c
AKKERTJE
Uit de schatten van het Frans Halsmuseum
Monument van Haarlemse beeldhouwster
wordt 4 Mei in Dokkum onthuld
Bloembollenexport en reclame
De schoonheid
ZATERDAG 30 APRIL 1949
3
CLARE LENNART
Nederlandsche
Sinds aart van der leeuw is er
geen of nauwelijks een proza geschre
ven, dat zo gul en warm, zo mild bespie
gelend en zo blijmoedig uit weemoed
meedeelt van zijn liefde voor het leven
als dat van Clare Lcnnart. Als een ver
scholen tovertuin, waarin alle kostbaar
heden en kostelijkheden van het aards be
staan door een liefdevolle hand zijn ge
kweekt, ligt dit werk te midden van de in
zijn verloren wijdheid misschien wel im
posante, maar troosteloze woestijn, waartoe
een boosaardige passie voor cynisme en
negativisme onze litteratuur dreigt te ver
dorren. Clare Lennart - de hemel zij dank -
houdt van het leven, niet met het gefor
ceerd optimisme dat uit angst aan de ont
goochelingen voorbijziet, maar met een
liefde, die zij veroverd heeft op de ver
twijfeling. Kinderlijk-zuiver, kinderlijk
open, kinderlijk-verrukt houdt ze ervan.
Juist ómdat het leven voor haar een voor
namer en schoner kunst is dan de Kunst,
is haar werk zo onvervalstkunst. Zij
schrijft als ze leeft, ze schrijft als ze voelt
en denkt. Daarom zijn haar romans, haar
novellen, geen procédé, geen verstande
lijk overwogen compositie,geen „probleem",
maar een weldadig-vertrouwelijk gesprek
onder vier ogen met een of andere onbe
kende lezer, die de stilte van het luisteren
kent. Voor deze staat haar tovertuin,
waarin zich in elke bloesem, in iedere
lichtval een klein wonder voltrekt, open.
Haar jeugd heeft haar een zo rijke re
serve aan innige blijmoedigheid en dier
bare herinneringen meegegeven, dat zij er
alle aanslagen van het heilloos pessimisme
dezer schrijversgeneratie mee kan afwe
ren. Haar „levensavontuur" is niet minder
eenzaam dan dat van Anna Blaman; maar
daarom roept zij nog niet alle denkbare
en ondenkbare duivels uit de ziele-hel op
alsof één mens duizend doden moest ster
ven, alle leed van alle stervelingen moest
dragen en het leven niets dan een bezoe
king was. Uit de kleine dingen maakt ze
de kleine vreugden, steelse en speelse
veroveringen op de geluksbedreiging van
iedere dag.
Haar levenskunst is haar spel. Clare
Lennart kan spreken met de stilte. „Kom
binnen, Stilte! Wees welkom! Ik houd van
je. Ik kan je verlangen wel begrijpen.
Allen dragen we dat verlangen in ons naar
het andere, naar wat buiten de grenzen
van het eigen wezen ligt, naar het onmo
gelijke". En dan begint haar spel: ze voert
haar tweegesprek met Rouska, de amber
kleurige kater, haar ingewijde in het tover-
domein der fantasieën, deze wereld „ach
ter de schutting", waarin alleen Rouska's
toegang hebben en degenen die nog bereid
zijn te geloven, dat de waterplas die de
lucht spiegelt even diep is als het hemels
blauw hoog is. Rouska's poesenwijsheid
is het ook, die haar de weg doet vinden
naar het pleintje -van de duizend wonde
ren, waar de intieme huisjes heengevlucht
zijn om te ontkomen aan de moloch van
de tijd. Zes kinderknikkers, die in hun
doorzichtig hart het mysterie verbergen
van een kleine prinses in het glazen kas
teel, zijn al genoeg voor een verdroomd,
verstild, aandachtig bezig-zijn. En is er een
hof, waar de bloesems_ weelderiger en hun
geuren verlokkender 'zijn dan de kleine
droomtuin, waarin ze binnen kan gaan op
de klank van een bloemennaam, een
petunia, die in een groengeschilderde bak
op haar stadsplatje bloeit? „Petunia dat
is voor mij een dorp in de hitte van een
zomermiddag. Een dromend dorp een
wit landhuis met neergelaten, groene ja-
lousieën, een fluwelig grasgazon, een
open veranda met rieten stoelen. En teder
en zacht dit alles doordringend de geur
van petunia's. Werkelijk, het geluk is een
zeer groot artist. Het herhaalt zich nim
mer. Voor Clare Lennart is het steeds
nieuw, steeds jong; want ze .heeft de gave
meegekregen of de kunst geleerd?
de wereld te blijven aanzien met altijd
nog argeloze kinderogen, waarvan- alles
waaraan we duizendmaal achteloos voor
bijgingen getooid is met prille glans alsof
het vandaag was geschapen. Op de grens
van werkelijkheid en sprookje, „een soort
vrijplaats op aarde, waar men uit zijn
maatschappelijk omhulsel stapt", weet ze
het kostbaarste wat de mens is meegege
ven, onaantastbaar te houden: de liefde
voor het zo oneindig vele, dat er goed is
en schoon en bekoorlijk op deze aarde.
Uit deze liefde komt haar wijze speels
heid en haar speelse wijsheid voort. Men
kan een eenzaamheid, waaraan een zekere
melancholie niet vreemd is, minder gratie
vol, minder troostrijk en levensaanvaar
dend bezweren dan in een verbe$idings-«
spel met Rouska's, bloemen, wolkenluch
ten, verlaten huizen en stilte een diepe,
rijke, zingende stilte! De zelfde stilte,
waarin een kleine Clare Lennart met haar
twee negerpopjes speelde want het
Geschenk van de jongstleden Boekenweek
is een geschenk van haar: uit de twaalf
inzendingen koos de jury der „Commissie
voor de Propaganda van het Nederlandse
Boek" deze „Twee Negerpopjes", een kin
derherinnering van zo zuivere en eigen
toon, dat er voor de lezer, die eens een
enkele bladzijde druks van Clare Lennart
onder de ogen had, geen twijfel kón zijn
aan het auteurschap.
In dit verhaal van Trezia en Elly en de
twee negerpopjes, dat me na aan het hart
ligt omdat er zo gaaf, zo onverdorven een
kinderziel in openbloeit in dit boekje
dan staat dit geschreven over Trezia's
moeder: „Ze loopt voort over een weg vol
kuilen en gaten en kijkt naar de schone
vergezichten aan weerszij en voor ze er
erg in heeft is ze gestruikeld en gevallen
en ligt in een zonloze diepte en is bedroefd
en radeloos. Maar de herinnering aan de
schone vergezichten doet haar weer moed
vatten. Ze krabbelt omhoog. Ze ziet het
licht, de zon. Ze gaat weer verder met een
Rouska" („Mixed Pickles-Serie",
Uilgevers Mij, Leiden)
hart vol dankbaarheid en vergeet weer de
slechte weg aan haar voeten.Levens-
moed uit levenswijsheid. Of: mogelijk om
gekeerd? Het doet weinig ter zake: zó is
het goed!
„Ach", schreef de oude magiër Hermann
Hesse eens, „alle wijsheid is zo eenvoudig,
zo lang geleden al, zo nauwkeurig en on
betwistbaar, uitgesproken en geformu
leerd! Waarom hebben we er maar bij
tijden deel aan, op onze goede dagen,
waarom niet steeds?" Met Hermann. Hesse
weet Clare Lennart er stellig het antwoord
op. En omdat ze dat weet is haar werk zo
nobel en haar stem die van een roepende.
In de woestijn?
C. J. E. DINAUX.
neem een
FRANCK-CONCERT DER H. O. V.
Aan het 3e concert van de Meester Serie
op Dinsdag 3 Mei, dat gewijd zal zijn aan
werken van César Franck, zal de pianist
Cor de Groot zijn solistische medewerking
verlenen.
Het concert, dat weer onder leiding van
Kees Hartvelt staat, vangt aan met de Sym-
phonïe in d ld. terts. Na de pauze zal Cor
de Groot de Variations symphoniques ten
gehore brengen, waarna tenslotte een uitvoe
ring zal worden gegeven van 4 symphonische
fragmenten uit „Psyché".
De 9 Muzen
De Haarlemse danseres Lissi May cn de
pianist Henk van Eeuwijk gaan eer. kleine
tournée maken met het programma van
dansen en muziek in oude stijl, dat zij in
Februari reeds uitvoerden in de Renaissance-
zaal van het Frans Halsmuseum. Op 13 Mei
treden zij op in Pulchri-studio te 's Graven-
hage, op 17 Mei in de Stadsgehoorzaal te
Leiden en op 19 Mei in het Minervapaviljoen
te Amsterdam.
Films over de scheepvaart. In
werking met de Koninklijke Marine heeft
PolygoonProfilti twee filmpjes gemaakt
die betrekking hebben op onze zeevaart. Een
der filmpjes, dat de titel „Veilig varen"
draagt behandelt al hetgeen in ons land
wordt gedaan om de scheepvaart te bevei
ligen. Vooral aan het loodswezen is veel
aandacht besteed. Het tweede geeft een
beeld van het leven aan boord van de „Karei
Doorman".
De Haarlemse beeldhouwster Nel Bake-
ma is gereed gekomen met een groot mo
nument ter ere van en ter nagedachenis
aan de gevallenen in het verzet dat op 4 Mei
te Dokkum (Friesland) zal worden onthuld.
Het monument bestaat uit een natuur
stenen voetstuk van 1.60 m hoogte, waar
op twee bronzen figuren van 1.85 hoogte
zijn geplaatst. Om de bovenrand van het
voetstuk zijn bas-reliefs aangebracht, die
fragmenten weergeven uit de geschiede
nis van Dokkum in de oorlogsjaren. Daar
onder, op de vier zijden van het voetstuk,
leest men respectievelijk dc woorden
„Dy' mei triennen siedzje, sille sjongend
sichtsje" („Die met tranen zaaien, zullen
zingend maaien"); de namen van twintig
slachtoffers, die op 22 Januari 1945 te
Dokkum werden vermoord; de namen van
de verzetsslachtoffers en in een getal uit
gedrukt het totaal der bewoners van Dok
kum, dat door oorlogsgeweld het leven
verloor.
De twee bronzen figuren, waarvan de
foto een indruk geeft, stellen illegale wer
kers voor, gedacht als staande nog midden
in de strijd. De hoog opgerichte hoofdfiguur
is een symbool van vastberadenheid, het
met taaie volharding doorzetten van een
Het monument dat Nel Bakema vervaar
digde voor Dokkum en dat gegoten werd
door de Bronsgieterij Binder te Overveen.
eens genomen besluit. De houding drukt
fiere kracht en spanning uit; de ogen zien
over de puinhopen heen naar de lichtgloed
der overwinning. Met de linkerarm steunt
hij de physiek en geestelijk verslappende
medestrijder, uitgedrukt door het tweede
beeld. Het gebaar van de rechterarm wil
zeggen: houdt moed, blijft doorzetten. De
vuist is niet bedoeld als een bedreiging
aan de vijand, doch drukt mede kracht uit;
de beeldhouwster heeft hiermee ook uit
drukking willen geven aan de Nederlandse
wapenspreuk „Je Maintiendrai".
Amerikanen geven Belgische
diamanten aan West-Duitse staat
De Amerikaanse bezettingsautoriteiten
weigerden aan de Belgen restitutie te ver
lenen voor de diamanten die in de oorlog
door de Duitsers uit België geroofd zijn,
meldt United Press.
In een officieel communiqué van het
orgaan van de diamantindustrie werd me
degedeeld dat naar schatting de Duitsers
gedurende de bezetting van België onge
veer vijftigduizend karaats geslopen dia
manten en een millioen karaats ruwe dia
manten gestolen hebben.
Het communiqué gaat voort: „Tijdens
hun glorieuze opmars in Duitsland vonden
de Amerikanen ohgeveer tweehonderd dui
zend karaats ruwe diamanten. Sedert 1946
zijn de experts bezig met de Amerikanen
te onderhandelen. Er konden zelfs bewijzen
overgelegd worden dat de diamanten aan
België toebehoorden. Al onze bewijzen ten
spijt hebben de Amerikaanse bezettings
autoriteiten niet aan ons verzoek voldaan.
Ook blijven de Amerikanen weigeren dat
er een neutrale commissie benoemd zal
worden om de diamanten te onderzoeken.
In plaats daarvan hebben de Amerikaan
se bezettingsautoriteiten medegedeeld dat
zij besloten hebben om de hele voorraad
diamanten die zij gevonden hebben ter be
schikking te stellen van de op te richten
West-Duitse staat. Een dergelijk gebaar
betekent bijna de genadeslag voor de Bel
gische diamantindustrie. Het is niet alleen
een aantijging van alle rechtvaardigheid,
maar het is ook volledig in tegenspraak
met de Amerikaanse politiek van hulpver
lening en ondersteuning met het oog op
het economische herstel van de landen van
West-Europa".
VERKEERSVEILIGHEID BLJ BOLLEN-
PRACHT.
Naar de mening van de KNAC heeft ge
durende de laatste weken het wegverkeer
zijn best g'edaan door het behoorlijk opvol
gen van de verkeersvoorschriften, de
drukke tochten naar de bollenvelden en de
bloeiende bongerds ordelijk en veilig te
doen verlopen.
Speciaal wil de KNAC het rijdende ver
keer op het hart drukken, -'oeds uiterst
rechts te stoppen of beter geheel of gedeel
telijk op de berm, teneinde de rijbaan zo
veel mogelijk vrij te houden voor het rij
dende verkeer. Inschikkelijkheid is ook ten
zeerste nodig bij het links afslaan. De
„linksaffer", ook de bestuurder van een
motorijtuig, moet al het verkeer uit de
tegenovergestelde richting, dus ook de fiet
ser, voor laten gaan. De „linksaffer" voert
een ongewone manoeuvre uit en moet zich
aan het overige verkeer ondergeschikt ma
ken. Tenslote zou het wenselijk zijn, dat
automobilisten zoveel mogelijk rechts van
de weg rijden. Zij dienen van „asplakkers"
dat zijn rijders, die te veel bij het mid
den van de weg rijden „bermklevers" te
worden.
Het werk van de commissie voor onpersoonlijke
reciame werpt vruchten af
Het totaalbedrag van de bloembollen
export overschreed vorige week de 75
millioen gulden. Voor een niet onbe
langrijk deel is (leze groei onder on
gunstige omstandigheden te danken
aan de intensieve reclame, die voor ons
nationale product, de bloembol, in het
buitenland en vooral in Amerika wordt
gemaakt.
De Nederlandse bloembollenexport bereikte
op 16 April een bedrag van 75.080.641,
mei een totaalgewicht van 31.054.498 kg.
De omzet rijst gestadig. Werd er in 1946
voor rond 56 millioen geëxporteerd, in 1947
bereikte men de 71 millioen. En thans heeft
men de 75 millioen overschreden!
Het merkwaardige is, dat deze vooruit
gang geenszins een weerspiegeling vormt
van gunstige omstandigheden, waaronder de
bloembollenexport plaats vindt. Het tegen
deel is het geval. Nog zeer onlangs had de
Zweedse export een tegenvaller te boeken,
doordat de Zweedse regering het contin
gent van 11 millioen op 9 millioen Zw. Kro
nen terugbracht. Een vermeerdering van
het Noorse contingent, die ook door Noorse
belanghebbenden werd gewenst, bleef uit,
doordat om verschillende redenen het han
delsverdrag zonder meer werd verlengd en
daardoor het contingent op het oude peil
(2 millioen N. Kronen) werd gehandhaafd.
In Engeland wist men uitbreiding van het
contingent te verkrijgen, maar in Amerika
krimpt de verkoop aan de z.g. broeiers
steeds meer in.
Het heeft er echter alle schijn van, dat
deze tegenslag wordt geëlimineerd door een
toenemende „droge" verkoop (dry sale) via
warenhuizen en dergelijke aan de particu
lieren. Behalve aan de activiteit der Hol
landse zakenmensen, dankt men dit aan de
stelselmatige en juist-gerichte reclame, die
door het Bloembollenvak voor dit product
in het buitenland wordt gemaakt.
Het is de Commissie voor Onpersoonlijke
Reclame, ingesteld door het Centraal
Bloembollencomité, die deze reclame ver
zorgt. Dit Centraal Bloembollencomité, in
het Vak algemeen als CBC bekend, finan
ciert voor een deel ook het wetenschappe
lijk onderzoek. En het is een Haarlemmer,
Walter Roozen, die als reclame-chef op
treedt, en met z'n initiatief een baan breekt
voor de Nederlandse bloembollen.
Natuurlijk is een groot deel dezer reclame
gericht op Amerika, waar men nog geen
contingentering kent, waar welvaart heerst
en waar nog allerlei mogelijkheden liggen.
Margaret Herbst,
buitengewoon gezante
Als „buitengewoon gezante van Bollen
land in de V.S.", zoals ze eens werd gequa-
lificeerd, fungeert Margaret Herbst, die al
vroeg haar loopbaan in het bloembollenvak
begon. Het reclame-tijdschrift „Ariadne"
vertelde over haar werkzaamheid voor de
verhoging van het debiet der Nederlandse
bloembollen onlangs enkele aardige bijzon
derheden.
Margaret Herbst trad in dienst van het
grote Moembollenbedrijf John Scheepers
Inc., onder leiding van Sir John Scheepers,
een bedrijf welks Hollandse oorsprong zich
reeds in de naam verraadt. Na de dood van
Sir John kwam zij, wier taak was het ver
zorgen van- publicaties over Nederlandse
bloembollen, in contact met het Advertising
Committee of the Holland Bulb Exporters
Association te Haarlem. Na een intermezzo
tijdens de oorlogsjaren, toen de export stil
stond en zij werkte op het Netherlands In
formation Bureau in New York, kreeg zij
de leiding van het New Yorkse kantoor der
„Associated Bulbgrowers of Holland".
Haar succes laat zich in dollars omreke
nen. De omzet die in 1945 3 millioen dollar
bedroeg, rees tot 9 millioen dollar in 1948.
Op allerlei manieren legt zij contacten. Zij
beweegt de redacties der grote bladen, op
hun omslagpagina's kleurenfoto's van Hol
landse bolbloemen op te nemen.
Bollen als filmsterren
In het scenario van de film „Het verbol
gen leven van Walter Mitty", waarin Dan
ny Kaye en Virginia Mayo als sterren op
treden, komt een regeltje voor: „Deze tul
pen zijn gekweekt uit bollen afkomstig uit
Holland". En aan dat éne regeltje klampte
Margaret zich vast In bioscopen en
schouwburgen, in étalages en advertenties
trof men liet embleem van de ABGH. cn de
aankondiging: Het verborgen leven van
Walter Mitty, waarin ook schitteren Prach
tige Hollandse bolbloemen evenals dc film
komieken Danny Kaye cn Virginia Mayo.
Zo viert Margaret Herbst (en met haar
de Hollandse bolbloem) triomfen tot in Hol
lywood toe!
Op vele wijzen- wordt voor de bloem
bollen reclame gemaakt, ook in andere lan
den. In Johannesburg bloeiden in de par
ken de tulpen, door de Hollandse vakmen
sen cadeau gedaan. Ja, tot achter het
IJzeren Gordijn drongen ze door, en voor
het Praagse Stadhuis prijken tulpen in
volle kleurenpracht.
Aan dit geschenk aan de stad Praag is
een aardige anecdote verbonden.
Toen enkele bestuursleden van de Bond
van Bloembollenhandelaren naar Praag
reisden, vroegen ze in het vliegtuig aan de
Tsjechische stewardess, of ze de Hollandse
tulpen voor het Raadhuis reeds had zien
bloeien. Het meisje had er nog nooit op
gelet en wist er niets van. Toen men met
de bus naar de stad reed en het Raadhuis
passeerde, wezen de Hollanders vol trots
op de bloemen, die inderdaad juist praal
den in volle pracht. Het stadsbestuur had
binnen een grote cirkel van zuiver witte
tulpen een vijfpuntige ster doen aanleggen,
die opgevuld was met gloeiend-scharlaken
Cardinals.
Het Tsjechische meisje keek een ogen
blik naar de bloemenweelde en naar het
symbool, daardoor gevormd. Toen wendde
ze zich tot de Hollanders en barstte uit
„De bloemen vind ik prachtigmaar
ik haat de kleur!"
Over Muziek
Is de Kunst der Primitieven, die wij op
deze plaats vertegenwoordigd zagen dooi
de Meester van Alkmaar en de Zuid-Ne
derlandse anonymus uit de school van
Gerard David, ondenkbaar zonder de be
vruchtende invloed der Kerk, de cosmopo-
'litischï kunst der Romanisten is geheel in
de ban van de toonaangevende meesters
der Italiaanse Renaissance.
Jan van Scorel, geboortig uit Schoorl,
kan gelden als de eerste Romanist in de
Noordelijke Nederlanden, die vooral in zijn
gewijde voorstellingen de karakteristieke
kenmerken vertoont van de richting, waar
van hij zulk een belangrijk vertegenwoor
diger is. De bij uitstek cosmopolitische in
slag in zijn werk is verklaarbaar als men
weet dat hij lussen 1519 en 1524 van
Utrecht uit, over Spiers, Straatsburg, Bazel.
Neurenberg en Stiermarken, naar Venetië
trok; vandaar naar Jeruzalem reisde en
via de Lagunenstad naar Rome, waar hij
door Paus Adriaan VI werd aangesteld lot
beheerder der verzamelingen van het Bel
vedère, welk „conservatorschap" hij dooi
de dood van de Hollandse paus slechts één
jaar waarnam. Zoals bij alle kunstenaars
die naar het Beloofde Land der Beeldende
Kunsten trokken, vinden we ook bij Jan
van Scorel de i-eactiés in het werk op de
overvloed van indrukken, opgedaan bij de
bestudering der klassieke sculpturen en
bouwkunst, alsmede van de productie dei-
zozeer bewonderde meesters, deels nog
werkzaam, deels reeds opgenomen in het
Pantheon der Onsterfelijken.
Gedurende zijn tweede verblijf te Haar
lem (1527'29) schilderde Jan van Scorel,
in opdracht van de Commandeur van de
Orde der St. Jansheren het hier gerepro
duceerde schilderij waarover Karei van
Mander in diens Schilderboeck aldus rept:
„een Ioannes Doopsel, dat een seer
schoon stuck is waer in dat comen eenige
seer aerdige Vrouwkens met seer gracelyke
Raphaelsche tronikens opsiende nae het
neder dalen van den Heyligen Geest
Daar dit kort bestek dwingt tot het geven
van essentialia, zij gewezen op slechts en
kele karakteristieke elementen. Allereerst
In het „Palais de New York" te Parijs is
deze week de jaarlijkse „Salon der Onaf-
hankelijken" geopend. In de afdeling plas
tieken is onder meer deze uitzonderlijke
creatie van Tajiki te zien, die volgens de
catalogus Een musicus" voorstelt.
Montgomery vermaant:
Jan van Scorel (14951562): De doop van Christus in de Jordaan. Paneel 121 bij
156,5 cm. Geschilderd omstreeks 15281529.
verdient het aandacht dat de Doop van
Christus als zodanig niet meer primair is
als bij de primitieven, waar de inspiratie
direkt werd geput uit de Heilsgeschiedenis
zelf: de pieuze vertolking van het wijdings
vol gebeuren was doél, terwijl het thans
veeleer een dankbaar gegrepen aanleiding
biedt tot druk vertoon van athletische
naaktfiguren in velerlei standen en houdin
gen, welke bovendien nog teruggrijpen op
een verloren gegaan karton van Michelan
gelo met een profaan tafereel. Hierdoor
heeft de mystieke inslag der primitieven
plaats gemaakt voor een meer werelds sen
timent. Moge dit „verlies" betekenen,
„winst" is ongetwijfeld het vrije bewegen
van de mens in een ruimte die wijdere
perspectieven biedt. Belangrijke winst is
eveneens de koele belichting der figuren,
kennelijk ontleend ook aan Michelangelo,
die als pur-sang beeldhouwer, de figuren
zijner schilderijen en fresco's steeds plas
tisch gaf en in koel licht deed baden.
Het landschap herinnert aan de Campag-
na Romana en vertoont in tegenstelling
tot de natuur-ver tol kingen van de 15e-
eeuwers met haar onderscheidene kleuren-
zónes een meer bindende, atmosferische
toon. Zo is dit schone paneel niets minder
dan een belofte, doch deze zou eerst onge
veer een eeuw iater worden ingelost nadat
het zich onafhankelijk strijdende Holland
bevrijd zou zijn van de uitheemse cultuur
invloeden, die aanvankelijk de mogelijk
heid voor een universeler wereldaanschou
wing hadden geopend.
H. P. BAARD.
„West-Europese landen
moeten paraat zijn"
Veldmaarschalk burggraaf Montgomery,
vooi'zitter van de commissie der opperbe
velhebbers van de landen der West-Euro-
pese Alliantie, heeft in Londen ver
klaard dat het opstellen van plannen voor
de militaire verdediging van West-Europa
op fundamentele beginselen zal dienen te
berusten. „Willen de West-Europese strijd
krachten der Alliantie in staat zijn op ge
slaagde wijze tegenstand te bieden aan een
aanval".
Sprekend tijdens een te Londen gehou
den banket, verklaarde Montgomery dat
één van deze fundamentele beginselen be
staat uit het opstellen van een plan voor
een snelle en doeltreffende mobilisatie; een
ander principe is het opbouwen van een
organisatie, die in tijd van nood er zorg
voor zal dragen, dat een tevoren opgesteld
plan voor het organiseren van de burger
lijke verdediging onverwijld in werking
wordt gesteld.
Montgomery verklaarde verder dat in
een tijdperk, waarin snelheid de allesbe
heersende factor is geworden, een land te
allen tijde in staat van paraatheid dient te
verkeren om het oorlogsgevaar te kunnen
keren, „op dezelfde wijze als een brand
weerbrigade immer gereed moet zijn om
een grote brand te kunnen blussen". Hij
voegde hieraan toe: „Men moet nimmer uit
het oog verliezen, dat de wetenschap een
aanvaller het vermogen heeft geschonken
cm, zonder waarschuwing, hard en snel toe
te slaan. Werkelijke paraatheid is thans,
als nimmer tevoren, van vitaal belang".
Verdmaarschalk Montgomery besloot met
de woorden: „Indien landen tot samenwer
king voor een gemeenschappelijk doel be
sluiten, komt het mij voor dat werkelijke
samenwerking onmogelijk is tenzij elk land
bereid is een gering gedeelte van zijn sou-
vereiniteit prijs te geven".
Dinsdag begint in Londen
de tien-landenconferentie
Denemarken en Noorwegen zijn. de eer
ste twee staten, die officieel de uitnodiging
tot bijwoning van de tien-landenconferen
tie van ministers van Buitenlandse Zaken
hebben aanvaard. Deze conferentie, die
aanstaande Dinsdag te Londen zal beginnen,
zal de instelling van een Europese Raad
bespreken. Frankrijk, Italië, België. Neder
land, Luxemburg, Noorwegen, Zweden, De
nemarken, Ierland en Engeland zullen er
aan deelnemen.
„TABINTA" MET EMIGRANTEN
NAAR CANADA
Vrijdag vertrok de „Tabinta" uit Rotter
dam naar Canada met 750 emigranten
aan boord. De andere vertrekdata zijn vast
gesteld op 23 Mei, 23 Juni en 22 Juli. In
totaal zal de „Tabinta" ongeveer 3000 emi
granten vervoeren.
Op de derde thuisreis zal de „Tabinta"
van Quebec naar New York varen, waar
750 Amerikaanse studenten aan boord zul
len gaan, die een bezoek aan Europa en
ook aan ons land zullen brengen. Op 2
September zal het schip deze studenten
weer naar de Verenigde Staten terug
brengen.
De melodie is zakelijk gesproken
een opeenvolging van tonen van ongelijke
hoogte en ongelijke duur; de harmonie is
een samenklank van twee of meer tonen;
het rhythme is dc natuurlijke beweging en
bet metrum is de regelmatige indeling van
de beweging Hier is alles en niets mee
gezegd; het lijkt ik ben er mij van
bewust op de beschrijving van een gla
zen oog, of (om iets milder te zijn): het
zou vergeleken kunnen worden met een
begin van analyse van een werkelijk men
selijk oog, de materie en de functie zijn er
mee aengeduid. maar t voor he leven
bleef ik stil staan. Dat de bovengenoemde
elementen der muziek iets zeggen is te
vergelijken met het feit dat de ogen ons
iets zeggen, ja alles zeggen, meer zeggen
dan onder woorden te brengen is. De mii-
ziek deelt een licht mede en degene die
zich in dit licht verliest is gelukkig te
prijzen. Degene die het licht ter verant
woording roept, miskent een geheim en
stelt zichzelf boven een superioriteit in de
schepping. Wanneer wij enigszins het recht
en de plicht hebben om zoveel mogelijk
van het natuurverschijnsel der muziek te
bestuderen en te beschrijven, dan kunnen
dit recht en deze plicht alleen de materie
gelden, nooit de ziel, Wie het toch doet
wordt slechts schijnbaar verrijkt, hij brandt
zijn vingers of als u wilt zijn vleugels.
De wil tot doorgronden van geheimen is
tragisch. Wie de tragiek voelt heeft nog
enig contact, wie de tragiek niet voelt be
seft de macht en de kracht van het licht
niet. Wanneer wij zeggen: wij beoefenen
de muziek, dan moet dit betekenen: Wij
hanteren de materie der muziek en ver
wachten daa?bij van het licht de warmte.
Wij kunnen het licht om bij deze aan
duiding te blijven wel aanroepen, maar
niet commanderen en ook niet zelf produ
ceren, al schijnt het zo wel eens te wezen.
Ik ken een piano-stuk van Albeniz, dat
„Evocation" genaamd is. Het heeft mij al
tijd geboeid, onder andere door de sug
gestie van de titel. Dit zou op zichzelf al
niet zuiver zijn, maar ik geniet van deze
muziek meer dan alleen door deze be
ïnvloeding. Ik kan niet uit de melodie, de
harmonie, het rhythme en het metrum be
wijzen dat. het een aanroeping is en ijs ben
er wel zeker van, dat ook de componist
nooit in staat was te zeggen: omdat ik zo
en zo geschreven, heb, heb ik een Eyocatie
gecomponeerd. De gedachte of de in
val om de titel „Evocation" aan te wen
den heeft echter iets zeer liefelijks en be
wonderenswaardig. Het is edel, bij een
muzikale inval te denken aan de aanroe
ping en van uit deze bereidheid te compo
neren, en des te respectabeler is het in deze
situatie, alle verstandelijke zorg te hebben
voor de compositie van de gestalte van het
stuk. Dit is de werkelijke, in alle tijden
geldende romantiek van de componist. Ik
mag dit noemen „de romantiek der wer
kelijkheid", want de componist is in zijn
element en nergens anders.
Ik geloof niet dat er ooit iemand ter
wereld zal zijn. die in staat is het ontstaan
en het wezen der schoonheid in de muziek
volkomen te bepalen. Ik denk dat dit niet
mogelijk is en ik hoop dat het nooit mo
gelijk zal worden, want in welk een toe
stand van moordende hoogmoed en ziels-
verdorring zouden wij geraken. Maar de
goden en de muzen zullen het nooit dulden,
zo min als ooit de zon zich zou laten af-
en aandraaien door de hand van een elec-
tricien. Wanneer een mens doordrongen is
van muzikaliteit leeft in hem even sterk
de intuïtie dat de muziek geen poëzie be
hoeft, omdat zij zelf poëzie is. Het mede
leven met een compositie zal zich liever
niet in bepalingen uiten dan aan de muziek
een overdrachtelijke betekenis te geven.
Het is mogelijk dat de muziek iemand in
spireert tot een gedicht, maar in het gun
stigste geval zal dit een uiting van dank
baarheid zijn en niet een beschrijvende
bepaling van de inhoud der muziek.
Onstoffelijk als zy is blijft de schoonheid
der muziek een weerloos object voor de
genen, die haar averechts liefhebben. Zij
zijn het die haar willen spiegelen aan per
soonlijke aesthetische illusies. Ik bedoel
niet dat er geen voorkeur of afkeer mag
bestaan, ik bedoel dat op zichzelf in prin
cipe, de schoonheid der muziek muzikaal
is en niet iets anders: en dat alle bedoelin
gen, alle teksten, alle tijds-eigenaardighe-
den, alle systemen en bestemmingen eerder
belemmering dan hulp tot haar benadering
zijn. Wie zich vrij voelt in deze zaak moet
toch altijd nog erkennen, hoezeer de be
wustheid van zijn denken een eigenwijs
gordijn is, dat soms haast niet op zij te
schuiven is. Maar de muzikale schoonheid
is dikwijls zo sterk, dat alle beletselen als
sneeuw voor de zon verdwijnen.
HENDRIK ANDRIESSEN.
Heringa Wathrich
HAARLEM
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
(Adv.)
Russische assistent-secretaris
bij de UNO vervangen
Het hoofd van de Russische delegatie
bij de UNO, Andrei Gromyko, heeft gister
avond het aftreden van Sobolef, de Russi
sche assistent-secretaris-generaal bij de
UNO. aan Trygve Lie medegedeeld.
In kringen die met Sobolef in nauw con
tact staan werd onlangs te kennen gegeven,
dat hij een belangrijke rol had gespeeld
bij de intensieve besprekingen over buiten
landse politiek die in het Kremlin werden
gevoerd.
Sobolef zou er bij de Russische regering
krachtig op aangedrongen hebben een po-
litek van samenwerking met de rest van
de wereld door middel van de UNO te
aanvaarden.
Constantin Zinstjenko, de, eerste raads
man van de Russische delegatie bij de UNO
is tot opvolger van Sobolef benoemd.
ARBEIDERS VAN BIERBROUWERIJ
WORDEN WERKLOOS.
Het Eerste Kamerlid mr. G. van Walsum
(Arbeid) heeft aan de minister van Sociale
Zaken gevraagd of het de minister bekend
is, dat de N.V. Amstelbierbrouwerii en de
Heinekens' Bierbrouwerij N.V., die tezamen
de meerderheid v -n de aandelen bezitten
in de N.V. Van Vollenhoven's Bierbrouwerij
besloten hebben het bedrijf van laatstge
noemde naamloze vennootschap stop te zet
ten, waardoor ongeveer 220 arbeiders hun
werkgelegenheid verliezen.
Heeft de directeur van het Gewestelijk
Arbeidsbureau zijn medewerking verleend
tot het ontslag van deze arbeiders en, zo
ja, op grond van welke motieven? vraagt
de heer Van Walsum.