v. d. BERG'S Woningtextiel HART's Behangselpapier handel (herauten van het voorjaar Bont vogelkoor zingt een Diyüe Lente-ouverture in bos en veld De GE, Heus!! HART heeft de grootste keus! Werkelijk goed BED NAAIMACHINE DEFECT?? Kraagjeshuis FR'JgKOOL Geef Uw auto óók eens een goede beurt! ZATERDAG 26 MAART 1949 HAARLEMS DAGBLAD 7 geen pakje te klein geen zending te groot O wij zorgen voor snel en solide vervoer. Autodiensten Haarlem-Amsterdam v.v. Met doorverbinding door 't gehele land. RAAMVEST 29. Tel. 14810 in frisse fleurige tinfen 31 <7 ft HAARLEM bAV* HEEMSTEDE ZANDVOORT DE EERSTE TEKENEN van de naderen de lente zijn in de regel al merkbaar, lang voordat wij aan het voorjaar denken. Vaak zitten wij er dan al midden, in en is de eerste acte van het voorjaarsspel reeds lang gepasseerd. Het is als een lange, boeiende en feestelijke optocht, die lang zaam aan onze ogen voorbij trekt, maar velen zien alleen maar het staartje. De herauten, de vaandels en de bazuinen, die voorop gaan worden alleen opgemerkt en begi-oet door de ijverige wandelaars en snuffelaars, die oplettend alle vorderingen volgen. Het begint met de sneeuwklokjeslente. Deze eerstelingen komen reeds voor de dag als het nieuwe jaar nauwelijks zijn intrede heeft gedaan en op de eerste milde lentedag en tegelijk daarmede ook de, lenteklokjes. De elzen beginnen zich te roeren en in de luwe plekjes zien wij al groen spruitsel van de brandnetel en jong blad van koekoeks bloem en fluitekruid. De hazelaar, wel een van de vroegsten, raakt dan al weer uitge bloeid. Op een goede dag beluisteren wij plot seling het heldere geluidje van de eerste koolmezen. De tuinmerels laten 'smorgens vroeg en ook weer in de namiddag hun zachte en aarzelende stem horen en weldra beginnen ook de grote- en zanglijsters acte de présence te geven. Boomkruiper zingt dan zijn fijne en koge liedjes, weinig opvallend en alleen de wat geoefende vo gelaar weet het deun tje thuis te brengen. Óok de bosduiven, vooral die uit de plantsoenen en per ken in de stad zijn vroeg en dit voorjaar koerden zij al in Ja nuari hun dromerig „koe-lcoe, schone koe", Det ook op de holen- duif, die een hol, maar ver hoorbaar „Boem- boem" laat horen. In de Haarlemmerhout kunnen wij deze nu elke dag horen. Door het zachte en weinig winterse weer van Januari en de eerste helft van Februari hoorden wij de hout duiven zelfs in het hartje van de nacht hun zang ten beste geven. Want dat koe ren is zang, evenals het ratelen van de nachtzwaluw of het roffelen Van de bonte specht. Deze vogelzang is een typische mannelijke uiting: alleen de man netjes onder de vogels zingen. Hiermede weten zij de aandacht te trekken der wijf jes, maar tevens is de zang te beschouwen als een middel om een broedterritoi^um af te palen. De snelle vorderingen welke wij tot in öe eerste helft van Februari konden con stateren, werden echter door de dalingen der temperatuur in het laatst van Februari en begin Maart niet weinig geremd. De storm welke ons land en vooral de kustzone teisterde, was oorzaak dat alle toebereidselen voor het voor jaarsfeest op nieuw verschoven werden. De blauwe rei gers, die alweer de kolonies betrokken hadden en de voorlijksten hadden reeds eieren gingen het reigerbos weer ver laten en de eieren gingen door de vorst verloren en explodeerden. In de omgeving van Haarlem bezitten wij twee reiger nederzettingen, één in het bos van het oude landgoed van Beeckensteyn onder Velsen, de tweede vinden wij op het buiten aan de Meerweg te Bennebroek. De bezetting van deze laatste reigerkolonie is echter, de laat ste jaren sterk achteruitgegaan en bestaat thans nog maar uit enkele paren. „Beter dan De Bilt". Die reigers zullen waarschijnlijk niet ge weten hebben, dat er nog een koude periode op komst was, ofschoon wij dat niet zeker weten. Even voor de vorst inviel, die ons nog zo laat verraste, zei „Ome Jan", de koddebeier uit de Zandvoortse duinen, ons „Wij zijn er nog niet, de wulpen zijn wel terug in de duinen, maar er zit nog kou in de lucht. Ik zie het aan de beesten en die liegen niet. Kijk maar naar de wilde eenden en die weten het beter dan jij en ik te samen. Ze liggen nog niet op de kanalen van de Waterleiding, je ziet er nog geen eendje en dat is een veeg teken, wat ik je brom. Wij krijgen nog kou, dat staat vast." En „Ome" Jan" kreeg voor de zoveelste keer gelijk. Hij beweert dat de eenden veel beter het weer kunnen voorspellen, dan De Bilt en hij heeft in deze weerprofeten een onbegrensd vertrouwen. Toch waren er voor de vorstperiode ook al wilde eenden met eieren op Voorne werden reeds jonge eendjes gezien. De meeste eenden-eieren gingen echter ver loren en achteraf mogen wij, geloof ik, blij zijn met dat nawintertje. Want het tempo ging te snel, het ging te hard. Vele struiken en heesters en bomen liepen al uit en zij werden nu geremd. Dat was ook voor vele vogels het geval. Half Februari zagen wij de eerste teruggeekerde kieviten nabij de Zilk en dat waren stellig broedvogels. Al enige weken daarvoor hoorden wij wulpen in de duinen en dat was ook veel te vroeg, want meestal verschijnen de eerstelingen van deze langsnavels op de broedterreinen in de duinen omstreeks 1 Maart. Op 7 Maart waren de kieviten die overal langs de duin kant waren verschenen, weer in volle af tocht en duizenden kieviten trokken op die dag weer naar het Zuiden. Thans zijn zij echter weer teruggekeerd en stofferen zii overal de weilanden langs de duinvoet. Ook de scholeksters zijn weêr terug en langs het Noordzeestrand zien wij weer de bontbekjes langs de vloedlijn scharrelen. Tureluur en grutto, twee belangrijke figu ren van de polders en weilanden ontbraken dan ook inet lang meer en keerden terug uit hun winterkwartieren. De eerste lenelaar was ook abnormaal vroeg present: op 12 Februari werd er één gesignaleerd in een eendenkooi in de kop van Noordholland en dat was eigenlijk bijna twee weken te vreog, want de aankomst van -de eerste lerielaars valt meestal zo tussen 23 en 26 Februari. Op 21 Februari waren er al acht stuks terug op de broedplaats, maar toen de vorst kwam, verdwenen zij weer, evenals de kieviten, die tijdens vorstperioden niet Ban de kost kunnen komen omdat zij dan- niet meer met hun weke plevierensnaveis in de grond kunnen boren. Tegen half Maart komt er een nieuwe verschijning bij, soms horen wij deze lente zanger pas omstreeks de officiële begin datum van de Lente. Dat is de kleine tjiftjaf, een bewonertje van hoog opgaand hout, dat een zèer maatvast liedje zingt; „tjif-tjèf, tjif-tchjèf" acht tot tienmaal her haald. Daarbij zit het vogeltje meestal in de kruin van een hoge boom. Boomleeuwerik zingt nu de gehele dag, evenals de hegge- mus.De zang van deze laatste lijkt zowel op het liedje van de roodborst als op dat van de winterkoning: een heel hoog en zilver achtig liedje. De groene speet lacht zijn satanslach, de boomklevers zijn druk in de weer en de roffel van de bonte specht klinkt uit het nog kale winterhout, waarin echter toch al andere tintjes en toontjes zijn te bespeuren. In de eerste week van April verschijnen de fitisjes, een neefje van de tjiftjaf, maar met een geheel ander liedje. Zij behoren beide tot de grote groep van kleine zanger tjes, meestal duidelijk kleiner dan een huis mus, van onderen geelachtig grijs, van boven wat donkerder met wat bruinig grijs De kievit, een zeer voorname heraut van de Lente. en allemaal met een fijn spits insecten- eters-snaveltje. Tegelijk met de fitis pre senteert zich ook de tapuit, die hier in de omgeving van Haarlem vaak stag genoemd wordt. Een bewoner van de duinen, die graag in oude konijnengaten nestelt. De laatste jaren is de tapuit in onze omgeving sterk in aantal achteruit gegaan en wij zien ze nu nog maar sporadisch. In de Waterlei dingsduinen zijn zij verdwenen als broed- vogel en dit is waarschijnlijk te wijten aan het feit, dat deze duinen zoveel mogelijk konijnenvrij gehouden worden. Ook andere vogels, die bij voorkeur in deze konijnen pijpen broeden, zijn daar de dupe van. Ik noem dan de holenduif en de steenuil, elders zijn het ook bergeenden en kauwtjes. Kennemerland is een oord, dat bij de vogels in trek is en nog altijd is onze woon streek rijk aan vogels. Zelfs in de onmid dellijke omgeving van Haarlem kunnen wij genieten van de klanten van strand en duin, van bos en struweel en van de pol ders. Vooral in de bosrijke streek langs de duinen kunnen wij vele soorten ontmoeten. Een wandeling langs de Brouwerskolk en door het Zwarte veld of langs de Zeeweg, een bezoek aan de duinen van Vogelenzang met niet te vergeten het oude duinbos van het „Huis Ter Vogelenzang" waar aan stonds-weer de bodem zwavelgeel gekleurd zal zijn door de ontelbare Primula-bloem pjes, kan zeer lonend zijn. Let ook eens op de puttertjès. Dit mooie vink-achtige vogel tje is hier thans langs de duinkant een vrij algemene verschijning geworden. En dan niet alleen in de wintermaanden, waarin ze Blauwe reigers op het nest dan speciaal onkruidhoekjes bezoeken, maar ook als broedvogel. Op tal van plaat sen komen zij hier tot broeden en wij be schouwen dit als een aanwinst, want tien jaar geleden nestelden zij hier nimmer. Gaat ook eens kijken langs de boorden van het Noorder-Buiten Spaarne en de Mooie Hel en de Liede. Daar maken wij kennis met allerlei weidevogels. De kieviten laten er hun zwoegende vleugelslag horen, de grutto's jagen er druk boven de ontwaken de graslanden, daarbij steeds juichende en als de Lente officieel wordt ingeluid ver schijnt al spoedig het bericht dat het eerste kievitsei gevonden is. Maar heel velen zagen nog nimmer een kievitsei of er stond een prijsje bij. Veel beter zijn zij af die eens een kievitsnest mochten zien bij dat schouwspel geroerd werden. Want een vogelnest in de vrije natuur is altijd weer een klein wondertje. Daarop hebben wij in de komende weken weer kans op. Want de Lente staat voor de deur! JAN P. STRIJBOS. En het voorjaar E MOET ER VOOR BUITEN DE STAD gaan om voorgoed te geloven dat het voorjaar met een verbaasde zucht ter we reld is gekomen. Op het dorp, van de vriendelijke kerktoren af, hebben wij ge zien dat de kalender onstpiets op de mouw gespeld heeft. Wij hebben dat daar gezien, de koster en ik. Wij zijn van pure blijdschap naar de hoogste trans van de toren geklommen om te kunnen neerzien op de nieuwe aarde, de aarde van na de een-en-twintigste Maart met haar zonnige glimlach. De kos ter strekt zijn gebogen rug en trapt dapper de honderd zoveel treden op, hij moet bij iedere ommegang even rusten om zijn adem terug te vinden. Wij stijgen naar de hemel, in het holle lijf van de toren klap wieken wij omhoog langs de ladders om straks tussen de hardstenen kantélen door naar beneden te zien. Daar -strekt zich een landkaart uit onder het klare middaglicht, een vlakte van grauw en groen, de wereld ligt verbaasd en schuchter onder de milde zon. Het is lente, zegt de koster die voorzich tig naar buiten gluurt, hij ziet dat aan ik weet niet wat. Hij ziet dat misschien aan de rode daken van het dorp, die vrolijk zijn geschilderd door de voorjaarszon, hij ziet het aan de wapperende dekens die achter de huizen zijn opgehangen om uit te waaien. Daar staan huisvrouwen voor geweld op matten te ranselen alsof zij woedende furiën zijn; de klappende slagen dartelen omhoog langs de toren naar bo ven, het is als een marslied dat de intocht van de lente begeleidt. De huisvrouwen ranselen de winter eruit, zegt de koster wijsgerig, hij loert langs de velden en wegen om overal het licht van de zon te zien blinken. De koster leunt als een kip uit zijn hok, zijn magere nek draait zich naar links en rechts om niets te missen. Hij ziet in de verte een man en een vrouw door de velden wandelen, zij houden el kaar luchtig aan de hand en zij stappen alsof zij een nieuwe wereld hebben ont dekt om binnen te gaan. Als ik het niet gedacht had, zegt de koster fel, die twee hebben elkaar dan toch gevonden. Ik had dat allang in de gaten, ik dacht wel dat daar iets van komen ging tussen die twee. En nu de zon is gaan schijnen is het er van gekomen. Dat meisje heeft de lente niet kunnen weerstaan, zij heeft het ein delijk in haar hoofd gekregen. Dat stak haar neus maar gedurig omhoog in de wind alsof geen man haar schelen kon, ja, ja, dat zien wij nu uit onze toren; dat heeft het haar omhooggestoken om nog ongenaakbaarder te lijken, en nu loopt ze daar in de zon met een man aan de hand. Het doet mij plezier dat ik het zie, zegt de koster en hij wil in zijn handen wrijven. Maar de sleutel van de torendeur glipt hem daarbij uit de vingers en begint een plezierig reisje naar omlaag. Wentelend en blinkent reist de sleutel langs de toren na?r beneden, de koster ziet er bleek van, hij is bang dat er iemand zal onder staan. Maar daar tinkt het metaal op het kerk plein, de sleutel springt in malle bogen kris-kras over de stenen en rinkelt ergens onder een haag. Laat maar liggen, zegt de koster in zijn ontdaanheid, hij had dat niet behoeven te zeggen, ik zal die sleutel niet voor hem naspringen. Laat maar liggen, die vind ik straks wel terug. Het is alleen jammer dat we er hu niet meer uit kunnen. Wij zullen moeten roepen dat ze de deur beneden voor ons openmaken. Wij zullen moeten roepen; daar onder kruipen de kleine mensjes over de lintjes van wegen door de lentezon, zij denken er niet aan naar boven ^e kijken om naar een verloren koster te zoeken. Wij zullen moeten roepen, daar beneden zullen zij denken dat wij grapjes aan het maken zijn. Een boer op het veld wuift naar bo ven, hij begrijpt dat niet van die sleutel en die gesloten deur. Wij roepen door onze holle handen, de ranselende huismoeders zwaaien verlegen met haar mattekloppers, zij denken dat de lente in ops hoofd ge slagen is. Daar zitten we nu, zegt de koster spijtig, hij is in zijn eigen toren gevangen en zijn vrouw zit met het eten te wachten. Wij kijken nog een kwartiertje naar de lente die zich uitstrekt tot de einder en daarover. Wij zien. hoe het dorp leeft en werkt, wij zien het meisje met het opgestoken haar achter een bosje gezoend worden door de man. Wij kijken over dat bosje heen, het is plezierig zo duidelijk te zien dat het voorjaar in de lucht zit. De koster heeft nooit geweten hoe gemakkelijk het is de geheimen van zijn dorp te bekijken zonder gezien te worden, maar hij kan er amper van genieten als hij aan zijn sleutel denkt. Wij moeten zien dat wij eruit komen, dat zeggen wij tegen elkaar als onze ma gen beginnen te jeuken. Wij scheuren een blad uit het schrift dat de koster bij zich draagt om de totalen van de offerblokken op te schrijven. Wij zetten met grote let ters op het papier: Uit de toren, verlos ons heer (of dame). De sleutel ligt onder de haag of daaromtrent. Dat papier vouwen wij toe, wij laten het wegzeilen op de lentewind. Het witte blad dartelt vrolijk omhoog en omlaag, al naargelang het zin krijgt, het danst van ons weg naar de verte. Wij zien het wen telen en zwieren met grote sprongen en luchtig geduik. Waar zal het belanden? De lentewind is vindingrijk en grappig. Hij voert de boodschap over de velden en akkers naar het tweetal achter het bosje, dat elkaar staat vast te houden alsof er gevaar voor weglopen is. Het wapperende papier zeilt met spottende bochten over hun hoofden, het meisje vangt het en leest. Wij zwaaien en roepen, de koster heeft een zakdoek als een beddelaken uit zijn jas getrokken en seint met lange halen. I-Iet meisje en de jongen staan daar ver schrikt en beschaamd als Adam en Eva na de zondeval, zij zien dat hun bosje niet hoog genoeg was voor de kijkers uit de toren. Zij trekken elkaar aan de hand voort met schuwe blikken omhoog en rennen de bossen in tot waar wij zelfs uit onze toren hen niet meer kunnen zien. De, zoon van de koster is met een reser vesleutel ons komen verlossen toen het lang genoeg geduurd had. En de koster heeft het hele dorp verteld wat er achter het bosje is gebeurd, met naam en toe naam. Hij zou dat tóch wel gedaan heb ben. Maar hij heeft er nu boosaardig en fel schilderachtige bijzonderheden bijge leverd. Dat zijn zo van die dingen die in een vroege lente kunnen gebeuren. De toren is een aardige uitkijkpost, men kan er het vroege voorjaar zien bloeien uit de winter- aarde. Maar men moet een koster meene men die zijn sleutel weet vast te houden. Zelfs als hij over een of ander bosje heen het eeuwige spel der lente ziet spelen. J. L. Het kwieke Tyroler vest met zijn fleurige rode en hardgroene bloemmotieven zal ook dit voorjaar nog veel en graag gedragen worden, vooral als het zo'n fraai exemplaar is als het hier afgebeelde. Valt niet mee om dat zelf te breien met die fraaie dikke „Slin gerkabels", maar het resultaat loont de moeite. Het hooggesloten vest rechts in bruin en geel is geheel aan de New Look aangepast, maar de horizontale stre pen maken dat lang niet iedereen het zal kunnen dragen, het is echt voor de bakvis bestemd. Ons adres is al 33 jaar alleen: KL. HOUTSTRAAT 49 GEN. CRONjéSTRAAT 60 Tel. 11279 Tel. 20948 Wij zenden onze staalboeken gratis ter inzage. Elementenfabriek RESISTENTIA A. A. M. Dernison - Xassaulaan 12, Haarlem - Tel. 18904 Speciaal adres voor de reparatie van alle voorkomende electrische verwarmingstoestellen, zoals strijkbouten, kachels, comforen. broodroosters, bedkruiken, theelichten, dompelaars, ketek. enz. Elementen voor elk doel in elke gewenste Volt- en Wattage. Onze elementen zijn te bezich tigen en event, te bestellen in de stand van de Rijks Nijver- heidsdienst No. 5090 op de a.s. Jaarbeurs te Utrecht. Voor een slaagt U zeker bij de grootste Speciaalzaak van Haarlem-Noord JULIANAPARK 30-32 Tel. 11002 Of weigert deze voortdu rend? Wij repareren uw de fecte naaimachine vakkun dig. snel en billijk, met 1 jaar schrift, garantie. Vooraf vrij blijvend prijsopgave. Fa. ENGEL en KUIPERS Naai- en Speciaalmachlnes KLEINE HOUTSTRAAT 113 Haarlem. Voor het huren van Cos- tuums voor PASSIESPELEN Dames- en Herenkleding is het adres: Ged. Oude Gracht 119. Tel. 20257 fRAAGT RUBL'JVEND roOR DEMONSTRATIE vanTn'iQuwsle HQQRTDfSTEL BUS 4 HALTE STOOP'sBAD Doorsmeren, verversen van de olie van motor, versnellings bak en achterbrug, wassen, stofzuigen en in de was zetten, daar knapt hij van op. GARAGES OLIESLAGERSLAAN 36-44 - KONINGINNEWEG 112 TELEFOON 10570 b. g. geh. 13411 Lentetijd! Vern ieu ivingstijd Stofzuigers, Strijkbouten, Schemerlampen, Wandlampjes. Moderne verlichting (T.L.- Buizen). Aanleg van nieuwe lichtpunten en stopcontacten, enz., enz. Buste houders Vanaf Voor zwaardere figuren 5. tyoifuefy Electrotechnisch Bedrijf Koninginneweg 6 b(j de Raambrug Haarlem Tel. 14024 Corsetten prima pasvorm 13.65 met buikband

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 11