Budgetverbetering van 625 millioen
voor het totaal der uitgaven in 1949
DE MILLIOENENNOTA
Ontwerp-begroting vertoont geen
inflatoire dreiging van betekenis
Minder somber beeld der staatsfinanciën
3
In zijn Millioenennota verklaart minister Lieftinck, dat de geleidelijke verbetering
van de financiële toestand des lands weldra een stadium zal hebben bereikt, waarin
niet alleen, zoals in 1948, de gewone dienst een groot overschot laat, maar waarin
ook de buitengewone dienst I (de dienst van uitgaven van aflopend karakter, uit
oorlog en bezetting volgend) nagenoeg geheel uit de gewone middelen zal kunnen
worden gefinancierd.
Dit blijkt uit de volgende cijferopstelling (de voor 1949 geraamde opbrengst van de
buitengewone heffingen ad 700 millioen en de daartegenover onder de uitgaven tot
een gelijk bedrag geraamde buitengewone aflossing van nationale schuld zijn daarbij
buiten beschouwing gelaten):
UITGAVEN:
Gewone dienst 2.417.005.514
Buitengewone dienst 1815.862.106
3.232.867 620
MIDDELEN:
Gewone dienst 3.156.000.421
Buitengewone dienst I76.162.570
3.232.162.991
Nadelig saldo704.629
Tempo der geldzuivering
wordt nog niet versneld
In de ontwerp-begroting voor 1949 moest
rekening worden gehouden met de nieuwe
wet op de financiële verhouding tussen het
rijk en de gemeenten, waardoor de laatste
100 millioen meer ontvangen dan volgens
de oude regeling. Voort^ dient men in
aanmerking te nemen, dat de uitgaven ten
laste vari de buitengewone dienst I voor
een belangrijk deel met kapitaalsuitgaven
gelijk zijn te stellen, voorzover zij het na
tionale vermogen versterken. Dit geldt^ in
meer of mindere mate voor de belangrijke
uitgaven wegens herstel van oorlogsschade
ad 482 millioen.
Voor deze uitgeven wordt in een speciale
dekking voorzien, n.l. jaarlijks terugkeren
de belastinginkomsten tot een bedrag van
ca. 250 millioen.
De uitgaven voor herstel van oorlogs
schade, voorzover de 250 millioen te bo
ven gaande, zouden woeden gefinancierd
uit leningen. Nu de belastinginkomsten uit
zonderlijk rijkelijk vloeien, verdient het
aanbeveling, zo merkt de minister- van
Financiën op, ten aanzien van zodanige
financiering terughoudendheid te betrach
ten en een zo groot mogelijk deel van de
uitgaven, die met kapitaalsuitgaven zijn
gelijk te stellen, uit de lopende middelen
te dekken.
In overweging is om tegenover de be
lastingverzwaring,* die uit het oorlogs
schadeherstelplan voortvloeit, een aantal
tegemoetkomingen te stellen in de alge
mene belastingdruk.
Kapitaalsuitgaven
De uitgaven van de buitengewone dienst
II (kapitaalsuitgaven) worden voor 1949
geraamd" op 365.640.310, waartegenover
een bedrag van 71.498.693 wegens kapi
taalsinkomsten staat. Deze dienst wijst
derhalve een tekort aan van 294.141.617.
Een vergelijking met de begroting voor
1948 wijst uit, dat het nadelig saldo van
de gewone dienst en de buitengewone
dienst I tezamen toen werd geraamd op
725.415.360.
Een bijzondere omstandigheid, waarmede
bij een vergelijking van de begrotingen
1948 en 1949 terdege rekening moet wor
den gehouden, is, dat in de ontwerp-be
groting voor 1949 niet onbelangrijke ver
schuivingen van uitgaven van de buiten
gewone dienst I naar de gewone "dienst
hebben plaats gevonden. Deze bedroegen
alleen al voor oorlog 75 millioen en voor
marine ca. 20 millioen.
Het saldo van de buitengewone dienst II
was voor 1948 op 423.015.484 geraamd,
tegenover 294.141.617 voor 1949.
Vergelijking met 1948
Een vergelijking van de ontwerp
begroting 1949 met de gecorrigeerde begro
ting 1948 geeft het volgende beeld (afge
rond in millioenen guldens).
begr.
1948
Gewone dienst:
Uitgaven 2367
Middelen3191
Het beeld van de uitgaven der ontwerp
begroting voor 1949 is in zoverre onvol
ledig, dat het om technische redenen nog
niet mogelijk was, daarbij rekening te
houden met de kosten van verschillende
maatregelen ter verbetering van de sala
rispositie van het rijkspersoneel, waartoe
reeds is of alsnog zal worden besloten.
Daarenboven zal het budget voor 1949
nog worden belast met de kosten van de
overige maatregelen, begrepen in de tech
nische herziening van het bezoldigings
besluit*
Voorts bestaat het voornemen, arbeids
contractanten, die ten minste twee jaren
in rijksdienst zijn en aan bepaalde voor
waarden voldoen, recht op pènsioen te ver
lenen.
Naar een zeer globale raming zullen al
deze maatregelen een bedrag van 49 mil
lioen vergen.
Per inwoner f 20 subsidie
op levensmiddelenpakket
Ten aanzien van de begroting van het
Landbouw-Egalisatiefonds merkt de minis
ter van Financiën op, dat deze door de
daarin begrepen loon- en prijspolitiek
zulke verstrekkende gevolgen voor de fi-
nanciële-economische toestand van Neder
land heeft, dat het onmogelijk is haar te
behandelen 4os van alle invloeden welke
Prof. mr. P. Lieftinck
Deze zijn voornamelijk gericht op een ver
antwoord deficit in het handelsverkeer met
het buitenland en een verdere toeneming
van het productieve nationaal vermogen.
De voorstellen resulteren in een produc
tietoeneming van circa 6 procent ten op
zichte van 1948, een toeneming van het na
tionaal vermogen met ruim 1 milliard,
een netto-bedrijfsinvestering in productie
middelen (met inbegrip van woningen) en
voorraden van circa 1.9 milliard en een
tekort in het goederen- en dienstenverkeer
met het buitenland van ruim 0,8 a 0,9
milliards
Alvorens de nota met een resumerende
beschouwing te besluiten, wijdt de minis
ter nog een bespreking aan enkele afzon-
derlijke onderwerpen.
Reconstructie van het
bestuursapparaat
Uitvoerig gaat de nota in op de verschil
lende maatregelen, welke reeds zijn en nog
zullen worden genomen terzake van een
reconstructie van het bestuursapparaat.
Tal van maatregelen, welke verbetering
van werkmethoden, controle op personeels
bezetting, inkrimping van werkzaamheden
door liquidatie-schema's, opheffing van
doublures betreffen, werden uitgevoerd.
De taak der regering moet er onder de
huidige omstandigheden op zijn gericht, om
door doelmatig werken een rationele om-
ductie hebben niet alle branches in vol
doende mate kunnen bijdragen, o.m. de
bouwnijverheid, de grafische industrie, de
steenkolenmijnbouw, de agrarische sector,
de houtvoortbrenging en de kledingindus
trie. Zij bleven in raeer of mindere mate
bij de algemene peiging tot verbetering
achter.
De wereldmarktprijzen liggen over het
algemeen nog op een hoog niveau. Niette
min is in de agrarische sector reeds een
prijsdaling waarneembaar, welke naast
een ingrijpende wijziging in het beleid
een der oorzaken is van de lagere ramin
gen der uitgaven ten laste van het Land
bouw-Egalisatiefonds.
De vermindering van het nadelig saldo
van dit fonds weerspiegelt onder meer een
belangrijke stap in de richting van een be
perking van de politiek der prijssubsidies
en van opheffing Van vele belemmerende
bepalingen ten aanzien van de goederen
circulatie.
Na in het kort het nog bestaande ongun
stige verschil tussen in- en uitvoer, als
mede de pogingen om ter oplossing van
de ook voor Nederland belangrijke proble
men van het Europese handelsverkeer te
komen tot een veelzijdig betalingsverkeer,
in zijn slotbeschouwing te hebben betrok
ken, spreekt de minister de overtuiging uit,
dat van de hulpverlening ingevolge het
Marshall-plan alleen een resultaat van blij
vende waarde wordt bereikt, wanneer de
besteding wordt gericht niet alleen op dat
gene wat bevorderlijk is om de arbeidspro
ductiviteit in stand te houden, maar in het
bijzonder op alles wat er toe kan dienen
om de industrialisatie krachtig te bevor
deren, de landbouw technisch te verbeteren
en de productiekosten in het algemeen door
rationalisatie te doen dalen. Evenals het
vorig jaar roept de minister het Neder
landse volk op tot besparing en uiterste
zuinigheid wat de consumptie betreft en
voor wat de productiebedrijven betreft tot
matigheid in de winstuitkeringen en voor
zichtigheid bij het aanhouden van voorra
den, gezien het daaraan verbonden prijs-
risico.
Nationaal vermogen
neemt weer toe
Hij noemt het een bemoedigend teken,
dat aan de intering van het nationale ver
mogen een einde is gekomen. Uit bereke
ningen van het Centraal Planbureau blijkt,
dat voor een bedrag van 540 millioen
meer is geproduceerd dan verbruikt, zo
dat het nationaal vermogen met dit bedrag
is toegenomen.
De gevaren voor onze financiële en eco
nomische verhoudingen zijn echter niet
voor goed geweken.
Een belangrijke .moeilijkheid is, dat,
naarmate de buitenlandse schuld als nega
tieve component van het nationale vermo
gen toeneemt, daartegenover de in omvang
eveneens toenemende positieve componen
ten gezamenlijk een dusdanig rendement
in deviezen zullen moeten afwerpen, dat
hierdoor de groeiende lasten in deviezen,
welke uit de aan het buitenland verschul
digde rente en aflossing voortvloeien, zul
len kunnen worden gedekt.
Bovendien moet worden erkend, .dat het
herstel van de gewenste welvaartsverhou
dingen binnen enkele jaren zal nopen tot
verlaging van belastingdruk, waarmede de
minister zich dan ook voorstelt reeds dit
jaar een begin te maken. Slechts door
voortgaande beperking van rijksuitgaven,
door liquidatie van instanties voor oor-
logs- en crisiseconomie, door afsnijding van
wat voor een verantwoord en constructief
beleid maar even kan worden gemist en
door uiterste rationaliteit in datgene wat
moet blijven verricht, is de vereiste stabi
liteit in de binnenlandse politiek te be
reiken.
ontwerp-
begr. 1949
2417
3156
Voordelig saldo824 739
Buitengewone dienst I:
Uitgaven41141 816
Middelen54 76
Nadelig saldo1087 740
Gewone dienst en
buitengewone dienst I:
Uitgaven
3508
3233
Middelen
3245
3232
Nadelig saldo
263
1-
Nadelig saldo
landbouw-egal.fonds.
602
365
865
366
Buitengewone dienst II:
Uitgaven 479
Middelen50
Nadelig saldo'428
Volgens dit overzicht wijst de ontwerp
begroting voor 1949 dus, wat het totaal
der uitgaven betreft, een budgetverbetering
aan van 625 millioen. Dit resultaat is be
reikt door een lagere raming der uitgaven
ten laste van de gewone en buitengewone
dienst I ad 275 millioen, een lagere raming
van het nadelig saldo van het Landbouw-
Egalisatiefonds ad 237 millioen en een
vermindering der uitgaven op de buiten
gewone dienst II ad 113 millioen. De
middelen zijn voor 1949 in totaal 9 mil
lioen hoger geraamd dan voor 1948 nader
verwacht mag worden. Hierbij dient echter,
te worden bedacht, dat in de 3.245 mil
lioen middelen voor 1948 een bedrag van
275 millioen is begrepen wegens het
inhalen van de achterstand in de directe
belastingen en dat bij de raming voor 1949
«een, rekening is gehouden met een bedrag
wegens net inhalen van achterstand.
onze nationale en onze internationale posi- per®°"eel te bereiken, tevens
tie bepalen. Door de internationale ver- u°-°,r personeel voldoende
houdingen staat ons land voor de noodzaak j g Sfffj"J"?'^voorwaar.den te scheppen,
de binnenlandse structuur van het econo- uooir, „f staat echter nog pas aan het
mische leven aan te passen aan de wijzi- i r; n e toepassing van deze metho
gingen, welke de wereldstructuur onder- nl„n_J vei wezenlijking van de bestaande
gaat. In dit opzicht is spoed vereist, mede ^.l'...er! ,eze methoden binnenkort
om te voorkomen, dat wij bij beëindiging
van de Marshall-hulp voor een ernstige
econpmische ineenstorting komen te staan.
Het is daarom noodzakelijk onze land
bouwpolitiek te richten op een zo groot
mogelijke dollarbesparing door een voor
zichtige importpolitiek, zonder echter de
verhoging van de arbeidsproductiviteit
door betere voeding uit het oog te verlie
zen.
Tegelijkertijd vraagt de verwezenlijking
van de Nederlands-Belgisch-Luxemburgse
economische unier een politiek van prijs
subsidies met een sterk tijdelijk en groten
deels aflopend karakter.
De wisselende prijsverhoudingen in het
buitenland maken het noodzakelijk de prij
zen der geïmporteerde Grondstoffen in over
eenstemming te brengen met de binnen
landse richtprijzen. Daardoor zijn bij de
grote quantiteiten geïmporteerde granen
aanzienlijke bedragen als importtoeslag
benodigd (totaal ƒ154 millioen).
Weliswaar is een gedeeltelijke doorbe
rekening der subsidies in de begroting op
genomen, doch er blijft nog altijd een direct
subsidie op het levensmiddelenpakket van
212 millioen of wel van 20 per inwoner,
waarvan ruim de helft aan de melksector
moet worden toegerekend.
Staatsschuld f 25.6 milliard
Bij de nota is een balans gevoegd, welke
een overzicht geeft van de grootte en sa
menstelling van de staatsschuld (in ruime
zin) en van de daartegenover staande li
quide middelen, vorderingen en andere
activa. Zij toont nog weer eens aan, dat de
huidige financiële positie van Nederland
wordt beheerst door de gevolgen van oor
log en bezetting.
Van het totaal der verplichtingen op
korte en lange termijn (inbegrepen de ver
plichtingen wegens oorlogsschade) ad 34,6
milliard is ongeveer 19 milliard gedekt
door activa.
Wetenschappelijk wordt verdedigd, dat
de niet door activa gedekte verplichtingen
in normale omstandigheden gelijk mogen
staan met het nationaal inkomen van één
jaar. Het nationaal inkomen voor 1949
wordt berekend bij een productiviteit
per hoofd van de bevolking van circa 90
procent van voor de oorlog op ruim
13 milliard. Neemt men in aanmerking,
dat over énige jaren de productiviteit op
het oude niveau zal zijn hersteld en het na
tionaal inkomen dus gestegen, dan mag
worden gesteld dat de situatie niet al te on
bevredigend is. Gezien echter de huidige
hoogte van het volksinkomen gunstig
beïnvloed door de conjunctuur en gelet
op de mogelijkheid, dat dit niveau niet ge
handhaafd zal blijven, moet hieruit wor
den geconcludeerd, dat het beleid er op
gericht moet zijn, het ongedekte gedeelte
van de staatsschuld te reduceren.
Vervolgens geeft de nota een overzicht
van de consolidaties van binnenlandse en
buitenlandse staatsschuld, welke in het
tijdvak van 30 Juni 1945 tot 30 Juni 1948
h^hbpn ulaats gevonden.
Tot een bedrag van 1.640.239.110 is
geconsolideerd.
Nationaal budget voor 1949
De regering heeft uitvoering gegeven
aan haar voornemen in de millioenennota
een nationaal budget voor 1949 op te
nemen..
Het budget is gebaseerd op een aantal
voorstellen van het Centraal Planbureau,
ten aanzien waarvan de regering haar
standpunt evenwel nog niet heeft bepaald.
op breed terrein kunnen worden toegepast.
Inflatiegevaar Is
verdwenen
Bij een beschouwing van de invloed, die
van de begroting 1949 zal uitgaan op de
ontwikkeling van de geldhoeveelheid en
daarmede op het geheel der werkzame in
flatoire en deflatoire krachten constateert
de minister met betrekking tot de financie
ring van kastekorten van het rijk door
middel van geldschepping, dat hierin ge
durende de afgelopen maanden een be
langrijke verbetering is ingetreden.
De minister komt tot de belangrijke con
clusie, dat de ontwerp-begroting 1949, in
tegenstelling met de begrotingen over voor
gaande jaren, per saldo geen inflatoire
dreiging van betekenis meer zal opleveren.
iftï£etjis niet onm°geliik te achten, dat in
1949 deflatoire tendenties zelfs enigermate
dé overhand zullen verkrijgen. Dit neemt
niet weg, dat voorzichtigheid op het stuk
der monetaire politiek geboden blijft. Het
komt de minister daarom ongewenst voor,
om vooruitlopende op deze mogelijkheid,
thans het tempo van de afwikkeling der
geldzuivering te versnellen.
Slotbeschouwing
In zijn slotbeschouwing geeft de minister
een samenvattende typering van het sta
dium, waarin het economisch en financieel
herstel zich bevindt.
De bruto-productie-index -in 1948 zal.
naar wordt verwacht, die van 1938 met
3 pet. overtreffen. De betekent echter nog
geen volledig herstel van het productie
niveau van voor de oorlog, omdat de be
volking sedert 1938 met c.a. 13 pet. is toe
genomen.
De productiviteit per hoofd van de be
volking bedraagt nog slechts 90 pet. van
die van 1938. Hierin zal in hoofdzaak door
verdere aanvulling en modernisering van
de industriële en agrarische outillage ver
betering moeten worden gebracht.
Aan de veiihoging der industriële pro-
(Van onze financiële medewerker)
In de millioenennota maakt minister
minister Lieftinck de opmerking, dat men
zich niet al te zeer op de ontwerp-begro
ting voor 1949 moet verlaten. Er is altijd
tussen begroting en definitieve rekening
verschil, vooral de laatste jaren, zowel als
gevolg van onvoorziene uitgaven, prijs
stijgingen, loon- en salarisverhogingen, als
van geraamde uitgaven, waarover in het
betrokken dienstjaar niet Werd beschikt
en het ruimer vloeien van belastinginkom
sten. Bovendien is men reeds geruime tijd
bezig de boekhouding van de staat naar
moderner methoden in te richten, waar
door verschuivingen ontstaan, die ook het
eindresultaat beïnvloeden. Mede daardoor
leverde de gecorrigeerde begroting van
1947 een 400,-^- millioen groter tekort
op dan de aanvankelijke raming.
De begroting-1948 wees een totaal tekort
van 1566 millioen, waaronder ƒ419 mil
lioen van de Buitengewone dienst (Kapi-
taaldienst). Dit cijfer is, hoewel het Land
bouw-Egalisatiefonds (subsidies) van ƒ498
millioen tot 602 millioen moest worden
verhoogd (prijsstijgingen) op de gecorri
geerde begroting-1948 gedaald, tot 1294
millioen, waaronder ƒ429 millioen kapi-
taaisuitgaven.
Voornamelijk is dit te danken aan de
hogere opbrengst der middelen (belastin
gen), welke thans voor 1948 op ƒ3191 mil
lioen worden .aangenomen tegen 2738
millioen bij de oorspronkelijke raming.
Indien men vasthoudt aan d'e oude stel
regel, dat de kapitaalsuitgaven niet uit het
nationaal inkomen behoeven te worden
opgebracht, dan heeft men bij de beoor
deling van de staatsfinanciën voornamelijk
te maken met de Gewone Middelen en de
Buitengewone Dienst voor aflopende uit
gaven, welke in de Nota voor 1949 dan ook
zijn samengevoegd. Deze beide diensten
zouden volgens de aanvankelijke raming
een tekort opleveren van ƒ1147 millioen,
dat nu echter kon worden teruggebracht
tot 865 millioen.
100 cm. breed Bcucli
3.90
5.75
6.60
NEPACOTAPIJT
KARPETMATTEN
65
50
KRUISSTRAAT 11
HAARLEM - TELEFOON 11491
De Veiligheidsraad herdacht in een speciale zitting het vredeswerk vat? de Zweedse
graaf Bemadotte, die hel slachtoffer werd van zijn bemiddeüngswerk en viel door de
kogels van een bende terroristen in Palestina. - Een foto tijdens de twee minuten stilte
ter ere van de nagedachtenis van graaf Bernadotte en zijn medewerker kolonel Serot.
Het tekort voor 1948 zal dus, afgezien
van de kapitaalsuitgaven, 281 millioen
kleiner zijn dan een jaar geleden werd
geraamd.
Hoezeer men dus met de minister tevre
den mag zijn met de verbeterde positie
onzer staatshuishouding, het is duidelijk
dat zij ook voor 1949 alleen mogelijk is ten
koste onzer volkshuishouding, die onder
zware lasten gebukt gaat. De minister ziet
dit gelukkig ook in en zegt aan het slot
van zijn nota, dat het herstel van de ge
wenste welvaartsverhoudingen binnen en
kele jaren zal nopen tot verlaging van
belastingdruk, waarmede hij zich voorstelt
reeds dit jaar een begin te maken.
Dan zal het echter nodig zijn, dat niet
alleen de buitengewone, maar ook de ge
wone uitgaven van de Staat worden ver
minderd, temeer omdat voor aflossing op
de Staatsschuld, die thans op 25V> mil
liard wordt aangenomen, slechts 77
millioen is uitgetrokken en dat geen af
schrijvingen op de reële staatsactiva plaats
vinden.
Dit is wel een zeer zwakke plek in de
begroting voor 1949, ook al zal de staats
schuld als gevolg van de bizondere hef
fingen nog enige tijd dalen.
Maar ondanks dit alles we zijn thans
op de goede weg. De reconstructie van ons
bestuursapparaat is gaande. Al zal de
sterkte van het burgerlijk Rijkspersoneel
van 106.637 op 30 Juni 1948 tot 107.448 in
1949 toenemen, dit is uitsluitend een ge
volg van de stijging bij Oorlog en Marine,
die tezamen 18.387 man in dienst zullen
hebben tegen 13.152 op 30 Juni 1948 Maar
vergeleken bij 1946 (131.0,18) en 31 Juli
1947 (118.277) is er een aanmerkelijke
teruggang te constateren.
Deze begroting, zegt de minister is niet
meer inflatoir, eerder tendeert zij naar de
flatie.
Verdere inperking van distributie en
prijsvaststelling is in zicht. De subsidies
zullen gaandeweg worden verminderd,
ook om tot een aanpassing bij het Belgische
prijspeil te komen, al zal hier de grootste
omzichtigheid worden betracht om de kos
ten van levensonderhoud niet te doen stij
gen.
De Begroting-1949 vertoont zowel tegen
over de oorspronkelijke, als tegenover de
gecorrigeerde begroting-1948 een gunstiger
beeld. Het nadelig saldo van de Gewone
Dienst en de Buitengewone Dienst I (aflo
pende uitgaven) bedraagt 366 millioen,
dat is 780 millioen minder dan de oor
spronkelijke en 500 millioen minder dan
de gecorrigeerde raming voor 1948.
Deze vooruitgang is echter niet bij de
Gewone Dienst te vinden. Het overschot
op de Gewone Dienst 734 millioen) is
zelfs 85 millioen kleiner dan dat der ge
corrigeerde begroting-1948. Het zijn de
aflopende uitgaven, die 347 millioen lager
kunnen worden geraamd, evenals het na
delig saldo van het Landbouw-Egalisatie
fonds, daf met 365 millioen is uitgetrok
ken tegen 602 millioen voor 1948.
Onder de verlagingen op de Buitenge
wone Dienst I komen twee belangrijke
posten voor: 125 millioen Herstel Oor
logsschade (thans op 543 millioen uitge
trokken tegen 668 millioen voor 1948) en
200 millioen Algemene Uitkering aan Ge
meenten en Provincies, welke ditmaal ge
heel is vervallen. Een bezuiniging is toege
past op de kosten van de distributie, con
trole en prijsbeheersing, welke thans nog
54 millioen vordert tegen 97 millioen
voor 1948. Ook het cijfer voor de prijssub
sidies is 32 millioen lager. Hier staat ech
ter tegenover, dat voor de Staatsschuld
12 millioen, voor Politie en Justitie 30
millioen, voor Onderwijs 41 millioen en
voor Sociale voorzieningen 14 millioen
méér is geraamd.
De totale uitgaven van de Gewone Dienst
zijn dan ook niet belangrijk lager dan die
voor 1948. Het betere resultaat van de be
groting 1949 js in hoofdzaak te danken aan
verlaging van buitengewone uitgaven en
stijging der gewone middelen.
De belastingen zullen in 1948 (inclusief
de achterstand) 3240 millioen opbrengen,
ongeacht de bijzondere heffingen ad 3
milliard, welke buiten de begroting zijn
gehouden. Hiervan gaat 230 millioen
naar het Gemeentefonds en '20 millioen
naar het Provinciale Fonds, zodat voor het
Rijk 2990 millioen overblijft. Voor 1949
is het cijfer geraamd op 2919 millioen,
maar ter dekking van de vergoeding voor,
Oorlogsschade worden nog 250 millioen
nieuwe belastingen in uitzicht gesteld
waar tegenover echter ook weer enige ver
lagingen zullen staan. Met andere woorden
de Nederlandse bevolking brengt meer dan
3 milliard aan belastingen op bij een ge
raamd nationaal inkomen van 13 mil
liard, of wel 20 25 procent.
N.V. Haarlemse Machinefabriek
In efn aandeelhoudersvergadering van de
N.V. Haarlemse Machinefabriek voorheen
Gebr. Figee is ir. A. M. Zoek, die reeds
onderdirecteur aan de vennootschap was ver
bonden, tot directeur benoemd.
De kleine wereld
Uitgerekend
Hij kwam op mij af als een viermaster
in de volle wind, hij breidde de armen
uit als een kraai die vliegen gaat. Alles
aan hem wapperde, zijn grijze puntbaard
niet het minst. Hij was een toonbeeld van
verrassing en vreugde.
Dat ik u hier weerzien moet, na zoveel
jaren, zei hij. Ik heb op school naast u ge
zeten, ik herkende u dadelijk.
Ik meende te moeten zeggen dat ik hem
niet herkende, Ik kon mij niet herirttieren
op school naast een jongen te hebben ge
zeten die een puntbaard droeg. Maar hij
hielp mij stralend uit de droom. Ja, hij was
het. Ik herkende door de puntbaard heen
zijn trekken. Hij wasde jongen, die ik
jaren later nog met ernst als de vervelend
ste mens op aarde beschouwde.
Hij keek af en profiteerde van alle wijs
heid, die een ander met veel moeite bijeen-
gaarde. Hij hielp nooit iemand die in het
nauw zat. Hij speelde mooi weer bij de
meester en was ziek als er proefwerk moest
worden gemaakt. Hij liet mij zijn opstellen
schrijven en keek dan zedig voor zich, als
de meester hem een compliment maakte.
Er was een ding, dat hij goéd kon:
rekenen. Daarin was hij ons allen de baas.
Dat alleen maakte de herinnering aan hem
voor mij bitter.. Rekenen! De wereld en
het leven in cijfers uitdrukken, ermee
goochelen, ze door elkander smijten, en
tenslotte er nog uit komen. Tenslotte nog
weten hoe de zaak in elkaar zit. Dat kon
hij, ik niet. Er loopt een weg van A naar
B. Een man Y begint in A om vier uur te
lopen, een man Z begint in B om vijf uur.
De man Y legt zes kilometer per uur-af.
de man Z slechts vijf driekwart. Hoe laat
ontmoeten zij elkaar, als de weg 31 kilo
meter lang is? Zo ging dat. Hij kwam er
altijd uit. Hij wist precies te zeggen hoe
laat het was als de man Y en de man Z
elkaar in het oog kregen. Hij wist het op
de seconde af, alsof hij er zelf was by ge
weest. Maar hij hield het altijd voor zich
zelf. Hij liet mij er naar raden. Hij lachte
misprijzend als ik met een oplossing kwam
die er naast was. Hij .zei dan' alleen maar:
Nee, dat is fout, ik weet het. Maar hij zei
het niet. Hij stak zijn vinger op naar de
meester om het hem te mogen zeggen en
er een goed cijfer mee te verdienen.
Hij zei: Ik ben blij dat ik rekenen kan,
daar komt men het verst mee in de
wereld. Met rekenen kan ik rijk worden,
met opstellen schrijven niet. Niemand
schrijft nog opstellen als hij van school af
is, maar rekenen? Dat doet en moet ieder
een, zijn hele leven door. Ik ben blij dat ik
rekenen kan.
En nu ontmoeten wij elkaar weer. Hij
heeft goed naar zichzelf toe gerekend, dat
is hem aan te zien, hij ziet er deftig uit.
Een gouden lorgnet, een parel op zijn das.
Hij zal zich heel wat bij elkaar gerekend
hebben.
Hij heeft ook heel wat bij elkaar ge
rekend. Hij komt daar niet over uit ver
teld. Hij heeft een hoge positie in de bank
wereld. En nu zit hij daarover te praten
met het plezier van de man wie niets meer
gebeuren kan, de man Y die van A naar B
gelopen is zonder ongelukken. Hij heeft
het toch maar goed aan de steel gestoken.
Hij heeft dat eens fijntjes voor elkaar ge
bokst. Dat kan men nu bereiken als men
een goed stel hersens heeft, en als men
goed rekenen kan.
En gij, vraagt hij dan. Hij vraagt het,
maar ik zie in zijn ogen dat hij bedoelt: En
met u is het mis. Want ge hebt niet kunnen
rekenen.
Daar is nu de kans om wraak te nemen.
Daar is de dag om een opgestoken vinger
van jaren geleden naar beneden te halen.
Ik zeg dat ik ook een hoge positie in de
bankwereld heb. En dat ik mezelf ook
aardig op een ivoren toren heb gerekend,
waar niemand mij meer aan kan. Zij ogen
in de ronde glazen van het gouden lorgnet
vragen verschrikt: Hoe kan dat? En ik zeg
luchtig: Ik heb indertijd een rekenmachine
aangeschaft. Dat kan men tegenwoordig
doen, dat is gemakkelijk. Die rekent als de
beste. Dan hoeft ge u zelf niet zo te ver
moeien. En ge krijgt er geen baard van
ook. Ik heb daar laatst eens een opstel over
geschreven, dat veel succes had. Baard
groei als gevolg van overmatig rekenen.
Opstellen schrijven doe ik ook nog, ziet
ge. Daar kan mén geen machine voor
kopen. Dat moet men kunnen of laten.
Zo is het.
Tot ziens, ik zie u nog wel eens. Och ja,
we komen elkaar nog wel eens tegen. De
wereld is immers klein. L.
Touw - Rubberlaarzen
Dekzeilen - Oliekletling
JAC. v. d. NOORD
SPAAR NE 60 - TEL. 16084 - HAARLEM
(Adv.j
De omroepleiding
treft geen blaam
De uitzending van de eeds
aflegging op 6 September
Naar aanleiding van de critiek, welke
geleverd is op het feit. dat de eedsafleg
ging door de leden der Stalen-Generaal bij
de inhuldigingsplechtigheid in de Nieuwe
Kerk te Amsterdam niet volledig door de
radio werd uitgezonden heeft de Regerings-
commissiaris voor het Radiowezen mede
gedeeld, dat de omroepleiding van de be
trokken autoriteiten de mededeling had
ontvangen, dat voor de eedsaflegging op
een duur van ten minste 45 minuten moest
worden gerekend. Afgaande op deze in
lichting heeft de omroepleiding besloten,
deze eedsaflegging niet volledig uit te
zenden ten einde de spanning bij de luiste
raars niet te doen verslappen.
Alle autoriteiten, die met de uitzending
te maken hadden of daarin gekend werden,
waren met dat voornemen tijdig op de
hoogte en hebben dit beleid als juist er
kend.
Op het ogenblik, dat vastgesteld kon
worden dat de bedoelde inlichting niet
overeen kwam met de feiten, was het te
laat om wijziging in het uitzendingsplan te
brengen.
Achteraf is de kwestie besproken in de
programmaraad, die geconstateerd heeft,
dat, gegeven de feitelijke inlichting, waarop
moest worden afgegaan, een ander beleid
dan het gevoerde niet verantwoord zou zijn
geweest.
l)e „Banckert" na twee
jaar thuis
De torpedojager ,3anckert" is Maandag
middag na een verblijf van twee jaar in
de Indische archipel Den Helder binnen
gelopen De Commandant Zeemacht Ne
derland. schout bii nacht J. J. L. Willinge,
■iic W l irïcn aan ing. l>C ictte
de uit 22ó kwupcn .:Kuu,a. .cménnins
mede namens de minister van Marine.