Dalmg der consumptieve uitgaven
per hoofd der bevolking
1U<1<MI<11S
Bloemendaalse raad huldigde het
jubilerende lid, de heer C. Schulz
Was Heemstedenaar tipgever
van Haarlemse Inlichtingendienst?
De laatste der grote „tachtigers
is nog vol belangstelling
tcJtfafon
Vrijdag 16 September 1949
Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsclie Courant
3
Vierde rapport over de Marshall-hulp
Volgens het verslag zijn inflatoire tendenties
m Nederland verzwakt
Industriële productie
ver boven de verwachting
Voor de vierde maal is een verslag ver
schenen van de Nederlandse regering over
de werking van het Europese Herstel-pro
gramma, thans over de periode April tot
en met Juni 1949.
Dit verslag beval een vergelijking tussen
het herziene programma voor het Ameri
kaanse fiscale jaar 1948-1949, zoals dit een
jaar geleden bij de O.E.E.C. te Parijs werd
ingediend en de verwerkelijking daarvan.
Uit het verslag blijkt, dat van het totale
importprogramma 97.2 procent werd ge
realiseerd en van het exportprogramma
97.3 procent.
De import uit de Verenigde Staten heeft
98 millioen minder bedragen dan in het
O.E.E.C.-programma was voorzien. De
export is 27 millioen bij het programma
ten achter gebleven.
Het deficit ten aanzien van de dollar-
area heeft zich iets gunstiger ontwikkeld
dan in het programma was voorzien. Daar
tegenover heeft de invoer uit de aan het
Marshall-plan deelnemende landen het in
het programma opgenomen cijfer met een
bedrag van 108 millioen overschreden. De
export bleef hier 88 millioen beneden
het programma. De gerealiseerde bedragen
belopen hier respectievelijk voor in- en
uitvoer 2.663 millioen en 2.051 millioen.
De conclusie die hieruit kan worden ge
trokken, is, dat de overschakeling van de
invoer uit de dollar-area naar de deel
nemende landen zich wat Nederland be
treft op nog verdergaande wijze heeft ge
realiseerd dan in het programma was voor
zien.
In totaal genomen heeft de realisatie wat
betreft het gedeelte van de invoer, dat door
export kon worden gedekt, aan de ver
wachtingen beantwoord.
Productie aanzienlijk hoger
dan geraamd was
Ten aanzien van de industriële productie
vermeldt het verslag dat in het programma
een indexcijfer voor de totale industriële
productie (exclusief bouwnijverheid, mijn
bouw en openbare nutsbedrijven) was
voorzien van 118 (1938 =r 100). De reali
satie heeft 199 bedragen.
Nauwkeurige cijfers worden verstrekt ten
aanzien van de consumptie. Op dit punt
heeft de realisatie het programma over
schreden.
In het programma was voorzien een
indexcijfer voor de totale consumptieve
uitgaven van 106 (1947 100). De reali
satie heeft 108 bedragen.
Berekend" per hoofd van de bevolking
bedragen deze cijfers respectievelijk 104
voor het programma en 106 voor de reali
satie.
De gegevens zijn verstrekt als index
cijfers, waarbij het jaar 1947 als basis is
genomen en de uitgaven gecorrigeerd zijn
wegens de sindsdien opgetreden prijsver
schillen.
Het verslag komt tot de conclusie, dat,
hoewel enkele afwijkingen tussen pro
gramma en realisatie moesten worden ge
constateerd, deze niet een verontrustend
karakter vertonen.
Hoogtepunt voor consumptieve
uitgaven is overschreden
Met betrekking tot de overschrijding van
het programma ten aanzien van de con
sumptie wordt in het4verslag verklaard dat
het hoogtepunt voor de consumptieve uit
gaven is overschreden.
Blijkens de in het verslag opgenomen
tabel blijven de consumptieve uitgaven
per hoofd voor de maanden van 1949 met
enkele percenten achter bij de overeen
komstige maanden van 1948.
Het verslag verbindt aan deze cijfers de
opmerking, dat zij de hoop wettigen, dat de
na-oorlogse spanningen uit de Nederlandse
volkshuishouding aan het verdwijnen zijn.
Deze cijfers worden beschouwd als een
bevestiging van de reeds in een voorgaand
verslag geponeerde stelling, dat de in Ne
derland aanvankelijk bestaande inflatoire
tendenties zijn verzwakt.
Voorts kan worden vermeld, dat het
index-cijfer voor de totale industriële pro
ductie (exclusief bouwnijverheid, mijn
bouw en openbare nutsbedrijven) dat voor
het eerste kwartaal van 1948 118 bedroeg
(1938 100), in het tweede kwartaal van
1949 gestegen is tot 126.
Het percentage van de import, dat door
export kon worden gedekt, bedraagt voor
het tweede kwartaal 1949 64. Voor het
eerste kwartaal werd een percentage van
63 bereikt. Voor de achtereenvolgende
kwartalen van 1948 beliep dit percentage
respectievelijk 46 54, 62 en 64.
De absolute hoogte van het invoersaldo
bedraagt ditmaal 469 millioen, tegenover
495 millioen voor het eerste kwartaal
1949.
Zoals gebruikelijk begint het verslag met
een overzicht over de belangrijkste ge
beurtenissen, welke in de verslagperiode
in de organisatie voor Europese economi
sche samenwerking te Parijs hebben plaats
gevonden.
In het tweede hoofdstuk van het ver
slag wordt een overzicht gegeven van de
op grond van het Marshall-plan ontvangen
goederen en diensten.
Voor het tweede kwartaal van 1949 werd
door de E.C.A. een bedrag van 97.5 millioen
dollar voor directe hulpverlening aan Ne-
dei'land toegewezen.
Totale toewijzing 504 millioen
dollar
De totale toewijzing voor Nederland in
de eerste 15 maanden waarin het Marshall
plan in werking is geweest, heeft daarmee
een bedrag bereikt van 504 millioen dollar.
Agenda voor Haarlem
VRIJDAG 16 SEPTEMBER
Gemeentelijk Concertgebouw: Concert H.
O. V., 8 uur. Palace: „Gekroonde slaven",
18 j„ 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Zaken
gaan voor het meisje", 18 j2, 4.15, 7 en
9.15 uur. City: „Hamlet", 14 j., 2.15, 8 uur.
Spaarne „Vechtende wakers", 14 j., 2.30, 7
en 9.15 uur. Frans Hals: „La Traviata", 14
j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „De
ontsterfelijke wals", 14 j., 2, 4.15, 7 en 9.15
liur.
ZATERDAG 17 SEPTEMBER
Stadsschouwburg: „Nachtrepetitie" (Co-
media), 8 uur. Openluchttheater: Jiu-jitsu
en judo. 8 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen.
Van dit bedrag werd 374.5 millioen dollar
beschikbaar gesteld in de vorm van schen
kingen, "129.5 millioen in de vorm van
leningen.
Bovendien ontvangt Nederland hulp in
de vorm van zogenaamde trekkingsrechten,
welke voor het fiscale jaar 1948-'49 respec
tievelijk hebben bedragen ten aanzien van
België 72.5 millioen dollar, ten aanzien van
de Bizóne 8,5 millioen dollar en ten aan
zien van Zweden 2 millioen dollar. Daar
tegenover diende Nederland zelf in de be
doelde periode trekkingsrechten te verlenen
aan een aantal deelnemende landen tot een
totaal bedrag van 11.3 millioen dollar.
Op basis van deze toewijzingen is per 30
Juni 1949 door Nederland voor een waarde
van circa 343 millioen dollar aan goederen
en diensten krachtens directe hulpverlening
ontvangen.
De werkelijke uitbetaling bedroeg 268
millioen dollar.
Het verschil wordt veroorzaakt door het
Wie in de oude Spaarnestad
Nooit op zo'n ijs-bar-krukje zat.
Bij REEMERS nooit een ijsje at.
Heeft later spijt; onthoudt U dat!
Clinge Doorenbos
UITSLUITEND ROOMIJS
KRUISSTRAAT' 35
feit. dat uitbetaling pas geschiedt, nadat de
desbetreffende documenten aan de E.C.A.
zijn overgelegd en door deze instantie zijn
goedgekeurd. Totdat uitbetaling door de
E.C.A. van de dollars volgt, worden de aan
kopen door de Nederlandse Bank gefinan
cierd.
Tegenover de betaling door E.C.A. van
het schenkingsgedeelte van de hulpverle
ning dient van Nederlandse zijde de legen-
waarde in Nederlandse guldens op de spe
ciale rekening bij de Nederlandse Bank te
worden gestort. Per 1 Juli 1949 vertoonde
deze rekening een saldo van bijna 380
millioen.
Op 11 Juli 1949 werd met de regering
van de Verenigde Staten, zoals reeds eerder
is gemeld, overeenstemming bereikt in
zake de besteding van f 240 millioen van dit
saldo.
In de Donderdagmiddag gehouden ver
gadering van de gemeenteraad van Bloe-
mendaal is hulde gebracht aan de heer C.
Schulz, die dertig jaar deel uitmaakt van
de raad. Hij werd met enkele familieleden
binnengeleid door het jongste en oudste
raadslid, mevrouw FahrenfortMeuffels
en de heer Smidt van Gelder.
Burgemeester jhr. mr. C. J. A. den Tex
richtte zich tot de jubilaris. Hij merkte in
zijn inleiding op, dat de jubilaris rustig van
aard is en daarom een rustige waardige
huldiging het meest op prijs stelt. Spreker
zeide achttien jaar te hebben samengewerkt
met de heer Schulz, doch hij heeft toch een
indruk kunnen krijgen van de arbeid van
dertig jaar. Daarbij bracht hij in herinne
ring de werkzaamheid van de vroegere
raadsleden de heren Hoogenbirk. Bornwa-
ter. Laan, Kremer en mr. Luden. Dezen
hadden vaak een andere mening dan de
heer Schulz. doch zij hadden grote waar
dering voor hem en zijn arbeid. De bur
gemeester schetste de betekenis van de
jubilaris voor de arbeidersbeweging, welke
hij dertig jaar op bijzondere wijze heeft
gediend. Het dienen heeft steeds in hem
gezeten. Dal was ook tijdens zijn dagelijkse
arbeid in het Provinciaal Ziekenhuis. Spre
ker vervolgde, dat de heer Schulz onder
alle omstandigheden de belangen van de
gemeente heeft gediend. Een genoegen was
het steeds om hem ten strijde te zien trek
ken. Deed hij dit, clan geschiedde dat spe
ciaal voor hen, die recht zochten. Het was
de wens, dat als enige hulde bloemen zou
den worden aangeboden, daarom werd de
heer Schulz alleen een mand met bloemen
overhandigd.
Mr. F. P. Th. Rohling, die het langst als
raadslid met de heer Schulz heeft samen
gewerkt, merkte op, dat hij vóór zijn raads
lidmaatschap in 1935 gehoord had van de
heer Schulz, omdat deze bij de algemene
beschouwingen van de begroting een rede
hield, waarnaar men gaarne luisterde. Het
bleek, dat de heer Schulz zich terdege had
voorbereid en er werd toen veel meer werk
van een begrotingsrede gemaakt dan de
laatste jaren. Bij vele voorstellen hield hij
een geestdriftig betoog en kwam dan op
voor de rechten van hen, die na aan zijn
hart lagen. Mr. Rohling noemde de heer
Schulz een trouw raadslid; nooit verzuimde
hij een zitting en dat betekent, dat hij er
enige honderden heeft bijgewoond.
Spreker dankte voor het voorbeeld, dat
de jubilaris heeft gegeven en hoopte, dat
de samenwerking bestendigd zal blijven.
De heer Schulz haalde enige herinnerin
gen op uit de afgelopen dertig jaren. Vele
vraagstukken zijn besproken. Spreker be
treurde het, dat de herziening van het uit
breidingsplan nog steeds niet aan de orde
is geweest en dat het streekplan, dat voor
de normale ontwikkeling der gemeente zo
dringend is, nog niet ter kennis is gebracht.
De heer Schulz zeide, dat hij de vorige week
een minder prettig gevoel heeft gehad, toen
de wethoudersverkiezing aan de orde was.
Hij heeft met waardering vernomen, dat
zijn persoon er buiten stond, doch spreker
zeide met de partij vereenzelvigd te zijn
en de slag aan de partij toegebracht be
tekent ook hem een slag toebrengen. Ver
der wilde de heer Schulz er over zwijgen
en dankte allen voor de wijze, waarop zij
hem zijn tegemoet getreden.
Bij het voorstel van B. en W. tot het in
stellen van een welstandscommissie werden
enige bezwaren geopperd. Op voorstel van
de heer De Jong Schouwenburg
(C.H.) besloot de raad de bestaande wo
ningwet- en schoonheidscommissie uit te
breiden met enige deskundigen, die de
commissie kunnen bijstaan. In de volgende
vergadering zullen B. en W. met een nieuw
voorstel komen.
Aan het bestuur van de Stichting „Open-
Op verzoek van de heer C. Schulz (links)
werden hem, als enige hulde ter gelegen
heid van zijn jubileum als raadslid, bloemen
aangeboden. Rechts burgemeester jhr. mr.
C. J. A. den Tex, die de jubilaris heeft
toegesproken.
luchtlheater" werd toestemming verleend
de begroting later in te dienen.
De vergadering sprak haar ontevreden
heid uit over het feit, dat het zo'lang duurt
alvorens Gedeputeerde Staten de uitbrei
dingsplannen goedkeuren.
De voorzitter deelde mede. dat bij schrif-
Voor het Bijzondere Hof zegt verdachte dat hij in
in overleg met de illegaliteit heeft gehandeld
Het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam
behandelde Donderdag de zaak tegen de
44-jarige ondernemer van verhuizingen J.
O. uit Heemstede.
O. die op vrije voeten is, wordt ten laste
gelegd, dat hij na Maart 1944 is opgetreden
als tipgever van de Inlichtingendienst van
de Haaxiemse politie.
In deze functie zou O. mededelingen
hebben verstrekt omtrent verblijfplaatsen
van Joodse landgenoten en van clandestien
in bezit gehouden radiotoestellen. Voorts
zou hij gouden sieraden van Joodse land
genoten achter hebben gehouden.
Dit heeft de verdachte steeds ontkend.
Bij het verhoor verklaarde O., dat hij
op 31 Maart 1944 door de rechercheur Fa-
ber, die inmiddels is terechtgesteld, is ge-
arresteerd omdat hij in zijn pakhuis Jood
se goederen had opgeslagen. Op 11 April
1944 werd hij vrijgelaten. In zijn pakhuis
wai-en inboedels van Joodse inwoners aan
getroffen, die door Faber in beslag werden
genomen. Zev;en vrachtauto's waren nodig
om alles te vervoeren. Faber bleek echter
omkoopbaar te zijn en met een kist zilver,
die tot de in beslag genomen partij be
hoorde, kocht O. Faber om. Toen O. naar
de S.D. in Amsterdam werd overgebracht
stond in het proces-verbaal, dat O. was
gearresteerd wegens het verbergen van
vier radiotoestellen.
In October 1944 werden een Joodse
vrouw en haar baby gearresteerd. O. kwam
na zijn vrijlating meermalen bij de in
lichtingendienst en via hem werd getracht
de Joodse vrouw en het kind vrij te krij
gen. De verdachte ging naar de recher-
cheur Krist en bood hem 2000 gram goud
als de vrouw vrij kwam. Krist ging op het
aanbod in en enige dagen na de vrijlating
van de Joodse vrouw overhandigde O. aan
Krist 500 gram goud.
O. zei tegen Krist dat het andere goud
nog zou komen. Dit behoefde echter niet
meer want Krist werd enige dagen later
door de illegaliteit doodgeschoten. Van de
losprijs had Krist aan de verdachte een
gouden kettinkje met medaillon gegeven
voor zijn moeite. De Joodse vrouw en het
kind waren na te zijn vrijgelaten bij O.
ondergedoken en voordat O. het goud naar
Krist bracht, heeft hij het laten zien aan
de Joodse vrouw. Bij die gelegenheid zei
de vrouw van O., dat zij het kettinkje met
medaillon graag wilde hebben. Volgens de
vei'dachte heeft de Joodse vrouw toen ge
zegd dat zijn echtgenote het kettinkje
mocht hebben.
Na de oorlog heeft de Joodse vrouw eerst
verklaard dat zij nooit had gezegd dat
mevrouw O. het kettinkje mocht hebben.
Enige tijd later verklaarde zij dat zij er
wel in toegestemd heeft. Bij de rechter
commissaris deelde zij mede dat zij zich
er niets meer van herinnerde.
Politie-verzet
De eerste twee van de 14 getuigen a
charge, twee politiemannen uit Haarlem,
vertelden dat er na „Dolle Dinsdag" in
Haarlem door het politieverzet over is ge
sproken om O. uit de weg te ruimen om
dat men hem niet vertrouwde. Het is niet
gebeurd omdat er geen feiten tegen hem
waren aan te voeren, behalve dan dat men
hem vaak op het bureau van de inlichtin
gendienst zag. De ex-rechercheur van de
Inlichtingendienst, Willemsen, verklaarde
dat hij van Kilst en Faber had gehoord
dat O toegetreden was tot de dienst als
V-man en dat hij had medegedeeld, dat in
het gebouw Olympia inboedels van Joodse
lelijke verzoeken aan Gedeputeerde Staten landgenoten wai-en opgeslagen. Willemsen
een telefonisch antwoord volgt, dat er nog
een onderzoek gaande is. Spreker betreurde
de gang van zaken. Besloten werd zich nog
maals tot Gedeputeerde Staten te wenden.
Bij de rondvraag verzocht mr. Vliegen
(Arbeid) aan de ambtenaar voor de sport
op te dragen te onderzoeken, of in de ge
meente weer een ijsbaan ingericht kan
worden en hij vroeg of het mogelijk is het
wandelpark van het Openluchttheater voor
een lagere prijs dan een kwartje open te
stellen.
De Voorzitter zegde toe deze zaken
onder ogen te zien.
Mevrouw Fahrenfort (V.V.D.) beval
het instellen van een verkeerscommissie
aan, waarop de voorzitter antwoordde, dat
de commissie overbodig is gebleken.
zei dat de verdachte vaak fruit bracht
maar sprak de bewering van vei'dachte dat
hij daardoor vrij toegang had bij de In
lichtingendienst, tegen.
Twee getuigen, die beiden als politiek
delinquent een tijdlang in een kamp heb
ben vertoefd, wisten zich ter zitting niets
meer te herinneren. Beiden verklaarden
door het verblijf in het kamp geheugen
stoornis te hebben gekregen. De ex-briga
dier van de Haarlemse politie B. herinner
de zich ter zitting dal O. na dc dood van
Krist naar hem toe was gekomen en ge
zegd had: „Ik ben een tipgever van Krist
en wil nu wel' aan u tips geven". (B. was
aangezocht om hoofd te worden van de
Inlichtingendienst na de dood van Krist).
Getuige H. (de Joodse vrouw, die met
goud werd vrijgekocht), verklaarde ter
zitting dat zij nooit gezegd heeft, dat me
vrouw O. het gouden hangertje mocht heb
ben.
O. vertelde bij zijn verhoor, dat hij na
zijn vrijlating contact had gekregen met
diverse illegale groepen.
Na een bespreking met deze groepen
werd besloten, dat ik bij de Inlichtingen
dienst zou gaan werken om daar voor de
illegaliteit te gaan spionneren.
Dc oud-kapitein van de koopvaardij, de
heer J. W. W„ die in de bezettingstijd
hoofd van de illegale militaire spionnage
in de districten Haarlem en Alkmaar was,
verklaarde dat hij in 1943 reeds had ge
hoord, dat O. kind aan huis was bij de
Inlichtingendienst. „Ik had de indruk dat
O. de loopjongen was van Krist", aldus
getuige.
Een hoofdagent-rechercheur van de
Haarlemse politie, ae heer T. E. verklaar
de: „O. mocht vrij in en uil lopen bij de
Inlichtingendienst, wij niet. Hij ging zelfs
onaangediend de kamer van Krist binnen".
De vroegere politieman F. heeft destijds
verklaard, dat O., toen hij door F. werd
gearresteerd, had gezegd: „Kan ik niet vrij
komen als ik je wat Joden in handen
speel?" Volgens F. heeft O. toen het adres
en de naam van een Joodse landgenoot
genoemd, die in Amsterdam was onder
gedoken. Ook zou O. hem verteld hebben
waar op een paar plaatsen in Haarlem
inboedels van Joodse landgenoten waren
verborgen.
In de namiddag begon het Hof met het
horen van de 23 getuigen a décharge.
Mevrouw Mulder, in de illegaliteit be
kend als „Tante Maartje" vertelde, dat O.
haar na April 1944 wapens en N.S.B.-uni-
formen leverde en voordien zorgde voor
blanco stencilpapier. „Ik had een groot
vertrouwen in O. Hij had de sleutel van
mijn huis en mocht daar altijd „binnen
komen". Na de dood van Krist heeft O.
weer met „Tante Maartje" gesproken over
de vraag of hij zou trachten zijn positie
bij de Inlichtingendienst te handhaven.
Op haar aanraden heeft hij dit inderdaad
gedaan.
Hierna werd de zaak geschorst tot 22
September.
CONGRES EX TENTOONSTELLING
OVER PLASTICS TE OSLO
In de Noorse hoofdstad Oslo worden van
19 tot 29 September een internationaal
congres en een tentoonstelling op het ge
bied van kunststoffen (plastics) gehouden,
waaraan onder meer wordt deel genomen
door de Scandinavische landen, Nederland,
Frankrijk, Engeland en de Verenigde
Staten.
Voor Nederland neemt het Kunststoffen-
instituut TNO te Delft met een grote in
zending namens een groot deel van de Ne
derlandse industrie aan de tentoonstelling
deel. Een speciale attractie vormt een smal
film-theater in de Nederlandse afdeling,
waar continu films over kunststoffen zul
len worden vertoond. Het instituut treedt
ook op namens de Belgische kunststoffen-
commissie.
Tijdens de studiedagen zullen Nederlan
ders een belangrijk aandeel in de refera
ten hebben.
PHILIPS - ERRES - WALDORP RADIO
met prima service
J. G. KAASENBROOD...
Technisch groot!
GR. HOUTSTRAAT 131;
Een bezoek aan Lodewijk van Deyssel
In de hoogste klasse der middelbare
scholen leert de jeugd, zodra de in vader
landse taal en letterkunde onderwijzende
leraar aan de behandeling der zogeheten
Beweging van Tachtig is toegekomen, de
naam Lodewijk van Deyssel kennen. Men
verneemt dan. onder betrekkelijk weinig
meer. dat deze schrijver als Karei Joan
Lodewijk Alberdingk Thijm in 1864 te Am
sterdam werd geboren en zich in de
magistrale brochure „Over Literatuur" een
hartstochtelijk vereerder toonde van het
proza met zijn volzinnen „die lopen als
scharen mannen met brede ruggen, zich
rijend schouder aan schouder.
Weinigen echter nemen na hun eind
examen nog de moeite om te proberen
ergens de hoge, grijsgroene banden met zijn
„Verzamelde Werken" machtig te worden.
Daarin vindt men de schitterendste vruch
ten van zijn productiereeksen bijna lyri
sche critieken, de meeste van oneindig veel
meer betekenis dan de romans waarop zij
betrekking hebben. „Van Deyssel is de man
die het nieuwe geluid in de Nederlandse-
literatuur heeft gebracht" constateerde mr.
Frans Erens met recht in zijn fijnzinnige
mémoires. Dit echter is niet de plaats om
nader in te gaan op zijn grote letterkun
dige kwaliteiten, die hem stempelen tot een
geheel eigen en unieke figuur van onschat
bare waarde in ons taalgebied.
Hier breng ik slechts een verslag uit van
een bezoek dat ik hem, de weldra 85-jarige,
in zijn statige kamer in een pension aan de
Van Eedenstraat dezer dagen mocht bren
gen. Lodewijk van Deyssel vestigde zich
begin 1918 te Haarlem omdat hij deze stad
zo prettig vond liggen tussen de twee cen
tra Amsterdam en 's Gravenhage en heeft
„voorbeeldig Hollandse stad stad" legde hij
vast in een bijna tachtig bladzijden tellende
causerie, toegewijd aan de toenmalige bur
gemeester jhr. mr. W. B. Sandberg en op
genomen in zijn „Werk der laatste jaren".
Dit luchtige opstel levert allerplezierigste
lectuur. Van Deyssel roert er al babbelend
de meest verschillende onderwerpen in aan,
maar komt toch tot een in al haar gemoe
delijkheid treffende kenschets van het bij
zonder karakteristieke. Vele vrienden ver
wierf hij zich in de loop der jaren. De
ouderdom maakt het hem thans echter wat
moeilijk zich veel te verplaatsen zodat hij
afhankelijk is van bezoek en vooral de
gang naar schouwburg of bioscoop en con
certen deerlijk mist. Men moet daar vrede
mee hebben en vooral niet neerslachtig
worden, luidt zijn devies.
Laat men niet denken dat deze aristo
cratische oude heer, sinds hij de leeftijd
der zeer sterken niet slechts bereikte doch
zelfs overschreed, geestelijk zou zijn inge
dut. Want daar is geen sprake van. Hij
heeft zijn diepgaande belangstelling, die
dagelijks door de courant wordt gevoed,
voor maatschappelijke en letterkundige
verschijnselen nog ter dege behouden, Twee
bezigheden vullen zijn dag: lezen en scha
ken. Binnenkort zullen in een bekend
weekblad enige nieuwe reeksen „aanteke
ningen bij „genoten" lectuur" verschijnen
en kort geleden publiceerde hij een gedach-
tenwisseling met zijn jonge vriend Godfried
Bomans naar aanleiding van het oeuvre
van Arthur van Schendel.
Met mij sprak hij over het uiteenlopen
van de Engelse en Amerikaanse literatuur
in de laatste decennia en over zijn liefde
voor het dichtwerk van Bloem en Roland
Holst, over zijn belangstelling voor de
daar nooit spijt van gehad. Enkele jaren hoofdfiguren van de nieuwere generatie,
tevoren had hij er reeds drie maanden zoals Hoornik en Aafjes. Nog sturen vele
doorgebracht. I beginnende schrijvers hem hun manuscrïp-
De indrukken van dat bezoek aan deze ten ter beoordeling en steeds leest hij die
Betrekkelijk weinig is dr. K. J. L. Alber
dingk Thijm (Lodewijk van Deyssel) ver
anderd in de jaren sinds Kees Verwcy het
portret van hem schilderde dat hier staat
afgebeeld.
met hoopvolle aandacht door. omdat niets
hem liever is dan het ontdekken der kiemen
van het dichterschap.
Zijn welsprekendheid is nog even voor
naam en fijn van snit als in de dagen toen
Willem Kloos van hem schreef: „Als Thijm
wat vertelt dan is het als een boek. Je
zoudt het zo kunnen opschrijven!" Maar in
het schaken heeft hij het nooit ver ge
bracht, zoals hij zelf zegt met zijn innemen
de waarachtigheid, omdat hij er nooit toe
kwam de theorie te bestuderen, al beoefent
hij deze sport al sedert zijn veertiende jaar
met nimmer aflatende animo. Dan vraagt
hij zich af hoe het komt dat een meester als
Euwe „waar we zo trots op waren"
onverwacht zijn vorm is kwijt geraakt.
Dr. Alberdingk Thijm is een voorbeeldig
gastheer. Tijdens een pauze in ons gesprek
vroeg hij plotseling, zijn tabakspot naar mij
toeschuivend: „U hebt uw pijp toch wel
gestopt? Door .al dat praten vergat ik daar
op te letten!" Hieruit kunt u, geachte lezer,
afleiden hoe boeiend de conversatie was
met deze zeldzaam krasse schrijver, naar
alle waarschijnlijkheid de oudste nog in
leven zijnde van het continent, die wij
over enkele dagen geluk hopen te wensen
:oet het bereiken van zo n rijk gezegende
leeftijd. Want mijn pijp was bit het aan
dachtig luisteren uitgegaan
DAVUi KONING
„De Waarheid" viel het N.V.V.
en zijn voorzitter aan
Driehonderd gulden boete
geëist tegen hoofdredacteur
Op 2 December 1948 stond in „De
Waarheid" een artikel, waarin de toen
malige voorzitter van het N.V.V. de heer
E. Kupers er onder meer van werd be
schuldigd de kartothcek van het N.V.V.
en het bezit van deze organisatie
(f 35.000.000) aan het begin der Duitse
bezetting aan „de moffenknechten" te
hebben uitgeleverd. De heer Kupers achtte
zich door dit artikel, en in het bijzonder
door de betreffende passages in zijn eer
en goede naam aangetast en diende een
aanklacht in tegen de hoofdredacteur van
„De Waarheid", de heer Fred Schoonen-
berg.
Thans diende deze zaak voor de Am
sterdamse rechtbank, gepresideerd door
mr. J. Meihuizen. Als getuige gehoord,
verklaarde de heer Kupers dat het artikel
van a tot z onwaar is Enige getuigen a
décharge verklaarden dat onder de leden
van het N.V.V. de houding van htm voor
zitter destijds „zeer twijfelachtig" werd
genoemd. Requirerend zeide de Officier
van Justitie mr. H. Kist, dat wij in een
vrij land leven waar de vrije menings
uiting een onzer kostbaarste rechten is.
Zij kan grote belangen dienen wanneer
zij bepaalde misstanden signaleert, doch
dit moet op een fatsoenlijke, objectieve
wijze geschieden.
Het artikel dat sensationeel en grof ge
steld was, had naar het oordeel van de
officier kennelijk de bedoeling de heer
Kupers en het N.V.V. in discrcdiet te bren
gen. Hij eiste een geldboete van 300 gul
den of 30 dagen met een voorwaardelijke
gevangenisstraf van drie maanden en een
proeftijd van drie jaar.
In een uitvoerige toelichting zei de heer
Schoonenberg, dat het artikel niet de be
doeling had de heer Kupers te beledigen.
Het beleid van het N.V.V.-bestuur werd
aldus verdachte er terecht in ge
laakt, omdat inderdaad door de samen
werking met de Duitsers hel geld in hun
handen werd gespeeld en de kartotheek
aan hen werd overgedragen. Naar de me
ning van de heer Schoonenberg moest niet
hij, doch de heer Kupers in het verdach
tenbankje staan.
De verdedigster, mr. C. F. S. E, Entho
ven, vroeg vrijspraak voor haar cliënt,
onder meer op grond van de feiten dat
het artikel niet door dc heer Schoonen
berg is geschreven en hem derhalve hoog
stens mededaderschap kon worden ten
laste gelegd en voorts, dat hij als hoofd
redacteur het. artikel niet verspreidde zoals
in de tenlaste legging was aangegeven.
De rechtbank zal op 29 September uit
spraak doen.
Was Uw wol Veilig in
j 35 cl pe' pol Netto 100 gr.
Officieel Koninklijk bezoek
aan de hoofdstad
Het ligt in het voornemen van de Ko
ningin en Prins Bernhard op Donderdag
22 September een officieel bezoek te bren
gen aan Amsterdam.
Buitenlandse belangstelling
voor Nederlandse natuurfilm
De natuurfilm „het bijstere land van de
Veluwe", in 1947 in opdracht van de stich
ting het Nationaal Park „de Hoge Veluwe"
opgenomen door Allan Penning en Herman
van der Horst, heeft ook in het buitenland
sterk de aandacht getrokken. Met de „Star
film" maatschappij tc Wenen is thans een
contract afgesloten, waarbij deze maat
schappij het alleenvertoningsrecht van de
Hoge Veluwefilm voor Oostenrijk verkrijgt
Ook in Duitsland blijkt een levendige be
langstelling te bestaan voor deze rolprent,
die de schoonheid van het landschap en de
levende have van het grootste Nederlandse
natuurreservaat in beeld brengt.
Ongelukken op de weg:
twee doden
Gisteravond te ongeveer zes uur ge
beurde op de Rijksweg van Gouda naar
Den Haag een motorongeluk, dat aan twee
ambtenaren van de P.T.T. het leven kostte.
Waarschijnlijk door gladheid van de weg
slipte cle motor, waardoor de bestuurder
de macht over het stuur verloor. De mo
tor kwam te vallen, waarbij een der amb
tenaren onmiddellijk werd gedood. De an
der overleed al spoedig na aankomst in het
ziekenhuis St. Antoniushoeve te Voor
burg.
Later op de avond kwamen op de Rijks
weg UtrechtRotterdam bij Nieuwerkerk
aan de IJssel twee auto's met elkaar in
botsing. Hoewel beide auto's een snelheid
hadden van zeventig kilometer, deden zich
geen dodelijke ongevallen voor. Nadat de 5
inzittenden van de twee wagens voor ob
servatie naar een ziekenhuis te Rotterdam
waren vervoerd, konden zij echter later op
de heer D. R. uit Rotterdam na naar huis
terugkeren.
Esperanto-huwelijk te Zaandam
Het Zaandamse gemeentehuis droeg gis
teren een internationaal karakter, niet al
leen door het feit dat de trouwzaal ver
sierd was met de groene ster der Esperan
tisten, maar ook omdat een Zaandams
meisje in de echt verbonden werd met een
Deense jongen.
De trouwzaal en de publieke tribune
waren te klein om de talrijke belangstel
lenden te bevatten. Voor de eerste maal
werd in het Esperanto het huwelijk in
naam der wet gesloten door een ambtenaar
van de Burgerlijke Stand, de heer C. Wals,
die met dit huwelijk zijn debuut maakte.
Nadat het huwelijk officieel gesloten
was zongen de leerlingen Van de Libertaire
School te Zaandijk het bruidspaar een lied
in het Esperanto toe.
Ambtenaar Wals verbond de 22-jarige
Trientje Kluit en de 36-jarige stoffeerder
Kenrik Helleshöj Christensen uit Denemar
ken in de echt.
Tijdens de receptie na afloop van deze
plechtigheid werd ook „Lang zullen ze
leven" gezongen uiteraard in Esperanto.
Het kamp Vught, zal op 2 October
*an het ministerie van Justitie overgaan
naar het ministerie van Oorlog. Een gedeel
te blijft nog ter beschikking van justitie.
Het kamp zal weer als militair oefenterrein
worden gebruikt.