c IT DIE SCHATTEN Litteraire Kanttekeningen SCHOOLBOEKEN Pond sterling opnieuw in opspraak van het Frans Halsmuseum Agenda voor Haarlem Zaterdag 27 Augustus 1949 GOETHE, DE MENS „Wie es uuch ist, das Leben, es ist gut.' BETER KAN MEN, dunkt me, Goethe op zijn tweehonderdste geboortedag niet huldigen dan door voor die ogenblikken het vele, al te vele, dat over hem werd ge schreven te vergeten voor zover men er, geboeid door zijn machtige persoonlijkheid, vertrouwd mee raakte, en hèm, deze al zijdige dichter en denker vorser en verza melaar, vriend en minnaar, hemelbestor mer en minister, te danken voor het onver gelijkelijke en onvervangbare, dat hij met zijn leven bijdroeg tot de vorming van de Europese cultuur, van ons eigen leven. Een eeuw „Goethe-onderzoek" heeft uit zijn gedichten en spreuken, zijn tragedies, zijn blij- en feestspelen, zijn natuurweten schappelijke en historische studiën, zijn brieven en te boek gestelde gesprekken, in geschrifte een Goethe-standbeeld opge richt, waarin trek voor trek de klassieke evenmaat, de ondeelbare eenheid van leven en werk, de harmonie van natuur en geest, gegrift zou staan: Goethe, de mens die de chaos in zich geordend, de tegenstellingen overwonnen had. Maar het is niet deze Goethe, die ons zo na, zo warm-menselijk, aan het hart ligt: déze Goethe is een legen de. En als hij, ironisch-toeschietelijk of terughoudend-zwijgend, bij tijden zo scheen, dan was het de Goethe, die hij zelf verlangde te zijn. die in zijn eigen ogen „ideale" Goethe, die enkel kon leven in het volmaaktste van zijn werk. hm Wolfgang von Goethe Al tijdens zijn leven gold hij als een mythe. Er ging van zijn persoon een orï- weerstaanbaar-betoverende aantrekkings kracht uit, méér nog dan van zijn werk, dat men matig kende en dan nog maar matig begreep. Men had natuurlijk zijn jeugdwerk, de „Werther", dat als een wer velwind door Europa ging, gelezen, men had er zelfs mee gedweept. Maar het eerste deel van de „Faust" vond weinig weer klank, „Pandora" bleef vrijwel onbekend, de „Wahlverwantschaften" wekte beroering en aanstoot, „Wilhelm Meister", dat een cultuurperiode afsloot en een nieuwe open de, waardeerde men matig en de „West- östliche Divan", deze jubelende en tevens mystiek-wijsgerige bundel liefdeslyriek, die alleen nog overtroffen zou worden door de tien jaren later gedichte, tragische „Ma- rienbader Elegie", bleef vrijwel onver kocht. En toch trok men van heinde en ver. uit alle oorden van Europa, als pelgrim naar Weimar: de geleerden om de ontdek ker van een kleurentheorie of van het tus- senkaakbeen hun hulde te betuigen, de dichters om althans eenmaal de „grote man van Weimar", deze komeet onder de sterren van dichtend Europa, gezien en gesproken te hebben. En wie ontmoette men? Er wa ren gasten, die het voorrecht genoten, door de „onweerstaanbare" Goethe te worden ontvangen; maar talrijker waren degenen die ontnuchterd werden door een weinig toeschietelijk, vrijwel ongenaakbaar man, koel en vormelijk, wat burgerlijk-stijf een man die meesterlijk de kunst verstond, mensen op een afstand te houden, zijn vrienden (met uitzondering van Zeiter mis schien) nog juist veroorloofde te naderen tot de buitenste wallen van zijn leven en zich hoogstens aan een enkele, uitverkoren vriendin toonde zoals hij was. De Weimarse Minister Geheimrath Wolf gang von Goethe, de theaterdirecteur, de gastheer in het huis aan de Frauenplan, die voor de bezoekers zijn meningen ten beste gaf over beeldende kunst en historie, over wolken en licht, maatschappij en wereld litteratuur (en zich daarbij zo verrassend en verrukkelijk kon tegenspreken), was niet de „Titaan", de „Olympiër" waartoe men hem later in verheerlijking (en ten koste vanGoethe) verhief. De andere, eigenlijke Goethe de Goethe van onze bewondering die men zelf in een jarenlang verkeer met zijn werk moet ontdekken, trok zich als de tovenaar Merlijn terug in zijn „hol" en „boog zich daar (dit meesterlijk beeld is van Ortega Y Gasset) over zijn leven", dat niet zo onbe zwaard was als hij het in zijn uitspraken graag deed voorkomen. De Rococo-jonker der jeugdjaren, de hemelbestormer vol „Sturm und Drang", de minnaar van Frie- derike, van Lotte, van Lili, had aan zijn drang tot ongebondenheid geen gehoor ge geven; hij was mentor van een vorst, was minister van het mïniatuur-groothertoadom Weimar geworden. Hii kende de demoni sche krachten die in hem sluimerden en meende ze niet beter te kunnen bezweren dan door ijzeren arbeidstucht, door wil tot het werk, door afstand-doen en afstand bewaren. De dichter in hem bedwong de man-van-de-wereld en de burger be- Lustrumviering van Eindhovens bevrijding van de Duitsers Met het herdenkingsspel „Verzet in Modlin" dat het verzet der Joden tegen de tyran Antiochus uitbeeldt, van A. J. Zoetmulder en geregisseerd wordt door Louis Saalborn en gespeeld door Eindho- vense amateurs, wordt de vijfde herden king van de bevrijding van Eindhoven op 17 September geopend. Men hoopt, dat op de première-avond veldmaarschalk Mont gomery aanwezig zal zijn. De reeds traditioneel geworden en grote aantallen bezoekers trekkende „Lichtjesdag" zal dit jaar in het teken ko men staan van de legers die Eindhoven hebben bevrijd: de 21e legergroep (waar van Montgomery commandant was) en het Tweede Britse leger. De illuminatie dei- stad zal vooral bestaan uit de verlichte distinctieven van deze legeronderdelen, afgewisseld met het embleem van de S. H. A. E. F. 1749 28 Augustus - 1949 dwong de dichter. Meer dan eens in zijn leven is Goethe voor de dreigende verstarring gevlucht. Hij vluchtte op bui tenlandse reizen, hij vluchtte in de ziekte, hij nam de wijk naar Jena, naar Frankfort, naar Marienbad en Karlsruhe, en voelde zich een tijdlang bevrijd. Wat hij in aie jaren van innerlijk verzet met de meeste stelligheid als „maxime" uit sprak of neerschreef, was geen getuigenis van wat hij was, maar Van wat hij wilde zijn. Uit een wellicht noodlottige zelftucht sprak hij zo, uit de zelfcorrectie van een mens wiens leven-niet in overeenstemming is met zijn bestemming. En uit de span ning tussen deze beide, uit de spanning tussen wil en verlangen, tussen handelen en tasten, kwam datgene voort, wat van zijn werk onsterfelijk is. Vergeefs zal men het zoeken in de gangbare „citaten-schat", waarvan men zich als Goethiaanse orakel taal is gaan bedienen. Het staat verborgen tussen de regels van gedicht en drama, van brief en opgetekend gesprek, en het is van het edelste: daar is Goethe het grootst, het waarst, waar hij i.ch schuilhoudt achter het pantser, waarmee hij zich tegen kren king en misverstand, ontgoocheling en on vermijdelijk verlies had le/en gapenen. De Goethe, die ons steeds wefer boeit en ont roert, tot zelfonderzoek en vernieuwing vermaant, tot tegenspraak en instemming aanspoort, is de strijdende Goethe, die het heldhaftig tot patriarchale jaren wist te brengen om aan zijn grootste taak te kun nen werken: aan zijn leven, zoals Michel angelo werkte aan de fresco's in de Six tijnse Kapel in het zweet zijns aan- schijns. Hij wentelde de molensteen van zijn lasten bergopwaarts en zag zich deze weer ontglippen; hij worstelde met zijn werk, versaagde, en keerde er weer toe terug; hij had lief en nam afscheid; hij eiste veel en offerde veel. Gaan, van ge daante verwisselen, zich hernieuwen, was de wet van zijn leven. Er is van Goethe verteld, dat hij op zijn laatste verjaardag in 1831 dus van Ilmenau uit een bezoek bracht aan het hertogelijk zomerhuisje op de top van de Kickelhahn, waar hij, een halve eeuw eer der, op de raampost de leven en dood ver zoenende i-egels neerschreef: „tiber allen Gipfeln „ist Ruh'In gedachten ver zonken herlas hij dit kleine wonder van volmaakte dichtkunst met zijn berustende slotregel: „Warte nur, balde ruhest du auch". En toen hij langzaam de treden af ging, wees deze een en tachtig-jarige daar- bij elke hulp van de hand Goethe ging alleen, hij was een eenzaam man. Lang na I zijn dood moet een ambtenaar van het mijnwezen, die hem op die tocht bege- leidde, op de vraag hoe Goethe hem toen v/el bejegend had, hebben geantwoord: „hij was de liefde zeli'". Misschien kon alleen een eenvoudig man, die zeker geen regel van al wat Goethe ge dicht en geschreven had onder de ogen kreeg, achter het masker zien van deze grote man en dit hoogste getuigen, wat er van een mens kan worden gezegd: „hij was de liefde zelf". Deze verzoende, hoewel niet „voltooide" Goethe, schreef in de laatste brief van zijn hand aan zijn vriend W. von Humboldt: „Tenslotte komt het er maar op aan, voorwaarts te gaan Met deze Goethe voor ogen wil men het graag geloven: dat alle mislukkingen, alle dwaalwegen, alle twijfel goed waren; dat ook alle streven en verslagenheid en nieu we wil tot voltooiing goed waren „lohnend und gut"; dat mensen en volke ren telkens moeten sterven opdat zij her boren worden; dat men het leven moet durven verliezen om het te winnen. De Goethe die aan zijn zelfstrijd dit hoge in zicht wist af te winnen was de wijze Goethe, die van zijn eerbied en liefde voor de Mens, van zijn Humaniteit, zijn geeste lijk wereldburgerschap, in werk en levens gang edeler, duurzamer en schoner getuig de dan de klinkende leuze en de brallende redevoering. De 9 Muzen Bossche geschiedenis. Tot op heden be stond nog geen modern wetenschappelijk werk over de historie van 's Hertogenbosch. Burgemeester en wethouders der stad heb ben gemeend, dat thans de tijd was aan gebroken om te komen tot een algemene Bossche geschiedschrijving, gebaseerd op bronnenonderzoek. Deze eerste stap is nu gedaan door het geven van opdrachten aan prof. dr. J. Niermeyer te Amsterdam en aan prof dr. L. Rogier en prof. dr. L. Verberne. beiden te Nijmegen. Aquarellisten. Van 27 Augustus tot 25 September zal de „Hollandse aquarellisten- kring" voor de tweede keer in het Haagse gemeentemuseum exposeren. Eerste paal voor Eindhovens nieuwe gemeentehuis Burgemeester mr, H. A. M. T. Kolfscho ten, van Eindhoven, heeft de eerste van de 202 palen geheid waarop de fundering van de nieuwe noodsecretarie van zijn gemeen te zal komen te rusten. In een korte toespraak wees de burge meester op de lange voorgeschiedenis voor de bouw van een nieuw stadhuis. Een ge schiedenis die een aanvang nam in Decem ber 1928 toen de raad in beginsel het besluit nam tot de bouw van een nieuw gemeente huis. Na het uitschrijven van een open prijsvraag besloten B. en W. in 1939 hun keuze te bepalen op het ontwerp van ir. J. van der Laan. Door het uitbreken van de oorlog kwam er van de bouw niets, doch nu, na ruim twintig jaar, is men zover dat met de bouw van een noodsecretarie. een werkgedeelte van het nieuwe stadhuis, kan worden begonnen. C. J. E. DINAUX voor alk inrichtingen van onderwijs SCHOOLBOEKHANDEL H. DE VRIES facobijncslraal j Ged. Oude Gracht 17-170 (Adv.) Rechter laakt verbaliseer-zucht Voor de Kantonrechter te Heerlen stond een buschauffeur terecht, omdat hij in de gemeente Nieuwenhagen daar een reiziger te laat had laten weten dat hij wilde uit stappen, zijn bus dertig meter voorbij de aangegeven halte had laten stoppen. De verdediger wees er in zijn pleidooi op, dat de laatste tijd in de gemeente Nieuwenha gen een opvallend groot aantal processen- verbaal wordt opgemaakt voor soortgelijke kleine overtredingen. Als gevolg van wat de verdediger noemde „een ongezonde ver baliseerzucht" zag de betrokken autobus- onderneming' de laatste weken zelfs een dertigtal verbalen tegen haar chauffeurs opmaken. De verdediger vroeg de aan dacht van de Kantonrechter voor dit ver schijnsel. Deze gaf te kennen, dat naar zijn mening vele politiemannen te snel hun toevlucht nemen tot verbaliseren. Hij zeide op het standpunt te staan, dat heel vaak in plaats van een proces-verbaal een waarschuwing de voorkeur verdient'en dat pas in geval van herhaling tot verbaliseren dient te worden overgegaan. De chauffeur werd dan ook vrij gesproken. Tijdens archeologische opgravingen aan de oevers van de riuicr Darcnt nabij Swanley in het Engelse graafschap Kent heeft men een groot aantal voorwerpen gevonden waaruit men het huisetijk leven der Romeinen in Kent 1500 jaar geleden heeft kunnen reconstrueren. Deze Romeinse buitenplaats is een van de vele. welke langs de rivieroevers loerden opgetrokken. Zij ivcrd 400 jaar na Christus, toen dc Romeinen Engeland verlieten, verwoest. Romeins beeldhouwwerk, dat op deze plaats werd opgegraven. Links een portretbuste van een onbekende Romein, vermoedelijk daterend uit de tweede eeuw na Christus. Rechts de buste van een Romeinse keizer. Effecten- en Geldmarkt Op 6 September beginnen te Washington de besprekingen tussen de Verenigde Sta ten en Engeland over de financiële moeilijkheden van laatstgenoemd land en ook de vergadering van het Internationaal Monetair Fonds, waar de valutaverhou dingen in breder verband zullen worden besproken, wordt pas begin van genoemde maand gehouden, maar niettemin kan de devaluatie van het Engelse pond een feit zijn, als dit artikel de lezer onder de ogen komt. Want als de Engelse regering de devaluatie onafwendbaar acht, kan zij er beter vandaag dan morgen toe overgaan, omdat de huidige onzekerheid, gepaard gaande met devaluatievrees, Engelands fi nanciële positie tegenover het buitenland voortdurend slechter maakt. Reeds in Juli was de Britse export het laagst sinds Oc tober jongst leden, ook al ging die naar Amerika iets vooruit en wees de handels balans voor Juli, wegens een belangrijk la gere invoer, een kleiner deficit aan. Maar ook de kleinere invoer, met name van grondstoffen, betekent een beperking van Engelands industrieel potentieel en van zijn exportmogelijkheden en Augustus zal op dit punt ongetwijfeld een nog slechter beeld vertonen, omdat het buitenland zijn aankopen in Engeland thans zoveel moge lijk beperkt uit vrees dat straks blijkt, dat het te duur gekocht heeft. Na devaluatie kan immers het buitenland goedkoper te recht en evenals in de Verenigde Staten eind 1948 een soort kopersstaking ont stond, omdat de bladen vol stonden van depressieberichten, evenzo ziet men thans een internationale kopersstaking ten aan zien van het sterlinggebied. Een valuta, die eenmaal „op drift" raakt, is moeilijk meer in zijn gang te stuiten. Te New York zijn „termijnponden" op 3 en 6 maanden reeds belangrijk gedaald en al wordt voor het stopzetten van de aankoop van ponden-bankpapier door de Neder landse Bank een technische verklaring ge geven, het is duidelijk dat ook de circulatie banken tegenover de Engelse valuta reser ves in acht nemen. Men is niet vergeten, dat toen Engeland in 1931 tegen de meest pertinente ontkenningen van bevoegde zijde in, devalueerde, de Nederlandse Bank op haar tegoed bij de Bank of England een verlies leed van 30 millioen gulden, dat aan de heer Vissering toen zijn presiden- tele zetel kostte. Dit behoeft zich nu niet te herhalen, maar het is duidelijk dat pondenbezit in welke vorm ook, thans als riskant bezit moet worden beschouwd en de Engelse valuta een ernstige vertrou wenscrisis doormaakt, waaraan in het be lang van Engelands financiële en econo mische toekomst zo spoedig mogelijk een einde moet komen. Schilderkunst In memoriam Herman Moerkerk De verdiensten van de onlangs overleden kunstenaar Herman Moerkerk werden in enige bladen sympathiek herdacht. Echter wil het mij voorkomen dat niet genoeg naar voren werd gebracht, wat deze begaafde tekenaar en schilder heeft bijgedragen tot het creeëren van historische feesten en optochten. De kunstgeschiedenis leert ons dat vroeger luisterrijke intochten werden ontworpen door grote kunstenaars, (wij denken aan Holbein's tekeningen voor Keizer Maximiliaan). In Nederland waren vóór 60 jaren de optochten zeer onartistie ke verkleed-partijen. Bij de opleving der decoratieve kunsten heeft voor het eerst Derkinderen een optocht in elkaar gezet (den Bosch, 1890), die een voorbeeld werd. Daarna hebben schilders als Henricus, Huib Luns, Frits Lensveld, ook Nel Bronger hun talenten in dienst gesteld van decoratieve historische ensembles. Ook ondergeteken de mocht in binnen- en buitenland op dit gebied werken en wil als enigszins „ter zake deskundige", getuigen wat ik hier mocht zien en mijn grote appreciatie uitspreken voor het aandeel dat Herman Moerkerk heeft gehad in meerdere feeste lijkheden, speciaal voor Haarlem. Zijn tekeningen en kleur-schetsen voor cos- tuums, groepen en praalwagens waren meesterstukjes van aquarelkunst, die in het museum bewaard moeten blijven. Ik schrijf dit ook onder de indruk van een artikel van de schilder A. C. Willink (in het maandschrift „Libertinage Aug. '49). Hij wijst op het verschil in appreciatie in de hedendaagse kunstwereld, waar enkelen (steeds dezelfden) overmatig worden gepre zen in de mode zijn) en andere verdien sten te veel in de schaduw blijven. Willink schrijft: „het is niet toevallig dat Cézanne, Van Gogh en Rousseau in dodelijke onbe grepenheid schilderden en nauwelijks 35 jaar later Picasso, gelijk een Spaanse toreador, bij elke beweging, die hij maakt, de daverende ovaties van het geestdriftig publiek in ontvangst moet nemen." Dit doet mij denken aan het zo bekwame werk van de bescheiden Moerkerk, wiens ver diensten ik hier wil onderstrepen. Van hem hoorde ik getuigen door een gezel schap Fransen, die het beroemde museum hier bezochten en die een optocht van Moerkerk gadesloegen: „Voila que nous voyons revivre dans les rues de Harlem les groupes splendides et les couleurs su perbes de Frans Hals"! ANTOON MOLKENBOER. (Zo zien wij in de straten van Haarlem de prachtige groepen en kleuren van Frans Hals herleven!") Naast de realistische school handhaafde zich in Haarlem het acade misme tot ver in de 17e eeuw in het werk van conservatieve meesters als de De Grebbers, Sa lomon de Bray, Caesar van Everdingen, Corne- lis Holsteyn en Leendert van der Cooghen, die allen in het Frans Hals museum zijn vertegen woordigd. In hun pox-- tretten neigen zij beur telings naar Hals en Van der Helst, in hun mytho logische, allegorische en gewijde taferelen tonen zij zich aangetrokken zo wel door Rubens en Jor- daens als door Italiaanse en Rembrandtieke ten- denzen. Een merkwaardige vorm van vereeuwiging, die karakteristiek is voor de 17e-eeuwse mentaliteit hier te lande, is het „conterfeytsel op zijn antiex", waarbij onze voorouders zich lieten afbeelden als herders en herderinnen, als mytho logische of testamenti- sche figuren, ja zelfs als Romeinse helden, alte- gaar sujetten, die vooral op de academici bijzon dere bekoring moesten uitoefenen. Een karak teristiek voorbeeld van deze zucht naar verkleedpartijen bezit het Frans Halsmuseum in een doek van Pieter Fransz. de Grebber, waarop de regenten van het Leprooshuis te Haarlem een voor stelling geven van het afwijzen van de ge schenken van Naaman door de profeet Elisa (Ao. 1637). Het behoeft geen betoog, dat het „speeT'-talent, dat voor een aan nemelijke -vertolking van dergelijke „rol len" wordt vereist, de Hollanders ten enenmale ontbreekt, met het gevolg, dat deze travestieën in het algemeen weinig overtuigen. Niettemin schroomden zelfs figuren als Rembrandt en Vondel niet zich als herders te doen vereeuwigen (respec- c, - tievelijk door Covert Flinck en Hendrick Bmum» hljy rol beheerste en of z,j be- Erminia in gepeinzen, tijdens haar verblijf bij de herders. Dit werk uit de Haarlemse School (Academische richting) wordt toegeschreven aan Salomon de Bray (geboren te Am- terdam in 1597, overleden te Haar lem in.1664). (Erminia is een figuur uit Torquato Tasso's Gierusalemme Liberata" Jeruzalem verlost"). Het is een aanwinst uit Duits bezit. (Paneel 75 X 55). Voorwaar een aanlokkelijke rol om zich :n te laten vereeuwigen. Of onze Hollandse Pot, beide in het Rijksmuseum). - - Ook de joffer, die zich hier als Erminia ^eid-,±e„ Tass? j'? crlljke visic antwoordde aan de verrukkelijke schoon- liet afbeelden, is een typisch voorbeeld van een academische vertolking van zulk een portret in travestie. We herkennen Erminia. ..een dochter Kassans. die den staf eens Konings voerde in de Antioochsche Lan- zag, laten wij hoffelijkheidshalve over aan het oordeel van de lezer. Het stuk in quaestie kan niet met zeker heid aan Salomon de Bray worden toe geschreven. In ieder geval vertegenwoor- lYUIIlllkJ VUC1UC 111 I.IC .-llll.lUUl.l!öl_ne iJdlI- _J:„» den», uitde zesde zdng. van Torquato h« °J„ Tasso's heldendicht, „verrukkelijk schoon, in 't sneeuwwit onderkleed" (vers 91), tij- demischè richting 111 de Haarlemse school, evenals het 1652 gedateerde en gesigneerde dens haar omzwervingen eenzaam neer- vor°°r Br.ay' dat gezeten, in gedachten bij haar geliefde °°k ff verzamelingen te zien ,s Het Tankred vertoont dezelfde fluwelige schilderwijze, die zulk een theaterachtig effect maakt Zonder iels tc hooren of te aanschouwen de onverminderd boeiende reali teit, ontstaan onder de robuste en spontane eigen klacht en eigen tranenvloed. penseelstreek van Frans Hals. H. P. BAARD (Zang 7, vers 3) 1) Naar de vertaling van J. J. L. ten Kate. Dat de Engelse bladen die tot dusver de devaluatiegedachte radicaal verwierpen, nu ever stag beginnen te gaan, heeft uiteraard sterk de aandacht getrokken. Het Labour- blad „Daily Herald" camoufleert haar ca pitulatie met rondweg de devaluatie te ver werpen, indien hier tegenover geen voor delen worden geschapen voor dc export van goederen naar de Verenigde Staten, Maar dit is immers de bedoeling cn althans in het begin het min of meer automa tische gevolg van elke devaluatie, omdat daardoor niet alleen een nieuw rustpunt in de neergaande beweging van de betrokken munt ontstaat, maar ook de prijzen voor het buitenland lager worden en de export der halve vermeerdert. Hierop is maar een restrictie, namelijk wanneer alle landen tot devaluatie over gaan. Dan gebeurt er, wat de internatio nale financiële verhoudingen betreft feite lijk niets. En het Amerikaanse blad „Jour nal of Commerce" heeft reeds voor een ganse reeks landen buiten de Verenigde Staten het devaluatiepercentage berekend, waarbij het Nederland blijkbaar heeft ver geten. Waarde behoeft men hieraan niet te hechten, maar met vrij grote zekerheid kan toch wel worden gezegd, dat devaluatie van het Engelse pond menige andere valuta met zich mee zal slepen, omdat vele landen tot op zekere hoogte in dezelfde positie ver keren als Engeland en zich hun afzetgebie den niet door Engeland zullen willen laten roven. Devaluatie zou nog het ergste niet zijn, wanneer daardoor de zekerheid ontstond dat de financiële moeilijkheden tussen Europa en Amerika zouden zijn overwon nen, maar Paul Hoffman, die blijkens vroe gere uitlatingen devaluatie noodzakelijk acht, heeft er dezer dagen tegen gewaar schuwd de devaluatie als een panacee tegen alle kwalen te beschouwen. En terecht. Want devaluatie heft de Europese dollar- nood niet op en zij kan alleen een hulp middel zijn, als tegelijkertijd fundamentele maatregelen worden getroffen om het ver trouwen te herstellen. In dit verband zal men ook het verzoek van Engeland moeten zien om inplaats van 842 millioen dollar. 1% milliard dollar uit de Marshallpot te mogen ontvangen, hoe wel die pot vermoedelijk 1 milliard kleiner zal zijn dan voor 1948-'49, zodat de kleinere Europese landen bij inwilliging van Enge lands verzoek aan het kortste eind zouden trekken en dr. Hirschfeld heeft voor Ne derland dan ook heftig tegen zulk een gang van zaken geprotesteerd. Dat de Europese landen het onderling over de verdeling van de Marshallhulp niet eens zijn en er. om uit de impasse te geraken, maar weer een' commissie benoemd is, heeft de verwarring ten aanzien van de maatregelen tot finan cieel herstel van Europa uiteraard groter gemaakt. Voorts doet «het einde van de be grotingsoverschotten in Amerika de bereid heid der Senatoren tot het overhevelen van dollarmilliarden naar Europa ernstig af breuk. Zo staan dus nu dc zaken, met het ver loop waarvan ook de Amsterdamse beurs in de pas poogt te blijven. De aankopen van internationale en industriële aandelen zijn aanmerkelijk vergroot en tot dusver keren de kopers na elke reactie terug. En zozeer is men van de devaluatiegedachte be vangen, dat de Ronde Tafel-conferentie in Den Haag op de achtergrond blijft en Indo nesische waarden weinig belangstelling trekken. De H.O.V. Financiële consequenties die aan de reorganisatie vastzitten Het is bekend dat er plannen zijn tot reorganisatie van de H.O.V. De twee le dirigenten die er thans zijn worden door één le dirigent vervangen. Als zodanig is reeds benoemd de heer Toon Verheij. De heren M, Adam en K. Hartvelt zijn tegen 1 October ontslagen. Deze ontsla gen zijn evenwel nog niet goedgekeurd door rie directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau. De bedoeling is bij de H.O.V. weer een 2e dirigent te benoemen. Een keuze is daarvoor nog niet gedaan. Er zijn ook plannen om in het orkest enkele veranderingen aan te brengen, om door een verfrissing van krachten het ar tistieke peil hoger op te voeren. Daartoe is aan vier leden van het orkest ontslag aangezegd. Ook aie ontslagen wachten nog op een bekrachtiging van het Gewestelijk Ar beidsbureau. Naar wij vernemen is er gegronde reden om aan te nemen dat aan deze ontslagen financiële consequenties vastzitten voor de H.O.V. Wy hoorden een bedrag aan wacht gelden noemen dat zeer belangrijk is. Bij een informatie werd ons medege deeld dat aan te nemen is. dat het bestuur van de H.O.V., dat weet, dat de H.O.V. de financiële consequenties die aan deze ont slagen vastzitten, niet uit haar gewone mid delen kan betalen, wel om hulp bij de ge meente zal moeten aankloppen. Dat de H.O.V. zelf de nieuwe financiële lasten niet kan dragen, zal ieder begrijpen die op de hoogte is van de geldmiddelen. In 1948 sloot de rekening zonder tekort, maar het is al zeker, dat 1949 wel een te kort zal geven. De H.O.V. heeft haar be groting voor 1950 bij de gemeente inge diend. Hoewel daarbij gerekend is op een subsidie van de gemeente van 86.000 (thans is die 80.000) sluit de begroting toch nog niet. Die 86.000 zijn aange vraagd, omdat de opzet van de subsidie regeling is dat de gemeente, evenals het rijk, de helft van de salarissen van het orkest voor haar rekening neemt. Tot he den was de gemeente niet genegen meer te geven dan f 80.000, maar dat is 6000 be neden de 50 pet. van de salarispost. Dat de financiële resultaten van de H. O. V. in de laatste tijd achteruitgegaan zijn, is een gevolg van het bedanken van leden en het verminderen van de opbrengst van de post „begeleidingen". Gehoopt wordt dat in de toekomst, mede als een gevolg van de reorganisatie en de daardoor verkregen opvoering van de artistieke prestaties, beide posten weer zullen stijgen. Het is evenwel een feit dat de verschil lende verenigingen, die uitvoeringen ge ven, door bezuinigingsoverwegingen er toe overgaan geen orkest voor begeleiding te nemen, maar volstaan met een pianist. Adempauze, maar geen einde in Britse arbeidsconflicten (Van onze correspondent in Londen) Onder auspiciën van het Nederlandse Rode Kruis zijn ongeveer vijfhonderd kin deren uit de omgeving van Wenen te Venlo gearriveerd. Zij zijn na aankomst voor onderzoek naar eventuele ziektegevallen naar de kampen te Venlo en Well gebracht. Na dit onderzoek zullen zij voor een vacan- tie van drie maanden in Nederlandse ge zinnen worden ondergebracht. Dat de liftmachinisten in de Engelse kolenmijnen het werk hebben hervat, moet voor het grootste deel worden toegeschre ven aan het krachtige optreden van de regering en andere autoriteiten. Dat snelle ingrijpen van de overheid staat overigens in scherpe tegenstelling tot de aarzelingen, die vroeger bij stakingen aan de dag wer den gelegd. Toen de jiavcn wekenlang stil lag, maakte de regering bijvoorbeeld geen doortastend gebruik van de noodtoestand, die toen werd afgekondigd. In plaats daar van zag men het onverkwikkelijke schouw spel van onderling gekrakeel over de af bakening der bevoegdheden van de diverse instanties. Sommigen vragen zich dan ook af, of er thans alleen werd opgetreden omdat het slechts een kleine vakbond betrof, welke niet officieel werd erkend. Nadat het vak- bondsbesluur was teruggekrabbeld, wilden zoals men weet de stakers toch door zetten, zonder inachtneming van de drie weekse bestandsperiode die gelegenheid moest geven voor bemiddeling. De regering verklaarde de staking toen prompt illegaal, waarop het bestuur der genationaliseerde mijnen dreigde met gerechtelijke vervol ging der onwillige arbeiders. Ook Will Law- ther, de pas geridderde president van de nationale mijnwerkersbond drong op het laatste aan. Hij nam geen blad voor de mond toen hij de stakers chantageplegers noemde en hen uitmaakte voor „anarchis ten van de kolenmijnen", die voor hun ver raad moesten betalen. De stakers hebben tenslotte eieren voor hun geld gekozen, mede onder de druk van de meer dan honderdduizend mijnwerkers, die door hen gedupeerd werden. Zo worstelen regering en vakbeweging steeds weer met vaak minimale minder heden, die wellicht alleen hun plannen uit voeren omdat ze menen dat de Labour- regering hen toch wel zal ontzien. Dat is inderdaad reeds vaak gebeurd, al moet dit in sommige gevallen ook worden toege schreven aan de nationalisering, waardoor de regering eigenlijk niet recht kon bemid delen omdat zij zelf min of meer partij was in het conflict. Naarmate de verkiezingen naderen wordt de positie van de regering inzake de arbeidsverhoudingen met dat al er niet gemakkelijker op. 's thsns hoop dat er een einde komt aan de irriterende Zondagsstakingen bij de spoorwegen, maar er is ook alle kans dat er Maandagstakingen, die dan algemeen zullen zijn, voor in de plaats komen. Een compromisvoorstel van de spoorwegleiding om het gedwongen niet-thuis-overnachten van machinisten en stokers zoveel mogelijk te beperken, schijnt in goede aarde te zijn gevallen. Massavergaderingen zullen over dit nieuwe plan uitspraak doen. De onrust onder het spoorwegpersoneel over de trage onderhandelingen inzake de looneisen neemt echter toe. Een voorstel in een Lon- dense afdelingsvergadering van de natio nale unie van spoorwegpersoneel, om als stok achter de deur elke Maandag een sym bolische staking te organiseren, werd voor alsnog verworpen. De afdelingssecretaris kondigde echter aan dat, indien de bespre kingen een onbevredigend resultaat opleve ren, een onofficiële actie in die zin zal wor den ontketend. ZATERDAG 27 AUGUSTUS Spaarne: „De stad des doods". 14 j. 2.30. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Meedogenloos"' 14 j„ 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Voor nu en altijd". all leeft. 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Mariandel". 18 j„ 2, 4 15 7 en 9.15 uur. Luxor: „Het verborgen leven van Walter Mitty», 14 j„ 2.30. 7 en 9 15 uS City: „Bambi alle leeft.. 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 28 AUGUSTUS Bioscopen: Middag- en avondvoorstel- tellingen. MAANDAG 29 AUGUSTUS Bioscopen; Middag- en avondvoorstel» stellingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 5