c
L
J
Johnny Belinda: zichtbare poëzie
fFÏÏm)
HOOfDPHM
HET FRANS il
itteraire
Stanley gaat een boek schrijven
om Labour ten val te brengen
H-:
AKKERTJES1
ZATERDAG 14 MEI 1949
J
JO BOER: „Beeld en Spiegelbeeld" (Deel III der „Muider-
kring-serie", verzorgd door J. M. Meulenhoff, Amsterdam).
|yU OOK DIT DERDE DEEL van de
„Muiderkring-Serie" is verschenen,
kunnen de leden van deze „Boekenclub"
en ook velen daarbuiten weten, wat
zij aan deze uitgaven hebben: een geva
rieerd en waardevol bezit. Voor wie het
mocht zijn ontgaan, zij er hier aan herin
nerd, dat al in 1941 de Amsterdamse Boek
en Courant Mij. met het enthousiasme van
een jonge onderneming een romanserie
aankondigde, die onder de naam „De Mui-
derkring" eerbetoon aan de nagedachte
nis dier renaissancistisch-luisterrijke bij
eenkomsten op Hooft's Slot zou gaan
verschijnen. Maatregelen van de bezetter
verhinderden toen de uitvoering van dit
plan, maar zodra mogelijk na de bevrijding
hervatte de Muiderkring, dank zij de sa
menwerking van een vijftal onzer belang
rijkste uitgevers (behalve de reeds genoem
de, de N.V. Querido, J. M. Meulenhoff, P.
N. van Kampen en Leopold's U.M.) het
voorbereidende werk. Zo werden dan ach
tereenvolgens Fabricius' „Eiland der De
monen" (Leopold's U.M.), „Adriaan Brou
wer", Felix Timmermans' laatste roman (P.
N. van Kampen) en Jo Boer's „Beeld en
Spiegelbeeld" (J. M. Meulenhoff) uitge
geven.
Wie Fabricius' werk kent, weet dat hij
met een vlotheid, die de één meer, de an
der minder (mij dan minder) aanstaat, een
boeiend-avonluurlijk boek kan schrijven
en deze Balinese roman is zeker niet de
zwakste representant van zijn kunnen en
verdient in zijn soort zeker waardering.
Timmermans heeft op zijn oude dag voor
de levenslust, waarvan zijn „Pallieter" een
al te nadrukkelijke getuigenis was, een pas
sender schouwtoneel gevonden: de Zuide
lijke Nederlanden in de jaren der Spaanse
overheersing tijd, waarin spankracht en
levensdurf zo vurig een ontluikende cul
tuur bezielden.
Moest ik Jo Boer's nieuwe boek in en
kele woorden karakteriseren, ik zou zeg
gen: dit is de roman van het tragische res
sentiment een thema dat deze krachtig-
beeldende en toch lyrisch-bewogen auteur,
uiterst ontvankelijk voor het zintuigelijke,
ook in haar vorige roman „Melancholie dei-
Verzonken Jaren" en zelfs in vroeger werk
tot het hare maakte. Dit ressentiment, deze
als een ongeneeslijke ziekte aan het geluk
vretende wrok uit een gevoel van verlam
mende levensonmacht, vindt bij haar, an
ders dan in Bordewijk's „Eiken van Dodo-
na", anders ook weer dan bij Van Sohendel,
zijn oorsprong in het boosaardige, in de zon
den van het voorgeslacht, die zich wreken
als duistere machten. Overal manifesteren
zij zich als onverbiddelijk noodlot: in de
wisselwerking tussen landschap en ziel, in
de verhouding van mens tot mens, in de
tweespalt van één hart.
„Beeld en Spiegelbeeld" is, als biecht van
diep-verslagen eenzaamheid, de roman
van een harde, wrede wraak, van een oer-
drang tot vergelding uitliefde: liefde
uit verbondenheidmet de aristocratisqhe
trots van een wijnbouwersgeslacht in het
land van Anjou. Zij, deze Serrières, hebben
met de stugge zelftucht, waarvoor „dienen"
boven „leven", familietraditie boven liefde,
plicht boven verlangen gaat, de ruig-som-
bere bodem ontgonnen tot vruchtbare wijn
gaarden. Hier stuwt nóg de roekeloos-
bevruchtende kracht van een sterke voor
tijd. De natuur is in deze roman geen bel-
lettristisch ornament: de zeewinden ruisen
er door de melancholieke dennen als fluis
terend-waarschuwende en bedreigende
stemmen uit de nacht van het verleden; de
nevels boven de somber-broedende moeras
sen zweven als aan de dood ontkomen ijle
gestalten boven duistere bossen: de schel
blauwe hemel verstrakt er tot een glazen
masker van het fatum. Temidden van dit
landschap ligt „Les Vignobles", de „estate'
der Serrières een landelijk kasteel, waar
in bibelots, meubels en familieportretten
evenzovele stille, maar dwingende getuigen
zijn van vroeger waardigheid en onvergol
den zonden. Natuur, huis en de onontkoom
bare voorbestemming bepalen als in een
bondgenootschap der vergelding cle gedra
gingen van wie hier leven: „Maman" An
nette, weduwe van Vignobles' landheer:
Louise. Maman's oudste en sinds Toine's
tragische dood'enïge dochter: Toine's nako
melingschap: de frêle, in hun décadentie
uiterst sensitieve, knappe tweeling Charles
en René. Nauwelijks kan men een „hoofd
persoon" onderscheiden. Allen zijn mario
netten van het Lot. Ze grijpen in elkanders?
leven in, ongewild maar onontkoombaar.
Elk pleegt zijn verraad aan de familie-eer
en aan zijn naasten. En elk boet ervoor:
Maman in de vernietigende mislukking
van een ongeoorloofde, late liefde voor een
jong musicus, die mede slachtoffer wordt;
de tweeling René en Charles, kinderen van
een verval, in het isolement van hun kwel
lende eenzaamheid, die zij beeld en spie
gelbeeld in elkander herkennen; Louise,
deze trotse en sterke een oerkracht
weliswaar, maar één die in bittere teder
heid de tweestrijd uitvecht tussen haar
vurig vrouwelijk verlangen en haar vitale
dienstbaarheid aan het erfgoed der vaderen
verraadt het schoonste dat zij bezit: het
heimelijk zielsverkeer met het kind Patrick.
Deze goudharige sprookjesprins, bestemd
eigenlijk voor Louise's vrouwelijk-schone
zuster Toine, sneuvelde. Maar geen in deze
streek van Druïdisch bijgeloof zou weten te
zeggen of deze beminde en vereerde jeugd
vriend een mythische verbeelding is van
Louise's verlangen dan wel een ziel die in
de dood de rust niet kon vinden, omdat hij
het hart zoekt waaraan hij toebehoort. En
toch verloochent Louise hem, als zij uit
felle haat tegen haar zelfzuchtige moeder
maar óók om ééns te bezitten wat een
tekort aan uiterlijk schoon haar onthield
Maman's minnaar tot de hare tracht te ma
ken. Wij vernemen van Louise's beproevin
gen enkel uit haar nagelaten dagboek, dat
de volwassen René alle tederheid van de
liefde, maar ook alle demonie van de haat
onthult, waaraan deze animaal-moedige
ontkwam door een huwelijk met één van
haar pachters. Trek na trek voltooit zich
voor de lezende René beeld en spiegelbeeld:
hij ziet zichzelf; hij ziet in en naast zich de
tweelingbroer Charles; hij herkent in tante
Louise haar tante Marceline, de aan de
familie-eer geofferde, en in hen allen de
oer-grootmoeder Madeleine beeld én
spiegelbeeld in het seigneuraal kristal, dat
in zijn facetten hard de gloed breekt der
erfzondenrRené redt zich, dit alles wetend
en doorschouwend nu, niet als zijn broer
Charles in een huwelijk met de jeugdvrien
din van „La Nantaise" voor hém bestemd
eigenlijk, zoals het kind Patrick bestemd
was voor Louise en toch Toine's geliefde
werd maar hij herneemt het beheer over
het vervallen landgoed, gehoorzamend aan
de onvermijdelijkheid van een levensplicht.
Ik heb deze roman met evenveel beklem
ming als bewondering ge- en herlezen en
ik erken: het is een kranig boek. Deze
toverachtig-bezwerende, rijke, plastische
taal is zo onontkoombaar als het demonisch
familielot waarvan ze vertelt. Ik zie zeker
niet voorbij aan de gebreken: een merk
waardige inzinking in het middendeel (blz.
145-165) een beangstigende nadering tot het
theatrale in de passage blz. 281283, de ge
varen van een al te gecompliceerde compo
sitie, de naar mijn oordeel psychologisch
niet geheel verantw.oorde kindergesprek
ken en, vooral, de voor mij onaanvaardbare
vergiftigingsintrige. Maar ondanks dit alles
herhaal ik: het is een indrukwekkend en
ontroerend boek; het is een kranig werk
stuk.
C. J. E. DINAUX.
De 9 Muzen
Descartes in Amsterdam. De Franse
ambassadeur heeft Donderdagmiddag op het
Johannes Vermeerplein in Amsterdam een
door de Franse beeldhouwer Puyforcat ver
vaardigd standbeeld van de wijsgeer Descar
tes onthuld. Het monument is van beton
vervaardigd en vertoont strakke lijnen. Op
het voetstuk staat in eenvoudige letters de
naam Descartes.
Cilli Wang naar Engeland. De Neder
landse danseres Cilli Wang vertrekt deze
maand naar Engeland, waar zij gedurende
enkele maanden voorstellingen zal geven.
Tevens zal zij in Londen een televisie:uit-
zending verzorgen. Cilli Wang is voorts door
het Festival-comité in Bath uitgenodigd ge
durende een week dagelijks haar „Cilli-
symphonie" te dansen. Haar optreden in Bath
valt samen met de concerten van het Con
certgebouworkest.
VREDE DOOR CORRESPONDENTIE
Dezer dagen is opgericht de afdeling
Haarlem en omstreken van de correspon
dentieclub „Vrede door correspondentie"
(„Vredocor"). Voorzitter is de heer C. N. de
Graaft, secretaresse mej. M. L. Leclerq,
Tuinwijklaan 13.
Het doel van de vereniging is het be
vorderen van vriendschappelijke betrek
kingen en het leggen van een hechte band
tussen de inwoners van alle landen der
wereld door middel van correspondentie
mét en reizen naar het buitenland, alsook
het organiseren van contact-avonden en
gezamenlijke tochten. Gehoopt wordt dat
daardoor een betere verstandhouding ver
kregen wordt tussen de volken. Er moet
een samenwerking groeien voor een
meenschappelijk doel: de bevordering van
de vrede.
Vredocor heeft momenteel afdelingen o.a.
in België, Frankrijk, Engeland, Zwitserland,
Italië, Duitsland (alle zones), Polen, U.S.A.,
Canada, Finland, Egypte, Indonesië (ook
militairen), Balkanlanden en Scandianvië,
Scotland Yard om de tuin geleid
Een scène, waarin de dorpsdokter (Lew Ayres) Belinda (Jane Wyman) duidelijk
maakt hoe zij met haar omgeving in contact kan komen.
9 migraine, schele hoofdpijn
Gij behoeft niet steeds aan hoofdpijn te lijden!
Eénoftwee'AKKERTJES'enwègisdepijn
AKKERTJES'zijn ware pijnverdrijvers. fi'
he/pen direct
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 14 MEI
Stadsschouwburg: „Thomas More", 8 uur.
Frans Hals Museum: „Trio-avond", 8 uur.
Luxor: „De held van Texas". 18 j„ 2.00, 4.15,
7.00 en 9.15 uur. City: „Misleide jeugd". 14 j.,
2.15, 4.30, 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „De tvran
van San Fernando", 14 j„ 2.00. 4.15, 7.00 en
9.15 uur. Frans Hals: „De Bewaarschool", 18
J2.30, 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt: „Een
koninkrijk voor een huis", alle leeft., 2.00,
*45. 7.00 en 9.15 uur.
ZONDAG 15 MEI
Stadsschouwburg: „Tramlijn begeerte",
7.30 uur. Gem. Concertgebouw: Tom Poes en
Ollie Bommel, 2,30 uur; „Ambtenaar geef
ons een huis". 8 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen.
MAANDAG 16 MEI
Nassauplein 8: Nederlandse Vereniging
voor Natuurgeneeswijze. 8 uur. Bioscopen:
Middag- en avondvoorstellingen.
dat het in een volle bioscoopzaal zo
stil wordt, zo muisstil, dat de stilte soms
hoorbaar is in het gedempt snorren van de
proj ectiespoelen.
Dat wonder doet zich thans middag aan
middag, avond aan avond voor in de
theaters, waar de film „Johnny Belinda"
wordt gedraaidenhet is het gebarenspel
van de jeugdige Jane Wyman dat het be
werkstelligt.
In „Johnny Belinda" wordt de geschie
denis verteld van een doofstom Canadees
meisje, dat volgens haar gebrek door haar
omgeving onveranderlijk wordt aangeduid
als „De Stomme".
.De dorpsdokter, die zo'n
beetje liefhebbert in de
grondslagen van het onder
wijs aan doofstommen, zo
als die door de achttiende
eeuwse Franse abt de l'Epée werden ge
legd, trekt zich haar lot aan en bouwt
met nimmer aflatend geduld een conver
satie-methode op, waardoor Belinda, die
altijd als een verschoppeling terzijde heeft
gestaan, langzaam maar zeker opgenomen
wordt in de kring van het kleine gezin
waartoe zij behoort.
Het is vooral dit gedeelte van „Johnny
Belinda", dat het bestuur van de Neder
landse Filmclub aanleiding heeft gegeven
dit product van Warner Bros met het
praedicaat „Film van de maand" te onder
scheiden, een beslissing die volkomen ge
rechtvaardigd Is. Want nog nooit zag men
een actrice met haar handen als uitsluitend
hulpmiddel zakelijke woorden en gedach
ten op zulk een ontroerende wijze tot
zichtbare poëzie doen worden.
Begrippen als „groeien", „liefde", „moe
der", „afscheid" ziet men door dit eerst
aarzelende, dan ineens vol overtuiging
opbloeiende gebarenspel levend worden
op een wijze, die ons bewust doet zijn
hoe deze woorden door een achteloos ge
bruik maar al te vaak inhoudsloos en af
gesleten zijn geworden. Een bevestiging
tevens van het feit, dat een lichaamsge
brek niet altijd een belemmering voor het
genieten van het leven behoeft te zijn,
doch de poort kan vormen, waardoor ons
bestaan een rijkere inhoud krijgt.
De gebarentaal van Jane Wyman is een
overgegeven dichten, een zinrijke om
schrijving met armen, handen en vingers
van mensen, dieren, dingen en begrippen
uit de ons omringende wereld,
Welk een prestatie dit is, kan men wel
licht het best afmeten naar de wijze, waar
op een verstrooiing zoekend bioscoop
publiek pleegt te reageren op films, die
buiten het kader van de eigen levensge
woonte vallen. Men denke bijvoorbeeld
aan de documentatie over de zeden en
gewoonten der Oosterse volken, die vaak
slechts 'de lachlust van de toeschouwers
kunnen opwekken.
Wij zijn er van overtuigd, dat, indien
Jane Wyman haar taak ook maar iets
meer materieel, dus als een nabootsen
zonder meer had beschouwd, „Johnny
Belinda" alle kans had gelopen een draak
te worden. Want de producenten hebben
gemeend niet buiten het traditionele
element „spanning" te kunnen, zodat
Belinda onteerd moet worden door de
man, die haar later van haar kind
tracht te beroven. Daar zij dit ver
hindert door hem neer te schieten, kan
de film met een rechtzaal-scène eindigen,
waarin de ontknoping van het drama, tot
stand komt. Dat dit grove slot een gewel
dige anti-climax vormt, behoeft geen
nader betoog. Bovendien kan men er blijk
baar niet onderuit Belinda in haar ge
barentaal bij het lijk van haar door haar
belager vermoorde vader het „Onze Vader" i
te laten bidden: een scène, die ter wille van
het effect werd ingelast. Daarentegen is
de inleiding, die een documentair karakter
draagt, niet zonder succes op de Engelse
voorbeelden van de „Arehers" geïnspi
reerd. Regisseur Negulescu heeft - hoogst
waarschijnlijk eveneens naar Brits model
- meer lanaschaps-opnamen gemaakt dan
in Hollywood in zwang is, zodat dit werk
door een verkwikkend frisse sfeer wordt
gekenmerkt. Daartoe werkt ook de zin der
vervaardigers voor een eerlijke weergeving
van de realiteit mee: we 'olijven dus ver
stoken van de tegenstelling tussen film-
kledij en de eisen, die de praktijk van de
landbouw stelt. Ook de gezichtsuitdruk
kingen van de overige medespelenden wor-
Gouden koets gaat
door Nederland varen
De Koningin heeft toestemming gegeven
om de gouden koets in een varende ten
toonstelling op te nemen. Op 25 Mei zal
deze expositie te Middelburg officieel wor
den geopend.
Een hoge „Kempenaar", een binnenschip,
dat door de particuliere rijnvaartcentrale
beschikbaar is gesteld, zal tot half Augus
tus met de gouden koets, de crème calèche,
vitrines met harnassementen en uniformen
door de Nederlandse binnenwateren varen,
i Het schip is geheel verbouwd en voorzién
van electrisch licht en een brandbeveili
gingsinstallatie. Een sleepboot zal de ten
toonstelling Van plaats tot plaats brengen.
In vele plaatsen des lands, die. aan vol
doende breed vaarwater liggen, - zal men
gelegenheid hebben de koetsen en alles
wat erbij behoort te bezichtigen.
Deze varende tentoonstelling heeft een
tweeledig doel. In de eerste plaats wordt
hiermee een wens vervuld van vele tien
duizenden, die tot dusver niet in de gele
genheid waren de gouden koets te zien-
Voorts hoopt men er een belangrijk sociaal
doel mee te dienen. De opbrengst komt ten
goede aan het Koningin Julianafonds ter
bevordering van maatschappelijk werk.
Ook de baten van de verkoop van een ge-
illustreerde beschrijving van de koets ko
men aan deze instelling ten goede. Dit fonds
steunt maatschappelijke instellingen, die in
tijdelijke financiële moeilijkheden verkeren.
De „Kempenaar" met zijn gouden pas
den bepaald door de harde strijd om het
bestaan die de boeren en vissers van het
ruige Canadese land hebben te voeren.
Met het even idyllische als onjuiste „Hoe
genoeglijk rolt het leven des geruslen
landmans heen" wordt hier wel definitief
afgerekend. Doch al deze regie-détails
doen weinig' ter zake, omdat de van elke
sentimentaliteit gespeende creatie van de
heldin de film van begin tot einde be
heerst. Jane Wyman kreeg wegens deze
rol de Academy-Award, de hoogste onder
scheiding die haar ten deel kon vallen.
J. H, B.
Julius Katchen solist op Brahms-
concert der H.O.V.
Het vierde concert van de Meester Serie
is gewijd aan werken van Joh. Brahms en
zal op Dinsdag 17 Mei plaats vinder. Het
concert staat ditmaal onder leiding van
Marïnus Adam.
Behalve 'de Akademische Festouverture
waarmede geopend zal worden en de Sym
phonic no. 1, die tot besluit zal worden
uitgevoerd, zal het pianoconcert no. 2 ten
gehore worden gebracht, met als solist de
Amerikaanse pianist Julius Katchen. Hoe
wel deze pianist eerst 22 jaar oud is, heeft
hij zich in korte tijd een wereldreputatie
weten te verwerven. Reeds op 20-jarige
leeftijd trad hij met de grootste Ameri
kaanse en Europese symphonie-orkesten
op. In ons land deed de kunstenaar zich
voor het eerst horen in Februari 1948. Hij j
oogstte hiermede zulk een sensationeel sagier begint op 25 Mei zijn tocht in Mid-
succes, dat dadelijk van alle kanten aan- I delburg. Via Zeeuws Vlaanderen gaat de
vragen binnenstroomden. In alle belang- I tocht door Brabant, Limburg, Gelderland
rijke muziekcentra van ons land heeft men en Overijssel. In Drente kan waarschijnlijk
Julius Katchen kunnen horen; ook in Haar
lem heeft hij enige maanden geleden een
recital gegeven, doch dit is de eerste maal,
dat hij met de H.O.V. zal optreden.
alleen Meppel worden aangedaan. Friesland
en Groningen worden doorkruist, waarna
via Den Helder enige Noordhollandse plaat
sen worden bezocht.
(Van onze correspondent te Londen)
Sidney Stanley, de hoofdgetuige in het
onderzoek van het speciale hof naar de
gedragingen van de inmiddels afgetreden
en tot zijn oude beroep van spoorwegklerk
teruggekeerde onderminister van Handel,
John Belcher, en enige andere openbare
figuren, heeft het klaar gespeeld de pu
blieke aandacht maandenlang gevangen te
houden.
De regering besloot Stanley, die als
„contactman" ambtenaren trachtte om te
kopen door whisky, sigaren, lekkere maal
tijden en dure pakken, als ongewenst
vreemdeling het land uit te zetten. Maar
dat zou pas gebeuren nadat Stanley de re
gering het naadje van de kous zou hebben
verteld hoe hij en andere „tussenpersonen"
nu eigenlijk te werk gingen. Een bijzondere
commissie werd voor dit doel benoemd.
Inmiddels moest Stanley zich elke dag bij
de politie melden. Hij hield dit een aantal
weken vol en schreef in die tijd een reeks
artikelen over zijn leven, waarvoor een
sensatieblad hem maar eventjes 100.000
betaalde. De .justitie was er echter als de
kippen bij om dit bedrag in beslag te -ne
men, teneinde crediteuren, die hem jaren
geleden failliet lieten verklaren, af te be
talen. Een kwart van Stanley's schuld was
daarmee van de baan. Op een goede dag
was de vogel echter gevlogen, nadat Polen,
vanwaar hij als kind naar Engeland was
gekomen, verklaard had niets voor hem te
voelen. De Engelse regering had hem na
melijk achter het IJzeren Gordijn willen
wegwerken.
Naar Israel.
Het was duidelijk, dat Stanley op weg
was naar Israel, want hij had openlijk toe
lating in dat land gevraagd. De Israëli
sche regering weigerde aanvankelijk, waar
na zijn advocaat in Tel Aviv hem aanried
het illegaal te proberen. Tenslotte kwam
de toestemming echter toch nog af. Juri
disch scheen het onmogelijk te zijn Stanley
te weigeren, omdat hij zich in feite niet
aan enig strafbaar feit had schuldig ge
maakt. Immers de Engelse justitie liet hem
ongemoeid, behalve, dat hij als bankroet
vreemdeling werd uilgewezen. Men kan
zeggen, dat Stanley een gladde jongen is,
doch zeker is hij geen misdadiger. Ware
hij het geweest, dan zou de Israëlische
regering hem zeker de voet dwars gezet
hebben, want hem met open armen ont
vangen, enkel omdat hij van Joodse bloede
is, zou haar alleen maar compromitteren.
i Bewondering.
Het moet worden gezegd, dat Stanley bij
het grote publiek in Engeland het tegen
deel van weerzin heeft opgewekt. Hij deed
zich kennen als een charmant en joviaal
man, legen wiens gewiekstheid de hoogste
autoriteiten het moesten afleggen. Dat
wekte een zekere mate van bewondering.
Men had eerder verachting voor degenen,
die vatbaar bleken voor Stanley's verlei
delijke omgang en zijn aanbiedingen, dan
voor de slimme vos zelf.
Men beschouwde hem als de held van
een ongekend spannend filmscenario. D?t
verhaal is nog steeds niet ten einde. Stanley
heeft de autoriteiten opnieuw beet gehad,
doordat hij nu weer Scotland Yard in zijn
hemd zette. Eerst ging er een gehuil op,
dat Stanley het land uit moest. Toen hij
eindelijk verdwenen was, klonk* een nieuw
KAPOKMATRASSEN
gevuld met 36 POND onvermengde
JAVAKAPOK. Een keurcoliectie
prima Is linnen damasten.
HET BESTE VAN HET BESTE
2 pers 3-delig ns
met 2 kussens 3»
JAN S WEG 17
t/o Station
46 jaar beddenreputetie
Nadat wij Jan van Scorel in zijn „Doop werd op de meest eenvoudige manier uit-
van Christus" hebben leren kennen als de voering gegeven aan de zware opdracht,
eerste Noord-Nederlandse Romanist, zien die - prozaïsch als zij was - weinig gele-
Wij herinneren aan de rondleiding die
elke Woensdagmiddag (om half drie) in
het Frans Halsmuseum gehouden wordt.
De deelnemers betalen slechts de ge
wone toegangsprijs van 0.25.
t r schilderachtig aspect van een processie
wij hem thans in zijn „Jeruzalemvaarders genheid bood tot ontplooiing der fantasie. ^en voeten ujt" laten ontglippen ten be-
als mede-grondlegger van het voor deze Toch zou Frans Hals 113 jaar later in zijn ^oeve van een louter symbolische opvatting
landen zo karakteristieke groepportrct. Regenten van het St. Elisabethsgasthuis, der ceremonie, waarbij concrete portret-
Deze twee verschijningsvormen van zijn en Rembrandt 134 jaar later in zijn Staal- terjng <je ejs geweest zal zijn zijner op-
kunst behelzen een duidelijke tegenstel- meesters in dit prozaïsche portret-genre de drachtgevers, in deze beeltenissen treft ons
ling: herkennen we in het décor en de hoogste triomfen behalen der schilderkunst clan 00jc cje yèlle kracht van de gedegen
figuren der gewijde historie de „regie" van aller tijden en landen! Moge dus ook portretkunst waarvan zoeven sprake was.
de grote meesters van het Renaissancisti- Scorels mise-en-scène nog als een vrij pri- ^an de deelnemers wordt juist zoveel
sche Italië, de Jeruzalemvaarders zijn stuk mitieve oplossing worden beschouwd, toch ruimte gelalen om hun geslachtswapens
voor stuk de gelukkige vertegenwoordigers is zijn stereotiepe groepering „in het gelid" boven" het hoofd te voeren, terwijl handen
van de gans eigen portretkunst dezer lan- zinrijker dan zij het is in de eerste schut- en gebaren alsmede het bevangen zijn dooi
den, waar - de Zuidelijke Nederlanden in- tersstukken zijner Amsterdamse eonfra- devote sfeer nog kenmerken zijn van de
cluis - de portrettisten zich ongeveer een ters, omdat hij zijn opdrachtgevers moest traditionele portretten op de retabels dei-
eeuw lang meesters hadden getoond in de vereeuwigen terwijl zij als leden van de primitieven. Individueler karakterisering
gelaatsanalyse. Zo verzekerde Jan van „Ridderlijke Broederschap van den Heil- verraadt echter het gloren der Hollandse
Scorel, evenals de vroege beoefenaars van gen Lande" twee aan twee, met de palmen Renaissance terwijl nadrukkelijker tegen-
het Amsterdamse groepportret, dit genre van Jericho in de hand, deelnamen aan de steiiing tussen licht en schaduw de plasti-
reeds in zijn eerste stadium het zuiver in- Algemene Palmprocessie die op Palm- citeit der stoere koppen versterkt,
heemse karakter, dat het tot ongeveer 1830 Zondag van de Bavo uit over het „Sant" Twee leden der Broederschap onder-
zou bewaren, zij het dan met uitzondering (de huidige markt) trok, bij'de viering van scheiden zich door hun superplie (linnen
van de 18e eeuw, toen de Franse mode zich het gildefeest. De knecht van het Gilde koorhemd, gedragen bij de Katholieke ere-
ook liet gelden in het Hollandse regenten- gaat vooraan, de afbeelding van het Heilig dienst) als geestelijken. Eén van hen,
stuk. Graf als symbool der Broederschap voor derde figuur van rechts, is de schilder zelf.
De oplossing die Scorel hier gaf aan het hen uitdragend. Heeft Scorel zich het In bijgevoegd vers noemt hij zich „Cano-
probleem der groep-schildering komt ge- nic (Kanunnik.) t utrecht tot Sinte Marlen",
heel overeen met die. waarmee ook de Jan van Scorel (149o—lo62). Portretten lnct vermoIding van het jaar waarin hij
schilders van het Amsterdamse schutters- van twaalf leden der Jeruzalem-Broeder- jeruzaiern bezocht (1520).
stuk zich aanvankelijk vergenoegden. Door schap te Haarlem. Geschilderd
de geportretteerden op een rij te plaatsen omsteeks 1528. H. P. BAARD
Sydney Stanley
gehuil, omdat hij geen spoor had achterge
laten. Met een jacht slaagde hij er in via
de drukke badplaats Ramsgate te eclip
seren naar Duinkerken. Het mooiste was,
dat hij op het vliegveld in Parijs met don
kere bril en een aangemeten snorretje
tussen de reporters zijn eigen door recher
cheurs omzwermde vrouw stond te inter
viewen, die even uit Londen was overge
waaid.
Revanche?
Is het alleen om revanche te nemen dat
Stanley bij zijn aankomst in Palestina met
de publicatie dreigt van een boek, dat
verschillende Engelse ministers zou laten
tuimelen, omdat zij zich in veel erger mate
dan Belcher zouden hebben gecompromit
teerd? Zo krijgen de conservatieven er een
waarschijnlijk niet helemaal ongewenste
bondgenoot bij. Zij hebben tenslotte zelf de
hele zaak aan het rollen gebracht.
Opbrengst Kinderzegels in 1948
ruim een half millioen
De kinderpostzegelactie 1948 heeft naar
thans bekend wordt ruim twee ton meer
opgebracht dan het jaar daarvoor. In 1947
waren de baten voor het kind f 362.360,48,
doch 1948 leverde een bedrag van
f 565.729.84 op.
Het „rijdend postkantoor" maakte een
triomftocht door het land: het personeel
kwam handen te kort. In honderden plaat
sen trokken ijverige comité-leden er op uit
om zegels en prentbriefkaarten aan de mail
te brengen. Wekenlang stonden op vele
postkantoren de bekende „stands", bezet
door steeds actieve verkoopsters. Tiendui
zenden leerlingen werkten mee en uit alle
hoeken van het land kwamen inzendingen
op de St. Nicolaas-luisterwedstrijd binnen.
In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en
Groningen verzamelde de schooljeugd be
stellingen op Kinderzegels - de plaatselijke
comités kregen er nachtmerries van: het
enthousiasme van de jeugd en het onder
wijzend personeel was totaal onderschat
en de uitvoering der duizenden bestel
lingen (in Amsterdam alleen 180.000!)
vormde een bijna onoplosbaar probleem.
Maar de zegels wérden bezorgd! Ook hier
bij speelde de jeugd een belangrijke rol.
Kerstvaeantie en vrije middagen werden
spontaan opgeofferd - de Kinderzegels
kwamen waar ze waren besteld.
Voor wie van cijfers houdt: er werden
verkocht: 5.045.054 zegels van 2 ct (bijslag
2 ct.), overwaarde 100.901,08; 1.369.704
zegels van 5 cent (bijslag 3 cent) over
waarde f 41.091,12: 1.959.618 zegels van 6
cent (bijslag 4 ct.) overwaarde f 78.384,72;
4.879.276 zegels van 10 cent (bijslag 5 ct.)
overwaarde f 243.963.80; 1 267.364 zegels
van 20 cent (bijslag 8 cent) overwaarde
f 101.389.12. Totaal „Voor het Kind"
f 565.729.84.
In elke Nederlandse huishoud-portemon-
naie tellen de centen en dubbeltjes weer
mee en op de offervaardigheid van het pu
bliek wordt in steeds toenemende mate
een beroep gedaan. Mét grote dankbaar
heid mag daarom worden vastgesteld dat
het Nederlandse volk voor zijn „misdeelde
jeugd" nog altijd véél over heeft. Dat het
dit ook in de volgende Kinderzegel-actie
weer bewijzen mag, want het jaarlijkse
tekort der Kindertehuizen bedraagt nog
altijd enige millioenen guldens.
Toegevoegde verdedigers
krijgen vergoeding
In staatsblad J 190 is opgenomen een
besluit tot het in werking doen treden en
ter uitvoering van de artikelen 48 en 49
van het Wetboek van Strafvordering, be
treffende toekenning van een toelage aan
toegevoegde raadslieden.
Krachtens dit besluit wordt aan advo
caten. die aan verdachten als raadsman
zijn toegevoegd, voor iedere verdachte die
zij ter terechtzitting hebben bijgestaan een
toelage toegekend, als beloning voor de
verleende bijstand en dis vergoeding van
de noodzakelijk gemaakte onkosten.
Het bedrag van de toelage (ten hoogste
50,wordt voor elk geval bepaald door
de voorzitter van het college, voor hetwelk
de zaak dient. Deze baseert zijn beslissing
op de door de raadsman in te dienen de
claratie.
Dit besluit treedt 1 Januari 1950 in
werking.
TELEURSTELLING VOOR
KAALHOOFDIGEN
Op een in Den Haag gehouden bijeen
komst, georganiseerd door het Nederlands
Genootschap voor Haarhygiène, heeft de
heer C. L. A. van Uden uit Sneek een
lezing gehouden over de bestrijding van
haaruitval. Hij besprak daarbij ook de
„uitvinding" tegen kaalhoofdigheid van de
kapper in Een, Drente, welke hij kwak
zalverij noemde. Hij had in opdracht van
het genootschap een onderzoek ter plaatse
ingesteld en daarbij wonderlijke ervaringen
opgedaan, doch, volgens een verslag in de
„Haagse Courant" geen geval aangetroffen
van haargroei op een kaal hoofd. Alleen
die personen, bij wie de haren spontaan
terug komen, zoals bij ..alopecia areata",
kregen weer haar. Maar daarvoor hadden
die lieden niet naar Een behoeven te rei
zen. daar in dergelijke gevallen de haren
altijd terug komen, ook al doet men er niets
aan. aldus de heer Van Uden.
er geen zekerheid bestaat, dat de toewijzing
van reisaeviezen voor Frankrijk zal volgen
binnen een week nadat de aanvrage is in«
gediend-