Cwids WEEKRECLAME
17.75
De Grote Houtstraat
in vroegere eeuwen
„Nikkes goed"
Een (dag voorbij
Reeds 40 jaren verkoopt
Huizing
Specialiteit BALLY
Aan de bron
ZOMERWEELDE BIJ
Vrij<Ia<r 24 Juni 1949
Haarlems Dagblad
9
ter gelegenheid van de. heropening van haar geheel gerestau
reerd filiaal GROTE HOUTSTRAAT 102A en het 40-jarig bestaan
van de Grote Houtstraatvereniging:
Van 25/6 t/m 30/6 1949:
Spritsstukken nu 5 stuks van 30 voor 25 cent
Haarlemse koeken 5 stuks 22 cent.
Zaterdag 25 Juni 1949:
Amandelbroodjes van 13 cent voor 11 cent per stuk
Wenerschijven van 95 cent voor 86 cent per stuk
Vruchtencake van 135 cent voor 110 cent per stuk
Arnhemse meisjes van 83 cent voor 68 cent per V2 pond
Als openingsreclame
op Zaterdag 25 Juni 1949:
Een heerlijke Hard Wenertaart van f 1.50 voor f 0.95 per stuk
Slagroomhoorns van 19 cent voor 15 cent per stuk
Ziet de attractie in onze étalage waaraan voor de goede op
lossers prijzen zijn verbonden
CARELS BROOD KWALITEITSBROOD
3 x daags vers in onze filialen verkrijgbaar!
Het eerste contact is gelegd. De tweede van rechts is de 'man die durft. Hij voert het
hoge woord. Misschien nodigt hij de meisjes uit voor een bioscoopje en zij mogen
hem wel om zijn branie. Nu giechelen zij nógmaar straks zullen zij gearmd weg-
stappen. En de vrouw achter het venster schijnt te zeggen: „Zie je hoe gemakkelijk
het gaat in de Grote Houtstraat".
baar, at werkt hij op de spitsuren in een
razend tempo, en maakt sterk de indruk,
dat alleen een paai' wettelijke voorschrif
ten en het feit dat zijn klanten wèl moetéh
slapen, hem doen besluiten om de resteren
de zeven uren niet ook nog door te werken.
Arturo Zardus, die er met zijn blauwe
ogen, blonde haren en forse postuur hele
maal niet als een Italiaan uitziet, heeft
nog steeds de Italiaanse nationaliteit. Na
tuurlijk zou li ij best nog eens naar Italië
terug willen. Maar niet voorgoed. Hij zit
hier nu al bijna twintig jaar, hij heeft niet
slecht geboerd en zijn kinderen, die hier
op school gaan, zijn al helemaal gewend.
Hij ook trouwens, al zegt hij nog steeds
achter iedere zin echt op z'n Italiaans „Eh",
als wilde hij informeren, of hij wel gelijk
heeft. Voorlopig is hij hier best tevreden
tussen z'n glanzende ijsmachines waar geen
dof plekje op mag zitten en waarmee hij
de recepten realiseert die zijn vaderland
ontwierp als remedie tegen een hitte, die
een voortdurend gevaar vormt voor de
mussen op de daken. Over twee dingen is
hij alleen minder te spreken. Ten eerste
dat juist nu, nu de betere grondstoffen-
voorziening het "hem mogelijk maakt „ge-
lati" te fabriceren waar een Italiaan trots
op zou wezen, ook hij de geldschaarste
onder het publiek maar al te duidelijk
merkt en ten tweede de chronische weige
ring van de weergoden om ook iets te pro
duceren dat opeen ordentelijke zomer
lijkt. „Voor de winter is het mooi weer
èh?" zegt Arturo Zardus.
Arturo „Gelati"Zardus.
En voor hen die zich zelfs deze luxe niet
kunnen permitteren zit er in een winkel
portiek altijd wel een kleine.gele man met
engelengeduld achter zijn koffer met
snoep. Met deze pinda-Chinees (die overi
gens helemaal geen pinda-pinda meer. ver
koopt) is het lastig praten. Ten eerste
draagt het taalverschil niet direct tot een
vlotte conversatie bij en ten tweede is hij
vervuld van een voortdurende argwaan
tegen een iègelijk die hem meer vraagt dan
de prijs van een rolletje drop. Hij zegt dan
al spoedig „niks velstaan ikke" en trekt
barbij een gezicht van wat-gaat-het-je-
an. Daartoe heeft hij reden te over, want
de behandeling die deze ijverige en zui
nige makkers ten deel is gevallen, is niets
om over naar huis te schrijven. In de
crisis-tijd zetten de scheepvaartmaatschap
pijen, die hun schepen bij bosjes oplegden,
hen in Amsterdam aan de wal met een
loonzakje en het welgemeend advies om
fluks aan het doppen van de eigen soja-
boontjes te beginnen. Sindsdien hebben zij
een beroerde tijd gehad en al konden ze
wat verdieneh toen het snoep op de bon
was en dè economische rechter wat hen
betrof een oogje dichtkneep, nu alles weer
vrij is, wordt het voor hen vrijwel onmoge
lijk een droge boterham te verdienen.
Nochtans houden zij er het leven er^ wan
neer zij onder elkaar zijn, zelfs het goede
humeur bij. Meer kunnen wij u over Wang
niet vertellen, want hij vatte zijn levens
beschouwing samen in de woorden „Veel
plate, nikkes goed".
Wanneer dan de klok van de Grote Kerk
zijn twaalf slagen aver de oude stad laat
klinken, is de dag voorbij. De bioscopen
zijn uitgegaan en de mensen zijn naar huis.
Een enkele late café-gast komt nog met
onregelmatige tred langs, een niet bestaand
lied voor zich heen brommend. Dan wordt
het stil. Alleen de stappen van een pa
trouillerende agent klinken nog door de
maanverlichte straat. De Grote Houtstraat
slaapt.
Er is weer een dag ten einde. Weer een
dag waarin kleine mensen met al hun hoop,
al hun teleurstellingen, al hun kleine aspi
raties en mo.eilijkheden druk bezig waren
in deze straat. Waarin gecijferd en gere
kend, gekibbeld en geglimlacht werd.
Een dag als alle andere.
De mensen slapen weer.
De straat is leeg.
Hoogtepunten uit het leven
van een straat
In de afgelopen veertig jaar heeft de
Grote Houtstraat een lange reeks bijzon
dere gebeurtenissen gekend. Op 25 Juni
J909 is de Grote Houtstraatvereniging ont
staan uit de feestviering ter gelegenheid
v-an Juliana's geboorte. In het eerste be
stuur hadden A. Meijer, mr. H. Ph. 't Hooft,
B. Langeveld, II. J. Leupen en M. Scheer
zitting. In 1910 werd de vereniging al spoe
dig actief, toen de straat moest worden op
gebroken voor de aanleg der electrische
tram; een request aan het gemeentebestuur
ging in zee om de Grote Houtstraat te as
falteren. Dit request werd door B. en W.
in overweging genomen, maar het duurde
tot 31 December 1923 voor in de gemeente
raad het definitieve besluit tot asfaltering
werd genomen.
In 1911 werd de heer J. C. Peereboom
bestuurslid van de vereniging.
Toen in 1914 de oorlog uitbrak werd in
de Grote Houtstraat een comité gevormd
om Belgische vluchtelingen te helpen. In
verscheidene woningen vonden zij eea tij
delijk tehuis. Vlak na de eerste wereld
oorlog, op 22 November 1918, brachten Ko
ningin Wilhelmina en de Koningin-moeder
een bezoek aan de stad, en enkele Grote
Houtstraatbewoners viel de eer ten deel
op het stadhuis aan de Vorstinnen te wor
den voorgesteld.
Toen in 1921 het gemeentebestuur met
een voorstel kwam de straatbelasting voor
die straten, die geasfalteerd zouden wor
den, te verhogen, ondernam de Grote Hout
straatvereniging samen met andere straat
verenigingen een actie tegen dit voorstel,
die succes had: c.e belastingverhoging bleef
uit.
Op 28 Augustus 1925 bracht de Konink
lijke familie wederom een bezoek aan
Haarlem; de Grote Houtstraat nam opge
wekt aan de feesten deel. In 1926 werd
met succes een inzameling gehouden voor
slachtoffers van de watersnood.
In 1934 wij slaan een aantal feeste
lijke gebeurtenissen over organiseerde
de vereniging een feestweek ter gelegen
heid van haar 25-jarig bestaan, en ook het
zesde lustrum werd met verve gevierd.
In de oorlogsjaren 1940-'45 trad de ver
eniging niet naar buiten op; het bleef bij
enkele bestuursvergaderingen. Doch na de
bevrijding werd men weer actief, zodat de
Grote Houtstraat in grootse vorm kon deel
nemen aan de herdenking van het 700-
jarig bestaan der stad in 1946, en de vie
ring van het regeringsjubileum van Ko
ningin Wilhelmina in 1948.
Tenslotte een belangrijk feit uit het af
gelopen jaar: de tram verdween!
in de zaak GROTE HOUTSTRAAT 42-44
de beste en mooiste schoenen
Er is daar wat bijzonders te doen voor
het gebouw van Haarlems Dagblad, er
moet iets geweldigs te zien zijn op die bor
den, want daar staan de mensen op een
hoop met gerekte halzen omhoog te zien.
Ge kunt het niet laten om er tussen te
kruipen en te kijken wat er aan de hand
is. Het is interessant wat daar te lezen
staat.
Het is te begrijpen dat de mensen daar "hun
dagelijkse gang door de Grote Houtstraat
even voor onderbreken, zij moeten op de
hoogte blijven van wat er in de wereld ge
beurt. Zij kijken en lezen en praten er
onder elkaar over.
Het is iets, zegt een moedertje dat zwaar
op haar paraplu leunt om zich in haar
laatste levensjaren staande te houden en
moeizaam' haar rimpelige halsje omhoog
strekt naar het nieuws. Het is iets, het is
een rare wereld. In mijn jonge tijd hoorde
ge daar niet van, toep kon dat niet ge
beuren. Het is een rare wereld, ge kunt
er met uw verstand niet meer bij.
Zo gaat gê voelen dat ge oud wordt en dat
de tijden veranderd zijn. En dat staat daar
zo op die borden geschreven alsof het iels
heel gewoons is. Het' is iets.
De grote man met zijn geweldige kromme
pijp, waaraan hij bedachtzaam en tevreden
zuigt, zegt niet dat het iets is. Hij neemt
zijn pijp niet tussen de tanden uit als hij
gromt, dat hij dat al lang eerder verwacht
had. Het moest er van komen. En nu hebt
ge fyet, nu is het zo laat. Daar zullen heel
wat mensen vandaag zich druk om maken,
daar zal weer wat over geredeneerd wor
den.
Het jonge meisje in het groen, dat als een
frisse bloemknop tussen de grauwe menigte
staat, kijkt onbewogen en nuchter naai' de
witte letters op de zwarte borden. Zij heeft
er weinig belang bij wat daar te lezen staat,
haar leven gaat langs paden en wegen
waar andere distels en doornen groeien.
Zij is van haar blinkende fiets gestapt om
dat zij weten wil waarom er mensen stil
staan, zij behoort dat te weten omdat zij
alles leren wil wat te maken heeft met het
leven 'waarin zij haar intrede heeft ge
daan. Maar zij gaat verder met een nuch
tere blik.
Twee gezellige huismoeders staan ook
te lezen, zij spellen de woorden hardop
voor elkaar en beginnen telkens opnieuw
omdat zij ondertussen aan andere zorgen
denken. De ene vertelt tussen de regels
door dat haar Jan vanmorgen met de bof
uit bed kwam, hij had een gezicht als een
nijlpaard, hij kon er niet mee de deur uit.
De andere heeft maar half geluisterd naar
die bof-geschiedenis van Jan, zij zegt in
gepeins dat het ongezellig is om zo op te
staan, en dat hij er niet mee de deur uit
kon, ja, heeft hij niet geprobeerd om door
het raam
Dat geeft een hysterische lach van de
eigenares van de boffende Jan, mens, ge
begrijpt het verkeerd, hij kon met zo'n
wang niet naar zijn werk, in die schrale
wind, er zou licht wat bij kunnen komen.
Ik zal hem eens gaan vertellen wat daar
op die borden staat, dat zal hem interes
seren,.hij houdt die dingen altijd bij. Kom,
we zullen maar eens opstappen, het lijkt
of we vandaag niets anders meer te doen
hebben.
Ja, het lijkt of al die mensen vandaag
niets anders te doen hebben dan nieuws te
etem Zij lezen het, zij dragen het mee de
stad in en vertellen het tegen allen die het
horen willen. Zij vertellen het als een
nieuwtje wagr veel van afhangt, zij
strooien het rond als een pamflet. Zo gaat
dat met alle nieuws, de mensen houden el
kaar bezig met dingen te vertellen die nog
niet iedereen weet. Zo wordt dag in dag
uit het gloeiendste nieuws oud en koud ge
praat de héle wereld over, het levendigste
nieuwtje gaat dood in de massa der pra
tende mensen. En de bron van het nieuws
blijft gestadig vloeien, zoals de zon iedere
dag opnieuw weer licht geeft. Die bron
droogt niet uit, er is een geheimzinnige ader
ergens op de wereld die maar spuien blijft
en de mensen lessen hun dorst die nooit
over gaat. Als water in 'een mand vloeit
het nieuws in de mensheid, uit döizend
kranen, er is geen pompen aan.
t t
Hoe aardig is het te bedenken dat die
menigte, die daar met hongerige ogen de
borden in de Grote Houtstraat leest, en
zich afvraagt hoe die onophoudelijke
stroom van nieuws toch kan blijven en
blijven vloeien, zich niet realiseert hoe
dichtbij de bron van die stroom is:
Want die bron, lezende mensheid, dat zijt
ge zelve.
Chique wit
nubuck zomermodel
California-systeem.
Prima wit lederen
zomerschoen,
leuk.opengewerkt
Zeer aardig
opengewerkt kinder
schoentje in beige
en wit leder. Crêpe A uU
Onderwerk. v.a. TT a
Filiaal te Haarlem: Grote Houtstraat 64
Luchtig en veerkrachtig.
Lichtbruine zomer-
molière met starm-
wad
Hoe de Grote Houtstraat b\j het Verwulft
iii vroeger eeuwen was.
laatst der 16e eeuw het water tussen Gr.
Houtstraat en Gierstraat overwelfd werd
(de naam Verwulft herinnert daaraan). In
1859 nu 90 jaar geleden werd beslo
ten de Oude Gracht te dempen, welk werk
in 1860 werd uitgevoerd.
Allan, die in 1874 (nu juist 75 jaar ge
leden) zijn boek over de geschiedenis van
Haarlem schreef geeft een vrij volledige
opsomming van alle gebouwen en winkels
die toen in de Grote Houtstraat gevonden
werden. Wij zelf hebben die straat gekend
zoals zij 50 jaar geleden was. Daarom kun
nen wij vergelijkingen maken en vaststel
len dat in die kwarteeuw heel weinig ver
anderd is. De belangrijke verbouwingen
en vernieuwingen modernisering van de
winkels zowel uit- als inwendig zijn pas
gekomen na 1910, zodat die samenvallen
met het bestaan der Grote Houtstraat-ver
eniging.
Het zielental van Haarlem groeide ge
leidelijk. In 1850 waren er 25.800 Haarlem
mers, in 1875: 34.250, in 1900: 55.000. De
grote groei is daarna pas gekomen.
Een halve eeuw geleden was alles in de
Grote Houtstraat nog heel gemoedelijk.
Het paarden-trammet je dat in 1878 is
gaan rijden rolde nog met een sukkel-
gangetje, terwijl de koetsier luid bellend
de voetgangers van de rijweg op het veilige
trottoir dreef. Maar de koetsier toonde ook
niet veel haast te hebben, want overal waar
een passagier wilde in- of uitstappen, stopte
hij! 't Gebeurde zelfs wel dat hij even pau
zeerde om een passagier in staat te stellen
ergens een brief of een pakje af te geven!
De hoek Grote HoutstraatSpekftraai
ongeveer 75 jaar geleden.
Typerend voor de rust die er in die tijd
nog in de Gr. Houtstraat heerste, is dat de
smid Van der Vaart die zijn werkplaats
had op de hoek Gr. HoutstraatGed. Oude
Gracht kippen hield, die kalmpjes op
straat vertier zochten!
Typisch beeld van de Grote Houtstraat bij
de Houtbrug waar toen nog de Dobbel
stenen stonden.
Maar de geschiedenis der Grote hout
straat-vereniging gaat parallel met de mo
dernisering van de straat. Geregeld waren
de timmerlieden en metselaars daar aan
het werk. De hoefsmederij, tegenover het
Proveniershuis gelegeh, waar de paarden,
staande op het trottoir, beslagen werden,
verdween. Evenzo de twee stalhouderijen
(één op de hoek van de Raamsingel en één
tegenover de Korte Houtstraat) waar zo
veel openterrein bij was, dat de paarden
elke dag aan het halster geleid een beetje
mochten draven. Dit lokte steeds kijklus-
tigr
Wie thans door de Gr. Houtstraat wandelt
en alle percelen bekijkt, zal opmerken dat
er betrekkelijk weinig zijn die nog in de
zelfde toestand zijn als een halve eeuw ge
leden. Het is jammer dat niet lang geleden
de rooilijnen belangrijk achteruit gebracht
zijn. Dan zouden wij geleidelijk verbre
dingen gekregen hebben en hadden wij nu
een veel bredere straat gehad, die meer
zou voldoen aan de hoge eisen van het
sterk toegenomen verkeer.
Het is begrijp'elijk dat er in de Grote
Houtstraat weinig heel oude gebouwqn ge
vonden worden, want bij de grote brand
van 1576 zijn alleen in die straat 77 gebou
wen en woningen verwoest. In totaal wer
den bij die ramp in de stad 500 huizen een
prooi der vlammen, daarenboven nog ver
scheidene kerken, kloostergebouwen en
gasthuizen.
De huizen waren toen niet kostbaar, want
de totale schade in de stad werd geraamd
op 4 ton. Nu is het geld wel veel minder
waard dan toen, maar de conclusie ligt toch
voor de hand dat de gebouwen en huizen
toen veel eenvoudiger van opzet waren.
Toen 't Proveniershuis Herenlogement was
Ewi der oudste gebouwen in de Gr. Hout-
stralx is het Proveniershuis. Vroeger stond
daar ter plaatse het St. Michielsklooster,
dat in .1576 tot Doelen voor de schutterij
werd verbouwd. De fraaie topgeveLbij de
Doelstraat is vermoedelijk ontworpen door
Lieven de Key, de bekende stadsbouw
meester.
Later werden in dit gebouwencomplex
de proveniers (oudjes die zich inkochten
in een huis om daar een onbezoi'gde oude
dag te hebben) gehuisvest. Ook is het nog
gebruikt als herenlogement. Thans wordt
het gebruikt door de dienst van Sociale
Zaken.
Hoe de winkelstraat
zich ontwikkelde
Het eigenaardige was dat de Grote Hout
straat in die tijd aan beide kanten een ern
stige verkeersbelemmering had. In het Zui
den de Houtpoort, in het Noorden bij de
Grote Markt een zeer nauwe ingang. Deze
verdween pas toen in 1880 het nieuwe ge
bouw van de sociëteit „Trou moet Blycken"
op de hoeken Grote Markt-Gr. Houtstraat-
Spekstraat verrees. Nu wordt dit gebouw
gebruikt door een bankinstelling en twee
winkeliers. De sociëteit verhuisde naar een
fraai patriciërshuis in het Zuidelijke deel
van dezelfde straat. Daardoor kon de Gr.
Houtstraat op dat punt 5 meter verbreed
worden. Nu was het in die tijd nog niet zo
heel erg, omdat er betrekkelijk weinig rij-
verkeer in de Gr. Houtstraat was. Enige
keren per dag reed daar de postkoets en
diligence, verder werden er wat equipages
gezien, maar .weinig vrachtwagens.
Interessant is een tekening van de Gr.
Houtstraat zoals die omstreeks 1650 was.
Zij heeft betrekking op het gedeelte van de
Houtstraat nabij'de Anegang, Onze winkel
straat bood toen uit bouwkunstig oogpunt
veel fraais. Alle winkels hadden mooie
trapgevels en de meeste hadden ook luifels,
uithangborden en kelder-ingangen, die het
geheel een schilderachtige aanblik gaven.
Nu zouden wij die kelder-ingangen ge
duchte sta-in-cle-wegs vinden!
Een beletsel was het feit, dat de Oude
Gracht, de Gr. Houtstraat sneed. De be
trekkelijk smalle brug werd vooral 's win
ters als de straten glad waren een moeilijk
heid. Een verbetering ontstond toen in het
In de loop der eeuwen kreeg de Grote
Houtstraat veel aantrekkingskracht voor
winkeliers. Ze werd de winkelstraat bij
uitnemendheid. En zo is het gebleven!
Nog een eeuw geleden was het wat het
verkeer betreft in de stad een gemoede
lijke toestand. -De tekening van de Gr.
Houtpoort (gezien van de stadskant) geeft
daarvan een treffend beeld. Al het verkeer
moest de vrij smalle stadspoort passeren.
Een wat hoog beladen wagen nam alle
ruimte in beslag. Die poort is pas in 1825
De Grote Houtstraat omstreeks 1650 lever
de een schilderachtig beeld.
HET 40-JARIG BESTAAN der Grote
Houtstraat-vereniging is een gerede
aanleiding om een blik in het verleden te
slaan.
Over de 13e tot 16e eeuw is weinig be
kend. De mededelingen die daarover in de
historieboeken te vinden zijn, munten he
laas uit in kortheid en zijn bovendien nog
vaag. Wel is er uit op te maken dat ook in
die tijd de Grote Houtstraat al een der voor
naamste straten was. Haarlem was toen
evenwel nog een klein provinciestadje, zo
dat ook de hoofdstraat geen allures had.
Een winkelstraat was het in die tijd blijk
baar nog niet, want er worden nog al wat
inrichtingen genoemd die daar toen geves
tigd waren. Allereerst het in 1249 ge
bouwde Karmelietenklooster, dat gevon
den werd op de plek waar nu de Houtstraat
en de Anegang samenkomen. De Gulden
bergpoort is daarvan nog een restant. In
die tijd was er ook een ziekenhuis in de
Grote Houtstraat, waar dat gestaan heeft
is niet zeker. Zulke inrichtingen namen
met hun vrij grote gebouwencomplexen
veel ruimte in beslag. Bovendien moefcmen
bedenken, dat de Gr. Houtstraat zich toen
slechts uitstrekte van de Grote Markt (het
Sant) tot de Oude Gracht.
Gezicht op de binnenkant van de Grote
Houtpoort. De betrekkelijk kleine poort
opening was toen nog voldoende voor het
verkeer van wandelaars en voertuigen.
gesloopt. Zij werd toen vervangen door een
ijzeren hek met de Kommiezenhuisjes. Deze
afsluiting van de „vesting" bleef nodig, om
dat anders de heffing van verschillende ste
delijke accijnzen in het gedrang zou komen.
De Grote Houtstraat
nog een zandweg
Voor ons begrip doet het vreemd aan te
lezen dat er in 1312 in Haarlem nog geen
geplaveide straten waren. Ook de Grote
Houtstraat dus een zandweg! Nu de straat
weer een nieuw asfaltdek gekregen heeft
waarderen wij dat wel. Wanneer de Gr.
Houtstraat bestraat is geworden weten wij
niet, alleen is vast te stellen dat dit voor
1624 is gebeurd, want tijdens botsingen van
de Hoeken en Kabeljauwen werden stenen
gegooid, die opgebroken waren in die straat.
De noodlottige brand
van 1576
De smalle ingang van de Grote Houtstraat
bij de Grote Markt. Pas in 1880 werd de
straat op dit punt met 5 meter verbreed.