Keiler Macdonald
ELEVQXi
Duitse ex-kroonprins geeft de strijd
om de millioenen van Doorn niet op
Typische verbondenheid van het Britse
Gemenebest kan moeilijk worden gemist
Evenwicht in Vraag en Aanbod
op de Arbeidsmarkt
WOENSDAG 6 APRIL 1949
Hij meent aanspraak te kunnen maken op een
„non enemy"-verklaring en daardoor op de
erfenis van zijn vader
ï>e erfenis van de Duitse ex-keizer: Huize
Doorn met 45 hectare grond en geld en
effecten tot een bedrag van ongeveer twee
millioen gulden was gisteren het onderwerp
van een geding van ex-kroonprins Frie-
drich Wilhelm von Hohenzollern contra het
Nederlandse Beheersinstituut. Dit instituut
heeft aan de ex-kroonprins de „niet-
vijand"-verklarmg geweigerd. Het als Duits
eigendom ten behoeve van de staat der
Nederlanden geconfisqueerde eigendom der
Hohenzollerns in Nederland werd dienten
gevolge niet aan de ex-kroonprins overge
dragen. Deze kwam van deze beslissing in
appèl bij de Raad voor Rechtsherstel, waar
gisteren de pleidooien van mr. B. R. Wesse-
ling voor de ex-kroonprins en mr. J. van
den Berg namens het Beheersinstituut wer
den gehouden.
Mr. Wesseling zeide dat de ex-kroonprins
een goede houding jegens het nationaal-
socialisme heeft aangenomen. Hij bestreed
beweringen als zou de ex-kroonprins al
thans in de aanvang van het Hitler-regiem
het nationaal-socialisme begunstigd heb
ben. Men moet echter niet vergeten, zo
zeide spreker, dat de Hohenzollerns in
Duitsland in een glazen huisje leefden en
dat zij verdacht werden van monarchisti
sche activiteit. Voorts zou"volgens de verde
diger ex-kroonprins Friedrich Wilhelm zijn
steun hebben gegeven aan de verzetsbewe
ging.
Mr. van den Berg voerde hiertegen aan,
dat „ont-vijanding" in Nederland mede
krachtens het geallieerd verdrag van 1945
van Parijs slechts om zeer bijzondere reden
kan geschieden en wel alleen 'in gevallen
van bijzondere verdiensten van ex-vijan
delijke onderdanen voor Nederland of voor
de geallieerde zaak. Men moet, aldus mr.
Van den Berg, de confiscaties van eigen
dommen van vroegere vijandelijke onder
danen niet bezien als een persoonlijke straf
wegens vijandig optreden. Dergelijke ont
eigeningen zouden gevolgd kunnen worden
door schadevergoeding, te geven door de
regering van het ex-vijandige land. Mr. van
den Berg baseerde een groot gedeelte van
zijn pleidooi op de motieven van de scha
devergoeding voor oorlogsverlies enerzijds
en op het veiligheidsmotief anderzijds. De
kwestie van veiligheid betreft het voor
komen van economische machtsvorming
van Duits vermogen buiten de grenzen van
dat land. De inbeslagneming van ex-
vijandelijk bezit is hiermee in volledige
overeenstemming. Het Nederlandse stand
punt te dezer zake was tot dusver strikter
dan dat van Frankrijk, België of Amerika.
De uitvoering der onderhavige maatregelen
in Nederland maakt thans een punt van
bespreking uit bij het Beheersinstituut en
in de ministerraad. Mr. van den Berg
voerde aan, dat er geen reden kan bestaan
om een vriendelijk gebaar jegens de Duit
sers te maken, door middel van teruggave
van dit bezit aan de Hohenzollerns.
De ex-kroonprins voert aan, dat hij geen
bijzondere verdiensten jegens de goede
zaak behoeft te hebben, omdat zijn geval
een bijzonder geval is. Doch mr. van den
Berg zeide dat zelfs indien appellant geen
positieve verdienste voor de vijand zou
hebben gehad, er krachtens^ bestaande
maatregelen nog geen reden tot ont-
vijanding zou zijn. Het weigeren van de
„non-enemy verklaring" betekent geens
zins, dat men de verzoeker als vijand be
schouwt. Het gaat om positieve waarden,
aldus mr. van den Berg.
Hakenkruis als camouflage?
Mr. Wesseling heeft in een zeer langdu
rig betoog beweerd dat de ex-kroonprins
wel degelijk positieve verdiensten voor de
geallieerde zaak heeft gehad. Zijn aan
vankelijke „meespelen" met het nationaal-
socialisme noemde spreker een houding
van argwaan en afwachten. Ter sprake
kwamen drie telegrammen door de ex-
kroonprins verzonden. Het eerste, uit 5936,
was gericht aan Mussolini, die hieriii werd
gefeliciteerd met het welslagen van de
veldtocht in Ethiopië. Dit telegram eindigde
met de woorden „leve de koning, leve de
duce". „Hitier heeft de ex-kroonprins dit
telegram zeer kwalijk genomen, omdat hij
er een politieke stunt in heeft gezien," al
dus mr. Wesseling. De ex-kroonprins ont
kent na de overval op Noorwegen en de
overweldiging van Nederland, België en
Frankrijk, telegrammen aan Hitier te neb
ben gestuurd. Dit schijnt, aldus spreker,
gedaan te zijn door zijn nationaal-socia-
listische kabinets-secretaris die echter in
Russische krijgsgevangenschap vei'dwenen
is en dus niet kan getuigen.
Dat de ex-kroonprins hakenkruisbanden
op zijn oude Stahlhelm-uniform droeg was
volgens mr. Wesseling om politieke rede
nen gebeurd. Mede in verband met cou
rantenartikelen van de ex-kroonprins,
meende mr. van den Berg echter te moe
ten concluderen dat de prins in de eerste
jaren van het Hitler-regiem de Stahlhelm
zowel als zijn monarchistische aanhangers,
welbewust in de armen van het nationaal-
socialisme heeft gedreven. Pleiter conclu
deerde dat de ex-kroonprins geen positieve
verdiensten voor de Nederlandse of ge
allieerde zaak heeft gehad, ook al heeft hij
eens bemiddeld voor drie ter dood veroor
deelde Nederlandse officieren en dat dien
tengevolge het verzoek om ont-vijanding
van ex-kroonprins Friedrich Wilhelm dooi
de raad dient te worden afgewezen.
Mr. Wesseling daarentegen was aan de
hand van tal van citaten en productie van
vele bewijsmiddelen van mening, dat de ex-
kroonprins in Duitsland bekend stond als
een onbetrouwbaar, verdacht en aan het
nazi-regiem vijandig element, lid van een
vijandige dynastie en dat hij, mede krach
tens zijn verdiensten en anti-nazi activiteit,
zeker voor ont-vijanding in aanmeridng
kwam.
De zitting die vijf uur duurde, werd
daarna een maand verdaagd.
Griekse guerilla-regering
gewijzigd
De „voorlopige democratische regering"
der Griekse guerillastrijders heeft een wij
ziging ondergaan. In deze regering zijn op
genomen vertegenwoordigers van de Mace
donische organisatie „Het Vaderlandse
Volksfront" en van de organisaties dei-
Griekse landbouwers, arbeiders en boeren.
Demitrios Partsalides, algemeen secretaris
van de EAM, is benoemd tot minister
president.
Partsalides, een vroegere tabaksorteer
der, leidde de strijdkrachten der EAM tij
dens de burgeroorlog in 1944 naar de ber
gen. De 46-jarige „premier" heeft 10 jaar
in de gevangenis doorgebracht wegens po
litieke activiteit. In begin 1946 bracht hij
een bezoek aan Moskou en in Juli van het
volgende jaar werd hij door de Griekse
regering gearresteerd op beschuldiging van
hoogverraad. Hij werd onschuldig bevon
den. Daarna werd gemeld dat hij „verdwe
nen" was. In Januari 1948 loofde de
Griekse regering een beloning voor zijn
gevangenneming uit.
Volgens de radio der opstandelingen zal
de nieuwe regering „algemene amnestie"
afkondigen.
Onder voorzitterschap van Zachariades,
de algemene secretaris van de Griekse
communistische partij, is een oorlogsraad
gevormd.
Versterkte guerilla-troepen zouden he
vige tegenaanvallen ondernemen in het
Grammos-gebergte van Noord- Grieken
land. De veldslag duurt nu reeds vier da
gen. Griekse legerafdelingen, gesteund
door vliegtuigen, maakten melding van de
verovering van verscheidene belangrijke
passen in deze strijd, die begon- toen de
guerilla's uit het Vitsi-gebergte nabij de
Albanese grens tot de aantal overgingen.
De Griekse regering heeft inlichtingen, vol
gens welke Albanië de opstandelingen
openlijk zouden steunen, aan de speciale
commissie voor de Balkan en vertegen
woordigers van de Westelijke mogendhe
den in Athene door gegeven.
De Parijse Grote Opera biedt haar bezoe
kers deze iveek ivcl een heel bijzonder
schouwspel. Men kan er een Peruaanse
balletgroep bewonderenwaarvan de exo
tische gewaden in overeenstemming zijn
met de bezieling, waarmee de vaak gecom
pliceerde dansfiguren worden uitgevoerd.
De eerste groep krijgsgevangenen, die na de capitulatie van Duitsland Rusland mocht
verlaten, kwam dezer dagen in het vluchtelingenkamp Friedland (Göttingen) aan.
Deze 1600 gevangenen kwamen uit de Russische kampen bij Leningrad en Stalino.
Een zuster verwelkomt de ex-krijgsgevangenen bij aankomst bi het kamp.
De aanstaande dominion-conferentie
Agenda voor Haarlem
WOENSDAG 6 APRIL
Gem.Xoncertgebouw: Ned. Veren, van Spiri
tisten. 8 uur. Bioscopen: Palace: „Het ge
heime commando", 18 j., 2.00, 4.15, 7.00 en'
9.15 uur. Luxor: „Een affaire in Afrika", 18
j., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. City: „Het zit in
de lucht.", 14 j., 2.15, 4.30, 7.00 en 9.15 uur.
Spaarne: „Spionnage in New York". 14 j..
2.30. 7.00 en 9.15 uur Frans Hals: ..North West
Mounted Police". 14 j., 2.30. 7.00 en 9.15 uur.
Rembrandt: „De rode schoentjes", alle leeft.,
1.45. 4.15. 6.45 en 9.15 uur.
DONDERDAG 7 APRIL
Stadsschouwburg: ..De Herbergierster", 8
uur. Geni. Concertgebouw: Volksconcert
HOV. 8 uur. Grote Kerk, Orgelconcert, 34
uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstel
lingen.
(Van onze correspondent te Londen)
De Balfourverklaring van 1917 over Pa
lestina is beroemd geworden. Minder be
kend is de tenminste zo belangrijke Bal
fourverklaring van 1926. Zij immers legde
voor het eerst vast, dat de Britse dominions
autonome gemeenschappen zouden worden
binnen het imperium, „gelijk in status, op
geen enkele wijze ondergeschikt aan elkaar,
noch in binnenlandse, noch in buitenlandse
aangelegenheden, hoewel verenigd door
hun gemeenschappelijke trouw aan de
Britse kroon".
Deze aldus gedefinieerde verhouding
werd in 1931 door het Engelse parlement
bevestigd in het statuut van Westminster.
Hiermede hadden de dominions volledig
zelfbestuur gekregen. Zij werden voortaan
rechtstreeks diplomatiek vertegenwoordigd
in het buitenland. In Londen zelf heeft elk
dominion zijn eigen Hoge Commissaris,
terwijl Engeland in de dominions vertegen
woordigd is door een functionaris, die nog
altijd de koloniale titel van Gouverneur-
Generaal draagt. Rechten, welke het Brit
se parlement zich vroeger had voorbehou
den, kwamen bij deze regeling geheel te
vervallen.
De Engelsen beschouwen terecht deze
statenbond als de meest ideale vorm van
samenwerking, een voor-beeld voor de
wereld. Desniettemin waren er moeilijk
heden. Economisch kwam er verwijdering
als gevolg van geografische ligging. Cana
da en Australië oriënteerden zich op Ame
rika. Doch toen Engeland in 1939 in nood
verkeerde, snelden zij toe als trouwe pala
dijnen. De zuiver Britse gebieden zullen
zich wel altijd een blijven voelen met het
moederland. Ierland, wiens emigranten de
overzeese dominions groot hielpen maken,
verlaat thans het ouderlijk huis en kan de
oude vete met de Engelsen niet vergeten.
Dank zij de soepele dominion-regeling kon
het in de oorlog neutraal blijven. Is er
groter bewijs denkbaar voor de vrijheid
van de leden van dit unieke verbond? Des
ondanks zit het de nationalisten dwars, dat
zij de Britse kroon erkennen moest, al is het
slechts formeel. Thans heeft India besloten
eveneens een onafhankelijke republiek te
worden, maar met het kennelijk voornemen
de band met het gemenebest niet te ver
breken. De strategische positie van dit
land laat dit niet toe. Het kernprobleem,
waarvoor de komende dominjonconferentie
in Londen nu geplaatst is, vormt de vraag
of er een formule kan worden gevonden
waarbij ieder vrij is de band met de Britse
kroon te verbreken, maar niettemin alle
voordelen zal behouden verbonden aan de
erkenning van de koning van Engeland.
Niemand weet hier nog een oplossing voor.
De regering heeft enige tijd geleden ge
tracht de opstandigen te bevredigen door
het woordje „Brits" weg te laten bij de
aanduiding van het gemenebest, maar na
vele protesten kwam het weer te voor
schijn in de jongste Troonrede. Men heeft
er ook over gedacht om het staatshoofd te
aanvaarden als symbool van het gemene
best als groep, dus niet meer van elk sa
menstellend deel afzonderlijk, zoals thans
het geval is. De presidenten der republieken
zouden dan tegenover het buitenland op
reden als veregenwoordigers des konings.
Ierland, dat vlak voor de bijeenkomst dei-
dominions op 18 April, de herdenkingsdag
der Ierse revolutie van 1916, de republiek
zal uitroepen, heeft geweigerd deze formule
te accepteren. Het is ook twijfelachtig of
India ervoor voelt. Ook is gedacht aan een
regionale verbinding tussen republikeinse
en andere delen van het gemenebest of aan
een buitengewoon lidmaatschap daarvan
voor landen die zich van de kroon los
maken. Indien het gemenebest alleen maar
door een verdrag bijeengehouden zou wor
den, zou het niet meer betekenen dan een
andere willekeurige statenbond. De figuur
Van de koning is voor de oude dominions,
in tegenstelling met de nieuwe, een morele
factor van onschatbaar belang. Nu men de
suggestie oppert van een aanvullend pact
voor Zuidoost-Azië kunnen de dominions
in hun typische onderlinge verbondenheid
niet worden gemist. Zij zullen echter meer
dan voorheen op eigen krachtsinspanning
zijn aangewezen. Er schijnen reeds plannen
te zijn welke elk hunner een bepaalde rol
toewijzen, economisch en strategisch.
Zeven-en-vijflig wegenwachters krijgen deze week jaarsterren uilgcreikt als bekro
ning van een nieuw jaar trouwe dienst. Een groep van de bekende trouive wachters
op onze wegen ontvangt in het A.N.W.B.-gebouw in Den Haag de onderscheidingen
uit handen van de heer H. Rienstra, directeur van „Ledenvoorlichting".
Gegevens uit het Jaarverslag van de directeur
van het Gewestelijk Arbeidsbureau
De directeur van het Gewestelijk Arbeids
bureau te Haarlem, de heer A. P. M. van
Driel, schrijft in zijn jaarverslag over 1948
o.a. het volgende over de arbeidsmarkt in
Haarlem en omgeving.
Overeenkomstig de verwachting in het
vorige jaarverslag uitgesproken, ontwik
kelde de arbeidsmarkt zich in 1943 in de
richting van het ontstaan van een even
wicht in de vraag naar en het aanbod van
arbeidskrachten. Het grote tekort aan
arbeidskrachten, waarmee vrijwel alle be
drijven te kampen hadden in de eerste ja
ren na de oorlog, is geleidelijk verdwenen.
Zoals te verwachten was, werd het verza
digingspunt het eerste bereikt voor de
categorie ongeschoolde arbeiders. In de
laatste maanden van 1947 en de eerste van
1948 was het bijna alle bedrijven mogelijk
de behoefte aan ongeschoolde arbeids
krachten volledig te dekken. In de laatste
maanden van 1948 voltrok hetzelfde proces
zich voor geoefende arbeidskrachten. Aan
het einde van het verslagjaar kon ook aan
de vraag naar geoefende arbeiders volledig
worden voldaan. Een tekort openbaarde
zich op dat tijdstip nog alleen in de aanhou
dende vraag naar werkelijk bekwame, ge
schoolde arbeidskrachten in bepaalde be
drijfstakken.
Bovenstaande schets over de ontwikke
ling van de arbeidsmarkt in 1943 geeft na
tuurlijk een algemeen beeld. De afzonder
lijke bedrijfstakken tonen afwijkingen van
dit algemene beeld naar boven of naar be
neden. Dc vraag bleef nog het grootst in de
metaalindustrie, de textielindustrie en de
chemische nijverheid. In deze bedrijfstak
ken deed zich ook nog steeds een tekort
aan vakbekwame arbeiders gevoelen. On
gunstiger was de toestand voor de midden-
standsbedrijven. Voor slagers, bakkers,
kappers, schoenmakers en kellners was het
soms moeilijk passend emplooi te vinden.
Ook voor administratief personeel werd de
toestand in 1948 minder rooskleurig. Voor
vrouwen en jeugdigen bleef de tewerkstel
lingsmogelijkheid zeer ruim, al zijn ook ten
aanzien van deze categorieën tekenen be
speurbaar die er op wijzen dat binnen af
zienbare tijd een evenwichtstoestand zal
worden bereikt.
Al is dus een belangrijke ontspanning op
de arbeidsmarkt ingetreden, toch mag niet
worden geconcludeerd, dat de balans reeds
naar de andere zijde zou zijn doorgeslagen
en de vraag naar arbeidsmachten zou
achterblijven bij het aanbod. De toestand
kan misschien het beste worden gekarak
teriseerd door te spreken van een even
wichtstoestand. Enerzijds kunnen arbeiders
die bereid en in staat zijn om te werken in
het algemeen nog aan passende arbeid
worden geholpen, anderzijds kunnen de
werkgevers van hun personeelsleden weel
een redelijke arbeidsprestatie eisen, zonder
de vrees te behoeven te koesteren moeilijk
heden met een deel van het personeel te
zullen krijgen.
Van werkloosheid is nog
geen sprake
Dat van een zich ontwikkelende werk
loosheid eigenlijk nog geen sprake is. oüjkt
ook uit de cijfers. Op 1 Januari 1943 ston
den 2236 personen als werkzoekend bij het
arbeidsbureau ingeschreven; op 31 Decem
ber was het aantal ingeschrevenen gestegen
tot 2367, een stijging dus met 131 of onge
veer 7 procent. Hoewel het aanbod van
arbeidskrachten in 1948 dus niet noemens-
ELECTRIC CALL
luidsprekende telefoon installaties
INLICHTINGEN EN PROSPECTUS BIJ:
;ende tele
N PROSPECTUS B
JANSWEG 42. HAARLEM - TEL. 11828-18626
Laatste H.O.V.-volksconcert
Op Donderdag 7 April geeft de H.O.V.
onder leiding van Kees Hartvelt het laatste
Volksconcert en besluit hiermede het win
terseizoen 1948/49. Dit concert zou oorspron
kelijk op 18 Januari hebben plaats gevonden,
doch kon toen om technische redenen niet
doorgaan.
Als soliste zal deze avond "medewerken de
pianiste Anna Wester, reeds bekend door
haar optreden te Haarlem met het Orchestre
Colonne, waarbij zij het pianoconcert voor de
linkerhand van Ravel ten gehore bracht.
Ook met de H.O.V. speelde zij dit concert
met groot succes. Ditmaal zal Anna Wester
Beethoven's Eerste pianoconcert vertolken.
Het orkest voert de volgende werken uit:
de Symphonie No. 97 in C gr. terts van
Haydn, de Ouverture Amphitryon van onze
landgenoot Daniël Ruyneman en tenslotte
de Symphonie van Georges Bizet.
Faillissementen
Dinsdag werden door de rechtbank te
Haarlem géén faillissementen uitgesproken
Wegens hel verbindend worden der enige
uitdelïngslijst is geëindigd het faillissement
van: Jan van der Werf, bloembollcnhande-
Iaar, wonende te Heemstede, van S]inge-
landtlaan 5.
Candidaten P. v. d. A.
Heemstede
De ledenvergadering van de afdeling
Heemstede van de Partij van de Arbeid heeft
gisteravond de candidatenlijst voor de ge
meenteraadsverkiezingen vastgesteld con
form de op 4 Maart gepubliceerde groslijst.
De lijst luidt: 1. H. Disselkoen; 2. dr. E.
Brongersma; 3. W. J. Reynders: 4. A. J. J.
Verspoor; 5. A. N. Zonneveld; 6. mevr. N.
MeyerWisse; 7. J. H. Bartman; 8. J. F.
Saarberg; 9. mevr. J. C. C. van Zeeventer
Van Male; 10. H. J. Verkouw; 11. J. Galjaard;
12. J. Paternostx-e; 13. W. van Doorn.
Hoogovenarbeider bekneld tussen
twee spoorwagons
Bij het opduwen van een spoorwagon op
het terrein van de IJmuidense Hoogovens
door middel van een kraan, die zelf al een
tweede wagon voortduwde, raakte Dins
dagmiddag de veiligheidsman van hel ver
voer D. v. O. uit Beverwijk tussen de beide
wagons bekneld. Met een kneuzing aan de
borstkas moest hij in 't Rodekruis Zieken
huis te Beverwijk worden opgenomen. Le
vensgevaar is niet aanwezig.
waardig is veranderd, blijkt uit de afgeno
men vraag toch wel, dat zich een wijziging
heeft voltrokken.
Op 1 Januari stonden bij het arbeids
bureau 1417 aanvragen om mannelijke ar
beiders geregistreerd, op 31 December
waren het er nog slechts 656. Een daling
dus met 761, of meer dan 50 procent. De
behoefte aan vrouwelijke arbeidskrachten
echter is enigszins gestegen. 675 aanvragen
aan het begin van het jaar: 723 aan het
einde. Het lijkt niet onwaarschijnlijk, dat
de tegenstelling tussen het verloop in de
vraag naar mannelijk en vrouwelijk per
soneel, moet worden ve-klaard uit de om
standigheid, dat sommige werkgevers de
neiging hebben geleidelijk over te schake
len van duurder mannelijk op goedkoper
vrouwelijk personeel.
liet stemt tot voldoening, dat in 1943 het
peil van de bedrijvigheid in het gewest
Haarlem niet alleen kon worden gehand
haafd, doch zelfs worden uitgebreid, daar
de jaarlijkse aanwas van de jeugdigen die
voor het eerst aan het arbeidsproces gaan
deelnemen, zonder bezwaar kon worden
opgenomen. Deze factor mag niet worden
onderschat, daar veilig kan worden aan
genomen, dat in het gewest Haailem per
jaar 4000 a 5000 jeugdigen méér in de be
drijven hun intrede doen dan ouderen door
het bereiken van de leeftijdsgrens afvallen.
Ofschoon het niet altijd gemakkelijk zal
zijn jaarlijks een zo groot aantal jonge
mensen aan een passende, vooruitzichten
biedende werkkring te helpen, bestaai er
toch evenmin reden tot bijzonder pessi
misme. Het gewest Haarlem beschikt over
een flink aantal goed geleide, gezonde, tot
expansie geneigd zijnde industriële bedrij
ven, die nog grote mogelijkheden hebben
voor het opnemen van jeugdige arbeids
krachten. In dit verband dient er tevens op
te worden gewezen, dat de zo veel bespro
ken industrialisatie niet alleen kan worden
verkregen door het uit de grond stampen
van een aantal grote nieuwe bedrijven,
doch dat geleidelijke uitbreiding van reeds
jaren gevestigde industriële ondernemingen
tot hetzelfde doel zal kunnen leiden.
Minder boorden, meer
overalls
Willen deze bedrijven echter tot die uit
breiding in Staat zijn, dan zullen zij de be
schikking moeten kunnen krijgen over een
flink aantal werkelijk geschoolde arbeiders.
Nederland zal zich in de komende jaren,
veel meer dan in het verleden het geval is
geweest, moeten gaan toeleggen op het op
leiden van vaklieden. De opleiding voor de
administratieve beroepen zal moeten wor
den ingekrompen, die voor de technische
beroepen uitgebreid. Niet alleen in om
vang, doch ook in kwaliteit. Het peil van
de jongeren dat de ambachtsscholen be
zoekt, dient te worden opgevoerd en de
technische opleiding zal, althans voor een
deel der leerlingen, moeten worden ver
diept en verlengd. Er zal zich een wijzi
ging moeten voltrekken in de maatschap
pelijke opvatting, dat kantoorbedienden
met de boord meer aanzien verdienen dan
de vaklieden met de overall. Niet de aard
van de werkzaamheid en het schone han
den hebben, doch de betekenis van de func
tie voor de samenleving zal maatstaf moe
ten zijn voor de maatschappelijke waar
dering. Ook in de geldelijke beloning van
de arbeid zal deze gewijzigde opvatting tot
uiting moeten komen. De differentiatie in
de lonen' der arbeiders is te gering. Het
verschil in beloning tussen de ongeschoolde
en de hoog geklasseerde vakarbeider zal
aanzienlijk groter moeten worden. Even
min is het nodig dat twee beoefenaars van
hetzelfde beroep des Zaterdags met het
zelfde loon naar huis gaan. Het is redelijk
en menselijk, dat degene die meer pres
teert meer ontvangt, en degene die achter
blijft in prestatie ook achterblijft in loon.
Êen bijzonder moeilijk probleem dat zich
in 1948 geleidelijk sterker opdrong was het
vraagstuk van de oudere arbeidskrachten.
Het is verklaarbaar, dat uit economische
overwegingen bij verschillende bedrijven
de neiging bestaat, zich van oudere, op
hun retour zijnde arbeidskrachten te ont
doen. Op gr/md van sociale en maatschap
pelijke motieven en tei bescherming van
de overheidskas moet dit zoveel mogelijk
worden tegengegaan. De oudere arbeids
kracht, die ontslagen wordt, komt moeilijk
weer aan de slag. Hij ontvalt aan de pro
ductie, doch blijft deelnemen aan de con
sumptie en dit laatste op kosten van de ge
meenschap. Zijn ontslag betekent dus, af
gezien van het zeer grote persoonlijke
nadeel, op twee manieren een schade voor
de volkshuishouding. Bij de hantering van
het ontslagrecht werd op de wenselijkheid
ontslag van oudere arbeidskrachten zoveel
mogelijk tegen te gaan, zeer sterk de na
druk gelegd. Zolang dat kon, zonder aan
tasting van de rentabiliteit van een bedrijf,
werd het ontslag van oudere arbeidskrach
ten in het algemeen geweigerd.
VELSEN KRIJGT GEMEENTE
KWEKERIJ.
Naar wjj vernemen zal Dinsdag in de
Gemeenteraadsvergadering een voorstel
aan de orde komen tot aankoop van grond
voor een Gemeentelijke kwekerij. Deze
kwekerij komt vermoedelijk te liggen ten
Oosten van de Rijksweg VelsenHaarlem
ter hoogte van de „Hofgeest" bij Santpoort.
Butlinkamp alscompensatie
voor verlies van hotels
Minister beantwoordt vragen
van Tweede Kamerlid Stein-
metz
Op vragen van het Tweede Kamerlid de
heer Steinmetz (K.V.P.) over de bouw van
een Butlinvacantiekamp te Zandvoort heeft
de minister van Wederopbouw en Volks
huisvesting geantwoord dat het juist is, dat
hij medewerking heeft toegezegd voor de
bouw van een dergelijk vacar.tiekarnp te
Zandvoort. Voorts verklaart de minister,
dat hij bij de behandeling van de begroting
1949 van het ministerie van Wederopbouw
en Volkshuisvesting heeft, uiteengezet dat,
hoe belangrijk ook de woningbouw is. an
dere onderdelen van de bouwnijverheid
niet kunnen worden verwaarloosd zonder
schade toe te brengen aan het maatschap
pelijk leven. Aan welke onderdelen in de
verschillende gemeenten in de eerste plaats
aandacht moet worden geschonken, hangt
af van de aard van deze gemeenten en de
daarin eventueel aangerichte verwoestin
gen. Zo zal, waar stadskernen zijn vernield
beschikbaarstelling van bouwvolume voor
de herbouw van winkels en kantoren pri
mair in aanmerking komen en zal in een
badplaats als Zandvoort, waar bijna alle
hótelaccomodatie verloren ging, meer in
het bijzonder gedacht mogen worden aan
bouwvolume om daarin te voorzien.
Uitbreiding van logeergelegenheid is ook
in het algemeen gewenst, omdat daaraan in
Nederland ten gevolge van de oorlog een
ernstig tekort is ontstaan. Dit is te meer te
betreuren, nu Nederland zich in een
groeiende belangstelling van de buiten
landse toeristen mag verheugen en bij
lange na niet voldaan kan worden aan
Iogiesverstrekking.
Aangenomen mag worden, dat dè devie
zen, welke nodig zijn voor de bouw van
hotels, op korte termijn teruggewonnen
worden door de inkomsten uit dit buiten
landse toerisme.
Om deze redenen is goedgevonden, dat
in 1950 wordt begonnen met de verwezen
lijking van een gedeelte van het plan, dat
als Butlinkamp wordt bestempeld. Aan de
uitwerking daarvan wordt nog gearbeid.
De voorwaarde is gesteld, dat de uitwer
king nadere goedkeuring van de Weder-
opbouwdienst behoeft, zodat gewaakt kan
worden tegen een opzet, die meer materia
len zou vorderen dan in deze lijden van
materiaalschaarste verantwoord is.
Jan Musch vertelt over
zijn tournée door de West
Gebruind door de tropenzon is de Neder
landse acteur en voordrachtskunstenaar
Jan Musch na een succesrijke tournée door
de West in Nederland teruggekeerd. Met
de „Helena" van de K.N.S.M. kwam de
73-jarige vitale grijsaard, na een reis die
bijna drie maanden geduurd heeft, in ons
land aan en onmiddellijk was hij bereid
iets over zijn reis te vertellen.
Jan Musch verhaalde hoe de kranten in
de West al spoedig een mening over hem
hadden gevormd, die het beste naar voren
kwam in een krant in Paramaribo, waar na
het eerste optreden van de kunstenaar da
gelijks een kolom werd gemaakt onder
het hoofd „Musschennieuws".
Jan MuscJi.
Jan Musch heeft dagelijks gewerkt in
Suriname. Hij gaf voordrachtsavonden
voor ouderen, schoolvoorstellingen ook in
de districten Nickerie, Groningen, Mariën-
burg en Paranam een cursus in regie
voor amateurtoneelverenigingen en cursus
sen in de voordrachtskunst. Vooral voor de
cursussen bestond een enorme belangstel
ling. Er bestaat in Suriname, zo zei Jan
Musch. een grote drang naar goede cul
turele ontspanning. Het werken voor kun
stenaars is er echter zeer moeilijk. Zo
moest hij eens optreden in een open thea
ter, waarin het lawaai van een bruiloft
doordrong. Eens moest een voorstelling
worden gestaakt wegens het lawaai van
huilende babies en blaffende honden.
Leuke herinneringen heeft Jan Musch
aan een schoolvoorstelling in Paranam. De
kinderen waren doodstil en hij dacht eigen
lijk hoewel hij een speciaal kinderpro
gramma had gegeven dat zij er niet
veel y&n begrepen hadden. De onderwijzers
lieten de kinderen de volgende dag op
stellen over de voordracht maken en toen
kwamen er verrassende resultaten uit de
bus. EenSpstcl begon met de woorden: „De
heer Jan Musch is een wonderman. Hij
kan loeien als een koe. fluiten als een boot
en kan vlinders maken met zijn handen".
Een klein inheems jongetje vertelde
hem onomwonden dat hij de voordracht
„net zo fijn had gevonden als de bioscoop".
Het programma van Jan Musch bestond
uit werken van Shakespeare, Edgar Allan
Poe, Lou Lichtveld, Adema van Schelte-
ma. Hooft, Huygens, Bredero, Guido Ge-
zelle en Alphonse Laudy („De Paradijs
vloek").
Door een toeval de boot waarmee hij
van Paramaribo zou vertrekken had ver
traging ging Jan Musch naar Curasao en
toen daar bleek dat hij nog ruim een week
moest wachten alvorens de terugtocht te
aanvaarden, kwamen daar ook spoedig uit
nodigingen om voordrachten te houden.
Ook op Aruba gaf hij nog een voordracht
avond. Op Curagao was het succes bij
zonder groot. „Nog nooit" volgens in
siders „werd aan een optredend kunste
naar aan het eind van een voorstelling door
het publiek staande een ovatie gebracht,
zoals Jan Musch die kreeg".
Ere-lid. Het bestuur van de Wagner-
vereniging heeft Erich Kleiber, die sedert
1933 met een onvrijwillige onderbreking
van tien jaar de voorstellingen van deze
vereniging heeft gedirigeerd, benoemd tot
erelid.