Dalmg der consumptieve uitgaven per hoofd der bevolking 1U<1<MI<11S Bloemendaalse raad huldigde het jubilerende lid, de heer C. Schulz Was Heemstedenaar tipgever van Haarlemse Inlichtingendienst? De laatste der grote „tachtigers is nog vol belangstelling tcJtfafon Vrijdag 16 September 1949 Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsclie Courant 3 Vierde rapport over de Marshall-hulp Volgens het verslag zijn inflatoire tendenties m Nederland verzwakt Industriële productie ver boven de verwachting Voor de vierde maal is een verslag ver schenen van de Nederlandse regering over de werking van het Europese Herstel-pro gramma, thans over de periode April tot en met Juni 1949. Dit verslag beval een vergelijking tussen het herziene programma voor het Ameri kaanse fiscale jaar 1948-1949, zoals dit een jaar geleden bij de O.E.E.C. te Parijs werd ingediend en de verwerkelijking daarvan. Uit het verslag blijkt, dat van het totale importprogramma 97.2 procent werd ge realiseerd en van het exportprogramma 97.3 procent. De import uit de Verenigde Staten heeft 98 millioen minder bedragen dan in het O.E.E.C.-programma was voorzien. De export is 27 millioen bij het programma ten achter gebleven. Het deficit ten aanzien van de dollar- area heeft zich iets gunstiger ontwikkeld dan in het programma was voorzien. Daar tegenover heeft de invoer uit de aan het Marshall-plan deelnemende landen het in het programma opgenomen cijfer met een bedrag van 108 millioen overschreden. De export bleef hier 88 millioen beneden het programma. De gerealiseerde bedragen belopen hier respectievelijk voor in- en uitvoer 2.663 millioen en 2.051 millioen. De conclusie die hieruit kan worden ge trokken, is, dat de overschakeling van de invoer uit de dollar-area naar de deel nemende landen zich wat Nederland be treft op nog verdergaande wijze heeft ge realiseerd dan in het programma was voor zien. In totaal genomen heeft de realisatie wat betreft het gedeelte van de invoer, dat door export kon worden gedekt, aan de ver wachtingen beantwoord. Productie aanzienlijk hoger dan geraamd was Ten aanzien van de industriële productie vermeldt het verslag dat in het programma een indexcijfer voor de totale industriële productie (exclusief bouwnijverheid, mijn bouw en openbare nutsbedrijven) was voorzien van 118 (1938 =r 100). De reali satie heeft 199 bedragen. Nauwkeurige cijfers worden verstrekt ten aanzien van de consumptie. Op dit punt heeft de realisatie het programma over schreden. In het programma was voorzien een indexcijfer voor de totale consumptieve uitgaven van 106 (1947 100). De reali satie heeft 108 bedragen. Berekend" per hoofd van de bevolking bedragen deze cijfers respectievelijk 104 voor het programma en 106 voor de reali satie. De gegevens zijn verstrekt als index cijfers, waarbij het jaar 1947 als basis is genomen en de uitgaven gecorrigeerd zijn wegens de sindsdien opgetreden prijsver schillen. Het verslag komt tot de conclusie, dat, hoewel enkele afwijkingen tussen pro gramma en realisatie moesten worden ge constateerd, deze niet een verontrustend karakter vertonen. Hoogtepunt voor consumptieve uitgaven is overschreden Met betrekking tot de overschrijding van het programma ten aanzien van de con sumptie wordt in het4verslag verklaard dat het hoogtepunt voor de consumptieve uit gaven is overschreden. Blijkens de in het verslag opgenomen tabel blijven de consumptieve uitgaven per hoofd voor de maanden van 1949 met enkele percenten achter bij de overeen komstige maanden van 1948. Het verslag verbindt aan deze cijfers de opmerking, dat zij de hoop wettigen, dat de na-oorlogse spanningen uit de Nederlandse volkshuishouding aan het verdwijnen zijn. Deze cijfers worden beschouwd als een bevestiging van de reeds in een voorgaand verslag geponeerde stelling, dat de in Ne derland aanvankelijk bestaande inflatoire tendenties zijn verzwakt. Voorts kan worden vermeld, dat het index-cijfer voor de totale industriële pro ductie (exclusief bouwnijverheid, mijn bouw en openbare nutsbedrijven) dat voor het eerste kwartaal van 1948 118 bedroeg (1938 100), in het tweede kwartaal van 1949 gestegen is tot 126. Het percentage van de import, dat door export kon worden gedekt, bedraagt voor het tweede kwartaal 1949 64. Voor het eerste kwartaal werd een percentage van 63 bereikt. Voor de achtereenvolgende kwartalen van 1948 beliep dit percentage respectievelijk 46 54, 62 en 64. De absolute hoogte van het invoersaldo bedraagt ditmaal 469 millioen, tegenover 495 millioen voor het eerste kwartaal 1949. Zoals gebruikelijk begint het verslag met een overzicht over de belangrijkste ge beurtenissen, welke in de verslagperiode in de organisatie voor Europese economi sche samenwerking te Parijs hebben plaats gevonden. In het tweede hoofdstuk van het ver slag wordt een overzicht gegeven van de op grond van het Marshall-plan ontvangen goederen en diensten. Voor het tweede kwartaal van 1949 werd door de E.C.A. een bedrag van 97.5 millioen dollar voor directe hulpverlening aan Ne- dei'land toegewezen. Totale toewijzing 504 millioen dollar De totale toewijzing voor Nederland in de eerste 15 maanden waarin het Marshall plan in werking is geweest, heeft daarmee een bedrag bereikt van 504 millioen dollar. Agenda voor Haarlem VRIJDAG 16 SEPTEMBER Gemeentelijk Concertgebouw: Concert H. O. V., 8 uur. Palace: „Gekroonde slaven", 18 j„ 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Zaken gaan voor het meisje", 18 j2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Hamlet", 14 j., 2.15, 8 uur. Spaarne „Vechtende wakers", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „La Traviata", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „De ontsterfelijke wals", 14 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 liur. ZATERDAG 17 SEPTEMBER Stadsschouwburg: „Nachtrepetitie" (Co- media), 8 uur. Openluchttheater: Jiu-jitsu en judo. 8 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. Van dit bedrag werd 374.5 millioen dollar beschikbaar gesteld in de vorm van schen kingen, "129.5 millioen in de vorm van leningen. Bovendien ontvangt Nederland hulp in de vorm van zogenaamde trekkingsrechten, welke voor het fiscale jaar 1948-'49 respec tievelijk hebben bedragen ten aanzien van België 72.5 millioen dollar, ten aanzien van de Bizóne 8,5 millioen dollar en ten aan zien van Zweden 2 millioen dollar. Daar tegenover diende Nederland zelf in de be doelde periode trekkingsrechten te verlenen aan een aantal deelnemende landen tot een totaal bedrag van 11.3 millioen dollar. Op basis van deze toewijzingen is per 30 Juni 1949 door Nederland voor een waarde van circa 343 millioen dollar aan goederen en diensten krachtens directe hulpverlening ontvangen. De werkelijke uitbetaling bedroeg 268 millioen dollar. Het verschil wordt veroorzaakt door het Wie in de oude Spaarnestad Nooit op zo'n ijs-bar-krukje zat. Bij REEMERS nooit een ijsje at. Heeft later spijt; onthoudt U dat! Clinge Doorenbos UITSLUITEND ROOMIJS KRUISSTRAAT' 35 feit. dat uitbetaling pas geschiedt, nadat de desbetreffende documenten aan de E.C.A. zijn overgelegd en door deze instantie zijn goedgekeurd. Totdat uitbetaling door de E.C.A. van de dollars volgt, worden de aan kopen door de Nederlandse Bank gefinan cierd. Tegenover de betaling door E.C.A. van het schenkingsgedeelte van de hulpverle ning dient van Nederlandse zijde de legen- waarde in Nederlandse guldens op de spe ciale rekening bij de Nederlandse Bank te worden gestort. Per 1 Juli 1949 vertoonde deze rekening een saldo van bijna 380 millioen. Op 11 Juli 1949 werd met de regering van de Verenigde Staten, zoals reeds eerder is gemeld, overeenstemming bereikt in zake de besteding van f 240 millioen van dit saldo. In de Donderdagmiddag gehouden ver gadering van de gemeenteraad van Bloe- mendaal is hulde gebracht aan de heer C. Schulz, die dertig jaar deel uitmaakt van de raad. Hij werd met enkele familieleden binnengeleid door het jongste en oudste raadslid, mevrouw FahrenfortMeuffels en de heer Smidt van Gelder. Burgemeester jhr. mr. C. J. A. den Tex richtte zich tot de jubilaris. Hij merkte in zijn inleiding op, dat de jubilaris rustig van aard is en daarom een rustige waardige huldiging het meest op prijs stelt. Spreker zeide achttien jaar te hebben samengewerkt met de heer Schulz, doch hij heeft toch een indruk kunnen krijgen van de arbeid van dertig jaar. Daarbij bracht hij in herinne ring de werkzaamheid van de vroegere raadsleden de heren Hoogenbirk. Bornwa- ter. Laan, Kremer en mr. Luden. Dezen hadden vaak een andere mening dan de heer Schulz. doch zij hadden grote waar dering voor hem en zijn arbeid. De bur gemeester schetste de betekenis van de jubilaris voor de arbeidersbeweging, welke hij dertig jaar op bijzondere wijze heeft gediend. Het dienen heeft steeds in hem gezeten. Dal was ook tijdens zijn dagelijkse arbeid in het Provinciaal Ziekenhuis. Spre ker vervolgde, dat de heer Schulz onder alle omstandigheden de belangen van de gemeente heeft gediend. Een genoegen was het steeds om hem ten strijde te zien trek ken. Deed hij dit, clan geschiedde dat spe ciaal voor hen, die recht zochten. Het was de wens, dat als enige hulde bloemen zou den worden aangeboden, daarom werd de heer Schulz alleen een mand met bloemen overhandigd. Mr. F. P. Th. Rohling, die het langst als raadslid met de heer Schulz heeft samen gewerkt, merkte op, dat hij vóór zijn raads lidmaatschap in 1935 gehoord had van de heer Schulz, omdat deze bij de algemene beschouwingen van de begroting een rede hield, waarnaar men gaarne luisterde. Het bleek, dat de heer Schulz zich terdege had voorbereid en er werd toen veel meer werk van een begrotingsrede gemaakt dan de laatste jaren. Bij vele voorstellen hield hij een geestdriftig betoog en kwam dan op voor de rechten van hen, die na aan zijn hart lagen. Mr. Rohling noemde de heer Schulz een trouw raadslid; nooit verzuimde hij een zitting en dat betekent, dat hij er enige honderden heeft bijgewoond. Spreker dankte voor het voorbeeld, dat de jubilaris heeft gegeven en hoopte, dat de samenwerking bestendigd zal blijven. De heer Schulz haalde enige herinnerin gen op uit de afgelopen dertig jaren. Vele vraagstukken zijn besproken. Spreker be treurde het, dat de herziening van het uit breidingsplan nog steeds niet aan de orde is geweest en dat het streekplan, dat voor de normale ontwikkeling der gemeente zo dringend is, nog niet ter kennis is gebracht. De heer Schulz zeide, dat hij de vorige week een minder prettig gevoel heeft gehad, toen de wethoudersverkiezing aan de orde was. Hij heeft met waardering vernomen, dat zijn persoon er buiten stond, doch spreker zeide met de partij vereenzelvigd te zijn en de slag aan de partij toegebracht be tekent ook hem een slag toebrengen. Ver der wilde de heer Schulz er over zwijgen en dankte allen voor de wijze, waarop zij hem zijn tegemoet getreden. Bij het voorstel van B. en W. tot het in stellen van een welstandscommissie werden enige bezwaren geopperd. Op voorstel van de heer De Jong Schouwenburg (C.H.) besloot de raad de bestaande wo ningwet- en schoonheidscommissie uit te breiden met enige deskundigen, die de commissie kunnen bijstaan. In de volgende vergadering zullen B. en W. met een nieuw voorstel komen. Aan het bestuur van de Stichting „Open- Op verzoek van de heer C. Schulz (links) werden hem, als enige hulde ter gelegen heid van zijn jubileum als raadslid, bloemen aangeboden. Rechts burgemeester jhr. mr. C. J. A. den Tex, die de jubilaris heeft toegesproken. luchtlheater" werd toestemming verleend de begroting later in te dienen. De vergadering sprak haar ontevreden heid uit over het feit, dat het zo'lang duurt alvorens Gedeputeerde Staten de uitbrei dingsplannen goedkeuren. De voorzitter deelde mede. dat bij schrif- Voor het Bijzondere Hof zegt verdachte dat hij in in overleg met de illegaliteit heeft gehandeld Het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam behandelde Donderdag de zaak tegen de 44-jarige ondernemer van verhuizingen J. O. uit Heemstede. O. die op vrije voeten is, wordt ten laste gelegd, dat hij na Maart 1944 is opgetreden als tipgever van de Inlichtingendienst van de Haaxiemse politie. In deze functie zou O. mededelingen hebben verstrekt omtrent verblijfplaatsen van Joodse landgenoten en van clandestien in bezit gehouden radiotoestellen. Voorts zou hij gouden sieraden van Joodse land genoten achter hebben gehouden. Dit heeft de verdachte steeds ontkend. Bij het verhoor verklaarde O., dat hij op 31 Maart 1944 door de rechercheur Fa- ber, die inmiddels is terechtgesteld, is ge- arresteerd omdat hij in zijn pakhuis Jood se goederen had opgeslagen. Op 11 April 1944 werd hij vrijgelaten. In zijn pakhuis wai-en inboedels van Joodse inwoners aan getroffen, die door Faber in beslag werden genomen. Zev;en vrachtauto's waren nodig om alles te vervoeren. Faber bleek echter omkoopbaar te zijn en met een kist zilver, die tot de in beslag genomen partij be hoorde, kocht O. Faber om. Toen O. naar de S.D. in Amsterdam werd overgebracht stond in het proces-verbaal, dat O. was gearresteerd wegens het verbergen van vier radiotoestellen. In October 1944 werden een Joodse vrouw en haar baby gearresteerd. O. kwam na zijn vrijlating meermalen bij de in lichtingendienst en via hem werd getracht de Joodse vrouw en het kind vrij te krij gen. De verdachte ging naar de recher- cheur Krist en bood hem 2000 gram goud als de vrouw vrij kwam. Krist ging op het aanbod in en enige dagen na de vrijlating van de Joodse vrouw overhandigde O. aan Krist 500 gram goud. O. zei tegen Krist dat het andere goud nog zou komen. Dit behoefde echter niet meer want Krist werd enige dagen later door de illegaliteit doodgeschoten. Van de losprijs had Krist aan de verdachte een gouden kettinkje met medaillon gegeven voor zijn moeite. De Joodse vrouw en het kind waren na te zijn vrijgelaten bij O. ondergedoken en voordat O. het goud naar Krist bracht, heeft hij het laten zien aan de Joodse vrouw. Bij die gelegenheid zei de vrouw van O., dat zij het kettinkje met medaillon graag wilde hebben. Volgens de vei'dachte heeft de Joodse vrouw toen ge zegd dat zijn echtgenote het kettinkje mocht hebben. Na de oorlog heeft de Joodse vrouw eerst verklaard dat zij nooit had gezegd dat mevrouw O. het kettinkje mocht hebben. Enige tijd later verklaarde zij dat zij er wel in toegestemd heeft. Bij de rechter commissaris deelde zij mede dat zij zich er niets meer van herinnerde. Politie-verzet De eerste twee van de 14 getuigen a charge, twee politiemannen uit Haarlem, vertelden dat er na „Dolle Dinsdag" in Haarlem door het politieverzet over is ge sproken om O. uit de weg te ruimen om dat men hem niet vertrouwde. Het is niet gebeurd omdat er geen feiten tegen hem waren aan te voeren, behalve dan dat men hem vaak op het bureau van de inlichtin gendienst zag. De ex-rechercheur van de Inlichtingendienst, Willemsen, verklaarde dat hij van Kilst en Faber had gehoord dat O toegetreden was tot de dienst als V-man en dat hij had medegedeeld, dat in het gebouw Olympia inboedels van Joodse lelijke verzoeken aan Gedeputeerde Staten landgenoten wai-en opgeslagen. Willemsen een telefonisch antwoord volgt, dat er nog een onderzoek gaande is. Spreker betreurde de gang van zaken. Besloten werd zich nog maals tot Gedeputeerde Staten te wenden. Bij de rondvraag verzocht mr. Vliegen (Arbeid) aan de ambtenaar voor de sport op te dragen te onderzoeken, of in de ge meente weer een ijsbaan ingericht kan worden en hij vroeg of het mogelijk is het wandelpark van het Openluchttheater voor een lagere prijs dan een kwartje open te stellen. De Voorzitter zegde toe deze zaken onder ogen te zien. Mevrouw Fahrenfort (V.V.D.) beval het instellen van een verkeerscommissie aan, waarop de voorzitter antwoordde, dat de commissie overbodig is gebleken. zei dat de verdachte vaak fruit bracht maar sprak de bewering van vei'dachte dat hij daardoor vrij toegang had bij de In lichtingendienst, tegen. Twee getuigen, die beiden als politiek delinquent een tijdlang in een kamp heb ben vertoefd, wisten zich ter zitting niets meer te herinneren. Beiden verklaarden door het verblijf in het kamp geheugen stoornis te hebben gekregen. De ex-briga dier van de Haarlemse politie B. herinner de zich ter zitting dal O. na dc dood van Krist naar hem toe was gekomen en ge zegd had: „Ik ben een tipgever van Krist en wil nu wel' aan u tips geven". (B. was aangezocht om hoofd te worden van de Inlichtingendienst na de dood van Krist). Getuige H. (de Joodse vrouw, die met goud werd vrijgekocht), verklaarde ter zitting dat zij nooit gezegd heeft, dat me vrouw O. het gouden hangertje mocht heb ben. O. vertelde bij zijn verhoor, dat hij na zijn vrijlating contact had gekregen met diverse illegale groepen. Na een bespreking met deze groepen werd besloten, dat ik bij de Inlichtingen dienst zou gaan werken om daar voor de illegaliteit te gaan spionneren. Dc oud-kapitein van de koopvaardij, de heer J. W. W„ die in de bezettingstijd hoofd van de illegale militaire spionnage in de districten Haarlem en Alkmaar was, verklaarde dat hij in 1943 reeds had ge hoord, dat O. kind aan huis was bij de Inlichtingendienst. „Ik had de indruk dat O. de loopjongen was van Krist", aldus getuige. Een hoofdagent-rechercheur van de Haarlemse politie, ae heer T. E. verklaar de: „O. mocht vrij in en uil lopen bij de Inlichtingendienst, wij niet. Hij ging zelfs onaangediend de kamer van Krist binnen". De vroegere politieman F. heeft destijds verklaard, dat O., toen hij door F. werd gearresteerd, had gezegd: „Kan ik niet vrij komen als ik je wat Joden in handen speel?" Volgens F. heeft O. toen het adres en de naam van een Joodse landgenoot genoemd, die in Amsterdam was onder gedoken. Ook zou O. hem verteld hebben waar op een paar plaatsen in Haarlem inboedels van Joodse landgenoten waren verborgen. In de namiddag begon het Hof met het horen van de 23 getuigen a décharge. Mevrouw Mulder, in de illegaliteit be kend als „Tante Maartje" vertelde, dat O. haar na April 1944 wapens en N.S.B.-uni- formen leverde en voordien zorgde voor blanco stencilpapier. „Ik had een groot vertrouwen in O. Hij had de sleutel van mijn huis en mocht daar altijd „binnen komen". Na de dood van Krist heeft O. weer met „Tante Maartje" gesproken over de vraag of hij zou trachten zijn positie bij de Inlichtingendienst te handhaven. Op haar aanraden heeft hij dit inderdaad gedaan. Hierna werd de zaak geschorst tot 22 September. CONGRES EX TENTOONSTELLING OVER PLASTICS TE OSLO In de Noorse hoofdstad Oslo worden van 19 tot 29 September een internationaal congres en een tentoonstelling op het ge bied van kunststoffen (plastics) gehouden, waaraan onder meer wordt deel genomen door de Scandinavische landen, Nederland, Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten. Voor Nederland neemt het Kunststoffen- instituut TNO te Delft met een grote in zending namens een groot deel van de Ne derlandse industrie aan de tentoonstelling deel. Een speciale attractie vormt een smal film-theater in de Nederlandse afdeling, waar continu films over kunststoffen zul len worden vertoond. Het instituut treedt ook op namens de Belgische kunststoffen- commissie. Tijdens de studiedagen zullen Nederlan ders een belangrijk aandeel in de refera ten hebben. PHILIPS - ERRES - WALDORP RADIO met prima service J. G. KAASENBROOD... Technisch groot! GR. HOUTSTRAAT 131; Een bezoek aan Lodewijk van Deyssel In de hoogste klasse der middelbare scholen leert de jeugd, zodra de in vader landse taal en letterkunde onderwijzende leraar aan de behandeling der zogeheten Beweging van Tachtig is toegekomen, de naam Lodewijk van Deyssel kennen. Men verneemt dan. onder betrekkelijk weinig meer. dat deze schrijver als Karei Joan Lodewijk Alberdingk Thijm in 1864 te Am sterdam werd geboren en zich in de magistrale brochure „Over Literatuur" een hartstochtelijk vereerder toonde van het proza met zijn volzinnen „die lopen als scharen mannen met brede ruggen, zich rijend schouder aan schouder. Weinigen echter nemen na hun eind examen nog de moeite om te proberen ergens de hoge, grijsgroene banden met zijn „Verzamelde Werken" machtig te worden. Daarin vindt men de schitterendste vruch ten van zijn productiereeksen bijna lyri sche critieken, de meeste van oneindig veel meer betekenis dan de romans waarop zij betrekking hebben. „Van Deyssel is de man die het nieuwe geluid in de Nederlandse- literatuur heeft gebracht" constateerde mr. Frans Erens met recht in zijn fijnzinnige mémoires. Dit echter is niet de plaats om nader in te gaan op zijn grote letterkun dige kwaliteiten, die hem stempelen tot een geheel eigen en unieke figuur van onschat bare waarde in ons taalgebied. Hier breng ik slechts een verslag uit van een bezoek dat ik hem, de weldra 85-jarige, in zijn statige kamer in een pension aan de Van Eedenstraat dezer dagen mocht bren gen. Lodewijk van Deyssel vestigde zich begin 1918 te Haarlem omdat hij deze stad zo prettig vond liggen tussen de twee cen tra Amsterdam en 's Gravenhage en heeft „voorbeeldig Hollandse stad stad" legde hij vast in een bijna tachtig bladzijden tellende causerie, toegewijd aan de toenmalige bur gemeester jhr. mr. W. B. Sandberg en op genomen in zijn „Werk der laatste jaren". Dit luchtige opstel levert allerplezierigste lectuur. Van Deyssel roert er al babbelend de meest verschillende onderwerpen in aan, maar komt toch tot een in al haar gemoe delijkheid treffende kenschets van het bij zonder karakteristieke. Vele vrienden ver wierf hij zich in de loop der jaren. De ouderdom maakt het hem thans echter wat moeilijk zich veel te verplaatsen zodat hij afhankelijk is van bezoek en vooral de gang naar schouwburg of bioscoop en con certen deerlijk mist. Men moet daar vrede mee hebben en vooral niet neerslachtig worden, luidt zijn devies. Laat men niet denken dat deze aristo cratische oude heer, sinds hij de leeftijd der zeer sterken niet slechts bereikte doch zelfs overschreed, geestelijk zou zijn inge dut. Want daar is geen sprake van. Hij heeft zijn diepgaande belangstelling, die dagelijks door de courant wordt gevoed, voor maatschappelijke en letterkundige verschijnselen nog ter dege behouden, Twee bezigheden vullen zijn dag: lezen en scha ken. Binnenkort zullen in een bekend weekblad enige nieuwe reeksen „aanteke ningen bij „genoten" lectuur" verschijnen en kort geleden publiceerde hij een gedach- tenwisseling met zijn jonge vriend Godfried Bomans naar aanleiding van het oeuvre van Arthur van Schendel. Met mij sprak hij over het uiteenlopen van de Engelse en Amerikaanse literatuur in de laatste decennia en over zijn liefde voor het dichtwerk van Bloem en Roland Holst, over zijn belangstelling voor de daar nooit spijt van gehad. Enkele jaren hoofdfiguren van de nieuwere generatie, tevoren had hij er reeds drie maanden zoals Hoornik en Aafjes. Nog sturen vele doorgebracht. I beginnende schrijvers hem hun manuscrïp- De indrukken van dat bezoek aan deze ten ter beoordeling en steeds leest hij die Betrekkelijk weinig is dr. K. J. L. Alber dingk Thijm (Lodewijk van Deyssel) ver anderd in de jaren sinds Kees Verwcy het portret van hem schilderde dat hier staat afgebeeld. met hoopvolle aandacht door. omdat niets hem liever is dan het ontdekken der kiemen van het dichterschap. Zijn welsprekendheid is nog even voor naam en fijn van snit als in de dagen toen Willem Kloos van hem schreef: „Als Thijm wat vertelt dan is het als een boek. Je zoudt het zo kunnen opschrijven!" Maar in het schaken heeft hij het nooit ver ge bracht, zoals hij zelf zegt met zijn innemen de waarachtigheid, omdat hij er nooit toe kwam de theorie te bestuderen, al beoefent hij deze sport al sedert zijn veertiende jaar met nimmer aflatende animo. Dan vraagt hij zich af hoe het komt dat een meester als Euwe „waar we zo trots op waren" onverwacht zijn vorm is kwijt geraakt. Dr. Alberdingk Thijm is een voorbeeldig gastheer. Tijdens een pauze in ons gesprek vroeg hij plotseling, zijn tabakspot naar mij toeschuivend: „U hebt uw pijp toch wel gestopt? Door .al dat praten vergat ik daar op te letten!" Hieruit kunt u, geachte lezer, afleiden hoe boeiend de conversatie was met deze zeldzaam krasse schrijver, naar alle waarschijnlijkheid de oudste nog in leven zijnde van het continent, die wij over enkele dagen geluk hopen te wensen :oet het bereiken van zo n rijk gezegende leeftijd. Want mijn pijp was bit het aan dachtig luisteren uitgegaan DAVUi KONING „De Waarheid" viel het N.V.V. en zijn voorzitter aan Driehonderd gulden boete geëist tegen hoofdredacteur Op 2 December 1948 stond in „De Waarheid" een artikel, waarin de toen malige voorzitter van het N.V.V. de heer E. Kupers er onder meer van werd be schuldigd de kartothcek van het N.V.V. en het bezit van deze organisatie (f 35.000.000) aan het begin der Duitse bezetting aan „de moffenknechten" te hebben uitgeleverd. De heer Kupers achtte zich door dit artikel, en in het bijzonder door de betreffende passages in zijn eer en goede naam aangetast en diende een aanklacht in tegen de hoofdredacteur van „De Waarheid", de heer Fred Schoonen- berg. Thans diende deze zaak voor de Am sterdamse rechtbank, gepresideerd door mr. J. Meihuizen. Als getuige gehoord, verklaarde de heer Kupers dat het artikel van a tot z onwaar is Enige getuigen a décharge verklaarden dat onder de leden van het N.V.V. de houding van htm voor zitter destijds „zeer twijfelachtig" werd genoemd. Requirerend zeide de Officier van Justitie mr. H. Kist, dat wij in een vrij land leven waar de vrije menings uiting een onzer kostbaarste rechten is. Zij kan grote belangen dienen wanneer zij bepaalde misstanden signaleert, doch dit moet op een fatsoenlijke, objectieve wijze geschieden. Het artikel dat sensationeel en grof ge steld was, had naar het oordeel van de officier kennelijk de bedoeling de heer Kupers en het N.V.V. in discrcdiet te bren gen. Hij eiste een geldboete van 300 gul den of 30 dagen met een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een proeftijd van drie jaar. In een uitvoerige toelichting zei de heer Schoonenberg, dat het artikel niet de be doeling had de heer Kupers te beledigen. Het beleid van het N.V.V.-bestuur werd aldus verdachte er terecht in ge laakt, omdat inderdaad door de samen werking met de Duitsers hel geld in hun handen werd gespeeld en de kartotheek aan hen werd overgedragen. Naar de me ning van de heer Schoonenberg moest niet hij, doch de heer Kupers in het verdach tenbankje staan. De verdedigster, mr. C. F. S. E, Entho ven, vroeg vrijspraak voor haar cliënt, onder meer op grond van de feiten dat het artikel niet door dc heer Schoonen berg is geschreven en hem derhalve hoog stens mededaderschap kon worden ten laste gelegd en voorts, dat hij als hoofd redacteur het. artikel niet verspreidde zoals in de tenlaste legging was aangegeven. De rechtbank zal op 29 September uit spraak doen. Was Uw wol Veilig in j 35 cl pe' pol Netto 100 gr. Officieel Koninklijk bezoek aan de hoofdstad Het ligt in het voornemen van de Ko ningin en Prins Bernhard op Donderdag 22 September een officieel bezoek te bren gen aan Amsterdam. Buitenlandse belangstelling voor Nederlandse natuurfilm De natuurfilm „het bijstere land van de Veluwe", in 1947 in opdracht van de stich ting het Nationaal Park „de Hoge Veluwe" opgenomen door Allan Penning en Herman van der Horst, heeft ook in het buitenland sterk de aandacht getrokken. Met de „Star film" maatschappij tc Wenen is thans een contract afgesloten, waarbij deze maat schappij het alleenvertoningsrecht van de Hoge Veluwefilm voor Oostenrijk verkrijgt Ook in Duitsland blijkt een levendige be langstelling te bestaan voor deze rolprent, die de schoonheid van het landschap en de levende have van het grootste Nederlandse natuurreservaat in beeld brengt. Ongelukken op de weg: twee doden Gisteravond te ongeveer zes uur ge beurde op de Rijksweg van Gouda naar Den Haag een motorongeluk, dat aan twee ambtenaren van de P.T.T. het leven kostte. Waarschijnlijk door gladheid van de weg slipte cle motor, waardoor de bestuurder de macht over het stuur verloor. De mo tor kwam te vallen, waarbij een der amb tenaren onmiddellijk werd gedood. De an der overleed al spoedig na aankomst in het ziekenhuis St. Antoniushoeve te Voor burg. Later op de avond kwamen op de Rijks weg UtrechtRotterdam bij Nieuwerkerk aan de IJssel twee auto's met elkaar in botsing. Hoewel beide auto's een snelheid hadden van zeventig kilometer, deden zich geen dodelijke ongevallen voor. Nadat de 5 inzittenden van de twee wagens voor ob servatie naar een ziekenhuis te Rotterdam waren vervoerd, konden zij echter later op de heer D. R. uit Rotterdam na naar huis terugkeren. Esperanto-huwelijk te Zaandam Het Zaandamse gemeentehuis droeg gis teren een internationaal karakter, niet al leen door het feit dat de trouwzaal ver sierd was met de groene ster der Esperan tisten, maar ook omdat een Zaandams meisje in de echt verbonden werd met een Deense jongen. De trouwzaal en de publieke tribune waren te klein om de talrijke belangstel lenden te bevatten. Voor de eerste maal werd in het Esperanto het huwelijk in naam der wet gesloten door een ambtenaar van de Burgerlijke Stand, de heer C. Wals, die met dit huwelijk zijn debuut maakte. Nadat het huwelijk officieel gesloten was zongen de leerlingen Van de Libertaire School te Zaandijk het bruidspaar een lied in het Esperanto toe. Ambtenaar Wals verbond de 22-jarige Trientje Kluit en de 36-jarige stoffeerder Kenrik Helleshöj Christensen uit Denemar ken in de echt. Tijdens de receptie na afloop van deze plechtigheid werd ook „Lang zullen ze leven" gezongen uiteraard in Esperanto. Het kamp Vught, zal op 2 October *an het ministerie van Justitie overgaan naar het ministerie van Oorlog. Een gedeel te blijft nog ter beschikking van justitie. Het kamp zal weer als militair oefenterrein worden gebruikt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 5