r
Uit de schatten van het Frans Halsmuseum
Litteraire Kanttekeningen j C
De oorzaken der malaise
op de Amsterdamse beurs
Guépin van der Vlugt
Ui tg.
d°°r iïrzsasz,*-J -
Zaterdag 28 Mei 1949
Haarlems Dagblad
De 9 Muzen
GRAHAM GREENE: „Het geschonden geweten"; „De heer
schappij van de angst". (Uitgeverij Contact, Amsterdam/
Antwerpen).
VOOR ZOVER GRAHAM GREENE vóór
de oorlog naam had gemaakt in ons
land werd hij gewaardeerd als schrijver
van avonturenromans die tot de beste ont
spanningslectuur konden worden gerekend.
Wie als zodanig kennis met zijn werk wil
maken, kan ik in het bijzónder zijn „Heer
schappij van de Angst" aanbevelen. Deze
spionnageroman levert het overtuigend
bewijs, hoe kunstmatig de scheidingslijn is,
die men uit onwaarachtig litteraire hoog
hartigheid pleegt te trekken tussen „lec
tuur" en „litteratuur". Er zijn uitmunten
de ontspanningsboeken geschreven en
slechte romans. En zolang ik de man niet
heb ontmoet, die mij op onweerlegbare
gronden aantoont, waarom de lectuur niét
en de litteratuur wél tot kunst moet wor
den gerekend, zal ik wat goed en onder
houdend geschreven is blijven verkiezen
boven slechte woordkunst.
Graham Greene.
Nu, Graham Greene schrijft goed. Hij
vertelt, zonder mooidoenerij. Ik ben er van
overtuigd, dat hij er zich weinig om be
kommerd heeft of zijn boeken door de
litteraire fijnproevers wel of niet als kunst
worden aanvaard. Deze onafhankelijkheid
is voor mij de waarborg voor de oprecht
heid waarmee hij schrijft en voor de ernst,
waarmee hij het probleem stelt, dat het
„gegeven" is van vrijwel heel zijn werk:
de mens geplaatst tussen Goed en Kwaad.
De geestelijke en politieke verwarring voor
1940 en de oorlogsgebeurtenissen hebben
daaraan een diepere strekking gegeven.
Greene behoort tot de schrijvers die zich
van hun verantwoordelijkheid jegens
mensheid en samenleving bewust zijn.
Voor hen is onze Europese beschaving niet
alleen in gevaar, ze verkeert in een staat
van verval. Met leuzen, die door de harde
feiten zijn achterhaald, valt voor hen niets
meer aan te vangen. Wie zich daarachter
verschanst is evenzeer mede schuldig,
menen zij, aan een voortgaand verval van
onze cultuur als de schrijvers die hun
ogen sluiten voor de werkelijkheid.
Een voortreffelijk Engels criticus als E.
W. Martin heeft eens herinnerd aan de be-
hartenswaardige woorden van prof. Hui-
zinga: wil onze beschaving worden gered
dan zijn er mannen nodig, die zich voor
ogen stellen, hoever het verval is voort
geschreden. Daartoe is moed nodig. Men
zal illusies moeten laten varen en de wer
kelijkheid durven zien zoals ze is. Zowel in
Engeland' als Frankrijk in ons land in
mindere mate is er onder de schrijvers
een sterke drang, hun kunst in dienst- te
stellen van een geestelijke en zedelijke
wederopbouw. Tot hen behoort Graham
Greene. Onverschrokken gaat hij op de
realiteit af, legt hij haar achtergronden
bloot en maakt hij zijn bijzonder talent
voor het beschrijven van het avontuurlijke
dienstbaar aan een onthulling van de diep
ste oorzaken van ons menselijk tekort. Dat
is noodzakelijk. Het maakt ons wakker.
Zeker als het niet op een preektoon wordt
gedaan. Graham Greene is allerminst een
zedemeester. Daarvoor is hij er tezeer van
doordrongen, dat zich het menselijk Kwaad
niet verhoudt tot het Goede als zwart tot
wit. Voor hem, overtuigd Katholiek, is het
Kwaad een beproeving, die tot het Goede
voert. Uit deze geloofsopvatting, die voor
Greene tevens een volstrekt eerlijke we
reldbeschouwing is, put deze indrukwek
kende roman „Het Geschonden Geweten"
de kracht, meer te geven dan een aan
klacht: de schuldbelijdenis is tevens een
verlossing. En Greene legt daarvan getui
genis af in een schrijftrant die te aangrij
pender is, omdat deze recht op de man af
gaat, kernachtig, snedig, raak. Zijn beelden
zijn scherpomlijnd en beweeglijk als op
een film. Daardoor bereiken ze dezelfde
onmiddellijke uitwerking als het levend
tafereel, dat een bioscoopbezoeker voor
zijn ogen ziet. Trouwens, in geen van zijn
boeken komen zijn bijzondere stijl- en
schrijfeigenschappen zo overtuigend tot
hun recht als in deze roman „The Power
and the Glory", in het Nederlands vertaald
door H. W. Schaap onder de titel „Het
Geschonden Geweten".
Het menselijk geweten het is voor
Greene een strijdtoneel van het evenbeeld
Gods en het boosaardige in de mens.
Greene plaatst deze beide niet tegenover
elkaar als twee tegenpolen, waarvan de
éne het volmaakt-goede en de andere het
verdorvene vertegenwoordigt. De tegen
stelling is in ieder mensenhart dat, godde
lijk van oorsprong, door waan, leugen,
leuze, hoogmoed, trots en macht,.verdwaald
Is in het doolhof van de menselijke ont-
Ageoda voor Haarleim
ZATERDAG 28 MEI
Stadsschouwburg: „Je hebt me aangeraakt',
8 uur. Spaarne: „Cisce-kind", 14 j„ 2.30, 7.00
en -9.15 uur. Frans Hals: „Ridder van het
zwaard", 14 j., 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Rem
brandt: ..Brief van een onbekende vrouw"
18 2.0, 4.15, 7.00 en 9.15 uur Palace: „Song
of Scheherazade". 18 j„ 2.00, 4.15. 7.00 en 9.15
uur Luxor: „De roemrijke daden van Dan
ny". 18 j., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. City:
„Mr. Jekyll en rar. Hyde". 18 j.. 2.15. 4.30.
7.00 en 9.15 uur.
ZONDAG 29 MEI
Stadsschouwburg „Korporaal Elisabeth", 8
uur. Openluchttheater Bioemendaal: concert
Koninklijke Militaire Kapel, 8 uur. Biosco
pen: Middag- en avondvoorstellingen.
MAANDAG 30 MEI
Stadsschouwburg: „Hamlet", 8 uur. Biosco
pen: Middag- en avondvoorstellingen.
•reddering. Het doet weinig ter zake, dat
deze roman zich afspeelt in een Mexicaanse
staat, waar de ogdsdienst en dus tevens het
priesterschap door de totalitaire staat (de
machtsstaat) zijn verboden. Het schouw
toneel ligt in wezen niet „ergens in de we
reld", maar binnen ons zelf. Men verge
lijke zelf en trekke zijn conclusie: in deze
door Roodhemden geterroriseerde staat
doet een vogelvrij priester als dienaar
Gods zijn geloofsplicht: hij doopt, neemt
de biecht af, bedient heimelijk de Mis.
Maar hij voelt zich niet als de onfeilbare
dienaar van het Woord. Hij weet, dat hij
een zondig mens is, één die de Geboden in
zwakte des vlezes heeft overtreden. En
toch zwerft hij als een opgejaagde, schurf
tige hond door dit land van jammerlijke
armoede om als zondige onder de zonda
ren zijn werk te doen. Zelfs voelt hij zich
niet als martelaar, als held. Hij kent al zijn
tekortkomingen. Hij misleidt zichzelf niet
met de gedachte, dat het zijn goddelijke
roeping is, die hem de kwellingen der ach
tervolging doet doorstaan, maar zijn trots,
als enig overgebleven priester de totali
taire staatsmacht te braveren. Juist deze
eerlijke ootmoed, deze belijdenis van zijn
eigen kwaad, doen hem zijn medemensen
lief hebben. Als hij, eenmaal gevangen,
tegenover zijn vervolger, de politieluite-
nant, staat, meten twee wereldbeschouwin
gen elkanders kracht de mensenliefde van
de wereldse staatsmacht, die met geweld,
verraad, achtervolging en doodstraf een
menswaardige samenleving gelooft te bou
wen en het in deemoed beleden geloof,
Gods liefde, die ons het kwaad ter beproe
ving oplegt, opdat wij daarin de loutering
zullen vinden tot het Goede. Deze priester
valt voor het vuurpeloton met de wroeging
in het hart, dat hij „God met lege handen
tegemoet moest treden".
Deze roman, waarvan elke lezer de
symbolische betekenis zal begrijpen, werd
bekroond mei de Hawthornder Prijs. Daar
mee heeft men Greene de plaats toegekend,
die hem met ere toekomt: in de voorste
rijen der schrijvers van zijn land, dat door
zijn volksaard werkelijkheidszin en idea
lisme weet te verenigen tot een kracht, die
nieuw leven kan geven aan wat ons het
naast aan het hart ligt: de humaniteit. I
Graham Greene is er een der waardigste
vertegenwoordigers van en zijn „Geschon
den Geweten" een hoopgevend getuigenis, j
dat in deze bewerking nog overtuigender
tot ons zou spreken, als de vertaling vlek-
kelozer was geweest.
C. J. E. DINAUX.
Nederland trekt in grotere mate
dan voorheen toeristen aan
In 1948 hebben in Nederland 200.000
toeristen ƒ27.500.000 aan „witte" deviezen
verteerd, aldus het jaarverslag over 1948
van de Algemene Nederlandse Vereniging
voor Vreemdelingenverkeer. De A.N.V.V.
had geregeld contact met de toeristische
organisaties in andere landen. In het bij
zonder met het Belgische Commissariaat
voor Toerisme is de verhouding zeer
vriendschappelijk, zodat bij de opening der
grenzen bij het tot stand komen van de
tolunie verwacht kan worden, dat in hech
te samenwerking het „inter-Benelux-toe-
ristenverkeer" in grote mate zal worden
opgewekt.
Dank zij de ruimere middelen, waarover
men in het afgelopen jaar beschikte, kon
een meer intensieve propaganda in het
buitenland worden gevoerd dan. voorheen
mogelijk was.
Volgens uitspraken van buitenlandse
deskundigen zijn de vooruitzichten voor
het internationale toeristenverkeer in 1949
gunstig te noemen.
Dat met name de vooruitzichten voor
het bezoek aan Nederland hoopvol mogen
worden genoemd, blijkt wel uit het feit,
dat de voornaamste buitenlandse reisbu-
reaux, vooral de Amerikaanse, Nederland
op veel ruimere schaal dan vroeger in hun
Chopinherdenking. In Duitsland is een
comité opgericht voor de herdenking van
Chopin's sterfdag op 17 October 1849. In dit
comité hebben onder meer zitting de direc
teur van de Keulse hogeschool voor muziek,
prof. dr. Hans Mersmann. de wijsgeer prof.
dr. Eauard Stranger uit Tiibingen, de dirigent
Otto Klemperer en de schrijver Arnold
Zweig.
Dit comité heeft tevens tot taak, de Duitse
deelnemers aan te wijzen voor het interna
tionaal concours voor pianisten, het zoge
naamde Frédéric Chopin-concours, dat van
14 September tot 15 October in Warschau
gehouden wordt.
Oude viool. De electricien Desiré Libois
uit Ham-sur-Sambre (België) is waarschijn
lijk de gelukkige bezitter van 'n zeer kostbare
Stainer-viool. Toen Libois dezer dagen thuis
het bericht voorlas, dat te Maubeuge in
Frankrijk een Stainer was ontdekt, riep zijn
elfjarig zoontje uit: „Maar op mijn viool komt
ook de naam Stainer voor". Inderdaad bleek
op de viool de volgende inscriptie te staan:
„Jakobus Stainer te Absam bij de brug van
de Inn". Dit opschrift werd gevolgd door het
getal 16. hetgeen waarschijnlijk betrekking
heeft op de periode waarin de beroemde
vioolbouwer leefde, namelijk van 16201683.
De viool werd ongeveer veertig jaar ge
leden door een zekere Delforge uit Velaine-
sur-Sambre in de buurt van Bochum van een
zigeuner gekocht. Delforge verkocht het
instrument dit jaar aan Libois.
Deskundigen zullen thans door onderzoek
van hout en vernis moeten uitmaken of het
hier een echte Stainer betreft dan wel een
copie van een zijner leerlingen.
Anno 1804
Spaarne 56 Telefoon 11896
Beleggingen Safe
Giroverkeer
Boeken voor Oost en West
De stichting voor culturele samenwer
king tussen Nederland, Indonesië, Suri
name en de Nederlandse Antillen zond in
de afgelopen weken een bibliotheek van
werken over de periode 1880 tot heden
naar Paramaribo. Tegelijk met deze zen
ding werd ook een kinderbibliotheek ver
scheept. Deze is in Paramaribo onderge
bracht in een kinderleeszaal. Van de zijde
der stichting werd medegedeeld, dat de be
langstelling voor de kinderbibliotheek zo
groot is, dat men nu reeds zoekt naar een
geschikte gelegenheid om een tweede lees
zaal in te richten. Op verscheidene plaatsen
in Paramaribo worden thans volksbiblio
theken ingericht en het ligt in de bedoeling
ook in de districten hiertoe over te gaan.
Dat het zenden van boeken naar Suriname
nodig is, blijkt wel hieruit dat, volgens de
stichting, vanaf 1913 geen Nederlandse
romans naar de bibliotheken in Suriname
zijn verzonden.
De stichting zal ook een aantal films
(documentaire films, speel- en teken
films) naar Paramaribo zenden. Teneinde
de mogelijkheid te scheppen, dat zoveel
mogelijk mensen van deze films kunnen
genieten zullen zij met een speciaal daar
voor ingerichte „Ford station car" van
plaats tot plaats circuleren.
In Juni vertrekt prof. ar. W. G. S. Hel-
linga, hoogleraar aan de Gemeente-univer
siteit te Amsterdam, naar Suriname en
Curasao om daar lezingen te houden.
Voorts zal hij het binnenland intrekken
voor het verrichten van onderzoekingen.
Professor Pee, hoogleraar in de taalkunde
aan de Brusselse universiteit vertrekt,
eveneens in Juli, naar de West. Hij zal in
Suriname en Curacao onderzoekingen doen
inzake het probleem van de tweetaligheid.
Ook met Indonesië wordt het contact
steeds nauwer. De stichting zal een uitge
breide bibliotheek naar Batavia zenden.
Hier wordt een cultureel centrum opge-
programma's voor gezelschapsreizen naar richt. De boekwerken, die verzonden wor-
Europa hebben opgenomen.
De A.N.V.V. beschikt thans in het bui
tenland over vier eigen kantoren, en wel
te New York, Parijs, Londen en Brussel,
en zestig vertegenwoordigingen. Het aan
tal plaatselijke V.V.V.'s steeg van 549 tot
den, geven een beeld van het geestelijk
leven in West-Europa. Er is een belang
rijk aantal boeken bij in het Engels en
Frans. Naar het culturele centrum in Ma
kassar, en naar dat te Pasoedang in Ban
doeng zijn eveneens kleine bibliotheken
verzonden.
De malaise op de Amsterdamse
effectenbeurs, die nu reeds meer dan
vijf maanden aanhoudt, is een ver
schijnsel dat voor heel onze maat
schappelijke huishouding van belang is.
Dcor bizondere omstandigheden zijn de
omzetten gedurende de eerste vier maan
den des jaars op de obligatiemarkt vrij
groot geweest, zelfs groter dan het vorig
jaar, maar op de Aandelenmarkt, waar de
pols van het zakenleven klopt, hebben die
omzetten slechts de helft bedragen van het
bedrag voor de eerste vier maanden van
1948.
Zoekt men naar de oorzaken van dit
verschijnsel, dan vindt men er verscheidene
interne en externe.
Wat de externe betreft, hieraan valt
uiteraard niet veel te veranderen. De voort
durende beschouwingen over een reeds in
getreden of nog komende depressie in de
Verenigde Staten, gesignaleerd door de
prijsdaling op de metaalmarkten, gepaard
gaande met doorgaans ongeanimeerde
markten in Wallstreet, zijn natuurlijk niet
bevorderlijk voor optimisme. In het alge
meen is er sprake van een verzadiging der
exportmarkten, waarmee ook Engeland en
België reeds hebben te kampen en waar
van ook in de verslagen van enkele Neder
landse exportindustrieën melding wordt ge
maakt.
Nu is dit, na een periode van grote
schaarste een min of meer natuurlijk en
niet verontrustend verschijnsel. Het kan
niet anders, of naarmate het Europese pro
ductie-apparaat zich van de oorlogsslagen
herstelt en de bevolking in staat is zich te
„herbevoorraden" moet de kopersdrang
naar de goederenmarkten afnemen, aan de
andere kant bevordert de opheffing van
allerlei regeringsbemoeiïngen de vrije uit
wisseling van goederen en de toeneming
der concurrentie.
Op zich zelf beschouwd zijn dit niet
anders dan gezonde verschijnselen die het
tijdperk der vredes-economie inluiden,
waarnaar heel de wereld snakt. Dat dit
met moeilijkheden en teleurstellingen ge
paard gaat, is duidelijk. De terugkeer van
Duitsland in de rij der staten, die zich op
de vredeseconomie zullen toeleggen, be
tekent, gelijk wij vroeger hebben opge
merkt. een verscherpte concurrentie, waar
op in het laatste verslagjaar der Neder
landse Herstelbank reeds werd gewezen
en waarvan af en toe nieuwe aanwijzingen
kunnen worden geconstateerd. Zo deelt de
in 1946 opgerichte Klinker Isoliet N.V.
mede dat de prijs van het product in Duits
land plotseling zo sterk is verlaagd, dat
deze beneden de kostprijs van de Klinker
Isoliet ligt. Zodra op volle capaciteit kan
worden gewerkt, hoopt men het verschil
te kunnen overbruggen, maar in elk geval
ligt hier een vingerwijzing voor heel de
Nederlandse industrie om op haar qui vive
te zijn.. Duitsland levert reeds weer loco
motieven tegen veel lagere prijzen dan
andere landen.
Zo zijn er meer voorbeelden te noemen.
Het kan wel een toevallig verschijnsel zijn
dat ook de Nederlandse export in April
belangrijk lager was dan in Maart, een feit
is dat de dekking van import door export
in het eerste kwartaal 2949 kleiner is dan
in het vierde van 1943 en dat zich dus ook
in de Nederlandse handelsbeweging blijk
baar vertragingsfactoven voordoen.
Als gezegd, aan die externe factoren
kunnen we niet veel veranderen.
Intern kunnen en moeten echter maar
regelen worden getroffen om de Neder
landse handels- en betalingsbalans te ver
beteren, vooral nu in de V.S. opnieuw een
verlaging van de Marshall-hulp dreigt, ook
al valt dat tenslotte vermoedelijk nog wel
mee. De Amerikaanse minister van Han
del wees er onlangs echter op, dat een
export van 12.8 milliard dollar en een im
port van 7 milliard dollar niet kan worden
bestendigd en dat het Amerikaans kapitaal
daarom door normale investering het Euro
pees productieproces en zijn exportmoge
lijkheden moet bevorderen.
Dan echter moeten daarvoor ook de voor
waarden aanwezig zijn. En hier ligt een
taak, zowel voor de regering als voor de
bedrijfsleiders. De laatste zullen door
rationalisatie, moderne verkoopmethoden,
wetenschappelijk marktonderzoek hun af
zetmogelijkheden moeten vergroten. Maai
de regering zal niet alleen voor het bin
nenlands. maar ook voor het buitenlands
kapitaal het „beleggingsklimaat" moeten
verbeteren, o.m. ook en zo komen we op
de beursmalaise terug het kapitaal, dat
de risico's der industriefinanciering op
zich neemt, redelijke rendementsmogelijk
heden te laten, zowel door een verant
woorde fiscale politiek, die niet de bedrijfs
winsten finaal afroomt en voor afschrij
ving en dividend geen ruimte laat, maar
ook door de belemmeringen voor de beurs
handel en de dividenduitkering op te hef
fen. Dat er thans ongeveer 800 millioen
gulden vrij geld bij handels- en crediet-
banken gedeponeerd is, bewijst dat het
kapitaal zich van de beurs terughoudt.
Wat ook geen wonder is. Men denke aan
de speculatiewinstbelasting, aan de divi
dendbeperking, waardoor bijv. een con
cern als de Koninklijke niet meer dan 9
procent dividend mag uitkeren, wat voor
de aandeelhouders een rendement van ca.
3 procent betekent. Dat velen dan de voor
keur geven aan een goede 3 of 3>'2 procent
obligatie is alleszins begrijpelijk. Ën waar
om mag op huizen wel geld worden ge
leend (hypotheken) en op effecten niet?
Waar dan voor de buitenlandse belegger
nog bij komt de onzekerheid inzake de in
ternationale guldenwaarde en de moeilijk
heden bij het overmaken van winsten naar
het buitenland.
Wanneer aan al deze zaken meer aan
dacht werd besteed, zou er voor de malaise
op de Amsterdamse effectenbeurs zónder
twijfel minder reden zijn.
lieu we
aveu
Landschapsfotografie door A. P.
W. van Dalsum; uitg. N.V. Focus,
Bioemendaal.
Van Dalsum is een vooraanstaand man op
fotogebied. Meer nog door de tekst dan door
de foto's in ,dit nieuwe boekje blijkt dat. Het
gemak waarmee de schrijver over zyn lief
hebberij praat toont duidelijk waarom hij
sir.ds zovele jaren voorzitter is van de Neder
landse Amateur-fotografen Vereniging te
Amsterdam.
De kennis van zaken waarmede de schrij
ver de landschapsfotografie behandelt kan
niet anders dan door ondervinding verkregen
zijn.
Wie Van Dalsum kent weet dat hij in de
omgang een zeer prettig mens is met een
zonnige natuur en een kwinkslag zo vaak er
gelegenheid voor is.
Aan de foto's in zijn nieuwe boekje zou
men dit niet zo dadelijk zeggen. Die zijn vaak
nogal somber van aard. Wel blijkt er uit
dat Van Dalsum. eenmaal op pad om te
fotograferen, in staat is om. weer of geen
weer. altijd wel met wat goede beelden thuis
te komen
Wij zullen ons niet in critiek op de in het
boekje afgedrukte foto's begeven. Wie er toe
in staat is make ze beter.
Wèl willen wij zeggen dat de aanvangende,
en eigenlijk ook de meergevorderde, foto
graaf er veel dingen uit kan leren.
Van Dalsum ziet in de natuur meer de
vlakken en de kleuren dan de finesses. Het
ligt voor de hand dat hij daardoor in zwart
witte tinten de schilderkunst wil benaderen.
Dat bij vrijwel iedere foto de dutoschijf
vermeld staat vindt daarin ook verklaring.
Als Van Dalsum over de vreugde van de
landschapsfotografie in de vrije natuur
spreekt, zegt hij: „Een grote verryking van
ons leven bereiken wij door steeds herhaalde
beschouwing en nog meer door het vast
leggen daarvan, waardoor wij anderen kun
nen laten meegenieten en hun ogen openen
voor het schone van de schepping, als s'.imu-
lans voor de levensmoed van vc-Ien. Dl? narde
is schoon en vindt haar verhevenste uit
drukking in de natuur, in het landschap".
Moeten wij verder nog zeggen waar om dit
boekje zo aantrekkelijk is?
Bij dezelfde uitgever verscheen een boekje
over Sportfotografie van A. Henneke.
In korte trekken worden hierin de moei
lijkheden behandeld die de sportfotograaf
ondervindt en worden middelen aan de hand
gedaan om die moeilijkheden te overwinnen.
Vrijwel alle takken van de in ons land
beoefende sport worden behandeld. Jammer
dat op de omslag een foto voorkomt waarbij
de proporties van de voetbal zo sterk over
dreven zijn dat een foto-redacteur dit beeld
zonder twijfel als onbruikbaar op zij zou
leggen.
Toch een aardig boekje! v. O.
„Oranje" doet op volgende
uitreis Villefranche aan
Het m.s. „Oranje" van de maatschappij
Nederland wordt 22 Juni uit Batavia te
Amsterdam verwacht.
Op 4 Juli zal de „Oranje" weer naar
Batavia vertrekken en op deze reis Ville
franche aan de Franse Rivièra aandoen.
Passagiers zullen daar aan boord kunnen
gaan. Voor hen wordt hierdoor de reisduur
naar Batavia met vijf dagen bekort. Zo
mogelijk zal op 9 Juli, de datum waarop de
Oranje te Villefranche wordt verwacht,
een vliegtuig van Aero Holland van Schip
hol vertrekken met reizigers, die aan de
Rivièra aan boord willen gaan.
Waarschijnlijk zal het ook voor toeristen
mogelijk zijn met de „Oranje" van Am
sterdam naar de Rivièra te reizen.
Zowel van de klank als van het beeld kan
zulle een suggestie uitgaan dat men over
de eeuwen heen het ogenblikkelijk contact
voelt met de sfeer van een bepaald tijd
perk. In sterke mate is dit o.a. het geval
met onze nationale hymne. Martiaal èn
godvruchtig klinkt het Wilhelmus, schoonst
denkbare resonans van de geestelijke
krachten die een grote episode in ons
volksbestaan beheersten. Een soortgelijke
suggestie gaat ook uit van de beeltenis van
Dirck Volckertsz. Coomhert, die onbetwist
gerekend kan worden tot de indrukwek
kendste herinneringen uit de heroïsche
tijd, waarin het zelfbewustzijn van ons volk
zich manifesteerde in zijn kracht tot af
weer en drang naar vrijheid. Trots kan de
Haarlemse burgerij zijn de onwaardeer
bare eigenschappen van ons voorgeslacht,
aldus in dit portret vereend, in haar mu
seum vereeuwigd te weten.
Coornherts beeltenis fascineert ons dooi
de dwingende wijze waarop Cornelis van
Haarlem het diepste wezen van deze
Christelijk-stoïcijnse wijsgeer in diens ge
laatstrekken tastbaar heeft gemaakt. Het is,
als onderbreekt hij, poserend voor de kun
stenaar, een wijle de wijze levenslessen,
die hij tijdgenoot en nageslacht dicteerde.
Nochtans poseert slechts het lichaam en
we ervaren dat de geest blijft verwijlen
boven de stof. Straks, van het poseren ont
slagen, zal hij de mond weer openen en ons
de wijsheid schenken, die zich bijkans we Cornelis dan ook alleen no;
zichtbaar achter het bewogen voorhoofd
kristalliseert en in zijn ogen tot uitdruk
king komt: ogen waarin wij ons een toe-
Portret van Dirck Volckertsz. Coomhert,
geschilderd, door Cornelis Cornelisz. van
Haarlem (1562 Haarlem 163S). (Doek 40 x
30 cm. In 1897 aan de gemeente geschon-
In 1522 uit Katholieke ouders is Am
sterdam geboren, huwde Coomhert reeds
op 19-jarige leeftijd met Cornelia Simons-
dochter, die hij in 1584 door de dood ver
loor. In 1542 woonde hij te Haarlem, waar
hij als graveur werkzaam was. In dezelfde
stad treffen we hem 19 jaren later als
notaris, daarna als Stadssecretaris. Twee
maal leefde hij in vrijwillige ballingschap.
Hij stierf te Gouda in 1590. Ons portret moet
ongetwijfeld van kort voor die tijd dateren.
In zijn talrijke geschriften zowel als door
zijn daden toonde hij zich uiterst verdraag
zaam: „Elck wil des anderen geloof regee-
ren" verzuchtte hij en teleurgesteld voegde
hij er aan toe: „Dit doen die men voor
maals sach leeren, Dat sulckx den Christen
niet betaemt"Onder het devies „Elders
ruste" volhardde hij in onvermoeibare
strijd voor gewetensvrijheid, zichzelf noe
mende „een vrijwillig breekijzer van den
moordelijken kerker der consciëntie".
Van ontroerende eenvoud en liefde ge
tuigen de woorden die hij schreef aan zijn
vriend Hendrick Spieghel bij de dood van
zijn vrouw: „lek groet u vriendelijck met
u lieve huysvrouwe. De rnvne is by haer
Here, diese mij geleent heeft gehadt. Mach
schoonheyt soo haer jeught was
Prinses in
Venetië
De reis van de Engelse
Prinses Margaret door
Italië wordt gekenmerkt
door bezoeken aan de
talrijke culturele centra
en de vermaarde touris-
tenplaatsen waaraan Ita
lië zo rijk is. Dezer da
gen was Venetië aan de
beurt. De Prinses maak
te verschillende gondel
vaarten en bezocht de
musea en historische ge
bouwen der Dogenstad.
Men ziet haar hier (met
donkere bril) op een van
haar tochten door de
Venetlaanse kanalen.
heydt was ende vriendelyckheyt so
eer „beter als geem" maakte. Na het ont- f1 ,laer ,1.evan was eens mans hart tree-
staan van Coornherts portret ontmoeten n t°t liefde, soo behoorde myn harte haer
in onder
werpen van zijn voorkeur: de gewijde his
torie of de mythologie.
De schildering van ons portret (waar
lief te hebben. Dat is oock so gheweest.
H. P. BAARD
vlucht en rustplaats zouden wensenvan zich replieken bevinden in het Rijks-
De zware opgave Coornherts wezen in deze
geest tastbaar te maken, volbracht Cornelis
zó meesterlijk, dat wij het des te meer
moeten betreuren dat in deze kunstenaar
een portrettist verloren is gegaan. Van
Mander immers bericht ons in zijn Schil-
museum te Amsterdam en in het Museum
te Dresden) is uitermate vloeiend en spon
taan en kan als zodanig beschouwd wor
den als de directe aankondiging van Hals'
„alla prima" schildering, waarvan op deze
plaats reeds werd gerept bij de bespreking
derboeck, dat Cornelis zijn portretten veel- van Zaffius' conterfeitsel.
Met ingang van 1 Juni worden de rond
leidingen op Woensdagmiddag tot
September tijdelijk stopgezet. Zodra het
licht het toelaat wordt met de avond
wandelingen begonnen.
Schaken
Voorronde persoonlijk
schaakkampioenschap
Alle eindstanden van de voorronden van
het tournooi om het schaakkampioenschap
van Haarlem zijn thans definitief. Reeds op
31 Mei beginnen de finales, zodat in Juni de
kampioen van Haarlem bekend zal zijn. Het
vlotte verloop van dit jaar, steekt wel zeer
gunstig af bij dat van vorig jaar!
Enkele uitslagen werden nog bekend; deze
zijn:
Hoofdklasse A: 1. J. H. Marwitz (H.S.G.):
Velde M-!!-. Beslissingswedstrijd: J. Blokker
S. Bonkenburg 10.
Ie kla'sse: J. E. WielingaA. Schneiders
':jM. BeinemaP. J. Vuyk li'i; J. de
GraafM. Beinema VtVj.
De nog niet gepubliceerde eindstanden zijn:
Hoofdklasse A: 1. J. H. Farwitz (H.S.G.):
4Vi pnt.; 2. J. Nijman (H.S.G.) 3 pnt.; 3. G.
B. v. d. Velde (Haarlem) 2VL- pnt.; 4. en 5. S.
Herfst (Rolland) en J. Bonkenburg (Heem
stede) 2 pnt.; 6. H. Schmitz (Haarlem) 1 pnt.
In hoofdklasse B gaan over naar de finale:
1. J. de Vries (H.S.G.) 4 pnt.; 2. J. Blokker
(Haarlem) 3V- pnt.
Ie klasse A: 1. en 2. A. Schneiders (Haar
lem) en J E. Wielinga (Rolland) 4!.i pnt.; 3.
J. Steenken (Haarlem) 2!i pnt.; 4. H. M. J.
C. Verstegen (H.WP.) l'i pnt.; 5. en 6. C.
Koster (Haarlem) en J. Bronkhorst (De To
rens) 1 pnt.
Ie klasse B: 1. C. A. Lukaart (Rolland) 5
pnt.; 2. J. E. Strengers (Haarlem) 3'i- pnt.; 3.
J. de Graaf (H.S.G.) 2!!> pnt.; 4. M. Beinema
(Het Oosten) 2 pnt.; 5. P. J. Vuyk (Bioemen
daal IV- pnt.; 6. M. J. Vollenga (Heemstede)
'.i pnt.
2e klasse A: 1. R. Mol (H.S.G.) 4:1 pnt.; 2.
A. Schmitz Haarlem) 3'i pnt.; 3. N. J. W.
Hoogland fH.W.P.) 3 pnt.: 4. C. Brink
(Rolland) l'i pnt.; 5. A. v. d. Geylswijk (Het
Oosten) 1 pnt.; 6. J. P. Beem (Bioemendaal)
'.s, punt.
Dammen
Om het kampioenschap
van Nederland
Het tournooi om de damtitel van Neder
land is tot September 1949 uitgesteld. Vier
IJmuidenaren zullen aan deze wedstrijd
deelnemen. Reeds staat thans vast dat de
Damclub IJmuiden een tweetal ronden
voor de organisatie krijgt toegewezen.
Voor de wedstrijd om het clubkampioen
schap van Nederland zijn de twee kam
pioenen, van de provincie Noordholland
„Gezellig Samenzijn" en van Zuidholland
„Residentie Damgenootschap", gelijk aan
gekomen. Door het betere bordgemiddelde
heeft de Amsterdamse damclub „Gezellig
Samenzijn" reeds aan gelijk spel voldoende
om het bezit van de titel voor een jaar te
prolongeren.
Handbal
Zondag België-
-Nederland
Te Gent zal de internationale ontmoeting
BelgiëNederland heren worden gespeeld.
De opstelling van de Nederlandse ploeg is
als volgt:
Doel: Ten Napel (Olympia, Heng.).
Achter: Erdman (Niloc), Pijneke (CWP).
Midden: Holtman (HS), v. Westrhenen
(Niloc), Meyer (BI. Wit).
Voor: Bruins (Olympia, Gron.). Textor
(Oiymp., Heng.), Kleinstra (Jahn II), Walker
(Olympia, Den Haag), Saes (DES).
Reserves. Slaats (PSV), v. Oostrum (Niloc)
Steyger (Hellas).
Hoofdpijn - Kiespijn - Zenuwpijn
SAI1PIRIN
Pijnverdrijver bij uitnemendheid
Buisje 40-75 ct.
Waterpoloprogramma
Het programma van de in de week van 29
Mei tot en met 4 Juni te spelen waterpolo-
wedstrijden luidt:
Competitie Koninklijke Nederlandse Zwem-
bond:
Maandag 30 Mei, hoofdklasse heren: Y
HVGB.
Woensdag 1 Juni, dames, le klasse: DWR
HDZ. 3e klasse F: DWR 2—HVGB 2.
Heren, le klasse A: GZC—HPC. Reserve
hoofdklasse: HPC 2—HVGB 2. Reserve le
klasse A: GZC 2—HPC 3. 2e klasse D: DAW
DWT. Reserve 3e klasse E: DWR 3—DWT 2.
Donderdag 2 Juni, dames: ADZ—DWT.
Heren, reserve 2e klasse B: DZV 2—Haar
lem 3. Reserve 3e klasse F: VZV 2—LZC 4.
Vrijdag 3 Juni. dames, 2e klasse D: HPC
—Robben 2. Heren, hoofdklasse: HVGB—
HZPC. le klasse A: AZ—DWR. Reserve 2e
klasse B: HVGB 3—LZC 3.
Zaterdag 4 Juni, dames, 2e klasse A:
HVGB—Nereus. 2e klasse D: DWT—Futen;
Competitie kring I-Iaarlem van de Konink
lijke Nederlandse Zwcmbond:
Woensdag 1 Juni, heren, afdeling II: DWR 4
Donderdag 2 Juni. dames: DWT 3—VZV 2.
Meisjes: DWT—DWR; Haarlem—HVGB a.
Heren, afdeling I: VZV 3—HVGB 5. Afde
ling II; DWT 3—DWR 4. Jongens: VZV a—
HVGB a; Haarlem—HVGB b.
Vrijdag 3 Juni, heren, afdeling I: HPC 4
PSVH 1.
Sport in 't kort
HONKBALWEDSTRIJDEN. De wed
strijd voor de eerste klas in de Nederlandse
Honkbalbond tussen HCK en Schoten begint
Zondagmorgen om tien uur op het terrein in
Bioemendaal en de ontmoeting HHC—Blauw
Wit des middags om half drie.