c AKKERTJE Uit de schatten van het Frans Halsmuseum Monument van Haarlemse beeldhouwster wordt 4 Mei in Dokkum onthuld Bloembollenexport en reclame De schoonheid ZATERDAG 30 APRIL 1949 3 CLARE LENNART Nederlandsche Sinds aart van der leeuw is er geen of nauwelijks een proza geschre ven, dat zo gul en warm, zo mild bespie gelend en zo blijmoedig uit weemoed meedeelt van zijn liefde voor het leven als dat van Clare Lcnnart. Als een ver scholen tovertuin, waarin alle kostbaar heden en kostelijkheden van het aards be staan door een liefdevolle hand zijn ge kweekt, ligt dit werk te midden van de in zijn verloren wijdheid misschien wel im posante, maar troosteloze woestijn, waartoe een boosaardige passie voor cynisme en negativisme onze litteratuur dreigt te ver dorren. Clare Lennart - de hemel zij dank - houdt van het leven, niet met het gefor ceerd optimisme dat uit angst aan de ont goochelingen voorbijziet, maar met een liefde, die zij veroverd heeft op de ver twijfeling. Kinderlijk-zuiver, kinderlijk open, kinderlijk-verrukt houdt ze ervan. Juist ómdat het leven voor haar een voor namer en schoner kunst is dan de Kunst, is haar werk zo onvervalstkunst. Zij schrijft als ze leeft, ze schrijft als ze voelt en denkt. Daarom zijn haar romans, haar novellen, geen procédé, geen verstande lijk overwogen compositie,geen „probleem", maar een weldadig-vertrouwelijk gesprek onder vier ogen met een of andere onbe kende lezer, die de stilte van het luisteren kent. Voor deze staat haar tovertuin, waarin zich in elke bloesem, in iedere lichtval een klein wonder voltrekt, open. Haar jeugd heeft haar een zo rijke re serve aan innige blijmoedigheid en dier bare herinneringen meegegeven, dat zij er alle aanslagen van het heilloos pessimisme dezer schrijversgeneratie mee kan afwe ren. Haar „levensavontuur" is niet minder eenzaam dan dat van Anna Blaman; maar daarom roept zij nog niet alle denkbare en ondenkbare duivels uit de ziele-hel op alsof één mens duizend doden moest ster ven, alle leed van alle stervelingen moest dragen en het leven niets dan een bezoe king was. Uit de kleine dingen maakt ze de kleine vreugden, steelse en speelse veroveringen op de geluksbedreiging van iedere dag. Haar levenskunst is haar spel. Clare Lennart kan spreken met de stilte. „Kom binnen, Stilte! Wees welkom! Ik houd van je. Ik kan je verlangen wel begrijpen. Allen dragen we dat verlangen in ons naar het andere, naar wat buiten de grenzen van het eigen wezen ligt, naar het onmo gelijke". En dan begint haar spel: ze voert haar tweegesprek met Rouska, de amber kleurige kater, haar ingewijde in het tover- domein der fantasieën, deze wereld „ach ter de schutting", waarin alleen Rouska's toegang hebben en degenen die nog bereid zijn te geloven, dat de waterplas die de lucht spiegelt even diep is als het hemels blauw hoog is. Rouska's poesenwijsheid is het ook, die haar de weg doet vinden naar het pleintje -van de duizend wonde ren, waar de intieme huisjes heengevlucht zijn om te ontkomen aan de moloch van de tijd. Zes kinderknikkers, die in hun doorzichtig hart het mysterie verbergen van een kleine prinses in het glazen kas teel, zijn al genoeg voor een verdroomd, verstild, aandachtig bezig-zijn. En is er een hof, waar de bloesems_ weelderiger en hun geuren verlokkender 'zijn dan de kleine droomtuin, waarin ze binnen kan gaan op de klank van een bloemennaam, een petunia, die in een groengeschilderde bak op haar stadsplatje bloeit? „Petunia dat is voor mij een dorp in de hitte van een zomermiddag. Een dromend dorp een wit landhuis met neergelaten, groene ja- lousieën, een fluwelig grasgazon, een open veranda met rieten stoelen. En teder en zacht dit alles doordringend de geur van petunia's. Werkelijk, het geluk is een zeer groot artist. Het herhaalt zich nim mer. Voor Clare Lennart is het steeds nieuw, steeds jong; want ze .heeft de gave meegekregen of de kunst geleerd? de wereld te blijven aanzien met altijd nog argeloze kinderogen, waarvan- alles waaraan we duizendmaal achteloos voor bijgingen getooid is met prille glans alsof het vandaag was geschapen. Op de grens van werkelijkheid en sprookje, „een soort vrijplaats op aarde, waar men uit zijn maatschappelijk omhulsel stapt", weet ze het kostbaarste wat de mens is meegege ven, onaantastbaar te houden: de liefde voor het zo oneindig vele, dat er goed is en schoon en bekoorlijk op deze aarde. Uit deze liefde komt haar wijze speels heid en haar speelse wijsheid voort. Men kan een eenzaamheid, waaraan een zekere melancholie niet vreemd is, minder gratie vol, minder troostrijk en levensaanvaar dend bezweren dan in een verbe$idings-« spel met Rouska's, bloemen, wolkenluch ten, verlaten huizen en stilte een diepe, rijke, zingende stilte! De zelfde stilte, waarin een kleine Clare Lennart met haar twee negerpopjes speelde want het Geschenk van de jongstleden Boekenweek is een geschenk van haar: uit de twaalf inzendingen koos de jury der „Commissie voor de Propaganda van het Nederlandse Boek" deze „Twee Negerpopjes", een kin derherinnering van zo zuivere en eigen toon, dat er voor de lezer, die eens een enkele bladzijde druks van Clare Lennart onder de ogen had, geen twijfel kón zijn aan het auteurschap. In dit verhaal van Trezia en Elly en de twee negerpopjes, dat me na aan het hart ligt omdat er zo gaaf, zo onverdorven een kinderziel in openbloeit in dit boekje dan staat dit geschreven over Trezia's moeder: „Ze loopt voort over een weg vol kuilen en gaten en kijkt naar de schone vergezichten aan weerszij en voor ze er erg in heeft is ze gestruikeld en gevallen en ligt in een zonloze diepte en is bedroefd en radeloos. Maar de herinnering aan de schone vergezichten doet haar weer moed vatten. Ze krabbelt omhoog. Ze ziet het licht, de zon. Ze gaat weer verder met een Rouska" („Mixed Pickles-Serie", Uilgevers Mij, Leiden) hart vol dankbaarheid en vergeet weer de slechte weg aan haar voeten.Levens- moed uit levenswijsheid. Of: mogelijk om gekeerd? Het doet weinig ter zake: zó is het goed! „Ach", schreef de oude magiër Hermann Hesse eens, „alle wijsheid is zo eenvoudig, zo lang geleden al, zo nauwkeurig en on betwistbaar, uitgesproken en geformu leerd! Waarom hebben we er maar bij tijden deel aan, op onze goede dagen, waarom niet steeds?" Met Hermann. Hesse weet Clare Lennart er stellig het antwoord op. En omdat ze dat weet is haar werk zo nobel en haar stem die van een roepende. In de woestijn? C. J. E. DINAUX. neem een FRANCK-CONCERT DER H. O. V. Aan het 3e concert van de Meester Serie op Dinsdag 3 Mei, dat gewijd zal zijn aan werken van César Franck, zal de pianist Cor de Groot zijn solistische medewerking verlenen. Het concert, dat weer onder leiding van Kees Hartvelt staat, vangt aan met de Sym- phonïe in d ld. terts. Na de pauze zal Cor de Groot de Variations symphoniques ten gehore brengen, waarna tenslotte een uitvoe ring zal worden gegeven van 4 symphonische fragmenten uit „Psyché". De 9 Muzen De Haarlemse danseres Lissi May cn de pianist Henk van Eeuwijk gaan eer. kleine tournée maken met het programma van dansen en muziek in oude stijl, dat zij in Februari reeds uitvoerden in de Renaissance- zaal van het Frans Halsmuseum. Op 13 Mei treden zij op in Pulchri-studio te 's Graven- hage, op 17 Mei in de Stadsgehoorzaal te Leiden en op 19 Mei in het Minervapaviljoen te Amsterdam. Films over de scheepvaart. In werking met de Koninklijke Marine heeft PolygoonProfilti twee filmpjes gemaakt die betrekking hebben op onze zeevaart. Een der filmpjes, dat de titel „Veilig varen" draagt behandelt al hetgeen in ons land wordt gedaan om de scheepvaart te bevei ligen. Vooral aan het loodswezen is veel aandacht besteed. Het tweede geeft een beeld van het leven aan boord van de „Karei Doorman". De Haarlemse beeldhouwster Nel Bake- ma is gereed gekomen met een groot mo nument ter ere van en ter nagedachenis aan de gevallenen in het verzet dat op 4 Mei te Dokkum (Friesland) zal worden onthuld. Het monument bestaat uit een natuur stenen voetstuk van 1.60 m hoogte, waar op twee bronzen figuren van 1.85 hoogte zijn geplaatst. Om de bovenrand van het voetstuk zijn bas-reliefs aangebracht, die fragmenten weergeven uit de geschiede nis van Dokkum in de oorlogsjaren. Daar onder, op de vier zijden van het voetstuk, leest men respectievelijk dc woorden „Dy' mei triennen siedzje, sille sjongend sichtsje" („Die met tranen zaaien, zullen zingend maaien"); de namen van twintig slachtoffers, die op 22 Januari 1945 te Dokkum werden vermoord; de namen van de verzetsslachtoffers en in een getal uit gedrukt het totaal der bewoners van Dok kum, dat door oorlogsgeweld het leven verloor. De twee bronzen figuren, waarvan de foto een indruk geeft, stellen illegale wer kers voor, gedacht als staande nog midden in de strijd. De hoog opgerichte hoofdfiguur is een symbool van vastberadenheid, het met taaie volharding doorzetten van een Het monument dat Nel Bakema vervaar digde voor Dokkum en dat gegoten werd door de Bronsgieterij Binder te Overveen. eens genomen besluit. De houding drukt fiere kracht en spanning uit; de ogen zien over de puinhopen heen naar de lichtgloed der overwinning. Met de linkerarm steunt hij de physiek en geestelijk verslappende medestrijder, uitgedrukt door het tweede beeld. Het gebaar van de rechterarm wil zeggen: houdt moed, blijft doorzetten. De vuist is niet bedoeld als een bedreiging aan de vijand, doch drukt mede kracht uit; de beeldhouwster heeft hiermee ook uit drukking willen geven aan de Nederlandse wapenspreuk „Je Maintiendrai". Amerikanen geven Belgische diamanten aan West-Duitse staat De Amerikaanse bezettingsautoriteiten weigerden aan de Belgen restitutie te ver lenen voor de diamanten die in de oorlog door de Duitsers uit België geroofd zijn, meldt United Press. In een officieel communiqué van het orgaan van de diamantindustrie werd me degedeeld dat naar schatting de Duitsers gedurende de bezetting van België onge veer vijftigduizend karaats geslopen dia manten en een millioen karaats ruwe dia manten gestolen hebben. Het communiqué gaat voort: „Tijdens hun glorieuze opmars in Duitsland vonden de Amerikanen ohgeveer tweehonderd dui zend karaats ruwe diamanten. Sedert 1946 zijn de experts bezig met de Amerikanen te onderhandelen. Er konden zelfs bewijzen overgelegd worden dat de diamanten aan België toebehoorden. Al onze bewijzen ten spijt hebben de Amerikaanse bezettings autoriteiten niet aan ons verzoek voldaan. Ook blijven de Amerikanen weigeren dat er een neutrale commissie benoemd zal worden om de diamanten te onderzoeken. In plaats daarvan hebben de Amerikaan se bezettingsautoriteiten medegedeeld dat zij besloten hebben om de hele voorraad diamanten die zij gevonden hebben ter be schikking te stellen van de op te richten West-Duitse staat. Een dergelijk gebaar betekent bijna de genadeslag voor de Bel gische diamantindustrie. Het is niet alleen een aantijging van alle rechtvaardigheid, maar het is ook volledig in tegenspraak met de Amerikaanse politiek van hulpver lening en ondersteuning met het oog op het economische herstel van de landen van West-Europa". VERKEERSVEILIGHEID BLJ BOLLEN- PRACHT. Naar de mening van de KNAC heeft ge durende de laatste weken het wegverkeer zijn best g'edaan door het behoorlijk opvol gen van de verkeersvoorschriften, de drukke tochten naar de bollenvelden en de bloeiende bongerds ordelijk en veilig te doen verlopen. Speciaal wil de KNAC het rijdende ver keer op het hart drukken, -'oeds uiterst rechts te stoppen of beter geheel of gedeel telijk op de berm, teneinde de rijbaan zo veel mogelijk vrij te houden voor het rij dende verkeer. Inschikkelijkheid is ook ten zeerste nodig bij het links afslaan. De „linksaffer", ook de bestuurder van een motorijtuig, moet al het verkeer uit de tegenovergestelde richting, dus ook de fiet ser, voor laten gaan. De „linksaffer" voert een ongewone manoeuvre uit en moet zich aan het overige verkeer ondergeschikt ma ken. Tenslote zou het wenselijk zijn, dat automobilisten zoveel mogelijk rechts van de weg rijden. Zij dienen van „asplakkers" dat zijn rijders, die te veel bij het mid den van de weg rijden „bermklevers" te worden. Het werk van de commissie voor onpersoonlijke reciame werpt vruchten af Het totaalbedrag van de bloembollen export overschreed vorige week de 75 millioen gulden. Voor een niet onbe langrijk deel is (leze groei onder on gunstige omstandigheden te danken aan de intensieve reclame, die voor ons nationale product, de bloembol, in het buitenland en vooral in Amerika wordt gemaakt. De Nederlandse bloembollenexport bereikte op 16 April een bedrag van 75.080.641, mei een totaalgewicht van 31.054.498 kg. De omzet rijst gestadig. Werd er in 1946 voor rond 56 millioen geëxporteerd, in 1947 bereikte men de 71 millioen. En thans heeft men de 75 millioen overschreden! Het merkwaardige is, dat deze vooruit gang geenszins een weerspiegeling vormt van gunstige omstandigheden, waaronder de bloembollenexport plaats vindt. Het tegen deel is het geval. Nog zeer onlangs had de Zweedse export een tegenvaller te boeken, doordat de Zweedse regering het contin gent van 11 millioen op 9 millioen Zw. Kro nen terugbracht. Een vermeerdering van het Noorse contingent, die ook door Noorse belanghebbenden werd gewenst, bleef uit, doordat om verschillende redenen het han delsverdrag zonder meer werd verlengd en daardoor het contingent op het oude peil (2 millioen N. Kronen) werd gehandhaafd. In Engeland wist men uitbreiding van het contingent te verkrijgen, maar in Amerika krimpt de verkoop aan de z.g. broeiers steeds meer in. Het heeft er echter alle schijn van, dat deze tegenslag wordt geëlimineerd door een toenemende „droge" verkoop (dry sale) via warenhuizen en dergelijke aan de particu lieren. Behalve aan de activiteit der Hol landse zakenmensen, dankt men dit aan de stelselmatige en juist-gerichte reclame, die door het Bloembollenvak voor dit product in het buitenland wordt gemaakt. Het is de Commissie voor Onpersoonlijke Reclame, ingesteld door het Centraal Bloembollencomité, die deze reclame ver zorgt. Dit Centraal Bloembollencomité, in het Vak algemeen als CBC bekend, finan ciert voor een deel ook het wetenschappe lijk onderzoek. En het is een Haarlemmer, Walter Roozen, die als reclame-chef op treedt, en met z'n initiatief een baan breekt voor de Nederlandse bloembollen. Natuurlijk is een groot deel dezer reclame gericht op Amerika, waar men nog geen contingentering kent, waar welvaart heerst en waar nog allerlei mogelijkheden liggen. Margaret Herbst, buitengewoon gezante Als „buitengewoon gezante van Bollen land in de V.S.", zoals ze eens werd gequa- lificeerd, fungeert Margaret Herbst, die al vroeg haar loopbaan in het bloembollenvak begon. Het reclame-tijdschrift „Ariadne" vertelde over haar werkzaamheid voor de verhoging van het debiet der Nederlandse bloembollen onlangs enkele aardige bijzon derheden. Margaret Herbst trad in dienst van het grote Moembollenbedrijf John Scheepers Inc., onder leiding van Sir John Scheepers, een bedrijf welks Hollandse oorsprong zich reeds in de naam verraadt. Na de dood van Sir John kwam zij, wier taak was het ver zorgen van- publicaties over Nederlandse bloembollen, in contact met het Advertising Committee of the Holland Bulb Exporters Association te Haarlem. Na een intermezzo tijdens de oorlogsjaren, toen de export stil stond en zij werkte op het Netherlands In formation Bureau in New York, kreeg zij de leiding van het New Yorkse kantoor der „Associated Bulbgrowers of Holland". Haar succes laat zich in dollars omreke nen. De omzet die in 1945 3 millioen dollar bedroeg, rees tot 9 millioen dollar in 1948. Op allerlei manieren legt zij contacten. Zij beweegt de redacties der grote bladen, op hun omslagpagina's kleurenfoto's van Hol landse bolbloemen op te nemen. Bollen als filmsterren In het scenario van de film „Het verbol gen leven van Walter Mitty", waarin Dan ny Kaye en Virginia Mayo als sterren op treden, komt een regeltje voor: „Deze tul pen zijn gekweekt uit bollen afkomstig uit Holland". En aan dat éne regeltje klampte Margaret zich vast In bioscopen en schouwburgen, in étalages en advertenties trof men liet embleem van de ABGH. cn de aankondiging: Het verborgen leven van Walter Mitty, waarin ook schitteren Prach tige Hollandse bolbloemen evenals dc film komieken Danny Kaye cn Virginia Mayo. Zo viert Margaret Herbst (en met haar de Hollandse bolbloem) triomfen tot in Hol lywood toe! Op vele wijzen- wordt voor de bloem bollen reclame gemaakt, ook in andere lan den. In Johannesburg bloeiden in de par ken de tulpen, door de Hollandse vakmen sen cadeau gedaan. Ja, tot achter het IJzeren Gordijn drongen ze door, en voor het Praagse Stadhuis prijken tulpen in volle kleurenpracht. Aan dit geschenk aan de stad Praag is een aardige anecdote verbonden. Toen enkele bestuursleden van de Bond van Bloembollenhandelaren naar Praag reisden, vroegen ze in het vliegtuig aan de Tsjechische stewardess, of ze de Hollandse tulpen voor het Raadhuis reeds had zien bloeien. Het meisje had er nog nooit op gelet en wist er niets van. Toen men met de bus naar de stad reed en het Raadhuis passeerde, wezen de Hollanders vol trots op de bloemen, die inderdaad juist praal den in volle pracht. Het stadsbestuur had binnen een grote cirkel van zuiver witte tulpen een vijfpuntige ster doen aanleggen, die opgevuld was met gloeiend-scharlaken Cardinals. Het Tsjechische meisje keek een ogen blik naar de bloemenweelde en naar het symbool, daardoor gevormd. Toen wendde ze zich tot de Hollanders en barstte uit „De bloemen vind ik prachtigmaar ik haat de kleur!" Over Muziek Is de Kunst der Primitieven, die wij op deze plaats vertegenwoordigd zagen dooi de Meester van Alkmaar en de Zuid-Ne derlandse anonymus uit de school van Gerard David, ondenkbaar zonder de be vruchtende invloed der Kerk, de cosmopo- 'litischï kunst der Romanisten is geheel in de ban van de toonaangevende meesters der Italiaanse Renaissance. Jan van Scorel, geboortig uit Schoorl, kan gelden als de eerste Romanist in de Noordelijke Nederlanden, die vooral in zijn gewijde voorstellingen de karakteristieke kenmerken vertoont van de richting, waar van hij zulk een belangrijk vertegenwoor diger is. De bij uitstek cosmopolitische in slag in zijn werk is verklaarbaar als men weet dat hij lussen 1519 en 1524 van Utrecht uit, over Spiers, Straatsburg, Bazel. Neurenberg en Stiermarken, naar Venetië trok; vandaar naar Jeruzalem reisde en via de Lagunenstad naar Rome, waar hij door Paus Adriaan VI werd aangesteld lot beheerder der verzamelingen van het Bel vedère, welk „conservatorschap" hij dooi de dood van de Hollandse paus slechts één jaar waarnam. Zoals bij alle kunstenaars die naar het Beloofde Land der Beeldende Kunsten trokken, vinden we ook bij Jan van Scorel de i-eactiés in het werk op de overvloed van indrukken, opgedaan bij de bestudering der klassieke sculpturen en bouwkunst, alsmede van de productie dei- zozeer bewonderde meesters, deels nog werkzaam, deels reeds opgenomen in het Pantheon der Onsterfelijken. Gedurende zijn tweede verblijf te Haar lem (1527'29) schilderde Jan van Scorel, in opdracht van de Commandeur van de Orde der St. Jansheren het hier gerepro duceerde schilderij waarover Karei van Mander in diens Schilderboeck aldus rept: „een Ioannes Doopsel, dat een seer schoon stuck is waer in dat comen eenige seer aerdige Vrouwkens met seer gracelyke Raphaelsche tronikens opsiende nae het neder dalen van den Heyligen Geest Daar dit kort bestek dwingt tot het geven van essentialia, zij gewezen op slechts en kele karakteristieke elementen. Allereerst In het „Palais de New York" te Parijs is deze week de jaarlijkse „Salon der Onaf- hankelijken" geopend. In de afdeling plas tieken is onder meer deze uitzonderlijke creatie van Tajiki te zien, die volgens de catalogus Een musicus" voorstelt. Montgomery vermaant: Jan van Scorel (14951562): De doop van Christus in de Jordaan. Paneel 121 bij 156,5 cm. Geschilderd omstreeks 15281529. verdient het aandacht dat de Doop van Christus als zodanig niet meer primair is als bij de primitieven, waar de inspiratie direkt werd geput uit de Heilsgeschiedenis zelf: de pieuze vertolking van het wijdings vol gebeuren was doél, terwijl het thans veeleer een dankbaar gegrepen aanleiding biedt tot druk vertoon van athletische naaktfiguren in velerlei standen en houdin gen, welke bovendien nog teruggrijpen op een verloren gegaan karton van Michelan gelo met een profaan tafereel. Hierdoor heeft de mystieke inslag der primitieven plaats gemaakt voor een meer werelds sen timent. Moge dit „verlies" betekenen, „winst" is ongetwijfeld het vrije bewegen van de mens in een ruimte die wijdere perspectieven biedt. Belangrijke winst is eveneens de koele belichting der figuren, kennelijk ontleend ook aan Michelangelo, die als pur-sang beeldhouwer, de figuren zijner schilderijen en fresco's steeds plas tisch gaf en in koel licht deed baden. Het landschap herinnert aan de Campag- na Romana en vertoont in tegenstelling tot de natuur-ver tol kingen van de 15e- eeuwers met haar onderscheidene kleuren- zónes een meer bindende, atmosferische toon. Zo is dit schone paneel niets minder dan een belofte, doch deze zou eerst onge veer een eeuw iater worden ingelost nadat het zich onafhankelijk strijdende Holland bevrijd zou zijn van de uitheemse cultuur invloeden, die aanvankelijk de mogelijk heid voor een universeler wereldaanschou wing hadden geopend. H. P. BAARD. „West-Europese landen moeten paraat zijn" Veldmaarschalk burggraaf Montgomery, vooi'zitter van de commissie der opperbe velhebbers van de landen der West-Euro- pese Alliantie, heeft in Londen ver klaard dat het opstellen van plannen voor de militaire verdediging van West-Europa op fundamentele beginselen zal dienen te berusten. „Willen de West-Europese strijd krachten der Alliantie in staat zijn op ge slaagde wijze tegenstand te bieden aan een aanval". Sprekend tijdens een te Londen gehou den banket, verklaarde Montgomery dat één van deze fundamentele beginselen be staat uit het opstellen van een plan voor een snelle en doeltreffende mobilisatie; een ander principe is het opbouwen van een organisatie, die in tijd van nood er zorg voor zal dragen, dat een tevoren opgesteld plan voor het organiseren van de burger lijke verdediging onverwijld in werking wordt gesteld. Montgomery verklaarde verder dat in een tijdperk, waarin snelheid de allesbe heersende factor is geworden, een land te allen tijde in staat van paraatheid dient te verkeren om het oorlogsgevaar te kunnen keren, „op dezelfde wijze als een brand weerbrigade immer gereed moet zijn om een grote brand te kunnen blussen". Hij voegde hieraan toe: „Men moet nimmer uit het oog verliezen, dat de wetenschap een aanvaller het vermogen heeft geschonken cm, zonder waarschuwing, hard en snel toe te slaan. Werkelijke paraatheid is thans, als nimmer tevoren, van vitaal belang". Verdmaarschalk Montgomery besloot met de woorden: „Indien landen tot samenwer king voor een gemeenschappelijk doel be sluiten, komt het mij voor dat werkelijke samenwerking onmogelijk is tenzij elk land bereid is een gering gedeelte van zijn sou- vereiniteit prijs te geven". Dinsdag begint in Londen de tien-landenconferentie Denemarken en Noorwegen zijn. de eer ste twee staten, die officieel de uitnodiging tot bijwoning van de tien-landenconferen tie van ministers van Buitenlandse Zaken hebben aanvaard. Deze conferentie, die aanstaande Dinsdag te Londen zal beginnen, zal de instelling van een Europese Raad bespreken. Frankrijk, Italië, België. Neder land, Luxemburg, Noorwegen, Zweden, De nemarken, Ierland en Engeland zullen er aan deelnemen. „TABINTA" MET EMIGRANTEN NAAR CANADA Vrijdag vertrok de „Tabinta" uit Rotter dam naar Canada met 750 emigranten aan boord. De andere vertrekdata zijn vast gesteld op 23 Mei, 23 Juni en 22 Juli. In totaal zal de „Tabinta" ongeveer 3000 emi granten vervoeren. Op de derde thuisreis zal de „Tabinta" van Quebec naar New York varen, waar 750 Amerikaanse studenten aan boord zul len gaan, die een bezoek aan Europa en ook aan ons land zullen brengen. Op 2 September zal het schip deze studenten weer naar de Verenigde Staten terug brengen. De melodie is zakelijk gesproken een opeenvolging van tonen van ongelijke hoogte en ongelijke duur; de harmonie is een samenklank van twee of meer tonen; het rhythme is dc natuurlijke beweging en bet metrum is de regelmatige indeling van de beweging Hier is alles en niets mee gezegd; het lijkt ik ben er mij van bewust op de beschrijving van een gla zen oog, of (om iets milder te zijn): het zou vergeleken kunnen worden met een begin van analyse van een werkelijk men selijk oog, de materie en de functie zijn er mee aengeduid. maar t voor he leven bleef ik stil staan. Dat de bovengenoemde elementen der muziek iets zeggen is te vergelijken met het feit dat de ogen ons iets zeggen, ja alles zeggen, meer zeggen dan onder woorden te brengen is. De mii- ziek deelt een licht mede en degene die zich in dit licht verliest is gelukkig te prijzen. Degene die het licht ter verant woording roept, miskent een geheim en stelt zichzelf boven een superioriteit in de schepping. Wanneer wij enigszins het recht en de plicht hebben om zoveel mogelijk van het natuurverschijnsel der muziek te bestuderen en te beschrijven, dan kunnen dit recht en deze plicht alleen de materie gelden, nooit de ziel, Wie het toch doet wordt slechts schijnbaar verrijkt, hij brandt zijn vingers of als u wilt zijn vleugels. De wil tot doorgronden van geheimen is tragisch. Wie de tragiek voelt heeft nog enig contact, wie de tragiek niet voelt be seft de macht en de kracht van het licht niet. Wanneer wij zeggen: wij beoefenen de muziek, dan moet dit betekenen: Wij hanteren de materie der muziek en ver wachten daa?bij van het licht de warmte. Wij kunnen het licht om bij deze aan duiding te blijven wel aanroepen, maar niet commanderen en ook niet zelf produ ceren, al schijnt het zo wel eens te wezen. Ik ken een piano-stuk van Albeniz, dat „Evocation" genaamd is. Het heeft mij al tijd geboeid, onder andere door de sug gestie van de titel. Dit zou op zichzelf al niet zuiver zijn, maar ik geniet van deze muziek meer dan alleen door deze be ïnvloeding. Ik kan niet uit de melodie, de harmonie, het rhythme en het metrum be wijzen dat. het een aanroeping is en ijs ben er wel zeker van, dat ook de componist nooit in staat was te zeggen: omdat ik zo en zo geschreven, heb, heb ik een Eyocatie gecomponeerd. De gedachte of de in val om de titel „Evocation" aan te wen den heeft echter iets zeer liefelijks en be wonderenswaardig. Het is edel, bij een muzikale inval te denken aan de aanroe ping en van uit deze bereidheid te compo neren, en des te respectabeler is het in deze situatie, alle verstandelijke zorg te hebben voor de compositie van de gestalte van het stuk. Dit is de werkelijke, in alle tijden geldende romantiek van de componist. Ik mag dit noemen „de romantiek der wer kelijkheid", want de componist is in zijn element en nergens anders. Ik geloof niet dat er ooit iemand ter wereld zal zijn. die in staat is het ontstaan en het wezen der schoonheid in de muziek volkomen te bepalen. Ik denk dat dit niet mogelijk is en ik hoop dat het nooit mo gelijk zal worden, want in welk een toe stand van moordende hoogmoed en ziels- verdorring zouden wij geraken. Maar de goden en de muzen zullen het nooit dulden, zo min als ooit de zon zich zou laten af- en aandraaien door de hand van een elec- tricien. Wanneer een mens doordrongen is van muzikaliteit leeft in hem even sterk de intuïtie dat de muziek geen poëzie be hoeft, omdat zij zelf poëzie is. Het mede leven met een compositie zal zich liever niet in bepalingen uiten dan aan de muziek een overdrachtelijke betekenis te geven. Het is mogelijk dat de muziek iemand in spireert tot een gedicht, maar in het gun stigste geval zal dit een uiting van dank baarheid zijn en niet een beschrijvende bepaling van de inhoud der muziek. Onstoffelijk als zy is blijft de schoonheid der muziek een weerloos object voor de genen, die haar averechts liefhebben. Zij zijn het die haar willen spiegelen aan per soonlijke aesthetische illusies. Ik bedoel niet dat er geen voorkeur of afkeer mag bestaan, ik bedoel dat op zichzelf in prin cipe, de schoonheid der muziek muzikaal is en niet iets anders: en dat alle bedoelin gen, alle teksten, alle tijds-eigenaardighe- den, alle systemen en bestemmingen eerder belemmering dan hulp tot haar benadering zijn. Wie zich vrij voelt in deze zaak moet toch altijd nog erkennen, hoezeer de be wustheid van zijn denken een eigenwijs gordijn is, dat soms haast niet op zij te schuiven is. Maar de muzikale schoonheid is dikwijls zo sterk, dat alle beletselen als sneeuw voor de zon verdwijnen. HENDRIK ANDRIESSEN. Heringa Wathrich HAARLEM CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS (Adv.) Russische assistent-secretaris bij de UNO vervangen Het hoofd van de Russische delegatie bij de UNO, Andrei Gromyko, heeft gister avond het aftreden van Sobolef, de Russi sche assistent-secretaris-generaal bij de UNO. aan Trygve Lie medegedeeld. In kringen die met Sobolef in nauw con tact staan werd onlangs te kennen gegeven, dat hij een belangrijke rol had gespeeld bij de intensieve besprekingen over buiten landse politiek die in het Kremlin werden gevoerd. Sobolef zou er bij de Russische regering krachtig op aangedrongen hebben een po- litek van samenwerking met de rest van de wereld door middel van de UNO te aanvaarden. Constantin Zinstjenko, de, eerste raads man van de Russische delegatie bij de UNO is tot opvolger van Sobolef benoemd. ARBEIDERS VAN BIERBROUWERIJ WORDEN WERKLOOS. Het Eerste Kamerlid mr. G. van Walsum (Arbeid) heeft aan de minister van Sociale Zaken gevraagd of het de minister bekend is, dat de N.V. Amstelbierbrouwerii en de Heinekens' Bierbrouwerij N.V., die tezamen de meerderheid v -n de aandelen bezitten in de N.V. Van Vollenhoven's Bierbrouwerij besloten hebben het bedrijf van laatstge noemde naamloze vennootschap stop te zet ten, waardoor ongeveer 220 arbeiders hun werkgelegenheid verliezen. Heeft de directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau zijn medewerking verleend tot het ontslag van deze arbeiders en, zo ja, op grond van welke motieven? vraagt de heer Van Walsum.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 5