitgroeide
boven de macht ener nationale steunorga
nisatie.
Bitter troffen de slagen van 1934 hét
Koninklijk Gezin. Na de dood van haar
geliefde grootmoeder op 20 Maart sloeg
het noodlot wel tragisch toe, toen het in
afwezigheid van Juliana haar vader slechts
enkele maanden nadien uit het Koninklijk
Gezin wegnam. Deze twee droeve ver
liezen deden nog jaren nadien hun invloed
gelden. Voor Juliana hadden zij tot direct
maatschappelijk gevolg, dat zij voor vele
openbare taken werd gesteld, die voorheen
door Prins Hendrik en Koningin-Moeder
Emma werden behartigd, terwijl zij tevens
plichten overnam van haar moeder, die
zwaar onder de verliezen gebukt ging en
in die jaren zienderogen verouderde.
Speciaal denken wij daarbij aan haar in
1934 nog aanvaarde voorzitterschap (niet
ere-voorzitterschap) van het Rode Kruis,
welke functie zij eerst onlangs uit handen
gaf, haar taak in de jeugdbeweging, vooral
de padvinderij, en haar werk ten bate van
de tuberculosebestrijding. Uiterlijk ver
toon bleef jarenlang rusten. Er legde zich
een stilte en een eenzaamheid rond
de troon. Vacanties werden ergens in rus
tige afzondering buiten de grenzen doorge
bracht in eenzame sfeer.
Een eenzaamheid, die echter eerder voor
Juliana gebroken werd, dan ons volk in
dertijd vermoedde
Nieuwe Oranjegeneratie
Reeds in Juni van dat gedenkwaardige
jaar, toen het Prinselijk Paar intrek had
genomen in Paleis Soestdijk, wist ons volk
uit persoonlijk, naar eigen aard gesproken
woorden van de Prinses, dat een nieuwe
Oranjetelg weldra temidden van ons volk
zou treden. Even verontrustte nog het
tragische auto-ongeluk, dat eind Novem
ber 1937 gevaar voor het leven van Prins
Bernhard deed ontstaan en daarnaast
tevens van invloed had kunnen zijn op de
gezondheidstoestand van de Prinses en
daardoor op de voorspoedige te verwach
ten geboorte. Na enige weken voltooide
zich het herstel van de Prins en op de uit
bundige 31ste Januari 1938 werden ook de
angsten voor het opbloeiende jonge leven
uit ons volk gebannen bij de verheugende
tijding, dat Juliana het leven had geschon
ken aan een „flinke dochter". Beatrix, zij
die gelukkig maakt. Wie deze dagen in
Nederland vertoefde en wie de stralende
jonge moeder haar jonggeborene zag om
ringen met tedere zorgen, weet dat deze
naam geen ijdele klank was!
Symbolisch was ook de naam, die aan
de op 5 Augustus 1939 geboren tweede
dochter werd geschonken: Irene, Vrede.
Doch het was een bartekreet die niet ver
vuld werd.
Inkeer in ballingschap
De tiende Mei 1940 overviel ons volk,
ondanks de duisternis van de voorafgaan
de maanden van spanning, als een nachte
lijke lawine. Doch een lawine, waartegen
ons volk zich allengs zou verweren. Om
dat het een toekomst zag. Bloeide immers
niet Oranje?
Reeds op 12 Mei verliet het gehele
Pi'inselijk Gezin IJmuiden, om eerst in
Engeland, later in Canada, waarheen de
kruiser Sumatra ons kostbaarste nationale
bezit overbracht, de Oranjedynastie veilig
te stellen. Prins Bernhard keerde terug
naar de doorstrijdende troepen, doch in
Buckingham Palace te Londen vonden
alle Oranjes elkaar weer, ook de inmiddels
uitgeweken Koningin, voor een sobere,
ontroerende doch tevens trieste doop van
Irene.Vrede, nu geen bede tot behoud
doch tot verovering in harde strijd.
In Ottawa beleefde de Prinses betrek
kelijk rustige jaren, gewijd aan de opvoe
ding van haar kinderen Beatrix en Irene,
later ook Margriet, wier geboorte op 19
Januari 1943 in Holland slechts binnens
kamers werd gevierd en voor wie de
Nederlandse koopvaardij, als beeld van de
strijdvaardigheid en offerbereidheid van
ons volk, peet stond.
Het was eerst in het najaar van 1945,
toen Prinses Margriet voor het eerst Hol
lands toen weer vrije bodem betrad; het
Prinselijk Gezin was weer terug in de mil-
lioenenfamilie van het Nederlandse volk.
De volle zwaarte der
maatschappelijke positie
Alle krachten van hun opbloeiend volle
leven wijdden Prinses Juliana en Prins
Bernhard nadien aan deze zware plicht.
Prins Bernhard had als bevelhebber der
Binnenlandse Strijdkrachten sinds de
zomer van 1944 een belangrijke taak op
militair gebied vervuld, in welke x-ichling
De kleine Juliana, gekiekt volgens de „technische
methoden" van liet begin van de twintigste
eeuw. Een geschilderd decor, niet een opening
voor het hoofd van de baby! Niettemin heeft
het tafereeltje een levendig aspect, wat pleit
voor de vakkennis der fotografen uit die lijd,
die nu eenmaal moesten roeien met de riemen
die zij luidden.
hij zich na de bevrijding verder beijverde
als inspecteur-generaal van het Neder
landse leger. Prinses Juliana wendde haar
wei-kkracht aan op talloze posten, die haar
gelegenheid schonken deel te nemen aan
het maatschappelijk en sociaal herstel.
Denken wij slechts aan het Nederlands
Volksherstel, dat, hoewel het vele aan
vankelijk gestelde idealistische doeleinJen
moest laten rusten, zo waardevol werk
heeft verricht bij de leniging van de alom
heersende nood en voor de opheffing van
ons volk uit de ook geestelijke verwilde
ring en apathie.
De geboorte van Prinses Marijke op 18
Februari 1947 schonk aan Juliana een
overtuigend bewijs van de eerlijkheid der
aanhankelijkheidsbetuigingen, die zij zo
dikwijls van ons volk in ontvangst had te
nemen. Toen bleek dat ons jongste Prin
sesje tengevolge van ongesteldheid van
de Prinses nog voor Marijke het levens
licht aanschouwde voor het leven een
kruis te dragen had gekregen, verminder
den de toejuichingen van ons volk, doch
maakten tevens ruimte voor een onge
kende, diep medelevende stroom van ver
zekeringen, in woord en goed, dat wij ook
dit Prinsesje als dochter der Oranjes
zullen liefhebben en met de^orgen zullen
omringen, die wij steeds voor de leden van
het Oranjehuis koesteren.
Jongere handen vatten
het roer
Twee recente perioden vormen in die ge
leidelijke ontwikkeling een sluitstuk,
tevens een langzame overgang tot de uit-
Bij de prinsesjes, in het palels, op
de werkplaats, bü dc padvinderij.
Verteld door Marijke Vetter, naar
gegevens va"h Dick Schiferli, uit
gegeven door de Boekerij. Baarn.
Zowel door de Koninklijke ouders van
het klaverblad Trix, Ireentje, „Pietje" en
Marijke als door diverse „outsiders" is er
meermalen met klem op gewezen, dat deze
vier kinderen in het witte paleis te Soestdijk
heel doodgewone Nederlandse peuters zijn,
die normaal behandeld en vooral niet aange
gaapt moeten worden, willen zij hun jeugd
meekrijgen als een gezonde basis voor hun
later leven. En eigenlijk wil dit boekje van
Marijke Vetter deze opvatting slechts steu
nen. hoewel het alleen al door zijn verschij
ning de volksadoratie wellicht weer nieuw
voedsel zal geven. Maar de bedoeling was in
ieder" geval goed" met liefde vertelt de
schrijfster van de dagelijkse doening rond
onze jongste Oranjetelgen en ze tekent ons
eerlijk en zonder franje de karakters van
deze „kleine vier" met hun eigenaardig
heden, hun afschuw van officieel gedoe en
vooral van de grappige voorvallen uit dit
gezin, waar alles zo volmaakt Nederlands
marcheert. Een aantal exclusieve foto's ver
lucht het verhaal, dat vooral bedoeld is voor
degenen wier gedachten over het Soestdijkse
gezin nog vertroebeld mochten zijn door ge
dachten aan een formele hofhouding.
F.
„50 Jaren". Officieel Gedenkboek
ter gelegenheid van het Gouden
Regeringsjubileum (Scheltens
Giltay, A'dam).
Van alle tot nog toe hier besproken uit
gaven naar aanleiding van het regerings
jubileum van Koningin Wilhelmina is dit
officiële gedenkboek zonder twijfel het be
langrijkste. Deskundigen van naam. in veel
gevallen de meest gezaghebbenden waarover
ons land beschikt, geven in dit lijvige boek
werk een terugblik over alles, wat er in deze
vijftig jaren in Nederland op elk gebied des
levens tot stand kwam, veranderde of ver
dween: kerkelijk leven en wetenschap, kunst
en letteren, staatkundige en economische
ontwikkeling, kortom alle facetten van onze
nationale samenleving worden stuk voor stuk
aan een scherpe en, naar men gezien de
namen der medewerkers mag aannemen, zo
objectief mogelijke analyse onderworpen.
Veel van die hoofdstukken vormen, naar het
ons voorkomt, waardevolle contemporaine
geschiedschrijving op zich zelf reeds een
zware taak. doch in dit geval dubbel moei
lijk, omdat zij niet slechts voor de intellec
tuele „bovenlaag", maar voor een zo breed
mogelijk gedeelte van het grote publiek
toegankelijk en begrijpelijk diende te zijn.
Over het algemeen is men. dunkt ons, in die
dubbele opgaaf bijzonder goed geslaagd, al
maken enkele der bijdragentengevolge van
de beperkte ruimte, waaraan hun auteurs
gebonden waren een schetsmatige in
druk. Hoe dan ook, als biografie van onze
scheidende Vorstin en van geheel ons volk
in de laatste halve eeuw is dit een boekwerk,
dat om zijn gedegenheid bewondering af
dwingt en de bijzondere gelegenheid ten volle
waardig is.
De typografische verzorging en verdere
uitvoering zijn van een royaliteit, zoals ons
verarmde land zich die helaas nog slechts in
zeer speciale gevallen veroorloven kan
„Van oorlog en vree", Gedenkboek
voor de Vrede van Münster. (Uit
geverij Born, N.V.. Assen).
Het Algemeen TJederlands Verbond heeft
ter gelegenheid van het jubileumjaar een
gedenkboek „Van oorlog en vree" doen uit
geven. dat in een reeks prenten en portretten
herinnert aan de belangrijkste gebeurtenis
sen en personen uit de vrijheidsstrijd der
Nederlanden tegen Spanje en aan de vrede
van Münster, die in 1648 de tachtigjarige
oorlog afsloot, Summiere, doch uitstekend
vervatte bijschriften van historici en schrij
vers van naam geven toelichting op en
samenhang aan de illustraties: het geheel is
uitgevoerd op zwaar kunstdrukpapier.
Een uitstekend verzorgd en geschiedkundig
verantwoord boekwerk, dat in sobere be
woordingen een helder inzicht geeft in de
betekenis van de moedige strijd onzer voor
ouders en van de tijd van bloei en welvaart,
die daarop volgde.
eindelijke Koninklijke waardigheid: In de
herfst van 1947 volgt de erkenning van
wat reeds onbewust door ons volk werd
gevoeld: slechts in een regentschap van
haar dochter kan Koningin Wilhelmina de
volstrekte rust vinden, die nodig is voor
een op haar leeftijd gedurende naar men
selijke maatstaven tè zware jaren aange
taste gezondheid. Eenvoudig doch waardig,
getrouw en onvermoeid neemt de Prinses
Regentes van 14 October tot 1 December
van dat jaar het Koningschap waar. Niet
voor lang hei-vat dan de Koningin haar
taak, en ontroerd verneemt ons volk in het
afgelopen voorjaar, dat zij andermaal een
beroep moet doen op een regentschap om
op uitdrukkelijke wens van haar doch
ter haar Koninklijke waardigheid te
blijven dragen tot na de viering van haar
gouden regei-ingsjubileum. Dit tweede
regentschap duurt van 14 Mei tot 30
Augustus. Enkele etmalen noemen wij
nadien onze Koningin nog Wilhelmina.
Dan treedt Wilhelmina, Prinses der Neder
landen een langdurige rust in. Wanneer
zij waar Nederland om bidt na verloop
van tijd weer terugtreedt in de openbaar
heid, plukt ons volk reeds de eerste vruch
ten van de voortzetting van haar onschat
bare vijftigjarige levensarbeid in volk en
gezin: de vruchten van Juliana's Koning
schap.
Koningin Juliana, moeder van de leven
dige, intelligente Kroonprinses Beatrix,
van de ingetogen Prinses Irene, van de
parmantige Prinses Margriet, van het met
liefde omgeven Prinsesje Marijke, moeder
echter ook van een volk, dat haar gesteund
weet door Bernhard, Prins der Nederlan--
den, en dat Wilhelmina, Prinses der Ne
derlanden, uit de volheid van een volks
hart dankbaar is, dat zij ons dit Koninklijk
Gezin, deze Koningin heeft geschonken.
P. BOK
Hel buitengoed in Canada waar dc Prinses met haar dochtertjes in de oorlog een veilig
toevluchtsoord vond. Geheel rechts zijn cameramensen bezig de kleine prinsesjes te filmen
voor de bioscoopjournaal