Haarlems Dagblad Op 12 Mei eindigt de blokkade van Berlijn Het ontwerp-statuut van de „Raad van Europagetekend Raad van Europa Tekst van het ontwerp-statuut 63e Jaargang No. 19236 Bureaux: Grote Houtstr. 93, Tel. Adv. en Admin. 10724, 14825. Redactie 10600 Dïrect.-Hoofdred. 15054. Bijkantoor H.N., Soendaplem 37, Tel. 12230. Drukkerij Z.B. Spaarne 12, Tel. 12713, 10132. Vrijdag 6 Mei 1949 Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. Abonnementsprijs per week 33 cent, per kwartaal 4,25. Franco per post 4.75. Postgiro 273107. Advert-tarieven op aanvraag bü de Administratie. Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom en «©prectjtc ïjaarirmactjc «Courant (anno 165:6) Uitgave van de Stichting Voorlichting te Haarlem TIEN REGERINGEN hebben gisteren te Londen het ontwerp-statuut voor de Raad van Europa ondertekend. Het zijn die van België, Denemarken, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Zweden en Groot-Brittannië. Dit statuut zal nog door de tien betrokken parlementen moeten worden geratificeerd. Het is zeker te -?erwachten dat dit geschie den zal. Volgens het statuut zullen nu een West-Europees comité van ministers en een Consultatieve Assemblée worden inge steld. Deze laatste aanduiding betekent: raadgevende vergadering. Het zal dus geen wetgevende macht, zoals de parlementen der tien landen elk in hun eigen land, zijn. Het is helemaal geen parlement. Onder die benaming verstaan wij immers een wet gevend lichaam, dat door het volk (in dit geval zouden het moeten zijn de volken) is gekozen. Welnu, zover is men nog lang niet en het blijft nog steeds de vraag of men ooit zover zal komen, al beweegt de ontwikkeling van zaken zich wel in die richting. Deze raadgevende vergadering zal niet door de volken worden gekozen en •geen wetgevende macht bezitten. Het lijkt nuttig hierop met nadruk de aandacht te vestigen, omdat herhaaldelijk begripsverwarring heerst over deze en dergelijke zaken. Er is nog lang niet tot vorming van een West-Europees parlement besloten en het comité van ministers, dat met de raadgevende vergadering samen de Europese Raad zal vormen, zal ook in geen enkel opzicht regering van West-Europa I zijn. Het comité van ministers, waarin elk land éen lid zal hebben en dat dus tien I leden zal tellen, zal slechts: op aanbeveling j van de raadgevende vergadering of op eigen initiatief de regeringen der tien lan den aanraden zo te handelen, als het comité dienstig oordeelt ter bevordering van het doel van de Raad van Europa. Daartoe be hoort het sluiten van verdragen of overeen komsten en het volgen van een gemeen schappelijke politiek. Het onderwerp de fensie valt evenwel niet binnen het kader van de Raad van Europa. E11 de consulta tieve Assemblée bespreekt alleen zaken, die door het comité van ministers naar haar worden verwezen en legt haar conclusies in de vorm van aanbevelingen voor aan het comité van ministers. Ge ziet wel dat dit zelfs niet in de verte lijkt op de be voegdheid van een parlement. Dat wordt nog eens extra bevestigd door de wijze van samenstelling van de Assemblée. Zij zal bestaan uit vertegenwoordigers van elk der tien landen, die zullen worden benoemd .,op de door de regering van elk land vast te stellen wijze". Met andere woorden: het wordt een door regeringen samengesteld lichaam, dat hun desgevraagd van advies mag dienen. Het stelsel van de Volkenbond, die vaak „een bond van regeringen" is genoemd en van dat van de U.N.O., dat er te dezen aanzien een voortzetting van is, is men bij de West-Europese toenadering dus nog niet te boven. Van een werkelijke vereniging van volken is nog geen sprake; .,de grote sprong" het afstaan van een deel der z.g. souvereiniteit aan een boven nationaal, federaal orgaan behoort nog tot de wensen voor de toekomst. Wil die Volbracht worden, dan zal dat een gevolg van sterker aandrang uit de volken zelf moeten zijn. Tot dusver heeft de bestaande aandrang het niet verder kunnen brengen dan dit: dan deze Raad van Europa, die voor de oppervlakkige beschouwer meer zou kunnen lijken dan hij in werkelijk heid is. Met dit alles wil ik niet zeggen dat de zaak niet van betekenis zou zijn. Neen, öe aanvaarding van dit statuut betekent ongetwijfeld een stap vooruit, omdat nu een permanent overleg met een raadgevend lichaam geschapen is, onder Europese titel, met een eigen zetel in Straatsburg. Maar het is maar weer een stap, meer niet. Geen sprong, die zal worden vereist. Een der ministers heeft gezegd, dat het denkbeeld van een Verenigd Europa in de phase van practische verwezenlijking is getreden. Dat kan men erkennen, maar met de bijvoe ging: in het eerste begin van die phase. Het is nodig de zaken te zien zoals zij werkelijk zijn en niet door fraaie termen een verkeerde voorstelling van zaken te krijgen. Nu moet men niet denken, dat de rege ringen van de tien landen alle tien op het ogenblik niet reeds verder zouden willen gaan. Men heeft in dat statuut voor de Europese Raad neergelegd, wat thans voor alle tien aanvaardbaar is en zich dus bij compromis geschikt naar de minst-bereid- willigen. De Fransen zouden zeker al verder willen gaan, de Engelsen niet. Het is bekend hoe remmend Bevin steeds heeft gewerkt; aanvankelijk was hij ook tot het verwezénlijkte statuut niet bereid. Hij heeft bij de ondertekening, op de vlakte blijvend, verklaard: „Niemand kan zeggen h'oe de afloop zal zijn van het experiment dat wij thans ondernemen, doch de hoop van ons allen is er op gericht, daar wij van mening zijn dat de instellingen, die wij bezig zijn te scheppen, he't ontstaan van een groter eenheid onder de volken zullen bevorderen en dat door haar onze gemeen schappelijke idealen zullen worden ver wezenlijkt". Dit is niet meer dan een welluidende phrase. Het begin: „Niemand kan zeggen hoe de afloop zal zijn van het experiment, dat wij thans ondernemen", wil eigenlijk zeggen: ik hou mijn hart vast, zelfs bij dit. Minister Stikleer is vooruitstrevender in zijn bewoordingen geweest. Hij heeft weliswaar slechts het woord „Unie" ge bruikt, dat alles en niets kan betekenen en er niet het woord „federale" aan toege voegd, maar wel erkend „dat er ongetwijfeld personen zullen bestaan die van mening zijn, dat er te bedachtzaam wordt gehan deld bij het tot stand brengen van een Europese eenheid; echter is slechts een eerste stap gedaan. Wij moeten voorwaarts blijven gaan teneinde een steeds groeiende eenheid in Europa te bereiken; ik ben er volkomen van overtuigd dat wij zullen slagen". De stem van Spaak ontbrak dit maal. Hij is ziek. Men zou hem ook bij deze ielegenheid gaarne hebben gehoord. Zoals al eerder is medegedeeld zal de consultatieve Assemblée te Straatsburg 87 leden tellen, waarvan 18 Fransen, 18 Italianen, 18 Engelsen, 6 Nederlanders, 6 Belgen, 3 Luxemburgers (dus 15 van Benelux), 6 Zweden, 4 Denen. 4 Noren (dus 14 Scandinaviërs) en 4 Ieren. De samenstelling van het Nederlandse zestal zal wel een lastig vraagstukje voor Den Haag zijn, gezien het jongste gekibbel over de staatssecretarissen. Maar er zijn groter laadsels op te lossen dan dit. R. P. Op 23 Mei komen de vier ministers van Buitenlandse Zaken in Parijs bijeen NEW YORK, 6 Mei. Nadat de vertegenwoordigers van de vier grote mogendheden Woensdag in een bijeenkomst te New York volledige overeenstemming hadden bereikt over de opheffing der Berlijnse irlokkade en daarmee samenhangende kwes ties, verscheen een voorlopig communiqué waarin van dit succes mededeling werd gedaan. Hierin werden geen data voor de opheffing, noch voor de te houdén vier- mogendheden-bespreking over de Duitse kwestie genoemd. In een tweede commu niqué van de grote vier, dat Donderdag in de vier hoofdsteden is uitgegeven, wordt het volgende gezegd: „De regeringen van Frankrijk, de Sovjet-Unie, Engeland en de Verenigde Staten zijn tot de volgende overeenkomst gekomen: 1. Alle sedert 1 Maart 1948 door de Sovjet- Russische regering opgelegde beperkingen aan het verkeer, het vervoer en de handel tussen Berlijn en de Westelijke zones van Duitsland en tussen de Oostelijke zone en de Westelijke zónes zullen op 12 Mei 1949 worden opgeheven. 2. Ook de sedert 1 Maart 1948 door de regeringen van Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten of een van hen afzonderlijk opgelegde beperkingen aan verkeer, vervoer en handel tussen Berlijn en de Oostelijke zóne en tussen de Westelijke en de Oostelijke zones van Duitsland zullen op 12 Mei 1949 worden opgeheven. 3. Elf dagen na de opheffing van de bovengenoemde beperkingen, namelijk op 23 Mei 1949, zal de raad van ministers van Buitenlandse Zaken te Parijs bijeenkomen om besprekingen te voeren over de kwesties betreffende Duitsland en de problemen, welke uit de situatie te Berlijn voortkomen, alsmede de valutakwestie in Berlijn". De Britse minister van Buitenlandse Za ken, Ernest Bevin, heeft Donderdag in het Lagerhuis onder luide toejuichingen de overeenkomst ter beëindiging van de Ber lijnse blokkade bekend gemaakt. „In eenvoudige taal", zo zeide hij, „be tekent dit, dat overeenstemming is bereikt tot opheffing van de blokkade en dat de weg thans open ligt voor de vier mogend heden om het Duitse vraagstuk in al zijn aspecten te bespreken." Bevin verklaarde ook, dat de luchtbrug zal blijven bestaan, totdat de toestand vol ledig opgehelderd is. Bevin meende te weten, dat de overeen komst aantoonde, dat „de krachtige en toch redelijke politiek, die wij gevolgd hebben, in feite ten volle gerechtvaardigd wordt door de resultaten." De Britse regering zou de nieuwe bijeenkomst van de raad van ministers van Buitenlandse Zaken in de zelfde geest van standvastigheid en rede lijkheid bijwonen. Bevin sprak de hoop uit, dat een basis voor een duurzame regeling van het Duitse vraagstuk zou worden gevonden. De Britse regering zou bij die regeling de beginselen niet prijsgeven „die wij immer ten opzichte van Duitsland hebben gehuldigd." De leidër der oppositie, Winston Chur chill, zeide dat de mededeling van de mi nister van Buitenlandse Zaken ontvangen zou worden met „vreugde en opluchting". Churchill was van mening, dat. „de stand vastigheid, die aan de dag gelegd werd en bovenal de machtige en consequente poli tiek der Verenigde Staten, met wie wij hand in hand samengewerkt hebben, zeer veel had bijgedragen tot verlichting van de spanning." Vreugde en scepticisme in Berlijn Terwijl de straten van Berlijn als ge woonlijk in het diepste donker waren gehuld en de rode en groene lichten der luchtbrugvliegtuigen door de lucht scho ten, deelde de Britse bevelhebber, gene raal Robertson, Woensdagavond als eerste de bevolking van Berlijn de aanstaande opheffing der blokkade mede. Hij wenste de stad geluk „met de moedige wijze, waarop zij de beperkingen en dreigingen der laatste tien maanden heeft doorstaan". „Deze moed zal niet worden vergeten en de belangen der Berlijners zullen worden behartigd", zo zeide Robertson. Na het instellen der Russische blokkade, in Juni 1948, moest de straatverlichting bijna geheel worden opgeheven, liepen de trams en de treinen van de ondergrond se spoorweg niet meer na zes uur 's mid dags en konden nog slechts gedroogde of in poedervorm verstrekte aardappelen voor de consumptie worden beschikbaar gesteld. De hoeveelheden levensmiddelen, thans door de distributie verstrekt, zullen als ge volg van het opheffen der blokkade waar schijnlijk niet worden vergroot, wel zullen verse vruchten, groenten en vlees ver krijgbaar worden gesteld ïn plaats van de gedroogde producten die sinds de instel ling van de blokkade in hoofdzaak "werden verstrekt. Enkele uren nadat het eerste stratosfeer- vrachtvliegtuig met 21 ton goederen aan boord op Tempelhof was neergestreken, kwamen te Berlijn de eerste berichten binnen over de succesvolle afloop der be sprekingen te Washington. Deze berichten hebben hier uiteraard geen verrassing ge wekt. Slechts zeer weinigen hier hebben er aan getwijfeld, dat een accoord over hervatting van het normale verkeer zou kunnen worden bereikt en de twijfel rees pas wanneer het ging óver de kansen op een vergelijk bij de besprekingen, die er na zouden moeten volgen. Hoezeer de eer ste Berlijnse reacties uiteraard beheerst worden door vreugde over de beëindiging van een zo onzekere periode en over het uitzicht op herstel van de normale bedrij vigheid in de stad. toch blijven zij uiting geven aan de ernstige bezorgdheid met be trekking tot de kansen van het komende overleg. Voldoening te Lake Success. Dr. Herbert Evatt, de voorzitter van de Algemene Vergadering der UNO heeft de aankondiging van een overeenkomst ten aanzien van de Berlijnse kwestie „een zekere stap naar het doel, dat de UNO beoogt" genoemd. „Er blijft nog veel te doen. Heel klaar blijkelijk is dit slechts één stap voor waarts". zo voegde hij er aan toe. Naar aanleiding van een opmerking, dat de mate van overeenstemming, die reeds Onze courant is gisteren wegens de Nationale Feestdag niet verschenen. Wij betuigen ons leedwezen dat dit niet tevoren is bekend gemaakt. is bereikt, buiten de UNO om geschiedde, zei Evatt, dat hij het resultaat gedeeltelijk als een prestatie van de UNO beschouwde. „De UNO heeft tot dit resultaat bijgedra gen", zo zefde hij. Het communiqué der vier onderhande laars der grote mogendheden is te Lake Success in het algemeen met grote voldoe ning ontvangen. „Het accoord, dat door de vertegenwoor digers der vier mogendheden is gesloten, is een grote stap voorwaarts naar de vrede en de versterking van de UNO," zo heeft de secretaris-generaal van de UNO, Trygve Lie. verklaard. Hy voegde er aan toe: „Dit accoord maakt nieuwe inspanningen mogelijk met betrekking tot de regeling van het Duitse probleem, een der voornaamste oorzaken van de meningsverschillen onder de grote mogendheden, die tot dusver de werkzaam heden van de UNO hebben bemoeilijkt. Het verheugt mij ten zeerste, dat dit ac coord is tot stand gekomen door bemidde ling van de vertegenwoordigers der UNO en ik breng hier hulde aan de afgevaardigden, die aan de onderhandelingen hebben deel genomen, in het bijzonder aan de Ameri kaanse vertegenwoordiger Philip Jessup en aan de Russische adjunct-minister van Buitenlandse Zaken, Jacob Malik", zo besloot Trygve Lie. Overeenstemming te Batavia zo goed als zeker Naar Reuter meldt is thans aan te nemen dat de informele besprekingen met over eenstemming beëindigd zijn en dat spoedig een formele bijeenkomst der delegaties gehouden zal worden. Republikeinse en Nederlandse kringen in Batavia gewagen ervan dat de delega ties „op het punt staan een accoord te bereiken". Te Batavia werd Donderdag een infor mele bespreking gehouden tussen zes le den van de Nederlandse delegatie en zes van de republikeinse delegatie in tegen woordigheid van Cochran. De vergadering was een voortzetting van de Woensdag ge houden informele bespreking tussen groe pen van de beide delegaties. Daarvoor hadden de voorzitters dei- delegaties elkaar ontmoet in aanwezigheid van Cochran. Van Nederlandse zijde werd aan deze bespreking deelgenomen door dr. Van Royen en de heren Blom, Koets, Gieben, van Hoogstraten en 's Jacob. Vap republi keinse zijde waren aanwezig Roem, Soe- pomo, Djoenda, Leimena, Sastroamidjojo en Pringgodigdo. In Nederlandse kringen achtte men deze grote activiteit hoopgevend. Volgens gezaghebbende bron zouden de republikeinen zich verbonden hebben het bevel tot staken van het vuren aan de guerilla's uit te vaardigen na hun terug keer te Djokjakarta. De Nederlanders zouden op sommige punten, die nog niet bekend gemaakt zijn, een soepeler houding hebben aangenomen. De bijeenkomst der vertegenwoordigers van de vier Grote Mogendheden in New York, die besloten tot opheffing van de blokkade van Berlijn. We zien hier de Russische gedelegeerde, Jozef Malik; dr. Philip Jessup, ambassadeur in algemene dienst der Verenigde Staten; de Britse ambassadeur Cadogan en de Franse vertegenwoordiger M. Chauvel. Tien landen naar eenheid „Het denkbeeld van een Verenigd Europa in de fase van practische verwezenlijking" LONDEN, 5 Mei (Reuter). Het ont werp-statuut voor de Raad van Europa is hedenmiddag in het Saint James Palace te Londen door vertegenwoordigers van Enge land, Frankrijk. België, Nederland, Luxem burg, Italië, Eire, Noorwegen, Denemarken en Zweden getekend. Het statuut, dat werd opgesteld door de ambassadeurs van de tien landen in Londen en ten slotte goedgekeurd 11a een conferen tie van drie dagen, die Dinsdag te Londen begon, werd getekend door negen ministers van Buitenlandse Zaken en door de Belgi sche ambassadeur in Engeland. De ondertekenende functionarissen hiel den elk een korte rede, waarin zij de be tekenis van deze stap belichtten. De Luxemburgse minister van Buiten landse Zaken, Joseph Bech, verklaarde: „Door het stichten van deze Raad van Europa zijn wij begonnen met het aanleg gen van de weg, die naar een Europese eenheid zal voeren. Het grote denkbeeld van een Verenigd Europa, dat nog kort geleden als een onbereikbaar ideaal werd beschouwd, is thans uit de fase van het verlangen in die van de practische ver wezenlijking getreden." De Nederlandse minister van Buiten landse Zaken, mr. D. U. Stikker, verklaar de. alvorens zijn handtekening onder het ontwerp-statuut te plaatsen, dat het denk beeld van een Europese eenheid voor Ne derland niet nieuw is. „Onze aardrijkskun dige ligging en ons gehele verleden maken, dat wij voorstanders van een Europese eenheid zijn", zeide hij. Na herinnerd te hebben aan de in April 1948 genomen beslissing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal welke in hield, dat Nederland op krachtige wijze zou bijdragen tot het welslagen van een unie, verklaarde minister Stikker: „Het zal nie mand verbazen, dat Nederland het docu ment, dat wij thans tekenen, verwelkomt als een grote stap voorwaarts in de rich ting van verwezenlijking van een algemeen noodzakelijk geacht streven". Hij voegde hieraan toe, dat er ongetwijfeld personen zouden bestaan, die van mening zijn, dat er te bedachtzaam wordt gehandeld bij het tot stand brengen van een Europese eenheid, ér is echter slechts een eerste stap gedaan en de kansen van slagen zullen verbeteren door een krachtig en gestadig voortschrij den op de reeds ingeslagen weg. „Wij moeten voorwaarts blijven gaan. teneinde een steeds groeiende eenheid in Europa te bereiken. Ik ben er volkomen van overtuigd, dat wij zullen slagen en ik ben er trots op namens Nederland dit docu ment te mogen tekenen." De Britse minister Bevin verklaarde: „Niemand kan zeggen hoe de afloop zal zijn van het experiment dat wij thans ondernemen, doch de hoop van ons allen is erop gericht daar wij van mening zijn dat de instellingen, die wij bezig zijn te schep pen, net ontstaan van een groter eenheid onder de volken zullen bevorderen en dat door haar onze gemeenschappelijke idealen zullen worden verwezenlijkt". Hij voegde hieraan toe: „Ik heb gezegd, dat dit een historische gebeurtenis is en dat is het in feite ook. Ik zeg tot minister Schuman, dat het wezenlijk symbolische en van vitaal belang zijnde ogenblik van deze gebeurtenis zal komen, wanneer de Raad van Europa over enige maanden voor de eerste maal op de historische bodem van Elzas-Lotharingen zal bijeen komen. Dit zal het ogenblik zijn, waarop de stad Straatsburg, die door haar gehele lange ge schiedenis heen als twistappel voor de elkander beoorlogende Europese landen heeft gediend, tot het centrum zal worden van een nieuwe poging, om de geest van verzoening in Europa te doen zegevieren en Europese eenheid te bereiken". Hef woord is aan Anonymus: Een hond die niet -kwispelt, een kat die niet spint en een man die niet lacht, daar mankeert wat aan Vliegtuigramp in Italië Het gehele voetbalelftal Torino verongelukt In de omgeving van Turijn is Woensdag een vliegtuig neergestort, tengevolge waar van 31 inzittenden, onder wie een volledig voetbalelftal uit Turijn, om het leven kwamen. Het vliegtuig vervoerde het elftal van Lissabon, waar de ploeg tegen een Portugees elftal speelde, naar Turijn te rug. Het toestel heeft een kerktoren ge raakt toen het bij slecht zicht wilde lan den. Het stortte brandend neer. Tal van bekende Italiaanse spelers, allen leden van Torino, de ploeg die in de hoofdklasse de leiding heeft, zijn bij deze ramp om het leven gekomen. Tqt hen behoren Bacigalupo, die als de beste Italiaanse doel verdediger beschouwd werd, de rechtsbuiten Monii en de links back Maroso, die eveneens hoog aange schreven stond. Verder de spelers Ballarin, Martelli, Castigliano, Grezar, Fadini, Ga- betto, Bongioni, Operto, Subert, Grava, Loik en Rigamonti, evenals de manager van het team. de masseur en de Engelse trainer John Liverey. Onze correspondent te Rome seinde Donderdag: Het vliegtuig, dat Turijnse voetballers uit Lissabon terugbracht is, misleid door nevel en regen, tegen de toren van de monumen tale basiliek „Santa Maria della Superga", gelegen op een heuvel bij de stad Turijn, gevlogen. Alle achttien inzittende voetbal lers, leden van het Italiaanse kampioens elftal „Torino" (met reserves) plus de voor zitter van de club, twee trainers (onder wie de Engelsman Leslie Livesey), een mas seur, de voormalige Frans-Italiaanse voet baller Emile Bongiorni, die in Italië speelde, drie sportjournalisten en vier leden van de bemanning kwamen om het leven. In geheel Italië heerst grote verslagenheid. De club Torino is de bekendste van Italië. Het elftal is vier opeen volgende jaren landskampioen geweest en zou ook ditmaal weer kampioen zijn ge worden. Als regel leverde Torino een man of acht voor de Italiaanse nationale ploeg. Een onderzoek wees uit dat de hoogte meter van het vliegtuig op 2000 meter stond, geheel in strijd met de werkelijk heid. Prins Bernhard bezocht de jaarbeurs in Brussel Hedenmorgen zijn Prins Bernhard en prof. dr. J. R. M. van den Brink, minister van Economische Zaken, in Brussel aange komen, waar zij een bezoek aan de jaar beurs zullen brengen. De Prins was verge zeld van zijn secretaris, mr. J. Thomassen, en dr. F, H. Fentener van Vlissingen, voor zitter van de Raad van'Bestuur van de Utrechtse Jaarbeurs. Comité van ministers en consultatieve Assemblée zullen in Straatsburg zetelen Tussen de vele groene bussen die door Haarlem snellen viel gisteren eer. crème exemplaar op, dat bovendien een afwijkende bouw vertoonde. Passagiers op ver schillende siadslijnen hebben de kwaliteiten van het voertuig kunnen bewonderen of afkeuren, doch belangrijker was wat de technici van de N.Z.H. ervan dachten. Het betrof namelijk een proefneming ten behoeve van de Nederlandse fabrikante, die wel eens wilde weten of haar product ook voor het stadsverkeer geschikt is. Een bijzonderheid is, dat de zes-cglinder benzinemotor van deze bus uitschuifbaar is, hetgeen bij reparaties veel gemak oplevert (zie foto). Ook in uitgeschoven toestand kan de motor draaien, daar de assen telescopisch zijn. Het ligt niet in de bedoeling van de N.Z.H. deze wagens aan te schaffen: nien heeft al bussen genoeg. Vandaag gaat zü weer naar de fabriek terug. Benelux krijgt 15 van de 87 zetels 's GRAVENHAGE. 5 Mei (A.N.P.). I11 de preambule van het ontwerp statuut van de Raad van Europa, dat Donderdag te Londen door tien landen werd ondertekend, geven de regerin gen van België. Denemarken, Frank- rija, Eire, Italië, Luxemburg, Neder land, Noorwegen, Zweden en Engeland als haar mening te kennen, dat „het noodzakelijk is onverwijld een organi satie in het leven te roepen, welke de Europese staten in hechter verband met elkander zal brengen". Zij hebben be sloten een Raad van Europa op te rich ten, bestaande uit een comité van re geringsvertegenwoordigers en uit een consultatieve Assemblee. Het doel van de Raad van Europa wordt in het eerste hoofdstuk genoemd: groter eenheid tussen zijn leden tot stand te bren gen. hun idealen en beginselen te beveili gen en hun economische en sociale vooruit gang te bevorderen. Dit doel wordt ten uitvoer gebracht door de organen van de 'Raad, die zich zullen bezighouden met het bespreken van en handelen in aangelegenheden van gemeen schappelijk belang, en het verwezenlijken van de rechten van de mens. Het statuut verklaart nadrukkelijk, dat deelneming aan de Raad van Europa niet van invloed ?al zijn op deelneming van de leden aan het werk van de UNO en van andere organisaties of unies. Aangelegenheden, welke betrekking heb ben op de nationale verdediging, vallen niet binnen het kader van de Raad van Europa. In hoofdstuk twee, dat over het lidmaat schap gaat. worclt verklaard dat elke Euro pese staat, die gea.cht wordt in staat en be reid te zijn de beginselen van het statuut te onderschrijven en na te komen, door het comité van ministers kan worden uitgeno digd lid of toegevoegd lid van de raad van Europa te worden. Hoofdstuk 3 bepaalt, dat de organen van de Raad, die zijn zetel te Straatsburg heeft, zijn: het comité van ministers en de consul tatieve Assemblée. Het comité van ministers wordt bespro ken in hoofdstuk 4, dat bepaalt, dat elk lid recht heeft op één vertegenwoordiger in het comité en elke vertegenwoordiger recht heeft op één stem. Op aanbeveling van de Assemblée of op eigen initiatief beveelt het comité van mi nisters ae regeringen van leden aan zo te handelen als het comité dienstig oordeelt ter bevordering van het doel van de Raad van Europa, met inbegrip van het sluiten van verdragen of overeenkomsten en het volgen van een gemeenschappelijke politiek inzake bijzondere aangelegenheden. Belangrijke besluiten van het comité van ministers worden genomen met algemene stemmen van de vertegenwoordigers, die hun stem uitbrengen. Overige besluiten vereisen een twee-derde meerderheid, en in sommige gevallen slechts een gewona meerderheid van stemmen, Het comité, dat als regel in besloten zit ting zal vergaderen, komt samen voor en gedurende elke zitting van de Consultatieve Assemblée en voorts telkens, wanneer het hiertoe besluit. De Consultatieve Assemblée is volgens hoofdstuk 5 het beraadslagend orgaan van de Raad van Europa. Zij bespreekt alle aangelegenheden, welke door het comité van ministers naar haar worden verwezen en legt haar conclusies in de vorm van aan bevelingen voor aan het comité van minis ters. De Assemblée, die eveneens comités en commissies in het leven kan roepen om daaraan gedeelten van haar taak te dele geren, bestaat uit vertegenwoordigers van elk lid, die worden benoemd op door de. regering van dit lid vast te stellen wijze.' Frankrijk, Italië en Engeland zullen elk 18 vertegenwoordigers in de Assemblée hebben. België. Nederland en Zweden ieder 6. Denemarken, de Ierse republiek en Noor wegen ieder 4 en Luxemburg 3. zodat de Assemblée 87 leden zal tellen. Besluiten van de Assemblée. behalve die. welke haar interne werkwijze betreffen, worden genomen met een meerderheid van twee-derden van de vertegenwoordigers, die hun stem uitbrengen. Debatten over voorstellen, die aan het comité van ministers zullen worden gedaan betreffende aangelegenheden, die op de agenda van de Assemblée behoren te wor den geplaatst, moeten beperkt blijven tot een aanduiding van de voorgestelde aan gelegenheid en de redenen voor en tegen haar plaatsing op de agenda. De Assemblée komt eenmaal per jaar in gewone vergadering bijeen. Hoofdstuk 6 behandelt net secretariaat. Hoofdstuk 7 gaat over ae geldmiddelen; voorrechten en immuniteiten worden be handeld in hoofdstuk 8. dat zegt: De Raad van Europa, vertegenwoordigers van leden en het secretariaat genieten in het gebied van leden .van de Raad de voorrechten en immuniteiten, welke redelijkerwijs nodig zijn voor de uitoefening van hun functies. Tenslotte bepaalt hoofdstuk 9, dat voor stellen tot wijziging van het statuut kunnen worden gedaan in het comité van ministers of in de Assemblee. Het statuut treedt in werking zodra zeven akten van bekrachtiging zijn neergelegd. AANHOUDEND VRIJ KOUD. Verwachting, medegedeeld door het K.N.M-I. in De Bilt, geldig v^n Vrij dagavond tot Zaterdagavondrv (opge maakt te 10 uur) Koude nacht met weinig wind, afne mende bewolking en enkele verspreid optredende buien. Morgen geleidelijk toenemende bewolking en aanvankelijk droog weer, maar later in de Weste lijke provincies hier en daar enige negen. Zwakke tot matige Westelijke wind. Overdag iets hogere temperatu ren dan vandaag. 7 Mei: Zon op 5.00 uur, onder 20.14 uur Maan op 13.22 uur, onder 3.21 uur

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 1