Budgetverbetering van 625 millioen voor het totaal der uitgaven in 1949 DE MILLIOENENNOTA Ontwerp-begroting vertoont geen inflatoire dreiging van betekenis Minder somber beeld der staatsfinanciën 3 In zijn Millioenennota verklaart minister Lieftinck, dat de geleidelijke verbetering van de financiële toestand des lands weldra een stadium zal hebben bereikt, waarin niet alleen, zoals in 1948, de gewone dienst een groot overschot laat, maar waarin ook de buitengewone dienst I (de dienst van uitgaven van aflopend karakter, uit oorlog en bezetting volgend) nagenoeg geheel uit de gewone middelen zal kunnen worden gefinancierd. Dit blijkt uit de volgende cijferopstelling (de voor 1949 geraamde opbrengst van de buitengewone heffingen ad 700 millioen en de daartegenover onder de uitgaven tot een gelijk bedrag geraamde buitengewone aflossing van nationale schuld zijn daarbij buiten beschouwing gelaten): UITGAVEN: Gewone dienst 2.417.005.514 Buitengewone dienst 1815.862.106 3.232.867 620 MIDDELEN: Gewone dienst 3.156.000.421 Buitengewone dienst I76.162.570 3.232.162.991 Nadelig saldo704.629 Tempo der geldzuivering wordt nog niet versneld In de ontwerp-begroting voor 1949 moest rekening worden gehouden met de nieuwe wet op de financiële verhouding tussen het rijk en de gemeenten, waardoor de laatste 100 millioen meer ontvangen dan volgens de oude regeling. Voort^ dient men in aanmerking te nemen, dat de uitgaven ten laste vari de buitengewone dienst I voor een belangrijk deel met kapitaalsuitgaven gelijk zijn te stellen, voorzover zij het na tionale vermogen versterken. Dit geldt^ in meer of mindere mate voor de belangrijke uitgaven wegens herstel van oorlogsschade ad 482 millioen. Voor deze uitgeven wordt in een speciale dekking voorzien, n.l. jaarlijks terugkeren de belastinginkomsten tot een bedrag van ca. 250 millioen. De uitgaven voor herstel van oorlogs schade, voorzover de 250 millioen te bo ven gaande, zouden woeden gefinancierd uit leningen. Nu de belastinginkomsten uit zonderlijk rijkelijk vloeien, verdient het aanbeveling, zo merkt de minister- van Financiën op, ten aanzien van zodanige financiering terughoudendheid te betrach ten en een zo groot mogelijk deel van de uitgaven, die met kapitaalsuitgaven zijn gelijk te stellen, uit de lopende middelen te dekken. In overweging is om tegenover de be lastingverzwaring,* die uit het oorlogs schadeherstelplan voortvloeit, een aantal tegemoetkomingen te stellen in de alge mene belastingdruk. Kapitaalsuitgaven De uitgaven van de buitengewone dienst II (kapitaalsuitgaven) worden voor 1949 geraamd" op 365.640.310, waartegenover een bedrag van 71.498.693 wegens kapi taalsinkomsten staat. Deze dienst wijst derhalve een tekort aan van 294.141.617. Een vergelijking met de begroting voor 1948 wijst uit, dat het nadelig saldo van de gewone dienst en de buitengewone dienst I tezamen toen werd geraamd op 725.415.360. Een bijzondere omstandigheid, waarmede bij een vergelijking van de begrotingen 1948 en 1949 terdege rekening moet wor den gehouden, is, dat in de ontwerp-be groting voor 1949 niet onbelangrijke ver schuivingen van uitgaven van de buiten gewone dienst I naar de gewone "dienst hebben plaats gevonden. Deze bedroegen alleen al voor oorlog 75 millioen en voor marine ca. 20 millioen. Het saldo van de buitengewone dienst II was voor 1948 op 423.015.484 geraamd, tegenover 294.141.617 voor 1949. Vergelijking met 1948 Een vergelijking van de ontwerp begroting 1949 met de gecorrigeerde begro ting 1948 geeft het volgende beeld (afge rond in millioenen guldens). begr. 1948 Gewone dienst: Uitgaven 2367 Middelen3191 Het beeld van de uitgaven der ontwerp begroting voor 1949 is in zoverre onvol ledig, dat het om technische redenen nog niet mogelijk was, daarbij rekening te houden met de kosten van verschillende maatregelen ter verbetering van de sala rispositie van het rijkspersoneel, waartoe reeds is of alsnog zal worden besloten. Daarenboven zal het budget voor 1949 nog worden belast met de kosten van de overige maatregelen, begrepen in de tech nische herziening van het bezoldigings besluit* Voorts bestaat het voornemen, arbeids contractanten, die ten minste twee jaren in rijksdienst zijn en aan bepaalde voor waarden voldoen, recht op pènsioen te ver lenen. Naar een zeer globale raming zullen al deze maatregelen een bedrag van 49 mil lioen vergen. Per inwoner f 20 subsidie op levensmiddelenpakket Ten aanzien van de begroting van het Landbouw-Egalisatiefonds merkt de minis ter van Financiën op, dat deze door de daarin begrepen loon- en prijspolitiek zulke verstrekkende gevolgen voor de fi- nanciële-economische toestand van Neder land heeft, dat het onmogelijk is haar te behandelen 4os van alle invloeden welke Prof. mr. P. Lieftinck Deze zijn voornamelijk gericht op een ver antwoord deficit in het handelsverkeer met het buitenland en een verdere toeneming van het productieve nationaal vermogen. De voorstellen resulteren in een produc tietoeneming van circa 6 procent ten op zichte van 1948, een toeneming van het na tionaal vermogen met ruim 1 milliard, een netto-bedrijfsinvestering in productie middelen (met inbegrip van woningen) en voorraden van circa 1.9 milliard en een tekort in het goederen- en dienstenverkeer met het buitenland van ruim 0,8 a 0,9 milliards Alvorens de nota met een resumerende beschouwing te besluiten, wijdt de minis ter nog een bespreking aan enkele afzon- derlijke onderwerpen. Reconstructie van het bestuursapparaat Uitvoerig gaat de nota in op de verschil lende maatregelen, welke reeds zijn en nog zullen worden genomen terzake van een reconstructie van het bestuursapparaat. Tal van maatregelen, welke verbetering van werkmethoden, controle op personeels bezetting, inkrimping van werkzaamheden door liquidatie-schema's, opheffing van doublures betreffen, werden uitgevoerd. De taak der regering moet er onder de huidige omstandigheden op zijn gericht, om door doelmatig werken een rationele om- ductie hebben niet alle branches in vol doende mate kunnen bijdragen, o.m. de bouwnijverheid, de grafische industrie, de steenkolenmijnbouw, de agrarische sector, de houtvoortbrenging en de kledingindus trie. Zij bleven in raeer of mindere mate bij de algemene peiging tot verbetering achter. De wereldmarktprijzen liggen over het algemeen nog op een hoog niveau. Niette min is in de agrarische sector reeds een prijsdaling waarneembaar, welke naast een ingrijpende wijziging in het beleid een der oorzaken is van de lagere ramin gen der uitgaven ten laste van het Land bouw-Egalisatiefonds. De vermindering van het nadelig saldo van dit fonds weerspiegelt onder meer een belangrijke stap in de richting van een be perking van de politiek der prijssubsidies en van opheffing Van vele belemmerende bepalingen ten aanzien van de goederen circulatie. Na in het kort het nog bestaande ongun stige verschil tussen in- en uitvoer, als mede de pogingen om ter oplossing van de ook voor Nederland belangrijke proble men van het Europese handelsverkeer te komen tot een veelzijdig betalingsverkeer, in zijn slotbeschouwing te hebben betrok ken, spreekt de minister de overtuiging uit, dat van de hulpverlening ingevolge het Marshall-plan alleen een resultaat van blij vende waarde wordt bereikt, wanneer de besteding wordt gericht niet alleen op dat gene wat bevorderlijk is om de arbeidspro ductiviteit in stand te houden, maar in het bijzonder op alles wat er toe kan dienen om de industrialisatie krachtig te bevor deren, de landbouw technisch te verbeteren en de productiekosten in het algemeen door rationalisatie te doen dalen. Evenals het vorig jaar roept de minister het Neder landse volk op tot besparing en uiterste zuinigheid wat de consumptie betreft en voor wat de productiebedrijven betreft tot matigheid in de winstuitkeringen en voor zichtigheid bij het aanhouden van voorra den, gezien het daaraan verbonden prijs- risico. Nationaal vermogen neemt weer toe Hij noemt het een bemoedigend teken, dat aan de intering van het nationale ver mogen een einde is gekomen. Uit bereke ningen van het Centraal Planbureau blijkt, dat voor een bedrag van 540 millioen meer is geproduceerd dan verbruikt, zo dat het nationaal vermogen met dit bedrag is toegenomen. De gevaren voor onze financiële en eco nomische verhoudingen zijn echter niet voor goed geweken. Een belangrijke .moeilijkheid is, dat, naarmate de buitenlandse schuld als nega tieve component van het nationale vermo gen toeneemt, daartegenover de in omvang eveneens toenemende positieve componen ten gezamenlijk een dusdanig rendement in deviezen zullen moeten afwerpen, dat hierdoor de groeiende lasten in deviezen, welke uit de aan het buitenland verschul digde rente en aflossing voortvloeien, zul len kunnen worden gedekt. Bovendien moet worden erkend, .dat het herstel van de gewenste welvaartsverhou dingen binnen enkele jaren zal nopen tot verlaging van belastingdruk, waarmede de minister zich dan ook voorstelt reeds dit jaar een begin te maken. Slechts door voortgaande beperking van rijksuitgaven, door liquidatie van instanties voor oor- logs- en crisiseconomie, door afsnijding van wat voor een verantwoord en constructief beleid maar even kan worden gemist en door uiterste rationaliteit in datgene wat moet blijven verricht, is de vereiste stabi liteit in de binnenlandse politiek te be reiken. ontwerp- begr. 1949 2417 3156 Voordelig saldo824 739 Buitengewone dienst I: Uitgaven41141 816 Middelen54 76 Nadelig saldo1087 740 Gewone dienst en buitengewone dienst I: Uitgaven 3508 3233 Middelen 3245 3232 Nadelig saldo 263 1- Nadelig saldo landbouw-egal.fonds. 602 365 865 366 Buitengewone dienst II: Uitgaven 479 Middelen50 Nadelig saldo'428 Volgens dit overzicht wijst de ontwerp begroting voor 1949 dus, wat het totaal der uitgaven betreft, een budgetverbetering aan van 625 millioen. Dit resultaat is be reikt door een lagere raming der uitgaven ten laste van de gewone en buitengewone dienst I ad 275 millioen, een lagere raming van het nadelig saldo van het Landbouw- Egalisatiefonds ad 237 millioen en een vermindering der uitgaven op de buiten gewone dienst II ad 113 millioen. De middelen zijn voor 1949 in totaal 9 mil lioen hoger geraamd dan voor 1948 nader verwacht mag worden. Hierbij dient echter, te worden bedacht, dat in de 3.245 mil lioen middelen voor 1948 een bedrag van 275 millioen is begrepen wegens het inhalen van de achterstand in de directe belastingen en dat bij de raming voor 1949 «een, rekening is gehouden met een bedrag wegens net inhalen van achterstand. onze nationale en onze internationale posi- per®°"eel te bereiken, tevens tie bepalen. Door de internationale ver- u°-°,r personeel voldoende houdingen staat ons land voor de noodzaak j g Sfffj"J"?'^voorwaar.den te scheppen, de binnenlandse structuur van het econo- uooir, „f staat echter nog pas aan het mische leven aan te passen aan de wijzi- i r; n e toepassing van deze metho gingen, welke de wereldstructuur onder- nl„n_J vei wezenlijking van de bestaande gaat. In dit opzicht is spoed vereist, mede ^.l'...er! ,eze methoden binnenkort om te voorkomen, dat wij bij beëindiging van de Marshall-hulp voor een ernstige econpmische ineenstorting komen te staan. Het is daarom noodzakelijk onze land bouwpolitiek te richten op een zo groot mogelijke dollarbesparing door een voor zichtige importpolitiek, zonder echter de verhoging van de arbeidsproductiviteit door betere voeding uit het oog te verlie zen. Tegelijkertijd vraagt de verwezenlijking van de Nederlands-Belgisch-Luxemburgse economische unier een politiek van prijs subsidies met een sterk tijdelijk en groten deels aflopend karakter. De wisselende prijsverhoudingen in het buitenland maken het noodzakelijk de prij zen der geïmporteerde Grondstoffen in over eenstemming te brengen met de binnen landse richtprijzen. Daardoor zijn bij de grote quantiteiten geïmporteerde granen aanzienlijke bedragen als importtoeslag benodigd (totaal ƒ154 millioen). Weliswaar is een gedeeltelijke doorbe rekening der subsidies in de begroting op genomen, doch er blijft nog altijd een direct subsidie op het levensmiddelenpakket van 212 millioen of wel van 20 per inwoner, waarvan ruim de helft aan de melksector moet worden toegerekend. Staatsschuld f 25.6 milliard Bij de nota is een balans gevoegd, welke een overzicht geeft van de grootte en sa menstelling van de staatsschuld (in ruime zin) en van de daartegenover staande li quide middelen, vorderingen en andere activa. Zij toont nog weer eens aan, dat de huidige financiële positie van Nederland wordt beheerst door de gevolgen van oor log en bezetting. Van het totaal der verplichtingen op korte en lange termijn (inbegrepen de ver plichtingen wegens oorlogsschade) ad 34,6 milliard is ongeveer 19 milliard gedekt door activa. Wetenschappelijk wordt verdedigd, dat de niet door activa gedekte verplichtingen in normale omstandigheden gelijk mogen staan met het nationaal inkomen van één jaar. Het nationaal inkomen voor 1949 wordt berekend bij een productiviteit per hoofd van de bevolking van circa 90 procent van voor de oorlog op ruim 13 milliard. Neemt men in aanmerking, dat over énige jaren de productiviteit op het oude niveau zal zijn hersteld en het na tionaal inkomen dus gestegen, dan mag worden gesteld dat de situatie niet al te on bevredigend is. Gezien echter de huidige hoogte van het volksinkomen gunstig beïnvloed door de conjunctuur en gelet op de mogelijkheid, dat dit niveau niet ge handhaafd zal blijven, moet hieruit wor den geconcludeerd, dat het beleid er op gericht moet zijn, het ongedekte gedeelte van de staatsschuld te reduceren. Vervolgens geeft de nota een overzicht van de consolidaties van binnenlandse en buitenlandse staatsschuld, welke in het tijdvak van 30 Juni 1945 tot 30 Juni 1948 h^hbpn ulaats gevonden. Tot een bedrag van 1.640.239.110 is geconsolideerd. Nationaal budget voor 1949 De regering heeft uitvoering gegeven aan haar voornemen in de millioenennota een nationaal budget voor 1949 op te nemen.. Het budget is gebaseerd op een aantal voorstellen van het Centraal Planbureau, ten aanzien waarvan de regering haar standpunt evenwel nog niet heeft bepaald. op breed terrein kunnen worden toegepast. Inflatiegevaar Is verdwenen Bij een beschouwing van de invloed, die van de begroting 1949 zal uitgaan op de ontwikkeling van de geldhoeveelheid en daarmede op het geheel der werkzame in flatoire en deflatoire krachten constateert de minister met betrekking tot de financie ring van kastekorten van het rijk door middel van geldschepping, dat hierin ge durende de afgelopen maanden een be langrijke verbetering is ingetreden. De minister komt tot de belangrijke con clusie, dat de ontwerp-begroting 1949, in tegenstelling met de begrotingen over voor gaande jaren, per saldo geen inflatoire dreiging van betekenis meer zal opleveren. iftï£etjis niet onm°geliik te achten, dat in 1949 deflatoire tendenties zelfs enigermate dé overhand zullen verkrijgen. Dit neemt niet weg, dat voorzichtigheid op het stuk der monetaire politiek geboden blijft. Het komt de minister daarom ongewenst voor, om vooruitlopende op deze mogelijkheid, thans het tempo van de afwikkeling der geldzuivering te versnellen. Slotbeschouwing In zijn slotbeschouwing geeft de minister een samenvattende typering van het sta dium, waarin het economisch en financieel herstel zich bevindt. De bruto-productie-index -in 1948 zal. naar wordt verwacht, die van 1938 met 3 pet. overtreffen. De betekent echter nog geen volledig herstel van het productie niveau van voor de oorlog, omdat de be volking sedert 1938 met c.a. 13 pet. is toe genomen. De productiviteit per hoofd van de be volking bedraagt nog slechts 90 pet. van die van 1938. Hierin zal in hoofdzaak door verdere aanvulling en modernisering van de industriële en agrarische outillage ver betering moeten worden gebracht. Aan de veiihoging der industriële pro- (Van onze financiële medewerker) In de millioenennota maakt minister minister Lieftinck de opmerking, dat men zich niet al te zeer op de ontwerp-begro ting voor 1949 moet verlaten. Er is altijd tussen begroting en definitieve rekening verschil, vooral de laatste jaren, zowel als gevolg van onvoorziene uitgaven, prijs stijgingen, loon- en salarisverhogingen, als van geraamde uitgaven, waarover in het betrokken dienstjaar niet Werd beschikt en het ruimer vloeien van belastinginkom sten. Bovendien is men reeds geruime tijd bezig de boekhouding van de staat naar moderner methoden in te richten, waar door verschuivingen ontstaan, die ook het eindresultaat beïnvloeden. Mede daardoor leverde de gecorrigeerde begroting van 1947 een 400,-^- millioen groter tekort op dan de aanvankelijke raming. De begroting-1948 wees een totaal tekort van 1566 millioen, waaronder ƒ419 mil lioen van de Buitengewone dienst (Kapi- taaldienst). Dit cijfer is, hoewel het Land bouw-Egalisatiefonds (subsidies) van ƒ498 millioen tot 602 millioen moest worden verhoogd (prijsstijgingen) op de gecorri geerde begroting-1948 gedaald, tot 1294 millioen, waaronder ƒ429 millioen kapi- taaisuitgaven. Voornamelijk is dit te danken aan de hogere opbrengst der middelen (belastin gen), welke thans voor 1948 op ƒ3191 mil lioen worden .aangenomen tegen 2738 millioen bij de oorspronkelijke raming. Indien men vasthoudt aan d'e oude stel regel, dat de kapitaalsuitgaven niet uit het nationaal inkomen behoeven te worden opgebracht, dan heeft men bij de beoor deling van de staatsfinanciën voornamelijk te maken met de Gewone Middelen en de Buitengewone Dienst voor aflopende uit gaven, welke in de Nota voor 1949 dan ook zijn samengevoegd. Deze beide diensten zouden volgens de aanvankelijke raming een tekort opleveren van ƒ1147 millioen, dat nu echter kon worden teruggebracht tot 865 millioen. 100 cm. breed Bcucli 3.90 5.75 6.60 NEPACOTAPIJT KARPETMATTEN 65 50 KRUISSTRAAT 11 HAARLEM - TELEFOON 11491 De Veiligheidsraad herdacht in een speciale zitting het vredeswerk vat? de Zweedse graaf Bemadotte, die hel slachtoffer werd van zijn bemiddeüngswerk en viel door de kogels van een bende terroristen in Palestina. - Een foto tijdens de twee minuten stilte ter ere van de nagedachtenis van graaf Bernadotte en zijn medewerker kolonel Serot. Het tekort voor 1948 zal dus, afgezien van de kapitaalsuitgaven, 281 millioen kleiner zijn dan een jaar geleden werd geraamd. Hoezeer men dus met de minister tevre den mag zijn met de verbeterde positie onzer staatshuishouding, het is duidelijk dat zij ook voor 1949 alleen mogelijk is ten koste onzer volkshuishouding, die onder zware lasten gebukt gaat. De minister ziet dit gelukkig ook in en zegt aan het slot van zijn nota, dat het herstel van de ge wenste welvaartsverhoudingen binnen en kele jaren zal nopen tot verlaging van belastingdruk, waarmede hij zich voorstelt reeds dit jaar een begin te maken. Dan zal het echter nodig zijn, dat niet alleen de buitengewone, maar ook de ge wone uitgaven van de Staat worden ver minderd, temeer omdat voor aflossing op de Staatsschuld, die thans op 25V> mil liard wordt aangenomen, slechts 77 millioen is uitgetrokken en dat geen af schrijvingen op de reële staatsactiva plaats vinden. Dit is wel een zeer zwakke plek in de begroting voor 1949, ook al zal de staats schuld als gevolg van de bizondere hef fingen nog enige tijd dalen. Maar ondanks dit alles we zijn thans op de goede weg. De reconstructie van ons bestuursapparaat is gaande. Al zal de sterkte van het burgerlijk Rijkspersoneel van 106.637 op 30 Juni 1948 tot 107.448 in 1949 toenemen, dit is uitsluitend een ge volg van de stijging bij Oorlog en Marine, die tezamen 18.387 man in dienst zullen hebben tegen 13.152 op 30 Juni 1948 Maar vergeleken bij 1946 (131.0,18) en 31 Juli 1947 (118.277) is er een aanmerkelijke teruggang te constateren. Deze begroting, zegt de minister is niet meer inflatoir, eerder tendeert zij naar de flatie. Verdere inperking van distributie en prijsvaststelling is in zicht. De subsidies zullen gaandeweg worden verminderd, ook om tot een aanpassing bij het Belgische prijspeil te komen, al zal hier de grootste omzichtigheid worden betracht om de kos ten van levensonderhoud niet te doen stij gen. De Begroting-1949 vertoont zowel tegen over de oorspronkelijke, als tegenover de gecorrigeerde begroting-1948 een gunstiger beeld. Het nadelig saldo van de Gewone Dienst en de Buitengewone Dienst I (aflo pende uitgaven) bedraagt 366 millioen, dat is 780 millioen minder dan de oor spronkelijke en 500 millioen minder dan de gecorrigeerde raming voor 1948. Deze vooruitgang is echter niet bij de Gewone Dienst te vinden. Het overschot op de Gewone Dienst 734 millioen) is zelfs 85 millioen kleiner dan dat der ge corrigeerde begroting-1948. Het zijn de aflopende uitgaven, die 347 millioen lager kunnen worden geraamd, evenals het na delig saldo van het Landbouw-Egalisatie fonds, daf met 365 millioen is uitgetrok ken tegen 602 millioen voor 1948. Onder de verlagingen op de Buitenge wone Dienst I komen twee belangrijke posten voor: 125 millioen Herstel Oor logsschade (thans op 543 millioen uitge trokken tegen 668 millioen voor 1948) en 200 millioen Algemene Uitkering aan Ge meenten en Provincies, welke ditmaal ge heel is vervallen. Een bezuiniging is toege past op de kosten van de distributie, con trole en prijsbeheersing, welke thans nog 54 millioen vordert tegen 97 millioen voor 1948. Ook het cijfer voor de prijssub sidies is 32 millioen lager. Hier staat ech ter tegenover, dat voor de Staatsschuld 12 millioen, voor Politie en Justitie 30 millioen, voor Onderwijs 41 millioen en voor Sociale voorzieningen 14 millioen méér is geraamd. De totale uitgaven van de Gewone Dienst zijn dan ook niet belangrijk lager dan die voor 1948. Het betere resultaat van de be groting 1949 js in hoofdzaak te danken aan verlaging van buitengewone uitgaven en stijging der gewone middelen. De belastingen zullen in 1948 (inclusief de achterstand) 3240 millioen opbrengen, ongeacht de bijzondere heffingen ad 3 milliard, welke buiten de begroting zijn gehouden. Hiervan gaat 230 millioen naar het Gemeentefonds en '20 millioen naar het Provinciale Fonds, zodat voor het Rijk 2990 millioen overblijft. Voor 1949 is het cijfer geraamd op 2919 millioen, maar ter dekking van de vergoeding voor, Oorlogsschade worden nog 250 millioen nieuwe belastingen in uitzicht gesteld waar tegenover echter ook weer enige ver lagingen zullen staan. Met andere woorden de Nederlandse bevolking brengt meer dan 3 milliard aan belastingen op bij een ge raamd nationaal inkomen van 13 mil liard, of wel 20 25 procent. N.V. Haarlemse Machinefabriek In efn aandeelhoudersvergadering van de N.V. Haarlemse Machinefabriek voorheen Gebr. Figee is ir. A. M. Zoek, die reeds onderdirecteur aan de vennootschap was ver bonden, tot directeur benoemd. De kleine wereld Uitgerekend Hij kwam op mij af als een viermaster in de volle wind, hij breidde de armen uit als een kraai die vliegen gaat. Alles aan hem wapperde, zijn grijze puntbaard niet het minst. Hij was een toonbeeld van verrassing en vreugde. Dat ik u hier weerzien moet, na zoveel jaren, zei hij. Ik heb op school naast u ge zeten, ik herkende u dadelijk. Ik meende te moeten zeggen dat ik hem niet herkende, Ik kon mij niet herirttieren op school naast een jongen te hebben ge zeten die een puntbaard droeg. Maar hij hielp mij stralend uit de droom. Ja, hij was het. Ik herkende door de puntbaard heen zijn trekken. Hij wasde jongen, die ik jaren later nog met ernst als de vervelend ste mens op aarde beschouwde. Hij keek af en profiteerde van alle wijs heid, die een ander met veel moeite bijeen- gaarde. Hij hielp nooit iemand die in het nauw zat. Hij speelde mooi weer bij de meester en was ziek als er proefwerk moest worden gemaakt. Hij liet mij zijn opstellen schrijven en keek dan zedig voor zich, als de meester hem een compliment maakte. Er was een ding, dat hij goéd kon: rekenen. Daarin was hij ons allen de baas. Dat alleen maakte de herinnering aan hem voor mij bitter.. Rekenen! De wereld en het leven in cijfers uitdrukken, ermee goochelen, ze door elkander smijten, en tenslotte er nog uit komen. Tenslotte nog weten hoe de zaak in elkaar zit. Dat kon hij, ik niet. Er loopt een weg van A naar B. Een man Y begint in A om vier uur te lopen, een man Z begint in B om vijf uur. De man Y legt zes kilometer per uur-af. de man Z slechts vijf driekwart. Hoe laat ontmoeten zij elkaar, als de weg 31 kilo meter lang is? Zo ging dat. Hij kwam er altijd uit. Hij wist precies te zeggen hoe laat het was als de man Y en de man Z elkaar in het oog kregen. Hij wist het op de seconde af, alsof hij er zelf was by ge weest. Maar hij hield het altijd voor zich zelf. Hij liet mij er naar raden. Hij lachte misprijzend als ik met een oplossing kwam die er naast was. Hij .zei dan' alleen maar: Nee, dat is fout, ik weet het. Maar hij zei het niet. Hij stak zijn vinger op naar de meester om het hem te mogen zeggen en er een goed cijfer mee te verdienen. Hij zei: Ik ben blij dat ik rekenen kan, daar komt men het verst mee in de wereld. Met rekenen kan ik rijk worden, met opstellen schrijven niet. Niemand schrijft nog opstellen als hij van school af is, maar rekenen? Dat doet en moet ieder een, zijn hele leven door. Ik ben blij dat ik rekenen kan. En nu ontmoeten wij elkaar weer. Hij heeft goed naar zichzelf toe gerekend, dat is hem aan te zien, hij ziet er deftig uit. Een gouden lorgnet, een parel op zijn das. Hij zal zich heel wat bij elkaar gerekend hebben. Hij heeft ook heel wat bij elkaar ge rekend. Hij komt daar niet over uit ver teld. Hij heeft een hoge positie in de bank wereld. En nu zit hij daarover te praten met het plezier van de man wie niets meer gebeuren kan, de man Y die van A naar B gelopen is zonder ongelukken. Hij heeft het toch maar goed aan de steel gestoken. Hij heeft dat eens fijntjes voor elkaar ge bokst. Dat kan men nu bereiken als men een goed stel hersens heeft, en als men goed rekenen kan. En gij, vraagt hij dan. Hij vraagt het, maar ik zie in zijn ogen dat hij bedoelt: En met u is het mis. Want ge hebt niet kunnen rekenen. Daar is nu de kans om wraak te nemen. Daar is de dag om een opgestoken vinger van jaren geleden naar beneden te halen. Ik zeg dat ik ook een hoge positie in de bankwereld heb. En dat ik mezelf ook aardig op een ivoren toren heb gerekend, waar niemand mij meer aan kan. Zij ogen in de ronde glazen van het gouden lorgnet vragen verschrikt: Hoe kan dat? En ik zeg luchtig: Ik heb indertijd een rekenmachine aangeschaft. Dat kan men tegenwoordig doen, dat is gemakkelijk. Die rekent als de beste. Dan hoeft ge u zelf niet zo te ver moeien. En ge krijgt er geen baard van ook. Ik heb daar laatst eens een opstel over geschreven, dat veel succes had. Baard groei als gevolg van overmatig rekenen. Opstellen schrijven doe ik ook nog, ziet ge. Daar kan mén geen machine voor kopen. Dat moet men kunnen of laten. Zo is het. Tot ziens, ik zie u nog wel eens. Och ja, we komen elkaar nog wel eens tegen. De wereld is immers klein. L. Touw - Rubberlaarzen Dekzeilen - Oliekletling JAC. v. d. NOORD SPAAR NE 60 - TEL. 16084 - HAARLEM (Adv.j De omroepleiding treft geen blaam De uitzending van de eeds aflegging op 6 September Naar aanleiding van de critiek, welke geleverd is op het feit. dat de eedsafleg ging door de leden der Stalen-Generaal bij de inhuldigingsplechtigheid in de Nieuwe Kerk te Amsterdam niet volledig door de radio werd uitgezonden heeft de Regerings- commissiaris voor het Radiowezen mede gedeeld, dat de omroepleiding van de be trokken autoriteiten de mededeling had ontvangen, dat voor de eedsaflegging op een duur van ten minste 45 minuten moest worden gerekend. Afgaande op deze in lichting heeft de omroepleiding besloten, deze eedsaflegging niet volledig uit te zenden ten einde de spanning bij de luiste raars niet te doen verslappen. Alle autoriteiten, die met de uitzending te maken hadden of daarin gekend werden, waren met dat voornemen tijdig op de hoogte en hebben dit beleid als juist er kend. Op het ogenblik, dat vastgesteld kon worden dat de bedoelde inlichting niet overeen kwam met de feiten, was het te laat om wijziging in het uitzendingsplan te brengen. Achteraf is de kwestie besproken in de programmaraad, die geconstateerd heeft, dat, gegeven de feitelijke inlichting, waarop moest worden afgegaan, een ander beleid dan het gevoerde niet verantwoord zou zijn geweest. l)e „Banckert" na twee jaar thuis De torpedojager ,3anckert" is Maandag middag na een verblijf van twee jaar in de Indische archipel Den Helder binnen gelopen De Commandant Zeemacht Ne derland. schout bii nacht J. J. L. Willinge, ■iic W l irïcn aan ing. l>C ictte de uit 22ó kwupcn .:Kuu,a. .cménnins mede namens de minister van Marine.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1948 | | pagina 5