Op bezoek in de schooi van het „Rozenpriëel"
Begrafenis van generaal Spoor
op het ereveld Menteng Poelo
Opinie-onderzoek voor
A msterda mse gemeenteraad sverkiezing
KOORTOESTELLEN
CKort en
Bondig
Het huis aan de baai
Zaterdag 28 Mei 1949
4
DE HAARLEMSE VOLKSSCHOLEN
Gebrek aan leerkrachten bleef niet zonder invloed
De L1N SCHOTEN SCHOOL is „de school
van mijnheer Van der Hart", zoals
de bewoners van hel „Rozenprieel" plegen
te zeggen. Dat wijst op een diiderwets-
stevige relatie tussen de school en haar
hoofd niet alleen, maar ook op nauwe
betrekkingen tussen hem en de buurtbe
woners, de ouders van de kinderen die hij
onder zijn hoede heeft. „Mijnheer Van der
Hart", dat is voor hen niet in de eerste
plaats de „bovenmeester", maar vooral de
man, die weet van hun moeiten en hun
zorgen en die vaak goede en niet eens dure
raad geeft om uit de nesten te komen. En
nu de heer Van der Hart al enige maan
den ziek is, leeft de buurt intens met hem
en met zijn gezin mee.
Intussen vonden wij zijn plaatsvervan
ger, de heer J. de Snayer, bereid om ons
op 'onze tocht langs de Haarlemse volks
scholen. die de vorige week in de Jan Ligt-
hartschool begon, iets te vertellen van de
Linschotenschool.
Het gebouw, waarin de kinderen uit dit
stadsgedeelte hun lager onderwijs ontvan
gen, ligt een eindweegs van de straat at,
geheel omsloten door de lage woningen
der aangrenzende straten en de fabrieken
en fabriekjes aan het Spaarne, en ziet
eruit om door een ringetje te halen. Dat
komt niet alleen, omdat het onlangs een
nieuw verfje heeft gekregen, maar ook,
omdat de meisjes en jongens van de eer
ste klas af de Hollandse eigenschap van
properheid voor alles wordt bijgebracht,
voor zover ze tenminste dat met al van
thuis wisten, hetgeen gelukkig met ver:r -
weg de meesten het geval is. De henlmn
staan keurig-glimmend op een rij, op alle
Sollen zit een dopje, de nieuwe wand-
platen hangen netjes in het geliden van
de vloer zou je kunnen eten. Dat is al ee
hele prestatie, vooral als men bedenkt,
dat de Linschotenschool rijkelijk haar deel
heeft van de noodtoestand, waarin -het
onderwijs - voor een goed deel door m
het verleden getroffen bezumigmgsmaat-
re"elen verkeert. „De derde is een klei
ne klas", zegt de heer De Snayer; maar
zo'n kleine klas" telt dan toch nog 33
leerlingen, de vierde klasse zelfs nog tien
meer en het waarnemend hoofd staat voor
een combinatie van de vijfdezesde
klasse' tezamen 52 leerlingen! Wat teza
men gedaan kan worden:
Geschiedenis, Natuurkunde en togen,
wordt gecombineerd. Bij de taal- of peke
lessen krijgt de ene afdeling schriftelijk
werk te maken, terwijl de andere uistert
naar de onderwijzer. Grote moeilijkheden
levert dat niet op. er is zelfs een voordeel
aan verbonden: de zelfwerkzaamheid der
leerlingen wordt erdoor bevorderd. Dan
2iin er in de lagere klassen - de tal
rijke wisselingen van tijdelijk personee
die de continuïteit van het onderwijs niet
verhogen, ook al zijn er onder de jonge
onderwijzeressen en onderwijzers vaak
veelbelovende krachten. Soms ook moet
een beroep op reeds gepënsionneerde on
derwijzers worden gedaan: de man die
de heer Van der Hart in de vierde klasse
vervangt bijvoorbeeld, heeft er al veertig
dienstjaren op zitten. Maar hij is het klap
pen van de zweep figuurlijk nog niet
verleerd.
Geleidelijke verfrissing.
Op de Linschotenschool wordt niet op
spectaculaire wijze aan onderwijsvernieu
wing gedaan. Men is overtuigd, dat het be
proefde svsteem te veel goede kanten
heeft, om het min of meer bruusk over
boord te zetten. Het werk van de leerlingen
het bleek nog bij het Verkeersexamen
en het uiterlijk der school leveren ar
gumenten genoeg op voor de stelling, dat
het voor de resultaten van onderwijs en
opvoeding minder op het systeem dan op
de mensen aankomt. De heer De Snayer
heeft zich in de twaalf jaren, dat hij aan
de Linschotenschool is verbonden, laten
leiden door het devies: „Geef vertrouwen
en je zal vertrouwen ontvangen" en hij
is er niet slecht bij gevaren.
Overigens: de staf van de school is verre
van blind voor de noodzakelijkheid van
een verfrissing van sommige onderdelen
aeerfe scd&m>
néSiWGGErt&e*/
der onderwijsmethode. Men is in de eerste
en derde klas tot de invoering van het
blokschrift overgegaan, in de tweede geeft
juffrouw Jansen persoonlijkheidsonder-
wijs, in de vierde zijn de aardrijkskunde
lessen door de invoering van aantrekke
lijk werkmateriaal verlevendigd en in de
hoogste twee klassen kunnen de scholieren
met 'behulp van Oost-Indische 'inkt en
„ecoline" een verfsoort voor schoolge
bruik hun artistieke nijgingen naar har
telust botvieren. En zij doen dat ook, zoals
uit een enorme stapel tekeningen, waar
onder vaak opmerkelijke resultaten, blijkt.
Prestaties die nog aan waarde winnen,
wanneer men bedenkt dat deze klassen
nog vrijwel niets aan tekenen hebben kun
nen doen.
Actieve Oudercommissie.
Ook de Linschotenschool kan zich in een
actieve oudercommissie verheugen, die
reeds door de oprichting van een „school
fonds" voor allerlei op een school onont
beerlijke, doch door geldnood achterwege
gebleven voorzieningen kon zorgdragen.
Daarnaast bleek het mogelijk het school
verzuim binnen redelijke grenzen terug
te brengen.
Dat schoolverzuim is dikwijls een gevolg
van huiselijke omstandigheden. Moeder
gaat door de nood gedwongen uit werken
en dan moet het schoolgaande zusje maar
thuis blijven om op haar vierjarig broer
tje te passen. Maar dat gaat niet. „Neem
jij je broertje maar mee", wordt er dan
op de Linschotenschool gezegd.
Het knaapje krijgt dan een plaats naast
zijn zusje in de Idas en papier en potlood
om zich te vermaken. Dat lukt als regel
wel, tot de dreumes in slaap valt. Het
onderwijs heeft daar geen hinder van en
het meisje behoeft er geen les om te ver
zuimen.
Natuurlijk wordt zo'n regeling alleen
getroffen, indien de afwezigheid van de
moeder beslist noodzakelijk is.
„Tenslotte zijn we geen bewaarplaats;
zegt de heer De Snayer", en we laten ons
liever niet beetnemen door iemand, die
's middags op haar gemak boodschappen
wil doen".
„Waarheen?"
Wat gaan al die kinderen, die veertien
jaar zijn geworden en die dus „bevrijd"
zijn van de leerplicht, nu doen?
Velen moeten dadelijk meehelpen "de
fianciële zorg in de ouderlijke woning te
verlichten, die zie je dan een week, nadat
het schoolhek voor het laatst achter hen
is dichtgeklapt al achter een handkar lo
pen of op een bestelfiets zitten. De boven
laag gaat naar de Centrale school om het
zevende leerjaar te volgen Vandaar trek
ken de jongens naar de Ambachts-, de
meisjes naar de Huishoudschool.
Vroeger gingen er ook nog een paar
naar het ULO, maar dat is vrijwel afge
lopen, hoogstwaarschijnlijk een gevolg van
de verbeterde positie der geschoolde hand
arbeiders. Overigens is het moeilijk een
indruk te krijgen van de aantallen van
deze groepen, want het gehalte der leer
lingen wisselt soms per klas.
„Maar of ze nu tot de vlugge of tot de
langzame leerlingen behoren, of dat zij
ons nu veel of weinig moeilijkheden geven,
ze zijn ons allemaal even lief, want we
hebben met jonge mensen te maken, die
we beoordelen moeten niet naar hun ver
stand of naar hun milieu, maar voor alles
naar hun karakter en hun hart". En met
deze het gehele probleem van de opvoe
ding zo voortreffelijk samenvattende
woorden neemt onze gids afscheid van ons.
Prachtig natuurschoon valt ook in ons land steeds ten offer aan het vuur, dat vaak
veroorzaakt wordt door mensen die met bijna misdadige achteloosheid met hun
brandende sigaren- of sigaretteneindjes omspringen. De brandweer van Hengelo,
manschappen van de politie en schooljongens voerden deze week een gemeenschappe
lijke strijd tegen een heidebrand op de terreinen van het landgoed Twickel bij Delden.
Men kon echter niet verhinderen, dat een oppervlakte vg/n 25 ha. verloren ging.
Wat het Rode Kruis
in Haarlem doet
Een deel van het werk, dat het Neder
landse Rode Kruis doet, geniet algemene
bekendheid, zoals de verzorging van zieke
en gewonde soldaten in oorlogstijd, maar
men moet vooral niet denken, dat de taak
daartoe beperkt blijft. Nog afgezien van
het onnoemelijk vele, dat er in Indonesië
voor militairen en blanke en bruine bur
gers wordt gedaan, wordt ook in Neder
land onvermoeibaar gewerkt om zieken en
gewonden tot steun te zijn.
Ook in Haarlem wordt veel gedaan. In
het Parkherstellingsoord aan het Houtman
pad bij de Brouwersvaart vinden zeer
velen genezing. Verder belast het Rode
Kruis zich met de organisatie van de
bloedtransfusiedienst (in één jaar hadden
1000 transfusies plaats en werden 1300
eenheden bloedplasma aan patiënten ver
strekt). Binnenkort hoopt men ook te be
ginnen met „Welfare-werlc". De bedoeling
is de zieken, die daarvoor in aanmerking
komen, te scholen voor arbeid die zij op
hun bed kunnen verrichten.
Bovendien zal het Rode Kruis nog dit
jaar worden ingeschakeld in het mooie
werk dat de Moedermelkcentrale verricht.
Er zijn vele jonge moeders die melk kun
nen afstaan, die ten goede kan komen aan
kinderen van andere moeders die daaraan
grote behoefte hebben. Gehoopt wordt dat
vele joiige moeders zich daarvoor beschik
baar stellen, want het betreft hier een
zaak die van veel betekenis kan worden
voor de Volksgezondheid.
In de week van 30 Mei tot 4 Juni wordt
door het Rode Kruis in het bijzonder finan
ciële steun gevraagd, want hoe meer werk
er gedaan wordt, hoe groter de uitgaven
worden.
Het Rode Kruis, dat inderdaad zeer veel
doet voor het welzijn der bevolking, mag
op aller sympathie en steun aanspraak ma
ken!
Orgelbespeling
Wegens de opvoering van net Pinkster
spel „Des Heilands' Tuin" in de Grote- of
St. Bavokerk op Dinsdag 31 Mei, zal de
kosteloos toegankelijke orgelbespeling op
die dag plaats vinden van 7.30-8.30 uur.
,As 't getij verlopt"
BATAVIA, 28 Mei (Aneta). Onder
stralend weer zagen duizenden belangstel
lenden hedenmorgen de begrafenisstoet
van generaal Spoor voorbij trekken. De
drukte begon reeds om 8 uur met het langs
de gehele route opstellen van „toeschou
wers, onder wie vele Indonesiërs in hun
beste kledij. De stoet stelde zich op de
Oude Buitenzoi-gseweg op, vooraf gingen
vier compagnieën en het muziekkoi'ps van
het KNIL met omfloerste trommen en de
commandant van de stoet, generaal-majoor
Engles. Een legerauto trok het affuit, waar
op de kist stond, gedekt met de Nedei'landse
vlag, waarop lagen een helm, de decoraties
van de generaal en het bloemstuk van
mevrouw Spoor, bestaande uit witte anjers
en orchideeën. Hiernaast gingen de vier
slippendragers, generaal-majoor Mojet,
generaal-majoor Scholten, generaal-majoor
Alons en generaal-majoor Baay. Hier ach
ter volgden zestien vaandrigs en onder
luitenants als dragers, daarna mevrouw
Spoor, dr. Beel,' sultan Hamid II als ver
tegenwoordiger van Koningin Juliana, jhr.
Six als vertegenwoordiger van Prins Bern-
hard, hoge autoriteiten en deputaties van
ridders van de Militaire Willemsorde.
Aan het graf spraken dr. Beel, generaal-
majoor Buurman van Vreede, vice-admi-
raal Pinke, dr. Hilman Djajdiningrat en
dominee F. M. Kooyman.
De legercommandant, generaal Spoor,
rust thans temidden van zijn soldaten op
het ereveld Menteng Poelo aan de rand
van Batavia onder een eenvoudig houten
kruis onder nummer 46. Op het kruis staat
onder de Nederlandse driekleur het op
schrift „generaal S. H. Spoor, commandant
van het leger in Indonesië". De generaal
rust op het ereveld, dat op de zuil bij de
ingang de inscriptie draagt „op 8 Decem
ber 1947 eerste steen gelegd door zijne
excellentie luitenant-generaal S. H. Spoor".
Op het ereveld lagen ongeveer 300 bloem
stukken, wadi-onder een van Koningin
Juliana met rood-wit-blauw lint en kroon,
Voorts bloemstukken van dr. Beel, dr. Van
Mook, van de regeringen der deelstaten,
van de legerkorpsen, van vice-admiraal
Pinke, van sultan Hamid II, van de leden
der UNO-commissie ieder afzonderlijk.
Vereniging van Groningers
vierde zevende lustrum
Een paar maanden voor het begin van
de eerste wereldoorlog, om precies te zijn:
op 27 Mei 1914, had de oprichting plaats
van de vei-eniging Gruno, waarin alle ge
boren Groningei's, woonachtig te Haarlem
en omgeving nog steeds hun moedertaal in
ere houden en hun oude gebruiken in
eigen kring voortzetten. Omdat men niets
te maken wilde hebben met „dei oakelke
cultuurkoamer" schonk men geen openbare
aandacht aan het dertigjarig bestaan om
echter de schade bij het zevende lustrum
dubbel en dwars in te halen. Gisteravond
om zeven uur begon de viering van het
jubileum in de Stadsschouwburg met een
receptie, waarop ook het ei'e-lid, de oud
voorzitter dr. J, F. Steenhuis aanwezig
was, mede teneinde de gelukwensen van
het hoofdbestuur over te brengen.
In de hall stond een \tot de eerste verdie
ping reikende nabootsing van de Martini
toren, die volgens het oude lied nergens
zijn gelijke vindt. Alle bezoekers droegen
een kokarde in de provinciale kleuren -
groen en wit - en in authentieke hoeren
dracht gestoken dames presenteerden bij
de koffie de vermaarde Groninger koek in
dikke plakken. Vele bloemstukken van
zusterorganisaties prijkten in de gangen.
Trouwens: dank zij de „versierings-
kemissie" zag de zaal er al even feestelijk
uit. Voorzitter J. Houwen stale een leutige
toespraak af, waarin hij onder meer zei,
dat ook Haarlem weliswaar een centrum
bezit, doch dat dit niet halen kan bij dat
van Groningen.
De toneelclub - zoals men in het pro
gramma kan lezen: de kurk waar de ver
eniging op drijft - vertoonde vervolgens de
historische schets „As 't getij verlopt" van
de Hilversumse arts B. A. Hardenberg, die
de voorstelling bijwoonde. Deze simpele
kroniek van een geslacht, lodend over het
tijdvak van om en nabij 1870 tot ongeveer
1920, liet in grote lijnen zien hoe de boe
ren in de magere jaren van de klei naar
het veen trokken om daar met „degelkhaid
en wille vast as staol" een nieuwe toe
komst op te bouwen. Men had moeilijk een
geschiktere keuze kunnen doen, want het
ging daar op de planken „net als vroeger"
toe met die lange toebackspijpen en glan
zende slipjassen van de mannen en de
bonte omslagdoeken der vrouwen. Boven
dien werd er doorgaans zó natuurlijk ge
speeld, dat men zich helemaal thuis kon
voelen. Tussen de dialogen in het rustig
kabbelend dialect klonken van de u-egels
zuiver Nederlands (van de huzai-en vooral)
precies zo afgemeten als de teksten uit de
films' van een jaar of tien geleden.
Het is niet mogelijk om alle medewer
kenden aan deze doorlopend gezellige op
voering te noemen. Een uitzondering moge
gemaakt worden voor mejuffrouw Corry
Bolman en de heer J. van Oudemolen, op
wier net iets boven de anderen uitstekende
hoofden de hulde voor het hele gezelschap
neerdaalt. Aparte bewondering verdient
evenwel mevrouw. H. Wacha-Kol voor haar
treffende transformatie.
„De leden hebben flink sckeuteg west"
en daai-om is het feest nog lang niet afge
lopen. Vanavond wordt er geborreld, ge
dineerd en gedanst in het buitenrestau-
rant „Groenendaal" te Heemstede, waar
men morgenmiddag alweer bijeen komt om
wat na te praten en volgens oude traditie
koek te hakken. De Groningers houden er
van om gewoon te doen en nergens drukte
over te maken, doch de saamhorigheid be
trachten willen zij maar al te gaarne.
DAVID KONING
C.F.N. achteruitF.F.D. vooruit
Binnen een maand gaat Nederland weer
stemmen. Dit keer voor de gemeenteraden.
Daarom is het op 22 Juni niet één verkie
zing door het hele land, maar eigenlijk
ruim duizend verschillende verkiezingen
voor de meer dan duizend verschillende
gemeenteraden.
Het Nederlands Instituut voor de Publie
ke Opinie kan niet in al die gemeenten
verkiezings-enquétes houden. Maar wèl
heeft het N.I.P.O. in het afgelopen half
jaar veel Amsterdammers over hun poli
tieke voorkeur kunnen ondervragen.
Steeds is gevraagd op welke partij men nü
denkt te gaan stemmen. Dat was dus steeds
op het moment van ondervraging.
Alle antwoorden op deze politieke vra
gen zijn met grote zorg verwerkt en zij
leveren op het ogenblik, dus voordat de
partijen hun politieke campagne begonnen
zijn het volgende beeld op:
Hoe A'dam Raadsver-
volgende kiezing Am'
maand
denkt te
stemmen
Partij v. d. Arb. 32%
C.P.N24%
K.V.P19%
A.R. en Chr. Hist,
samen (één lijst) 14%
V.V.D11%
Rev. Comm. Partij
Overige partijen
•rdam
5 Juni 1946
'31
32
18,2%
11,7%
5,4%
Twee ernstig gewonden bij
ontploffing in cacaofabriek
In de cacaofabriek „Het Zwarte Schaap'
te Zaandam heeft zich hedenmorgen een
hevige ontploffing voorgedaan, waarbij
twee arbeiders ernstig gewond werden.
De 39-jarige J. Hooischuur en de 45-
jarige K. Jonker waren op de bovenste
verdieping van de fabi-iek bezig met het
afscheiden van cacaoboter uit cacaodoppen
door middel van benzine. Doordat kort
sluiting ontstond in een looplamp explo
deerde de benzine in de ketel en vloog in
brand. Beide mannen liepen ernstige brand
wonden op. Hooischuur klom door een
raam en sprong van het dak op straat.
Jonker wist via de trap naar beneden te
komen. De fabrieksbrandweer wist de
brand spoedig te bedwingen.
De beide arbeiders zijn naar een zieken
huis overgebracht. Hun toestand was
hedenmorgen zorgwekkend.
Oponthoud voor het treinverkeer
aan grensstations wordt beperkt
De Organisatie voor Europese Economi
sche Samenwerking te Parijs deelt het vol
gende mede:
De treinreizen in Europa zullen minder
tijd vergen, wanneer een voorstel van de
Organisatie voor Europese Economische Sa
menwerking door de negentien Europese
landen, die lid van de organisatie, zijn,
wordt aangenomen.
Maatregelen ter verkorting van het op
onthoud van internationale treinen bij
grensstations zullen op de bijeenkomst van
de uitvoerende commissie van de O.E.E.C.
te Parijs worden bestudeerd.
Vijf tot twintig procent van de i-eistijd
gaat tegenwoordig verloren aan de grens
stations van de belangrijkste Europese lij
nen. De Simplon-express brengt op zijn reis
van Parijs naar Milaan 76 minuten door te
Vallorbe aan de Frans-Zwitserse grens en
70 minuten te Brigue-Domodossola aan de
grens van Zwitserland en Italië; dit is 16
procent van de totale reistijd. Aan de
andere kant besteedt de „Blauwe Vogel
express op de route Parijs-Brussel slechts
twee minuten aan de grens, daar de
douaneformaliteiten tijdens het rijden ver
richt worden.
De commissie voor het, toerisme van de
O.E.E.C., van oordeel dat het oponthoud
aan de grenzen het internationale toeristen
verkeer belemmert, acht verhoogde samen
werking ter vergemakkelijking van de uit
voering der gr en svoor schriften noodzake
lijk. Waar het technisch mogelijk is, zTJllen
zodanige schikkingen met de douane-be
ambten worden getroffen, dat de noodzake
lijke formaliteiten tijdens de reis worden
uitgevoerd.
In October van dit jaar heeft te Brighton
(Engeland) een conferentie plaats waar de
internationale (Europese) dienstregelingen
voor de periode Mei 19501951 zullen wor
den opgesteld. De bij de O.E.E.C. aange
sloten landen zijn uitgenodigd vóór deze
datum stappen te ondernemen ter beper
king van het oponthoud aan de grenssta
tions, zulks door middel van bilaterale over
eenkomsten, en omtrent de resultaten hier-^
van aan de organisatie verslag uit te
brengen.
(De overige partijen in 1946 waren:
Protestantse Unie. Chr, Dem. Volkspartij,
Vrouwen Groep Practisch Beleid en de
Onafhankelijken).
Vergeleken met de vorige Raadsverkie
zing in Amsterdam is er dus een grote
teruggang der communisten. Er is enige
stijging bij de P. v. d. A„ Katholieken en
de Christelijke partijen en een grote stij
ging voor de Volkspartij voor Vrijheid en
Democratie (toen: Partij v. d. Vrijheid).
Op de Rev. Commun. Partij werden nog
weinig stemmen uitgebracht: minder dan
1% namelijk. Door de propaganda-cam-
pagne der partijen kan er natuurlijk nog
een en ander veranderen.
Nadruk verboden.
I BONTEKOE
HEEMSTEDE
(Bus 3)
SPOORPLEIN 4 TELEFOON 27627
Beëdigd Deskundige
(Adv.)
BINNENLAND
Te Nieuwendam brak in een houten
huis aan het Molenpad brand uit. De brand
weer, die dadelijk uitrukte, kon niet voor
komen, dat drie van de houten huizen aan
dit pad geheel uitbrandden. Van het huis
raad kon het grootste gedeelte door de buurt
bewoners worden gered.
In de Staatscourant van 27 Mei is gepu
bliceerd de beschikking tot vrijlating van de
prijzen voor enige bouwwerkzaamheden. In
deze beschikking worden in de water-, spoor-
en wegenbouw alle aannemingssommen, in
de burgerlijke- en utiliteitsbouw de aanne
mingssommen boven f 10.000 vrijgelaten.
Tevens is ingetrokken de prijzenbeschikking
berekening aannemingssom bouwwerken op
het gebied van de burgerlijke- en utiliteits
bouw 1946.
Te Laren is in de leeftijd van 63 jaar
overleden de -gepensionneerde kapitein ter
zee R. P. van de Wetering, militair raadsheer
in het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam.
Er zyn geen koop-, verkoop- en verwer
kingsvergunningen voor halffabrikaten van
non-ferro metalen meer nodig. Dit betreft
aluminium, lood, koper, tin, zink, antimo
nium en nikkel in de vorm van staven, bla
den, buizen, band, kabel, draad en andere
geprofileerde vormen. De beslaande distri
butievoorschriften blijven van kracht voor
de blokmaterialen, en vooi afval van ge
noemde non-ferro metalen. Le voorschriften
betreffende de in- en uitvoer non-ferro
metalen blijven eveneens volledig gehand
haafd.
Correspondentie voor het s.s. „Water
man", onderweg van Indonesië naar Rotter
dam, moet uiterlijk 2 Juni' worden gepost
om de opvarenden in Port Said te bereiken.
HAARLEM EN OMGEVING
Het bestuur van „Bos en Vaart Haarlem
"Zuid" legde in zijn geheel zijn functie neer.
Er werd een nieuw bestuur gekozen. Het
bestaat uit de heren H. Siebol, P. Kluit en
A. J. v. Roon.
De netto opbrengst van de collecte voor
de Stichting Kinderbewaarplaatsen bedraagt
circa f 1300. De Stichting, is over het resultaat
zeer tevreden en brengt hartelijk dank aan
allen die de collecte hebben gesteund.
Ten bate van Kerkelijke Gezinszorg,
een tak van arbeid van de diaconie der Ned.
Herv. Gemeente van Haarlem, is door de
actie van enige Haarlemse dames een bedrag
van f2556,25 bijeengebracht.
Het Schotse terrier-teefje „Gredie" vón
de heer H. Slobbe uit Haarlem-Noord be
haalde op de tentoonstelling te Groningen
het laatste nog ontbrekende kampioenschaps
certificaat, zodat „Gredie" thans definitief
kampioene is. Hetzelfde zou het geval zijn
geweest met de Tervuerense herder reu
„Vainqueur" van de heer A. Kaufmann, ware
het niet dat deze hond juist enige weken te
jong is om al definitief kampioen te kunnen
worden. „Vainqueur" werd beste der Belgi
sche rassen en beste van alle herdershonden.
Beide heren zijn lid van „Kennemerland".
De heer Wim Povel te Haarlem, redac
teur en tekstspreker van een buitenlands
filmjournaal, is uitgenodigd om voor Philips
Experimentele Televisie op 2 Juni zijn ver
telling „De koetsier van Assepoester" uit zijn
bundel „Sprookjesfiguren die onze aandacht
ontgingen" voor te dragen.
De heer J. C. van Westering uit Heem
stede is benoemd tot hoofd van een Chr.
school (Duinoordschool) te Den Haag,
De A. R. Kiesvereniging „Dr. H. Colyn"
belegt op Vrijdag 3 Juni een openbare ver
gadering in gebouw „Flora", Pretoriaplein
te Haarlem. Als sprekers zullen optreden de
heren W. C. Bakker en mr. O. H. van Wijk,
respectievelijk gemeenteraadslid van Haar
lem en Heemstede.
FEUILLETON
door ANDREW MACKENZIE
vertaald uit het Engels.
48)
Ik heb zo juist een ietwat storm
achtig onderhoud gehad met m'n chef,
deelde de inspecteur me met een bedrukte
stem mee. Op een gegeven moment dreig
de deze me zelfs, dat hij mij de zaak uit
handen zou nemen. De ontnapping van die
man bij de Monopolis Magazijnen noemde
hij een grandioze blunder.
Dat had iedereen kunnen gebeuren,
zei ik vol medeleven. Is er nog enig spoor
van die vent gevonden?
Geen enkel. Hij is in lucht opgegaan.
Ik heb een andere verrassing voor
je, merkte ik op. Ik heb Judith Taylor ge
sproken en ze heeft me verteld, dat Johnny
Barnes vermoord werd door de man met
de maskerkap.
Brannigan zette zijn glas neer en staar
de me aan. Ik vertelde hem het hele ver
haal, zoals Judith mij dit zo pas gedaan
had.
Het is wel erg jammer, dal dat vrien
dinnetje van jou niet dadelijk, naar de
pnlitie gegaan is met deze inlichting, zei
de inspecteur, toen ik klaar was. Alles
wat ze officieel verklaarde was, dat ze
die nacht goed had geslapen en geen enkel
geluid had gehoord. Ik mag veronderstel
len, dat ze weet, dat het een ernstig ver
grijp is aan de politie valse inlichtingen
te geven.
Ze was bang, dat iemand van haar
familie erin betrokken zou worden, legde
ik uit. Evenals jij is ze van mening, dat
het mysterie in de buurt van het Huis aan
de Baai moet worden gezocht.
Als ik dit eerder geweten had, zou
ik misschien in staat zijn geweest een be
schuldiging tegen Edith Simpkins te for
muleren, zei Brannigan. Haar verhaal was
waarschijnlijk één en al leugen. Als dat
meisje de waarheid spreekt en ik ge
loof, dat haar verhaal inderdaad het juiste
is dan sliep haar tante dus.
Maar waarom vond Edith Simpkins
het nódig te liegen? vroeg ik.
Om iemand anders te beschermen.
Ze was bang, dat Fellowes in een moord
zaak betrokken zou worden. Haar ver
haal gold alleen voor de tijd, dat de in
breker in het Huis was, maar het diende
tevens om de aandacht af te leiden van
de man, van wie zij vermoedde dat hij de
inbreker vermoord had.
Brannigan bestelde meer drank.
Je schijnt er een pracht methode op
na te houden om mensen tot het doen van
vertrouwelijke mededelingen te brengen,
Bob, merkte hij op.
Ik meende, dat het nu wel tijd was om
Brannigan de hele waarheid te vertellen.
Ik had een bewijsstuk achter de hand,
legde ik uit. Iets dat met het meisje te
maken had en dat ik jou niet liet zien.
En ik vertelde hem het vinden van het
sigarettenpeukje tijdens mijn onderzoek
op eigen houtje die nacht in de buurt van
de plaats van de moord. Toen ik mijn ver
haal gedaan had, schudde Brannigan zijn
hoofd.
Je benl werkelijk een van de minst
beginselvaste assistenten, die een hard-
zwoegende politieman zich uit zou kun-
nen zoeken, zei hij. Ten behoeve van een
aardig gezichtje nam je de verantwoor
ding op je een waardevolle aanwijzing ach
ter te houden. Naar wat jij wist, had het
meisje heel goed een moordenares kun
nen zijn.
Ik kan er een eed op doen, dat het
meisje volkomen onschuldig is, barstte ik
uit. Het is een verdachtmaking, die je niet
siert, Brannigan. Ik weet, dat ik een aan
merking verdiend heb wegens het achter
houden van het sigaretteneindje, maar
werkelijk, Judith is niet tot moord in
staat.
Ik greep mijn hoed en wilde weggaan,
toen ik opeens mijn arm in de machtige
greep van Brannigan's stevige hand voel
de.
Neem het niet zo zwaar op, Bob, zei
de inspecteur. Ik begrijp je gevoelens wat
dat meisje betreft heus wel. In deze hele
waanzinnige geschiedenis beweegt zich die
man met de maskerkap en als zij zegt, dat
ze hem zelf gezien heeft, dan geloof ik
haar.
Ik liet me weer in een stoel vallen.
Maar wie is dan toch in hemels
naam die mysterieuze figuur? vroeg ik.
Het kan de dominee geweest zijn of Fel
lowes. Of misschien Arthur Carfrew. Als
het de dominee was, wat belette hem de
kap in de struiken te verbergen om deze
de volgende dag weg te halen?
We hebben de hele omtrek zorgvul
dig afgezocht de volgende morgen, ant
woordde Brannigan. Maar een dergelijke
kap kan heel gemakkelijk opgerold en
onder een jas verborgen worden. Nu ik
dat verhaal van het meisje gehoord heb,
zal ik de dominee toch eens gaan onder
vragen. Ik zal hera ook laten vertellen,
wat hij vandaag precies heeft uitgevoerd.
Hij zal er niet gemakkelijk met een ver
haaltje afkomen. Ik zal het hem zó zuur
maken, dat hij het betreuren zal zich ooit
met andermans zaken bemoeid te hebben.
Wanneer ga je hem opzoeken? vroeg
ik.
Zodra ik in het dorp terug ben. En
als hij me niet behoorlijk antwoordt, dan
zou hij wel eens overgebracht kunnen
worden naar een plaats, waar hij geen
Zondagse predikaties kan houden.
Aan BBrannigan's gezicht kon ik zien,
dat het geen zin had, hem verdere vragen
te stellen. Op dat moment vèelde hij zich
kennelijk nog vrij wanhopig. Ik benijdde
de dominee het aanstaand onderhoud met
de inspecteur niet.
HOOFDSTUK XIX.
Het was tegen tienen, toen de politie
auto ons aan de voet van de heuvel,
waarop de pastorie stond, afzette. De huis
houdster van de dominee deelde ons mede,
dat haar meester nog niet terug was ge
keerd. Op Brannigan's verzoek werden
we in de studeerkamer gelaten om daar
op zijn thuiskomst te wachten. De wanden
van het vertrek waren in beslag genomen
door boekenkasten vol met oude, verwaar
loosde theologische werken, zoals men die
wel in tweedehands boekwinkels ziet.
Wat vind je van deze bibliotheek?
vroeg Brannigan mij, terwijl hij in de rich
ting van de boeken, die dik onder het stof
zaten, wees.
Ze worden niet al te veel gebruikt,
zou ik zo zeggen, antwoordde ik.
Die indruk krijg ik ook. Die dominee
van ons schijnt niet bepaald een ijverig
theoloog te zijn. Hij schijnt meer tijd te
besteden aan het bestuderen van de natuur,
Hier zijn twee boeken over vogels en één
over insecten. Het zou me niets verbazen,
als dat ding daar tegen de muur aan, een
vlindernet is. Eén van het ouderwetse
soort. Als deze stoel mijn gewicht kan
dragen, zal ik er eens bijklimmen om het
nauwkeuriger te bekijken. Het zou grap
pig zijn, er een mot mee te vangen.
Brannigan voegde de daad bij het woord
en hield het netje in zijn handen. Hij
stond op het punt om weer van de stoel
af te stappen, toen deze een hevig gekraak
liet horen. De inspecteur sprong op de
grond, maar verloor daarbij z'n evenwicht
en hield zich met veel moeite, door het
zware eikenhouten bureau vast te grijpen,
staande. Een stapel boeken viel op
de grond en een rollejte donkergekleurd
goed. Brannigan veegde het stof van zijn
kleren.
Als dit gestommel de huishoudster
niet halsoverkop hier binnen doet rennen,
dan ben ik een boon, merkte hij op.
Maar de huishoudster gaf geen teken
van leven. Het geluid van een auto duidde
er echter op, dat de dominee teruggekeerd
was,
Help me even die boeken weer op
hun plaats te leggen, beval de inspecteur.
Het moet er hier niet uitzien, alsof wij
zijn studeerkamer aan het afbreken waren.
Zo, dat is beter. Wat moeten we in 's he
melsnaam doen met die rol zwart goed.
Geef maar hier, ik zal die achter het
bureau mikken.
Ik wierp Brannigan het bundeltje toe,
dat gedeeltelijk losrolde. Op het gezicht
van mijn metgezel was opeens een gewel
dige emotie waar te nemen. Hij rolde de
bundel verder los, en toen was er niet lan
ger enige twijfel mogelijk: Brannigan hield
de maskerkap van de man, die bij het
Huis aan de Baai spookte, in zijn handen!
Ik geloof wel, dat ik een gevoel van
voldoening had behoren te hebben bij deze
ontdekking, die onze vermoedens ten aan
zien van de dominee bevestigden, maar in
plaats daarvan voelde ik iets van teleur
stelling. Het leek opeens" allemaal zo ge
woon, zo derde-rangs, na alle gecompli
ceerde aanwijzingen, die we gevolgd had
den en die een opwindender einde voor
speld hadden dan deze toevallige ontdek
king bij een schrijftafel.
We hoorden de voordeur dichtslaan en
wisten, dat de dominee nu ieder ogenblik
voor ons zou kunnen staan. Brannigan
liet de kap achter het bureau vallen. Met
een blik beduidde hij mij, dat we niets
moesten laten merken over onze ontdek
king.
Wat een verrassing! begroette een
stralende dominee ons, terwijl hij zijn han
den in elkaar wreef. Ik neem aan, dat u
me voor zaken komt opzoeken op dit nach
telijk uur, voegde hij eraan toe. Ik werd
nogalehopgehouden.
U bent zeker in Londen geweest?
vroeg Brannigan.
Ja, een klein uitstapje, zowel voor
zaken als voor mijn genoegen. Ik heb een
paar nieuwe boeken gekocht en de doch
ter van een dierbare vriend van me be
zocht, die zwaar ziek in het kinder
ziekenhuis in Great Ormond Street ligt.
Dat was een triest bezoek.
De dominee keek bedroefd.
(Wordt vervolgd).